8 VORS COBRA ^Binnenland frui//Hon 2,0.1. die v.n W'M met ,ün k.r- De defensie-uitgaven in de Tweede Kamer PARLEMENT Wel goedgekeurd, maar toch verschillende tegenstanders. interpellatie over oss toegestaan. TjjcRBMB JlildioptOQTÜMUtlQ BESTRIJDING SPOORWEGTEKORT. Dirtetie hoopt dit jaar me«r dan ••n millioen op de personeel- kosten te bezuinigen. ;debelmonte sma TWEEDE BLAD. (Vin onzin parlementairen medewerker.) De groote meerderheid der Tweede Kamer was van de nooddzakelijkheid, dat, wanneer men eenmaal A gezegd heeft, men dan ook B moet zeggen, zoozeer overtuigd, dat minister de Wilde zonder veel moeite zyn wetsontwerp tot gedeel telijke dekking van de verhoogde defen sie-uitgaven binnen gekregen heeft. Zelfs een anti-militairist als de chr. democraat van Houten zag in, dat, wanneer 'n meer derheid eenmaal zekere defensieplannen heeft aanvaard, zjj ook de consequentie daarvan, namelijk de zwaardere financieele lasten, moet dragen, al was het hem gansch niet onverschillig hoe deze zouden worden verdeeld. Maar dit is geen enkele partij in de Kamer om het even! Zonder hoofdelijke stemming werd het wetsontwerp, waarbij voor het belasting jaar 1938/1839 10 opcenten meer op de inkomstenbelasting en 2 pet. meer divi dend- en tantièmebelasting betaald zullen moeten worden, aangenomen, met aantee- kening evenwel, dat de n.s.b., de commu nisten en de staatk. gereformeerden wilden geacht worden te hebben tegengestemd. Er zijn nog verscheidene sprekers ge weest, alvorens ministei de Wilde om streeks half vijf het woord verkreeg. Om met de vertegenwoordigers van de groepen, die hun stem aan het ontwerp niet wilden geven te beginnen: de argU' rr,enten van den heer d'Ansembourg (ns.b) die Dinsdagmiddag sprak, en van de heeren Kersten (s.g.p.) en de Visser (comm.) op grond waarvan zij hun „tegen" lieten hooren, hadden weinig ge meenschappelijks. De meeste overeenstemming was er nog tusrehen de vertegenwoordigers der uiter ste groepen. Zoowel de heer d'Ansembourg als de heer de Visser hebben zoo weinig vertrouwen in deze regeering, dat zij alleen daarom al bezwaarlijk een voor dracht als deze konden steunen; gaat 't bij eerstgenoemde om het regime, dat voor het totalitaire plaats zou moeten maken, bij den communist in West-Europa over- heerscht tegenwoordig het verlangen naar het democratische volkstront, dat niet alleen de verdediging van de onafhanke lijkheid des landa met zijn volksvrijheden voorstaat, maar ook de sociaal-economische vraagstukken op een wijze oplözt, welke zelfs voor communisten veel aantrekke lijks biedt, 't Spreekt overigens vanzelf,dat de heer de Visser de gelegenheid niet verzuimde om het nationaal-socialisme en het fascisme aan te vallen. De afwijzende houding van den heer Kersten (s.g.p.) sproot voort uit de over weging, dat de financieele politiek der regeering eenzijdig is; zij heeft jaren achtereen verzuimd door bezuiniging op de staatsuitgaven de voor de defensie zoo hoog noodige gelden te vinden en, komt nu al weer met verzwaring van lasten, alhoewel de belastingdruk reeds lang on dragelijk is. We behoeven, dit standpunt weergegeven hebbend, niets meer te ver tellen over het verzet van den heer Kersten tegen een eventueele verhooging van de omzetbelasting en van de personeèle be lasting; dat deze afgevaardigde de bezui niging vooral wil vinden op subsidies voor openbare leeszalen, toeneelkunst e. d. en op alles waarvan „Rome" voordeel heeft, konden we wederom gistermiddag ver nemen- De rede van den heer van Houten (c.d.u.) was zeer critisch ten aanzien van de welvaartspolitiek der regeering in het algemeen en haar beleid met betrekking tot de bestrijding van de werkloosheid in het bijzonder. De dekkingsplannen van den minister kwamen hem „ontstellend" voor en het zou alweer de „kleine man" zijn, die daarvan dupe zou worden. Voor een groot opgezet plan ter bestrijding van de werkloosheid wilde hij wel belasting- verhooging aanvaarden, maar liever nog zou hij zien. dat de regeering een leening tegen lage rente en met een langen looptijd zou uitschrijven voor dat doel. Niettemin stemde deze afgevaardigde niet tegen dit voorstel tot gedeeltelijke dekking van de defensie-uitgaven. En nu de groepen, die de regeering steunden, hetgeen echter niet zonder de noodige waarschuwingen en bedenkingen ging. In de eerste plaats de heer van den Tempel (s.d.), die grootendeels met de door den heer Teulings geopperde denk beelden van een „noodoffer" medeging. Hü achtte een heffing ineens alleszins redelijk en hy hoopte nu maar, dat de r.k. staatspartij het nu eens niet bij woor den zou laten, maar met een daad, een voorstel, zou komen, dat dan van harte door de sociaal-democraten zou worden gesteund. Daarvan is het echter niet ge komen. Kon de socialistische fractie de voorgestelde belastingverhoogingen aan vaarden, ongerust was zij over de aange kondigde verdere bezuinigingen en ver hooging van de omzetbelasting. Liever had zjj tenslotte nog gezien, dat een matige verhooging van de successiebelasting was gekomen in plaats van verhooging van de inkomstenbelasting, doch zij zou zich daarbij neerleggen, evenwel niet zonder nogmaals op een krachtige bestrijding van de werkloosheid te hebben aangedrongen, welke niet afhankelijk zou mogen zijn van de budgetaire politiek. De heeren Bierema (iib.en Wagenaar (a.r.) onthielden zich van uitvoerige financieele beschouwingen, waarvoor in het najaar, wanneer de nieuwe begrooting er is, een betere gelegenheid zou zijn. Teekende eerstgenoemde bij voorbaat ver zet aan tegen verzwaring van de omzet belasting met het oog op den druk op het bedrijfsleven, laatstgenoemde verklaarde dat de a.r.-fractie haar houding pas zou bepalen als de desbetreffende voorstellen er zouden zijn. Tegen de instelling van een nationaal defensiefonds, waarover minister de Wilde denkt, maakte hü wel geen principieel bezwaar, doch enthousiast was hij er niet over, evenmin als de heer Bie rema, die meende, dat men met dergelijke fondsen niet al te prettige ervaringen had opgedaan. De heer Oud (v.d die een vaste lijn in het financieel beleid van den minister zeide te missen, was van oordeel, dat men een fonds alleen voor een bepaald geval mocht instellen, waarbij hij herin nerde aan bet Leeningfonds 1914 en het Defensiefonds 1936. De oud-minister van financiën betreurde het, dat de heer Wilde niet bij de behandeling van de Ryksbegrooting had medegedeeld, dat belastingverhoogingen als de onderhavige konden worden verwacht; dan had het publiek tenminste geweten waaraan het toe was. Een algemeen dekkingsplan met het oog op de defensie-uitgaven had er moeten zijn, om althans den weg aan te geven waarlangs men afwijkingen in verband met veranderde omstandigheden voorbehouden zou kunnen marcheeren. De heer Oud waarschuwde ernstig tegen verhooging van de personeele belasting ten bate van het Rijk; als daaruit extra bedra gen moeten worden opgebracht, dan moeten ze ten goede van de gemeenten komen. De nadeelen van een noodoffer (een heffing ineens) zouden de voordeelen voor 's Rijks kas overtreffen. Een andere oud-minister van financiën, de heer de Geer (c.h.), had daartegen ook reeds een ernstige waarschuwing laten hooren, omdat zoo'n heffing nooit billijk werkt en men tot groote ongerijmdheden zou komen. Van een veriiooging van de omzetbelasting /ouden ongewenschte schokken op economisch gebied het gevolg kunnen zijn. terwijl een rentelooze leening, als bepleit door den heer Teulings, door de verschillende termijnen van aflossing Doos 20ot neer zou komen op „een Staatsloterij in grooten stijl"! Tegen een eventueele verhooging van de personeele belasting had de heer de Geer vooral hierom bezwaar, omdat de gemeenten een vrijwel onbeperkte be voegdheid hebben daarop opcenten te heffen; dit zou behalve tot financieele ook nog tot legislatieve moeilijkheden kunnen leiden. Minister de Wilde aan het woord. De minister van financiën, mr. de Wilde, kon uit dit debat reeds opmaken, dat zijn denkbeelden omtrent de verdere financiering van de defensie-uitgaven geen onverdeelde instemming zullen verwerven. Hij erkende dat er ernstige bezwaren tegen kunnen worden aangevoerd, maar is dat niet het geval met welk ander denkbeeld ook, wanneer het gaat om verzwaring van lasten? De minister wilde geen enkele andere gedachte bij voorbaat afwijzen; hij zou het voor en tegen bij de ontwikkeling van zijn verdere plannen afwegen. Hij begon zijn rede met het Uitspreken van zyn erkentelijkheid, dat men algemeen inziet dat de financieele consequenties van de defensie voorstellen ook moeten worden aanvaard. De gedachte van een nationaal defensie fonds was mede ingegeven door de over weging dat ons volk moet xunnen na gaan waar het geld blyft; een fonds is overzichtelijker dan een ingewikkelde c'efensiebegrooting. De minister herhaalde wat hij onlangs in de Eerste Kamer had doen opmerken, nl. dat het niet mogelijk is een voor twee of drie jaren geldend dekkingsplan te maken, als men geen idee ervan heeft hoe de belasting-opbrengsten zullen zijn, ter wijl men er op uit Is, de lasten zoo min mogelijk te verzwaren. De minister mocht constateeren dat vrij algemeen de keuze der middelen voor de tijdelijke dekking was goedgekeurd. Hü zette nog eens de bezwaren van de regeering tegen een heffing ineens uiteen, een denkbeeld dat ook al niet nieuw meer is. De conjunctuur is er thans niet gunstig voor en vele menschen hebber, door de conversie van de staatsleeningeu al een soort heffing ineens gehad; uit psychologisch oogpunt zou voor het economisch leven zoo'n heffing ook slecht zyn. Wat den belastingdruk betreft steekt Nederland nog gunstig af tegen de landen, waar de heer d'Ansembourg zoo graag naar kijkt; daar kan men het niet alleen in een bevordering van de bedrijvigheid vinden! Van de door den heer Teulings aanbe volen weerbelasting verwachtte de minis ter een bate van sleehts enkele tonnen gouds, terwijl er een uitvoerige admi nistratie mee gepaard zou gaan. Er werd na de rede van den minister niet meer gerepliceerd en z. h. s. werd, gelyk gemeld, het wetsontwerp aange nomen. Interpellatie-Drop. Den heer Di op (s.d,) werd in den aan vang der vergadering op zyn verzoek ver lof verleend, den minister van justitie te interpelleeren over de voorloopige beslis sing ten aanzien van de marechaussee te Oss getroffen en over de zaken, die daar mede verband houden. De heer Wendelaar (lib.) die eveneens had willen interpellee ren, doch gemerkt had dat de sociaal democratische afgevaardigde reeds een aanvrage by den voorzitter had ingediend, drong aan op een spoedige behandeling van de interpellatie, aan welk verzoek grif werd voldaan; de interpellatie is aan de agenda toegevoegd en zy zal vermoedelyk reeds gehouden zyn, wanneer de lezers dit overzicht lezen! Verder zou vandaag nog over een interpellatieverzoek van prof. van Gelde ren (s.d.) worden beslist, die den voorzitter van den ministerraad vragen wenseht te stellen in verband met de werkloosheids- bestryding. 2.35 Avro- 4.— Gr.pl. 5.30 Orgel- Vrijdag 8 April. HILVERSUM, 301,5 M. (8.—12.— 4.—7.30 en 912.— VARA, de AVRO van 12.—4— en de VPRO van 7.309.uur). 8.Gr.pl. 10. VPRO-morgenwijding. 10.20 Deel. 10.40 Cello en piano. 11.10 Vervolg deel. 11.30 Orgelspel. 12.De Palladians. 1Gr.pl. 1.45 Viool voordracht. 2.15 Deel. dansorkest en solisten. 5.— Voor de kinderen, spel. 6.05 Gr.pl. 6.30 Politiek radio journaal. 6.50 Orgelspel. 7.— Hon derd jaar Burgerlyk Wetboek, cau serie. 7.20 ANP-ber. 7.30 Pinkster 1938, causerie. 7.40 Literaire cause rie. 8.05 Walsen-kwartet. 8.30 De oecumenische beweging, causerie. 9VARA-orkest, R'damsch Philh. Koor en solisten. 10.Fantasia. 10.30 Ber. 10.40 VPRO-avondwy- ding. 11.— Pianoduetten. 11.45 12.Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (Alg, progr. NCRV). 8.Schrift lezing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwen- schen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst. U._ Gr.p!. 11.15 Cello en piano. In de pauze gr.pl. 12.Ber,- 12.15 Gr.pl. 1.Ensemble van der Horst. In de pauze gr.pl. 2.30 Christ. lectuur. 3.Zang, piano en gr.pl. 4.Gr.pl. 4.45 De Gooilan- ders en gr.pl. 6.30 Tuinbouwpr. 7. Ber. 7.15 Lit. halfuur. 7.45 Rep. 8. ANP- en herh. SOS-ber. 8.15 NCRV-orkest, 9.— Wat de Bijbel zelf zegt, causerie. 9.30 Verv. con cert. (10—10.05 ANP-ber.) 10.45 Sportpr. 11.— Gr.pl. Circa 11.50 12— Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.20 Het Bernard Crook-kwintet. 11.50 Gr. pl. 12.20 Orgelconcert. 11.50 Gr.pl. 12.20 Orgelconcert. 12.50 Billy Ger- hardi en zyn Band. 1.35 Het Bir- minghamsch Philh. strykorkest. 2.20 Alum Pot, causerie. 2.35 Gr.pl. 3.20 Geiger en zyn orkest. 3.50 Junk, causerie, 4.05 Rep. 4.20 Gr.pl. 4.50 Radiotooneel. 5.20 Fr. Biffo's Blaaskwintet en het Londensch Fagot-trio. 6.20 Ber. 6.45 New books on religion, causerie. 7.05 BBC-Harmonie-orkest, mmv. solist. 7.50 Zang en piano. 8.20 Rep. 8.40 Dave Frost en zijn Band. 9.20 Ber. 9.40 BBC-orkest en solist. 10.55 Deel. 11.20 Jack Jackson en zijn Band 11.5012.20 Dansmuziek (Gramofoonplaten). RADIO PARIS, 1648 M. 6.56—8.05, 9.10 en 11.40 Gr.pl. 12.50 Zang. 1.05 Gr.pl. 2.05, 2.20 en 3.35 Zang. 4.20 Het Blondel-kwartet en solisten. 7.35 Zang. 7.50 Radiotooneel. 9.50 Gr.pl. 10.2011.50 Nachtconcert. KEULEN, 456 M. 5.30 Gr.pl. 7.50 Omroepschrammelensemble. 11.20 Fabrieksorkest. 12.35 Omroepsex- tet en -schrammelensemble. 3.20 Solistenconcert. 5.20 Zang bij de luit. 6.30 Gr.pl 6.50 Glückliche Rejse, operette. 9.35 Gr.pl. 10.20 11.20 Sted. orkest van Hagen. BRUSSEL, 322 en 484 M. 484 M.: 11.20 Gr.pl. 12— Omroepsalon- orkest. 12.50—1.20 en 4.20 Gr.pl. 4.35 Rep. 4.50 Cello en piano. 5.05 Gr.pl. 5.35 Gr.pl. 5.50 Zang. 6.05 Gr.pl. 6.35 Wedstrijd. 7— La fille du régiment, operette. (In de pauze gr.pl.) 9.05 en 9.30 Gr.pl. 9.46—10.20 Dansmuziek (gr.pl.) en chansons. 322 M.: 11.20 J. Schnyder's orkest. 12.301.20 Dito. 4.20 Omroepsalon- orkest. 5.20 Gr.pl. 6.20 Zang, 7.20 Gr.pl. 7.50 Radiotooneel met mu ziek. 8.40 Gr.pl. 9.3010.20 Popu lair concert. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6 30 Gr.pl. 7— Marschenconcert. 7.20 Rede Rijksminister Goering. 0.40 Ber. 10.20 Gr.pl. 11.20—2.20 Nachtconcert. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8—9.20, ParysR. 9.20—11.05, Radio PTT Nord 11.05 —11.20, Keulen 11.20—12.20, Brus sel VI. 12.20—12.35, Keulen 12-85 14.20, Danmarks R. 14.20—15.20, Keulen 15.2016.20, Droitwich 16.20 —16.50, Brussel Fr. 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20—18.05, Brussel Fr. 18.05—18.20, Brussel VI. 18.20— 19.20, Brussel Fr. 19.20—21.30, Brussel VI. 21.2021.30, Brussel Fr. 21.30—21.45, Keulen 21.45—22.20, Parijs R. 22.20-24.—. Lijn 4: Brussel VI. 88.30, Lu xemburg 8.20—10.35, Lond. Reg. 10.3512.50, Droitwich 12.50—13.35 Lond. Reg. 13.35—15.20, Droitwich 15.2015.40, Lond. Reg. 15.40— 17.20, Droitwich 17.2022.55, Lond. Reg 22.55—23.20, Droitwich 23.30 24. Lijn 5: Diversen. De minister van waterstaat verklaart in de memorie van antwoord aan de Eerste Ka mer iflzake de waterstaatsbegrooting en de begroeting van het verkeersfonds, dat ook hem de omvang van het spoorwegtekort met groote zorg vervult, ook omdat, zooals meer. malen in het licht is gesteld, een belang rijk deel van het tekort moet worden toege schreven aan oorzaken als internationale handelsbelemmeringen e.d., waartegen men weinig vermag. Over 1936 moest het tekort, bij afschrij vingen volgens de geldende regelen, op on geveer 38 millioen worden gesteld. Het zal over 1937. dank zij stijging van ontvang sten en verdere bezuiniging, blyken gedaald te zijn tot ruim 31 millioen. Zonder by voor baat verdere stijging van ontvangsten aan te nemen wordt het tekort over 1938 voorloopig geschat op ruim 18 millioen. De daling tegenover 1937 moet grootendeels worden toegeschreven aan verlaging van lasten, voortvloeiende uit de reorganisatie-wet, doch ook aan verdere maatregelen van reorgani satie en bezuiniging. Zoo hoopt de directie over dit jaar op den voornaamsten post. dien der personeelkosten, nog weder meer dan een millioen te bezuinigen. Na al het geen op dit gebied reeds is verricht, mag echter nauwelijks worden verwacht, dat ver dere interne maatregelen, waaronder ophef fing van verliesgevende lynen, in staat sul len zijn om het tekort geheel te overwinnen. Stijging van ontvangsten zal het har# moe ten doen. De belangryke met 15 Mei a.f. intredende wijziging van de dienstregeling, die aanmer kelijke verdere versnelling en modernisee ring op groote schaal medebrengt, zal naar de minister verwacht, styging van ontvang sten brengen. Van de verdere maatregelen tot coördinatie van het verkeer meg voorts een stabiliseering van de vervoeriverhou- dingen verwacht worden, waarbij een loo- nend bedrijf voor de essenteele deelen van het verkeerswezen zoo goed mogelijk ver zekerd wordt. Wijziging pensioenregeling. De indiening van een ontwerp tot wyii- ging van de Pensioenwet voor de Spoorweg ambtenaren 1925 is dezer dagen te wachten. Als dit ontwerp het Staatsblad zal hebben bereikt, zal aan de beide in het voorloopig verslag geschetste bezwaren zyn tegemoet gekomen. Het wetsontwerp bevat niet een verplich ting voor wachtgelders om behoud ven het uitzicht op gezinspensioen te verzekeren; een dergelijke verplichting zou in talrijke Door MARK CHANNING |N«de bewtrkmg door MARlc 22) Gray, wiens Vo,t«n «edert den vorigen avond vrJ,8 Waren, liet zich op den grond il^erB^i"ersle imPulaie was zich op den ri e *»rpen, doch het gezicht van het °P Wrichte geweer ^ThSbevsl Khoon Toen het klein" w«er verder trok, liep een lange, met ket tingen beladen i'lt Y. paard van den u-ats aanspoorde spoed, zoo lt Gray op het la*1.81 op e#n d fj in oó dik onder de modder r.ftkle. de nlr mrt de ebbenhouten deuren nader. ion snelden een'6e °ndeiden Mongolen om hun opP«rh?f! U begroeten; an- «ten heU"",n '"vhoon. die IK" ""«•«Md droe® van i, hard-gi'oene, ®n den versie- ton koker van y/^waani vervangen ten kotter van kostbaar L,.ct-Pnte inee- had door een mei gesteen re inge vette gouden scheede, wa, ,en heel andere persoonlijkheid, dan die, welke in zijn ouds verschoten roode uniform zonder knoopen in het bureau van Mohammed Shah te La- bak als gids voor Gray had gestaan. De zwier, de kwaadaardigheid en de onbe schaamdheid van den man boezemden zelfs het brutale garnizoen en de ruwe bewoners van de omliggende dorpen, dezen dag sa mengekomen in het rooversnest van den Cobra, ontzag in. Eindelijk! De Mongool bracht dan toch iemand mee, op wien ze hun haat od een mogendheid, die ze een parig vijandig waren, konden koelen, een pracht exemplaar van het ras der sahibs, die zijn ketenen droeg als een vorst zijn ridderorden. De verschijning van Gray ontlokte een storm van verwoede bedreigingen en van beleedigingen. Als een loopend vuur ging het praatje, dat deze niet meer of minder was dan die beruchte „Gri sahib", die „van de duizend talen zooals Gray door de verschillende stammen genoemd werd, en die alle bekende dialecten van de grens even vloeiend sprak als zijn moedertaal, 't Was pikant iemand met zoo'n roep laf heid te verwijten en te bedreigen met ver minkingen; het vuilste en laagste werd Gray toegeslingerd. Nadat Khoon gepasserd was, drong een enorme bergbewoner door de afzetting heen en zich op den gevangene stortend gaf hij dezen een ontzettenden vuistslag vlak in zijn gezicht. Gray herkende in den man een zeer be kenden worstelaar van de grens, die bij alle belangryke jaarmarkten van Indië op trad en wiens verfoeilijke methodes aan zijn bewonderaars veroorloofden met ze kerheid op hem te wedden. „Dit is mijn manier, om je te begroeten, kafir", riep hy onbeschaamd. Gray was even duizelig geworden en staan gebleven. Daarop zijn handen, die aan elkaar gebonden waren, opheffend het volk meende een oogenblik, dat hij om genade smeekte liet hij ze met kracht neerkomen op den tulband van zijn aan rander. „En zoo is de groet van een sahib!" zei hy kortaf. De man viel neer als een gedood rund. Een gebrul van verontwaardiging ging op uit de woedende menigte. Na de terug komst zonder eenig vertoon van den Co bra, die hun diep teleurgesteld had. zoch ten ze een zondebok om hun razernij op te koelen. Colin Gray verscheen precies op tijd. En hij zou op staanden voet vermoord zijn indien Khoon niet in galop terugge komen was, gevloekt en getierd had, en door middel van een klein gouden instru ment een schel gefluit had laten hooren. Terstond verscheen als door toovermacht uit het niet opgeroepen een honderdtal Mongoolsche krijgslieden, die het uiteen gedreven escorte bijstand verleenden. Zoo als uit alles bleek, bracht de dwerg schrik en ontsteltenis onder het volk; ongestraft kon hij zich van zijn karwats bedienen en rechts en links striemen uitdeelen, terwijl ieder ander alleen om het opheffen van een zweep gelyncht zou zijn geworden. Met geweld baanden zij zich een weg tot den ingang van het paleis, waarvan de deur onmiddellijk achter den prachtig uit- gedosten dwerg en zijn ongeschoren ge vangene gesloten werd. Met een grimmig lachje om de veront waardigde gesprekken van de schurkach tig uitziende paleiswacht ze hadden lucht gekregen, hoe wist niemand, van het geval met den worstelaar ging Gray een groote binnenplaats, waar gras groeide, op. De oogen, waaraan niets ontging, poogden geestelyke aanteekeningen te maken. Vervallen muren van een dertig voet hoog, waarin ontelbare zware yzeren rin gen bevestigd zaten en die dienden om paarden aan vast te maken, omringden drie zijden van dezen hof, waar Gray de orders van Khoon afwachtte. De vierde zyde werd ingenomen door een gedeelte van een pa leisgevel. Boven den ingang op een plat dak teekenden zich tegen den blauwen he mel af twee schildwachten, geleund op hun geweren, de armoedige kleeren fladderend in den wind. Ze keken neer op de binnen plaats. Krijgslieden, die er op en neer lie pen, waren tot de tanden gewapend. Khoon wenkte een bleeken, mageren Hindoe met kromme beenen, klaarblijkelijk iemand van een lagere kaste, en gebogen over zijn zadel sprak hij tegen hem op ge- dempten toon. Af en toe knikte de ander toestemmend, den Engelschman van ter zijde een vyandigen blik toewerpend. Gray bleef met de grootste belangstel ling alles opnemen. Dus dit erbarmelijk mengelwerk van Byzantijnache en Ooster- sche architectuur was die fameuse brug van Priester Johannes, waarover hfj zoo veel gehoord had! Voor den drommel, in welk ravijn zou ze liggen waarschijnlijk was het terrein nog niet in kaart gebracht. Boven den ingang ontdekte hij ook nog In een paneel in den vorm van een halven enkel, fragmenten van Venetiaansch mo zaïekwerk en hooger nog, gebeiteld in den steen, waaruit het hoofdgebouw opgetrok ken was, een inscriptie, welke hij slaagde te ontcyferen: Presbyter Johannes. Aedifi- cavit. A. D. MCCXII. En daar ergens onder al die koepeli en minaretten zat Diana Lindsay. Bij deze gedachte kreeg hy een gevoel van wilden triumf. Eindelijk zou hij dan toch hande lend kunnen optreden en hij verlangde er vurig naar. Zoodra hy by Alam Khan, den Cobra, was gebracht, zou hy dezen zijn voorwaarden vragen voor een onmlddel- lyke invrijheidstelling van Diana. Indien hij weigerde te onderhandelen Een harde kolfstoot in zijn rug maakte een einde aan zijn overpeinzingen. „Vooruit ossegebroed", snauwde één van het escorte. Gray verzette geen voet. Zijn kettingen rammelden welluidend, terwijl hij schijn baar onverschillig zyn kleeren afstofte. „Ik wensch onmiddellijk by Alam Khan gebracht te worden", zei hy streng tegen Khoon, terwijl hij een bloederige schrem op zyn gezicht afveegde. „Ik moet hem spreken". „Je zult hem spreken op een door mU gekozen tydstip, kafir", was het bitse ant woord van den dwerg. En zich half omkeerend in zijn zadel wendde hij zich opnieuw tot den Hindoe met de kromme beenen. „Je weet waar je hem brengen moet, oh beestenbewaarder". „Volg hem, indien je althans er niet de voorkeur aan geeft te worden gesleept", vervolgde hy onverschillig tot Grsy. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6