De strijd om het behoud van de Kaasmarkt.
derde blad.
Traditie en handelsbelangen zijn vaak
tegenstrijdige factoren.
Aller samenwerking geboden, i
DIENSTPLICHT.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 7 MEI 1938.
In ae bezienswaardigheden van ons
kleine landje neemt de Alkmaarsche kaas
markt een zeer bijzondere plaats in.
Zij geeft iets, wat men elders tevergeefs
zal zoeken en heeft bovendien de bekoring
van het echte en onvervalschte.
Hoeveel wordt er niet aan de hand van
overleveringen of historische beschr-jvin- i
gen in elkaar gezet met de bedoeling iets
bijzonders uit het verleden zoo natuurge-
trouw mogelijk na te bootsen.
Men mag trachten de navolging tot in
de kleinste onderdeelen nauwkeurig te
doen zijn, toch ziet of, beter gezegd, voelt
de bezoeker, dat er iets in elkaar gezet is,
dat het een show is en het ware enthou
siasme blijft achterwege.
Dat de Alkmaarsche kaasmarkt tusschen
de vele en velerlei bezienswaardigheden
iets is, dat op den bezoeker een blijvenden
indruk maakt, dat zij een beeld geeft, dat
hem jarenlang nog voor oogen zal staan
als tal van andere attracties al lang ver
vlogen en vergeten zijn, dat vindt hoofd
zakelijk zijn oorzaak hierin, dat de be
zoeker van onze kaasmarkt de zekerheid
heeft, dat hij geen in elkaar gezette
vertooning ziet, maar dat het echt en
onvervalscht is.
Het is een brokje verleden in het heden,
een allermerkwaardigst stukje historie,
een gaaf gebleven fragment van het oude
Hollandsche gildewezen.
Het stamt vanuit de middeleeuwen en
het heeft zijn eigen karakter en zijn eigen
charme behouden. Generaties lang, vaak
van vader op zoon, hebben de kaasdragers
hun oude gebruiken ii» eere gehouden. Zij
hebben nog hun veemen, hun traditionee-
len roep, hun kaasvader, hun gilde-
avonden, hun tinnen kroezen en lange
pijpen en niet te vergeten hun kaasdra-
gersbier, dat speciaal voor dit gilde naar
het oude recept wordt gebrouwen.
Neem alle entourage van de laatste
jaren weg, de dames met oud-Hollandsche
kappen, die niet echt zijn althans niet
samen echt zijn de venters met kaasjes,
ansichten, hoedjes en kaasdragertjes, alles
wat er gekomen is om een schakel tusschen
de oude markt en de eischen van dezen
tijd te vormen, en men behoudt de markt
als een zuiver overblijfsel van een der
grootste merkwaardigheden uit het gouden
tijdperk onzer vaderlandsche historie.
Oud en indrukwekkend.
Twee factoren zijn het, die het beeld
van onze kaasmarkt onvergetelijk maken.
Ten eerste de zekerheid, dat dit alles
echt is en ten tweede de indruk, dat dit
alles mooi is.
Want naast het oude, traditioneele staat
het fleurige en kleurige beeld, dat in ver
loop van jaren tal van schilders en colo
risten in verrukking gebracht heeft en
naar het penseel deed grijpen.
Daar ligt het marktplein in het centrum
van het oude stadje, daar liggen de sta
pels der goudgele kazen, daar dribbelen
mannen in het wit met gekleurde hoeden
als kenteekenen van diverse veemen, met
hun volgeladen berries naar de weeg
schalen, daar klinken de traditioneele uit
roepen, daar steken koopers hun boren in
de kaas en proeven, daar gaan duizenden
kilo's na loven en bieden en geklap van de
eene hand op de andere van den fabrikant
naar den handelaar over. Het is een fleurig
en kleurig tooneel, dat men nimmer kan
vergeten en daarachter, als het fraaiste
décor, dat men zich denken kan, verheft
zich het prachtige waaggebouw, het won
dermooie bouwwerk uit vroeger eeuwen
met zijn fraaien toren vol verrassingen.
Met zijn ruitertjes en klaroenblazer, met
zijn car.llon, dat een weelde van klanken
strooit over markt en stad, en boven dat
alles welft, zich de blauwe hemel en de
zon maakt het tot een kleurenspel waar
van het oog nooit genoeg kan genieten.
Als wij dit marktbeeld in Holland niet
hadden, dan zouden wij trachten het te
maken, maar het zou de bekoring van het
echte missen.
Tegenstrijdige belangen.
De tragedie van de markt in zooverre
er dan reden zou zijn om van een be-
treurenswaardigen toestand te spreken
is, dat deze attractie voor vreemdelingen
niet als zoodanig bedoeld is.
Men heeft hier het oude gilde niet als
een bezienswaardigheid voor toeristen in
stand gehouden, want juist het meest
merkwaardige, de onderlinge bijeenkom
sten, de kaasdragersfeesten waar alles
nog als voor honderden jaren toegaat,
worden vaak in den winter en veelal des
avonds gehouden en zijn niet toegankelijk
voor vreemdelingen.
Dat alleen al doet duidelijk zien, dat
men hier twee dingen wel onderscheiden
in het oog moet houden, de markt met
haar traditie, en het bezoek van de vreem
delingen, die er naar komen kijken.
Fabrikanten noch koopers hebben in het
algemeen belang bij die duizenden kijkers,
integendeel, in de beperkte ruimte zijn
deze veelal hinderlijke en den handel
remmende elementen.
Het is de stad, het is Alkmaar zelf, die
deze duizenden gasten lokt en roept zoo
als elke gemeente dat tracht te doen, die
iets merkwaardigs heeft te presenteeren.
Alkmaar heeft deze markt niet gemaakt
voor de buitenlanders, maar het profiteert
van den bestaanden toestand en biedt in
de rij der concurreerende Nederlandsche
gemeenten een bijzondere attractie.
Vreemdelingen trekken is reclame
maken en niet alleen dat: het is profiteeren
van goedgevulde beurzen van "menschen,
die voor hun genoegen op reis zijn en het
geld laten rollen.
Het is het volk brengen waar de nering
wacht en café's, lunchrooms en winkels
voordeelige klanten bezorgen, waarvan
direct de gemeentenaren en indirect de
gemeente zal profiteeren.
Reclame.
Toch zou het verkeerd zijn te beweren,
dat het voordeel van het toeristenbezoek
alleen aan de zijde der gemeente zou
wezen.
Want al deze duizenden vanuit alle
werelddeelen, die komen kijken en genie
ten en tegenwoordig ook komen proeven,
zij worden doordrongen van de waarde
van ons product, waarvoor op deze wijze
ongewild maar zoo doeltreffend mogelijk
een wereldreclame wordt gemaakt.
Dat beseffen ook de fabrikanten en de
koopers en daarom staan zij niet afwijzend
tegenover dit vreemdelingenbezoek, daar
om verdragen zij glimlachend en berustend
den hinder dien zij daarvan bij het uitstal
len, het koopen en vervoeren ondervinden.
Nooit was een reclame zoo echt, zoo on
gewild en zoo doeltreffend als die welke
des Vrijdagsmorgens voor het product van
deze streek op de Alkmaarsche kaasmarkt
gemaakt wordt.
Dreigende wolken.
En nu komen er dreigende wolken aan
den hemel, die deze prachtige belangen
gemeenschap dreigen te verstoren.
Want de handel reageert op de prijzen
en wanneer een prijsverschil een zekere
grens overschrijdt, v. ordt de directe winst
vaak hooger geschat dan de indirecte ver
kregen door de reclame en als de handel
er een voordeel van beteekenis in ziet, kan
hij de markt en de vreemdelingen offeren
en den weg van de minste moeite en de
grootste winsten zoeken.
Er zijn fabrikanten en handelaren, die
er voordeel in zien de markt uit te scha
kelen, zij besparen zich de kosten van het
vervoer en van het wegen, zij denken tijd
en geld te kunnen winnen en dan koopt
men rechtstreeks van de fabriek of men
roept een kaasbeurs in het leven.
Men laat het aan anderen over een
marktprijs vast te stellen, waarvan men
zelf wil profiteeren er. men verschijnt op
een kaasbeurs met een kistje met twee
of drie kazen als een reiziger, die zijn af
nemers een monster presenteert.
Wij hebben te vaak de voordeelen van
de markt daartegenover uiteengezet om
op dat alles hier uitvoerig terug te komen.
Alleen de markt met haar zuivere scha
len en officieele ambtenaren maakt elk
meeningsverschil over het gewicht onmo
gelijk, alleen de markt, die de geheele
partij en niet alleen een paar uitgezochte
exemplaren laat zien, geeft den handelaar
Onderzoek van Verlofgangers.
Het onderzoek van verlofgangers der
lichtingen 1926 en 1929 zal plaats hebben zn
het voormalig Politiebureau, Langestraat
nr. 87, X* op MAANDAG, 13 JUN
1938 voor hen, wier geslachtsnaam begint
met een der letters:
Lichting 1926: A. t.m. K. 9.15 uur en L.
t.m. Z. 10.15 uur.
Lichting 1929: A. t.m. L. 1115 uur en
M. t.m. Z. 13.15 uur.
Wie bij het onderzoek moeten verschijnen.
Aan het onderzoek moeten deelnemen de
tot de landmacht behoorende groot-verlof
gangers, ingelijfd voor een der bovenge
melde lichtingen.
Zij, die voor een dezer inlichtingen zijn
ingelijfd, maar tengevolge van uitstel of om
een andere reden tegelijk met een latere
lichting de eerste oefening hebben vol
bracht, moeten zich niettemin aan het on
derzoek onderwerpen, voorzoover zij al
thans niet behooren tot hen, die daarvan
zijn vrijgesteld.
Aan het onderzoek moeten ook deelne
men de dienstplichtigen van de genoemde
lichtingen, die een vrijwillige verbintenis
hebben aangegaan: a. als verzorger bij den
rijkspostduivendienst; b. als hoefsmid bij de
infanterie; c. in verband met erkende ge
wetensbezwaren; d. op den voet van een
gewoon dienstplichtige.
Wie niet aan het onderzoek behoeft
deel te nemen.
Aan het onderzoek neemt niet deel hij:
a. die zijn eerste oefening nog niet heeft
volbracht;
b. die in dit jaar vóór den voor het on
derzoek bepaalden dag, in werkelijken
dienst is geweest uit andere hoofde dan bij
wijze van straf;
c. die bestemd is om in dit jaar voor her
halingsoefeningen in werkelijken dienst te
komen;
d. die elders woont dan in Nederland.
e. die zich buitenlands bevindt ter uit
oefening van de zeevaart (hieronder niet
begrepen der zeevisscherij
die de binnenvaart uitoefent op andere
landen en zich voor dit doel in een dier
landen ophoudt;
g. die ingevolge de geldende bepalingen
geheel is vrijgesteld van opkomst in wer
kelijken dienst in geval van oorlog, oor
logsgevaar of andere buitengewone om
standigheden;
h. die als vrijwilliger behoort tot een der
landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigen-
dienst of Spoorwegdienst.
i. die vaandrig of kornet is;
j. die na zijn ontslag als reserve-officier
in de hoedanigheid van gewoon dienstplich
tige tot het leger is blijven behooren.
Wijze van verschijning.
De verlofgangers moet bij dit onderzoek
verschijnen in uniform gekleed en boven
dien voorzien van de overige tot zijn uit
rusting behoorende goederen, voor zoover
deze hem zijn uitgereikt of door hemzelf
zijn aangeschaft. Hij moet, zoo mogelijk, op
eigen schoenen bij het onderzoek verschij
nen.
Onderworpenheid aan bevelen.
De verlofganger staat niet alleen gedu
rende den tijd, dien het onderzoek duurt,
maar ook zoolang hij ter gelegenheid van
het onderzoek in uniform gekleed is, onder
de bevelen van den autoriteit, die het on
derzoek houdt, zoodat, indien hjj ongere
geldheden pleegt of zich aan een strafbaar
feit schuldig maakt, hetzij bij het gaan naar
de plaats, voor het onderzoek bestemd, het
zij gedurende het onderzoek of bij het naar
huis terugkeeren, hij te dier zake kan
worden gestraft volgens het Wetboek van
Militair Strafrecht en de Wet op de Krijgs
tucht.
Nalatigheid.
Een streng of een licht arrest van ten
hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan
een zuiver beeld van datgene wat hij ge
kocht heeft, alleen op de markt krijgt de
fabrikant onmiddellijk het geld voor wat
hij heeft geleverd.
Verder zullen wij op dit onderdeel van
het marktvraagstuk thans niet ingaan.
De kaasbeurs als directe bedreiging.
Ondanks de pogingen van alle goedwil-
lenden, zoowel van de zijde der gemeente
als van die van talrijke fabrikanten en
handelaren, heeft men hier ter stede een
kaasbeurs in het leven geroepen.
De gemeente wilde er geen lokaal voor
afstaan, de caféhouders als goede Alk
maarsche burgers volgden dat voorbeeld,
maar er was een enkele uitzondering en de
beurs is tot stand gekomen.
En nu is dit het funeste, dat in velerlei
artikelen en beschouwingen van buiten
staanders in gezaghebbende bladen en
tijdschriften de schijn gewekt wordt als
of een dergelijke instelling door de bona
fide producenten en handelaren als een
uitkomst begroet is.
Niets is minder waar.
De kaasbeurs, die als noviteit in den
beginne eenige belangstelling trok, heeft
in een minimum van tijd het bezoek zien
verloopen. Steeds minder fabrieken maak
ten er gebruik van, toen bleek, dat men
daar geen vluggeren afzet of hoogere prij
zen kon krijgen en slechts de groote voor
stander van die beurs, de geestelijke vader,
die met de in standhouding daarvan zijn
eer schijnt gemoeid te zien, is nog ie
eenige, die er verschijnt en er desnoods
zijn verlies neemt.
De burgerij ageert.
Wij behoeven hier niet meer in den
breede uiteen te zetten hoe er op insti
gatie van de V. V. V. een actie begonnen
is, waarbij men geld ingezameld heeft om
de bedreiging van onze kaasmarkt te
weren. Hoe er daarna een comité van
actie tot stand kwam, dat het vorig jaar
omgezet is in een blijvende stichting, de
Stichting „Fonds tot behoud der Kaas
markt" te Alkmaar.
Allerlei organisaties, allerlei particulie
ren uit Alkmaar en van buiten Alkmaar,
die onze kaasmarkt als het beste wat wij
bezitten in stand willen houden, hebben er
aan geofferd, er kwam veel geld in, maar
er moest veel binnen komen, omdat de
inzet van dezen strijd belangrijke offers
zou eischen.
De tijd, dat de gemeente een kaasmarkt
hield om er wat aan te verdienen, is voor
bij en de tijd is gekomen, dat de gemeente
een offer brengt om de markt te behou
den. Zoo zijn er verleden jaar 5000 ge
offerd om de wik- en weegloonen te kun
nen verlagen. Men heeft de medewerking
van het Rijk ingeroepen en ook van die
zijde is getoond, dat mei op het behoud
van onze markt ten zeerste prijs stelt. Het
Rijk heeft een belangrijke subsidie ge
geven, maar eischte, dat dan ook de bur
gerij daadwerkelijk zou toonen, dat deze
markt haar iets waard was.
De burgerij heeft dat getoond en de
Stichting heeft, als eisch voor de regee-
ringssubsidie, 1000 aan het gemeentebe
stuur afgedragen en zal deze of de volgen
de maand opnieuw een dergelijk bedrag
aan den burgemeester overhandigen.
Dezer dagen heeft de Stichting, onder
leiding van haar voorzitter, den heer mr.
J. P. Bosman, een vergadering gehouden
en den toestand van dit oogenblik bespro
ken. Zij heeft nagegaan, wat er dit jaar
voor de reclame van de markt gedaan is, 0
hoe een speciale commissie den beer opge
gaan is om propaganda voor het doen
oliën van de kaas te maken en hoe de
fabrikanten, die daaraan hebben medege
werkt, den lof en het geschenk verdienden,
dat hun gebracht is.
Men heeft onder de oogen gezien wat er
verder gedaan moet worden omdat de
burgerij niet blijvend zal kunnen offeren
en men heeft besloten met het gemeente
bestuur en door het gemeentebestuur zoo
mogelijk met het Rijk, te overleggen wat
er in de toekomst zal moeten en kunnen
gebeuren
De handel staat achter de Stichting.
Het meest verheugende, dat uit het
jaarverslag is gebleken en dat aan alle
sprookjes over onwillige handelaren en
fabrikanten een einde maakt is, dat
niet alleen tal van producenten hun volle
medewerking toezegden, maar ook veie
handelaren en daaronder de grootste koo
pers, aan de bestuursleden der Stichting
onomwonden verklaard hebben, zoo krach
tig mogelijk tot het behoud van de markt
te willen meewerken.
Men weet het, dat de handelaren de
kaasbeurs niet bezoeken, men weet het,
dat zij den aanvoer van de geoliede kaas
de groote attractie voor het kleurige
marktbeeld ten zeerste toejuichen.
Dat alles is voor de Stichting het be
wijs, dat haar arbeid gewaardeerd wordt
en het geeft ook de zekerheid, dat in vele
artikelen van niet geörienteerde bladen
een onjuist beeld van den toestand wordt
gegeven.
Voor zoover wij het kunnen bekijken zal
de markt en alles wat daaraan voor onze
gemeente vastzit, binnen afzienbaren tijd
niet verdwijnen, al blijft de uiterste waak
zaamheid geboden en al zal voor dit kost
bare Alkmaarsche bezit op de een of
andere wijze blijvend geofferd moeten
worden.
Wat zal de toekomst brengen?
De markt blijft echter boven alles een
instelling van den handel en niemand kan
voorspellen met welke factoren deze in de
toekomst rekening zal moeten houden.
Er zijn, afgescheiden van de kaasbeurs,
eenige opmerkelijke verschijnselen welker
ontwikkeling de markt niet ten goede
komen en die men in de toekomst niet
alleen door argumenten, maar door het
brengen van nog grootere offers zal moe
ten bestrijden.
Geld is ook hier d« allesbeheerschende
factor en wanneer veranderende omstan
digheden tot uitschakeling van de markt
en zelfs tot het maken van een slechter
product kunnen leiden, zal men dat alleen
door het brengen van nog grootere offers
kunnen bestrijden.
Wanneer die in de toekomst gebracht
moeten worden en ook op de burgerij weer
een beroep moet worden gedaan, rekent
het bestuur van de Stichting op een even
loyale en royale medewerking als het tot
dusver heeft moge., ondervinden.
Onze kaasmarkt is van zoo groote betee
kenis, dat geen moeite te veel en geen
offer te groot kan zijn om haar in den
tegenwoordigen vorm en omvang voor onze
gemeente te kunnen behouden.
den verlofganger, die zonder geldige reden
niet bij het onderzoek verschijnt of, daarbij
verschenen zijnde, zonder geldige reden
niet aan zijn hierboven omschreven ver
plichtingen voldoet.
Onverminderd deze straf kan de verlof
ganger, die zich schuldig maakt aan een der
bedoelde feiten of wiens goederen bij het
onderzoek blijken niet in den vereischten
staat te verkeeren, worden verplicht om op
even nader te bepalen tijd en plaats te ver7
schijnen of opnieuw te verschijnen tot het
ondergaan van een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor
laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder
geldige reden niet verschijnt of daarbij in
ander opzicht zijn verplichtingen niet na
komt, kan in werkelijken dienst worden
geroepen voor den tijd van ten hoogste
twee maanden.
Verhindering.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming
aan het onderzoek mochten verhinderen,
dient daarvan zoodra mogelijk ter gemeen
te-secretarie te worden overgelegd een ge
neeskundige verklaring, welke op ongeze
geld papier kan worden gesteld. De hand-
teekening van den geneeskundige behoort
gelegaliseerd te zijn door den Burgemees
ter van de gemeente, waar de geneeskun
dige woont.
De verlofganger, die wegens ziekte of om
een andere reden in de onmogelijkheid ver
keert om bij het Juni-onderzoek te ver
schijnen dan wel wegens woonplaatsveran
dering niet voor dat onderzoek is opgeroe
pen, wordt door den Indeelingsdistricts-
commandant verplicht het onderzoek in
October of November te ondergaan.
Verschijning op anderen tijd of op
andere plaats.
Aan den verlofganger kan op zijn verzoek
door den Indeelingsdistrictscommandant te
Haarlem, Inf. kazerne, worden vergund, 't
onderzoek op een anderen dag, op een an
dere plaats binnen het district of in een
ander district te ondergaan. Het verzoek
schrift, waarin de reden duidelijk moet
worden omschreven, moet tijdig en gefran
keerd worden toegezonden. Maakt een ver
lofganger, aan wien een dergelijke vergun
ning is verleend, daarvan niet nauwkeurig
gebruik, dan wordt de vergunning geacht
te zijn vervallen.
Wenscht de verlofganger uitstel van he
onderzoek tot October of November dan
kan hij ook daartoe het verzoek doen aan
den Indeelingsdistrictscommandant.
Alkmaar 7 Mei 1938.
De Burgemeester van Alkmaar
F. H. VAN KINSCHOT.