YORS COBRA DE KWESTIE-OSS WEER TER TAFEL 8 PARLEMENT Naturalisatie-debatten in den Senaat. Anti-semitisme bestreden. VOOR WAS EN VAAT S&cAis 5césfieA. Jjuweitlatid ®*s&®&0\*&jhl<llopCOQtCUUlllQ ^ooosoo® 0OG9OOOOOOOOO OO 000000009000001 üeuitletoH (Van onzen parlementairen medewerker.) Om blijft de gemoederen bezig houden en het laatste woord lijkt er in lange na nog niet over gezegd. In de Kamer zeker niet, al hoewel er een adempauze, noodgedwongen, zal moeten intreden. We doelen in de eerste plaats op het gistermiddag naar het afdee- lingsonderzoek verwezen voorstel van den heer Wendelaar (11b.), van welks indiening de voorzitter in den aanvang der vergade ring mededeeling deed, en vervolgens op een interpellatieverzoek van den heer Rost van Tonningen (n.s.b.) eveneens betreffende de beslissingen ten aanzien van de marechaus see te Oss, maar voorts over den procureur- generaal te 's-Hertogenbosch en de handha ving van den burgemeester van de meest genoemde plaats van Nederland, enfin, een zeer uitgebreide omschrijving, met den opzet natuurlijk om alles wat los en vast zit in deze geruchtmakende kwestie te kunnen be spreken, nadat (achteraf) by de Tweede Kamer de indruk van 's minister Goselings antwoord hoe langer boe ongunstiger was geworden. Zooals bleek uit de pers van ver schillende richting en uit bovengenoemde pogingen der Kamer om volledige ophelde ring te verkrijgen. Welke van deze pogingen zal gelukken, moeten we afwachten. Vooreerst zal er geen openbare vergadering van de Tweede Ka mer zijn; er moet een agenda wezen, waar op wat meer gezet kan worden dan alleen de interpellatie van prof. van Gelderen over de werkloosheidsbestrijding. In de eerstvol gende vergadering veel langer dan veertien dagen zal deze vermoedelijk niet uitblijven zal worden beslist over de in terpellatie-aanvrage van mr. Rost van Ton ningen. Niet onmogelijk is, dat (bij een wat vlugge behandeling) dan tevens de monde linge beraadslaging over het enquête-verzoek van mr. Wendelaar kan beginnen. Zooals men weet is de procedure daarvoor ongeveer gelijk aan die voor een initiatief voorstel van wet van een der Kamerleden; er komt dus een voorloopig verslag, een me morie van antwoord, waarna de openbare behandeling kan beginnen. Natuurlijk is met de schriftelijke voorbereiding eenige tijd gemoeid. Vandaar dat we hierboven schreven, dat de Kamer zich een adempauze zal moeten getroosten. Zullen de gemoederen over twee, drie we ken dan wat gekalmeerd zijn? We hopen het. Ruzietjes, zooals gisteren, nadat de voor zitter de vergadering had gesloten, tusschen de heeren Wendelaar en Rost van Tonnin gen heel verkwikkelijk was het geval niet wijzen op een niet geringe geprik keldheid, maarde manier waarop de n.s.b. deze Oss'sche aangelegenheid aanpakt, is voor een groot deel daaraan schuld. Van HET LAAGST IN PRIJS EN BOVENAAN IN KWALITEIT! os komt men op stier, van stier op roode lap, van roode lap op communistenzoo was het vroeger wel eens, maar uw overzicht schrijver kan zich niet herinneren, dat men in ons parlement ooit aan één partij zoo'n stekelige aandacht heeft besteed als aan de groep waarvan de heer Rost van Tonningen bij tijd en wijle de spreekbuis is! In den Senaat. Aan de overzijde van het Binnenhof doet zich hetzelfde verschijnsel voor. En juist gis termiddag was er weer eens een onderwerp aan de orde, dat op de heeren nationaal-so- cialisten werkt als de zooeven vei melde roode lap: naturalisaties! Hoe langer hoe meer treedt in den laatsten tijd anti-semitisme bij de bestrijding van de h.i. veel te talrijke naturalisaties door dezen afgevaardigde op den voorgrond. Mr. van Vessem, die met argumenten, welke veel gelijken op de bloed- en bodemtheorieën van onze Oosterburen,, het eerst van wel stak, had het in verband met e.e.a. over „het onuitputtelijke reservoir van het Oostelijk Jodendom". Hij wilde in de toekomst natu ralisatie slechts beperken tot de gevallen, welke voor ons land van belang te achten zijn, hetgeen dan hoofdzakelijk de oud-Ne derlanders zou betreffen, die, in het buiten land wonend, den wettelijken aanmeldings termijn hebben verzuimd. De heer van Vessem haalde ten slotte ook nog het asylrecht erbij, het betwijfelend of wel gesproken mocht van een asyl-„recht". daar hij aannam, dat dit ook in den tijd van de Republiek niet bestond. De heer Briët (a.r.) bestreed dit betoog op scherpe wijze, eraan herinnerend hoevee! Nederland te danken heeft, geestelijk, maat schappelijk en economisch, aan de duizende Fransche refugié's en aan de Portugeesche Joden, die allen om des geloos wille hier 'n toevlucht hadden gezocht. Hij wees erop hoe de overheid van verschillende groote steden het dien menschen gemakkelijk had ge maakt, voor huizen had gezorgd, hen lagere belastingen had laten betalen. Dat de Joden in de samenstelling van ons volk een veran dering hadden gebracht was niet gebleken. Inlichtingen en gegevens over de te natura- liseeren personen had de heer van Vessem voldoende in de stukken kunnen vinden, als hij de moeite had willen nemen, om de ge produceerde inlichtingen na te gaan. waar voor hy een jaar en niet enkele maanden slechts den tijd heeft gehad. Zeer te onpas had de nationaal-socialisti- sche afgevaardigde bij deze naturalisatie kwestie het Koninklyk woord: „Wij moeten ons zelf zijn en blijven" aangehaald. Dit woord is bedoeld als, een woord van verzet tegen het binnenhalen van vreèmde gebrui ken én allures, welke in strijd zijn met den Nederlandschen geest. Met al onze fouten en eigenaardigheden zijn wy, Nederlanders, trotsch op onze cultuur en vrijheid! De heer Briët liet niet na er vooral op te wijzen, dat het Calvinistisch beginsel zich tegen anti-se mitisme verzet. De heer de Zeeuw (s.d.), wiens trillende stem verried, dat hy „zwaar geladen" was, kwam eveneens met kracht tegen het betoog van den heer van Vessem op. Als deze afgevaardigde zoo nationaal ge voelt aldus ongeveer de socialistische spreker laat hij dan nationale, Neder- landsche argumenten gebruiken. Een Neder lander moet zich toetsen aan Nederlandsche tradities; welnu, wij kennen Nederland niet zonder Joden, een groep der bevolking die heel veel tot het welzijn van het land heeft bijgedragen. En Nederland mag tegenover de Joden niet vergeten, dat het een Christelijke natie is. Minister Goseling behoefde na deze twee redevoeringen niet veel meer te zeggen; hij herhaalde nog eens wat hy by vorige gele genheden had opgemerkt, n.1. dat de regee ring de naturalisatie-aanvragen terdege on derzoekt; dat aanvragen worden afgewezen is waarlijk geen zeldzaamheid; vooral in de zen tijd moet het Nederlanderschap een eer en een voorrecht zijn! Met aanteekening dat zy tegen waren, lie ten de n.s.b.-ers de tien ontwerpen, tezamen betrekking hebbend op ongeveer 200 aan vragers, onder den hamer doorgaan. Er was nog een korte gedachtenwisseling over het wetsontwerp tot wi)ziging van de wet op de evenredige vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart, waarvoor op 1 Juli a.s. een nieuwe wet in de plaats komt, zoodat tot zoolang een soort overgangstoestand (waarvan men echter niet veel merkt) heerscht. De heer de Jong (r.k.) achtte de tegenwoordige .regeling mislukt, hetgeen de minister van waterstaat, de hear van Buuren, vrijwel onderschrijven kon, van daar zijn wensch naar een nieuwe regeling. Met eenige verlangens van den heer de. Jong zou rekening worden gehouden. Z.h.|t. ging het ontwerp erdoor, evenals een vrij ojibe- teekenende wijziging van enkele artikelen van de wet op de rechterlijke organisatie en het beleid der justitie. Vandaag behandelde de Eerste Kamer wa terstaats- en verkeersaangelegenheden. NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN HUISVROUWEN. Gistermiddag is in „De Doelen" te Rotter dam de 25ste algemeene vergadering van de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrou wen geopend met een welkomstrede van de presidente der Rotterdamsche afdeeling, mevrouw Hertzberg—Philipse, waarna de presidente der vereeniging, mevrouw Chr. Neytzell de WildeMac Gillavry de ope ningsrede hield. Vervolgens werden eenige aangelegenheden van huishoudelijk en aard afgedaan, waarna mevrouw D. Oppenheimer Belinfante het jaarverslag uitbracht, waar uit o.m. bleek, dat het aantal afdeelingen tot 98 is gestegen. De spoedcursussen voor op leiding tot dienstbode hadden tot resultaat, dat een veertigtal meisjes werk vond. In het totaal zyn in de afdeelingen 108 cursussen gevolgd. Jaarverslag en begrooting over 1938 werden goedgekeurd. Tot lid van het hoofdbestuur werd her kozen mevr. J. KamHaas, terwijl in de vacatures mevr. G. van Anrooyde Kempe- naer en mevr. EversVeendorp werden ge kozen, de dames J. van de GriendtBunk te Kampen en B. G. TammensBoer te Den Andel. De presidente overhandigde een ge schenk aan mevr. van Anrooy en sprak woorden van dank tot de aftredende leden. In de avondbyeenkomst werden de ver schillende voorstellen van het hoofdbestuur en de afdeelingen besproken. Deze bespre kingen zullen in de vergadering van heden worden voortgezet NOODELOOS BRANDALARM TE LUNTEREN. Gistermiddag luidde te Lunteren de brandklok en klink het signaal van de orandhoorn, naar aanleiding van een mede deeling van een inwonèr', dat er brand woedde in het Buurtbosefi nabij het confe rentieoord. Be boschbrandweer en verschei dene "honderden pèrsofteb trokken onmid dellijk naar de bedreigde plek. vanwaar men van verre den rook zag Opstijgen. Toen men ter plaats was gekomen, bleek, dat iemand bezig was houtafval te verbranden, waarby in het geheel geen gevaar voor de omgeving bestond. Dit noödeloos alarm is een gevolg van het feit, dat de man, die Zelf brand meester is, verzuimd had de voor het ver branden van houtafval vereischte vergun ning aan te vragen. Hiervan wordt steeds de boschbrandweer in kennis gesteld, om on- r.oodig uitrukken te voorkomen. DE TERECHTSTELLING VAN- WILHELM CAMMANS. De 44-jarige Wilhelm Cammans, die gisteren wegens .andverraad in Duitsch- land is terechtgesteld, was een Neder- landsch ingezetene uit Venlo afkomstig. Toen hij voor zaken in Duitschland ver toefde, werd hy gearresteerd. Waarschijn lijk was Cammans van dubbele nationali teit. Vast staat echter, dat hy ook de Duitsche nationaliteit had. Daar hij ver moedelijk ook ederlander was, heeft de Nederlandsche regeering destijds een ver zoek tot gratie ondersteund. Dit heeft, zooals gebleken is, de terecht stelling niet kunnen voorkomen. Donderdag 28 April. HILVERSUM. 301,5 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. 10— Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Viool en piano. 11.Kniples. 11.30 Het Om roeporkest. 12.30 Gr.pl. 1.Avro- Vaudeville-orkest en orgelspel. 1.45 Gr.pl. 2 Voor de vrouw. 2 30 Pianovoordr. 3.Kniples. 3.45 Gr. pl. 4.Voor zieken en thuiszitten- den. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinde ren. 5.30 Het Aeolian-orkest. 6.30 Sportcauserieën. 7.— Voor de kin deren- 7.05 Het Poltronierikwartet, 7.80 Engeliche les. 8ANP-ber, mededeelingen. 8.10 Het Omroep orkest en solisten. 9.15 Inleiding volgende uitzending. 9.20 Radio- tooneel. 10.Orgelspel. 10.15 De Twilight Serenaders. 11.ANP- ber. Hierna tot 12.— Avro-dans- orkest. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.-^10,-— en 11—2— KRO, de NCRV van 10—11— en 2—12—). 8 —9.15 en 10— Gr.pl. 10.15 Mor gendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12— Ber. 12.15 KRO- orkest en gr.pl. 2— Handwerkles. 3.Viool en piano, 3.45 Bijbelle zing. 4.45 Gr.pJ. 5.Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 Heemsteedsch Christ. Kinderkoor. 6.30 Het Leger des Heils en de jeugd, causerie. 7. Ber. 7.15 Voor postzegelverzame- laars. 7.45 Rep. 8.ANP- en her haling SOS-ber. 8.15 Orgelconcert. 9.De Koninklijke Marine en haar geestelijk leven, causerie. 9.30 NCRV-orkest. 9.45 De' christ. tehui zen voor militairen, causerie. 9.55 Verv. concert. (10.ANP-ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11.Vervolg concert. 11.30 Gr.pl. Ca. 11.5012. Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 10.25 De Caylus Players. 11.05 Gr.pl. 11.50 Voordr. 12.20 Gr.pl. 12.40 Piano voordr. 1.10 BBC-Northern-Ireland- orkest. 2.102.30 I was Shanghaied, causerie. 2.35 Sted. Orkest var Bournemouth, mmv. soliste. 4.09 Voor de vrouw. 4.20 Het Ralph Elman Sextet. 4.50 Gr.pl. 5.20 Ber. 5.40 Autobiographies, causerie. 6. Pianovoordr. 6.40 Mil. orkest. 7.20 Variété-progr. 7.50 Orgelspel. 8. Transport, causerie. 8.20 Ber. 8.40 The budget, causerie. 8.50 Weather outlook, causerie. 8.55 Solistencon cert, 9.20 Korte kerkdienst. 9.40 Het BBC-Harmonle-orkest. 10.20 J. Loss en zijn Band. 10.5011.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.108.05 en 9.10 Gr.pl. 11.40 Bailly-orkest. (12.50 Zang). 2.05 Vioolvoordr. 2.20 en 3.20 Zang. 4.20 Radiotooneel 7.35 Zang. 7.50 Symph.-concert. 9.50 —10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr pl. 6.30 en 7.50 Amusementsorkest. 9.20 Volks- liederenconcert. 11.20 Omroeporkest en soliste. 1.30 Populair concert. 3.20 E. Jahn's orkest, 5.40 Viool en piano. 6.30 Omroeporkest en solis ten. 8.20 F. Miska's orkest. 9 8Ö 11.35 Gr.pl. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Gr.pl. 11.50 Cabaretprogr. 12— Omroepsalonorkest. 12.30 Omroep» dansorkest. 12.50 Cabaretprogr. 1— I.20 Gr pl. 4.20 Omroepsalonorkest. 5.50 Gr.pl. 7.20 Omroepkleinorkest p.10 en 9.30—10.20 Gr.pl. 484 M.: II.20 Gr.pl. 12— Omroeporkest. 12.50—1.20 Gr.pl. 4.20, 5.35 en 6.35 Gr.pl. 7.20 Omroeporkest en gr.pl. 9.30—10.20 Zang, harp en gr.pL DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.20 Radiotooneel met muziek. 8.20 Duitschland-echo. 8.35 't Omroep orkest. 9.20 Ber. 9.50 Pianovoordr. IC.05 Ber. 10.20—11.20 Fr. Hauck's dansorkest. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.50, Parijs R. 9.50—11.05, Radio PTT Nord 11.05 —11.20, Parijs R. Ll.20—12.20, Brus sel VI. 12.20—13.20, Keulen 13.20— 14.20, Danmarks R. 14.2015.20, Keulen 15.20—16.20, Brussel VI. 16.20—17.35. Brussel (Fr.) 17.35— 18.20, Keulen 18.20—19.20, Brussel Fr. 19.20—20.20, Droitwich 20.20— 20.40, Keulen 20.40—21.20, Brussel VI. 21.20—22—, Weenen 22—22.40, Boedapest 22.4024. Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20 Nor- mandië 8.209.35, Lond. Reg. 9.35 12.20, Droitwich 12.2014.10, Pa rijs R. 14.1014.35, Droitwich 14.35 —20—, Lond. Reg. 20—20.50, Droit wich 20.50—23.20 en Danmarks R. 23.20—24—. Lijn 5: Diversen. 8 TREINONTSPORING BIJ WEESP. Hedenochtend te kwart na vier uur is een der wagens van een goederentrein komende uit de richting Amersfoort, tusschen Bussum en Weesp ontspoord. Deze wagen is met drie wielen naast de rails komen te staan, zoodat het verkeer op dit traject voorloopig slechts over enkel spoor kan plaats hebben. De oorzaak van deze ontsporing is nog on bekend. VERLOOP DER WERKLOOSHEID. Percentage nadert het peil van 1932. De directeur van den rijksdienst der werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling deelt mede, dat in de week van 4 t.m. 9 April 1938 bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas waren aangesloten 557.400 personen (waaronder 75.600 landar beiders). Voor 481.700 verzekerden buiten de land arbeiders was het werkloosheidspercentage 25.1 (in de vorige verslagweek 21 t.m. 26 Maart 1938, was dit percentage 25.9). Voor de 557.400 verzekerden met inbegrip van de landarbeiders was het werkloosheids- percentag 23.8 (in de vorige verslagweek was het 24.4). In de eerste verslagweek van April was het werkloosheidspercentage voor alle ver zekerden in de laatste jaren a.v. (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing worden gelaten): 1932 23.3 (23.9), 1933 20.8 (27.6), 1934 24.3 (25.9), 1935 28 (30.5), 1936 29.6 (32), 1937 25.5 (27.6), 1938 23.8 (25.1). Het werkloosheidspercentage nadert der halve het peil van 1932. Bij dé (jrganèii tier openbare arbeidsbe middeling stonden op 9 April 1938 in totaal 385.493' werkzoekenden ingeschreven, onder wie 304.105'mannen. Van de werkzoekenden waren er 366.732 werkloos, onder wie 350.868 mannen. Het aantal werkloozen onder de als werk zoekende by de organen der arbeidsbemid deling ingeschrevenen bedroeg in den win ter 1937-'38 gemiddeld 399.000. In den win ter 1931-'32 was dit gemiddelde 231.000. Schijnbaar is dit sterk in tegenspraak met het feit, dat bovengenoemde werkloosheids percentages op een verbetering tot het peil van 1932 wijzen. Het is blijkbaar niet over bodig er nogmaals op te wijzen, dat het aantal bij de arbeidsbeurzen ingeschreven werkloozen den invloed ondergaat van het steeds grooter gebruik, dat van deze instel lingen wordt gemaakt, hetgeen wordt gesti muleerd door factoren als verhooging van haar practische beteekenis, vergrooting van haar bekendheid, uitbreiding der verplich ting tot inschrijving voor steuntrekkenden, inschrijving van hen, die de scholen hebben verlaten, toeneming van het aantal werkzoe kenden als gevolg van bevolkingsgroei enz. Gebruik van het aantal ingeschreven uerklooze werkzoekenden als maatstaf voor het verloop van de werkloosheid is derhalve misleidend. Alleen de werkloosheidspercen tages hebben als zoodanig waarde. Door MARK CHANNING Ned. bewerking 'door MARIh [DE BELMONTE 38) Geërgerd keek de Cobra over vyf hon derd getulbande hoofden heen naar een nieuw aangekomene. Wie durfde het wagen hem op zyn bruiloft te komen storen? De aanwezigen hielden op met eten en wierpen verschrikte blikken om zich heen. Het rumoer der gesprekken verminderde, ging over in gemompel en verstomde ten slotte. In stilte werden degens getrokken en tusschen het gouden vaatwerk glinster den dolken gereed om te steken. Een boodschapper met kleeren vol van stof en zweet baande zich een weg tusschen de dichte rijen van gasten. Hij hield een brief in zijn hand. Boos opende Alam Khan het epistel. „In naam van Allah, zy gegroet. Aan onzen vriend Alam Khan. Zorg er voor, dat de Maillmesti ten opzichte van het Engelsche jonge meisje niet wordt geschonden. Ge zijt er met uw eigen leven verantwoordelyk voor. Er is gevaar. Ik kom. De drager van den Sluier Wet op de gastvrijheid, in gebruik aan de grens. HOOFDSTUK XX. Het kijkgat. Gelukkig werd niet van Diana verwacht, dat ze tijdens het bruiloftsmaal zou praten; uitgezonderd een „U is heel vriendelijk" tegen iemand, die haar den een of anderen schotel toeduwde, mocht ze stil blijven zit ten en zwijgen, zooals ze verlangde. Toen ze naar boven keek, bemerkte ze de bovengalerijen. Achter een dubbel gor dijn van zwart gaas, vastgemaakt tusschen twee zuilen, meende ze rechts Gulbundun en Chirine te zien. Ze zaten naast elkaar, temidden van de vrouwen van den Cobra. Het gebrom van al die mannenstemmen was nu niet meer dan gegons, waarboven telkens traditioneele geluiden werden ge hoord, die te verstaan gaven, dat men ver zadigd was. En hoe luider deze gemaakt werden, hoe grooter eer voor den gastheer. Nadat Alam Khan kennis genomen had van de missive, hem door den boodschap per overhandigd, wierp hy ze terstond in een komfoor en keek toe tot ze tot asch was vergaan. „De man met den sluier komt", mom pelde hy. En dat was alles. Maar een oogenblik later wisten de aan wezige bergbewoners het nieuwtje ook, en na verloop van een kwartier was het op 't marktplein bekend. Intusschen deed Diana, die met onbe wogen gezicht op haar kussens zat, haar best wat te eten, want ze wist, dat, indien haar krachten haar begaven, het met haar gedaan zou zyn. Maar toen de kalyans of narguilées eenmaal aangestoken waren, vulde de hal zich met zoo'n prikkelenden tabaksrook, die in platte blauwachtige wol ken in de zware lucht dreven, dat haar de eetlust werd benomen. Eindelijk stond Alam Khan op. „Kom mee", zei hij, haar hand vattend. Met zijn gutturaal stemgeluid nam hij af scheid van zijn omgeving en verliet de ta fel. Den laatsten indruk, dien zy van dit ontzettende feest meenam, was het beeld van de kleine oogjes van den Mongoolschen dwerg Khoon: een afschuwelijk mengsel van begeerlijkheid en van listige zegepraal. Aan den voet van een wenteltrap bleef Alam Khan staan. „Ga naar boven!" beval hij. Zij gehoorzaamde. Het Scheen haar, of er nooit een einde zou komen aan al die draaiende treden. Eindelijk bereikte ze een galerij met booggewelf en zoo nauw, dat Alam Khan er niet door kon of hy moest zyn forsche schouders in een hoek van 45 graden wringen. Ze waren thans in een klein vertrekje gekomen, niet veel meer dan een cel, waar een walmende petroleumlamp in een nis een onzeker licht verspreidde. Naar den wand aan de overzijde toe gaande, drukte de Cobra met rijn duim op een geheime veer en een massief vak met selwerk van ongeveer vijftien C.M in het vierkant week langzaam terug. Ongeveer door midden gebogen, bleef Alam Khan eenige oogenblikken staan kij ken door de aldus verkregen opening. Op eens luidde een gong. Zich daarop oprichtend, wendde hii zich met een ruk om. „Kyk nu maar. Dan kun Je je Mlf over. tuigen en zien wat je niet gelooven wilde" Diana ging naar de openjng toe Door een lange pijp. die schuin door het metsel werk liep, keek ze midden in een ander vertrek. Ergens in Frankrijk in cen oud kasteel had ze ook zoo'n soort kijkgat ge zien, waardoor gasten ongemerkt bespied konden worden. Een voorgevoelen, dat haar terneer drukte, met geweld terugdringend, dwong ze zich te kijken naar wat daar beneden gebeurde. Op een lagen, breeden divan zat tusschen zijden kussens een paartje. Zy kon de hartstochtelijke woorden verstaan, die de vrouw, wier armen om den hals van den man geslagen waren, tot dezen sprak. Toen werd haar voorgevoelen doodelijke angst. Die Oosterling in zyn vorstelyk gewaad, die daar zijn armen om het mooie vrouwtje had geslagen, kwam haar zoo bekend voor. Oh hemel!Colin Gray? Zy ademde luid en gejaagd. Alam Khan kwam ijlings op haar toe. „Had ik geen gelijk?" fluisterde hy met triumf in zijn stem. „Begeer je er nog meer van te zien? Of is het zoo voldoende?" Met een verachtelijk gebaar deed hij den steen om zijn spil draaien en sloot de opening. Diana keek hem aan met wijd openge sperde oogen. Opnieuw gaf de indruk wekkende gestalte van dezen man haar een gevoel van machteloosheid. Ze moest hem ontvluchten, anders zou ze bezwijken. „Vindt u goed, dat ik wegga?" vroeg ze, terwijl ze naar de deur toeliep; zich met één hand steunend tegen den wand. De oogen van den Cobra gloeiden. „Dat was niet naar je zin hé, om te zien, dat die sahib verliefd was van die vrouw, Waarom zou hy niet? 't Is heel verstandig van hem; hy weet wel dat hij hier niet levend vandaan gaat". ,,'t Staat hem vrij te houden van wie hij wil. Mij kan het niet schelen", antwoordde Diana onverschillig. Haar stem beefde. De ankerketting, waar aan haar hoop vast zat, was gebroken. „Je zegt dwaze dingen, 't Kan je wel schelen, want je vrijheid hangt er van af", hernam Alam Khan met een kwaadaardig lichtje in zyn oogen. „Luister naar me hij greep haar arm. Wanneer er tusschen man en vrouw geen overeenstemming be staat, kan er ook geen liefde zyn. Die bei den daar zijn het eens, dat heb je gezien. Maar wy niet. En daarom trouw ik niet met je, zooals ik eerst van plan was". „U geeftgeeft u mij mijn vrijheid weer?" vroeg Diana ongeloovig. De Cobra keek haar nieuwsgierig aan. „Ja, die zal ik je weergevenindien jij van dien sahib gedaan krijgt, dat hij je vertelt, wat dat geheime boek, waarvan hy de auteur is, behelst. Als je hemt zegt, dat jij me met je leven borg blijft voor zijn openhartigheid, dan zal hy je het ongetwij feld vertellen". „En in dat gevalzoudt u hem dan ook laten gaan?" Alam Khan woelde met zyn vingers door zijn langen baard en dacht na. De gejaag de ademhaling van Diana en haar vraag waren voor hem een bewijs, dat ze van dien sahib hield, al beweerde ze ook van niet. „Je hebt gehoord wat ik verlang?" luid de zijn wedervraag. Zijn doel was haar zoo lang mogelyk in onzekerheid te houden om haar des te eerder in de val te lokken. Diana had den krygshaftigen aard van haar vader: ze zou vechten voor het leven van den man, dien ze liefhad. Er was bo vendien iets in haar binnenste, dat haar waarschuwde, dat dat tooneeltje, dat ze bijgewoond had, op touw was gezet door den Cobra met een duister oogmerk. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6