GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
ss£ Sïzc vrijgesteld van re e"
VORS
ICOBRA
De bouw van een nieuw Gymnasium.
het Werkfonds in principe be-
Aangezien het feouw van een
reid is aan Alkma crediet te verleenen
den bouw geen tusschenkomst
schreven en QVer het bouwplan over-
van het Werk den Rjjksgebouwen-
leg wordt WPle w voor in beginsel te
dienst, stalen van een leenings-
tieve beshssmg t.o^edr^ der leening zal
ning en van h dra aan den raad zullen
worden «en0"ien' uitgewerkte plannen met
de? gemeentewerken opdracht tot het ont
weren d* P*SÏSSdn. komt
uSmering uit het Werkloosheids-
meening van nei 4 ton en
86Moei'de raad'zich neerleggen bij de voor
wande van het Werkfonds? Regeert hier de
S of het Werkfonds? De raad erkent dat
er natuurschoon verloren gaat, vereenigt zich
daarmede, mits er een mooi gebouw komt.
De heer Stoutjesdyk onderschreef
dit betoog en bleef de plaats ongeschikt oor-
hooge eischen mocht stellen en dat het be
zwaar maakte tegen f 5000 voor een prys-
SprOBten komen vroeg in
het voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Glimlachje
2
(Vervolg)
nieuw Gyn^asi jer v00rwaarde dat voor
van 263000.-onder
beslUiteLmst met d!n Staat der Neder-
overeenkomst m bouw van een
a» B. «n W. «-
V B1" en ZTSXStt- directeur
h^^^Keiispe"/oordeelde een motivee
ring6 Som geen prijsvraag noodig was
geweest, zeker noodii&o d dat het col-
Dew raad niet gemakkelijk maakt.
H? We telS deel van den Bergerhout wordt
He V tnt nadeel van de bewoners. De
eCn ,1 dat eï aan den Bergerhout niets
JSÏÏS,'*be"rra
I. vanitateme^ la" zienswijze. Wat
gebeurt, geschiedt omdat men krap t» het
en W. een pnseraaj m de
0°k°''l™„ tet WMonds steunt.
AUerlei grr»«i «rk» bekomst niet
JS1'walen, gezien de «tehuiving op het
hndcet door het rijk.
8Tne D n Haag iaa.t een gunstige wind
In „itvoeren van groot werk en laten
r„ f rbk n^ meer werk aanbieden. Een
WU b S 6^ton kost en het geld voor
moedern wel leenen van het
een tunnel wdhet toch niet terug
S Alkmaar .«hans de
^OT°zïvoSoï'ded'biilage stemmen.
SilÏÏ raag wen«ht en wild. zoo
hjfïï?dZe0OSa?sege?oegen nemen'. Op een
hij met a F M aandnngen.
Ven me k e r was van een bedrag
«fifooo geschrokken. Wanneer naar het
SiJSrrr5-r d„ architect niet
betaald kan worden, krijgen wy het bedrag
kwijt gescholden. Geldt dit ook voor een vol-
Mag men dit aan één man overlaten
Snr wil als een prijsvraag niet mogelijk
is een meervoudige opdracht De gemeente-
archJect kan dan het gekozen project uit
voeren^ ook meedingen in de meervoudige
opdracht. Voor de stichting van een dergelyk
gebouw is het toch wel wenschelyk meer
dere objecten onder het oog te krijgen-
deDenheer Grondsma had met verwon
derd den heer v. d. Vall hooren spreken
overheen gave. Zoodra wij in staat zyn te be
talen moeten wij dit. Wij blijven onder een
baMrer«?Groot herinnerde aan de vorige
besprekingen, waarbij naar voren kwam, dat
bet Werkfonds oordeelde dat Alkmaar geen
vraag. Spr. had ook prijs gesteld op een.
prijsvraag, maar wilde daarvoor het gymna
sium niet in gevaar brengen. De financ.eele
kant van de zaak werd ook door spr. bespro
ken, die oordeelde, dat men het rijk voor de
faciliteit zeer dankbaar moest zyn.
Hy drong op aanneming van de bijlage
aan.
De voorzitter herinnerde aan de
stichting van het Werkfonds. Dit was ge
sticht om verschillende gemeenten in staat
te stellen werken uit te voeren.
Het was een lichtstraal voor Alkmaar om
daardoor in de werkloosheid en objecten te
kunnen voorzien.
Spr. noemde het politiebureau en de Kru-
seman van Eltenstraat. De raad sprak den
wensch uit, dat het daarbij niet zou blijven.
Aanvankelijk wilde het Werkfonds op
schuiving van het geleende bedrag. De ge
leende schuld bleef op de gemeenten rusten.
Thans neemt het Werkfonds 'n nieuw stand
punt in. Het kijkt nu ook naar de waarde
van de objecten en de streekvoordeelen. Spr.
dacht aan het tunnelplan en de Frieschebrug
en hy hoopte, dat Alkmaar en omgeving nog
veel by het werkfonds zal kunnen bereiken.
Ten aanzien van het Gymnasium besloot
de raad tot den Bergerhout. De raad voelde
wel voor een prijsvraag. B. en W. deelden 't
enthousiasme niet, maar wendden zich toch
royaal tot het Werkfonds. De bemerkingen
van het Werkfonds zyn bij den raad bekend.
Het wil geen prijsvraag en de motieven zijn,
dat men van meening is, dat de kosten door
'n prijsvraag belangrijk hooger zullen worden
en dat stagnatie in de uitvoering het gevolg
er van zal zijn en ten derde stelt het Werk
fonds zich op het standpunt, dat ons bureau
van gemeentewerken voldoende in staat is
om, onder toezicht van den rijksgebouwen
dienst, iets goeds te maken.
Het Werkfonds vroeg een globaal bedrag.
Dit was voor B. en W. moeilijk, maar B. en
W. pleegden overleg met den minister van
Onderwijs en het Werkfonds over de eischen
die gesteld worden uit een oogpunt van on-
derwijsbelang. Daarna werd den directeur
opgedragen een begrooting voor een globale
raming te maken.
Het Werkfonds zegt echter, dat het bedrag
niet mag worden overschreden. De kans be
staat, dat het bedrag lager zal zijn. Er is
geen rekening gehouden met hetgeen van
het oude gymnasium gebruikt kan worden,
maar in de 263.000 zit een volledige in
richting.
Thans is alleen rekening gehouden met
een annuïteit en als wy vry worden gesteld,
is elk jaar het aflossingsbestanddeel cadeau
gegeven.
Spr. besloot, dat het mogelijk is, dat men
zoo het gebouw cadeau krijgt, al oordeelt
hy, dat men moet hopen, dat dit niet het
geval is, want dan zijn wy in betere tijden.
Dan is het echter nog niet uitgesloten, dat
wij een groot deel cadeau krijgen.
Ook het verleenen van een eenvoudige
opdracht zal bezwaren opleveren, met het
oog op de kosten. Ook daarvan vreest spr.
tydsverlies.
Met nadruk drong spr. op aanneming van
de bijlage aan, zyn groote erkentelijkheid
aan de regeering uitsprekende voor de wel
willendheid een dergelijk groot bedrag be
schikbaar te stellen.
Weth. v. Slingerland zeide nog aan
te nemen, dat ook volgende regeeringen aan
de overeenkomst gebonden zullen zijn, om
dat de overeenkomst met den Staat der
Nederlanden wordt gesloten.
Conform het voorstel werd hierop be
sloten.
Beroep tegen weigering van
bouwvergunning.
Het bouwbedrijf gebr. Schoonewil en
C. Jonker verkreeg vergunning voor den
bouw van drie woningen aan den Berger-
weg en drie aan de Nicolaas Beetskade.
Later verzocht kooper op den hoek van
den Bergerweg en de Nicolfas Beetskade
ten dienste van een slagerij inplaats van
een woning een winkelhuis te mogen
bouwen.
B. en W. hadden op dit verzoek afwij
zend beschkt, waarom aan den raad ver
zocht werd de gevraagde toestemming te
verleenen.
De heer v. d. Vall had in deze bylage
met genoegen den wethouder als caricaturist
ontmoet Er moet eindelijk eens ordening
komen, maar toch heeft spr. bezwaar tegen
de wijze, waarop deze zaak is behandeld. Er
is geen sprake, van, dat er door de stichting
een slagerij bij zou komen. Het geldt hier
een verplaatsing van een zaak en daarbij
speelt de vestigingswet geen rol. B. en W.
hadden dus beter gedaan om zich op het
aesthetische te beroepen.
Gelet op het groote kwartier is daar
zeker behoefte aan een slagery. Spr. oor
deelde dan ook, dat men van zijn woorden
in de bylage een caricatuur had gemaakt.
Spr. meende, dat door de te stichten slagery
de schoonheid van de wijk niet geschaad
wordt.
De heer Woldendorp bestreed even
eens het beroep van B. en W. op de vesti
gingswet.
De heer Stoutjesdyk was het met
den heer v. d. Vall eens. Hy oordeelde, dat
in de wijk behoefte is aan een slagery, al
had hy tegen het punt wel bezwaar, omdat
er achter maar 2 M. grond is. Spr. was
overtuigd, dat de bewoners hinder zullen
ondervinden en zou op grond van dit motief
voor de bijlage stemmen.
Weth. Klaver antwoordde, dat het col
lege over dit geval denkt als de heer
Stoutjesdijk. Spr. citeerde den heer v. d. Vall
en betoogde, dat B. en W. den door hem ge
geven wijzen raad hebben gevolgd.
Spr. oordeelde, dat men ook rekening
moet houden met de omwonenden, die op
rustige woonhuizen hebben gerekend en die
men niet moet verrassen met een slagerij of
een bedrijf. Dit is het hoofdmotief van de
weigering.
De weigering zegt niet, dat er in de om
geving geen slagery of winkel mag komen.
Het gaat echter om het punt, zooals de heer
Stoutjesdyk het zeide.
Conform het voorstel werd hierop be
sloten.
De gemeente procedeert tegen de
provincie.
In bijlage 59, die wij in extenso Maandag
publiceerden, stellen B. en W. voor, met
de provincie, behoudens goedkeuring van
de Kroon, een rechtsgeding te voeren, om
daardoor uit te maken of het Provinciaal
electrisch bedrijf al of niet verplicht is de
gemeente als gegadigde voor stroomafname
te erkennen.
B. en W. zyn van oordeel, dat dit op
grond van de overeenkomst wel het geval
is en hopen langs dezen weg het G. E. B.
voor de gemeente te behouden.
Voor dit punt ging de raad in geheime
zitting.
Na heropening deelde wethouder Bon-
sema mede, dat de Vereeniging van Dis
tributiebedrijven ook financieele hulp wilde
verleenen.
De heer Grondsma wilde arbitrale op
lossing,
De heer Appel oordeelde, gezien het
standpunt van de regeering, dat de burger
lijke rechter geen anderen uitleg zal geven
aan art. 4, toch zou hy medewerken.
Met de stem van den heer Grondsma
tegen werd conform het voorstel besloten.
De economische positie van de gemeente.
Voorgesteld werd het rapport van den
directeur van den Economisch-Techno-
logischen Dienst voor Noordholland, over
de verbetering van de economische positie
van Alkmaar in handen van B. en W. te
stellen om daarop acht te slaan zoo dik
wijls het gemeentebelang zulks vordert.
De heer Venneker oordeelde het rap
port wat sober. Spr. oordeelde, dat ver
schillende vragen niet zyn beantwoord en
gaf een opsomming van die vragen.
De heer v. D run en zeide, dat het slot
van de bylage hem deed denken aan de
woorden in de A. C. van 1865, waarin de
kwestie van meer industrieterrein door mr.
Cohen Stuart werd besproken, die het bij
het rechte eind had gehad. Het terrein moet
nu eens voor elkander worden gebracht.
Een behoorlijk haventerrein is noodig, anders
zijn wy over 80 jaar nog even ver. Wy
moeten ons niet afhankelijk blijven stellen
van de buitengemeenten, maar zorgen, dat
de industrie hier zoo spoedig mogelijk komt.
Spr. vroeg toezegging van medewerking in
deze richting.
De heer Woldendor p vroeg of het
juist is of de arbeidsbemiddeling beschikt,
over de gegevens van de geschoolde arbei
ders. Spr. oordeelde dit niet het geval.
De heer Sietsma had den indruk ge
kregen. dat men ernstig voornemens is het
industrieterrein bouwrijp te maken. Hij
vroeg wat B. en W. denken te doen. Spr.
vroeg voorts, wat voor klachten het rapport
bedoelt. Verder wil het rapport een com
missie boven de afzonderlijke bedrijven.
Wat wordt daarmede bedoelt en wat be
doelt men met de enquêtte onder de werk
lieden?
De voorzitter antwoordde, dat B. en
W. de bedoeling hebben den raad met het
rapport in kennis te stellen, maar zij hebben
geen positieve voorstellen gedaan, omdat
eerst de commissies gehoord moeten
worden.
Weth. Klaver zei, dat het industrie
terrein in de commissie van het grondbedrijf
is besproken.
Het kan een dure historie worden.
Hoe denkt men de financieele regeling van
een klaar gemaakt terrein, dat jaren werk
loos gaat liggen? Als in andere gemeenten
gegadigden voor industrie zich tot gemeen
ten wenden, dan worden gronden tegen cul
tuurwaarde aangeboden en daaraan kan hier
niet gedacht worden. Hier moet veel werk
verricht worden, zoodat wij tot bouwgrond-
waarde naderen. Het geldt voor het terrein
achter het woonwagenpark. Bij uitvoering
van het havenplan staat het anders, maar
toch wordt daar ook de prijs hooger dan cul
tuurwaarde.
Spr. achtte het niet uitgesloten, dat het
havenplan de voorkeur verdient boven het
gereedmaken van industrieterrein. Het on
derwerp heeft de volle aandacht van het
college. Het grondbedrijf zal echter een
hartig woordje hebben mede te spreken.
De heer Venneker wees er op, dat de
markten minder worden. Herhaaldelijk zijn
er personen geweest die industrieterreinen
willen en het is dus de taak van de gemeen
te die terreinen in orde te maken. Spr.
hoopte, dat dit binnen niet te langen tyd
zal geschieden.
Ten aanzien van het vliegveld te Bergen
is gebleken, dat het noodige contact tusschen
den directeur van G.W. en B. en W. er niet
was.
De heer Sietsma oordeelde, dat de
wethoudere zijn vragen onbeantwoord had
gelaten. Hy verzocht toezegging, dat die
zaken zullen worden onderzocht.
De heer Grondsma oordeelde, dat wy
gelijk staan met andere gemeenten, wat de
grondwerken betreft.
Weth. v. Slin gerland zeide, dat een
onderzoek gewenscht is naar de vakbe
kwaamheid voor bepaalde industrieën.
Weth. Klaver vond een vergelijking
met de bouwterreinen, die in Alkmaar cou
rant zijn. niet juist. Spr. ziet wel toekomst
voor een haventerrein, als Zaandam bouwde.
Conform het voorstel werd besloten.
Verandering Poortgebouw Begraafplaats.
Aan de orde was hierop het voorstel van
B. en W. tot verandering van het poortge
bouw der algemeene begraafplaats. Dit
voorstel stuitte in vorige vergaderingen
steeds dermate op verzet van mr. Leesberg
dat steeds tot aanhouding werd besloten.
Hierbij kwam thans in behandeling de
ingekomen verzoeken van den heer J. H.
Groot te Benningbroek en dat van het be
stuur van de Associatie voor Lijkbezorging
te Alkmaar.
Mr. Leesberg verzocht aanhouding,
waartoe werd besloten.
Sluiting Kappersbedryven.
Voorgesteld werd het verzoek van het
bestuur van den Nederlandschen Kappers-
bond om een verordening vast te stellen
betreffende de sluiting van barbiers- en
kapperssalons op Dinsdagmiddag na één
uur, af te wyzen.
De heer V enneker verwonderde zich
over de conclusie van B. en W. Spr. verwees
naar het oordeel van de Arbeidsinspectie en
uitte den wensch, dat de zaak niet geheel
van de baan was, door aanneming van de
bylage.
De heer v. D r u n e n wees er op, wat de
bedrijfsraad voor gemeentelijke verordenin
gen in deze is. Men kan niet wachten op het
college, dat wil wachten tot de organisaties
het eens zijn. Blijft het huidige R.K. Kap-
persbestuur, dan komt er nooit geen overeen
stemming. Spr. wilde, dat het college het
initiatief neemt voor een regeling. De
kwestie van de sluiting is toch van veel be
lang. De meerderheid moet het recht hebben
de wenschen vervuld te krygen. Herhaalde
lijk wordt de werktyd overtreden. Een voor
aanstaand r.k. kapper gaat er prat op na
half elf nog personen in zijn salon te heb
ben, die nog gekapt moeten worden, Spr.
zal tegen de bijlage stemmen.
De heer Grondsma onderschreef het
betoog van den heer v. Drunen en oordeel
de, dat er een regeeling moet komen, om een
einde aan de beunhazerij te maken.
De heer K e ij s p e r oordeelde, dat de
beunhazerij juist vergroot wordt door een
middagsluiting op Dinsdag. Purmerend heef:
een middagsluiting gehad, doch die weer
opgeheven. Spr. wilde rekening houden met
de organisaties en niet met de individueele
verklaringen. Verschillende kappers betreu
ren het, als de regeling tot stand kwam.
De heer Grondsma wilde rekening
houden met de kappers, georganiseerd of
niet georganiseerd.
De heer v. d. V a 1 1 bestreed het betoog
van den heer Keysper en betoogde, dat er
momenten zijn, dat men menschen tegen
zich zelf in bescherming moet nemen. Dit
was ook het geval met de wet op het ar
beidscontract. Spr. verzocht de voordracht
terug te nemen.
Als de voordracht verworpen wordt, dan
willen de tegenstemmers, dat er wel een
regeling komt.
De voorzitter zegde toe, dat de zaak
in de commissie weer aan de orde komt, als
de bylage verworpen wordt.
Dit was met 12 tegen 7 voor het geval.
Voor stemden de heeren Keysper, Leesberg,
Klaver, Raat, de Groot, Govers en v. Slin
gerland.
Hierna ahiitftg. s
£atuU en JumBoum
WERKZAAMHEDEN FRUITTEELT-
DEMONSTRATTEBEDRIJF.
Verslag van het fruitteelt-demonstratie-
bedrijf van den Economisch-tochnologi-
schen dienst der provincie Noordholland
te Schellinkhout.
In de afgeloopen maand werd op beide
bedrijven de snoei beëindigd en het snoei-
hout voor een groot gedeelte opgeruimd.
Er werd tegen spintaantasting gespoten
met minerale olie. Een klein gedeelte der
struiken werd bespoten met U/9 pCt. Bor-
deausche pap, hetgeen vóór den bloei nog
eens gedaan zal worden. De zwarte bessen
werden, voor zoover noodig, bespoten met 8
pCt. Californische pap tegen den rondknop.
Op het nieuwe bedrijf werd een aanvang
gemaakt met de regelmatige grondbewer
king met het oog op een goede onkruidbe-
stryding. Hiervoor werd een Planet Jr.-mo-
torcultivator in dienst gesteld, welke een
zeer groot gedeelte van den grond kan be
werken.
In den loop van April moeten appel en
peer vóór den bloei bespoten worden met
1X pCt. Bordeausche pap. Op het oude be
drijf moet de grond bewerkt worden, voor
zoover mogelyk met de cultivator. Verder
zal worden gespit
De man, die gewed had, dat hij
in een roeiboot den Atlantischen
Oceaan zou oversteken!
ONS DRUKWERK
ziet er ALTIJD goed uit!
DRUKKERIJ COSTER.
ALKMAARSCHE COURANT. TEL. 3320
Seuilleton
Door
MARK CHANNING
Ned. bewerking
door MARlü
|de belmonte
23)
Weer was het zaak zich ter wille van de
voorzichtigheid te onderwerpen. De En-
gelschman bukte zich en nam de kettingen,
die aan zyn beenen vastzaten, op en ze in
de hand houdend, vergezelde hy den Hin
doe, die hem een nauw poortje in een der
hoeken van de binnenplaats liet binnen
gaan.
„Loop voor", beval een der Hindoes, wier
geweren op zijn rug gericht waren.
Hooren en gehoorzamen was één. Gray
daalde langzaam een steile, steenen trap
met uitgesleten treden af. De cipier, die
hem voorging, droeg een groote fakkel, by
wier schijnsel beneden een ander laag
deurtje te zien was.
„Doe open, Ram Dass", riep een der man
nen.
Aan de binnenzijde werd de deur ge
opend en een gedaante, die aan een aap
deed denken, doemde uit het duister op, om
terstond weer in te verdwijnen.
Een afschuwelijke stank van dierlijke
uitwerpselen deed Gray walgen. Een dof
gebrom en gebrul in de verte vervulden de
bedorven atmosfeer.
Met groote tusschenruimten zaten in den
muur van de met tegels bevloerde gang
kleine petroleumlampjes vast; de vettige
walm klom in dichte spiralen omhoog, die
een loofwerk van zwart roet op plafond
en richels teekenden. Ten laatste belandden
gevangene en escorte in een klein rond
zaaltje, ongeveer 15 voet middellijn. Van
daar uit liepen, als de spaken van een wiel,
zes gangen, gelijk aan die, welke ze juist
doorgegaan waren.
„Welken kant op?" informeerde Gray,
stilstaande achter den cipier en zonder
acht te slaan op de beide op hem gerichte
geweerloopen.
De man met de fakkel keerde zich wel
om, maar bleef zwijgen.
„Beleefd zyn kost niets, waarde vriend",
zei streng Gray, „Spreek, waar gaan we
heen?"
„Hoe moet iemand, die geen tong heeft,
spreken", was het onvriendelijke bescheid
van een der Lewakers. „Vooruit!"
Op eenige meters afstand ontwaarde
Gray in het dansende roode licht van de
fakkel een keldergat, ongeveer twee voet
in het vierkant, voorzien van dikke tralies.
Toen ze op de hoogte ervan gekomen
waren, scheurde een rauwe kreet, voortge
bracht door een beverige stem, door de
lucht. Achter die tralies staarden twee
doffe oogen, zonder oogappels in een vaal
gezicht, omlijst door een vuile klis van ge
plakte grauwe haren. De man was blind.
Gray bleef stokstijf staan. De aangrij
pende afschuw van het lijkkleurige gezicht
deed hem besluiten niet verder te gaan.
„Ik verzet geen voet meer", verklaarde
hij. Terwijl de Engelschman de uitdaging,
die sombere echo's opriep, wegslingerde,
waren al zijn spieren gespannen voor een
oogenblikkelyk gevecht.
„Dat is ook niet noodig", repliceerde bru
taal de langste der bewakers, die intus-
schen een soortgelijk keldergat had open
geduwd. „Dit is je nieuw verblijf".
„Vriendelijke groet aan mijn buurman!"
kryschte de blinde met hooge overslaande
stem.
Een hand gelijk aan een klauw kwam
tusschen de tralies door, om die van den
Britschen officier te drukken.
Een koude rilling liep Gray over den rug:
dat wezen sprak Engelsch
„Wie is u?" vroeg hy beklemd.
„Een krankzinnige fakir", viel de bewa
ker in de rede. „Ga binnen. En jij stil", te
gen den ongelukkige.
Opnieuw verhief zich de verontwaardig
de stem van Gray, luid weergalmend in
het onderaardsch gewelf. En zijn overwicht
op de mannen was groot genoeg om ze te
doen zwijgen.
De fakkel schudde.
„Simla heeft nooit geschreven", mom
pelde de blinde na een waanzinnigen lach.
Gray werd in allerijl in het cachot ge
duwd en het deurtje dicht geklapt. Gren
dels werden verschoven, een sleutel knars
te in een roestig hangslot en de stappen
van cipier en escorte verwijderen zich.
Thans herhaalde de krankzinnige in het
oneindige het woord „Simla". Ook enkele
andere verstaanbare woorden wist hy uit
te brengen. Maar over het geheel was het
brabbeltaal zonder zin of beteekenis. Gray
had zijn kaken zoo vast op elkaar geklemd,
dat ze er pijn van deden: daar vlak naast
hem zat kapitein George Ian Galbraith
bijgenaamd Gigs die eenmaal behoord
had tot het X regiment en later tot den
„Geheimen Dienst", de achtste, die gezon
den was om den „Man met den Sluier" te
vinden, en hy zelf, majoor Colin Gray, rid
der van het Victoriakruis, was de negende.
HOOFDSTUK XIII.
De List.
Na het vertrek van Jaffir, den bewaker
van den harem, bleven Chirine en Diana
nog een oogeoblik zwijgend naast elkaar
zitten, zonder acht te slaan op Gulbundun,
die als gewoonlijk vroolyk babbelde.
De Perzische, die haar prille jeugd had
doorgebracht temidden van vrouwen, voor
wie intrigeeren een eerste levensbehoefte
is, bedacht, nu ze de eerste vlaag van ja
loezie te boven was, de onzinnigste planne
tjes, om het onderhoud van Diana met
Alam Khan uit te stellen.
Haar donkere oogen zagen nog donker
der; haar smalle handen rustten werkloos
op haar schoot.
Een gouden kistje met kristallen flacons,
die reukwerken bevatten, welke zij als tijd
verdrijf het één na het ander op den top
van één harer koele vingers geprobeerd
had, stond versmaad op een tabouret naast
haar. Drie der stoppen waren verwijderd
en een drukkende geur van narcis, roos en
jasmijn vervulde de lucht.
Diana Lindsay overlegde in stilte hoe
lang 't zou duren voor ze stierf, nadat ze
het vergif, dat Chirine haar beloofd had
had ingenomen. 1
„Chirine, de koopman in zyden stoffel»
is er weer", merkte Gulbundun op, terwijl
ze de lievelingshinde van de Perzische naar
zich toe trok en suikergoed voerde. „Hy
heeft een rol zijde bij zich van perziken-
kleur en van zoo'n mooie kwaliteit en zoo
soepel, als ik ze nooit gezien hebGeef
je me die?"
Chirine staarde het meisje peinzend aan.
De koopman in zijden stoffen!? Zou die ook
kunnen helpen? Ze kende hem wel: een
man met slimme oogen, die dikwijls in den
harem van den Cobra zijn stoffen kwam
verkoopen.
„Ik wil wel een zijden karpet van hem
koopen, altijd als hij er één bij zich heeft",
zei ze bedaard.
De klassieke manier om uit een harem
te ontsnappen of er zich in te smokkelen,
gerold in een tapijt, kwam haar in den zin.
Gulbundun schudde ontkennend haar
hoofdje.
„Hij heeft alleen maar zyden stoffen.
Zijde van allerlei kleur. Koop je voor mij
die rol van de perziken-kleur, ja Chirine?"
„Ja, ja dat is goed", antwoordde Chirine
afgetrokken.
Gulbundun maakte haar slanke vingers
los uit de omstrengeling van den hals van
het hertje, dat ze wegduwde.
„En het Engelsche meisje moet een jurk
hebben van rose gaas
Het gulden kopje voorover gebogen, keek
ze schuin met kritischen blik naar de wel
gevormde gestalte van Diana. Maar het
kleedingvraagstuk liet ze al gauw varen
om uit te vinden, waarom de beide ande
ren toch zoo stilzwijgend waren.
„Vertel 's waaraan jullie denkt?" vorder
de ze met kinderlijke heerschzucht.
(Wordt vervolgd).