VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP.
Financiering van de defensie-uitgaven.
Rechtszaken
PARLEMENT
Het kamerlid Teulingt bepleit een „noodoffer".
Alkmeereche kantongerecht blijft
in de tweede klasse.
Glimlachje
Branden.
Verkeersongelukken.
Hij gaf zich voor dokter uit.
TWEEDE BLAD.
3
(Van onzen parlementairen medewerker.)
DEN HAAG, 5 April.
De Tweede Kamer is gistermiddag weer
bijeengekomen ter behandeling van een
agenda, waarvan het belangrijkste punt on
deraan stond, het wetsontwerp: tijdelijke
voorziening tot versterking van de opbrengst
van de Inkomstenbelasting en van de divi
dend- en tantièmebelasting tot gedeeltelijke
dekking van de uitgaven voor de defensiè,
een ontwerp, dat den 8sten Maart werd in
gediend en dat in een snel tempo moet wor
den afgedaan. Aan deze zijde van het Bin
nenhof zal dit vandaag wel zijn geschied,
waarna de Eerste Kamer aan de beurt komt.
We hebben er gistermiddag twee sprekers
over gehoord, of juister: de eerste sprak
erover, de tweede hield een redevoering
naar aanleiding ervan en noemde het
wetsontwerp óók wel eens.
De eerstbedoelde spreker was de heer Te%-
lings (r.k.), de tweede de heer de Merchant
et d'Ansembourg (n.s.b.)
We brengen even in herinnering, dat dit
wetsontwerp beoogt gedurende het belas
tingjaar 1938/1939 de opcenten op de inkom
stenbelasting met 10 te verhoogen. Blijkens
de toelichting zullen, wordt het ontwerp
wet, dat ten behoeve van het Rijk 10 plus 70
is 80 opcenten op de hoofdsom der inkom
stenbelasting worden geheven, benevens de
progressieve opcenten, stijgende van 0.3 bij
een belastbare som van S 71.000, tot 18 bij
een belastbare som van 130.000. De op
brengst van de voorgestelde verhooging van
opcenten kan worden geschat op 4.700.000.
Verder worden de opcenten op de divi-
dend- en tantièmebelasting met 40 verhoogd,
zoodat het tarief dezer belasting van 10.05 tot
12.05 pCt. stijgt. De opbrengst van deze ver
hooging kan worden geraamd op 5% mil-
lioen.
Het was den heer Teulings een grief, dat
de regeering de toelichting van het wetsont
werp zoo sober had gehouden. Zij verstrekte
weliswaar uitvoerige inlichtingen over haar
voornemens en dekkingsplan bij de memorie
van antwoord, doch deze eenzijdige behan
deling had tot gevolg, dat de schriftelijke
voorbereiding niet voldoende tot haar recht
was gekomen; had de Kamer tijdig over de
noodige gegevens beschikt, dan zou de re
geering minder summier hebben geantwoord
op enkele geuite wenschen.
De heer Teulings ging bij zijn beschouwin
gen uit van de door minister de Wilde in
zijn memorie van antwoord gegeven cijfers,
volgens welke de defensie-uitgaven voor
^Ullen belo°P«n t 17.4 millioen, voor
1939 25.9 millioen, voor 1940 f 33.1 mil
lioen, voor 1941 41.1 millioen en voor 1942
43.2 millioen: wanneer nog meer uitgavèn
noodzakelijk blijken zullen deze hieraan nog
moeten worden toegevoegd. Behalve wat de
cijfers voor 1938 betreft kon hij zich met de
lamingen vereenigen. Z.i. had de minister
met voldoende rekening gehouden met de
voordeelen van de groote conversie.
Maar nu, wat de dekkingsmiddelen be
treft: voor 1938/1939 komt de minister uit,
daarna zal hij aanvullende middelen moeten
scheppen: de regeering denkt aan een ver-
hooging van de omzetbelasting en van de
personeele belasting, maar tegen dat voor
nemen opperde de heer Teulings zeer ern
stige bezwaren, wegens de belangen van de
gezinnen in het algemeen en van de groote
gezinnen in het bijzonder, die dan wel onder
zeer zwaren druk zouden komen te zitten.
Waarom liet de regeering de bedenkingen
tegen een weerbelasting veel zwaarder we
gen?
Met klem bepleitte de heer Teulings een
..noodoffer", hetzij in den vorm van een hef
fing ineens, een nationale rentelooze lee
ning, of een leening tegen zeer lage rente,
tot een bedrag van 175 millioen, zijnde on
geveer de raming van de totale extra-kosten
voor de defensie.
De heer de Marchant et d'Ansembourg
(n.s.b.) verklaarde allereerst, dat de demo
cratie niets te stellen heeft tegenover de
energie-ontplooiende dictatoriaal geregeer
de landen. Deed de minister nog maar als
de door hem zoo geprezen zuinige „wasch-
vrouw".
(Maar hier vergiste de geachte afgevaar
digde zich; minister de Wilde drukte laatst
in den Senaat den wensch uit om zuinig te
zijn gelijk een goede „huisvrouw"). Die
„waschvrouw" zou althans trachten meer
klanten te krijgen. De regeering moet de
volkshuishouding als één geheel bezien en
voor werk zorgen. Komt dat er inderdaad
door de uitvoering van het bewapeningspro
gram? Maar zal de regeering tegenover den
invoer van vliegtuigen en ertsen contra
prestaties verlangen in den vorm van meer
uitvoer van onze land- en tuinbouwproduc
ten?
Na den „Marxisten" te hebben verweten,
dat hun Oranje-liefde opportunistisch was
zij, de n.s.b. had tot de verlevendiging daar
van den stoot gegeven, merkte deze afge
vaardigde op hield de heer d' Ansem-
bourg der Kamer voor, dat de n.s.b. (en dit
in verband met de agitatie tegen haar na 13
Maart) de slechtste Nederlandsche regee
ring toch nog beter acht dan de beste bui-
tenlandsche!
Maar overigens meende hij, dat wie zijn
land lief had, onmiddellijk het aftreden van
dit ministerie moest eischen.
Vandaag is de behandeling van dit ont
werp voortgezet.
Verschillende wetsontwerpen.
Van de wetsontwerpen, welke verder op
de agenda voorkwamen, werden een techni
sche wijziging van de Suikerwet en een
wetsontwerp betreffende de herklasseering
van een aantal kantongerechten zonder dis
cussie en z.h.s. aangenomen. (Dat te Alkmaar
blijft in de tweede klasse). Bij een wets
ontwerp dat eenige wijziging bracht in de
maximum-formatie van de gerechtshoven en
rechtbanken maakten de heer Truijen (r.k.)
en mevr. Bakker-Nort (v.d.) bezwaren tegen
de handhaving van de Massificatie van de
rechtbanken, welke zij onbillijk voor de
rechters en schadelijk voor de stabiliteit in
de rechtspraak achtten.
Minister Goseling betwistte dit, er o.m. op
wijzend, dat er een normaal verloop by de
rechtbanken tweede klasse is, uitgezonderd
die te Almelo, welke een soort van door
gangshuis schijnt.
Dit wetsontwerp werd z.h.st. aangenomen,
evenals een administratief-technisch wetje,
betrekking hebbend op de toepassing van de
comptabiliteitswet op het bedrijf van de
P.T.T., van welke gelegenheid de regeering
tegelijk gebruik wilde maken om de vorming
van een algemeen reservefonds bij dit be
drijf mogelyk te maken.
Minister van Boeijen ondervond slechts
steun bij zijn eigen partijgenooten (de c.h.)
en bij 2 a.r., de heeren Duymaer van Twist
en Amelink, die zoo goed waren te stemmen
tegen een amendement-Wagenaar (a.r.), dat
tegen het voornemen van de regeering in
ging. Dit werd met 76 tegen 10 stemmen aan
genomen.
Het bezwaar van de meerderheid der
Kamer was, dat het P.T.T. geen eigenlijk
staatsbedrijf is, gelijk de Staatsmijnen, die
tegen andere bedrijven moeten concurree-
ren. De P.T.T. neemt een monopolistische
positie in; de winsten van dit bedrijf behoo-
ren tot de gewone rijksmiddelen, de behoef
te aan een algemeen reservefonds, waarin
meevallers gestort kunnen worden is zeker
niet groot. De heer Drees (s.d.) verklaarde,
dat zijn fractie tegen de gedachte op zich
zelf geen bezwaar had, maar wel tegen de
verwezenlijking daarvan nu, in een tijd van
groote budgetaire moeilijkheden. Het ont-
werpje zelf ging er z.h.st. door.
Er waren eenige conclusies omtrent bij de
Kamer ingediende adressen, waarvan de al-
gemeene strekking was, dat, dat het Zuider
zeegebied benoorden den Afsluitdijk tot Zui
derzeegebied verklaard zou worden, waar
door belanghebbenden op Texel en langs de
Friesche kust voor steun krachtens de Zui-
derzeesteunwet in aanmerking zouden kun
nen komen. De regeering heeft eindelijk
goedgunstig beschikt, waarvoor van ver
schillende zijden in de Kamer erkentelijk
heid werd betuigd. De wiervisschers kunnen
nu ook worden geholpen; naar de wierziek-
te zal een onderzoek worden ingesteld, lo
caal en internationaal.
De conclusies gingen alle onder den hamei-
door.
MALOÏTZ JUBILEERT.
Jubileumvoorstelling van den
zingenden telepaath.
In den Amsterdamschen stadsschouwburg
heeft de zingende telepaath Maloïtz gister
avond zijn 25-jarig jubileum gevierd met een
voorstelling, waaraan een groot aantal pro
minente Nederlandsche kleinkunst-artisten
hun medewerking hebben verleend.
Een zeer goed bezette zaal heeft met
groote geestdrift de verschillende verrich
tingen van deze artisten toegejuicht en aan
het slot werd ook een demonstratie van het
kunnen van den jubileerenden telepaath ge
geven, waarna deze is gehuldigd.
Als eerste spreker richtte de voorzitter
van de huldigingscommissie mr. Is. Coop-
man tot hem het woord, waarna hij aan me
vrouw Maloïtz, die in de zaal aanwezig was
een tuil bloemen aanbood. Maloïtz zelf of
freerde hij een masker, voorstellende diens
portret, vervaardigd door een beeldhouwer,
die anoniem wenschte te blijven.
Voorts overhandigde mr. Coopman den
heer Maloïtz een album met de handteeke-
ningen van personen, die bijgedragen heb
ben tot het bijeenbrengen van den Inhoud
eener enveloppe welke den jubilaris mede
ter had werd gesteld.
„Oome Jan", (Jan van Zutphen), richtte
vervolgens tot Maloïtz eenige hartelijke
woorden namens de eere-commissie en prees
hem vooral voor het vele goede, dat hij tij
dens zijn loopbaan voor de lijdende mensch-
heid heeft verricht.
Als laatste spreker verscheen ten tooneele
het zoontje van den jubilaris, die eenige on
verstaanbare woorden tot zijn vader richtte.
Later bleek dat hij hem, onder het overhan
digen van een bouquet bloemen toegevoegd
had: „Alsjeblieft pa. gefeliciteerd".
Het enthousiaste publiek heeft tenslotte
den jubilaris hartelijk toegejuicht, waarna
men laat in den nacht huiswaarts keerde.
•■Ach buurvrouw, mag ik mis-
len Uw radio even zien?"
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN-
KOMST BOEKDRUKKERSBEDRIJF,
Spellingsmisère duurt nog voort.
Gister vergaderde te Utrecht de federatie
der werkgeversorganisatiën in het boek'
drukkersbedrijf onder voorzitterschap van
den heer S. S. Korthuis.
In zijn openingswoord wees de voorzitter
op de ernstig# moeilijkheden, waarmede het
boekdrukkersbedrijf heeft te kampen. Daar
bij vermeldde hij als een der het bedryf
schadende factoren de onzekerheid inzake
de spellingskwestie, waardoor vele orders
van beteekenis uitblijven.
Het hoofdpunt van de agenda vormde het
voorstel van het algemeen hoofdbestuur
om een collectieve arbeidsovereenkomst aan
te gaan voor den tijd van drie jaren. In
deze nieuwe C.A.O. wordt aan de volwassen
werknemers een loonsverhooging toegekend
van 3 cent.
De voorzitter van de onderhandelingscom
missie, de heer Jos. A. M. Cleerdin te
's Hertogenbosch, verdedigde het compro
mis dat door de onderhandelingscommissie
was bereikt.
Van verschillende zijden rees uit de ver
gadering vrij sterk verzet in verband met
den slechten bedrijfstoestand. Daartegen
over wees de heer Cleerdin er op, dat de
huidige loonsverhooging minder bedraagt
dan de stijging van het indexcijfer sinds het
afsluiten van het vorige contract zou wetti
gen. Tenslotte werd met omstreeks 170
stemmen tegen de C.A.O. aanvaard.
GELD EN SIERADEN BIJ INBRAAK
VERDWENEN.
Toen de familie F., bewoners van een
perceel in de Hugo de Grootstraat te Den
Haag, gisteravond iaat thuis kwam, deed zij
de onaangename ontdekking, dat er te ha
ren huize was ingebroken. Het bleek, dat
de indringers via een brandgang, over «en
schutting en door een openstaand raam da
slaapkamer hadden weten te bereiken, waar
zij een bedrag van 400 aan geld en een
hoeveelheid sieraden bemachtigden. In de
voorkamer hadden zij een buffet open
gebroken en daaruit 100 gulden ontvreemd-
Van de daders ontbreekt tot nu toe elk
spoor.
DE VERTREKKEN VAN PRINSES
BEATRIX.
Man meldt ons, dat de vertrekken van
prinses Beatrix gelegen zijn aan de achter
zijde van het paleis en dezelfde zijn, welke
vroeger door prinses Juliana werden be
woond.
Deze vertrekken kunnen rechtstreeks
worden bereikt langs den achteringang van
het paleis by de koninklijke stallen en verder
door den tuin van hat paleis, waar een
beschutte toegang aanwezig is, welke vooral
in dit gure jaargetijde groote voordeelen
heeft voor de jonge prinses.
Prinses Juliana is voornemans met prinses
Beatrix voor of na Paschen weder naar
Soestdijk te vertrekken.
DE WERELDTENTOONSTELLING
TE CHICAGO.
Naar wij vernemen heeft de regeering in
principe besloten het subsidie voor de Ne
derlandsche en Nederlandsch-Indische deel
neming aan de wereldtentoonstelling te Chi-
cago te verdubbelen, zoodat, aan de Staten-
Generaal zal worden voorgesteld dit subsidie
nader vast te stellen op anderhalf millioen
gulden.
DE MARECHAUSSEE TE OSS.
Ministerieele beantwoording.
Op de betreffende vragen van het Tweede
Kamerlid Wijnkoop (C. P. H.) heeft de
minister van Justitie geantwoord, dat aan
de brigade koninklijke marechaussee te Oss
opdracht is gegeven zich tot nader order van
opsporingsonderzoek te onthouden. Surveil
lance- en bewakingsdiensten kunnen ook
verder op de normale wijze worden ver-
rieht, terwijl het geenszins in het voor
nemen ligt de brigade koninklijke mare
chaussee te Oss op te heffen of in sterkte te
verminderen.
Van staking van loopende justitjoneele
onderzoeken is geen sprake. Dat eventueele
klachten ter zake van misdrijven voor het
oogenblik tot de plaatselijke politie be-
hooren te worden gericht overigens een
normale figuur is juist.
Voorts verwijst de minister naar het door
den regeeringspersdienst verstrekte com
muniqué, uit welk stuk tevens blijkt, dat
hetgeen door de brigade koninklijke mare
chaussee te Oss is verricht, geenszins in het
algemeen is gedesavoueerd, integendeel. Dat
juist nu moest worden opgetreden, is
gelijk evenzeer in het communiqué tot uit
drukking komt een uitvloeisel van de
omstandigheid, dat voor kort van begane
ernstige fouten in bepaalde opsporingsonder
zoeken is gebleken.
HEVIGE BRAND IN LAREN (N.-H.)
Gisteravond omstreeks vijf uur brak brand
uit in de onbewoonde villa „Naardinclant"
aan den Houtweg te Laren.
De brandweer was onmiddellijk aanwezig
en tastte het vuur met vijf stralen op de
motorspuit aan. De brand liet zich echter
zoo ernstig aanzien, dat tegen zes uur de
hulp van de Hilversumsche brandweer werd
ingeroepen. Deze arriveerde binnen 20 mi
nuten met een motorspuit met tien man
schappen om aan het blusschingswerk deel
te nemen. Met vereende krachten slaagde
men er echter niet in het groote landhuis te
behouden. Het brandde geheel af.
Omstreeks negen uur had men den brand
onder de knie. De nablussching vorderde
evenwel nog geruimen tijd.
NA DEN BRAND BIJ CLARIDGE.
Zooals men weet, zou tengevolge van den
brand in de dancing Claridge aan de Lange
Houtstraat te 's-Gravenhage, waardoor de
exploitatie van dit bedrijf tijdelijk is stop
gezet, niet minder dan 45 man personeel,
waarby de beide orkesten van resp. zes en
acht spelers zijn inbegrepen, worden ont
slagen. De directeur van Claridge, de heer
A. J. Ritzer, heeft dit echter weten te voor
komen, door een modus te vinden, waarop
het personeel zooveel mogelyk in dienst
zal worden gehouden en, voor zoover dit
niet mogelyk is, schadeloos te stellen. De
exploitatie wordt namelijk voortgezet in het
naast het afgebrande Claridge gelegen
„Atlantic", dat tot hetzelfde concern behoort.
Intusschen wordt het herstel van de af
gebrande dancing met spoed ter hand ge
nomen en men mag aannemen, dat deze
vermaaksgelegenheid den eersten September
weer zal worden geopend.
VAN VRACHTAUTO GEVALLEN
EN ERNSTIG GEWOND.
Gistermiddag om half vijf is de 22-jarige
H. Möhling uit Stadskanaal bij het afladen
van kozijnen te Midwolda van een vracht
auto gestort. Hij kreeg twee kozijnen op het
hoofd en moest in hoogst zorgwekkenden
toestand naar het r.k. ziekenhuis te Win
schoten worden overgebracht.
ONGELUK MET DOODELIJKEN
AFLOOP.
De tienjarige J. de Reus, wonende in de
Rechthuisstraat te Rotterdam geraakte gis
termiddag op het Zuidelijke brughoofd van
de Willemsbrug onder een trambus van lijn
A, welke werd bestuurd door P. B. uit de
Nieuwe Boezemstraat. Het linkervoorwiel
ging het knaapje over het lichaam, waar
door het rechteronderbéen totaal werd ver
brijzeld, het linkerbeen ernstig gewond,
terwijl de jongen bovendien eenige inwen
dige kneuzingen opliep. In zorgwekkenden
toestand is hij per auto van den G. G. D.
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
vervoerd, waar hij in den loop van den
avond aan de opgeloopen verwondingen is
bezweken.
WAT MOMPELDE VERDACHTE?
Een merkwaardige kwestie deed zich voor
bij de behandeling van een zaak, een steun-
fraude betreffende, die voor het Amsterdam-
sche gerechtshof werd behandeld.
Een havenarbeider was wegens valschheid
in geschrifte veroordeeld tot drie maanden
gevangenisstraf, van welk vonnis hij in ap
pel kwam.
Bij zijn requisitoir in deze zaak merkte
de procureur-generaal op, dat dit appel niet
ontvankelijk moet worden verklaard, aan
gezien volgens het audiëntieblad der zitting
van den politierechter te Amsterdam, ver
dachte afstand had gedaan van zijn recht op
appel.
De verdediger mr. Th. Eskens maakte
hiertegen ernstig bezwaar, daar z.i. de gang
van zaken bij den politierechter vergissin
gen, zooals hier zijn gebeurd, in de hand
werkt. De wet bepaalt, d*t ter zitting van
den politierechter zoowel verdachte als de
officier van justitie, onmiddellijk van hun
appèlrecht afstand kunnen doen. Hierop
moet de verdachte opmerkzaam worden ge
maakt. Meer vordert de wet niet, met name
wordt niet gevorderd, dat er een antwoord
wordt gegeven. De practijk bij den politie
rechter te Amsterdam is echter, dat op het
geven van een antwoord aangaande het al of
niet afstand doen van appel, wordt aange
drongen. Vele verdachten begrijpen de strek
king van de vraag niet en bovendien zijn
zij na het aanhooren van de hen toegemeten
straf in de war en zeggen zij maar lukraak
„ja" of „neen". Ook is het mogelijk, dat de
griffier een enkel gemompeld woord van de
zijde van den verdachte verkeerd heeft be
grepen, verstaan of genotuleerd. Pleiter ver
zocht het Hof het ingestelde appel ontvan
kelijk te verklaren.
Oplichter staat terecht.
Voor de Rotterdamsche rechtbank heeft
gister terecht gestaan de 38-jarige kantoor
bediende J. C. J. wonende te Rotterdam en
thans gedetineerd aldaar, wien talrijke ge
vallen van oplichting ten laste worden ge
legd.
Hij was in 1936 en in begin 1937 opgetre
den als onder-directeur van een sinaasappe-
len-importmaatschappij te Rotterdam, wel
ker hoofdzetel te Valencia gevestigd is. Deze
rang had hij te danken aan het feit, dat de
directeur der maatschappij in Mei 1936 plot
seling ziek geworden was. J. die toen daar
kantoorbediende was, werd tot onderdirec
teur benoemd. De ziekte van den directeur
was van zeer ernstigen aard en spoedig over
leed hij. Nu schijnt J. zich tegenover zijn
chef op zulk een wijze uitgelaten te hebben,
dat deze in de meening verkeerde, dat J. in
Duitschland voor arts had gestudeerd en als
zoodanig was geslaagd. Zelfs de behandelen
de geneesheeren van den patiënt deelden
deze overtuiging. J. stelde zich als arts voor
en was by de diverse operaties van zijn chef
aanwezig om te assisteeren. Een bewijs te
meer dat de doktoren er niet aan twijfelden,
of zij hadden met een medicus te doen. J.
kon inderdaad aardig over verschillende me
dische onderwerpen meepraten. Hy had dan
ook wel eens, zooals later is komen vast te
staan, enkele malen in Duitschland by een
bekend chirurg college geloopen. J. deed ech
ter alsof hij jarenlang zijn assistent geweest
was.
De heele opzet van J. was nu, om als zoo
danig het vertrouwen der Rotterdamsche
medici te winnen, waarin hij in vele geval
len wonderwel slaagde. Op deze wijze kwam
hij precies te weten, wat voor recepten men
zijn chef voorschreef en waar deze te ver
krijgen waren.
Na de zaak een poosje aangezien te heb
ben schreef hij allerlei rekeningen uit over
medicamenten, als zeer kostbare goudinspui
tingen enz., die echter nooit besteld werden.
Zijn chef was te ziek om de rekeningen pre
cies te controleeren en zoo kon het gebeu
ren dat hy ze aan J. voldeed, met de ge
dachte, dat deze ze op zijn beurt weer aan
de rechthebbenden uitbetaalde.
Hij heeft niet alleen op medisch gebied
oplichtingen gepleegd, maar ook legt hij de
maatschappij gefingeerde processen voor en
streek de onkosten, die natuurlijk niet ge
maakt werden, in zijn zak.
J. heeft zich gedurende zijn ambt van on
derdirecteur een bedrag van niet minder dan
ongeveer f 4500 onrechtmatig weten toe te
eigenen.
De officier van justitie, mr. F. M. Wilbren-
ninck, noemde J. een groot en geraffineerd
fantast, die als een gevaar voor de samen
leving beschouwd moet worden. Hij kon zich
niet met het rapport van de psychiaters ver
eenigen, die van verminderd toerekenings
vatbaar spraken. Spreker achtte het ten laste
gelegde bewezen en eischte een gevangenis
straf voor den tijd van drie jaar door te
brengen in een bijzondere strafgevangenis.
De verdediger van verdachte, mr. J, Roest
van Limburg, voerde als verzachtende om
standigheid aan, dat J. een te groote vrij
heid in zaken had genoten en hij zoodoende
misbruik van zijn volmachten had gemaakt.
ZIJN VADER GEDOOD.
Boschwachterssoon tot twee jaar
veroordeeld.
Eenige maanden geleden speelde zich in
de Schaerweyderbosschen in de kleine
boschwachterswoning van een boschwach
ter te Zeist een huiselijk drama af, waarbij
do 28-jarige zoon zijn vader na een twist
met een jachtgeweer doodde. Bij de behan
deling voor de Utrechtsche rechtbank
kwam vast te staan, dat de verslagene zijn
zoon op onmenschelijke wijze had behan
deld, waardoor deze ten slotte geen anderen
uitweg meer zag in zijn benarde positie,
dan door zijn vader van het leven te beroo-
ven. Het rapport, dat over den vorslagene
was uitgebracht luidde niet gunstig in te
genstelling met het rapport, dat over den
dader was overgelegd. Daar de dader tegen
over den vechter-commissaris een open
lijke bekentenis had afgelegd en het getui
genverhoor voor den rechter-commissaris
eveneens gunstige resultaten ten voordeel e
van den dader had opgeleverd, meende de
officier van justitie, mr. J. F. Camphuis met
de omstandigheden rekening te moeten
237. Flip, die vertelde dat hij twee sleu
tels had machtig weten te worden, een
van de celdeur en een van de buitendeur.
Met kloppend hart stond Peter op en op
de tast wist hij in het donker naar buiten
te sluipen. Weldra stond hij buiten, met
Flip en Wip op zijn schouder.
238. Toen vertelde Flip dat hü. terwijl
de bewaker het eten door 't luikje schoof,
vlug naar buiten was gekropen
had opgelet waar- deze de sleutel van Pe-
ter's cel verborg.