flitsen van het witte doek. Aan de Film de Toekomst BRIGITTE MORNEYen WILLYBIRGEL De regisseur als ,f i I m d i c h t e r" Ondanks tal van technische en artistieke problemen. FLORENCE RICE. p ONZE BIOSCOPEN. DERDE BLAD. De film „San Francisco" was in vele opzichten een merkwaardig pro duct. Het gegeven was eerder geschikt om tot een melodrama te voeren dan tot een dramatiseering, waarin de figuren ook psychologische diepte kregen. Doch daar stond tegenover, dat de „story telling" van den regis seur zoo levendig was, en met zoo'n technische vaardigheid en zooveel entrain op het celluloid gezet, dat men hetgeen er aan de originaliteit van het scenario mocht ontbreken, graag vergat voor de knappe wijze waarop de film ons werd voorgezet. En tenslotte was er de weergaloos ge filmde episode van de aardbeving, die in filmisch opzicht een knappe prestatie ge noemd kon worden en die ook dramatisch uitstekend geconcipieerd was. Nadien zijn er nog enkele van die tech nische meesterstukken geweest, waarvan we de sprinkhanenplaag uit „Goede aar de" en de orkaan uit „Orkaan" nog duide lijk in onze herinnering hebben. Deze episodes beteekenden meer dan technische meesterstukjes alleen. Ze waren niet alleen een bewijs voor de hoogte waarop de verschillende technieken, die dan teza men den naam van filmtechniek dragen, op het oogenblik staan, doch ze toonden aan tot welk een uitermate beeldend mid del de celluloidstrook is geworden. Elk van deze drie episodes die nog eenzaam staan tusschen het vele, dat de studio's verlaat, liet een tipje zien van de ontzag wekkende mogelijkheden van expressie, welke de film in de toekomst zal weten te bieden, zoodra het mogelijk zal zijn ge worden om op het stuk der filmproductie af te wijken van de routine, die op het oogenblik gangbaar is en zoodra de film- artisten de volle kracht van hun verbeel ding zullen kunnen uiten in werken, waarin niet een magazine-verhaaltje den grondslag van een doorzichtige intrigue vormt, doch waarin de beteekenis van het werk van den regisseur als filmdichter ten volle tot ontplooiing kan komen. De film als kunstvorm is reeds lang ontdekt en de mogelijkheden van het nieuwe uitdrukkingsmiddel zijn aange toond en beproefd. Maar de gelegenheid om die mogelijkheden in al hun rijkdom toe te passen is nog vaak te veel beperkt. De toekomstproblemen van de filmkunst zijn dan ook niet van technischen aard al mag de beteekenis van de zich ontwik kelende kleurentechniek en van de stereo film niet onderschat worden maar zullen het zoeken naar een zinrijken en autonomen film-inhoud beteekenen. En het schijnt wel, dat de filmindustrie op het oogenblik een beslissend stadium door maakt, waarin de periode van de gesche- matiseerde filmscenario's langzamerhand afgesloten wordt. Het is toch een feit, dat door geen enkelen deskundige meer ont kend wordt, dat het verhaal, waarop nog een aanzienlijk aantal van de tegenwoor dige rolprenten is gebouwd even primitief als conventioneel is. En nu mag het waar zijn, dat in werken waarvan de makers er in 'de eerste plaats naar gestreefd hebben hun publiek een boeiend amusement te verschaffen, geen diepgaande verwikke ling noodig is om een aantrekkelijk geheel te scheppen, het is evengoed waar, dat het op den duur onmogelijk is de gebruikelijke film-dramatiek tot in het oneindige te herhalen. Wie geregeld filmwerken ziet, moet tot de erkenning komen, dat hij tel kens weer situaties en wendingen in het scenario opmerkt, die in een soortgelijken vorm, en misschien onder wat andere om standigheden, in verscheidene vorige films ook te zien waren. Er is in dat opzicht een soort traditie ontstaan; het publiek aan vaardt geen afwijking van bepaalde dra matische verwikkelingen en typeeringen. En de filmmakers, die het publiek beter kennen dan het publiek zichzelf, zullen er niet over denken om hun geld en hun reputatie te wagen aan een inbreuk op die geijkte vormen. Maar op een gegeven oogenblik zal aan het licht komen, dat het publiek zélf geen belangstelling meer toont voor privé-secretaresjes, die met hun patroon trouwen; voor mooie doch ters, die tegen hun wil met een rijken vriend-des-huizes moeten trouwen en eigenlijk verliefd zijn op geniale, maar miskende kunstenaars of voor vele andere verwikkelingen, die niet langer eenig in hun soort zijn En den laatsten tijd is reeds waar te KATHARINE HEPBURN. - Een interessante camerastudie die de Rr^-O fotograaf Ernest A. Bachrach van Katharine Hep burn maakte, bij de opnamen van „Artisten Ingang". (Stage Door). nemen, dat de bioscoopgangers aan minder universeele geschiedenissen de voorkeur geven en een diepgaander en meer omvat tende uitbeelding der onderwerpen op prijs weten te stellen. Toen het gewoonte werd om in plaats van één ster, twee of drie vooraanstaande kunstenaars in een film samen te brengen, schudde men in de filmwereld hier en daar het hoofd en werden er aanmerkin gen gemaakt op wat men als spilzucht of grootdoenerij beschouwde. Tegenwoordig komt er geen enkele film van eenige be teekenis meer uit, waarin niet drie, vier, soms wel een tiental bekende namen voorkomen. En niemand maakt er aan merkingen op, omdat men tot het inzicht is gekomen, dat het samenspelen van ver scheidene knappe kunstenaars de uitwer king van het scenario minder eenzijdig en oppervlakkig doet zijn en de mogelijk heden vergroot. Indrukwekkende episodes, om welke op het oogenblik nog een heele filmische handeling wordt gebouwd en die met hun ongewone uitdrukkingskracht als phenomenen boven alles uitsteken, nemen hand over hand toe in aantal en in geraffineerde verfilming. En wat gisteren als bravour werd beschouwd is vandaag nog wel onvergelijkbaar, maar al geen unicum meer en morgen zal blijken, dat de stap vooruit niet meer ongedaan te maken is en dat de uitzondering zich tot regel zal moeten ontwikkelen. Niet omdat het publiek een heele film vol groot scheeps verfilmde en imposante gebeurte nissen wenscht in den trant van de charge van de lichte brigade, de aardbeving in San Francisco of welke andere kracht prestatie dan ook, maar omdat de film producers wél tot de conclusie zullen ko men, dat in de toekomst niet een enkele passage, maar de geheele film in dien praegnanten en karakteristieken filmstijl gemaakt zal moeten worden. In dit opzicht kan de meening van Jack L. Warner, de vice-president van Warner Bros First National Pictures zeker als karakteristiek gelden: „Vooruitgang in het amusementsbedrijf heeft altijd plaats in tijden, wanneer een middelmatige film geen aantrekkings kracht meer bezit. Het is niet de eerste keer, zoolang ik in het filmbedrijf werk zaam ben, dat de theater-ontvangsten een dalende lijn te zien geven", aldus Jack Warner. „De aangewezen weg om de groo- tere recettes te verkrijgen is betere films., betere prijzen en een oordeelkundig uit brengen. Nooit stelde ik meer vertrouwen in het filmbedrijf dan op het oogenblik. De concurrentie wordt met den dag zwaarder en het is zeer moeilijk om een eerste plaats in de film-productie te blijven innemen. Mijns inziens gaan we dan een overgangs periode tegemoet. Iedere film-producent vraagt zich voortdurend af, op welke wijze het mogelijk is de kosten te verlagen, zon der aan het niveau van de film afbreuk te doen. Het antwoord hierop luidt: dit zal nooit samen kunnen gaan, aangezien wij ons in een tijd bevinden waarin de pro ductie-kosten hoog zijn, veroorzaakt door ontelbare factoren, waaraan wij weinig of niets kunnen doen. Een ieder, bekend met de in ons bedrijf heerschende toestanden, zal mijn meening deelen dat de mogelijk heid uitgesloten is om goede films te pro- duceeren, door er minder aan ten koste te leggen. Integendeel, men zal er toe moeten overgaan meer kapitaal te investeeren. Zelfs bij de scherpste controle in onze stu dio's, overscnrijden wij vaak nog het budget. Wat onze eigen organisatie betreft, waar jaarlijks 60 films geproduceerd wor den, stel ik er prijs op te verklaren, dat wij ons door alle redelijke voorzorgsmaatrege len beschermd hebben. Dit is echter niet voldoende. Steeds trachten wij meer goe de scenario's aan te koopen en onze artis- ten-staf uit te breiden. Vast staat dat het groote aantal films, dat wij momenteel produceeren, al onze energie opeischt". Willy Birgel, die een der sterkste Duitsche karakterspelers van dezen tijd genoemd mag worden en wiens gave creatie wij op het oogenblik in „De Melodie uit het Verleden kunnen bewonderen, is eerst vrij laat aan de film gekomen. Vrij laat, nadat hij reeds jarenlang op het tooneel triomfen had gevierd. Hij speelde het eerst de rol van den secretaris van Vorst Woronzeff in de gelijknamige Ufafilm, daarna trad hij op in „Een man wil naar Duitschland". In „Barcarolle" viel hij echter eerst goed op en deze film beteekende voor hem het begin van een zeer roemrijke periode. Wij hebben hem daarna nog kunnen zien in „Zwarte Rozen" met Lilian Harvey, in „De Laatste Nacht", „De Spion", „Verbannen" en „Fanny Elssler", alle Ufafilms, die hun succes voor een belangrijk deel aan zijn gaaf spel, zijn sterke creaties, te danken hebben. Voordien had hij ook op het tooneel belangrijke opdrachten te vervullen gekregen. Hij heeft in „Hamlet", in „Heinrioh IV", „Richard III", „Mephisto" en andere be langrijke werken meegespeeld. Zijn grootste tooneelsuccessen heeft hij in het Nationaal Théater in Mannheim behaald. Hij heeft daar ook tijdens zijn filmarbeid nog langen tijd gewoond, maar dit werk heeft hem thans zoo in beslag genomen, dat het heen en weer reizen niet langer mogelijk bleek. Hij heeft thans een prachtige villa aan de Wannsee gekocht. Van zijn filmcreaties moeten wij tenslotte nog die in „Slotaccoord" vermelden, Brigitte Horney, Birgel's tegenspeelster in „De melodie uit het Verleden" heeft nog niet zooveel films op haar naam staan. Het laatst hebben wij haar nog kunnen zien in „Brandend Goud", eveneens een schepping van den befaamden regisseur Viktor Tourjanski. Voordien heeft ze nog meegespeeld in „Savoy-Hotel 217", als de tempe ramentvolle tegenspeelster van Hans Albers. Nadat zij in een kleine onbelangrijke avant-garde-filmpje een rol had vervuld viel haar talent terstond op en werden haar tal van aanlokkelijke aanbiedingen gedaan. Doch zij heeft daaraan weerstand weten te bieden. Ze vond zichzelf nog niet bekwaam genoeg en heeft toen eerst veel ervaring in provinciale théaters opgedaan. Behalve de hierboven genoemde Ufa-films heeft men ook in Engeland onlangs een film met Brigitte Horney gemaakt. Zij is de dochter van een onderwijzer en werd in Bremen geboren. 9 Het bekoorlijke meisje, dat de hoofdrol speelt naast Joe E. Brown in de nieuwe RKO Radiio film „Riding on Air" is er trotsch op een dochter te zijn van Grantland Rice, be kend sport-verslag- gever, promotor en schrijver. In Cleveland geboren, verhuisde zü spoedig naar New York, waar zij werd groot gebracht. Zij be zocht tooneelscholen in New York en in Europa. In 1934 maak te Florence Rice haar filmdebuut in „Fugi- tive Lady" en speelde daarna successievelijk in „Death flies East", „Pandc on the Air", „Carnival", „Under Pressure", Ennemies", are in „Sworn „Wowien trouble". „Under Cover of the Night" en „The Longest Night". Zij schrijft evenals haar vader, die zijn bekende sportrubriek met een paar versregels inleidt, gedichten. En die blijken nog niiet eens slecht te zijn!! WEE WILLIE WINKIE. City Theater. Zooals alle voorgaande werken, waarin Shirley Temple de hoofdrol vertolkte, is ook deze film in alle opzichten „af" te noemen, niet alleen dat het wereldbekende meisje haar rol meesterlijk vertolkt, ook zij die met haar dit grootsche werk tot stand brachten, hebben hun aandeel op geniale wijze hierin tot uiting gebracht. Vlot spel, afwisseling van vroolijkheid, barschheid en ook wat ernst, zijn alle ver- eenigd in deze bezienswaardige film „Wee Willie Winkie". Wat de inhoud betreft, deze stemt in vele opzichten overeen met de film „De Bengaal- sche Lanciers". Zooals deze zich afspeelde in verre Afghaansche gebieden, is het ook hier in 't gevaL Shirley komt met haar moeder, doordat haar vader is overleden, op een post aan, waar een afdeeling soldaten is gelegerd, die de Afghaansche strooptochten en opstanden tegen moeten gaan, en waar haar grootvader, een norsch man, aan het hoofd staat. De kennismaking is dan ook niet al te vriendelijk, maar anders is het met de korporaal (Victor Mc Laglen). Met hem is xe den geheelen dag in de weer. Alles kan ze van hem gedaan krijgen, waardoor er tal van scènes ontstaan, die onze bewondering wekken voor dit tweetal. Ondertusschen zijn er natuurlijk geschillen bij de Afghaansche troepen, waardoor ook de film zijn span ning niet mist. Bij een der verkennings expedities, het gevolg van een verrassenden «anval der Afghanen, wordt Shirley s vriend en korporaal raak geschoten, waar aan hij, met Shirley aan z*n bed sterft. Treffend is haar liedje, dat 1y zingt, leiwt! hij zijn laatste ademtocht uitblaast. Den nacht, die daarop volgt, kan ze natuurüjk niet slapen. Stil weet ze haar bedje uit te stappen, zich aan te kleeden, om het opper hoofd der opstandelingen te vragen vrede te willen sluiten en niet meer menschen dood te schieten, zooals dit met haar vriend, den korporaal, het geval was. Deze scène, waarin ze door een onbetrouwbaren knecht van haar grootvader naar het opperhoofd wordt ge voerd, is het voorspel van het einde, want door haar toedoen, wordt na nog eenige leu ke en ook spannende momenten, eindelijk de vrede gesloten. Wee Willie Winkie is een alleszins geslaag de film, die ieders bewondering zal opvragen. Het voorprogramma bestaat uit een uitge breid journaal, een aardige gekleurde tee kenfilm en een komische film „Ik vraag excuus". ONDER GELE VLAG. Theater Harmonie. Hans Albers is nog altijd de krachtfiguur, die in allerlei gevaarlijke situaties als de reddende engel, of liever als een wrekende demon, kan optreden en waar hij zijn sterke schouders tegenaan zet wijkt het gevaar en worden onschuldige vrouwen bevrijd van individuen, die het met de reine liefde op een accoordje willen gooien. Ook in deze film is Albers weer de kracht figuur, de lieveling der vrouwen en het zijn ditmaal twee vrouwen van geheel verschil lend karakter die met elkaar den strijd aan binden om hun afgod voor het leven aan zich te kunnen vastketenen. Een schip moet in quarentaine en de zieke vlieger Diercksen in de gestalte van Hans Albers maakt daardoor kennis met de be koorlijke journaliste Helen Roeder Olga Tschechowa. Dat is de vrouw nummero een, maar er is nog een tweede in de gedaante van zuster Dolores Dorothea Wieck een vrouwtje, dat tot dusver alleen om haar plichten gedacht heeft, maar dat ontluikt naast de zonnige natuur van een man als Hans Albers. Er wordt een ziekenrapport verwisseld en Diercksen verliest, doordat men hem van een hartkwaal verdenkt, het leiderschap van een expeditie. Zuster Dolo res heeft dat op haar geweten, maar het komt natuurlijk uit en dan trekt Diercksen per vliegtuig naar de wildernis en komt er juist op tijd om zijn door inlanders in hun blokhut uitgerookte vrienden te ontzetten. Helen reist met de hulpexpeditie mee en te midden van 't cerwouw vinden de man en de vrouw, die voor elkaar bestemd zijn, elkaar terug en breekt het oogenblik aan, dat de projectie van het doek verdwijnt en het licht in de zaal weer opgaat omdat iedereen be grepen heeft, dat de ware Hij en de ware Zij elkander gevonden en gekregen hebben en de geschiedenis dus uit is. Wie Hans Albers nog eens als beschermer van eer en deugd wil zien en zich wil ver lustigen in zijn gevechten met onbetrouw bare caballeros mag deze film niet verzui men. Er wordt goed spel gegeven en er is een bonte afwisseling van avonturen. Vooraf g&at veel wereldnieuws, een sport film en een schitterende weergave van zang en dans. „DE MELODIE UIT HET VERLEDEN". Victoria-Theater. Met de film „Die verklungene Melodie" waarin Willy Birgel en Brigitte Horney zcxi ontroerend spelen, heeft de Ufa een uitste kende beurt gemaakt. Het is inderdaad een film en we hebben dit op deze filmpagina al zoovaak betoogd die weinig meer aan beveling noodig heeft dan wat er in zoo ver schillenden toonaard over geschreven is. Dat Willy Birgel een uitstekende karakterspeler is en dit ook in deze film zoo duidelijk de monstreert, was bekend, dat echter Brigitte Horney zulk een schitterend (op het bril- lante af) spel weet te geven, is toch wel een verrassing te meer. Zij is hier de vrouw, die lief heeft met heel haar hart en ziel en ze voelt zich reeds bij voorbaat geaccepteerd door den man, met wien ze dagen en dagen lang in de woestijn heeft moeten doorbren gen tengevolge van een vliegongeluk. Ze waagt 't hem dit te zeggen, op-den-man-af en een botte weigering is het gevolg. Ze vlucht en trouwt in Amerika met een musi cus, uit welk huwelijk een zoon geboren wordt. Dan in New York 5 jaar later ont moeten Brigitte en Willy elkaar en haar üefde voor hem bleek nog onveranderd. Ze besluit men den man, die ze lief heeft, weg te gaan, doch doet dit niet in het besef, dat anderen haar meer noodig hebben en in de wetenschap, dat ze voor zich zelf geen egoïst mag zijn, ze gaat niet en blijft bij haar kind. Het geheel een prachtige en bovenal subtiel gespeelde film. Uit het voorprogramma noemen we in teressant binnen- en buitenlandsch nieuws, een aardige éénacter en een goede Uufa-cul- tuurfilm over de laagste temperaturen op aarde. WAAGHALZEN VAN DE RACEBAAN. Roxy-Theater. Inplaats van het tweede hoofdnummer „Pennies from Heaven", dat eerst heden avond in het programma kan worden opge nomen, omdat de verzending te laat is ge schied, werd een voorprogramma gegeven met eenige mooie journaals (o.a. opnamen van BelgiëHolland te Antwerpen, een aar dige komische twee-acter, getiteld Ik vraag excuus, een teekenfilm, enz. Het hoofdnummer: „Waaghalzen van de race-baan" beloofde groote sensatie. En dat is het inderdaad geworden, wat zeer begrij pelijk is. Als men weet, dat de hoofdper sonen Tom Morton en Skids, bekende auto rijders zijn op de racebanen. Tom is reeds beroemd. Hij komt te weten, dat hij nog een broer heeft. Maar deze mag daar niets van bemerken. Tom helpt Skids op allerlei ma nieren. Jammer is het daarom, dat Skids zich ook erg aangetrokken gevoelt tot Erleen Hart, het meisje van Tom. Maar deze Erleen weet alles in 't goede spoor te houden. Toch kan zij niet verhinderen, dat het juist kort voor de groote race tusschen de twee broers tot een hevige botsing komt. Skids delft het onderspit, doch zal zich op de racebaan wel beter doen gelden. Als concurrent van zijn broer veroorzaakt hij een ernstig ongeluk voor Tom en zijn helper. Deze laatste sterft en Tom wordt opgenomen in het ziekenhuis. Dan pas verneemt Skids, dat hij zijn broer bijna het leven heeft benomen. Vol berouw gaat hij naar het ziekbed, maar Tom heeft hem reeds vergiffenis geschonken. Skids zal nu een echt coureursbewijs krijgen en moet zich gaan trainen voor den grooten prijs van Iridianapolis. Dit gebeurt. Gevlucht uit het ziekenhuis weet Tom de groote race bij te wonen en met zijn hulp moet ten slotte de overwinning nog bevochten worden. De meest spannende tafreelen volgen in deze film elkaar op. Er zit gang en tempo in. Er wordt goed gespeeld en de scènes op de autoracebanen zijn sensationeel van het begin tot het einde. Charles Quigley, Eddie Nugent en Dorothy Wilson spelen de hoofdrollen uitstekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 12