DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Felle uitslaande brand in het hartje van de stad. De danszaal van het café Van Gijzen geheel uitgebrand. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330. No. 96 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Maandag 25 April 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang De algemeene toestand. Schaarsche berichten uit Spanje. Poolsch-Tsjechisch grens incident. Intusschen al geregeld. Kostbare postduiven in de vlammen omgekomen. ALKMAARSCHE COURANT. Alkmaar, 25 April. Op het congres der Sudeten-Duitsche par ty, dat Zondag gehouden is, heeft de leider, Konrad Henlein, de volgende eischen ge steld: le. Algeheel herstel der gelijkheid van rechten en status der Duitschers met de Tsjechen. 2e. Erkenning der Sudeten-Duitsche groep als rechtspersoon. 3e. Vaststelling en erkenning van het Duitsche vestigingsgebied. 4e. Organisatie van Duitsch zelfbestuur voor het geheele openbare leven in het Duitsche vestigingsgebied. 5e. Invoering van wettelijke beschermende bepalingen voor de onderdanen, die buiten het eigenlijke gebied van hun volk wonen. 6e. Herstel der onrechtvaardigheden sedert 1918 tegenover de Sudeten-Duitschers be gaan en vergoeding van de door dat onrecht berokkende schade. 7e. Erkenning en toepassing van het be ginsel: in Duitsch gebied Duitsche overheids ambtenaren. 8e. Volledige vrijheid zich uit te spreken ten gunste van de Duitsche nationaliteit en de Duitsche wereldbeschouwing. Henlein heeft deze acht punten in een rede nader uiteen gezet en in die rede o.m. ge zegd, dat de poging, om een volledige en eer volle oplossing te vinden voor het Sudeten- Duitsche probleem, n.L het vormen van een minderhedenstatuut, is mislukt. De bestaan de regeling van de minderhedenkwestie kan slechts het onrecht verlengen. Toch moet het voor een regeering niet moeilijk zijn de openbare meening te wijzigen, spreker is overtuigd, dat het Tsjechische volk den vrede liefheeft en bereid is tot verzoening. Hij ge looft niet aan den haat, doch men moet be vrijd worden van een opruiende pers. Vervolgens zeide Henlein, dat de Sudeten- Duitschers na twintig jaar van onderdruk king niet kunnen deelnemen aan de feesten van het twintig jarig bestaan van Tsjecho- Slowakije. In deze twintig jaar hebben de Tsjechen niets gedaan om de zielen van de Duitschers te winnen, meer dan ooit voelen zy zich thans nog slaven. Spreker vraagt de I Tsjechische staatslieden of zy zich nog het memorandum herinneren, waarin werd ge zegd, dat de algemeene toestand in Tsjecho- Slowakije maakte dat de Tsjechen doods vijanden waren van de Duitschers. Indien men vriendschappelijke betrekkingen wenscht, dat moet eerst een einde worden gemaakt aan dit sprookje, de openbare mee ding moet worden gewijzigd, dat Tsjecho- Slowakije het bolwerk van het slavendom zou zyn tegen den Duitschen drang naar het Oosten en de buitenlandsche politiek van Tsjecho-Slowakije moet worden gewijzigd. Tsjecho-Slowakije heeft twintig jaar tij gehad een voor alle partijen bevredigenden toestand te scheppen. In dezen tijd heeft de regeering haar beloften niet gehouden en is de verplichting van het verdrag van Saint Germain niet nagekomen en ook is zy de verplichtingen van de grondwet niet nage komen. In plaats van een tweede Zwitser land is een Tsjechische diktatuur ingesteld. Henlein beklaagt zich er verder over, dat de Sudeten-Duitschers niet vrij zijn. De ware Tsjechische democraten begrijpen de Sude ten-Duitschers. De Sudeten-Duitschers wil len noch een binnenlandschen, noch een buitenlandschen oorlog, doch zij kunnen niet lang meer een toestand dulden, welke oorlog in vredestijd beteekent. Het spreekt vanzelf, dat de acht punten van Henlein in Duitschland met vreugde be groet en onvoorwaardelijk goedgekeurd zijn. Men zegt in Berlijn: dit programma is logisch en redelijk. Het komt overeen met de denkbeelden, die gedurende den wereld oorlog door de stichters van den Tsjecho- Slowaakschen staat ontwikkeld werden. Het staat thans aan de regeering te Praag de noodige besluiten te nemen. Het is onver mijdelijk, dat in het kader van den Tsjecho- Slowaakschen staat, die in werkelijkheid een herstel van Groot-Bohemen zou moeten zyn, alle nationale groepen een groote vrijheid krijgen. In het gebied der Sudeten-Duit schers moeten Sudeten-Duitsche ambtena ren in functie zijn. Het denkbeeld om van Tsjecho-Slowakije een tweede Zwitserland" te maken, doet weer opgeld. Menverklaart, dat het een Europeesche kwestie is, die in het belang van den vrede geregeld moet worden. De „Montag" schrijft: „De Tsjecho-SJo- waaksche staat bestaat twtintig jaar. Drie- en-een-half millioen Sudeten-Duitschers die bij dien staat werden ingelijfd zonder ge raadpleegd te worden, hebben hun conse quenties getrokken uit die twintig jaar, ge durende welke zij op den achtergrond wer den geschoven. Deze nationale groep wil geen haat en geen oorlog, zij wil den vrede. Het congres te Karlsbad is een ontroerend requisitoir, dat van historische beteeken is is. De gepleegde onrechtvaardigflfeden moe ten zonder verwijl hersteld worden. Henlein heeft vandaag te Karlsbad zijn bijdrage tot den Europeeschen vrede geleverd". Geheel anders en overigens begrijpelijk is de meening in Frankrijk over de rede. Zeer duidelijk is de Figaro, die o.m. zegt: Duitschland wil den staat Tsjecho-Slowakije wel haar onafhankelijkheid laten, doch op voorwaarde, dat het de voogdij verkrijgt en dat te Praag niets gebeurt zonder toestem ming van Berlijn. Met andere woorden: Duitschland heeft Oostenrijk opgeslokt en begint thans Mid den-Europa te organiseeren. Tsjecho-Slowa- wije hindert het bij deze onderneming. Ten aanzien van Tsjecho-Slowakije spreekt men voortdurend van oorlog of vrede. Waar is, dat de diplomatieke kracht thans de grootste beproeving sedert twintig jaar ondergaat, aldus D'Ormesson. Communisten veroordeeld. - De recht bank te Warschau heeft 33 communisten veroordeeld wegens propaganda in het leger tot gevangenisstraffen varieerend tusschen twee en vijftien jaar. De ontploffing in de steenkoolmijn. - Zes mijnwerkers zijn erin geslaagd door de heetgloeiende massa in de Keen Mountain Coal mijn te dringen en het stoffelijk over schot van 25 slachtoffers te bergen. In totaal zijn thans 45 dooden geborgen. De strijd in de Pyreneeën. De minister van defensie deelt mede, dat de regeeringstroepen de laatste dagen stel lingen bij den Sahuntop in de Pyreneeën veroverd hebben. In den sector Montelban en bij Molinos gingen eenige hoogten verloren, die later weer veroverd werden. Bij Salsadella her overden de republikeinen Solana. De vijand verloor hier meer dan honderd man en veel materiaal. Ook de Cerro Gordo werd geno men. waarbij honderd vijandelijke soldaten sneuvelden en materiaal werd buitgemaakt. De opstandelingen zijn er in geslaagd Alcala de Chivert binnen te dringen: de regeerings troepen bieden tegenstand. Salamanca aan 't woord. In het legerbericht van het greote hoofd kwartier van Franco wordt gezegd, dat de troepen der opstandelingen bij Tremp tot voorbij de dorpen Ebastus en San Roman de Abella zijn opgerukt. In den sector Llaborce werden belangrijke stellingen bezet. In den sector Peniscol rukten de Franco-troepen over een frontbreedte van 8 kilometer 3000 tot 4000 mete op. „Radio-Nacional" deelt mede, dat gister ochtend door onbekende oorzaak brand is uitgebroken in het theater Lope de Vege te Sevilla. De schade bedraagt 250.000 Peseta. In den afgeloopen nacht om half vijf heeft zich aan de Tsjecho-Slo- waaksch-Poolsche grens een incident voorgedaan. De Tsjecho-Slowaaksche grenswachten openden n.L het vuur op een ballon uit Moscicka, die toebe hoort aan de Poolsche liga voor luchtverdediging, Lopp, en die een nachtvlucht maakte. De ballon kwam neer op Tsjecho-Slwaaksch gebied. De beide ballonvaarders werden ge arresteerd en naar Lipiany overge bracht. Onderweg moesten zij een klein rivier tje volgen, dat de grens tusschen beide landen vormt. Toen de gearresteerden op den Poolschen oever een boschwachter zagen, riepen zij hem toe: „wy zijn gear resteerd door Tsjechen, die onzen ballon hebben neergehaald. Wij zijn gisteravond uit Moscicka by Tarnow vertrokken. De wind was noordelijk, maar wij werden door een tegengestelden luchtstroom naar Tsjecho-Slowakije gevoerd. Toen wij dit bemerkten was het te laat om te dalen. Brengt deze boodschap over naar Mos cicka". Het grensincident is reeds geregeld, nadat de Staroste van Nowy Sacz zich tot de Tsjecho-Slowaaksche autori teiten had gewend. De twee luchtvaarders van de ballon, die door de Tsjecho-Slo waaksche grenswacht tot dalen was ge dwongen, zyn op vrije voeten gesteld. De ballon zal morgen door de Tsjecho-Slo waaksche autoriteiten naar Polen worden teruggezonden, Alkmaar werd tegen middernacht opgeschrikt door een felle uitslaande brand, die de geheele danszaal van het Wapen van Heemskerk in de asch heeft gelegd en die een schade heeft aangericht van naar schatting onge veer 25.000 gulden. Slechts een ruïne is nog overgeble ven van 't gebouw, dat pas zeven jaar geleden grootendeels opnieuw werd opgebouwd en inwendig geheel werd gerestaureerd. Een rossige gleed1 verscheen omstreeks middernacht aan den hemel en teekende zich scherp af tegen de donkere lucht. Menschen snelden van alle kanten naar het centrum der stad, waar een groote brand woedde. Hit bleek, dat de dancing van den heer Th. v. Gijzen, het Wapen van Heemskerk genaamd, in lichte laaie stond en dat de brandweer, die juist onderweg was, hier een zeer moeilijke taak zou krij gen, niet alleen om de hevigheid waarmede het vuur woedde, maar ook, omdat de brandende massa geheel omringd was met andere gebouwen, die dus in direct gevaar verkeerden. Honderden nieuwsgierigen werden naar de binnenstad gelokt, waar zij getuige konden rijn van een fantastisch schouw spel, dat evenwel angstig genoeg aan deed. Zij zagen hoe de vlammen van alle kanten uit het dak sloegen, zy zagen, hoe later dit dak instortte en hoe nog later het geheel een volkomen ruïne werd. Het begin van den brand. Wat was er eigenlijk precies gebeurd? Niemand kon het met zekerheid zeggen; slechts gissen was mogelijk. Maar een der leden van het personeel van den heer van Gijzen, een kellner, die den geheelen avond in de danszaa. had gewerkt, deed ons het volgende verhaal, dat later werd bevestigd door anderen. Er was den geheelen avond gedanst aldus onze zegsman en om ongeveer kwart over elf was de dancing leeg. Ook wij gingen naar beneden om in het café nog even te zitten bij de familie. Natuurlijk hadden wij heelemaal niets bemerkt en we sprongen dan ook allemaal verschrikt op, toen een paar voorbijgangers naar binnen stormden en riepen, dat de dancing in brand stond. Meteen vlogen we allemaal naar boven. En daar leek het eerst heelemaal niet erg. Vlak boven de entree brandde het een beetje tegen de muur en in het plafond en de geheele oppervlakte was niet meer dan een kleine vierkante meter. We dachten het met een paar emmers water best te kunnen blusschen, doch zekerheidshalve werd eerst nog de politie gewaarschuwd. Deze kwam direct met 'n Total-apparaat. De inhoud daarvan en de emmers water waren echter niet voldoende, want het smeulde door en plotseling viel een stuk van het plafond neer. Op hetzelfde oogen- blik werd de heele zaal gevuld met een dichten rook, zoodat we in alle haast naar beneden moesten. Met moeite konden we onze kleeren nog meenemen, die boven lagen. Aan redden viel toen door ons niet meer te denken en het wachten was dus op de brandweer. De brandweer in actie. Deze was inmiddels al gealarmeerd en kwam weldra met al het groot materiaal, onder leiding van commandant Ringers, toesnellen. Het bleek de hoogste tijd, want nauwe lijks was de brandweer bezig met het uit leggen der slangen, of de vlammen sloegen het dak uit en bet reigden de omliggende perceelen. Zoowel aan de zijde der Breed- straat als vanaf e Laat werd het vuur toen met zeven stralen bestreden, maar in het begin merkte men niet veel van blus schen. Het water werd als het ware door de hitte direct tot stoom vervormd; en het duurde dan ook gerulmen tijd voordat de vuurzee minderde. Intusschen had1 men zich ook moeten bezig houden met andere gebouwen, die dreigden vlam te vatten. Dat kon echter door nathouden verhinderd worden. En toen het gevaar van uitbreiding tot ander9 perceelen geweken was, kon men zich' bepalen tot het eigenlijke blusschingswerk. Het spreekt vanzelf, dat de dancing en de er onder liggende garage en pakhuis niet meer te redden waren. Gelukkig was het eigenlijke café nog intact en hoewel de vlammen ook daar reeds voedsel hadden gevonden, kon dit gedeelte van het gebouw behouden blijven. Dat was dan ook alles; de rest van het pand, dat een oppervlakte heeft van 600 M2., werd een ruïne en siechts de muren bleven staan Groote schade. De schade is zeer groot en bedraagt naar schatting 25.000 gulden. Deze wordt door de verzekering gedekt, terwijl de eigenaar tevens een bedrijfoverzekermg heeft. 1 Alles wat in de dancing en de naast gelegen zalen aanwezig wae, verbrandde geheel. Niet minder dan 300 stoelen wer den een prooi der vlammen, evenals de complete stellen tooneelcoulissen en -re- quisieten. Daarnaast verbrandden de bezit tingen van de tafeltennisclub, alsmede de pryzerkasten van de schietvereenigingen en B. V. L., en ook de persoonlijke prij zen van den heer van Gijzen. Erger nog was, dat de band van Siem Spruit, die hier des avonds speelde, al haar muziekinstrumenten boven had liggen. Van deze instrumenten is niets gered geworden en de leden van de band heb ben daarmee een schadepost van ongeveer 1500 gulden ppgeloopen, terwijl de band leider bovendien al de muziekpartituren verloor. Boven de dancing, op den zolder, had de eigenaar zijn postduiven. Deze hebben allen den dood in het vuur gevonden. Ge lukkig konden eenige manden met post duiven, welke beneden voor verzending gereed stonden, nog bijtijds in veiligheid gebracht worden. In de garage stond een auto, welke ook tijdig gered werd. Dan had de heer van Gijzen een vry kostbare postzegelverzameling. Een ge deelte daarvan kon worden gered, de rest echter werd door het bluschwater ernstig beschadigd en is wellicht grootendeels waardeloos geworden. De oorzaak. De vraag is: hoe is deze brand kunnen ontstaan. Toen om ruim elf uur het per soneel naar beneden ging, was door nie mand eenig onraad bespeurd. Men ver moedt echter, dat een zoogenaamde elec- trische zon, die gedurende het dansen ge bruikt werd voor verlichting, is kort ge sloten en dat daardoor de brand ontstond. Zeker is immers, dat het vuur eerst woedde achter deze zon en de kans op kortsluiting was hier wel groot door de groote hoeveelheid draden, welke achter deze zon geschakeic waren. Toen het vuur het plafond bereikt had, had het meteen zeer licht brandbaar mate riaal gevonden: de triplex-bekleeding was gretig voedsel voor de vlammen en deze sloegen van het plafond in een minimum van tyd over naar de wandbekleeding, welke eveneens uit triplex bestond. Burgemeester van Kinschot was gerui- men tyd op het terrein van den brand aan wezig en sloeg met belangstelling het blus schingswerk der brandweer gade. De politie zorgde, onder leiding van commis saris Walraven, voor een ruime afzetting, zoodat de brandweer in haar taak niet werd belemmerd. Het nablusschen heeft den geheelen nacht voortgeduurd, maar om 2 uur konden de groote autospuiten inrukken,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1