YORS
COBRA
DE KWESTIE-OSS WEER TER TAFEL
8
PARLEMENT
Naturalisatie-debatten in den Senaat.
Anti-semitisme bestreden.
VOOR WAS EN VAAT
S&cAis 5césfieA.
Jjuweitlatid
®*s&®&0\*&jhl<llopCOQtCUUlllQ ^ooosoo®
0OG9OOOOOOOOO OO 000000009000001
üeuitletoH
(Van onzen parlementairen medewerker.)
Om blijft de gemoederen bezig houden en
het laatste woord lijkt er in lange na nog
niet over gezegd. In de Kamer zeker niet, al
hoewel er een adempauze, noodgedwongen,
zal moeten intreden. We doelen in de eerste
plaats op het gistermiddag naar het afdee-
lingsonderzoek verwezen voorstel van den
heer Wendelaar (11b.), van welks indiening
de voorzitter in den aanvang der vergade
ring mededeeling deed, en vervolgens op een
interpellatieverzoek van den heer Rost van
Tonningen (n.s.b.) eveneens betreffende de
beslissingen ten aanzien van de marechaus
see te Oss, maar voorts over den procureur-
generaal te 's-Hertogenbosch en de handha
ving van den burgemeester van de meest
genoemde plaats van Nederland, enfin, een
zeer uitgebreide omschrijving, met den opzet
natuurlijk om alles wat los en vast zit in
deze geruchtmakende kwestie te kunnen be
spreken, nadat (achteraf) by de Tweede
Kamer de indruk van 's minister Goselings
antwoord hoe langer boe ongunstiger was
geworden. Zooals bleek uit de pers van ver
schillende richting en uit bovengenoemde
pogingen der Kamer om volledige ophelde
ring te verkrijgen.
Welke van deze pogingen zal gelukken,
moeten we afwachten. Vooreerst zal er geen
openbare vergadering van de Tweede Ka
mer zijn; er moet een agenda wezen, waar
op wat meer gezet kan worden dan alleen
de interpellatie van prof. van Gelderen over
de werkloosheidsbestrijding. In de eerstvol
gende vergadering veel langer dan
veertien dagen zal deze vermoedelijk niet
uitblijven zal worden beslist over de in
terpellatie-aanvrage van mr. Rost van Ton
ningen. Niet onmogelijk is, dat (bij een wat
vlugge behandeling) dan tevens de monde
linge beraadslaging over het enquête-verzoek
van mr. Wendelaar kan beginnen.
Zooals men weet is de procedure daarvoor
ongeveer gelijk aan die voor een initiatief
voorstel van wet van een der Kamerleden;
er komt dus een voorloopig verslag, een me
morie van antwoord, waarna de openbare
behandeling kan beginnen. Natuurlijk is
met de schriftelijke voorbereiding eenige
tijd gemoeid. Vandaar dat we hierboven
schreven, dat de Kamer zich een adempauze
zal moeten getroosten.
Zullen de gemoederen over twee, drie we
ken dan wat gekalmeerd zijn? We hopen
het. Ruzietjes, zooals gisteren, nadat de voor
zitter de vergadering had gesloten, tusschen
de heeren Wendelaar en Rost van Tonnin
gen heel verkwikkelijk was het geval
niet wijzen op een niet geringe geprik
keldheid, maarde manier waarop de
n.s.b. deze Oss'sche aangelegenheid aanpakt,
is voor een groot deel daaraan schuld. Van
HET LAAGST IN PRIJS EN
BOVENAAN IN KWALITEIT!
os komt men op stier, van stier op roode lap,
van roode lap op communistenzoo was
het vroeger wel eens, maar uw overzicht
schrijver kan zich niet herinneren, dat men
in ons parlement ooit aan één partij zoo'n
stekelige aandacht heeft besteed als aan de
groep waarvan de heer Rost van Tonningen
bij tijd en wijle de spreekbuis is!
In den Senaat.
Aan de overzijde van het Binnenhof doet
zich hetzelfde verschijnsel voor. En juist gis
termiddag was er weer eens een onderwerp
aan de orde, dat op de heeren nationaal-so-
cialisten werkt als de zooeven vei melde
roode lap: naturalisaties!
Hoe langer hoe meer treedt in den laatsten
tijd anti-semitisme bij de bestrijding van de
h.i. veel te talrijke naturalisaties door dezen
afgevaardigde op den voorgrond. Mr. van
Vessem, die met argumenten, welke veel
gelijken op de bloed- en bodemtheorieën van
onze Oosterburen,, het eerst van wel stak,
had het in verband met e.e.a. over „het
onuitputtelijke reservoir van het Oostelijk
Jodendom". Hij wilde in de toekomst natu
ralisatie slechts beperken tot de gevallen,
welke voor ons land van belang te achten
zijn, hetgeen dan hoofdzakelijk de oud-Ne
derlanders zou betreffen, die, in het buiten
land wonend, den wettelijken aanmeldings
termijn hebben verzuimd.
De heer van Vessem haalde ten slotte ook
nog het asylrecht erbij, het betwijfelend of
wel gesproken mocht van een asyl-„recht".
daar hij aannam, dat dit ook in den tijd van
de Republiek niet bestond.
De heer Briët (a.r.) bestreed dit betoog op
scherpe wijze, eraan herinnerend hoevee!
Nederland te danken heeft, geestelijk, maat
schappelijk en economisch, aan de duizende
Fransche refugié's en aan de Portugeesche
Joden, die allen om des geloos wille hier 'n
toevlucht hadden gezocht. Hij wees erop hoe
de overheid van verschillende groote steden
het dien menschen gemakkelijk had ge
maakt, voor huizen had gezorgd, hen lagere
belastingen had laten betalen. Dat de Joden
in de samenstelling van ons volk een veran
dering hadden gebracht was niet gebleken.
Inlichtingen en gegevens over de te natura-
liseeren personen had de heer van Vessem
voldoende in de stukken kunnen vinden, als
hij de moeite had willen nemen, om de ge
produceerde inlichtingen na te gaan. waar
voor hy een jaar en niet enkele maanden
slechts den tijd heeft gehad.
Zeer te onpas had de nationaal-socialisti-
sche afgevaardigde bij deze naturalisatie
kwestie het Koninklyk woord: „Wij moeten
ons zelf zijn en blijven" aangehaald. Dit
woord is bedoeld als, een woord van verzet
tegen het binnenhalen van vreèmde gebrui
ken én allures, welke in strijd zijn met den
Nederlandschen geest. Met al onze fouten en
eigenaardigheden zijn wy, Nederlanders,
trotsch op onze cultuur en vrijheid! De heer
Briët liet niet na er vooral op te wijzen, dat
het Calvinistisch beginsel zich tegen anti-se
mitisme verzet.
De heer de Zeeuw (s.d.), wiens trillende
stem verried, dat hy „zwaar geladen" was,
kwam eveneens met kracht tegen het betoog
van den heer van Vessem op.
Als deze afgevaardigde zoo nationaal ge
voelt aldus ongeveer de socialistische
spreker laat hij dan nationale, Neder-
landsche argumenten gebruiken. Een Neder
lander moet zich toetsen aan Nederlandsche
tradities; welnu, wij kennen Nederland niet
zonder Joden, een groep der bevolking die
heel veel tot het welzijn van het land heeft
bijgedragen. En Nederland mag tegenover de
Joden niet vergeten, dat het een Christelijke
natie is.
Minister Goseling behoefde na deze twee
redevoeringen niet veel meer te zeggen; hij
herhaalde nog eens wat hy by vorige gele
genheden had opgemerkt, n.1. dat de regee
ring de naturalisatie-aanvragen terdege on
derzoekt; dat aanvragen worden afgewezen
is waarlijk geen zeldzaamheid; vooral in de
zen tijd moet het Nederlanderschap een eer
en een voorrecht zijn!
Met aanteekening dat zy tegen waren, lie
ten de n.s.b.-ers de tien ontwerpen, tezamen
betrekking hebbend op ongeveer 200 aan
vragers, onder den hamer doorgaan.
Er was nog een korte gedachtenwisseling
over het wetsontwerp tot wi)ziging van de
wet op de evenredige vrachtverdeeling in
de binnenscheepvaart, waarvoor op 1 Juli
a.s. een nieuwe wet in de plaats komt, zoodat
tot zoolang een soort overgangstoestand
(waarvan men echter niet veel merkt)
heerscht. De heer de Jong (r.k.) achtte de
tegenwoordige .regeling mislukt, hetgeen
de minister van waterstaat, de hear van
Buuren, vrijwel onderschrijven kon, van
daar zijn wensch naar een nieuwe regeling.
Met eenige verlangens van den heer de. Jong
zou rekening worden gehouden. Z.h.|t. ging
het ontwerp erdoor, evenals een vrij ojibe-
teekenende wijziging van enkele artikelen
van de wet op de rechterlijke organisatie en
het beleid der justitie.
Vandaag behandelde de Eerste Kamer wa
terstaats- en verkeersaangelegenheden.
NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN
HUISVROUWEN.
Gistermiddag is in „De Doelen" te Rotter
dam de 25ste algemeene vergadering van de
Nederlandsche Vereeniging van Huisvrou
wen geopend met een welkomstrede van de
presidente der Rotterdamsche afdeeling,
mevrouw Hertzberg—Philipse, waarna de
presidente der vereeniging, mevrouw Chr.
Neytzell de WildeMac Gillavry de ope
ningsrede hield. Vervolgens werden eenige
aangelegenheden van huishoudelijk en aard
afgedaan, waarna mevrouw D. Oppenheimer
Belinfante het jaarverslag uitbracht, waar
uit o.m. bleek, dat het aantal afdeelingen tot
98 is gestegen. De spoedcursussen voor op
leiding tot dienstbode hadden tot resultaat,
dat een veertigtal meisjes werk vond. In het
totaal zyn in de afdeelingen 108 cursussen
gevolgd. Jaarverslag en begrooting over
1938 werden goedgekeurd.
Tot lid van het hoofdbestuur werd her
kozen mevr. J. KamHaas, terwijl in de
vacatures mevr. G. van Anrooyde Kempe-
naer en mevr. EversVeendorp werden ge
kozen, de dames J. van de GriendtBunk te
Kampen en B. G. TammensBoer te Den
Andel. De presidente overhandigde een ge
schenk aan mevr. van Anrooy en sprak
woorden van dank tot de aftredende leden.
In de avondbyeenkomst werden de ver
schillende voorstellen van het hoofdbestuur
en de afdeelingen besproken. Deze bespre
kingen zullen in de vergadering van heden
worden voortgezet
NOODELOOS BRANDALARM TE
LUNTEREN.
Gistermiddag luidde te Lunteren de
brandklok en klink het signaal van de
orandhoorn, naar aanleiding van een mede
deeling van een inwonèr', dat er brand
woedde in het Buurtbosefi nabij het confe
rentieoord. Be boschbrandweer en verschei
dene "honderden pèrsofteb trokken onmid
dellijk naar de bedreigde plek. vanwaar men
van verre den rook zag Opstijgen. Toen men
ter plaats was gekomen, bleek, dat iemand
bezig was houtafval te verbranden, waarby
in het geheel geen gevaar voor de omgeving
bestond. Dit noödeloos alarm is een gevolg
van het feit, dat de man, die Zelf brand
meester is, verzuimd had de voor het ver
branden van houtafval vereischte vergun
ning aan te vragen. Hiervan wordt steeds de
boschbrandweer in kennis gesteld, om on-
r.oodig uitrukken te voorkomen.
DE TERECHTSTELLING VAN-
WILHELM CAMMANS.
De 44-jarige Wilhelm Cammans, die
gisteren wegens .andverraad in Duitsch-
land is terechtgesteld, was een Neder-
landsch ingezetene uit Venlo afkomstig.
Toen hij voor zaken in Duitschland ver
toefde, werd hy gearresteerd. Waarschijn
lijk was Cammans van dubbele nationali
teit. Vast staat echter, dat hy ook de
Duitsche nationaliteit had. Daar hij ver
moedelijk ook ederlander was, heeft de
Nederlandsche regeering destijds een ver
zoek tot gratie ondersteund.
Dit heeft, zooals gebleken is, de terecht
stelling niet kunnen voorkomen.
Donderdag 28 April.
HILVERSUM. 301,5 M. (AVRO-
uitz.) 8.— Gr.pl. 10— Morgenwij
ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Viool en
piano. 11.Kniples. 11.30 Het Om
roeporkest. 12.30 Gr.pl. 1.Avro-
Vaudeville-orkest en orgelspel. 1.45
Gr.pl. 2 Voor de vrouw. 2 30
Pianovoordr. 3.Kniples. 3.45 Gr.
pl. 4.Voor zieken en thuiszitten-
den. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinde
ren. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30
Sportcauserieën. 7.— Voor de kin
deren- 7.05 Het Poltronierikwartet,
7.80 Engeliche les. 8ANP-ber,
mededeelingen. 8.10 Het Omroep
orkest en solisten. 9.15 Inleiding
volgende uitzending. 9.20 Radio-
tooneel. 10.Orgelspel. 10.15 De
Twilight Serenaders. 11.ANP-
ber. Hierna tot 12.— Avro-dans-
orkest.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(8.-^10,-— en 11—2— KRO, de
NCRV van 10—11— en 2—12—).
8 —9.15 en 10— Gr.pl. 10.15 Mor
gendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12— Ber. 12.15 KRO-
orkest en gr.pl. 2— Handwerkles.
3.Viool en piano, 3.45 Bijbelle
zing. 4.45 Gr.pJ. 5.Handenarbeid
voor de jeugd. 5.30 Heemsteedsch
Christ. Kinderkoor. 6.30 Het Leger
des Heils en de jeugd, causerie. 7.
Ber. 7.15 Voor postzegelverzame-
laars. 7.45 Rep. 8.ANP- en her
haling SOS-ber. 8.15 Orgelconcert.
9.De Koninklijke Marine en haar
geestelijk leven, causerie. 9.30
NCRV-orkest. 9.45 De' christ. tehui
zen voor militairen, causerie. 9.55
Verv. concert. (10.ANP-ber.)
10.45 Gymnastiekles. 11.Vervolg
concert. 11.30 Gr.pl. Ca. 11.5012.
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 10.25 De
Caylus Players. 11.05 Gr.pl. 11.50
Voordr. 12.20 Gr.pl. 12.40 Piano
voordr. 1.10 BBC-Northern-Ireland-
orkest. 2.102.30 I was Shanghaied,
causerie. 2.35 Sted. Orkest var
Bournemouth, mmv. soliste. 4.09
Voor de vrouw. 4.20 Het Ralph
Elman Sextet. 4.50 Gr.pl. 5.20 Ber.
5.40 Autobiographies, causerie. 6.
Pianovoordr. 6.40 Mil. orkest. 7.20
Variété-progr. 7.50 Orgelspel. 8.
Transport, causerie. 8.20 Ber. 8.40
The budget, causerie. 8.50 Weather
outlook, causerie. 8.55 Solistencon
cert, 9.20 Korte kerkdienst. 9.40
Het BBC-Harmonle-orkest. 10.20 J.
Loss en zijn Band. 10.5011.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 7.108.05
en 9.10 Gr.pl. 11.40 Bailly-orkest.
(12.50 Zang). 2.05 Vioolvoordr. 2.20
en 3.20 Zang. 4.20 Radiotooneel
7.35 Zang. 7.50 Symph.-concert. 9.50
—10.50 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 5.50 Gr pl. 6.30 en
7.50 Amusementsorkest. 9.20 Volks-
liederenconcert. 11.20 Omroeporkest
en soliste. 1.30 Populair concert.
3.20 E. Jahn's orkest, 5.40 Viool en
piano. 6.30 Omroeporkest en solis
ten. 8.20 F. Miska's orkest. 9 8Ö
11.35 Gr.pl.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
11.20 Gr.pl. 11.50 Cabaretprogr. 12—
Omroepsalonorkest. 12.30 Omroep»
dansorkest. 12.50 Cabaretprogr. 1—
I.20 Gr pl. 4.20 Omroepsalonorkest.
5.50 Gr.pl. 7.20 Omroepkleinorkest
p.10 en 9.30—10.20 Gr.pl. 484 M.:
II.20 Gr.pl. 12— Omroeporkest.
12.50—1.20 Gr.pl. 4.20, 5.35 en 6.35
Gr.pl. 7.20 Omroeporkest en gr.pl.
9.30—10.20 Zang, harp en gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Radiotooneel met muziek. 8.20
Duitschland-echo. 8.35 't Omroep
orkest. 9.20 Ber. 9.50 Pianovoordr.
IC.05 Ber. 10.20—11.20 Fr. Hauck's
dansorkest.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.9.50, Parijs R.
9.50—11.05, Radio PTT Nord 11.05
—11.20, Parijs R. Ll.20—12.20, Brus
sel VI. 12.20—13.20, Keulen 13.20—
14.20, Danmarks R. 14.2015.20,
Keulen 15.20—16.20, Brussel VI.
16.20—17.35. Brussel (Fr.) 17.35—
18.20, Keulen 18.20—19.20, Brussel
Fr. 19.20—20.20, Droitwich 20.20—
20.40, Keulen 20.40—21.20, Brussel
VI. 21.20—22—, Weenen 22—22.40,
Boedapest 22.4024.
Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20 Nor-
mandië 8.209.35, Lond. Reg. 9.35
12.20, Droitwich 12.2014.10, Pa
rijs R. 14.1014.35, Droitwich 14.35
—20—, Lond. Reg. 20—20.50, Droit
wich 20.50—23.20 en Danmarks R.
23.20—24—.
Lijn 5: Diversen.
8
TREINONTSPORING BIJ WEESP.
Hedenochtend te kwart na vier uur is een
der wagens van een goederentrein komende
uit de richting Amersfoort, tusschen Bussum
en Weesp ontspoord. Deze wagen is met
drie wielen naast de rails komen te staan,
zoodat het verkeer op dit traject voorloopig
slechts over enkel spoor kan plaats hebben.
De oorzaak van deze ontsporing is nog on
bekend.
VERLOOP DER WERKLOOSHEID.
Percentage nadert het peil van 1932.
De directeur van den rijksdienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt mede, dat in de week van 4 t.m. 9
April 1938 bij gesubsidieerde vereenigingen
met werkloozenkas waren aangesloten
557.400 personen (waaronder 75.600 landar
beiders).
Voor 481.700 verzekerden buiten de land
arbeiders was het werkloosheidspercentage
25.1 (in de vorige verslagweek 21 t.m. 26
Maart 1938, was dit percentage 25.9).
Voor de 557.400 verzekerden met inbegrip
van de landarbeiders was het werkloosheids-
percentag 23.8 (in de vorige verslagweek
was het 24.4).
In de eerste verslagweek van April was
het werkloosheidspercentage voor alle ver
zekerden in de laatste jaren a.v. (tusschen
haakjes zijn vermeld de percentages, indien
de landarbeiders buiten beschouwing worden
gelaten): 1932 23.3 (23.9), 1933 20.8 (27.6),
1934 24.3 (25.9), 1935 28 (30.5), 1936 29.6
(32), 1937 25.5 (27.6), 1938 23.8 (25.1).
Het werkloosheidspercentage nadert der
halve het peil van 1932.
Bij dé (jrganèii tier openbare arbeidsbe
middeling stonden op 9 April 1938 in totaal
385.493' werkzoekenden ingeschreven, onder
wie 304.105'mannen. Van de werkzoekenden
waren er 366.732 werkloos, onder wie 350.868
mannen.
Het aantal werkloozen onder de als werk
zoekende by de organen der arbeidsbemid
deling ingeschrevenen bedroeg in den win
ter 1937-'38 gemiddeld 399.000. In den win
ter 1931-'32 was dit gemiddelde 231.000.
Schijnbaar is dit sterk in tegenspraak met
het feit, dat bovengenoemde werkloosheids
percentages op een verbetering tot het peil
van 1932 wijzen. Het is blijkbaar niet over
bodig er nogmaals op te wijzen, dat het
aantal bij de arbeidsbeurzen ingeschreven
werkloozen den invloed ondergaat van het
steeds grooter gebruik, dat van deze instel
lingen wordt gemaakt, hetgeen wordt gesti
muleerd door factoren als verhooging van
haar practische beteekenis, vergrooting van
haar bekendheid, uitbreiding der verplich
ting tot inschrijving voor steuntrekkenden,
inschrijving van hen, die de scholen hebben
verlaten, toeneming van het aantal werkzoe
kenden als gevolg van bevolkingsgroei enz.
Gebruik van het aantal ingeschreven
uerklooze werkzoekenden als maatstaf voor
het verloop van de werkloosheid is derhalve
misleidend. Alleen de werkloosheidspercen
tages hebben als zoodanig waarde.
Door
MARK CHANNING
Ned. bewerking
'door MARIh
[DE BELMONTE
38)
Geërgerd keek de Cobra over vyf hon
derd getulbande hoofden heen naar een
nieuw aangekomene. Wie durfde het wagen
hem op zyn bruiloft te komen storen?
De aanwezigen hielden op met eten en
wierpen verschrikte blikken om zich heen.
Het rumoer der gesprekken verminderde,
ging over in gemompel en verstomde ten
slotte. In stilte werden degens getrokken
en tusschen het gouden vaatwerk glinster
den dolken gereed om te steken.
Een boodschapper met kleeren vol van
stof en zweet baande zich een weg tusschen
de dichte rijen van gasten. Hij hield een
brief in zijn hand.
Boos opende Alam Khan het epistel.
„In naam van Allah, zy gegroet.
Aan onzen vriend Alam Khan.
Zorg er voor, dat de Maillmesti ten
opzichte van het Engelsche jonge meisje
niet wordt geschonden. Ge zijt er met uw
eigen leven verantwoordelyk voor. Er is
gevaar. Ik kom.
De drager van den Sluier
Wet op de gastvrijheid, in gebruik
aan de grens.
HOOFDSTUK XX.
Het kijkgat.
Gelukkig werd niet van Diana verwacht,
dat ze tijdens het bruiloftsmaal zou praten;
uitgezonderd een „U is heel vriendelijk"
tegen iemand, die haar den een of anderen
schotel toeduwde, mocht ze stil blijven zit
ten en zwijgen, zooals ze verlangde.
Toen ze naar boven keek, bemerkte ze
de bovengalerijen. Achter een dubbel gor
dijn van zwart gaas, vastgemaakt tusschen
twee zuilen, meende ze rechts Gulbundun
en Chirine te zien. Ze zaten naast elkaar,
temidden van de vrouwen van den Cobra.
Het gebrom van al die mannenstemmen
was nu niet meer dan gegons, waarboven
telkens traditioneele geluiden werden ge
hoord, die te verstaan gaven, dat men ver
zadigd was. En hoe luider deze gemaakt
werden, hoe grooter eer voor den gastheer.
Nadat Alam Khan kennis genomen had
van de missive, hem door den boodschap
per overhandigd, wierp hy ze terstond in
een komfoor en keek toe tot ze tot asch
was vergaan.
„De man met den sluier komt", mom
pelde hy. En dat was alles.
Maar een oogenblik later wisten de aan
wezige bergbewoners het nieuwtje ook, en
na verloop van een kwartier was het op 't
marktplein bekend.
Intusschen deed Diana, die met onbe
wogen gezicht op haar kussens zat, haar
best wat te eten, want ze wist, dat, indien
haar krachten haar begaven, het met haar
gedaan zou zyn. Maar toen de kalyans of
narguilées eenmaal aangestoken waren,
vulde de hal zich met zoo'n prikkelenden
tabaksrook, die in platte blauwachtige wol
ken in de zware lucht dreven, dat haar de
eetlust werd benomen.
Eindelijk stond Alam Khan op.
„Kom mee", zei hij, haar hand vattend.
Met zijn gutturaal stemgeluid nam hij af
scheid van zijn omgeving en verliet de ta
fel.
Den laatsten indruk, dien zy van dit
ontzettende feest meenam, was het beeld
van de kleine oogjes van den Mongoolschen
dwerg Khoon: een afschuwelijk mengsel
van begeerlijkheid en van listige zegepraal.
Aan den voet van een wenteltrap bleef
Alam Khan staan.
„Ga naar boven!" beval hij.
Zij gehoorzaamde. Het Scheen haar, of er
nooit een einde zou komen aan al die
draaiende treden.
Eindelijk bereikte ze een galerij met
booggewelf en zoo nauw, dat Alam Khan
er niet door kon of hy moest zyn forsche
schouders in een hoek van 45 graden
wringen.
Ze waren thans in een klein vertrekje
gekomen, niet veel meer dan een cel, waar
een walmende petroleumlamp in een nis
een onzeker licht verspreidde.
Naar den wand aan de overzijde toe
gaande, drukte de Cobra met rijn duim op
een geheime veer en een massief vak met
selwerk van ongeveer vijftien C.M in het
vierkant week langzaam terug.
Ongeveer door midden gebogen, bleef
Alam Khan eenige oogenblikken staan kij
ken door de aldus verkregen opening. Op
eens luidde een gong.
Zich daarop oprichtend, wendde hii zich
met een ruk om.
„Kyk nu maar. Dan kun Je je Mlf over.
tuigen en zien wat je niet gelooven wilde"
Diana ging naar de openjng toe Door
een lange pijp. die schuin door het metsel
werk liep, keek ze midden in een ander
vertrek. Ergens in Frankrijk in cen oud
kasteel had ze ook zoo'n soort kijkgat ge
zien, waardoor gasten ongemerkt bespied
konden worden.
Een voorgevoelen, dat haar terneer
drukte, met geweld terugdringend, dwong
ze zich te kijken naar wat daar beneden
gebeurde.
Op een lagen, breeden divan zat tusschen
zijden kussens een paartje. Zy kon de
hartstochtelijke woorden verstaan, die de
vrouw, wier armen om den hals van den
man geslagen waren, tot dezen sprak. Toen
werd haar voorgevoelen doodelijke angst.
Die Oosterling in zyn vorstelyk gewaad, die
daar zijn armen om het mooie vrouwtje had
geslagen, kwam haar zoo bekend voor. Oh
hemel!Colin Gray?
Zy ademde luid en gejaagd. Alam Khan
kwam ijlings op haar toe.
„Had ik geen gelijk?" fluisterde hy met
triumf in zijn stem. „Begeer je er nog meer
van te zien? Of is het zoo voldoende?"
Met een verachtelijk gebaar deed hij den
steen om zijn spil draaien en sloot de
opening.
Diana keek hem aan met wijd openge
sperde oogen. Opnieuw gaf de indruk
wekkende gestalte van dezen man haar een
gevoel van machteloosheid. Ze moest hem
ontvluchten, anders zou ze bezwijken.
„Vindt u goed, dat ik wegga?" vroeg ze,
terwijl ze naar de deur toeliep; zich met
één hand steunend tegen den wand.
De oogen van den Cobra gloeiden.
„Dat was niet naar je zin hé, om te zien,
dat die sahib verliefd was van die vrouw,
Waarom zou hy niet? 't Is heel verstandig
van hem; hy weet wel dat hij hier niet
levend vandaan gaat".
,,'t Staat hem vrij te houden van wie hij
wil. Mij kan het niet schelen", antwoordde
Diana onverschillig.
Haar stem beefde. De ankerketting, waar
aan haar hoop vast zat, was gebroken.
„Je zegt dwaze dingen, 't Kan je wel
schelen, want je vrijheid hangt er van af",
hernam Alam Khan met een kwaadaardig
lichtje in zyn oogen. „Luister naar me
hij greep haar arm. Wanneer er tusschen
man en vrouw geen overeenstemming be
staat, kan er ook geen liefde zyn. Die bei
den daar zijn het eens, dat heb je gezien.
Maar wy niet. En daarom trouw ik niet
met je, zooals ik eerst van plan was".
„U geeftgeeft u mij mijn vrijheid
weer?" vroeg Diana ongeloovig.
De Cobra keek haar nieuwsgierig aan.
„Ja, die zal ik je weergevenindien
jij van dien sahib gedaan krijgt, dat hij je
vertelt, wat dat geheime boek, waarvan hy
de auteur is, behelst. Als je hemt zegt, dat
jij me met je leven borg blijft voor zijn
openhartigheid, dan zal hy je het ongetwij
feld vertellen".
„En in dat gevalzoudt u hem dan ook
laten gaan?"
Alam Khan woelde met zyn vingers door
zijn langen baard en dacht na. De gejaag
de ademhaling van Diana en haar vraag
waren voor hem een bewijs, dat ze van dien
sahib hield, al beweerde ze ook van niet.
„Je hebt gehoord wat ik verlang?" luid
de zijn wedervraag. Zijn doel was haar zoo
lang mogelyk in onzekerheid te houden om
haar des te eerder in de val te lokken.
Diana had den krygshaftigen aard van
haar vader: ze zou vechten voor het leven
van den man, dien ze liefhad. Er was bo
vendien iets in haar binnenste, dat haar
waarschuwde, dat dat tooneeltje, dat ze
bijgewoond had, op touw was gezet door
den Cobra met een duister oogmerk.
(Wordt vervolgd).