VOOR ONZE KINDEREN Publicaties Voor de huisvrouw. HOE ANTOINETTE EEN MEDAILLE VERDIENDE. De vliegende kleermaker RAADSELS. KLEURPL AATJE. VIERDE BLAD. 3 matig is en naar wij hopen, in de toekomst zal blijken te voldoen aan alle eischen, die een groeiend bedrijf vraagt. De ingebruikneming van dit gebouw stelt aan de financiën van het fonds eischen, die zich afspiegelen in de minder gunstige resultaten van de exploitatie-rekeningen. De Wieringermeerpolder, die gedeeltelijk viel onder het gebied van het Westfriesche Ziekenfonds en van het onze, werd na on derling overleg als één geheel bij ons zieken fonds gevoegd. In verband met de mededeellng van onzen vooff>tter in de algemeene vergadering be- tr«ff#n<*e de herziening onzer reglementen, is de daarvoor aangewezen commissie in de 2de helft van 37 vol ijver aan het werk go- togen en zij hoopt binnenkort de resultaten der gedachten wisseling aan het oordeel der verschillende belanghebbenden te onder werpen. Het verslag herinnert eraan, dat op 1 Oc- tober mej. A. Struyk 12 jaar bij de admi nistratie werkzaam was. Dank wordt haar gebracht voor de plichtsbetrachting, waar mede zü steeds haar werk verricht en de wijze, waarop zij het werken van anderen veraangenaamt. Hierbij aansluitend wordt met waardee- rmg gesproken over allen, waarmede de secr.-penningmeester de zich steeds uitbrei dende administratie van het ziekenfonds moet voeren, in het bijzonder den admi nistrateur. Het aantal huisartsen onderging geen wij ziging en bedroeg 14. Door overlijden ver loor het ziekenfonds apotheker H. J. F. Wanna, die werd opgevolgd door mej. van Nunenbij de specialisten werd dr. van Dam opgevolgd door dr. Haverkamp; het getal dezer deelnemers bleef dus stationnair en bedroeg voor de apothekers 6, voor de spe cialisten 17. Wegens vertrek bedankten de heeren Berman en Postma; zij werden opgevolgd door de heeren Koppen en Schreuder; het getal der apotheekhoudend-geneeskundigen bleef derhalve 50. Hierbij wordt opgemerkt, dat de heer Brugman te Uitgeest, die in 1936 als deelnemer toetrad, in 1937 geen poging heeft aangewend onze ziekenfondsbelangen te Uitgeest te behartigen. Het aantal der in ons gebied de praktijk uitoefenende tandartsen bedroeg 16. In de vacature als bestuurslid, ontstaan door het overlijden van den heer Wanna, werd niet voorzien, omdat de groep der apothekers meende deze plaats open te moe ten laten voor een apotheekhoudend-genees kundige. Ten einde de uniformiteit te benaderen, heeft het bestuur besloten met ingang van 1 Jan. '38 de crisisregeling ook in te voeren in die gemeenten, die met ons ziekenfonds geen regeling wilden aangaan. De afd. Alkmaar. Op 31 December 1937 waren in Alkmaar ingeschreven 18484 zielen (17534), waarvan 13038 (12352) volwassenen en 5446 (5182, kinderen, waarvan 4648 4422) betalende kinderen en 798 (760) niet betalende. De be volking bedroeg 31213 (30688), zoodat 59.3 (57.1) der inwoners in ons fonds ver zekerd was. Als bewijs, dat het fonds zich bewust is van zijn sociale taak, wordt medegedeeld, dat in het afgeloopen jaar slechts 155 zielen vegens wanbetaling geschrapt zijn. De exploitatie wijst als baten in totaal f 191.109,17 181.007,98) aan, waarvan 189.896.07 179.489,99) aan contributies. Als lasten staan hier o.a. tegenover: huis artsen f 58.412,62 55.244,46), specialisten 37.235,06 35.116,94), tandartsen 13.643,06 12-914,09), apothekers 39.428,52 37.290,01), genees- en verbandmiddelen 17.640,96 16.401,59), brillen, breukban den etc. 2073,05 1914,13), ziekenhuiskos ten f 7196,65 6927,47), salarissen admi nistratie 1714,76 1706,94), bodenloon 4864,35 4711,98), pensioenen f 1746.85 1750,74), gezins- en wijkverpleging 1753,40 1691,90), algemeene onkosten 1648,50 854,25); in totaal 187.469,81 176.524,50). Er blijft dus te Alkmaar een voordeelig saldo van 3639,36 4483,48). De exploitatie-rekening van het reserve fonds wijst een overschot aan van f 917,07, zoodat per 31 Dec. 1.1. het kapitaal van het reservefonds bedroeg 41.110,28. Het crisisfonds. Het bestuur meende met het oog op de in te voeren verlaging der Alkmaarsche con tributie en als gevolg daarvan daling der inkomsten de saldi der exploitatie-reke ningen van Alkmaar en het reservefonds niet in het crisisfonds te moeten storten. Het vond het alleszins wenschelijk, dat de deel nemers weer 5 van hun honorarium bij droegen, hetgeen met ingang van het 2de kwartaal is geschied. Het saldo van het crisisfonds bedroeg op 31 Dec. 1.1. f 7620,45. Door de gemeente Alk maar werd in totaal bijgedragen (inclusief een post over 1936) 10.792,30; bijdragen der deelnemers f 5.066,17; uit anderen hoofde ontvangen f 213,26, in totaal f 23.692,18. Uitgegeven werd totaal 20.125,54, zoodat er dus een batig slot is van f 3566,64. Werd in 1936 vermindering gegeven aan 2427 volwassenen en 1164 kinderen (11.7 der bevolking), in 1937 waren deze getallen 2604 volwassenen en 1245 kinderen, in totaal 3849 personen (12.3 der bevolking). Van het zielental der afd. Alkmaar kreeg op 31 December 1937 20.8 vermindering der wekeiijksche bijdragen. Ook nu weer was samenwerking tusschen de verschillende instellingen en ons zieken fonds uitstekend. De buitengemeenten. Het aantal volwassenen en kinderen be droeg op 31 Dec. '37 respectievelijk 31578 (29928) en 20438 (19649), in totaal 52016 149577). De toename van het zielenaantal w»s 2439, zijnde 1650 volwassenen en 789 kinderen. Van de kinderen betaalden er 5088 niets. Door de apotheekhoudend geneeskundigen werd gestort f 103.209,88; met eenige andere ontvangsten was er een bedrag aan inkom sten van 103.364,26 97.368,37). Aan uit gaven staat hier tegenover: specialisten f 66.958,89 62.994,49), tandartsen f 10.662,04 8991), genees- en verbandmid delen 3563,39 (f 2835,77), brillen, breuk- EEN DAPPER FRANS MEISJE door MAJA VAN HEYMEN. Dichtbij het stadje Gab, in de Franse Alpen, woont de baanwachter Gérard Breuille in zijn kleine eenzame baanwach tershuisje, aan de spoorbaan. Zijn vrouw is overleden, maar zijn dochtertje Antoinette is voor haar 12 jaar een flink meisje en doet de huishouding voor haar vader. Ook voor het werk van haar vader heeft Antoinette grote belangstelling, ze weet precies de ver schillende seinen, ze kan de wissels bedienen en de telefoon aannemen. Dat heeft ze alle maal maar zo eens voor de grap geleerd. Ze is zoveel met haar vader alleen en dan kijkt ze toe, wat hij allemaal doet en luistert als hij het haar uitlegt en soms laat hij haar ook wel eens even aan de toestellen komen en doet ze net of zij wisselwachter is. Maar natuurlijk mag ze er nooit alleen aanraken, daarvoor is het allemaal van veel te groot belang. Maar een paar dagen voor Kerstmis van 1937 werd dat alles, wat ze voor de aardig heid had geleerd, toch opeens ernst. Gérard Breuille had al de hele dag over hoofdpijn geklaagd en 's avonds na het eten, toen hij even op de divan zat, zakte hü plotseling achterover en was buiten bewustzijn. An toinette deed wat ze kon om hem weer bij te brengen, maar niets hielp. En vol schrik bedacht ze opeens dat over 10 minuten de D trein naar Parijs voorbij moest komen! Een ogenblik stond ze doodstil en dacht na. Ja, ze wist het precies en zonder aarze len ging ze naar de wissels, haalde er een over, stelde de signalen en een paar minuten later denderde de trein voorbij. Verlicht haalde Antoinette adem. Als ze de wissel niet goed had gezet, zouden nu de wagens, die geheel vol waren met mensen, die met de Kerstdagen op reis gingen, ver brijzeld onder aan de spoordijk hebben ge legen, dat wist ze. Antoinette ging weer naar binnen. Nog steeds lag haar vader bewuste loos op de divan. Ze zou maar gauw op bellen en het station waarschuwen. Maar nadat ze herhaaldelijk het nummer had aangeslagen en geen verbinding had ge kregen, begreep ze, dat de leiding verstoord moest z(jn. Zeker door de heftige sneeuw storm van die middag. Een ontzettende gedachte kwam plotse ling bij Antoinette op: Over veertig minuten zouden twee treinen elkaar hier passeren en als de wissels dan niet goed stonden, zouden ze onherroepelijk op elkaar botsen. Maar hoehoe moesten de wissels precies staan? Ze was er op eens niet zeker van, was het die of die? Angstig riep ze nog eens om haar vader, maar het was of Breuille in een loodzware slaap was gevallen, waar uit hij in geen uren zou ontwaken. Wat moet ze doen Een paar minuten later was het meisje buiten. In vliegende haast had ze zich aan gekleed en voort moest ze naar het station. De korste weg maar, langs de spoorbaan, waar ze anders niet mocht lopen. Twee en een halve kilometer was het en de dwars liggers, waarop ze haar voeten zette, waren zo glad van de sneeuw. De wind gierde om haar oren, ontzettend donker en eenzaam was het rondom haar. Maar Antoinette had geen tijd om daaraan te denken, ze moest lopen zo vlug ze kon, aan één ding kon ze maar denken: straks komen de treinen. Als ze maar op tijd was! Ze voelde geen moe heid, geen kou, ze worstelde tegen de wind in, vlugger, vlugger! Daar naderden de lichten van het station. In twintig minuten had ze het gedaan, nu stond ze hijgend voor het kamertje van den chef. „Monsieur Leblanc!" riep Antoinette van buiten. De deur ging open, twee mannen kwamen juist naar buiten. „Monsieur Leblanc! Mijn vader is ziek, bewusteloos! Er is niemand op de post en... de trein... ik weet niet... de wissels!" Opeens was Antoinette doodmoe, ze leunde tegen de deurpost en alles scheen te draaien voor haar ogen. Maar de beide mannen hadden haar begrepen. Zo snel mogelijk liep een van beiden naar het eenzame huisje en kwam nog net op tijd om de vele, vele mensenlevens te redden. Maar de eigenlijke redding was te danken aan de dappere kleine Antoinette, die dan ook een medaille heeft gekregen voor haar flinkheid. Gelukkig is haar vader gauw beter ge worden en zijzelf heeft geen nadelige ge volgen gehad, noch van de inspannende tocht, noch van de angst, waarin ze heeft verkeerd. door W. HAGENS. 125 jaar geleden zongen de straatjongens in het Duitse plaatsje Ulm het volgende spotliedje: De kleermakers zijn knappe heren, Ze willen ons het vliegen leren. Dat zongen ze altijd als de kleermaker Albrecht Berblinger voorbij kwam en die schudde dan zijn hoofd. Wat zijn er toch een domme mensen, dacht hij, en dan noemen ze een ander nog een dwaas, omdat die wat verder denkt dan de meeste mensen van zijn tijd. Hij wist ook niet, dat hij ondanks dat liedje, of juist daardoor, bekend zou worden. Iedere dag vlogen er vogels over en in het tuintje van den kleermaker, die in een nauw straatje woonde. En telkens als er weer zo'n vogel een ogenblik zijn schaduw op het naaiwerk van den kleermaker wierp, keek hij op en volgde hem met zijn ogen, tot hij he mniet meer kon zien. In het geheim maakte hij allerlei vreemde tekeningen, waarop men mensen kon zien, met vleugels, vliezen, schermen en meer eigenaardigheden. Want, redeneerde hij, waarom zou een mens niet kunnen vliegen? Al gauw ging in Ulm het praatje rond, dat kleermaker Berblinger wou gaan vliegen en de wonderbaarlijkste toestellen in zijn werkplaats had. En omdat Berblinger een goed vakman was, liet menigeen een nieuw buis of pak bij hem maken, om ook eens te kunnen kijken in die werkplaats. Maar de kleermaker vertelde geen van die nieuwsgierigen iets van zijn plannen. Op marktdag ging hij altijd verse wUgentwijgen halen bij den mandenmaker en die vroeg hem al, of hij soms ook manden ging vlech ten. Maar dan lachte hij alleen maar en ging weer naar zijn tekeningen. Toen stond er op een keer een reusachtig toestel met grote vleugels in het tuintje van Berblinger en in Ulm vertelden de mensen elkaar, dat de kleermaker Zondag zou gaan vliegen, 's Avonds stonden ze in groepjes op straat er over te praten. Sommigen von den het slecht om de vogels te willen na doen en door de lucht te vliegen. Anderen zeiden, dat dit het begin zou zijn, van een geheel nieuwe tijd. De een bespotte, de ander bewonderde, de derde belasterde den kleer maker. Maar Zondags was toch jong en oud op de been om dat schouwspel niet te mis sen. Klokslag drie uur verscheen Berblinger op het platform van de toren met zijn toestel aan. Wat zag hij er vreemd uit! Lange vleugels met slippen had hij aan zijn armen en over de rug. Als hij zijn armen uit spreidde blies de wind de vleugels op. Plotseling stond hij op de muur en wuifde met zijn rechterhand van onder zijn vleugel naar de menigte, die in ademloze stilte naar hem opkeek. Langzaam liep Berlinger over de rand, sloot de ogen en plotseling ging er een kreet door de menigte: „Hij vliegt! Hij vliegt!" Met wijduitgespreide vleugels, als een reusachtige vogel, zweefde de kleer maker over de Donau en hoorde achter zich als een gezoem het luide juichen van zijn stadgenoten. Reeds zag hij de andere oever naderen, toen hij een gekraak hoorde achter zijn rug. Zijn armen werden naar boven getrokken en als een Plok hout schoot de koene vlieger regelrecht naar beneden, het water in. De wilgetwijgen hadden geen weerstand genoeg om de druk van de lucht te verdragen en waren gebroken. Gelukkig waren er een paar vissers met een bootje in de buurt, die den drenkeling opvisten. Eerst hadden de mensen vol schrik gezien, hoe Berblinger dreigde te verongelukken, maar nu weerklonk er een spottend lachsalvo en ze vonden dat de kleermaker, die wilde vliegen, zijn verdiende loon had gekregen. „Maar hij is pardoes in het water terecht gekomen". Zo werd nu het lied. Maar toch is hij bekend gebleven, als één der eerste mensen, die een ogenblik hebben gevlogen. 1. Een woord bestaat uit 21 letters. In elke kamer vindt men 14, 15, 11, 5, 17, 8, 9. 1, 2, 3, 19, 20, 21 ls een lekkernij, die kinderen graag op hun boterham lusten. 13, 12, 10, 5, 6 zijn lekkere vruchten. Op het strand ziet men zomers vele 7, 8, 9, 10, 5, 6. In alle kerken wordt Zondags een 4, 19, 5, 6, 14, 15 gehouden. Het geheel is iets, dat men ook wel eens in Alkmaar heeft kunnen bekijken. 2. Welke bloemen zijn er van de volgende letters te maken. lobbermoet. famjeliede. tolojevi. melozennob. saret. 3. Een woord van elf letters bestaat uit drie lettergrepen. De eerste lettergreep is een kleur, de tweede en derde vormen samen een lichaamsdeel van een klein land. Het geheel is een alleraardigste vogel. OPLOSSINGEN VAN RAADSELS. De oplossingen van de raadsel uit ons vorig nummer zijn: 1. Non a t o p i e 0 1 1 1 e o esp opa n a N 2. Politiebureau. 3. Kampen, Utrecht, Doorn, Helmond, Goes. Sneeuwwitje en de dwergen. Dit plaatje begrijpen jullie zeker wel, want iedereen kent het sprookje van Sneeuw witje. Daar komen de dwergen thuis met z'n zevenen uit het bos en het eerst wat ze zien, is, dat er iemand van hun bordjes heeft gegeten en uit hun glaasjes heeft gedron ken. Ze begrijpen er eerst niets van, maar als ze zich omdraaien, dan zien ze dat er ook iemand in hun bedjes heeft gelegen en het zevende dwergje vindt Sneeuwwitje in zijn bedje. En daar komen de zes anderen ook kijken. Zie je wel, Sneeuwwitje merkt er niets van, die slaapt maar door en de dwergen kijken vol verbazing naar het mooie lieve meisje. Ga dit nu eens aardig kleuren, dan zul je eens zien dat het plaatje nog veel leuker wordt. banden enz. 3888,31 (ƒ3410,14), ziekenhuis kosten 14.276,35 11.730,23); salarissen administratie 4785,24 4708,07), pen sioenen 1122,29 1118,40, algemeene on kosten 2852,26 1347), totaal 108.108,77 97.135,10). De exploitatierekening wijst dus een na- deelig saldo aan van f 4744,51 (in 1936 een overschot van 233,27). Crisisfonds buitengemeenten. Het saldi- en steunfonds, waaruit de crisisbijdragen worden gefinancierd, bedroeg op 31 December 1937 9.053,27. Als inkom sten ontving het 't exploitatieoverschot van 1936 ad. 233,27; de specialisten droegen 1512,47 bij; in totaal kon beschikt worden over 10.921,78. Aan crisisbijdragen werd uitgegeven (inclusief een restant 1936) 4444,89, zoodat er dus een overschot is van 6476,89. Successievelijk vermeerderde het aantal apotheek-houdende artsen, dat een crisis regeling invoerde. Onder de resteerende waren enkele zoo gelukkig, dat er bij hen geen crisiswerkloozen waren, terwijl een ander gedeelte in de randgemeenten praktisch geen crisis-verzekerden had. De overige zijn met 1 Jan. 1938 begonnen de regeling in te voeren. Bouwfonds. Dit fonds is tot 30 September geëxploiteerd kunnen worden, dastrna is een finale afreke ning gemaakt met het intusschen gereed ge komen eigen gebouw. Het saldo per 31 Dec. 1936 bedroeg in totaal 20.596,12. De kosten van het eigen gebouw na de verbouwing bedroegen f 19.586,52, die van den inventaris f 2021,98, samen 21.608,50. Er was derhalve een tekort van 1012,38, dat door de buitengemeenten en Alkmaar is bijgepast in de verhouding van hun aan spraken en wel door Alkmaar 297,76 en door de buitengemeenten f 714,62. Het ge bouw is voor 15.300 op de balansen gebracht, terwijl de inventaris daarop voorkomt voor een som van f 1500, de buitengemeenten par- ticipeeren in het gebouw voor een bedrag van 10.800, in den inventaris voor 1058,82. Voor Alkmaar zijn deze cijfers respect, 4500 en f 441,18. Het verslag besluit met de opmerking, dat, wil de toestand van het ziekenfonds goed blijven, er zeer spoedig maatregelen geno men moeten worden, die het financieel even wicht herstellen. De eenige reserve, waar over de buitengementen beschikken, is behalve het aandeel in het eigen home een bedrag van 1732,38, zijnde het restant van het saldi- en steunfonds, verminderd met het nadeelig saldo 1937. HET NADERENDE PAASCHFEEST. Paschen dat wil voor de huisvrouw zeggen, dat ze de fleurige stemming van het voor jaarsfeest ook probeert uit te drukken in de maaltijden, die ze aan huisgenooten of gasten voorzet. Dat haar bemoeiingen in dit opzicht ech ter niet te veel mogen vergen van haar tijd en haar krachten, spreekt vanzelf: immers, ook voor haar dienen de feestdagen ont spanning en geen extra inspanning te bren gen. Hoe zal ze met het oog daarop haar Paaschmaaltijd dan dezen keer eens samen stellen? De inleiding zou b.v. kunnen bestaan uit een bordje (of een kop) soep. Geen bewer kelijke soort, die het trekken van bouillon noodig maakt en die bovendien vrij hooge eischen stelt aan de „kookkennis": liever een van de smakelijke variaties, die de Maggi-fabriek u om zoo te zeggen kant en klaar thuis bezorgt, en die, wanneer u de keus b.v. vestigt op „Echte Schildpadsoep" of op „Aspergesoep", zelfs den meest geraf- fineerden fijnproever tevreden zullen stel len. Ook wel zoudt u gebruik kunnen maken van de handige Maggi's Bouillonsoeptablet ten, die u eenvoudig in de soepterrine slechts hebt te overgieten met per tablet 11/4 a l)j L. kokend water, om ze daarna onmiddellijk op te kunnen dienen. Wilt u ze voor deze gelegenheid echt lenteachtig maken, hak of maal dan een portie gewas- schen soepgroenten heel fijn en roer ze rauw door de soep; aan 5 ets. soepgroenten hebt u voor één tablet voldoende, en u be schikt dan over een hoeveelheid geurige groentesoep voor 5 a 6 personen. Als groenten bij den maaltijd zouden we willen voorstellen of spinazie öf rauwe sla; in beide gevallen echter brengen we het feestelijke tintje aan door de groente wat „op te maken". De warme spinazie b.v. pre senteeren we niet in een dekschaal, maar op een platteren schotel gestapeld en om ringd met portietjes warme aardappelpurée, waarin als in een nestje telkens een gekookt ei is gelegd. De koude sla daarente gen geven we een omranding van z.g. „vlie- genzwammen", en we dienen er afzonder lijk een schaaltje aardappelpurée bij rond. En ten slotte ons „toetje"? Een griesmeel- of maïzenapudding valt zeker in den smaak, vooral als we de tra- ditioneele bessensapsaus eens vervangen door een gemakkelijk zelf te bereiden abri kozensaus: gedroogde, geweekte abrikozen, goed gaar gekookt in het weekwater, daar na door een zeef gewreven en vermengd met zooveel suiker als voor den smaak noo dig blijkt te zijn. Rondom den pudding ge goten geeft zoo'n goudkleurige saus iets zonnigs aan ons Paaschdessert! Voor het meerendeel zijn de gerechten, die het Paaschdineetje zullen vormen, alge meen bekend; alleen de garneering van de rauwe sla vraagt wellicht nog een toelich ting, zoodat we hier het recept laten volgen van de Vliegenzwammen. 6 hardgekookte eieren, 3 niet te groote tomaten, 30 Gr. 1 afgestre ken eetlepel) boter, 1 theelepel ge hakte peterselie, wat peper en zout, 1 theelepeltje Maggi's Aroma. Pel de eieren en snijdt aan het breede uiteinde een plakje af, zoodat de dooier te zien komt; neem er met een lepeltje voor zichtig de dooiers uit en wrijf die fijn met de boter, de peterselie, de Maggi's Aroma en zooveel zout en peper als voor den smaak noodig is. Vul je uitgeholde eieren glad-af met het mengsel en schik ze met de punt omhoog rondom de aangemaakte sla. Snijdt van elke tomaat twee gelijke bolle kapjes (de „hoedjes" van de paddestoelen), hol ze wat uit, bestuif ze van binnen met wat peper en zout en strijk er wat van het nog overge houden dooiermengsel in. Druk op elk ei een van de „hoedjes" en bestrooi die met een gedeelte van de nog overgebleven (zeer fijngesneden) eiwitplakjes. Gebruik de rest van het fijngesneden eiwit om over de aan gemaakte sla te strooien. UITBREIDINGSPLAN ALKMAARDER HOUT E. O. Het Hoofd van het gemeentebestuur van Alkmaar brengt ter algemeene kennis, dat de Gemeenteraad bij besluit van 7 April 1938, nr. 6, heeft bepaald, dat een herzie ning wordt voorbereid van het uitbreidings plan der gemeente (2e gedeelte), vastge steld bü Raadsbesluiten van 17 Maart 1909, nr. 10 en 22 Juni 1909, nr. 5, goedgekeurd door Ged. Staten van Noordholland bü hun besluit van 7 Juli 190s, nr. 105, zooals deze besluiten nader zijn gewüzigd, voor zooveel betreft het gedeelte der gemeente, gelegen ten Zuiden van de Lindenlaan en het Var- nebroek en ten Westen van de Olijke begrenzing van den Kennemerstraatweg. Alkmaar, 8 April i938. Het Hoofd van het gemeentebestuur, F. H. VAN KINSCHOT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 15