FLITSEN VAN HET WITTE DOEK. „Veertig Jaar"in eeri paar maanden GROOTSCH OPGEZET. Kantteekeningen bij de jubileum-film van H.M. de Koningin, De kans om filmster te worden. Eén op 100.000. J0E BR0WN s YELL f— ONZE BIOSCOPEN. -] „Révérence!" „Chassez croisez!" „Promenade!" Het zijn althans voor „moderne" ooren vreemd klinkende comman do's, daar, waar men meer gewend is aan korte afgebeten instructie's als „Camera!", „Licht!", „stilte" en „stop". En nog vreemder Is wellicht dat niet een onwelluidende mannen stem de stilte van de filmstudio ver breekt, maar dat het ditmaal een melodieus-imperatieve vrouwenstem is, die de Fransche dans-aanwijzingen geeft. U zult het al wel begrepen hebben: de opnamen voor de Nationale Film „Veer tig Jaren" zijn in vollen gang. Mevrouw GaillardJorissen, de leidster van een bekend Haagsch dansinstituut, let met meer dan gewone aandacht op, of haar leerlingen, die een waarlijk selecte figu ratie vormen, geen „faux-pas" maken. Wekenlang hebben deze dames en heeren, ongeveer dertig in getal, naarstig geoef- fend op de „quadrille des lanciers", niet alleen op de figuren en de bewegingen, maar ook op de hoofsche gratie en de elegante bevalligheid, die nu eenmaal bij deze dans behooren. Thans wordt de moeite beloondde opname is nog slechts een kwestie van enkele minuten. of uren. Want in een filmstudio kan men nooit met zekerheid zeggen, hoelang het duren zal, voordat de regisseur het verlos sende woord spreekt: „Stop klaar beide laatste opnamen copieeren!" Laatste inspectie. Regisseur Gréville en chef-cameraman Heller bestudeeren het effect door hun donkere glaasjes. Heller vindt het jammer, dat hij geen vast punt op den voorgrond heeft. Bij zoo'n groote dansscène geeft dat vaak een aardig beeld-effect. Gréville is er direct voor om het te probeeren. Er ko men marmeren beelden op zuilen, bron zen beelden, - azen maar dat is niet, wat Heller zoekt. Glimlachend komt ar chitect Wegerif aanloopen met twee antieke houten engeltjes. Op vernuftige wijze worden ze opgehangen. Heller is enthousiast„Prachtig, als ze maar niet heen en weer bengelen". Kapper Michels, geassisteerd door een uitgebreide staf, inspecteert nog met ken nersblikken de kapsels en de schmink- lagen van de dansenden. En een der da mes van Maison Marcile, dat de prachtige en kleurige sleepjaponnen der dames ver vaardigde, naar aanwijzingen van Me vrouw Abeleven, speldt hier en daar nog een „ruche" of een „jabot" wat beter vast of trekt handig een onwelgevallig plooitje weg. De kleine, maar kordate chef-belich ter laat nog even een „kool-dertiger een tikje zachter maken", hetgeen in gewoon Nederlandsch wil zeggen, dat een bepaal de lamp minder geconcentreerd licht moet uitstralen en dan begint het weer van voren af aan. In onzen tijd van „swing" en „Big apple" doet zoo'n quadrille een beetje aan als een schoone droom uit lang vervlogen dagen. Het zou overigens onjuist zijn, om dit sierlijke bewegen, deze respecteuze elegance als „uit den tijd" te kenmerken. Deze zelfde quadrille werd nog kort gele den, op uitdrukkelijk verzoek van H. M. de Koningin, gedanst op het groote hof bal, gegeven bij het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard en het is zeer wel mogelijk, dat deze dans op het eerst volgende bal ten Hove ter gelegenheid van het regeeringsjubileum van Hare Ma jesteit wederom op het programma zal staan. Het orkest heeft inmiddels de eerste maten van de quadrille-muziek weer in gezet de heele opnamestaf is een beetje in spanning. Zal het nu goed zijn? Zal er niets onvoorziens gebeuren? De camera's doen geruischloos hun werk de engeltjes bengelen nietruim veertig schijnwerpers bestralen de groote „set" het duurt in onze gedachten erg lang, maar tenslotte nadert de Tnuziek het ac- coord. dat het einde der opname betee- kent. Gréville springt van zijn verhoogde zitplaatsStop!" Even blijft het stil. Men weet, dat dit stop alleen niet vol doende is. „Hoe is het geluid?" vraagt Gréville. De geluidswagen meldt zich per luidspreker: „Goed!" Dan de tweede vraag: „Otto... en jij!" Cameraman Hel ler kruipt onder zijn zwarte doek uit: „Wat mij betreftO. K." En als Gré ville dan zegt: „Wat mij betreftook!" valt ineens de spanning weg. Opname nummer zooveel is gelukt! Dat beteekent heel veel. Dat beteekent: Naar de cantine om iets te eten en te drinken. Want deze dag „zit er op" en de rust is welverdiend. De heer in de taxi. Als een uur later de studio-bevolking Filmstad begint te verlaten, stijgt een heer met een sierlijk koffertje in een taxi. Het is een Haagsche juwelier. Men vraagt zich af, wat deze meneer hier te doen had. Het antwoord klinkt een beetje te verbijs terendhet heeft een geurtje van Ame rikaansche filmsterren-publiciteit. Maar zelfs dit geurtje snuiven we op, omdat het er nu eenmaal is. Alle vrouwelijke figuranten hebben dien dag echter zeer kostbare juweelen gedra gen,colliers, hangers, oorbellen, armban den en broches, bezet met smaragden en brillanten, turkooizen en diamanten. Guus Ostwalt, de productie-leider, bevestigt het feit. Er was voor vele duizenden aan wezig en er was ook een speciale „bewa king" in de studio's. En als wij aandringen op het juiste cijfer, zegt Ostwalt, „Ach 't is nu toch voorbijde firma van Kem pen Begeer en Vos heeft ons voor bijna tweehonderd duizend gulden aan juwee len uitgeleend". Na dit indrukwekkende cijfer, dat ons verklapt wordt, met de verzekering: „Heusch waar", kan men slechts verbaasd kijken en voor de zoo- veelste maal constateeren, dat de wereld van de film een zeer wonderlijke is. Het huis aan de Heerengracht te Amsterdam, dat in „Filmstad" is na gebouwd door architect Wegerif. Uw kans om te winnen is één op hon derdduizend. De prijs is rijkdom, beroemdheid, de adoratie van millioenen, een plaats in de wereld, bijna even populair als die van een president of een koning... kortom: het filmsterdom. Maar zij die pogen en falenbetalen duur. Wat zij voor hun avontuur moeten betalen zijn: jaren van teleurstelling en verloren illusies, tenslotte vergetelheid en waarschijnlijk armoede. Maar het feit, dat de kans, hoe klein ook, bestaat, maakt, dat nog steeds duizenden Hollywood binnen stroomen. Voor het grootste deel zijn het knappe jongens en meisjes, hoewel er ook talrijke personen van middelbaren leeftijd zijn, die gelooven, dat zij talent hebben om een Lionel Barrymore, een Edward Arnold of een Mary Dressler te worden. Een opname uit „A star is born". Het geringe getal van één op de hon derdduizend is niet uit de lucht gegrepen. Het zijn authentieke gegevens, bekend ge worden door de statistieken van Miss Ethel B. Callis van het Centrale Figuratie Bureau, door welks bemiddeling alle be langrijke studio's hun figuranten en kleinerol-spelers betrekken. Sinds 1928 is slechts één ster opgekomen. Meer dan 13000000 personen hebben Hollywood bezocht tijdens de laatste 10 jaren. De meesten zijn na hun misluk king weer weggegaan; 12000 zijn geble ven en vormen het leger der om baantjes- vechtende figuranten; slechts 13 hebben zich opgewerkt tot roem en eer, tot be langrijke rollen en groote salarissen. Slechts één figurant heeft het tot „Stardom" gebracht sinds 1928, na het invoeren van de geluidsfilm. Deze ééne is de onlangs gestorven Jean Harlow; de andere sterren begonnen hun of haar loopbaan allen al in den tijd der stomme film. De 13 gelukkigen, die het tot beroemd heid of bekendheid hebben gebracht, zijn: Janet Gaynor, Jean Harlow, Clark Gable, Adolphe Menjou, Gary Cooper, Frances Dee, Carole Lombard, Ann Dvorak, Ran- dolph Scott, Sally Eilers, Edwina Booth, Raquel Torres en Adrienne Ames. Toch blijven er duizenden, die hopen. Het Centraal Figuratie Bureau heeft een zeer groote telefooncentrale. Telkens als er een lichtje gaat branden, beteekent dat, dat één der 12000 ingeschreven figu ranten vraagt of er iets te doen is, in de hoop, 5 dollar te kunnen verdienen. En steeds klinkt het stereotiepe antwoord: „Geen werk. Probeer later nog eens". De figurant weet, dat er per dag ge middeld 600 baantjes worden „vergeven", maar het duurt jaren, voordat hij de hoop opgeeft. De telefonisten van het Bureau moeten, in verband met het inspannende werk, reeds na enkele uren worden afgelost. Als men echter figuranten tracht te overtuigen van hun kansloos bestaan, wy- zen zij op de 13 gelukkigen en houden vol, dat zij het ook zoover kunnen brengen, als men hen de kans maar eens geeft. De David O'Selznickfilm: „A. Star is born", welke door Loet C. Barnstijn's Filmindustrie in ons land wordt uitge bracht, brengt Janet Gaynor als het een voudige meisje, dat het werkelijk tot ster brengt met aan haar zijde Fredric March, als de ster, die op zijh toppunt staat en langzaam maar zeker daalt om in verge telheid onder te gaan. Tal van bijzonder heden uit het Hollywoodsche filmleven zijn in deze rolprent op interessante wijze verwerkt, al blijft het verhaal hoofdzaak. „A star is born" behoort tot de meestbe- sproken films in Amerika. Anna Neagle als „Victoria de Groote" Drie episoden die de productie van Joe E. Brown's beroemde film- kreet weergeven. In de groote plaatsen hier te lande en vooral in Amsterdam hebben de fietsjongens zich reeds deze „yell" als hun lijf- roep eigen gemaakt. De roep houdt het midden tusschen het geloei van een sirene en het gehuil van een hond. Joe E. Brown speelt de hoofdrol in de RKO Radio-film „De Vliegen de Zot", met naast zich Guy Kibbeo en Florence Rice. DIE FLEDERMAUS. Theater Harmonie. Tot de meest bekende en geliefde ope rettes van Johann Strauss. mag zeker gerekend worden: „Die Fledermaus" en het behoeft geen verwondering te wekken, dat men deze operette ook verfilmd heeft. Nu, men heeft het met succes gedaan. Dat heeft de eerste vertooning gisteravond wel bewezen. De muziek, de vlotte handeling, de schitterend opgenomen scènes enz. hebben het geheel tot een allerprettigst amusement gemaakt. Verschillende filmliefhebbers zullen de geschiedenis wel kennen. Gemakkelijk te vertellen is zij niet. Wij willen alleen het volgende even onder de aandacht brengen. Hans Weigel is een bekende operette- tenor, die tvoor de driehonderdste maal de hoofdrol van von Eisenstein in „Die Fle dermaus" zal zingen. Dat belooft een feest. Maar niet in alle opzichten voor Hans, want hij is getrouwd met een allerliefst vrouwtje en heeft toch interesse voor een geheimzinnig gesluierde dame, die eiken avond de opvoering in de loge bijwoont. En nu zal hij haar eindelijk ontmoeten, doch 's avonds na de voorstelling. Maar dan moet hij by 't souper zijn, dat ter zijner eere gegeven wordt. Als hij zich na afloop der voorstelling voor dat souper ga t verkleeden, valt hij een klein poosje in slaap. En dan heeft hij een bijzondere droom, een droom zeer avontuurlijk en vol fantasie, en die hem tegelijkertijd zoo prachtig leert zijn vrouw Maria te achten en te waardeeren, dat hij na het ontwaken aan geen geheimzinnige Hongaarsche ge sluierde dame meer denkt en berouwvol tot Maria terugkeert. De droom van Hans Weigel als Eisen stein is eigenlijk de inhoud van de operette. Het feest ten huize van prins Orlowsky, de scènes in de gevangenis zijn prachtig geslaagd en er wordt gezongen en gedanst, zoo goed als men het in een operette maar wenschen kan. En in de keuze der vertol kers is men wel gelukkig geweest. Lida Baarova speelt met Hans Söhnker de rol len van Maria en Hans Weigel, Friedl Czepa is de kamenier Adèle, die als Olga op het groote feest zoo'n belangrijke rol speelt. Verder noemen wij nog Narold Paulsen, Georg Alexander en Hans Moser, die kostelijk op dreef zijn. En aan de mu ziek van Strauss heeft men alle recht laten wedervaren. Een operette-film, die men zeker niet zal verzuimen. Een journaal, een teekenfilm en een aantal opnamen van bijzondere sporten leiden het hoofdnummer in. KONINGIN VICTORIA. City-theater. Dit is ongetwijfeld een film, zooals er slechts een enkele in een groot aantal jaien wordt gemaakt. Onder de leiding van den regisseur Herbert Wilcox is hier, aan de hand van historische gegevens, een rolprent ontstaan, die in groote lijnen een beeld geeft van zestig jaren van de regee- ringsperiode van Victoria I, die van 20 Ja nuari 1837 tot 22 Jan. 1901 koningin van Groot-Brittannië was. Een periode, waar in zij zich een zeer streng constitutioneel vorstin toonde, die wist wat zij wilde en zich tot doel stelde sociale misstanden te bestrijden en haar volk te verheffen. Maar vooral geeft deze film de koningin weer als liefhebbende vrouw. Anna Neagle speelt deze rol voortreffe lijk. De stemmingen van het oogenblik en de teere aandoeningen worden door haar als het ware beleefd en maken daardoor op de toeschouwers grooten indruk. De rol van haar gemaal, prins Albert van Saksen-Coburg-Gotha, wordt gespeeld door Adolph Wohlbrück op zoodanige wijze, dat men er meermalen door wordt ontroerd. Daarnaast komen bekende staatsheden uit de vorige eeuw op het doek: ^lel- bourne, Kensington, Palmerstone. Glad- stone en anderen; men bemerkt den in vloed van den schrijvers Dickens; men ziet den spoortrein in zijn eersten verschij ningsvorm; men ziet bij huwelijk en ge boorte in het vorstenhuis het ceremonieel, waaraan het Engelsche vólk zoozeer ge hecht is; daarbij de schitterende inte rieurs van koninklijke 'paleizen en men maakt zelfs een parlementszitting mee. Alles te zamen een film, die men zeker niet moet verzuimen te gaan zien. Vooraf gaat allereerst veel geïllustreerd buitenlandsch nieuws, terwijl bovendien gegeven wordt de klucht „Alle menschen zijn broeders" en de interessante film „Wilde speelmakkers", die een groep jon ge leeuwen toont onder leiding van een zeer jeugdigen temmer. „TARANTELLA Victoria-theater. Met de film „Tarantella" heeft de re gisseur Robert I. Leonard een successtuk gevoegd bij de reeks van goede, vaak uit stekende films, welke hij zoo in den loop der jaren heeft gefabriceerd. Want inder daad mag „Tarantella" met eere genoemd worden. Het is een film, gebaseerd op historische gronden, te weten de Fransch Spaansche oorlog in den Napoleontischen tijd. En het gaat er in deze füm 0m een beeld te geven van het feit, dat een spionne (Jeanette Mac Donald als Nina Maria) voor een oorlogvoerend land meer veel meer kan beteekenen dan de beste strateeg. Immers, Jeanette Mac Donald is hier de gevierde coloratuur-zangeres La Luciernaga en ze weet alle manschappen van hoog tot laag om haar vingers te winden. Nu wil echter het toeval, dat ze in aanraking komt met een knappen charmeur, die zich aanvankelijk voordoet als reizend jeunier, doch die zich ontpopt als een Fransch officier, die in geheimen dienst is getreden. En doordat Nina Maria in Spaanschen spionnagedienst is, blijft een botsing ondanks de groote genegenheid die zij voor elkaar hebben opgevat niet uit. Want ten tijde dat de strijd het felst ontbrandt en de geliefden eikaars liefde bekend hebben, worden ze vanéén gerukt en staan ze bloot aan de verschrikkelijkste folteringen. Het is n.1. Nina Maria mislukt haar opdracht te vervullen en dat bedroeft haar evenzeer als gescheurd te zijn van den geliefde des harten. Het komt uiteraard nog allemaal netjes op zijn pootjes terecht, dat laat zich aan zien en dat is ook niet het belangrijkste. De film als geheel is fijn van opzet, spannend van het begin tot het einde en valt vooral pok op door het sublieme spel van de groote actrice Jeanette Mac Donald, die in deze film weer zingt dat het een lust is. Uit het voorprogramma noemen we in het bijzonder de binnen- en buitenland- sche reportages, een aardige klucht van de bekende Amerikaansche kindergroep en een dolzinnige, maar voortreffelijke teekenfilm. TWEE HOOFDNUMMERS. Roxy-theater. Er wordt een vrouw doodgeschoten na een vreeset ijke scène tusschen haar en de secretaresse van haar man. De vrouw ver denkt er namelijk de secretaresse van, dat zij in meer dan ambtelijke verhouding tegenover dezen man staat. Vandaar de ruzie en vandaar de arrestatie van de secretaresse als men de vrouw doodgescho ten in haar kamer heeft gevonden. Eén blik op den echtgenoot is voldoende voor alle bioscoopbezoekers om tot de con clusie te komen, dat hij wel iemand is om althans in een film een moord te begaan. Maar deze man kan het onmogelijk gedaan hebben omdat zijn alibi daarvoor te goed is. Hij is in een waterdichte kist gestapt en heeft zich acht meter diep in het water laten zakken. Na drie uren is hij weer naar bovengehaald en heeft het verbaasde pu bliek op de pier gezien, dat de man nog al tijd in de kist zat en ook nog leefde. Het is een mysterie, en dat zou het wel ge bleven zijn als er in deze film geen voort varende reporter voorkwam, die verloofd is met de bewuste secretaresse en tot de ont dekking komt, dat de man onder water, door een duiker, in zijn kist onder de pier naar een by eb droogvallend stuk zand gesleept wordt en vandaar in de bewoonde wereld kan terugkeeren. Terwijl hij dus zooge naamd onder water was kon hij den moord plegen, weer in de kist kruipen en na drie uur weer bovengehaald worden. Het alibi was te mooi en dat heeft hem verraden. Warner Oland treedt in het tweede hoofd nummer op als Charlie Chan en hy vindt in Berlijn, tijdens de Olympische Spelen, een kostbaar instrument terug waarmee men vliegtuigen draadloos kan besturen. Een geheel stel mannelijke en vrouwelijke schurken blijken bij dezen diefstal van militaire geheimen van de Ver. Staten be trokken te zijn, maar Charlie is knapper en behendiger dan zij allen en treedt ten slotte in deze alleraardigste film als overwinnaar op den voorgrond. Een programma, dat zeker in den smaak zal vallen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 14