VORS COBRA Interpellatie-Woltjer over de spelling. 8 ^Binnenland PARLEMENT De welwillende minister spaarde kool en geit. DE SCHADE DER UITGEVERS. .OVERVETTE" RINSO. SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE Groote veenbranden bij Yriezenveen. Heuitlelon TWEEDE BLAD. (Van onzen parlementairen medewerker.) Gistermiddag heeft het Eerste Kamerlid, prof. dr. R. H. Woltjer den minister van on derwijs, kunsten en wetenschappen geïnter pelleerd omtrent het door de regeering ge voerde beleid inzake de schrijfwijze der Ne- derlandsche taal. Er was zeer veel belang stelling op de beide tribunes in onzen Se naat, maar we kregen den indruk, dat het gewone publiek niet veel aan het betoog van den interpellant zal hebben gehad, omdat dit zich hoofdzakelijk om staatsrechtelijke vra gen bewoog, en ook niet aan het antwoord van den minister, aangezien dit uiteraard een terugslag daarvan was. De heer Woltjer zeide namens de a.r. frac tie deze interpellatie te hebben aangevraagd, omdat zij teleurgesteld was over hetgeen de minister in zijn memorie van antwoord had medegedeeld omtrent de voornemens der re geering ten aanzien van de schrijfwijze der Nederlandsche taal, in welk antwoord hij een tegenspraak gevonden had met de ver klaring van minister Colijn bij de beant woording van de algemeene beschouwingen over de Ryksbegrooting voor 1938, in Januari van dit jaar. De regeering schijnt haar stand punt nu te hebben vastgelegd; zij wil zich niet principieel gebonden achten aan het geen het vorige kabinet vaststelde. Niette min handhaaft zij de schrijfwijze wat betreft de e, de o en de sch; zij wacht niet het ad vies der in te stellen commissie af, welker taak tot ean drietal punten wordt beperkt. Een en ander achtte de heer Woltjer in strijd met het door minister Colijn in Januari uiteengezette standpunt. Hij wilde de motie ven weten, waarom de regeering van stand punt was veranderd; welke nieuwe omstan digheden zich hebben voorgedaan. Erkente lijk was hij voor de besliste verklaring, dat de nieuwe wijziging op de wet zal steunen, doch hij maakte zich er over ongerust, dat die wet slechts een algemeene volmacht zou vragen, op grond waarvan de regeering haar algemeene maatregelen van bestuur tot het brengen van wijziging in de schrijfwijze kan uitvaardigen, met uitsluiting derhalve van de Staten-GeneraaL En dan moest de in te stellen commissie van advies zoo uitgebreid mogelijk worden, ook met menschen uit de zakenwereld en journalisten erin. De minister had door de door hem gevolg de methode groote onzekerheid gelaten, ook met betrekking tot België, op de samenwer king waarmede de heer Woltjer vooral den nadruk legde. 1 Antwoord van den minister. - Alvorens de ingediende vragen categorisch te beantwoorden, kwam de minister op tegen de menigmaal geuite klacht als zou minister Marchant in 1934 de maatschappij gedwon gen hebben een andere schrijfwijze in kor ten tijd te volgen; van dwang is geen sprake geweest. Hoe langer hoe meer was de regee ring tot de overtuiging gekomen, dat de tot nu toe gevolgde methode in 1934 aangevat, staatsrechtelijk niet juiat was geweest; mi nister Colijn had in Januari al verklaard, dat het kabinet dat verwijt eigenlijk niet weerleggen kon. De regeering acht een wet- telijken grondslag gewenscht en wil de in diening van een wet bevorderen. Wanneer zy uit opportuniteitsoverwegin- gen voor de scholen tijdelijk een anderen weg inslaat, wil dit niet zeggen, dat zy ook principieel daarmede instemt. Zij kon de scholen niet de vrije keuze laten tusschen de spelling-1934 en de Vries en Te Winkel. Met de wenschen van den heer Woltjer omtrent den inhoud van het wetsontwerp zou de mi nister rekening houden; de samenstelling van de adviescommissie moet zeker in de wet gefixeerd worden. Formeel zou het juist zyn als de Konink lijke besluiten, waarin de spelling is gere geld, zouden worden ingetrokken, maar dan schept men een vacuum, waardoor juist het laatste stukje rust en vrede zou verdwijnen. Daarom achtte de regeering er goed aan te doen voor de overgangsperiode eenige wij zigingen aan te geven bij Kon. besluit. De minister hield vol, dat men, met de- plannen van de regeering voor oogen. toch moeilijk meer over onzekerheid kon klagen. Met België moet in zoo groot mogelyke har monie worden samengewerkt; minister Mar chant heeft dit eveneens ingezien. Inder daad is er reeds iets bereikt. Het economisch probleem. Wat het economisch probleem betreft, de minister erkent een recht op schadevergoe ding voor de uitgevers niet. Een andere vraag was, of het risico wederom door het bedrijfsleven moest worden gedragen. In overeenstemming met den minister van eco nomische zaken fieeft de minister deze vraag ontkennend beantwoord. Er is een en quête ingesteld, volgens welke de schade, welke de uitgevers zouden lijden door het invoeren van weer een andere spelling, on geveer 2 a 2% millioen zou beloopen. Dit bedrag kan de regeering niet ter beschikking stellen. En daarom is besloten het woord beeld te handhaven. De minister voegde er nog aan toe, dat, wanneer hij niet ingegrepen had, de com missie-van Haeringen met een zeer radicale woordenlijst voor den dag zou zijn gekomen. Met zijn Belgische collega Hoste had de minister toen spoedig overlegd, met het resultaat dat er in België eveneens een com missie wordt ingesteld, die zal volgen wat hier gebeurt. Over den inhoud van het wetsontwerp, dat Rinso bespaart U tijd! Binnen anderhall uur krijgt U een volledige gezinswas van vijl personen er prachtig helder wit mee. Door bijzondere samenstelling verwijdert de nieuwe „overvette" Rinse het vuil uit Uw goed in ongelofelijk korte tijd. Rinso spaart I ook geld, want een pak Rinso, waarmede U de hele was kunt doen, kost slechts 121 cent. En dan nog met een bon voor nuttige en fraaie geschenken I Heus, Rinso is zuinig En .Rinso geeft niet alleen zulk een schitterend resultaat in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe. Neem voortaan Rinso: dat spaart tijd, geld en moeite. Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken. «17- 0309 ingediend moet worJen, gaf de bewindsman geen uitsluitsel; discussie daarover ware praematuur. Prof. Woltjer was niet bijster tevreden met het antwoord van den minister; hij zou zyn betoog nog wel eens hebben kunnen houden, merkte hy op! Hij betreurde het, dat de schadevergoedingskwestie aön de schrijf wijze was vastgekoppeld. Op zoo'n manier beslist eigenlijk een kleine groep onzer samenleving over het woordbeeld; op dte wijze wordt de zaak vertroebeld. Niet weer legd achtte .de V.U.-hoogleeraar, dat mi nister Marchant. de maatschappij feitelijk tot het aanvaarden van zyn schrijfwijze had gedwongen. De heer Woltjer betreurde het, dat de regeering in 1934 de fout begaan had met behulp van exameneisehen een bepaal de afwijking van de spelling door te voeren. In de overgangsperiode had de minister nu dé keuze moeten laten tusschen de Vries en Te Winkel of de spelling-1934. Ean onzeker element blijft ook wanneer de regeering zelf de nieuwe schrijfwijze zal toepassen en hoe het rapport der commissie zal uitvallen. Al hoewel de a.r.-fractie niet bevredigd was door het antwoord, was zij toch dankbaar voor de verzekering, dat de nieuwe schryf- wyze op wettige basis zal komen te rusten. Andere sprekers. Den vorigen keér moesten we dezen spre ker wijdloopigheid verwijten, nu mogen we hem den lof niet onthouden, dat hij, binnen de door hem zelf getrokken grenzen, een knap en bondig woord ter toelichting van zijn vragen heeft gesproken. De andere sprekers van gistermiddag bleven eveneens binnen de perken. Mr. van Lanschot, voor zitter van de r.k.-fractie, had vele vragen te stellen, o.a. wat er gebeuren zal, indien de regeering een machtigingswet indient, welke door de Tweede Kamer wordt geamendeerd of verworpen; een feit is 't, dat de plannen der regeering heelemaal niet stroken met de in December van het vorige jaar aangeno men motie-Moller. Zal er verschil blijven bestaan tusschen examenspelling en offi- cieele spelling? De onzekerheid is groot en daarom is een spoedige indiening van het wetsontwerp zeer gewenscht; ook moet de vraag tot klaarheid worden gebracht of de minister eerst de wet indient en dan een al- gemeenen maatregel van bestuur zal uitvaar digen staatsrechtelijk de juiste methode of andersom zal handeleneerst de maat regel en dan de wet. Tenslotte meende de heer van Lanschot dat de minister slacht offer was geworden van zyn groote welwil lendheid; hy had de kool en de geit willen sparen. Voorschriften in de wet. Prof. de Savornin Lohman (c.h.) drong er op aan, dat voorschriften omtrent de schrijf wijze in de wet zouden worden opgenomen, „om aan de ondragelijke eigengereidheid van de onderwijzers een einde te maken". Dankbaar was hy den minister dat de regels, welke niet met het woordbeeld doch met de taal zelve te maken hebben, niet heeft ge handhaafd. Evenwel: de thans genomen maatregelen komen drie jaar te laat; in 1935 was de schade voor de uitgevers nog niet zoo groot. De regeering was echter jnconsequent ge weest. Erkennend dat de gevolgde methode onwettig was, had zij integraal de besluiten van 1934 moeten intrekken. In afwachting van een nieuwe regeling had men zoolang de regeeringspelling kunnen handhaven. Vooral met het oog op de Groot-Nederland- sche cultureele belangen, met het oog op den zoo noodzakelijken ruggesteun aan het Vlaamsch in België te verleenen, moet de onzekerheid snel worden opgeheven. Dat is veel belangrijker dan de economische kwes tie. Prof. de Savornin Lohman had er best 2 a 2J4 millioen voor over, verdeeld over een aantal jaren, om een cultureel goede be slissing te krijgen. Vandaag is het debat voortgezet. Honderden H.A. staan in lichter laaie. Gistermiddag hebben felle veenbran den gewoed in de omstreken van Vrie- zenveen, waarby de vlammen zich over enkele honderden hectaren verspreid- den, waardoor meer dan zes millioen op gestapelde turven een prooi werden van het vuur. Donderdag 5 Mei. HILVERSUM, 301,5 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Omroep orkest. 11.Kniples. 11.30 Om roeporkest en solisten. 12.30 Kovacs Lajos' orkest, duo „Ja" en gr.pl. 2.Voor de vrouw. 2.30 De Twi- light Serenaders en solisten. 4.— Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30 Sportcause- rjeën. 7Voor de kinderen. 7,05 Avro-dansorkest. 7.30 Engelsche les. 8ANP-ber., hierna het Concert gebouw-orkest, het versterkt Toon kunstkoor, Jongenskoor en solis ten. 9.50 Pianovoordr. 10.15 Caba- retprogr. 11.ANP-ber. Hierna het Avro-dansorkest. 11.4012. Orgelspel. HILVERSUM, 1175 en 415,5 M. (8._10_ en II2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2—12.— 8.9.15 en 10.Gr.pl. 10.15 Mor gendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Godsd. halfuur. 12 Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 KRO-orkest en gr.pl. 2-Hand werkles. 2.55 Gr.pl. 3.Voor de vrouw. 3.40 Gr.pl. 3.45 Bijbellezing. 4.45 Gr.pl. 5.—- Handenarbeid voor de jeugd. 5.30 R'damsch Piano kwartet en gr.pl. 6.40 Causerie over lichamelijke ontwikkeling. 7. 7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.— ANP-ber. 8.15 Christ. Muziekgezelschap „De Bazuin" en gr.pl. 9.Medische causerie. 9.30 Verv. concert en gr.pl. 10.ANP- ber. 10.05 Orgelspel. 10.45 Gymnas tiekles. 11.Gr.pl. 11.15 Vervolg orgelspel. 11.40 Gr.pl. Ca. 11.50— 12.Schriftlezing DROITWICH, 1500 M. 10.2510.45 Gr.pl. 11.05 BBC-Wels orkest en soliste. 11.50 Radiotooneel. 12.20 Dansmuziek (gr.pl.) 12.501.20 Het John MacArthur kwintet. 2.10 2.30 Off Duty, causerie. 2.35 Sted. Orkest Bournemouth en solist. 4.05 Gr.pl. 4.20 Reg. King's orkest. 4.50 Gr.pl. 5.20 Ber. 5.40 The Death of Napoleon, causerie 6.BBC- Northern Orkest en soliste. 6.50 Revue-progr. 7.50 Transport, cause rie. 8.20 Ber. 8.40 Variété-progr. 9.20 Korte Kerkdienst. 9.40 BBC- Theater-orkest. 10.35 Oscar Rabin en zyn Band. 10.5011.20 Dansmu ziek (gr.pl.) RADIO PARIS. 1648 M. 7.55—8.05, 9.30 en 10.20 Gr.pl. 11.40 Giardino- orkest. (12.50 Zang). 3.20 Zang. 4.20 Radiotooneel. 7.35 Pianovoordracht. 7.50 Nat. orkest. 9.5510.05 Gr.pl. KEULEN. 456 M. 5.50 Gr.pl. 6.30 Omroep-Amusementsorkest. 9.20 Koorconcert. 11.20 Fabrieks-orkest. 12.35 Kurhessisch Landesorkest Kassei. 1.30 Populair concert. 3.20 Omroeporkest. 6.30 Gr.pL 8.Om roeporkest, -koor en solisten. 9.35 Gr.pl. 9.50—11.20 Omroepklein- orkest en solist. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M-: 11.20 en 12.30—1.20 Vroolijk progr. 4.20 Omroepsalonorkest en gr.pl. 5.50 en 6.22 Gr.pl. 7.20 Radiotoo neel. 8.20 Omroeporkest en gr.pL 9.30—10.20 Gr.pl. 484 M.: 11.20 Om- roepdansorkest. 11.50 Gr.pl. 12.30 Omroepdansorkest. 12.50—1.20 Gr. pl. 4.20 Kouznetzoff-orkest. 5.— Gr.pl. 5.35 Vioolvoordr. 6.05 Zang. 6.20 Gr.pl. 7.20 Zang met toelich ting. 7.50 Omroeporkest, Kapel der Grenadiers en solisten. 8.358.50 Rep. 10.10.20 Omroepdansorkest. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6.30 J. Michalek's orkest en solis ten. 7.20 Omroeporkest en soliste. (8.208.35 Duitschlandecho). 9.20 Ber. 9.50 Viool en piano. 10.05 Ber. 10.2011.20 Omroepkleinorkest en solist. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.—9.50, Parys R. 9.50—11.05, Radio PTT Nord 11.05 —11.20, Parijs R. 11.20—12.20, Brus sel VI. 12.20—13.30. Keulen 13.20— 14.05, Parijs R. 14.05—14.35, Droit- wich 14.3516.20, Brussel Fr. 16.20 —16.50, Brussel VI. 16.50—18.05, Erussel Fr. 18.0518.50, Keulen 18.50—19.50, Parys R. 19.50—21.55, Praag 21.5522.50, Boedapest 22.50 —24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.8.20, Lu xemburg 8.209.35, Lond. Reg. 9.35 —11.20, Droitwich 11.20—11.50, Brussel Fr. 11.5012.20, Droitwich 12.20—13.20, Lond. Reg. 13.20— 16.20, Droitwich 16.2019.50, Lond. Reg. 19.5020.20, Droitwich 20.20 23.20, Danmarks R. 23.2024. Lijn 5: Diversen. Eerst brak een vêenbrand uit in de buurt schap Bruine Haar onder Vriezenveen. Daar werd het vuur het eerst ontdekt in de groo te ontginning van P. Leenders, die vermoed de, dat het vuur in een veencomplex or DuitVeh grondgebied was ontstaan. Door den ongunstigen Zuid-Oostenwind heeft het vuur zich in weinige oogenblikken tot over een zeer groote lengte enkele honderden H.A. verspreid. Op sommige plaatsen bereikten de vlammen een hoogte van twintig meter. De gealarmeerde brandweer van Vriezen veen verscheen met twee motorspuiten ter plaatse, doch kon wegens gebrek aan water en de ongunstige ligging van het terrein zeer weinig uitrichten. De brand woedde gistermiddag om vyf uur nog steeds voort De toestand van toen was uiterst kritiek. Millioenen overjarige turven, die daar te velde staan, werden met vernieling bedreigd. Ook de turfstrooiselfa- briek der firma Terwindt Arntzveen liep ernstig gevaar. De burgemeester van Vriezenveen was bij den brand aanwezig. Nader wordt gemeld, dat het vuur met groote hevigheid voortwoedt. Twaalf hoopen turf, toebehoorende aan de firma Terwindt Arntzveen, zijn in vlammen opgegaan. Hier mede zyn zes millioen turven verloren ge gaan. Ettelijke duizenden turven van kleine verveners stonden gisteravond nog in brand. Dank zy het krachtig optreden van de brandweer van Vriezenveen, welke werkte onder leiding van opperbrandmeester G. Coes, kon het gevaar, dat de turfstrooiselfa- briek bedreigde, worden afgewend. Een gun stige factor is ook, dat de windkracht aan merkelijk is verzwakt. Een tweede brand. In den laten middag is door tot nu toe on bekende oorzaak, doch geheel onafhankelijk van den brand te Bruine Haar, een tweede veenbrand ontstaan te Vriezenveensche-Wyk en Westerhaar. Ook daarheen werden in al lerijl brandspuiten gedirigeerd, waarmede uitbreiding van het vuur kon worden tegen gegaan. Een complex van veertig woningen heeft eenigen tijd groot gevaar geloopen, door den brand te worden aangetast, doch ook dit kon worden bezworen. Wel is een houten huisje, waarin een veenarbeider met vrouw en vijf kinderen woonde, in de asch gelegd. De uitgestrekte vlammenzee leverde in de avonduren een fantastischen aanblik op, waardoor duizenden op de been werden ge bracht. De twee branden gaan met een hevige rookontwikkeling gepaard. De burgemeester van Vriezenveen, de heer A. P. F. A. J. Al- barda en wethouder A. Bakhuis waren voort durend op het terrein van den brand aan wezig. Vermoedelijk zal de blussching enkele da gen in beslag nemen. NOG GEEN GASMASKER*. Naar aanleiding van een desbetreffend bericht deelt de directie van het staatsbe drijf der artillerie-inrichtingen aan de Hembrug mede, dat door haar thans nog geen bestellingen voor „volksgasmaskers" kunnen worden aanvaard. Door MARK CHANNING jNed, bewerking door MARltï [DE BELMONTE 44) Khoon grijnsde. Hij had zijn gevoel van eigenwaarde herkregen: hy was niet de gelijke van die mysterieuse, gesluierde per sonage, maar ver boven hem verheven. Toch had hij nog steeds de neiging om zijn geel hoofd om te draaien en over zyn schouder te gluren. „Wij hopen, dat de Engelschman, dien wij je gelast hebben gevangen te nemen, of, indien hy weerstand bood, te dooden, je geen last bezorgd heeft?" vroeg de ge sluierde scherp. Khoon grijnsde weer, ditmaal met kwaad aardige voldoening. „Daar behoeft de Tegenwoordigheid zich toch niet over te verwonderen?" zei hij af gemeten. „Wanneer wij verklaren „Indien jij verslag doet over hetgeen wij je gelast hebben te doen, spreek dan als een, die een gekregen bevel ten uitvoer heeft gebracht", viel de gedaante in den ebbenhouten zetel hem van uit de hoogte in de rede. Alle trots van Khoon was verdwenen. „Ik had hem in een kerker laten werpen, „maar Heer", mompelde bij onderdanig, Zyn Excellentie Alam Khan „Heeft bevolen hem in vrijheid te stel len, om een aan ons bekende reden", ver volgde de ander rustig. „Bovendien heeft hy twee vrouwen laten opdragen den sahib te verschalkende eerste is niet geslaagd. Wij vroegen of hy jou last gegeven had". „Neen, in het minst niet", antwoordde de dwerg norsch. „Hoe zou dat ook mogelijk zijn geweest? Hij was immers onder in vloed van een drank". „Een sahib onder invloed van een drank kan ook gevaarlijk zijnnaderhand. Doch wy hebben je ontboden, om over een ander onderwerp te spreken. Wij verne- men mogelijk is het een valsch gerucht, Allah weet het wy vernemen, dat er lieden zijn, waartusschen ons vijandig zaad is uitgestrooid. Mannenen zekere andere wezens, die geen mannen zijn,... Wist jij daarvan?" Een wijde zyden mouw veegde langs het gele voorhoofd. „Neen, volstrekt niet, anders zou ik je gewaarschuwd hebben". „Natuurlijk, anders zou je er ons van verwittigd hebben. Luister dus naar wat wij te zeggen hebben: jij, die afstamt van dien grooten Tartaar met zyn kattenoogen volgens overlevering jy bent door ons bestemd om over Indië te heerschen; want evenals wij en als hy versta jij de kunst van in de toekomst te zien. Met ijzer en staal zul je die Engelschen, die je even zeer haat als wy, voor je uit jagen". „Heer, je bent de macht boven alle mach ten", riep Khoon in vervoering uit, zijn kleine zwarte oogen gloeiend van teugel- looze eerzucht. „Wijik bedoel ik zal regeeren volgens jouw bevelen en op geen andere wijze". „Jij zult over Indië heerschen, oh Khoon, precies zooals je wenscht. Wij stellen er geen belang meer in. Zoodra jij die sahibs in de zee zult hebben gedreven, dan gaan wy en niet jy en evenmin wien men den Cobra noemt dan gaan wy ze in hun armzalig eilandje uitroeien, allen, zon der onderscheid. Daarna hebben we nog andere plannen, waardoor er geen tyd zal zijn, om je te helpen Indië te regeeren. Met die vervlsahibs en met die zwijnen van Hindoes mag je doen, wat je wilt, zoodra wij je het teeken er voor gegeven hebben. Doch zorg er voor, dat zy, die ten opzichte van ons slechte voornemens hebben, niet bij toeval je vrienden worden. Op het mid daguur, dus over vier, zullen wij je noodig hebben bij de Raadsvergadering. Dan zal voor ons die sahib verschijnen, die aan jou noch aan je mannen last gegeven heeft Je kunt gaan". Khoon ging, onderwijl zijn klamme han den afvegend aan zijn gewaad. Een oogenblik later opende zich weer de deur en zonder dat de Man met den Sluier een teeken gegeven, een geluid of een ge baar gemaakt had, verscheen op den drem pel de stomme zaalwachter, die met vragen vragenden olik, als van een hond, zyn meester om bevelen vroeg. „Heb je het voedsel klaar gezet voor Hem, die nooit slaapt?" vroeg de stalen stem. De man begreep het en zich omkeerend naar den python, boog hy zijn hoofd bij wijze van toestemming. „Goed. Waar is de sahib, dien je voor ons bewaakt?" De man wees naar den grond en bracht zyn polsen samen, alsof ze geboeid waren. „Goed. Ik wacht den sirdar Alam Khan", vervolgde bedaard de Man met den Sluier. „Vóór hy binnengaat, neem je hem zyn wapens af". Een geluid als het kraken van gewrichten klonk door de stilte heen; de python scheen het gehoord te hebben: hij werd onrustig. „Daar heb je hem. Zoo dadelyk is hy hier. Jij kunt gaan en doen, zooals we be volen hebben". Alleen gebleven, stond de zwarte gedaan te op en na even geluisterd te hebben naar het naderende geluid, lichtte hij het Byzan- tijnsche gordijn achter zyn ebbenhouten ze tel op en verdween. Nauwelijks was het gordijn weer achter hem nergevallen, of de deur der Raad kamer ging langzaam open, om de indruk wekkende gestalte van Alam Khan door te laten. Terwijl achter hem het slot knarste, viel zyn oog op den python. Onwillekeurig greep zijn hand naar het gevest van zijn degen en het niet vindend, klom ze hooger tot aan zijn borst, maar toen zijn arm zich rondde, bewoog op hetzelfde moment de slang zich en uit den omhoog gestoken kop kwam een langgerekt, luid gesis de drukkende stilte verbreken. „By Allah", vloekte het berghoofd bin nensmonds. ,Als ik nog had, wat ze me daar hebben afgenomen, dan zond ik dien valschen kop op zijn eentje in dien hoek te sissen". „Een afgeslagen kop sist niet meer", zei een stalen stem. „Zelfs dat hoofd van jou, sudar Alam Khan, zal zwijgen, wanneer het van de schouders is afgeslagen door hen, die er hun zwaard voor slijpen. Leg dien dolk, dien je aan de deur vergeten hebt aan den zaalwachter af ie geven, voor je neer op den grond". Brommend in zijn baard greep Alam Khan het lange lemmet van een soort drie- kantigen dolk, verborgen op zijn borst en deponeerde dezen aan zijn voeten. In de Raadkamer was behalve hem niemand te zien. „Salaam aleikum, oh Drager-van-den- Sluier", zei hy met schorre stem. „Maak je bij het spreken tot zelfs je kleeding on zichtbaar?" „Om ons te gehoorzamen is het niet noo dig ons te zien". De woorden schenen uit den versten hoek van het vertrek te komen. Alam Khan draaide zijn kolossale gestalte om: het ver trek was leeg. Vlug liep hy naar een kleine wenteltrap toe en deze een paar treden opgaand, keek hij rond: niets te zien. Toen hij terugkwam, zat de Man met den Sluier op zijn zetel en hij keek hem be daard aan. „Onze groet komt een beetje laat, doch daarom is hy niet minder hartelijk be doeld dan die van jou. Vrede over je, sirdar Alam Khan". „En over jou, Heer". Het rustige zelfvertrouwen van Alam Khan was geschokt. ,,'t Is niet voorzichtig om zich ver in onze Raadkamer te wagen. Je had het over het afslaan van den kop. Zou dat hoofd van jou nog al veilig zitten, Alam Khan? Wat denk je ervan?" „Wie zou durven...?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6