VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP. Financiering van de defensie-uitgaven. Rechtszaken PARLEMENT Het kamerlid Teulingt bepleit een „noodoffer". Alkmeereche kantongerecht blijft in de tweede klasse. Glimlachje Branden. Verkeersongelukken. Hij gaf zich voor dokter uit. TWEEDE BLAD. 3 (Van onzen parlementairen medewerker.) DEN HAAG, 5 April. De Tweede Kamer is gistermiddag weer bijeengekomen ter behandeling van een agenda, waarvan het belangrijkste punt on deraan stond, het wetsontwerp: tijdelijke voorziening tot versterking van de opbrengst van de Inkomstenbelasting en van de divi dend- en tantièmebelasting tot gedeeltelijke dekking van de uitgaven voor de defensiè, een ontwerp, dat den 8sten Maart werd in gediend en dat in een snel tempo moet wor den afgedaan. Aan deze zijde van het Bin nenhof zal dit vandaag wel zijn geschied, waarna de Eerste Kamer aan de beurt komt. We hebben er gistermiddag twee sprekers over gehoord, of juister: de eerste sprak erover, de tweede hield een redevoering naar aanleiding ervan en noemde het wetsontwerp óók wel eens. De eerstbedoelde spreker was de heer Te%- lings (r.k.), de tweede de heer de Merchant et d'Ansembourg (n.s.b.) We brengen even in herinnering, dat dit wetsontwerp beoogt gedurende het belas tingjaar 1938/1939 de opcenten op de inkom stenbelasting met 10 te verhoogen. Blijkens de toelichting zullen, wordt het ontwerp wet, dat ten behoeve van het Rijk 10 plus 70 is 80 opcenten op de hoofdsom der inkom stenbelasting worden geheven, benevens de progressieve opcenten, stijgende van 0.3 bij een belastbare som van S 71.000, tot 18 bij een belastbare som van 130.000. De op brengst van de voorgestelde verhooging van opcenten kan worden geschat op 4.700.000. Verder worden de opcenten op de divi- dend- en tantièmebelasting met 40 verhoogd, zoodat het tarief dezer belasting van 10.05 tot 12.05 pCt. stijgt. De opbrengst van deze ver hooging kan worden geraamd op 5% mil- lioen. Het was den heer Teulings een grief, dat de regeering de toelichting van het wetsont werp zoo sober had gehouden. Zij verstrekte weliswaar uitvoerige inlichtingen over haar voornemens en dekkingsplan bij de memorie van antwoord, doch deze eenzijdige behan deling had tot gevolg, dat de schriftelijke voorbereiding niet voldoende tot haar recht was gekomen; had de Kamer tijdig over de noodige gegevens beschikt, dan zou de re geering minder summier hebben geantwoord op enkele geuite wenschen. De heer Teulings ging bij zijn beschouwin gen uit van de door minister de Wilde in zijn memorie van antwoord gegeven cijfers, volgens welke de defensie-uitgaven voor ^Ullen belo°P«n t 17.4 millioen, voor 1939 25.9 millioen, voor 1940 f 33.1 mil lioen, voor 1941 41.1 millioen en voor 1942 43.2 millioen: wanneer nog meer uitgavèn noodzakelijk blijken zullen deze hieraan nog moeten worden toegevoegd. Behalve wat de cijfers voor 1938 betreft kon hij zich met de lamingen vereenigen. Z.i. had de minister met voldoende rekening gehouden met de voordeelen van de groote conversie. Maar nu, wat de dekkingsmiddelen be treft: voor 1938/1939 komt de minister uit, daarna zal hij aanvullende middelen moeten scheppen: de regeering denkt aan een ver- hooging van de omzetbelasting en van de personeele belasting, maar tegen dat voor nemen opperde de heer Teulings zeer ern stige bezwaren, wegens de belangen van de gezinnen in het algemeen en van de groote gezinnen in het bijzonder, die dan wel onder zeer zwaren druk zouden komen te zitten. Waarom liet de regeering de bedenkingen tegen een weerbelasting veel zwaarder we gen? Met klem bepleitte de heer Teulings een ..noodoffer", hetzij in den vorm van een hef fing ineens, een nationale rentelooze lee ning, of een leening tegen zeer lage rente, tot een bedrag van 175 millioen, zijnde on geveer de raming van de totale extra-kosten voor de defensie. De heer de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.) verklaarde allereerst, dat de demo cratie niets te stellen heeft tegenover de energie-ontplooiende dictatoriaal geregeer de landen. Deed de minister nog maar als de door hem zoo geprezen zuinige „wasch- vrouw". (Maar hier vergiste de geachte afgevaar digde zich; minister de Wilde drukte laatst in den Senaat den wensch uit om zuinig te zijn gelijk een goede „huisvrouw"). Die „waschvrouw" zou althans trachten meer klanten te krijgen. De regeering moet de volkshuishouding als één geheel bezien en voor werk zorgen. Komt dat er inderdaad door de uitvoering van het bewapeningspro gram? Maar zal de regeering tegenover den invoer van vliegtuigen en ertsen contra prestaties verlangen in den vorm van meer uitvoer van onze land- en tuinbouwproduc ten? Na den „Marxisten" te hebben verweten, dat hun Oranje-liefde opportunistisch was zij, de n.s.b. had tot de verlevendiging daar van den stoot gegeven, merkte deze afge vaardigde op hield de heer d' Ansem- bourg der Kamer voor, dat de n.s.b. (en dit in verband met de agitatie tegen haar na 13 Maart) de slechtste Nederlandsche regee ring toch nog beter acht dan de beste bui- tenlandsche! Maar overigens meende hij, dat wie zijn land lief had, onmiddellijk het aftreden van dit ministerie moest eischen. Vandaag is de behandeling van dit ont werp voortgezet. Verschillende wetsontwerpen. Van de wetsontwerpen, welke verder op de agenda voorkwamen, werden een techni sche wijziging van de Suikerwet en een wetsontwerp betreffende de herklasseering van een aantal kantongerechten zonder dis cussie en z.h.s. aangenomen. (Dat te Alkmaar blijft in de tweede klasse). Bij een wets ontwerp dat eenige wijziging bracht in de maximum-formatie van de gerechtshoven en rechtbanken maakten de heer Truijen (r.k.) en mevr. Bakker-Nort (v.d.) bezwaren tegen de handhaving van de Massificatie van de rechtbanken, welke zij onbillijk voor de rechters en schadelijk voor de stabiliteit in de rechtspraak achtten. Minister Goseling betwistte dit, er o.m. op wijzend, dat er een normaal verloop by de rechtbanken tweede klasse is, uitgezonderd die te Almelo, welke een soort van door gangshuis schijnt. Dit wetsontwerp werd z.h.st. aangenomen, evenals een administratief-technisch wetje, betrekking hebbend op de toepassing van de comptabiliteitswet op het bedrijf van de P.T.T., van welke gelegenheid de regeering tegelijk gebruik wilde maken om de vorming van een algemeen reservefonds bij dit be drijf mogelyk te maken. Minister van Boeijen ondervond slechts steun bij zijn eigen partijgenooten (de c.h.) en bij 2 a.r., de heeren Duymaer van Twist en Amelink, die zoo goed waren te stemmen tegen een amendement-Wagenaar (a.r.), dat tegen het voornemen van de regeering in ging. Dit werd met 76 tegen 10 stemmen aan genomen. Het bezwaar van de meerderheid der Kamer was, dat het P.T.T. geen eigenlijk staatsbedrijf is, gelijk de Staatsmijnen, die tegen andere bedrijven moeten concurree- ren. De P.T.T. neemt een monopolistische positie in; de winsten van dit bedrijf behoo- ren tot de gewone rijksmiddelen, de behoef te aan een algemeen reservefonds, waarin meevallers gestort kunnen worden is zeker niet groot. De heer Drees (s.d.) verklaarde, dat zijn fractie tegen de gedachte op zich zelf geen bezwaar had, maar wel tegen de verwezenlijking daarvan nu, in een tijd van groote budgetaire moeilijkheden. Het ont- werpje zelf ging er z.h.st. door. Er waren eenige conclusies omtrent bij de Kamer ingediende adressen, waarvan de al- gemeene strekking was, dat, dat het Zuider zeegebied benoorden den Afsluitdijk tot Zui derzeegebied verklaard zou worden, waar door belanghebbenden op Texel en langs de Friesche kust voor steun krachtens de Zui- derzeesteunwet in aanmerking zouden kun nen komen. De regeering heeft eindelijk goedgunstig beschikt, waarvoor van ver schillende zijden in de Kamer erkentelijk heid werd betuigd. De wiervisschers kunnen nu ook worden geholpen; naar de wierziek- te zal een onderzoek worden ingesteld, lo caal en internationaal. De conclusies gingen alle onder den hamei- door. MALOÏTZ JUBILEERT. Jubileumvoorstelling van den zingenden telepaath. In den Amsterdamschen stadsschouwburg heeft de zingende telepaath Maloïtz gister avond zijn 25-jarig jubileum gevierd met een voorstelling, waaraan een groot aantal pro minente Nederlandsche kleinkunst-artisten hun medewerking hebben verleend. Een zeer goed bezette zaal heeft met groote geestdrift de verschillende verrich tingen van deze artisten toegejuicht en aan het slot werd ook een demonstratie van het kunnen van den jubileerenden telepaath ge geven, waarna deze is gehuldigd. Als eerste spreker richtte de voorzitter van de huldigingscommissie mr. Is. Coop- man tot hem het woord, waarna hij aan me vrouw Maloïtz, die in de zaal aanwezig was een tuil bloemen aanbood. Maloïtz zelf of freerde hij een masker, voorstellende diens portret, vervaardigd door een beeldhouwer, die anoniem wenschte te blijven. Voorts overhandigde mr. Coopman den heer Maloïtz een album met de handteeke- ningen van personen, die bijgedragen heb ben tot het bijeenbrengen van den Inhoud eener enveloppe welke den jubilaris mede ter had werd gesteld. „Oome Jan", (Jan van Zutphen), richtte vervolgens tot Maloïtz eenige hartelijke woorden namens de eere-commissie en prees hem vooral voor het vele goede, dat hij tij dens zijn loopbaan voor de lijdende mensch- heid heeft verricht. Als laatste spreker verscheen ten tooneele het zoontje van den jubilaris, die eenige on verstaanbare woorden tot zijn vader richtte. Later bleek dat hij hem, onder het overhan digen van een bouquet bloemen toegevoegd had: „Alsjeblieft pa. gefeliciteerd". Het enthousiaste publiek heeft tenslotte den jubilaris hartelijk toegejuicht, waarna men laat in den nacht huiswaarts keerde. •■Ach buurvrouw, mag ik mis- len Uw radio even zien?" COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN- KOMST BOEKDRUKKERSBEDRIJF, Spellingsmisère duurt nog voort. Gister vergaderde te Utrecht de federatie der werkgeversorganisatiën in het boek' drukkersbedrijf onder voorzitterschap van den heer S. S. Korthuis. In zijn openingswoord wees de voorzitter op de ernstig# moeilijkheden, waarmede het boekdrukkersbedrijf heeft te kampen. Daar bij vermeldde hij als een der het bedryf schadende factoren de onzekerheid inzake de spellingskwestie, waardoor vele orders van beteekenis uitblijven. Het hoofdpunt van de agenda vormde het voorstel van het algemeen hoofdbestuur om een collectieve arbeidsovereenkomst aan te gaan voor den tijd van drie jaren. In deze nieuwe C.A.O. wordt aan de volwassen werknemers een loonsverhooging toegekend van 3 cent. De voorzitter van de onderhandelingscom missie, de heer Jos. A. M. Cleerdin te 's Hertogenbosch, verdedigde het compro mis dat door de onderhandelingscommissie was bereikt. Van verschillende zijden rees uit de ver gadering vrij sterk verzet in verband met den slechten bedrijfstoestand. Daartegen over wees de heer Cleerdin er op, dat de huidige loonsverhooging minder bedraagt dan de stijging van het indexcijfer sinds het afsluiten van het vorige contract zou wetti gen. Tenslotte werd met omstreeks 170 stemmen tegen de C.A.O. aanvaard. GELD EN SIERADEN BIJ INBRAAK VERDWENEN. Toen de familie F., bewoners van een perceel in de Hugo de Grootstraat te Den Haag, gisteravond iaat thuis kwam, deed zij de onaangename ontdekking, dat er te ha ren huize was ingebroken. Het bleek, dat de indringers via een brandgang, over «en schutting en door een openstaand raam da slaapkamer hadden weten te bereiken, waar zij een bedrag van 400 aan geld en een hoeveelheid sieraden bemachtigden. In de voorkamer hadden zij een buffet open gebroken en daaruit 100 gulden ontvreemd- Van de daders ontbreekt tot nu toe elk spoor. DE VERTREKKEN VAN PRINSES BEATRIX. Man meldt ons, dat de vertrekken van prinses Beatrix gelegen zijn aan de achter zijde van het paleis en dezelfde zijn, welke vroeger door prinses Juliana werden be woond. Deze vertrekken kunnen rechtstreeks worden bereikt langs den achteringang van het paleis by de koninklijke stallen en verder door den tuin van hat paleis, waar een beschutte toegang aanwezig is, welke vooral in dit gure jaargetijde groote voordeelen heeft voor de jonge prinses. Prinses Juliana is voornemans met prinses Beatrix voor of na Paschen weder naar Soestdijk te vertrekken. DE WERELDTENTOONSTELLING TE CHICAGO. Naar wij vernemen heeft de regeering in principe besloten het subsidie voor de Ne derlandsche en Nederlandsch-Indische deel neming aan de wereldtentoonstelling te Chi- cago te verdubbelen, zoodat, aan de Staten- Generaal zal worden voorgesteld dit subsidie nader vast te stellen op anderhalf millioen gulden. DE MARECHAUSSEE TE OSS. Ministerieele beantwoording. Op de betreffende vragen van het Tweede Kamerlid Wijnkoop (C. P. H.) heeft de minister van Justitie geantwoord, dat aan de brigade koninklijke marechaussee te Oss opdracht is gegeven zich tot nader order van opsporingsonderzoek te onthouden. Surveil lance- en bewakingsdiensten kunnen ook verder op de normale wijze worden ver- rieht, terwijl het geenszins in het voor nemen ligt de brigade koninklijke mare chaussee te Oss op te heffen of in sterkte te verminderen. Van staking van loopende justitjoneele onderzoeken is geen sprake. Dat eventueele klachten ter zake van misdrijven voor het oogenblik tot de plaatselijke politie be- hooren te worden gericht overigens een normale figuur is juist. Voorts verwijst de minister naar het door den regeeringspersdienst verstrekte com muniqué, uit welk stuk tevens blijkt, dat hetgeen door de brigade koninklijke mare chaussee te Oss is verricht, geenszins in het algemeen is gedesavoueerd, integendeel. Dat juist nu moest worden opgetreden, is gelijk evenzeer in het communiqué tot uit drukking komt een uitvloeisel van de omstandigheid, dat voor kort van begane ernstige fouten in bepaalde opsporingsonder zoeken is gebleken. HEVIGE BRAND IN LAREN (N.-H.) Gisteravond omstreeks vijf uur brak brand uit in de onbewoonde villa „Naardinclant" aan den Houtweg te Laren. De brandweer was onmiddellijk aanwezig en tastte het vuur met vijf stralen op de motorspuit aan. De brand liet zich echter zoo ernstig aanzien, dat tegen zes uur de hulp van de Hilversumsche brandweer werd ingeroepen. Deze arriveerde binnen 20 mi nuten met een motorspuit met tien man schappen om aan het blusschingswerk deel te nemen. Met vereende krachten slaagde men er echter niet in het groote landhuis te behouden. Het brandde geheel af. Omstreeks negen uur had men den brand onder de knie. De nablussching vorderde evenwel nog geruimen tijd. NA DEN BRAND BIJ CLARIDGE. Zooals men weet, zou tengevolge van den brand in de dancing Claridge aan de Lange Houtstraat te 's-Gravenhage, waardoor de exploitatie van dit bedrijf tijdelijk is stop gezet, niet minder dan 45 man personeel, waarby de beide orkesten van resp. zes en acht spelers zijn inbegrepen, worden ont slagen. De directeur van Claridge, de heer A. J. Ritzer, heeft dit echter weten te voor komen, door een modus te vinden, waarop het personeel zooveel mogelyk in dienst zal worden gehouden en, voor zoover dit niet mogelyk is, schadeloos te stellen. De exploitatie wordt namelijk voortgezet in het naast het afgebrande Claridge gelegen „Atlantic", dat tot hetzelfde concern behoort. Intusschen wordt het herstel van de af gebrande dancing met spoed ter hand ge nomen en men mag aannemen, dat deze vermaaksgelegenheid den eersten September weer zal worden geopend. VAN VRACHTAUTO GEVALLEN EN ERNSTIG GEWOND. Gistermiddag om half vijf is de 22-jarige H. Möhling uit Stadskanaal bij het afladen van kozijnen te Midwolda van een vracht auto gestort. Hij kreeg twee kozijnen op het hoofd en moest in hoogst zorgwekkenden toestand naar het r.k. ziekenhuis te Win schoten worden overgebracht. ONGELUK MET DOODELIJKEN AFLOOP. De tienjarige J. de Reus, wonende in de Rechthuisstraat te Rotterdam geraakte gis termiddag op het Zuidelijke brughoofd van de Willemsbrug onder een trambus van lijn A, welke werd bestuurd door P. B. uit de Nieuwe Boezemstraat. Het linkervoorwiel ging het knaapje over het lichaam, waar door het rechteronderbéen totaal werd ver brijzeld, het linkerbeen ernstig gewond, terwijl de jongen bovendien eenige inwen dige kneuzingen opliep. In zorgwekkenden toestand is hij per auto van den G. G. D. naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, waar hij in den loop van den avond aan de opgeloopen verwondingen is bezweken. WAT MOMPELDE VERDACHTE? Een merkwaardige kwestie deed zich voor bij de behandeling van een zaak, een steun- fraude betreffende, die voor het Amsterdam- sche gerechtshof werd behandeld. Een havenarbeider was wegens valschheid in geschrifte veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, van welk vonnis hij in ap pel kwam. Bij zijn requisitoir in deze zaak merkte de procureur-generaal op, dat dit appel niet ontvankelijk moet worden verklaard, aan gezien volgens het audiëntieblad der zitting van den politierechter te Amsterdam, ver dachte afstand had gedaan van zijn recht op appel. De verdediger mr. Th. Eskens maakte hiertegen ernstig bezwaar, daar z.i. de gang van zaken bij den politierechter vergissin gen, zooals hier zijn gebeurd, in de hand werkt. De wet bepaalt, d*t ter zitting van den politierechter zoowel verdachte als de officier van justitie, onmiddellijk van hun appèlrecht afstand kunnen doen. Hierop moet de verdachte opmerkzaam worden ge maakt. Meer vordert de wet niet, met name wordt niet gevorderd, dat er een antwoord wordt gegeven. De practijk bij den politie rechter te Amsterdam is echter, dat op het geven van een antwoord aangaande het al of niet afstand doen van appel, wordt aange drongen. Vele verdachten begrijpen de strek king van de vraag niet en bovendien zijn zij na het aanhooren van de hen toegemeten straf in de war en zeggen zij maar lukraak „ja" of „neen". Ook is het mogelijk, dat de griffier een enkel gemompeld woord van de zijde van den verdachte verkeerd heeft be grepen, verstaan of genotuleerd. Pleiter ver zocht het Hof het ingestelde appel ontvan kelijk te verklaren. Oplichter staat terecht. Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft gister terecht gestaan de 38-jarige kantoor bediende J. C. J. wonende te Rotterdam en thans gedetineerd aldaar, wien talrijke ge vallen van oplichting ten laste worden ge legd. Hij was in 1936 en in begin 1937 opgetre den als onder-directeur van een sinaasappe- len-importmaatschappij te Rotterdam, wel ker hoofdzetel te Valencia gevestigd is. Deze rang had hij te danken aan het feit, dat de directeur der maatschappij in Mei 1936 plot seling ziek geworden was. J. die toen daar kantoorbediende was, werd tot onderdirec teur benoemd. De ziekte van den directeur was van zeer ernstigen aard en spoedig over leed hij. Nu schijnt J. zich tegenover zijn chef op zulk een wijze uitgelaten te hebben, dat deze in de meening verkeerde, dat J. in Duitschland voor arts had gestudeerd en als zoodanig was geslaagd. Zelfs de behandelen de geneesheeren van den patiënt deelden deze overtuiging. J. stelde zich als arts voor en was by de diverse operaties van zijn chef aanwezig om te assisteeren. Een bewijs te meer dat de doktoren er niet aan twijfelden, of zij hadden met een medicus te doen. J. kon inderdaad aardig over verschillende me dische onderwerpen meepraten. Hy had dan ook wel eens, zooals later is komen vast te staan, enkele malen in Duitschland by een bekend chirurg college geloopen. J. deed ech ter alsof hij jarenlang zijn assistent geweest was. De heele opzet van J. was nu, om als zoo danig het vertrouwen der Rotterdamsche medici te winnen, waarin hij in vele geval len wonderwel slaagde. Op deze wijze kwam hij precies te weten, wat voor recepten men zijn chef voorschreef en waar deze te ver krijgen waren. Na de zaak een poosje aangezien te heb ben schreef hij allerlei rekeningen uit over medicamenten, als zeer kostbare goudinspui tingen enz., die echter nooit besteld werden. Zijn chef was te ziek om de rekeningen pre cies te controleeren en zoo kon het gebeu ren dat hy ze aan J. voldeed, met de ge dachte, dat deze ze op zijn beurt weer aan de rechthebbenden uitbetaalde. Hij heeft niet alleen op medisch gebied oplichtingen gepleegd, maar ook legt hij de maatschappij gefingeerde processen voor en streek de onkosten, die natuurlijk niet ge maakt werden, in zijn zak. J. heeft zich gedurende zijn ambt van on derdirecteur een bedrag van niet minder dan ongeveer f 4500 onrechtmatig weten toe te eigenen. De officier van justitie, mr. F. M. Wilbren- ninck, noemde J. een groot en geraffineerd fantast, die als een gevaar voor de samen leving beschouwd moet worden. Hij kon zich niet met het rapport van de psychiaters ver eenigen, die van verminderd toerekenings vatbaar spraken. Spreker achtte het ten laste gelegde bewezen en eischte een gevangenis straf voor den tijd van drie jaar door te brengen in een bijzondere strafgevangenis. De verdediger van verdachte, mr. J, Roest van Limburg, voerde als verzachtende om standigheid aan, dat J. een te groote vrij heid in zaken had genoten en hij zoodoende misbruik van zijn volmachten had gemaakt. ZIJN VADER GEDOOD. Boschwachterssoon tot twee jaar veroordeeld. Eenige maanden geleden speelde zich in de Schaerweyderbosschen in de kleine boschwachterswoning van een boschwach ter te Zeist een huiselijk drama af, waarbij do 28-jarige zoon zijn vader na een twist met een jachtgeweer doodde. Bij de behan deling voor de Utrechtsche rechtbank kwam vast te staan, dat de verslagene zijn zoon op onmenschelijke wijze had behan deld, waardoor deze ten slotte geen anderen uitweg meer zag in zijn benarde positie, dan door zijn vader van het leven te beroo- ven. Het rapport, dat over den vorslagene was uitgebracht luidde niet gunstig in te genstelling met het rapport, dat over den dader was overgelegd. Daar de dader tegen over den vechter-commissaris een open lijke bekentenis had afgelegd en het getui genverhoor voor den rechter-commissaris eveneens gunstige resultaten ten voordeel e van den dader had opgeleverd, meende de officier van justitie, mr. J. F. Camphuis met de omstandigheden rekening te moeten 237. Flip, die vertelde dat hij twee sleu tels had machtig weten te worden, een van de celdeur en een van de buitendeur. Met kloppend hart stond Peter op en op de tast wist hij in het donker naar buiten te sluipen. Weldra stond hij buiten, met Flip en Wip op zijn schouder. 238. Toen vertelde Flip dat hü. terwijl de bewaker het eten door 't luikje schoof, vlug naar buiten was gekropen had opgelet waar- deze de sleutel van Pe- ter's cel verborg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 7