VORS
COBRA
DE REACTIE TEGEN DE NIEUWE BELASTING-
ONTWERPEN IN BELGIE.
Qememtecadeti
Ideale gezinsverzorging
feuilleton
Een voor de regeering onaangename stemming van
de Kamercommissie van Financiën.
Verbolgen Katholieken.
I
LEVENSVERZEKERING BANK Rotterdam
IDEAAL-TARIEF
OTERLEEK
VIERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 30 APRIL 1!W.
(Van onzen correspondent).
BRUSSEL, 28 April 1938.
De conservatieve katholieken in
België hebben op het oogenblik een te
schoone gelegenheid om de openbare
meening tegen de socialisten, wier in
vloed zij, in 's lands bestuur, sedert de
heer Van Zeeland aan het bewind
kwam, steeds moeilijk hebben kunnen
lijden, te redigeeren, dan dat. zij van
deze gelegenheid geen gebruik zouden
maken.
De heer de Man, tot voor enkele maanden so
cialistisch minister van financiën, heeft het
ongetwijfeld nogal bont gemaakt. Iedereen
is het eens geweest en is het overigens nog,
dat de heer de Man een dynamisme heeft
aan den dag gelegd waardoor hij een sterke
personaliteit in de regeering was geworden.
De feiten hebben uitgemaakt dat dit dyna
misme voor een niet geringe mate steunde
op avontuurlijke lichtzinnigheid waaraan
zyn politieke overtuiging niet vreemd kan
geweest zijn. In welke verhouding zulks 't
geval is geweest kan moeilijk worden uit
gemaakt, maar, zooals de Engelschen zeg
gen, een feit is een feit, en daar kan men
niet tegen op. De heer de Man heeft in wei
nig schitterende omstandigheden, wegens
gezondheidsredenen, naar het heette, zijn
portefeuille neergelegd, een leegte in de kas
achterlatende, die hij zelf tot enkele maan
den voor zyn vertrek niet bleek te hebben
gezien, vermits hij nog een begrooting voor
stelde voor 1938 die een boni vertoonde. In
werkelijkheid is er een tekort van twee mil-
liard zooals wy u reeds schreven, dat moet
worden aangevuld door nieuwe belastingen
en door bezuinigingen. Het is de heer Sou
dan, bekend socialistisch advocaat te Brus
sel, Kamerlid en tevens burgemeester van
de Vlaamsche grensgemeente Ronse
slechts in België en Frankrijk bestaan der
gelijke politieke cumuls die zijn partij
genoot als minister heeft opgevolgd zoodat
de conservatieve katholieken het gemakke
lijk hebben om hem al de fouten van zijn
voorganger in de schoenen te schuiven. De
invloed van den heer de Man bij zijn par-
tygenooten is ongetwijfeld getaand ,wat den
heer Vandervelde niet zal verdrieten, maar
niemand had toch kunnen denken dat de
heer Soudan het beleid van zijn voorganger
op dergelijke opvallende manier zou heb
ben afgevallen. Hij heeft diens dubbelzin
nigheid eigenlijk gehekeld, door te verkla
ren, dat hy zijn voorbeeld niet wou volgen
en de waarheid zeggen wou, over den fi-
nancieelen toestand van het land, of beter
den budgetairen toestand, want financieel
is geen land gezonder dan België op het
oogenblik.
Katholieken verbolgen.
De katholieken evenwel zijn verbolgen,
omdat zij meenen dat de dubbelzinnigheid
van den afgetreden socialistischen minister
van financiën was ingegeven door de be
zorgdheid zijn socialistische confraters van
andere departementen zooals deze van ar
beid en deze van openbare werken, die ook
den dienst voor economisch herstel in zijn
bevoegdheid heeft, gelegenheid te geven
kostbare plannen uit te voeren die veel geld
kosten aan de schatkist. Zij bedoelen in de
eerste plaats de pensioenen en daarna de
openbare werken, waaraan vele millioenen
zijn besteed, uitgegeven met de bijbedoe
ling de verkiezings cliëntèle te dienen, ook
op gemeentelijk gebied.
De overdrijving speelt in deze critiek ze
ker e enrol maar het is een feit dat de Staat
boven zijn middelen heeft geleefd en dat
de Belgische belastingbetaler dit nu moet
bezuren. De katholieken zeggen nu: goed, er
moeten wel nieuwe belastingen komen om
dat er een verslapping is in de fiscale ont
vangsten, doch deze ontvangsten mogen
niet worden bezuinigd en wanneer het par
lement wetten heeft goedgekeurd die uit
gaven meebrengen waarvoor nieuwe belas
tingen moeten worden ingevoerd dan moe
ten deze wetten maar worden gewijzigd.
Het land heeft het maximum aan fiscaliteit
bereikt. Nu reeds is naar verhouding van de
bevolking in België de belasting hooger dan
b.v. in Frankrijk. Er is hier niet te aarze
len. Indien de regeering zulks niet wil aan
vaarden moet zijn maar de plaats ruimen
voor andere Staatslieden die het wel willen
begrijpen.
Dat de vroegere tegenstanders van de de
valuatie, zoo=>ls de gewezen Vlaamsche mi
nister van financiën, Sap, niet werkloos
blijven en victorie kraaien, zeggende dat,
wat zij hadden voorspeld, is uitgevallen,
spreekt van zelf. Hun voldoening is niet
heelemaal gerechtvaardigd, want zonder de
valuatie zou België zeer zeker moeilijker
de helling weer opgeraakt zijn. Het groote
tekort schijnt overigens hoofdzakelijk te
wijten aan de te hooge Staatsiutgaven.
De slag wordt nu gelevrd over de
belastingontwerpen van de regeering die
men kent. Het katholiek Blok, dat alle ka
tholieke groepeeringen omvat, heeft gecon-
gresseerd over deze ontwerpen en heeft bb-
sloten dat zij onaanvaardbaar zijn omdat zij
rekening houden met te groote uitgaven die
een te groote fiscaliteit noodig maken; dat
in de allereerste plaats dient bezuinigd: dat
de nieuwe belastingen zich moeten beper
ken tot wederinvoering van de crisistaks
met een lichte verhooging van de tol- en
accijnsrechten, derwyze dat de kleine on
dernemingen er geen last van ondervinden.
De Christen-defhocraten zijn het er niet al
len over eens dat deze houding de goede is
omdat ook zij een verkiezingscliëntèle heb
ben die van de regeeringsmaatregelen ge
niet, doch vanmiddag heeft dit niet verhin
derd dat de partij tucht heeft gewerkt en dat
met tien tegen vijf stemmen de Kamercom
missie van financiën het eerste ontwerp
van de regeering betreffende de zooge
naamde mobiele taks op de inkomsten zijn
verworpen. De stemming gebeurde libera
len, katholieken, rexisten, Vlaamsche na
tionalisten tegen socialisten. De mobiele
taks is eigenlijk de crisisbelasting op de
loonen en wedden, maar verscherpt, niet
meer beperkt tot den crisistijd maar vast.
Sommige tegenstemmers hebben te kennen
gegeven dat zij niet tegen de regeering
stemden maar tegen het ontwerp tegen het
feit dat niet eenvoudig de crisistak werd
ingevoerd zooals zy heeft gefunctioneerd,
en dit voor den tyd van de behoeften.
De commissie heeft niettemin besloten
de verdere ontwerpen niet te behandelen,
in afwachting dat de regeering haar houding
zou bepalen. De regeering heeft vanavond
te kennen gegeven dat zy de stemming van
de commissie niet beschouwt als een vol
doende reden om haar ontwerpen niet te
verdedigen voor het parlement, waar dan
ieder zijn verantwoordelijkheid zal hebben
op te nemen. Dit beteekent dat de onder-
myners van de regering, van elke regee
ring waar de socialisten een belangrijken
invloed hebben, nooit een zoo geschikte ge
legenheid hebben gekregen om het de re
geering moeilijk te maken, want indien de
regeering aan haar plannen vasthoudt, zoo
als zy zyn, is het te verwachten dat heel
wat leden uit de meerderheid den moed
zullen missen om de bevolking den last op
te leggen die door de ontwerpen wordt
voorzien.
Op het congres van het katholieke blok
heef een bekend economist, prof. Baudhuin
betoogd dat in werkelijkheid moet worden
voorzien dat het tekort aan fiscale ontvang
sten dit jaar 750 millioen frank zal bedra
gen, terwijl de regeering 960 millioen voor
ziet. Hij steunt hierbij op het feit dat in het
eerste kwartaal het tekort op het voorzien
bedrag 185 millioen is geweest. Hij meent
dat in werkelijkheid het begrootingstekort
voor 1938 tot een milliard is terug te
brengen.
Maar de minister van financiën heeft de
ze volgens hem optimistische opvatting
betwist in de financieele Kamercommissie.
Op hetzelfde congres is bekend gemaakt
dat op een begrooting van 12.568 millioen
een bedrag van .5.310 millioen is voorzien
aan loonen en pensioenen, dat is een ver
hooging van 33 pet. ongeveer vergeleken bij
de begrooting van 1935. Vergeleken bij '27
waren er 20.861 burgerlijke en militaire
pensioenen en op 1 Januari 1938 30.248,
doch de bedragen die werden uitgekeerd
zijn van 108 tot 387 millioen gestegen. Voor
de oorlogspensioenen is de verhooging van
162.000 tot 363.000, terwijl de uitgekeerde
bedragen zijn gestegen van 383 tot 1.121
millioen. Het totaal aantal gepensioneer
den is op een jaar gestegen van 677.000
tot 806.000 millioen. Dergelijke en andere
cijfers zouden kolommen vullen, doch het
essenticele volstaat om een inzicht te heb
ben in den toestand, die hier ongetwijfeld
stof tot nadenken geeft. Iedereen weet dat
wanneer men aan den geldbeugel van het
publiek raakt, dit publiek het meest en het
gemakkelijkst in verzet komt. Degrelle
laat ook zijn kans niet voorbijgaan en richt
andermaal zijn meetings in het Brusselsche
sportpaleis, onder de leuze Strijd tegen de
belastingen. Het is echter een feit dat deze
niet zullen kunnen verminderd worden zon
der aan de loonen en pensioenen te raken.
En wie zal, onder de parlementairen, de
verantwoordelijkheid hiervoor op zich ne
men? Het probleem groeit geleidelijk tot
wat anders dan een probleem van betalen,
namelijk, tot een probleem van politiek be
leid.
M P"
- - -
biedt het
met 20 7. Jaarlijkse rente
Vraagt prospectus!
(Vervolg).
Bezoldiging van den veldwachter
als bode.
De Nederlandsche Politiebond verzocht de
jaarwedde van den veldwachter te verhoo-
gen en te bepalen, dat de bezoldiging zal
zijn 11501550. B. en W. deelden mede,
dat het salaris thans f 1200 bedraagt met in
begrip van de functie van bode. Het college
wil beide functies nu scheiden, het salaris
voor de veldwachter behouden op 1200 en
hem als bode 100 toekennen.
De heer Dekker betoogde, dat dit voor
stel niet anders is dan het zuiver stellen van
de positie van den veldwachter, die niet dqor
den gemeenteraad wordt benoemd.
De heer Witteveen erkende, dat de
wethouder is geslaagd in zijn verdediging
van het voorstel, maar spr. vond dat, als de
functie van bode een apart baantje is, ook
anderen in de gelegenheid moeten zijn om
daarnaar te solliciteeren.
Dat kan niet, zei de heer Dekker, want
de veldwachter is aangewezen als bode,
heeft daarvoor niet bedankt en bekleedt die
functie dus nog, waarvoor hij thans eigen
lijk geen salaris krijgt.
De heer Zwaan kon niet met het voor
stel meegaan, dat geen antwoord geeft op
het verzoek. Als het waar is, wat in het
adres wordt gezegd, n.L dat de functie van
veldwachter den vollen man vraagt, is spr.
niet tegen verhooging van de jaarwedde.
Dan kan de veldwachter ontslag vragen als
bode.
De heer Witteveen was het hiermee
eens en vroeg of het thans gegeven salaris
beneden de normen van den Alg. Politiebond
is; spr. meende van wel. Wat men nu wil, is
schipperen.
Geantwoord werd, dat de heer Vierstra
toch ook vrij wonen heeft, waardoor de jaar
wedde is te rekenen op f 1280 plus de ge
wone emolumenten (kleeding en fiets).
De heer Spaan vond het voorstel van B.
en W. het juiste, waardoor hetzelfde wordt
bereikt als vroeger bestond tijdens den vo-
rigen veldwachter.
De heer Heeringa kon zich wel ver
eenigen met het scheiden van de beide amb
ten en wilde dan periodieke verhoogingen
zien ingevoerd.
De veldwachter lichtte toe, dat het
salaris bedraagt 1100 plus 4 jaarlijksche
verhoogingen van 25. Hij was, omdat hij
reeds eenige dienstjaren elders had, direct
benoemd op het maximum van 1200.
De heer Heeringa meende, dat het niet
aangaat om de jaarwedde steeds op 1200
te blijven bepalen, ongeacht het aantal
dienstjaren. De ontvanger, secretaris en bur
gemeester krijgen toch ook periodieke ver
hoogingen. Als de verhoogingen, destijds
reeds aan den heer Vierstra toegekend, niet
aanvullen, staat de man over 20 jaar nog op
1200.
Opgemerkt werd, dat bij aanneming van
dit voorstel de koninklijke goedkeuring op de
dan noodige wijziging van de salarisveror
dening moet worden gevraagd.
De voorzitter bracht het voorstel van
B. en W. in stemming, dat w£rd aangenomen
met 6 tegen 2 stemmen. Tegen de heeren
Witteveen en Zwaan.
De heer Heeringa vroeg of B. en W.
zijn idee nog eens willen beschouwen.
Weth. Dekker vond het denkbeeld niet
gezond, maar eventueel zou er later nog over
te spreken zijn.
Subsidie wijkverpleging.
B. en W. stelden voor 250 subsidie te
geven voor de wijkverpleging en de gemeen
te te doen aansluiten bij den kring De Rijp.
De voorzitter verdedigde dit voorstel
als een noodzakelijkheid om te komen tot
wijkverpleging in de gemeente. Bij aanne
ming van het voorstel hoopte spr., dat van
particuliere zijde nog minstens 150 zal
worden gegeven. Dan kan voldaan worden
aan den financieelen eisch van de Rijp om
400 by te dragen.
De heer Heeringa was vóór het voor
stel, gezien het groote algemeene belang.
Getracht moet worden naar zoo groot moge
lijk ledental van 't Witte Kruis, waarvoor 't
lidmaatschap 1.25 minimum per jaar kost.
De heer Witteveen was van harte
vóór en hoopte, dat de zaak spoedig haar
beslag zal kunnen krygen.
De heer Dekker vond den eisch van
400 nogal hoog, al wilde hy niet ontken
nen, dat de wijkverpleging nuttig is. Spr.
wilde zich niet tegen het voorstel verzetten.
De heer B a 11 u s vroeg hoe B. en W.
staan tegenover subsidie voor het Wit-Gele
Kruis, hetwelk door de r.k. wijkverpleging
te Oudorp is gevraagd.
Opgemerkt werd, dat B. en W. het resul
taat van hun voorstel wilden afwachten, dat
een zuster zou kunnen geven, die staat in
dienst van iedereen.
De heer Baltus betoogde, dat zulks ook
met de r.k. wijkverpleging het geval is. Het
zou hem tegenvallen, als het billijk verzoek
van het Wit-Gele Kruis werd afgewezen.
De heer Witteveen meende, dat de
r.k. verpleegster te Oudorp niet buiten haar
parochie gaat, wat blijkt uit het feit, dat
twee jaar geleden een onderzoek naar de
mogelijkheid van hulp vanuit Oudorp geen
gunstig resultaat heeft gehad.
De heer Zwaan juichte het voorstel van
B. en W. toe en vroeg wat de gemeente zal
doen, als de leden méér opbrengen dan de
nog ontbrekende 150.
Subsidie verlagen, werd geantwoord, maar
de voorzitter geloofde niet, dat de par
ticuliere bijdragen de 150 verre zullen
overschrijden.
De heer Dekker adviseerde de woorden
„ten hoogste" te plaatsen vóór het subsidie
bedrag van 250.
Het voorstel van B. en W., aldus aange
vuld, werd hierop met algemeene instem
ming aangenomen.
Administratieve maatregelen.
Hierop werd goedgekeurd om aan B. en
W. machtiging te verleenen tot af- en over
schrijving en suppletoire begrooting 1937.
Bezoldiging tijdelijk opzichter.
Het volgende punt der agenda was: bezol
diging tydelyk opzichter bij de werkver
schaffing en idem baggermeter.
Tijdens de ziekte van den heer B. Blom
was eers _,enoemde functie tydelyk opge
dragen aan den veldwachter voor f 8 per
week en de andere functie voor 4 per dag
aan den heer A. Blom, beide met ingang van
1 Jan. ji
De heer Zwaan vond beide posten te
hoog. De opzichter vervulde de betrekking
gelijktijdig met zijn veldwachterschap, waar
voor hy gedurende dien tijd geen salaris
vermindering heeft gehad. De vergoeding
voor den baggermeter is veel te ruim geno
men voor wat er voor te doen was, in aan
merking genomen, dat de arbeiders slechts
f 2 verdienen met het veel zwaardere werk
van baggeren.
De heer Heeringa vroeg of de opzich
ter van de Heide Maatschappij niet optrad
als baggermeter
Neen, antwoordde de heer Dekker, die
is controleur over den heer Blom.
De voorzitter en weth. Spaan ver
dedigden het voorstel. De vergoeding mag
misschien wat ruim zyn, maar B. en W. zijn
niet boven het salaris van den heer B. Blom
gegaan.
De heer Witteveen constateerde
tegenstrijdigheid in het voorstel ten aanzien
van den tijdelyken opzichter, die toch vol
gens het altijd voorgehouden gezegde, zijn
vollen tijdig noodig had als veldwachter.
Welke bezigheden heeft hij dan in die
functie verzuimd, als hij nog tijd had om op
zichter te zijn?
Devoorzitter antwoordde, dat de
daarvoor noodige werkzaamheden 's avonds
laat werden gedaan, meestal thuis.
De heer Witteveen vond de houding
van den heer Dekker tegenover het kwartje
voor werkloozen bij het baggeren in schrille
tegenstelling met het nu aanhangige voor
stel, dat iemand met een goed salaris nog
8 per week geeft.
De heer Dekker verdedigde zijn hou
ding. Het kwartje is bedoeld als vergoeding
voor gebruik van gereedschap en dat vond
spr. niet noodig.
Het voorstel van B. en W. van 8 en 4
vond hierna drie voor- en drie tegenstem
men, resp. de heeren Spaan, Dekker en Bal
tus en Witteveen, Heeringa en Zwaan.
Werkverschaffing en arbeids
bemiddeling.
B. en W. stelden voor om den tydelyk be
noemden ambtenaar ter secretarie, den heer
J. G. Duin, te benoemen als opzichter bij de
werkverschaffing en als correspondent der
arbeidsbemiddeling, welke functies hy ook
vervult in zijn tegenwoordige woonplaats
Wydenes. Ook als baggermeter zal hij zich
spoedig kunnen inwerken.
De heer Zwaan vroeg of in de gemeente
geen menschen te vinden waren om dat
werk te doen.
De heer Heeringa zei, dat er iemand
voor noodig is, die administratief is onder
legd.
De heer Zwaan meende, dat er geen
groote administratieve kennis voor noodig
is. De veldwachter heeft zich toch ook al
heel gauw ingewerkt in de functie van op
zichter.
De heer Dekker was van oordeel, dat
de bedoelde functies bij elkaar ten raadhuize
behooren.
De heer Witteveen was het in prin
cipe eens met den heer Zwaan. Zooals het
nu gaat, heeft nooit een ander kans om er
tusschen te komen.
Na nog eenige besprekingen vroeg de
heer Witteveen het voorstel terug te
nemen en dan een oproeping te doen voor
opzichter bij de werkverschaffing en cor
respondent der arbeidsbemiddeling, waarbij
ieder gelegenheid zou hebben te sollici
teeren.
Over dit voorstel staakten de stemmer-
Vóór de heeren Witteveen, Zwaan en Bal
tus; tegen de heeren Spaan, Dekker en
Heeringa.
De heer Dekker betreurde dezen uit
slag, waarop de heer Witteveen zei,
dat B. en W. voortaan geen dictatorische
neigingen moeten hebben.
Goedgekeurd werd f 2 per werklooze uit
Door
MARK CHANNING
,Ned. bewerking
'door MARin.
(DEBELMONTE
41)
„Goed. Ik zal mijn rol spelen", antwoord
de hy heel zacht, terwijl ze naar den groo-
ten divan toe gingen. Gisteravond heb ik
dat kleine vrouwtje gesproken... Chir....
ik weet niet goedChirine. Ze heeft me
over een karavaan gepraat. Diana, lieve
ling, is het waar, dat ik je niet onverschil
lig ben?"
Een glimlach was haar antwoord.
Met een plotseling gebaar trok hij haar
naar zich toe.
„Arm, mooi, dapper, klein ding, dat geen
vader meer heeft", zei hy teeder.
Terwijl Diana Lindsay en Colin Gray
samen op den grooten divan zaten, begon
het spel van hun tragi-comedie, door een
onzichtbaren, onverzoenlyken toeschouwer
geregeld, een schouwspel, waarvan de uit
slag voor hen beslissend zou zijn. Van bei
den was het Diana, die het meeste begrip
had van de vreeselijke ontknooping, die
hen mogelijk wachtte. Voor Gray bestond
slechts het feit, dat ze weer bij hem was
en deze zekerheid vervulde voor hem de
wereld.
„Weet u, waarom ik gekomen ben?"
vroeg ze, want ze giste zijn geestesgesteld
heid en trachtte hem op het goede spoor te
brengen.
„Om samen te praten, denk ik", ant
woordde hij, verbazing voorwendend. Wat
was ze mooi.
Onwillekeurig dwaalden haar verschrikte
oogen door het vertrek, zoekende om de
opening van de pijp, waardoor ze wist, dat
de oogen van den Cobra tot haar door
drongen. Maar in de hooge gebeeldhouwde
kroonlijst was niets te ontdekken.
„Ik ben gekomen, omdat.... ik vragen
wou, of u me iets zoudt willen geven, iets,
zei ze en stokte bij elk woord. „Om u te
vragen mij te helpen
„Ik?Ik u iets geven? Wat zou ik
kunnen geven. Ik ben gevangene evenals
u".
„Ja juist, en dat is een reden te meer om
me te helpen. Vindt u ook niet?"
„Ja natuurlijk. Wat is de wensch?"
„Het boek met het cijferschrift, dat u
voor de Sirdair had samengesteld?"
Hij fronste de wenkbrauwen en deed als
of hy misnoegd was.
„Was het doel daarmee uw vrijheid te
koopen?" (Hij zou haar, het koste wat het
wilde uit deze hel verlossen).
Zy knikte toestemmend.
,,'t Is geen kleinigheid, wat u vraagt.
Daarvan hebt u zich zeker wel rekenschap
gegeven?" (Alsof zy ooit te veel zou kun
nen vragen).
„Ja, dat heb ik'", antwoordde ze op yzi-
gen toon, maar in de oogen, die zy naar
Gray opsloeg, las hij teederheid.
„En indien ik weigerde?" (Hij wist dat
zij zijn glimlach begrijpen zou).
„U zoudt het niet geweigerd hebben aan
die vrouw, met wie u gisteravond hier
was". (Ze verfoeide in haar hart deze
schijnbare beleediging aan zyn liefde voor
haar).
Boven hun hoofden hoorden ze iets, wat
op hoongelach leek.
„Mogelijk wel en mogelijk niet. Dat is
mijn zaak"', antwoordde hij. (Zyn oogen
zeiden: ik houd van je, ik houd van je).
„Ik had u deze gunst gevraagd, omdat u
de vriend was van mijnvader".
Thans was de aandoening in haar stem
niet langer voorgewend.
„Wilt u me dezen dienst niet bewijzen?"
„Hoe kunt u een Engelsche mij een
dergelijke vraag doen?"
„Omdat de zaak voor mij van het hoog
ste belang is", hernam ze. „U vroeg of ik
de bedoeling had door dat bewuste boek
mijn vrijheid te herkrijgen? Ja. En mogelijk
is het tevens de prijs voor uw eigen leven".
Voorovergebogen liet Gray zijn handen
tusschen zijn knieën hangen. Zijn leven?
Even te voren kon zijn lot hem weinig
schelen, als zy maar veilig was. En het
eenige middel om haar dierbaar lichaam
tegen folteren te vrijwaren was den sleutel
van het cijferschrift te geven. Zou ze het
weten? Hy hoopte van niet.
„De sirdar Alam Khan had 't me ook al
gevraagd en ik had geweigerd", zei hy den
nadruk leggend op elk woord.
„Misschien was zyn prijs niet hoog ge
noeg?" opperde zij, terwijl ze den klank
van haar stem verafschuwde.
„En de uwe?"
„Dat heb ik al gezegd: ons beider vrij
heid".
Een karavaanden volgenden
avond De woorden van Chirine ha
merden in Gray's slapen.
„Welke waarborg hebt u?" (Haar vader
is dood. Ze heeft niemand).
„Het woord van den sirdar Alam Khan".
„Zou hierop te vertrouwen zijn? (Stel je
voor, dat ze weer van me weggehaald
werd).
„Hij heeft het beloofd. U moet hem ver
trouwen evenals ik.
Een klein stukje kalk, losgelaten van het
plafond, viel op den rug van haar hand.
Onwillekeurig keek ze naar boven. En
daar ontdekte ze nu, bijna onzichtbaar in
het halve licht van het hooge plafond een
nog duisterder vierkant: dat was het kijk
gat.
Haar hart verstijfde van schrik en zy
meende de vurige blikken van den Cobra
op hen te voelen.
„Om 's hemels wil", hygde ze bleek en
bevend, „neem het voorstel, dat ik deed,
aan".
Gray was thans oprecht verbaasd door
den wanhopigen ernst in haar stem, maar
tevens had hij een gevoel van opluchting:
zy wenschte dus werkelijk, dat hij het
Byzantynsch geheimschrift zou verraden?
Dit vergemakkelijkte den toestand.
„Ik neem het aan", zei hij plechtig. „Maar
ik zal de code op schrift moeten stellen. Ze
is lang en ingewikkeld. Indien ik het uit
legde, zou u het toch niet onthouden. Ik I
zal vragen om schryfbenoodigdheden. Mor
genochtend kan ik er mee klaar zijn".
„Is dit uw vast besluit?"
„Dit is mijn besluit. Alam Khan heeft
mij in zijn macht en het was dom van me
dit niet eerder begrepen te hebben. We zyn
zijn gevangenen en waar ook uw vrijheid
ervan afhangt, zal ik aan zijn verlangen
voldoen".
Ze deed hem een stomme vraag. Hij boog
zijn hoofd als teeken van instemming.
„Wat gebeuren moet, gebeure, Kismet".
„Geve de hemel, dat de karavaan komt
vóór je klaar bent", zei Diana impulsief. Ze
had het bevel van den Cobra even verge
ten en Engelsch gesproken.
Nauwelijks had ze de woorden geuit of
Jaffir kwam binnen.
„De Khan heeft last gegeven, dat zoodra
u onze taal niet meer gelieft te spreken, u
den sahib moet verlaten", zei hy aanma
tigend. „Volg me".
Zy en Gray gaven er zich rekenschap
van, dat deze ontmoeting hun laatste zou
kunnen wezen. Zy drukte kramphaftig de
handen, die hy haar toestak en zonder
terughouding hief zy haar gezichtje naar
hem op, opdat hy er een kus op kon druk
ken.
„Wat er ook gebeure, Diana, wij weten
althans, dat we van elkaar houden", zei hy,
en zich bukkend kuste hy haar lang en
teerder.
Op den drempel van de deur keerde zy
zich nog eens om en wilde zeggen. „Ik
houd van je", maar tranen verstikten haar
stem.
(Wordt vervolgd).