VOOR ONZE KINDEREN
Publicaties
Voor de huisvrouw.
HOE ANTOINETTE EEN MEDAILLE
VERDIENDE.
De vliegende kleermaker
RAADSELS.
KLEURPL AATJE.
VIERDE BLAD.
3
matig is en naar wij hopen, in de toekomst
zal blijken te voldoen aan alle eischen, die
een groeiend bedrijf vraagt.
De ingebruikneming van dit gebouw stelt
aan de financiën van het fonds eischen, die
zich afspiegelen in de minder gunstige
resultaten van de exploitatie-rekeningen.
De Wieringermeerpolder, die gedeeltelijk
viel onder het gebied van het Westfriesche
Ziekenfonds en van het onze, werd na on
derling overleg als één geheel bij ons zieken
fonds gevoegd.
In verband met de mededeellng van onzen
vooff>tter in de algemeene vergadering be-
tr«ff#n<*e de herziening onzer reglementen,
is de daarvoor aangewezen commissie in de
2de helft van 37 vol ijver aan het werk go-
togen en zij hoopt binnenkort de resultaten
der gedachten wisseling aan het oordeel der
verschillende belanghebbenden te onder
werpen.
Het verslag herinnert eraan, dat op 1 Oc-
tober mej. A. Struyk 12 jaar bij de admi
nistratie werkzaam was. Dank wordt haar
gebracht voor de plichtsbetrachting, waar
mede zü steeds haar werk verricht en de
wijze, waarop zij het werken van anderen
veraangenaamt.
Hierbij aansluitend wordt met waardee-
rmg gesproken over allen, waarmede de
secr.-penningmeester de zich steeds uitbrei
dende administratie van het ziekenfonds
moet voeren, in het bijzonder den admi
nistrateur.
Het aantal huisartsen onderging geen wij
ziging en bedroeg 14. Door overlijden ver
loor het ziekenfonds apotheker H. J. F.
Wanna, die werd opgevolgd door mej. van
Nunenbij de specialisten werd dr. van Dam
opgevolgd door dr. Haverkamp; het getal
dezer deelnemers bleef dus stationnair en
bedroeg voor de apothekers 6, voor de spe
cialisten 17.
Wegens vertrek bedankten de heeren
Berman en Postma; zij werden opgevolgd
door de heeren Koppen en Schreuder; het
getal der apotheekhoudend-geneeskundigen
bleef derhalve 50. Hierbij wordt opgemerkt,
dat de heer Brugman te Uitgeest, die in 1936
als deelnemer toetrad, in 1937 geen poging
heeft aangewend onze ziekenfondsbelangen
te Uitgeest te behartigen.
Het aantal der in ons gebied de praktijk
uitoefenende tandartsen bedroeg 16.
In de vacature als bestuurslid, ontstaan
door het overlijden van den heer Wanna,
werd niet voorzien, omdat de groep der
apothekers meende deze plaats open te moe
ten laten voor een apotheekhoudend-genees
kundige.
Ten einde de uniformiteit te benaderen,
heeft het bestuur besloten met ingang van
1 Jan. '38 de crisisregeling ook in te voeren
in die gemeenten, die met ons ziekenfonds
geen regeling wilden aangaan.
De afd. Alkmaar.
Op 31 December 1937 waren in Alkmaar
ingeschreven 18484 zielen (17534), waarvan
13038 (12352) volwassenen en 5446 (5182,
kinderen, waarvan 4648 4422) betalende
kinderen en 798 (760) niet betalende. De be
volking bedroeg 31213 (30688), zoodat
59.3 (57.1) der inwoners in ons fonds ver
zekerd was.
Als bewijs, dat het fonds zich bewust is
van zijn sociale taak, wordt medegedeeld,
dat in het afgeloopen jaar slechts 155 zielen
vegens wanbetaling geschrapt zijn.
De exploitatie wijst als baten in totaal
f 191.109,17 181.007,98) aan, waarvan
189.896.07 179.489,99) aan contributies.
Als lasten staan hier o.a. tegenover: huis
artsen f 58.412,62 55.244,46), specialisten
37.235,06 35.116,94), tandartsen 13.643,06
12-914,09), apothekers 39.428,52
37.290,01), genees- en verbandmiddelen
17.640,96 16.401,59), brillen, breukban
den etc. 2073,05 1914,13), ziekenhuiskos
ten f 7196,65 6927,47), salarissen admi
nistratie 1714,76 1706,94), bodenloon
4864,35 4711,98), pensioenen f 1746.85
1750,74), gezins- en wijkverpleging
1753,40 1691,90), algemeene onkosten
1648,50 854,25); in totaal 187.469,81
176.524,50).
Er blijft dus te Alkmaar een voordeelig
saldo van 3639,36 4483,48).
De exploitatie-rekening van het reserve
fonds wijst een overschot aan van f 917,07,
zoodat per 31 Dec. 1.1. het kapitaal van het
reservefonds bedroeg 41.110,28.
Het crisisfonds.
Het bestuur meende met het oog op de
in te voeren verlaging der Alkmaarsche con
tributie en als gevolg daarvan daling der
inkomsten de saldi der exploitatie-reke
ningen van Alkmaar en het reservefonds niet
in het crisisfonds te moeten storten. Het
vond het alleszins wenschelijk, dat de deel
nemers weer 5 van hun honorarium bij
droegen, hetgeen met ingang van het 2de
kwartaal is geschied.
Het saldo van het crisisfonds bedroeg op
31 Dec. 1.1. f 7620,45. Door de gemeente Alk
maar werd in totaal bijgedragen (inclusief
een post over 1936) 10.792,30; bijdragen der
deelnemers f 5.066,17; uit anderen hoofde
ontvangen f 213,26, in totaal f 23.692,18.
Uitgegeven werd totaal 20.125,54, zoodat
er dus een batig slot is van f 3566,64.
Werd in 1936 vermindering gegeven aan
2427 volwassenen en 1164 kinderen (11.7
der bevolking), in 1937 waren deze getallen
2604 volwassenen en 1245 kinderen, in totaal
3849 personen (12.3 der bevolking).
Van het zielental der afd. Alkmaar kreeg
op 31 December 1937 20.8 vermindering
der wekeiijksche bijdragen.
Ook nu weer was samenwerking tusschen
de verschillende instellingen en ons zieken
fonds uitstekend.
De buitengemeenten.
Het aantal volwassenen en kinderen be
droeg op 31 Dec. '37 respectievelijk 31578
(29928) en 20438 (19649), in totaal 52016
149577). De toename van het zielenaantal
w»s 2439, zijnde 1650 volwassenen en 789
kinderen. Van de kinderen betaalden er
5088 niets.
Door de apotheekhoudend geneeskundigen
werd gestort f 103.209,88; met eenige andere
ontvangsten was er een bedrag aan inkom
sten van 103.364,26 97.368,37). Aan uit
gaven staat hier tegenover: specialisten
f 66.958,89 62.994,49), tandartsen
f 10.662,04 8991), genees- en verbandmid
delen 3563,39 (f 2835,77), brillen, breuk-
EEN DAPPER FRANS MEISJE
door
MAJA VAN HEYMEN.
Dichtbij het stadje Gab, in de Franse
Alpen, woont de baanwachter Gérard
Breuille in zijn kleine eenzame baanwach
tershuisje, aan de spoorbaan. Zijn vrouw is
overleden, maar zijn dochtertje Antoinette
is voor haar 12 jaar een flink meisje en doet
de huishouding voor haar vader. Ook voor
het werk van haar vader heeft Antoinette
grote belangstelling, ze weet precies de ver
schillende seinen, ze kan de wissels bedienen
en de telefoon aannemen. Dat heeft ze alle
maal maar zo eens voor de grap geleerd. Ze
is zoveel met haar vader alleen en dan kijkt
ze toe, wat hij allemaal doet en luistert als
hij het haar uitlegt en soms laat hij haar
ook wel eens even aan de toestellen komen
en doet ze net of zij wisselwachter is. Maar
natuurlijk mag ze er nooit alleen aanraken,
daarvoor is het allemaal van veel te groot
belang.
Maar een paar dagen voor Kerstmis van
1937 werd dat alles, wat ze voor de aardig
heid had geleerd, toch opeens ernst. Gérard
Breuille had al de hele dag over hoofdpijn
geklaagd en 's avonds na het eten, toen hij
even op de divan zat, zakte hü plotseling
achterover en was buiten bewustzijn. An
toinette deed wat ze kon om hem weer bij
te brengen, maar niets hielp. En vol schrik
bedacht ze opeens dat over 10 minuten de
D trein naar Parijs voorbij moest komen!
Een ogenblik stond ze doodstil en dacht
na. Ja, ze wist het precies en zonder aarze
len ging ze naar de wissels, haalde er een
over, stelde de signalen en een paar
minuten later denderde de trein voorbij.
Verlicht haalde Antoinette adem. Als ze de
wissel niet goed had gezet, zouden nu de
wagens, die geheel vol waren met mensen,
die met de Kerstdagen op reis gingen, ver
brijzeld onder aan de spoordijk hebben ge
legen, dat wist ze. Antoinette ging weer naar
binnen. Nog steeds lag haar vader bewuste
loos op de divan. Ze zou maar gauw op
bellen en het station waarschuwen. Maar
nadat ze herhaaldelijk het nummer had
aangeslagen en geen verbinding had ge
kregen, begreep ze, dat de leiding verstoord
moest z(jn. Zeker door de heftige sneeuw
storm van die middag.
Een ontzettende gedachte kwam plotse
ling bij Antoinette op: Over veertig minuten
zouden twee treinen elkaar hier passeren
en als de wissels dan niet goed stonden,
zouden ze onherroepelijk op elkaar botsen.
Maar hoehoe moesten de wissels precies
staan? Ze was er op eens niet zeker van,
was het die of die? Angstig riep ze nog
eens om haar vader, maar het was of Breuille
in een loodzware slaap was gevallen, waar
uit hij in geen uren zou ontwaken. Wat
moet ze doen
Een paar minuten later was het meisje
buiten. In vliegende haast had ze zich aan
gekleed en voort moest ze naar het station.
De korste weg maar, langs de spoorbaan,
waar ze anders niet mocht lopen. Twee en
een halve kilometer was het en de dwars
liggers, waarop ze haar voeten zette, waren
zo glad van de sneeuw. De wind gierde om
haar oren, ontzettend donker en eenzaam
was het rondom haar. Maar Antoinette had
geen tijd om daaraan te denken, ze moest
lopen zo vlug ze kon, aan één ding kon ze
maar denken: straks komen de treinen. Als
ze maar op tijd was! Ze voelde geen moe
heid, geen kou, ze worstelde tegen de wind
in, vlugger, vlugger! Daar naderden de
lichten van het station. In twintig minuten
had ze het gedaan, nu stond ze hijgend voor
het kamertje van den chef. „Monsieur
Leblanc!" riep Antoinette van buiten. De
deur ging open, twee mannen kwamen juist
naar buiten.
„Monsieur Leblanc! Mijn vader is ziek,
bewusteloos! Er is niemand op de post en...
de trein... ik weet niet... de wissels!"
Opeens was Antoinette doodmoe, ze leunde
tegen de deurpost en alles scheen te draaien
voor haar ogen. Maar de beide mannen
hadden haar begrepen. Zo snel mogelijk
liep een van beiden naar het eenzame huisje
en kwam nog net op tijd om de vele, vele
mensenlevens te redden. Maar de eigenlijke
redding was te danken aan de dappere
kleine Antoinette, die dan ook een medaille
heeft gekregen voor haar flinkheid.
Gelukkig is haar vader gauw beter ge
worden en zijzelf heeft geen nadelige ge
volgen gehad, noch van de inspannende
tocht, noch van de angst, waarin ze heeft
verkeerd.
door
W. HAGENS.
125 jaar geleden zongen de straatjongens
in het Duitse plaatsje Ulm het volgende
spotliedje:
De kleermakers zijn knappe heren,
Ze willen ons het vliegen leren.
Dat zongen ze altijd als de kleermaker
Albrecht Berblinger voorbij kwam en die
schudde dan zijn hoofd. Wat zijn er toch een
domme mensen, dacht hij, en dan noemen
ze een ander nog een dwaas, omdat die wat
verder denkt dan de meeste mensen van zijn
tijd. Hij wist ook niet, dat hij ondanks dat
liedje, of juist daardoor, bekend zou worden.
Iedere dag vlogen er vogels over en in het
tuintje van den kleermaker, die in een
nauw straatje woonde. En telkens als er
weer zo'n vogel een ogenblik zijn schaduw
op het naaiwerk van den kleermaker wierp,
keek hij op en volgde hem met zijn ogen,
tot hij he mniet meer kon zien.
In het geheim maakte hij allerlei vreemde
tekeningen, waarop men mensen kon zien,
met vleugels, vliezen, schermen en meer
eigenaardigheden.
Want, redeneerde hij, waarom zou een
mens niet kunnen vliegen?
Al gauw ging in Ulm het praatje rond, dat
kleermaker Berblinger wou gaan vliegen en
de wonderbaarlijkste toestellen in zijn
werkplaats had. En omdat Berblinger een
goed vakman was, liet menigeen een nieuw
buis of pak bij hem maken, om ook eens te
kunnen kijken in die werkplaats.
Maar de kleermaker vertelde geen van
die nieuwsgierigen iets van zijn plannen. Op
marktdag ging hij altijd verse wUgentwijgen
halen bij den mandenmaker en die vroeg
hem al, of hij soms ook manden ging vlech
ten. Maar dan lachte hij alleen maar en ging
weer naar zijn tekeningen.
Toen stond er op een keer een reusachtig
toestel met grote vleugels in het tuintje van
Berblinger en in Ulm vertelden de mensen
elkaar, dat de kleermaker Zondag zou gaan
vliegen, 's Avonds stonden ze in groepjes
op straat er over te praten. Sommigen von
den het slecht om de vogels te willen na
doen en door de lucht te vliegen. Anderen
zeiden, dat dit het begin zou zijn, van een
geheel nieuwe tijd. De een bespotte, de ander
bewonderde, de derde belasterde den kleer
maker. Maar Zondags was toch jong en oud
op de been om dat schouwspel niet te mis
sen. Klokslag drie uur verscheen Berblinger
op het platform van de toren met zijn toestel
aan. Wat zag hij er vreemd uit! Lange
vleugels met slippen had hij aan zijn armen
en over de rug. Als hij zijn armen uit
spreidde blies de wind de vleugels op.
Plotseling stond hij op de muur en wuifde
met zijn rechterhand van onder zijn vleugel
naar de menigte, die in ademloze stilte naar
hem opkeek. Langzaam liep Berlinger over
de rand, sloot de ogen en plotseling ging
er een kreet door de menigte: „Hij vliegt! Hij
vliegt!" Met wijduitgespreide vleugels, als
een reusachtige vogel, zweefde de kleer
maker over de Donau en hoorde achter zich
als een gezoem het luide juichen van zijn
stadgenoten. Reeds zag hij de andere oever
naderen, toen hij een gekraak hoorde achter
zijn rug. Zijn armen werden naar boven
getrokken en als een Plok hout schoot de
koene vlieger regelrecht naar beneden, het
water in. De wilgetwijgen hadden geen
weerstand genoeg om de druk van de lucht
te verdragen en waren gebroken. Gelukkig
waren er een paar vissers met een bootje in
de buurt, die den drenkeling opvisten. Eerst
hadden de mensen vol schrik gezien, hoe
Berblinger dreigde te verongelukken, maar
nu weerklonk er een spottend lachsalvo en
ze vonden dat de kleermaker, die wilde
vliegen, zijn verdiende loon had gekregen.
„Maar hij is pardoes in het water terecht
gekomen". Zo werd nu het lied. Maar toch
is hij bekend gebleven, als één der eerste
mensen, die een ogenblik hebben gevlogen.
1. Een woord bestaat uit 21 letters.
In elke kamer vindt men 14, 15, 11, 5,
17, 8, 9.
1, 2, 3, 19, 20, 21 ls een lekkernij, die
kinderen graag op hun boterham
lusten.
13, 12, 10, 5, 6 zijn lekkere vruchten.
Op het strand ziet men zomers vele
7, 8, 9, 10, 5, 6.
In alle kerken wordt Zondags een 4, 19,
5, 6, 14, 15 gehouden.
Het geheel is iets, dat men ook wel eens
in Alkmaar heeft kunnen bekijken.
2. Welke bloemen zijn er van de volgende
letters te maken.
lobbermoet.
famjeliede.
tolojevi.
melozennob.
saret.
3. Een woord van elf letters bestaat uit drie
lettergrepen.
De eerste lettergreep is een kleur, de
tweede en derde vormen samen een
lichaamsdeel van een klein land.
Het geheel is een alleraardigste vogel.
OPLOSSINGEN VAN RAADSELS.
De oplossingen van de raadsel uit ons vorig
nummer zijn:
1. Non
a t o
p i e
0 1 1
1 e o
esp
opa
n a N
2. Politiebureau.
3. Kampen, Utrecht, Doorn, Helmond,
Goes.
Sneeuwwitje en de dwergen.
Dit plaatje begrijpen jullie zeker wel, want
iedereen kent het sprookje van Sneeuw
witje. Daar komen de dwergen thuis met
z'n zevenen uit het bos en het eerst wat ze
zien, is, dat er iemand van hun bordjes heeft
gegeten en uit hun glaasjes heeft gedron
ken. Ze begrijpen er eerst niets van, maar
als ze zich omdraaien, dan zien ze dat er
ook iemand in hun bedjes heeft gelegen en
het zevende dwergje vindt Sneeuwwitje in
zijn bedje. En daar komen de zes anderen
ook kijken. Zie je wel, Sneeuwwitje merkt
er niets van, die slaapt maar door en de
dwergen kijken vol verbazing naar het
mooie lieve meisje. Ga dit nu eens aardig
kleuren, dan zul je eens zien dat het plaatje
nog veel leuker wordt.
banden enz. 3888,31 (ƒ3410,14), ziekenhuis
kosten 14.276,35 11.730,23); salarissen
administratie 4785,24 4708,07), pen
sioenen 1122,29 1118,40, algemeene on
kosten 2852,26 1347), totaal 108.108,77
97.135,10).
De exploitatierekening wijst dus een na-
deelig saldo aan van f 4744,51 (in 1936 een
overschot van 233,27).
Crisisfonds buitengemeenten.
Het saldi- en steunfonds, waaruit de
crisisbijdragen worden gefinancierd, bedroeg
op 31 December 1937 9.053,27. Als inkom
sten ontving het 't exploitatieoverschot van
1936 ad. 233,27; de specialisten droegen
1512,47 bij; in totaal kon beschikt worden
over 10.921,78. Aan crisisbijdragen werd
uitgegeven (inclusief een restant 1936)
4444,89, zoodat er dus een overschot is van
6476,89.
Successievelijk vermeerderde het aantal
apotheek-houdende artsen, dat een crisis
regeling invoerde. Onder de resteerende
waren enkele zoo gelukkig, dat er bij hen
geen crisiswerkloozen waren, terwijl een
ander gedeelte in de randgemeenten
praktisch geen crisis-verzekerden had. De
overige zijn met 1 Jan. 1938 begonnen de
regeling in te voeren.
Bouwfonds.
Dit fonds is tot 30 September geëxploiteerd
kunnen worden, dastrna is een finale afreke
ning gemaakt met het intusschen gereed ge
komen eigen gebouw. Het saldo per 31 Dec.
1936 bedroeg in totaal 20.596,12.
De kosten van het eigen gebouw na de
verbouwing bedroegen f 19.586,52, die van
den inventaris f 2021,98, samen 21.608,50.
Er was derhalve een tekort van 1012,38,
dat door de buitengemeenten en Alkmaar
is bijgepast in de verhouding van hun aan
spraken en wel door Alkmaar 297,76 en
door de buitengemeenten f 714,62. Het ge
bouw is voor 15.300 op de balansen gebracht,
terwijl de inventaris daarop voorkomt voor
een som van f 1500, de buitengemeenten par-
ticipeeren in het gebouw voor een bedrag
van 10.800, in den inventaris voor
1058,82. Voor Alkmaar zijn deze cijfers
respect, 4500 en f 441,18.
Het verslag besluit met de opmerking, dat,
wil de toestand van het ziekenfonds goed
blijven, er zeer spoedig maatregelen geno
men moeten worden, die het financieel even
wicht herstellen. De eenige reserve, waar
over de buitengementen beschikken, is
behalve het aandeel in het eigen home
een bedrag van 1732,38, zijnde het restant
van het saldi- en steunfonds, verminderd
met het nadeelig saldo 1937.
HET NADERENDE PAASCHFEEST.
Paschen dat wil voor de huisvrouw
zeggen, dat ze de fleurige stemming van het
voor jaarsfeest ook probeert uit te drukken
in de maaltijden, die ze aan huisgenooten
of gasten voorzet.
Dat haar bemoeiingen in dit opzicht ech
ter niet te veel mogen vergen van haar tijd
en haar krachten, spreekt vanzelf: immers,
ook voor haar dienen de feestdagen ont
spanning en geen extra inspanning te bren
gen.
Hoe zal ze met het oog daarop haar
Paaschmaaltijd dan dezen keer eens samen
stellen?
De inleiding zou b.v. kunnen bestaan uit
een bordje (of een kop) soep. Geen bewer
kelijke soort, die het trekken van bouillon
noodig maakt en die bovendien vrij hooge
eischen stelt aan de „kookkennis": liever
een van de smakelijke variaties, die de
Maggi-fabriek u om zoo te zeggen kant en
klaar thuis bezorgt, en die, wanneer u de
keus b.v. vestigt op „Echte Schildpadsoep"
of op „Aspergesoep", zelfs den meest geraf-
fineerden fijnproever tevreden zullen stel
len.
Ook wel zoudt u gebruik kunnen maken
van de handige Maggi's Bouillonsoeptablet
ten, die u eenvoudig in de soepterrine
slechts hebt te overgieten met per tablet
11/4 a l)j L. kokend water, om ze daarna
onmiddellijk op te kunnen dienen. Wilt u
ze voor deze gelegenheid echt lenteachtig
maken, hak of maal dan een portie gewas-
schen soepgroenten heel fijn en roer ze
rauw door de soep; aan 5 ets. soepgroenten
hebt u voor één tablet voldoende, en u be
schikt dan over een hoeveelheid geurige
groentesoep voor 5 a 6 personen.
Als groenten bij den maaltijd zouden we
willen voorstellen of spinazie öf rauwe sla;
in beide gevallen echter brengen we het
feestelijke tintje aan door de groente wat
„op te maken". De warme spinazie b.v. pre
senteeren we niet in een dekschaal, maar
op een platteren schotel gestapeld en om
ringd met portietjes warme aardappelpurée,
waarin als in een nestje telkens een
gekookt ei is gelegd. De koude sla daarente
gen geven we een omranding van z.g. „vlie-
genzwammen", en we dienen er afzonder
lijk een schaaltje aardappelpurée bij rond.
En ten slotte ons „toetje"?
Een griesmeel- of maïzenapudding valt
zeker in den smaak, vooral als we de tra-
ditioneele bessensapsaus eens vervangen
door een gemakkelijk zelf te bereiden abri
kozensaus: gedroogde, geweekte abrikozen,
goed gaar gekookt in het weekwater, daar
na door een zeef gewreven en vermengd
met zooveel suiker als voor den smaak noo
dig blijkt te zijn. Rondom den pudding ge
goten geeft zoo'n goudkleurige saus iets
zonnigs aan ons Paaschdessert!
Voor het meerendeel zijn de gerechten,
die het Paaschdineetje zullen vormen, alge
meen bekend; alleen de garneering van de
rauwe sla vraagt wellicht nog een toelich
ting, zoodat we hier het recept laten volgen
van de
Vliegenzwammen.
6 hardgekookte eieren, 3 niet te
groote tomaten, 30 Gr. 1 afgestre
ken eetlepel) boter, 1 theelepel ge
hakte peterselie, wat peper en zout, 1
theelepeltje Maggi's Aroma.
Pel de eieren en snijdt aan het breede
uiteinde een plakje af, zoodat de dooier te
zien komt; neem er met een lepeltje voor
zichtig de dooiers uit en wrijf die fijn met
de boter, de peterselie, de Maggi's Aroma
en zooveel zout en peper als voor den
smaak noodig is.
Vul je uitgeholde eieren glad-af met het
mengsel en schik ze met de punt omhoog
rondom de aangemaakte sla. Snijdt van
elke tomaat twee gelijke bolle kapjes (de
„hoedjes" van de paddestoelen), hol ze wat
uit, bestuif ze van binnen met wat peper en
zout en strijk er wat van het nog overge
houden dooiermengsel in. Druk op elk ei
een van de „hoedjes" en bestrooi die met
een gedeelte van de nog overgebleven (zeer
fijngesneden) eiwitplakjes. Gebruik de rest
van het fijngesneden eiwit om over de aan
gemaakte sla te strooien.
UITBREIDINGSPLAN ALKMAARDER
HOUT E. O.
Het Hoofd van het gemeentebestuur van
Alkmaar brengt ter algemeene kennis, dat
de Gemeenteraad bij besluit van 7 April
1938, nr. 6, heeft bepaald, dat een herzie
ning wordt voorbereid van het uitbreidings
plan der gemeente (2e gedeelte), vastge
steld bü Raadsbesluiten van 17 Maart 1909,
nr. 10 en 22 Juni 1909, nr. 5, goedgekeurd
door Ged. Staten van Noordholland bü hun
besluit van 7 Juli 190s, nr. 105, zooals deze
besluiten nader zijn gewüzigd, voor zooveel
betreft het gedeelte der gemeente, gelegen
ten Zuiden van de Lindenlaan en het Var-
nebroek en ten Westen van de Olijke
begrenzing van den Kennemerstraatweg.
Alkmaar, 8 April i938.
Het Hoofd van het gemeentebestuur,
F. H. VAN KINSCHOT.