DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De conferentie der Kleine Entente.
K
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. TeleL 3320, redactie 3330.
No. 107 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
De aansluiting van Oostenrijk en Duitschland
en de directe gevolgen.
Zaterdag 7 Mei 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
VERLARING VAN KROFTA.
Fransch-Britsche stap
te Praag.
Concessies tot de uiterste grens
aanbevolen.
Raadselachtige daad van
Avenol.
Het geheele personeel van 'tVolken-
bonds-secretariaat bijeengeroepen.
GAAT DE SECRETARIS
GENERAAL HEEN
De algemeene toestand.
Een redevoering van Eden.
Duitsche berichten over
relletjes.
In Praag zou onrust heerschen.
ALKMAARSCHE COURANT.
De zoogenaamde Kleine Entente, in
dertijd opgericht door de Donaulanden,
heeft dezer dagen een conferentie ge
houden, waarop verschillende actueele
punten, ontstaan door df aansluiting
van Oostenrijk bij Duitschland en door
de as RomeBerlijn, alsmede door de
activiteit van nationaal-socialisten in
verschillende landen, besproken werden.
Nu deze conferentie geëindigd is en of-
ficieele communique's verschenen zijn, kan
men eenig idee krijgen over alles, wat er te
Sinaia besproken en bestudeerd is. Misschien
echter is het beter en duidelijker, om de
meening van Krofta hier weer te geven.
Krofta heeft n.L in de Universal een ver
klaring gepubliceerd, waarin hij zegt, te
vreden te zyn met het resultaat van de con
ferentie. En hij vervolgt dan: Het valt niet
te ontkennen, dat sinds de aansluiting van
Oostenrijk bij Duitschland de Kleine En
tente zich in een nieuwen toestand bevindt,
welke moeilijker is dan voorheen, omdat de
vervanging van Oostenrijk door Duitsch
land de bestaansvoorwaarde voor haar heeft
gewijzigd. De nieuwe toestand kan een
weerklank hebben in alle drie landen. Som
migen hebben voorspeld, dat de Kleine
Entente thans gedwongen zou zijn uiteen te
gaan, de huidige conferentie heeft echter
besloten, dat de drie landen er zich niet
alleen rekenschap van geven, dat het hun
plicht is een nauwe onderlinge solidariteit
te handhaven, maar dat deze solidariteit
thans noodiger is dan ooiL
Bij de besprekingen is gebleken, dat er
geen geschillen onder ons bestaan. Wij zetten
onze politiek voort in het kader en op den
grondslag van het oorspronkelijke verdrag.
De verplichtingen volgens dit verdrag
blijven van kracht en ons organisme blijft
hecht.
Wat de minderheden betreft, zei Krofta te
erkennen, dat er bepaalde dwalingen zijn
begaan, niettemin was de politiek van
Tsjecho-Slowakjje in ruime mate liberaal.
De dwalingen kunnen de waarde van het
zeer democratische regime misschien wel
het meest democratische, dat er is voor de
nationale minderheden in Tsjecho-Slowakije
niet verlagen. Men staat op het punt het
minderhedenstatuut te herzien, zoodat alle
nationaliteiten op gelijke wijze behandeld I
zullen worden en men zal alle concessies I
doen, met uitzondering van die, welke de
souvereiniteit of d - onafhankelijkheid des
lands in gevaar brengen.
Indrukken uit het buitenland.
Te Parijs heeft het communiqué van de
Kleine Entente, naar Havas meldt, een
goeden indruk gemaakt. Het getuigt van een
reëelen zin van de drie landen, die trachten
van den huidigen toestand het beste te
maken voor hun eigen belangen en voor die
van de algemeene solidariteit en den vrede.
Dit blijkt vooral uit den wensch voort te
gaan met de besprekingen met Hongarije,
om te komen tot een eendrachtig stelsel in
het Donaubekken.
Met belangstelling heeft men voorts te
Parijs kennis genomen van de betuiging
van trouw aan den Volkenbond. Men be
grijpt te Parijs, dat de drie landen, die
gehecht zijn aan de methode van samen
werking tusschen de verschiUende staten,
den wensch te kennen hebben gegeven van
het behoud van de internationale Donau-
commissie. Dit orgaan biedt inderdaad de
grootst mogelijke waarborgen aan landen
van .middelbare grootte. Ook de pogingen
der drie landen tot versterking van hun
economische samenwerking vindt te Parijs
volledige instemming, te meer omdat sinds
de aansluiting van Oostenrijk by Duitsch
land de economische toestand ui het Donau
bekken, gelijk ook bij de Londensche e-
sprekingen gebleken is, een van
zorgen vormt van de groote Westersche
mogendheden.
De Epoque (cons.) merkt op, dat^e v®
tegenwoordigers van Roemenie, Tsjecho-
Slowakye en Zuid-Slavië zich uiterst v >or-
zichtig getoond hebben. Dat blee a
keus van de plaats van samenkomst Ro
menië en niet Tsjecho-Slewakye, en dat
blijkt ook uit het communiqué. Roemenie
Zuid-Slavië zullen trachten een vergok
tusschen Duitschland en Tsjecho-Slowakye
te vergemakkelijken, maar zu
zullen geen
verplichtingen jegens Tsjecho-Slowakije op
zich nemen. De zaak zou anders staan, wa
neer Italië duidelijker stelling koos
Midden-Europa en als het daarbij den steun
kreeg van Frankrijk en Engeland.
De correspondent van de Jour-Echo
Paris te Boekarest merkt op, dat voor
Tsjecho-Slowakije het vraagstuk van de
Sudetenduitschers alles overheerscht, doch
dat de beide andere landen zich sinds de
aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland
vooral bezorgd maken over het economische
vraagstuk. Vandaar hun wensch, dat Italië
een actieve rol zal spelen in het Donau
bekken en vooral, dat het zijn invloed zal
uitoefenen om een toenadering tusschen de
Kleine Entente en Hongarije tot stand te
brengen.
Wat overigens de betrekkingen met Hon
garije betreft, is volgens Havas het commu
niqué van Sinaia te Boedapest met optimis
me, zij het onder zeker voorbehoud, ont
vangen. De Pester Lloyd schrijft, dat het
niet onmogelijk is, dat de doeleinden, neer
gelegd in het communiqué, bereikt zullen
worden, op voorwaarde dat de onderteeke
naars van dit stuk oprecht wenschen tot een
resultaat te komen en op hun woorden
spoedig daden zullen laten volgen. De toe
kenning van gelijke rechten aan de Hon-
gaarsche minderheden in de landen van de
Kleine Entente is volgens het Hongaarsche
standpunt de onverbiddelijke voorwaarde
voor elke overeenkomst. Hongarije heeft
zijn bereidwilligheid getoond bij te dragen
tot normale betrekkingen tusschen de lan
den van het Donaubekken. Het heeft lang
moeten wachten. Zijn geduld is nog niet uit
geput In Tsjecho-Slowakije en Roemenië
heeft men onlangs maatregelen genomen,
welke een eersten stap vormen tot regeling
van de posities der minderheden. Die maat
regelen zijn echter nog niet» meer dan een
kader, dat nog door daden moet worden
vervuld. Van deze daden zal tenslotte het
succes of de mislukking van de pogingen tot
toenadering tusschen de Donaulanden af
hangen.
De minderheden in Roemenië.
Koning Karei II heeft, naar het Joodsch
telegraafagentschap meldt, een besluit ge-
teekend tot reorganisatie van het bureau
voor de minderheden. Het hoofd van dit
bureau krijgt den titel van commissaris-
generaal en komt rechtstreeks onder den
premier te staan.
Het bureau zal het toezicht uitoefenen op
de uitvoering van administratieve en wet
gevende bepalingen nopens de minder
heden en oplossingen moeten voorstellen
voor minderheidsvraagstukken.
Men verwacht binnen enkele dagen de
benoeming van den commissaris-generaal.
De toenadering tot Hongarije.
In een interview met Stefani heeft Com-
nène, de voorzitter van de Kleine Entente
nog gezegd, dat de besprekingen met Hon
garije dadelijk na zijn terugkeer uit Genève
te Boekarest zullen worden voortgezet.
Zuid-Slavische persstemmen.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau uit Bel
grado meldt, zijn alle bladen daar van mee
ning, dat het moeilijkste vraagstuk te Sinaja
dat van Tsjechoslowakije is geweest. De
Vreme schrijft, dat Zuid-Slavië erin is ge
slaagd zijn optimistisch standpunt alge
meen te laten aanvaarden, dat rechtstreek -
sche besprekingen tusschen Berlijn en
Praag het treffen van een modus vivendi
mogelijk moeten maken.
Wat de betrekkingen van de Kleine En
tente tot Hongarije betreft, zegt de Vreme,
dat hierin thans een beslissende wending is
voorgenomen. Vroeger nam men een defi
nitieve positie in, thans streeft me» naar
een vriendschappelijke samenwerking als
buur.
De houding van de Duitsche pers.
Terwijl de Berlijnsche bladen vanochtend
kolommen besteden aan een beschrijving
van de vlootrevue in de Golf van Napels,
schenken zij naar Havas meldt, heel weinig
aandacht aan het communiqué van de Klei
ne Entente. Verscheidene bladen maken er
zelfs geen melding van.
De Deutsche Allgemeine Ztg. legt den
nadruk op de gunstige gezindheid van de
Kleine Entente tot het voeren van onder
handelingen met Hongarije. Het is voor 't
eerst, zegt het blad, dat een officieel com
muniqué van de Kleine Entente op zoo'n
tegemoetkomenden toon tegenover Honga
rije is gesteld. Het blad verenemt uit wel
ingelichte bron, dat de Italiaansche gezant
te Boekarest een rol van beteekenis heeft
gespeeld als bemiddelaar voor de ontspan
ning in het Donaubekken.
Morgen zullen de gezanten van
Groot-Brittannië en Frankrijk bij de
regeering van Praag den stap doen
waartoe bij de besprekingen te Londen
werd besloten. Newton, de Engelsche
gezant, en De la Croix, de Fransche
gezant, hebben reeds de noodige in
structies van hun regeering ontvangen.
De stap zal worden gedaan bij den minis
ter van buitenlandsche zaken Krofta en zal
wellicht door andere worden gevolgd.
Krofta komt morgen uit Sinaia te Praag
terug. Zijn afwezigheid was oorzaak dat 't
bezoek van Newton niet heden werd ge
bracht zooals men algemeen had verwacht.
Newton heeft echter reeds een bezoek aan
het ministerie van buitenlandsche zaken
gebracht waar hij den nadruk legde op het
groote gewicht dat zijn regeering hechtte
aan den stap van morgen, een volkomen
vriendschappelijken stap overigens.
Er is bij de bevriende of verbonden re
geeringen geen sprake van een zich mengen
in de binnenlandsche aangelegenheden van
Tsjechoslowakije
Volgens inlichtingen uit goede bron
zullen de raadgevingen aan Tsjecho
slowakije niet den vorm aannemen van
scherp omlijnde denkbeelden. Het zal
er meer om gaan de algemeene lijnen
en den geest van de concessies aan de
Sudetenduitschers aan te geven. Deze
concessies zouden naar de meening der
betrokken regeeringen moeten gaan tot
de uiterste grens van hetgeen mogelijk
is zonder de onafhankelijkheid van het
land in gevaar te brengen en zonder
de territariale integriteit van het land
aan te tasten.
In Tsjechoslowaaksche kringen toont men
den grootsten goeden wil en verklaart men
zich bereid aan den vrede alle offers te
brengen binnen het boven aangegeven ka
der.
Het is overigens niet uitgesloten dat de
regeering er in toestemt verder te gaan op
den weg der concessies dan de openbare
meening verwacht op voorwaarde dat Ber
lijn waarborgen verleent in staat aan het
land te toonen dat men niet buiten het bo
venomschreven kader gaat.
Naar de Geneefsche correspondent van 't
Hbld. verneemt, heeft de secr.-gen. v. d. Vol
kenbond, Avenol, gistermiddag plotseling
het geheele personeel van 't Volkenbonds
secretariaat (alleen de portier, de lift-
jongens, de werkvrouwen en dergelijken
uitgezonderd) opgeroepen tot een gemeen
schappelijke bijeenkomst op hedenmiddag.
Dit is voor het eerst sinds het bestaan van
den Volkenbond, dat een dergelijke oproep
tot het geheele personeel is gericht. Over
de reden ervoor wordt de grootste geheim
houding in acht genomen.
Men vraagt zich af of Avenol, on
danks de verleden week gegeven te
genspraak toch van plan zou zijn als
secretaris-generaal af te treden. Het
zou volgens de verleden week in Lon
den loopende geruchten de wensch van
Neville Chamberlain zijn, dat het voor
de toekomst van den Volkenbond raad
zaam zou zijn, dat de internationale
instelling van Genève onder geheel
nieuwe leiding wordt gesteld. Op het
ontslag van Butler verleden week als
directeur van het Internationale Ar
beidsbureau zou dan thans dat van
Avenol als secretaris-generaal van den
Volkenbond volgen.
Alkmaar, 7 Mei.
Voor de derde maal moeten wij in deze
rubriek het bezoek van Hitier aan Italië be
spreken, op gevaar af eentonig te worden.
Maar tenslotte is de samenkomst van Hitier
en Mussolini van zoo groot belang, kan al
thans van zoo groot belang zijn voor geheel
Europa, dat wij de diverse besprekingen tus
schen bejfle staatslieden hier niet achterwege
kunnen laten.
Zoo is er gistermiddag weer een onderhoud
geweest tusschen beide dictators en een spe
ciale correspondent van Havas meldt, dat
men algemeen van meening is, dat beide
staatslieden reeds thans delicate kwesties ter
sprake hebben gebracht betreffende het sta
tuur van Zuid-Oost-Europa.
Het beslissende onderhoud zou gistermid
dag tot stand zijn gekomen na een bezoek
aan een tentoonstelling.
Van serieuze Italiaansche zijde wordt be
vestigd, dat de Donau- en Balkanproblemen
na den Anschluss voortdurend de belang
stelling hebben gehad van Italië en dat deze
kwesties, zelfs wanneer zij delicate aspecten
kunnen vertoonen, openhartig aangesneden
worden door de Italiaansche staatslieden in
de besprekingen met de Duitschers. De eco
nomische voordeelen, die door Italië toege
kend zijn aan Hongarije en Oostenrijk krach
tens de protocollen van Rome moeten na den
Anschluss herzien worden. Italië schijnt vast
besloten om de aan Oostenrijk toegekende
voorrechten slechts voor Duitschland te la
ten bestaan, wanneer Duitschland erin toe
stemt, belangrijke concessies te doen. De wil
tot autarchie van Duitschland wekt n.1. het
gevaar op, dat op de Donau- en Balkanmark-
ten sommige grondstoffen, zooals hout,
waaraan Italië evenveel behoefte heeft als
Duitschland, schaarsch worden.
Men heeft gisteren den zeer duidelijken
indruk, dat een zeer spannend spel over het
geheele Donauprobleem gespeeld wordt. Het
Tsjechoslowaaksche thema lijkt vandaag
achter den rug en Duitsche kringen geven
te verstaan, dat Duitschland zich zal kunnen
beroepen op het stilzwijgen van Italië.
Voorts meent men te weten, dat de militaire
kringen in het gevolg van Hitier er naar ge
streefd hebben Italië er toe te brengen zijn
verplichtingen te verduidelijken voor het
geval, dat het Tsjechoslowaaksche probleem
een interventie van Rusland, zelfs wanneer
die beperkt zou blijven tot het zenden van
vliegentuigen en vrijwilligers, met zich mede
zou brengen. In Duitsche kringen beperkt
men er zich toe te herhalen, dat Duitsch
land niet de sluiting vraagt van een militair
accoord en dat de besprekingen der generale
staven voldoende zijn om op militair terrein
de politieke gevolgen van den spil Rome
Berlijn aan te vullen.
Hitier heeft in Napels de Italiaansche zee
macht kunnen bewonderen en het machtige
vertoon van een deel der Italiaansche vloot
blykt een grooten indruk op de Duitschers
te hebben gemaakt. De Duitsche bladen
staan er vol van en de Völkischer Beobach-
ter schrijft o.m.:
„Wij waren getuige van een imponeeren-
ae betooging van de Italiaansche zeemacht,
welke Mussolini heeft uitgebreid tot een mo
dern oorlogstuig van de eerste orde. Het
fascistische Italië heeft zijn plaats in de eer
ste rij van de zeemogendheden ter wereld
onherroepelijk bevochten. Wij waren allen
getroffen door een betooging, welker betee
kenis in politiek opzicht, zoomin over het
hoofd mag worden gezien als haar strenge
tucht".
De Berliner Börsen Ztg .schrijft: „Het is
een trotsche betooging, welke het fascisti
sche Italië den eersten vertegenwoordiger
van het Duitsche volk ontvouwt, een betoo
ging van een onstuimige, maar stelselmatig
bestuurde kracht Van de schepen, welke wü
vandaag zagen, is elk op zichzelf een symbool
van dit fascistische Italië. Dit was geen pa
rade, maar een reeks van oefeningen in groo
ten stijl op voet van oorlog".
Het Berliner Tageblatt zegt: „Een groote
dag van de Italiaansche vloot is gisteren
voorbijgegaan. Maar even goed als wij de
verrichtingen waardeeren van deze jonge,
trotsche vloot, die op volledige hoogte van
de moderne techniek staat, even diep en har
telijk zijn wij getroffen door de kameraad
schap, waarmee officieren en bemanningen
van deze vloot ons in deze veelbewogen uren
tegemoet zijn getreden, waarmee zij de
vriendschap bezegelden, welke de Duce heeft
gesticht.
Tenslotte nog iets over het Duitsche kolo
niale vraagstuk!
In de Journal des Debats schreef gisteren
Pierre Bernus: „Zijn huidige positie legt
Italië een groote verantwoordelijkheid op.
Het zal vooral van Italië afhangen, dat
Duitschland niet tot nieuwe daden van over
weldiging overgaat. Om dit te voorkomen,
moet men het echter geen nieuwe kluiven
toewerpen. Volgens inlichtingen, welke ern
stig schijnen te moeten worden opgevat, zou
Italië aan Duitschland voorstellen, weldra
het koloniale vraagstuk op het tapijt te bren
gen. Gelooft het, dat dit een middel zou zyn
om Duitschland's actie in Midden-Europa te
vertragen? Als dat het geval is, begaat het
een groote vergissing. Een bespreking van
het koloniale vraagstuk zou den internatio
nalen toestand slechts verergeren. Wie kan
zich indenken, dat Frankrijk en Engeland
Afrikaansche landstreken zouden uitleveren
aan een Duitschland, dat zich zoo juist van
Oostenrijk heeft meester gemaakt en dat
hierdoor nieuwe uitgangspunten zou krijgen
voor aanvallen ter zee en te land? Er kan
geenerlei koloniale concessie worden gedaan
aan een land, dat plannen tot overheer-
sching koestert en dat zich in het hart van
Europa heeft overgegeven aan een aanval
op een buurman, met schennis van de op
zich genomen verplichtingen.
Een andere mogelijkheid voor de bijeen
roeping van het Volkenbondspersoneel is,
dat de verleden week te Genève vergaderd
hebbende financieele controle-commissie
wellicht op een aanmerkelijke verlaging
van de Volkenbondsbegrooting van 1939
zou hebben aangedrongen, opdat de staten,
die thans van den Volkenbond geen vei
ligheid meer kunnen verwachten, ook min
der contributie te betalen zullen hebben.
Indien deze veronderstelling juist zou zijn,
zou Avenol wellicht bij de Volkenbonds
ambtenaren op een vrijwillige verlaging
van de salarissen willen aandringen en de
hoop hebben aan den Volkenbondsraad a.s.
Maandag de bereidwilligheid van het per
soneel te kunnen mededeelen.
Een derde lezing eindelijk is, dat Avenol
zyn ambtenaren met den grootsten ernst
zou willen waarschuwen zich voortaan van
iedere mededeeling van vertrouwelijke za
ken aan de pers te onthouden en in het bij
zonder een einde te maken aan de inlich
tingen die sommige ambtenaren blijkbaar
nog steeds aan het „Journal des Nations"
geven welk blad herhaaldelijk op onver
geven, welk blad herhaaldelijk op onver
trouwelijke besprekingen en voorbereiden
de studies bij het Volkenbondssecretariaat
weet te doen.
Hij acht zijn opvattingen versterkt.
De vorige minister van buitenlandsche za
ken van Engeland, Eden, heeft te Leaming-
ton een redevoering uitgesproken waarin hij
o.m. zeide: „Mijn opvattingen ten aanzien
van den internationalen toestand in het al
gemeen en het Spaansche probleem en het
verband daarvan met de Britsch-Italiaansche
betrekkingen in het bijzonder zyn ongewij
zigd. In feite kan hetgeen sedert Mei ge
schied is aldus opgevat worden, dat my'n op
vattingen daardoor in kracht versterkt zijn".
Eden betoogde de noodzakelijkheid van
een grootere nationale eenheid in verband
met het optreden van de totalitaire staten.
Het Britsche volk moet zoowel in de binnen
landsche als in de buitenlandsche politiek
een geestdrift toonen voor zijn nationale
grondslagen, overeenkomende met die, het
welk de volken uit de autocratische landen
aan den dag leggen. Nationale eenheid is
vooral noodig ten aanzien van de uitvoering
van het wapeningsprogramma. De oud-minis
ter van buitenlandsche zaken ontkende, dat
hij onderscheid wilde maken tusschen demo
cratieën en dictaturen in Europa: ieder land
heeft volkomen het recht zijn overtuiging te
verdedigen en wat de buitenlandsche poli
tiek betreft gaat het niet om de regeerings-
vorm maar om de methoden welke een re
geering toepast en om de beginselen, waar
door zij zich bij haar beleid laat leiden.
Sprekende over de critiek op het langzame
tempo waarin de versterking van de lucht
macht wordt uitgevoerd en waarin men
poogt zich te beschermen tegen aanvallen uit
de lucht, zeide Eden, dat men niet mag ho
pen op een gelijk productiepeil als de auto
cratische staten te komen, als niet vrijwillig
en door nauwe samenwerking van alle dee-
len van de gemeenschap een nationale een
heid wordt bereikt, als elders door andere
middelen is in het leven geroepen.
Sprekende over de ophefmakende stijging
van de uitgaven, blijkende uit de jongste
verklaringen van den minister van finan
ciën, vroeg Eden welke andere oplossing
men had kunnen vinden. Velen, aldus spr.,
oefenen critiek op de collectieve veiligheid
en ongelukkigerwijze is er op het oogenblik
van de collectieve veiligheid nog maar wei
nig overgebleven. Het is echter waar, dat
naarmate er minder collectieve veiligheid is
een land meer voor zijn wapening moet uit
geven.
De internationale kwesties moeten de aan
dacht van de regeering niet afleiden van an
dere ernstige problemen, gelijk de werkloos
heid. Eden verwees naar de waarschuwende
cijfers van de onlangs gepubliceerde statis
tieken. Ook ter oplossing van het werkloos
heidsprobleem is nationale eenheid noodza
kelijk.
Het Duitsche nieuwsbureau geeft een
gedetailleerd verslag van relletjes, die zich
te Praag zouden hebben voorgedaan en
waarbij Duitsche studenten zouden zijn
lastig gevallen.
Volgens hetzelfde bureau heeft de Su-
deten Duitsche partij medegedeeld, dat te
Falkenau aan de Eger militairen geweld
dadig optreden tegen de Sudeten Duitsche
bevolking, die den Duitschen groet brengt.
Ten gevolge daarvan zou het tot scher
mutselingen gekomen zijn.
Naar aanleiding van de aanstajinde g
meenteraadsverkiezingen heeft ^onra
Henlein een oproep tot de Sudeten-D
schers gericht, waarin hy zegt, dat de Su
deten-Duitsche partij de eenige bevoegde
vertegenwoordigster van den politieken
wil der volksgroep is. De Duitsche ge
meenteraden zullen gezuiverd worden.