DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Ontzettend familie-drama te Lochem.
Het standpunt der Sudeten-Duitschers
Zoon vermoordt zijn ouders, zijn zuster en
zwager en een pleegkind.
Zich zelf opgehangen.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 87
Woensdag 13 April 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Het verlangen naar autonomie en de aansluiting
bij Duitschland.
Benesj heeft ijzeren zenuwen.
Boerderij in brand gestoken.
De aigemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT.
I>it nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
(Van een bijzonderen medewerker.)
Het meest succesbelovende recept om
iets te weten te komen is de zaak in
kwestie van alle kanten te bekijken, om
het mooi te zeggen in toepassing te bren
gen den raad der Romeinen: Audi et al-
teram partem... het: Hoor beide partijen.
Wie dit intusschen doet, tracteert zich in
de meeste gevallen op een kleine desil
lusie... Janus zag er van voren
uit als een fatsoenlijk mensch, net pre
cies als u en ikliep men met een
boogje om hem heen en bekeek men
hem van achteren, dan kreeg men een
stuip van schrik.
Ik heb m(jn licht dan ook eens aan de
minderhedenzijde opgestoken en daar ik
hier deze geheele ingewikkelde geschiede
nis niet in den breede uiteen wil zetten
niet uit luiheid, maar omdat het u waar
schijnlijk doodelijk zou vervelen, daar
om zij hier begonnen met de eindconclusie,
waartoe een van mijn zegslieden kwam
een Duitsche politicus, die met beide voeten
op den grond staat en wiens eindconclusie
dan deze was: dat de Tsjechisch-Slowaak-
sche staat vergeten heeft het groote deel der
Sudeten-Duitschers tot vrienden te maken,
toen het nog tij d was. En hij vervolg
de: De vrees bestaat, dat in de Tsjecho-Slo-
waaksche binnenlandsche politiek datgene
zich zal herhalen, wat in de Europeesche
buitenlandsche politiek helaas te constatee-
ren valt, namelijk dat de democratische Wes-
tersche machten aan de Duitsche democratie
hardnekkig weigerden, wat zij het Duitsche
nationaal-socialisme in veel grootere mate
hebben moeten geven, en dat de Tsjecho-
Slowaaksche staat de Duitsche anti-democra
ten dat zal moeten toestaan wat zij den Su-
deten-Duitsche democraten onthouden heeft.
Dat wil derhalve zeggen: de volkomen
„Gleichberechtigung" der Duit-
schers in dezen Staat.
Het was zijn eerlijke overtuiging, dat de
Sudeten-Duitschers de Henleinpartij
in veel opzichten in haar recht is. Hij noem
de den gevoerden strijd niet „aufrichtig"
niet eerlijk want, zoo zeide hij, het gaat
niet alleen om het doorvoeren van hun na
tionale eischen in het kader van den Tsje-
ohp-Slowaakschen Staat, maar hun nevel
achtig, hun vaag omschreven einddoel is de
volle autonomie en het recht zich ook aan
andere „Staatsgebilde" aan te sluiten. Zeg
gen wij: Hun lot zelf te bestemmen....
Ik sprak met dezen rustigen, bezadigden
Duitscher ook over den zoo dikwijls gehoor-
den wensch naar Kultur-autonomie, en hij
wees er mij o.a. op, dat deze wensch als het
oorspronkelijke verlangen kan worden be
schouwd. Wij komen hier op het gebied van
autonomie inzake scholen, musea, bibliothe
ken, kerken enz. Zij wilden eigenlijk een
eigen „Kulturkammer" hebben. Deze kwestie
heeft ook en een niet geringen finan-
cieelen kant, het zou veel geld vereischen,
en die geldmiddelen zou de Tsjecho-Slo-
waaksche staat ter beschikking kunnen stel
len, wanneer zij den Duitschers een bepaald
deel der belastinggelden ter hand stelde.
Men zou derhalve eigenlijk willen: het recht
deze Kulturbelasting zelf door eigen orga
nen te laten innen en over het gebruik
dezer gelden vrijelijk te kunnen beschikken.
Zonder staatscontrole. Dat zegt, merkte mijn
zegsman hierbij glimlachend op, Henlein
met zooveel woorden niet, want daarvooi
is deze turnleeraar véél te slimEn hij
misschien niet alleen
Dat men den Duitschers intusschen zoo
veel mogelijk tegemoet zal komen, achtte hij
een vaststaand feit, en hij wees in dit ver
band op een mogelijke „Angliederung deut-
scher Abteilungen" in verschillende ministe
ries. Misschien, zei hij zeer voorzich
tig, zal het zoover komen, dat moeten wij
afwachten, want het hangt af van het ko
mende „Hodza-plan" Het Minderhedensta-
tuut zal te zyner tijd dienaangaande een
houvast kunnen geven....
Ik vroeg mijn verteller vervolgens, of men
met deze Kulturautonomie aangenomen
altijd dat die in den gewenschten vorm
wordt gegeven tevreden zou zijn, waarop
het antwoord luidde: Tevreden, dat is wel
een héél groot woordmen zal het dank
baar aanvaarden en het beschouwen als een
eersten stap op den goeden weg duidelij
ker: Henlein zal het gegevene als een spring
plank gebruiken. Goed springen valt intus
schen niet mee..,..
Eh sprekende over deze dingen, kwamen
wy ook op datgene, waarover ik u al heb
geschreven, de Henlein omgevende „Kame-
radschaftsbund". Het is een organisatie, die
maar betrekkelijk weinig leden telt het
zijn vroegere oorlogsdeelnemers en deze or
ganisatie heeft zich daar zij verboden
was zelf opgelost. Wat intusschen nog
niet wil zeggen, dat daarmee ook de leden
hebben opgehouden te bestaan. Iets wat wel
eens meer voorkomt. Een der meestbekende
leden dezer organisatie en de hoofdpersoon
naast Henlein was de tegenwoordig in En
geland vertoevende Walther Brandt, die het
begrip der volksgemeenschap difinieerde als
de eenheid der natie, van den geest, van het
bloed en van de cultuur.
Dat deze Henlein-partij voortreffelijk is
georganiseerd welke Duitsche organisatie
is dat niet?? zal ook zonder dat ik daar op
wijs, duidelijk zijn. Er werd mij dan ook
verteld, dat deze partij „in sich" een volko
men regeeringssysteem heeft ingericht, met
referenten voor binnen- en buitenlandsche
aangelegenheden, cultureele problemen enz.
enz. Het derde-rij ksche-voorbeeld is hier on
miskenbaar. Deze referenten dragen den
naam van Führer, en men vindt er Bauern-
führer, Arbeiterfüher, Gewerbeführer. Het
geheel is op typisch Duitschen voet inge
richt men heeft de indeeling in Kreise
met een KreisführerBezirke met een
Bezirksführeren Orte met een Orts-
führer.
Een zeer belangrijk onderwerp aldus
sprak deze Duitscher, een Duitscher met
wien men kon spreken zonder dat hij zelf
alleen den ganschen tijd aan 't woord was
een zeer belangrijk onderwerp sprak hii,
is het onderwerp der Minderheidsscholen.
Het zijn de Tsjechische scholen in de mee-
rendeels door Duitschers, de Duitsche scho
len in de door Tsjechen bewoonde ge-
bieden. Deze Tsjechische scholen worden
vaak door zeer weinig kinderen bezocht. Nu
garandeert de Grondwet eiken staatsburger
„Erziehung und Unterricht" in zijn moeder
taal, zoodat geen kind kan worden gedwon
gen een school te bezoeken waar een andere
taal gesproken wordt. Er is zoo zei mijn
verteller geen twijfel aan, dat Duitsche
kinderen door politieken of economischen
druk gedwongen worden Tsjechische scholen
te bezoeken. Nu kan men ook van Tsjechi
sche beambten, die in door Duitschers be
woonde gebieden hun dienst doen, niet ver
langen dat zij hun kinderen naar Duitsche
scholen zenden. Zjj, die hier werkzaam zijn.
hebben het toch al niet al te gemakkelijk en
zijn in deze gebieden aangesteld wegens de
zoogenaamde onbetrouwbaarheid der Duit
schers.
En zoo komt het, dat meer dan eens voor
één of twee of drie Tsjechische beambten in
een dorp een eigen school moet worden op
gericht, omdat de in het naaste dorp gele
gen Tsjechische school voor de Tsjechiscne
kinderen te ver af is
En nu ligt het voor de hand, dat de Su
deten-Duitschers het den Tsjechen kwalijk
nemen dat deze relatief meer scholen
bezitten dan zij.
Nu zou het beter zijn den eisch te stellen,
dat ook ieder Duitsch kind het recht werd
toegestaan in een Duitsche school te worden
opgevoed. Wat voor den een geldt luidt
de redeneering, die volkomen begrijpelijk is
dient ook voor den ander te gelden, maar
wie de Duitsche toelichting hoort, die denkt
onwillekeurig aan het woord van Neder-
landschen blo'ede, dat de een zonder de
gevangenis in te draaien een koe mag
stelen, terwijl de ander, die zich verstout
deze levende melk- en kaasfabriek over het
hek te bekijken, proces-verbaal krijgt.
En wilde men consequent zijn, dan zou
men kunnen verlangen, dat ook den kinde
ren van de in Tsjechische gebieden geplaatste
Duitsche beambten de mogelijkheid werd
gegeven daar Duitsche scholen te bezoeken.
En dat is naar men mij vertelde niet
het geval.
Zoodat, om kort te gaan, de hoofdzaak
deze is, dat men den Tsjechen niet alleen la
gere want daarom gaat het scholen af
neemt, maar den Duitschers méér lagere
scholen geeft. Het kan niet worden ontkend,
dat in de zuiver Tsjechische gebieden de
Duitschers te weinig lagere scholen bezitten.
Ook is men ontevreden over hetgeen men
pleegt te heeten de „Schullpalaste", dat is de
veel te dure bouw der Tsjechische minder
heidsscholen. Maar langzamerhand vermin
dert deze campagne daartegen, omdat, gelijk
de Duitscher glimlachend opmerkte, de
„fluistercampagne" zegt: Laat die Tsjechen
maar gerust mooie en dure scholen bouwen
in Duitsche gebieden, wanten wie weet
is hier misschien de wensch wel de vader
van de gedachteop den duur krijgen wij
ze t o c hü
Wie nu precies gelijk en wie nu precies
net ongelijk heeft, is niet te zeggen. Maar
feiten zijn feiten. Ongerechtvaardigd zijn
Een ontzettend drama heeft zich
Maandag en Dinsdag in het Geldersche
stadje Lochem afgespeeld. Een 33-jarige
jongeman heeft eerst zijn vader, moeder
en een 11-jarig jongetje vermoord, daar
na zijn zuster in huis gelokt en haar
vermoord, vervolgens zijn zwager van
het leven beroofd en tenslotte, na eerst
de woning een boerderij in brand
te hebben gestoken, zelfmoord gepleegd.
Het is een lugubere geschiedenis, die zich
aan den Zutfenschen weg even buiten het
stadje Lochem heeft afgespeeld. Gisteravond
laat het was ongeveer half twaalf ont
dekte men brand in de boerderij van de
familie Greutink. Onmiddellijk werd de
brandweer gealarmeerd, maar het gelukte
haar niet, het vuur te blusschen. De boer
derij brandde dan ook geheel af.
Merkwaardig genoeg zag men niets van
de bewoners der boerderij, zoodat men
vreesde, dat allen ia den brand waren om-
vele Duitsche klachten zeer zeker niet; het
komt er alleen maar op aan, op welke wijze
men ze uit en op welke wijze men probeert
zijn zin door te drijven.
En dat zal waarschijnlijk aan Duitsche
zijde niet altijd even tactvol geschieden
het artikel „tact" was nimmer van specifiek
Duitschen oorsprong
Intusschen is het rustig in Tsjecho-Slowa-
kije. En men ziet de ontwikkeling der din
gen vastberaden onder de oogen. Voor alles
is zelfbeheersching noodig en men herin
nerde mij aan een woord, kortgeleden door
Benesj gesproken: „Ik heb gelukkig ijzeren
zenuwen
Als Henlein en de zijnen daarover óók be
schikken is de zaak in orde
gekomen, of dat zij ergens op bezoek moes
ten zijn en nog niets gehoord hadden van
de ramp.
Zoodra de brand was uitgewoed, werd
onder leiding van den burgemeester van
Lochem, den heer R. van Luttervelt, een
onderzoek in het afgebrande perceel in
gesteld, waarbij men tot een vreeselijke
ontdekking kwam.
In de ruïne van de boerderij vond men
namelijk vijf verkoolde lijken, terwijl
bij een hooiberg naast de boerderij het
stoffelijk overschot van een zesden per
soon ontdekt werd.
Uit alles bleek duidelijk, dat men hier
met een groote moordpartij te doen had.
Onmiddellijk werd het parket te Zutfen
gewaarschuwd en terstond werd vannacht
een zeer uitgebreid onderzoek ingesteld. Dit
onderzoek heeft voorloopig het volgende
uitgewezen:
Zeer waarschijnlijk heeft de 33-jarige zoon
G. H. Greutink, wiens lijk buiten de boer
derij werd gevonden, in den nacht van
Maandag op Dinsdag zijn vader en moeder,
den 65-jarigen G. H. Greutink en de 67-ja-
rige Z. G. Greutink-Pasman, vernaocfd. Ook
het 11-jarig jongetje Keihout, een zoontje
van een te Lochem wonende weduwe, dat
bij de fam. Greutink was uitbesteed, is toen
zeer waarschijnlijk het slachtoffer van den
moordenaar geworden.
De moordenaar werd Dinsdagmiddag
in Lochem gezien. Men acht het waar
schijnlijk, dat hij zich toen heeft bege
ven naar zijn getrouwde zuster, de 27-
jarige B. J. Kuypers-Greutink en haar
heeft overgehaald naar de boerderij van
haar ouders te komen. Toen de vrouw
daar aankwam, is zij door haar broer
vermoord. Haar stoffelijk overschot werd
in de boerderij vlak bij de voordeur ge
vonden.
Omstreeks half zes heeft haar man, de
25-jarige J. J. Kuypers zich eveneens naar
de boerderij begeven, waarschijnlijk om
daar zijn vrouw, die niet thuiskwam, te ha
len. Ook hij is het slachtoffer geworden van
den moordenaar.
Zelfmoord gepleegd.
Zoo had de moordenaar binnen 24 uur
vijf menschen van het leven beroofd, zonder
dat er iets van was uitgelekt. Wat hij daarna
gedaan heeft, is niet bekend.
Eerst doordat de brand ontdekt werd,
kwam men op het spoor van het misdrijf.
Het kan bijna niet anders, of de moordenaar
heeft nog eenige uren in het doodenhuia
rondgezworven en heeft daarna de boerderij
in brand gestoken. Toen heeft hij zich door
ophanging in den hooiberg zich van het leven
beroofd.
De motieven van den dader zijn niet be
kend. Wel weet men, dat hij sinds lang met
zijn vader in minder goede verstandhouding
leefde. Ook acht men verstandsverbijstering
niet uitgesloten.
De boerderij wordt door de politie bewaakt
en niemand mag zich voorloopig op het ter
rein begeven.
Nadere bijzonderheden.
De brand in de boerderij werd toe
vallig ontdekt door een automobilist uit
Enschedé, die ter plaatse passeerde. Hij
stopte onmiddellijk, begaf zich naar het
brandende perceel, doch ontdekte nie
mand. Wel hoorde hij het vee loeien en
dadelijk trachtte hij de koeien en pin
ken te redden. Het gelukte hem, vijf
pinken los te snijden en uit den stal te
drijven, maar hij zag geen kans meer,
om de overige vijf koeien en een paard
naar buiten te brengen.
De Enschedeër waarschuwde vervolgens
de buren, die de Lochemsche brandweer
alarmeerde, terwijl tevens de burgemeester
werd gewaarschuwd. Terzelfder tijd reed de
Enschedeër naar de rijksveldwacht, die hij
met het gebeurde op de hoogte stelde. Na
tuurlijk wist op dat oogenblik nog niemand,
wat er eigenlijk geschied was.
Alkmaar, 13 April.
Het eerste contact tusschen de nieuwe
Fransche minister-president Daladier en
de Kamer is op een eclatant succes voor
Daladier uitgeloopen. Zijn regeeringsver-
klaring was sober, Daladier wees op den
ernst der tijden en het gevolg was, dat de
Kamer met 576 tegen 5 stemmen haar
vertrouwen uitsprak in de nieuwe regee
ring.
Wat natuurlijk een mooi succes was.
Maar veel zegt dat nog niet, want het is
meer gebeurd, dat bij een regeeringsver-
klaring de overwinning volkomen was.
Zoo kreeg Chautemps eens een meerder
heid met slechts één stem tegen en enkele
weken later moest Chautemps aftreden.
Toen was het vertrouwen opgezegd! Waar
mee we maar willen zeggen, dat ook dit
ministerie nog lang niet zeker is van haar
positie. Dat zal pas blijken, als de finan-
cieele wetsontwerpen aan de orde komen.
In zijn regeeringsverklaring heeft
Daladier gewezen op den toestand in en
buiten Frankrijk. Rondom ons is Europa
bezig, zich te hervormen, aldus Daladier
en hij vervolgde: nieuwe ideologieën be
zielen de volken. Staten verdwijnen, ter
wijl nieuwe rijken zich vormen. Daarom
overschrijdt de nationale defensie thans
het plan der militaire organisatie.
De nationale verdediging eischt een
krachtig economisch beleid. Zij kan geen
vertraging of stilstand van de productie
gedoogen, vooral niet in die industrieën,
welke ten bate van de veiligheid van het
land werken.
Pe regeering doet daarom een beroep
op de wijsheid en de vaderlandsliefde der
arbeiders en werkgevers. De arbeiders
moeten er zich rekenschap van geven dat
de bezetting der fabrieken in het geheele
land een gevoel van ongerustheid ver
spreidt, dat noodlottig dreigt te worden. De
patroons moeten de sociale wetten loyaal
toepassen, waaromtrent zij zelf hebben
verklaard ze als definitief te beschouwen.
De nationale defensie bevat vóór alles
de verdediging des vredes. De regeering is
vastbesloten overal de belangen van
Frankrijk en de integriteit van het rijk te
verdedigen. Zij zal niet dulden dat de
grenzen, de verkeerswegen en de koloniën
des lands worden bedreigd, evenmin dat
buitenlandsche invloeden of een door on-
gewenschte buitenlanders uitgelokte agi
tatie inbreuk maken op de algeheele vrij
heid harer besluiten. Of het er om gaat
zijn vriendschapsbanden nauwer aan te
halen, van zijn trouw aan alle pacten en
verdragen te getuigen, het is onont
beerlijk de eensgezindheid van alle natio
nale krachten te verzekeren.
Wij willen vrede met alle volken, welk
ook hun politiek regiem is, vrede gepaard
gaande met eerbied voor het recht en niet
als een voorbereiding tot dienstbaarheid.
Daartoe doet de regeering een beroep op
de Fransche broederschap, die altijd het
heil des lands heeft verzekerd.
Het oogenblik is gekomen om te bewij
zen, dat Frankrijk het hoofd kan bieden
aan de gevaren, die het bedreigen, en
tevens trouw blijven aan zijn eigen aard.
Wij vragen de natie één van die wonderen
mogelijk te maken van vrijheid en vrede,
welker lange reeks onze geschiedenis ver
lucht. Wij vragen u, met helder inzicht te
denken aan de grootheid en duurzaamheid
der lotsbestemmingen, waarmede gij, even
als wij, belast zijt.
In het door de regeering-Daladier opge
stelde wetsontwerp tot financieel herstel
wordt gezegd, dat de schatkist in 1938 in
het geheel lasten zal dragen ten bedrage
van ongeveer 35 milliard. Er moeten dus
zonder verwijl financieele maatregelen ge
nomen worden, om het begrootingstekort
aan te vullen en de bedrijvigheid te stimu-
leeren, waardoor de wegen voor een
definitief herstel geopend worden. De
regeering vraagt de middelen om de
maatregelen bij decreet ten uitvoer te
leggen. Deze maatregelen zullen, behalve
herstel der begrootingseenheid ten doel
hebben verbetering van de handelsbalans
en toeneming van de hulpbronnen van
den staat met behulp van een gematigde
fiscale krachtsinspanning, welke de pro
ductie niet belemmert, herziening der
bijzondere rechten, verhooging der speciale
belasting op de ondernemingen, die voor
de landsverdediging werken, herziening
der douanerechten, onderdrukking van
fraude, verhooging van de rechten op de
ondernemingen, die profiteeren van een
feitelijk of rechtelijk monopolie.
Verder is de regeering voornemens de
Bank van Frankrijk een nieuwe verhoo
ging te vragen van de voorschotten aan
den staat, binnen de limiet van tien mil
liard, waarbij de regeering van deze voor
schotten slechts gebruik zou maken in de
mate, waarin een leening niet de noodige
gelden zou opleveren.
Het programma der regeering, dat voor
al de dringende maatregelen omvat, zal
aangevuld worden met een geheel van
wetsontwerpen, dat in staat zal stellen het
economisch herstel des lands en de finan
cieele saneering voort te zetten.
Tot zoover de regeeringsverklaring, die
natuurlijk niet volledig is. Wij heben ech
ter het voornaamste ervan hier overgeno
men.
Zooals we reeds in den aanvang schre
ven, kreeg Daladier de overgroote meer
derheid, zoodat hij vol moed zijn eigen
lijke taak kan beginnen. Een moeilijke
taak, omdat het land verarmd is, en om
dat de arbeidersbevolking zoo verdeeld is
en thans haar heil zoekt in vele stakingen.
Weliswaar zijn reeds maatregelen geno
men tegen de werkstakingen, maar in al
te veel bedrijven ligt het werk nog stil en
zelfs kan men hier en daar nog uitbrei
ding van stakingen constateeren.
Veel, heel veel zal afhangen van de hou
ding der socialisten. Zij kunnen het kabi-
net-Daladier een krachtigen steun geven,
zy kunnen het ook tegenwerken en in het
laatste geval zal ook de nieuwe minister
president het niet lang volhouden.
Dat men niet te veel op de socialisten
mag rekenen, blijkt wel uit het besulit
van de socialistische Kamergroep. Deze
besloot met 58 tegen 43 stemmen om voor
loopig de regeeringsverklaring te accep
teeren. Maar de stemverhouding wijst er
wel op dat de socialisten het nog- lang niet
CeVoor Frankrijk is het te hopen, dat de
regeering van Daladier kan blijven steu
nen op een krachtige meerderheid