w VORS COBRA De Senaat begint aan de Indische begrooting. PARLEMENT Ruilverkaveling en bedrijfsvergunningwet aangenomen. O Scherpe critiek. SjmtteHland OVERVETTE"1 RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE SeuiUetoH konze wenïCh' ti LM». »»k voor hei ve^dw,l" 2 #0®@0090 Vrijdag 20 Mei. HILVERSUM. 301,5 M. (8.—12.— 4.—7.30 en 9.-12.- VARA. de AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8.— Orgelspel. (8.16 Ber.) 8.30 Gr.pl. 10.— VPRO- mcrgenwijding. 10.20 Deel. 10.40 Gr.pl. 11.10 Verv. deel. 11.30 Orgel spel. 12.— Gr.pl. (12.15 Ber.) 12.30 Het Kovacs Lajos-orkest en gr.pl. 2.— Modepraatje. 2.15 Variété-pro gramma. (3.45 Ev. ber.) 4.Gr.pl. 5.Voor de kinderen. 5.30 Esme- ralda-Septet mmv. solist. 6.De Ramblers. 6.30 Politiek radiojour naal. 6.50—6.55 Gr.pl. 7.— De gees telijke grondslagen der democratie, causerie. 7.20 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Lezen in den Bijbel. 8.Ned. Strijkkwartet. 8.30 Causerie over Gladstone. 9.Amst. vocaal kwar tet en VARA-orkest. 10.Fantasia mmv. soliste. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avond wijding. 11.Cor Steyn's Accordeonorkest. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.5512. Gramofoonplaten. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (Alg. progr. NCRV). 8.— Schriftle zing, meditatie, gewijde muziek (gr.pl.) 8.30 Gr.pl. 9.30 Gelukwen- schen. 9.45 Gr.pl. 10.30 Morgen dienst. 11.— Gr.pl. 11.15 Klarinet- voordr. met pianobegeleiding en gr.pl. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble v. d. Horst en gr.pl. 2. Grpl. 2.35 Christ. lectuur. 3.Zang, cello en piano. (In de pauze gr.pl.) 4.30 Gr.pl. 4.45 Heidepark-Band en gr.pl. 5.30 Gr.pl. 5.45 Deel. en gr.pl. 6.30 Tuinbouwpr. 7.Ber. 7.15 Lit. causerie. 7.45 Rep. 8.05 ANP-ber. en herh. SOS-ber. 8.15 Arnh. Orkest- vereen. 9.Exegetische causerie. 9.30 Verv. concert. (10.ANP- ber.) 10.30 Gr.pl. 10.45 Sportpr. 11.— Gr.pl. Ca. 11.50—12.— Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 12.10 Het Norris Stanley Sextet. 12.35 Reg. Pursglove en zijrw orkest. 1.20 A cycling tour of the North, causerie. 1.35—2.20 Het Grinke-Trio. 4.20 iJot-jazzprogr. (gr.pl.) 4.50—5.15 Radiotooneel. 5.20 Charles Brill en zijn orkest. 6.Het Bronkhurst Trio. 6.20 Ber. 6.45 Parlementair overzicht. 7.05 Het BBC-Midland- orkest. 7.50 Goast to coast, causerie. 8.20 BBC-Variété-orkest, BBC- Revue-koor en solisten. 9.20 Ber. 9.40 E. Carroll en zijn orkest en solisten. 10.25 Drink and the com- munity, discussie. 11.'t Bernard Crook kwintet. 11.35 Ambrose en zijn orkest. 11.5012.20 Dansmu ziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8 10, 8.55 —9.05, 10.10 en 11.20 Gr.pl. 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05 Gr.pl. 3.05 Zang. 3.20 Pianovoordr. 4.35 Zang. 5.20 Trioconcert. 8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. 11.20 12.50 Orkestconcert. KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 Orkestconcert. 12.20 Populair con cert. 2.30 Populair concert. 4.20 Omroeporkest. 6.20 Omroepkoor en solisten. 7.30 Mandolineconcert. 8.20 Omroepkamerorkest. 9.20 Progr. voor soldaten. 10.35 Gr.pl. 11.20 Sted. Orkest van Hagen. 12.203.20 Nachtconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep- dansorkest. 1.50——2.20 Gr.pl. 5.20 Omroepdansorkest. 6.05 Vioolvoor dracht. 6.50 Gr.pl. 8.20 Omroep orkest en solist. 9.05 Radiotooneel. 9.40 Vervolg concert. 10.3011.20 Dansmuziek (gr.pl.) 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroepklein- orkest. 1.50—2.20 Gr.pl. 5.20 Om'- roepkleinorkest en soliste. 6.35 Gr.pl. 6.50 Pianovoordr. 7.05 en 7.35 Gr.pl. 8.20 Omroepsymph.-orkest, Omroepkoor en solisten. 10.30 Gr. pl. 10.4511.20 Dansmuziek (gr.pl.) DEUTSCHLANDSENDFR, 1571 M. 7.30 Gr.pl. 7.40 Inleiding volgende uitzending. 7.45 „Gianni Schicchi", opera. 9.05 Duitschlandecho. 9.20 Omroeporkest. 10.20 Ber. 10.50 Cello en piano. 11.05 Ber. 11.20 Po pulair concert en dansmuziek. 12.20 2.20 Omroepkleinorkest, E. Bör- schel's orkest en solisten. (1.15 1.26 Tijdsein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R. 10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05 —12.20, Brussel Fr. 12.20—13.20, Brussel VI. 13.20—13.30, Keulen 13.30—15.20, Parijs R. 15.20—15.35, Radio PTT Nord 15.3516.20, Droitwich 16.2016.50 Keulen 16.50 —17.20, Parijs R. 17.20—18.20, Keu len 18.2018.50, Brussel VL 18.50 19.20, Radio PTT Nord 19.20—19.50, Lond. Reg. 19.5020.20, Droitwich 20.20—21.35, Brussel: Fr. 21.35— 22.20, VI. 22.20—22.30, Fr. 22.30— 23.20, Parijs Radio 23.2024. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—17.20, Droitwich 17.2018.40, Lond. Reg. 18.4019.05, Droitwich 19.05—20.20, Brussel VI. 20.20— 21.40, Droitwich 21.4024. Lijn 5: Diversen. (Van onzen parlementairen medewerker.) In een vlot tempo heeft de Eerste Kamer gisteren de nieuwe ruilverkavelingswet en de bedr ij f s vergunn in gen wet afgedaan, zoodat nog een aanvang kon worden gemaakt met de Indische begrooting voor 1938 Minister Steenberghe, die de beide eerst genoemde ontwerpen moest verdedigen, had het niet moeilijk, omdat hij van een groote meerderheid zeker mocht zijn. Niettemin deed hij nog energieke pogingen om de en kele leden, die bedenkingen opperden, te overtuigen. Over de nieuwe ruilverkavelingswet, die een minder omslachtige en snellere proce dure brengt, welke het algemeen belang op den voorgrond stelt, voerden slechts drie leden het woord, van wie twee van harte zich over dit voorstel verheugden, namelijk de heeren van Voorst tot Voorst (r.k.) en Hiemctra (s.d.) Dezen hadden voornamelijk het oog op de belangen van den land- en tuinbouw, welke met een doelmatiger verka veling, waardoor een grootere bodemop brengst mogelijk wordt, welke gelijk te stel len is met een aanwinst van 100.000 H.A. cultuurgrond, ten zeerste worden bevorderd. Alleen wat de kosten van de procedure be treft (welke zü liefst op een bepaald bedrag zagen gefixeerd) toonden zij zich wat teleur gesteld. Het lid, dat bezwaren inbracht, was de heer van Sasse van IJsselt (r.k.), wiens 86 jaren hem nog niet verhinderen waar het te pas komt opmerkingen van juridischen aard te maken, die Kamer en Regeering ter harte plegen te nemen. Hü vond het een ernstig bezwaar dat publiekrechtelijke lichamen en allerlei landbouworganisaties een verzoek om ruilverkaveling kunnen indienen. Door die aanvallen op het grondbezit, wordt z.i. de stabiliteit ervan in gevaar gebracht en het hypothecair crediet geschokt. Achtte de heer Hiemstra deze bezwaren overdreven, minister Steenberghe zag zich genoodzaakt ze eveneens, met alle respect voor den heer van Sasse van IJsselt en voor het grondbezit te bestrijden. Hij wees erop, dat men de stabiliteit van het grondbezit riet zoo ver mag drijven, dat het algemeen belang wordt geschaad. En dit wordt niet alleen met een grootere productie, maar vooral op dit oogenblik met een blijvende werkgelegenheid in hooge mate gediend. De regeering is tegen een kostengarantie, omdat ze vreest dat deze op den duur de doodsteek voor de ruilverkaveling zal betee- kenen wegens den voortdurenden strijd tus- schen den Staat en de plaatselijke commis sies over de kosten. Bij de stemming bleek de heer van Sasse van IJsselt niet overtuigd. Hij en de voorzit ter, baron de Vos v. Steenwijk (c.h.), waren de twee tegenstemmers; 31 leden verklaar den zich vóór. Bedrijfsvergunningenwet. Een diepgaande en vrij uitvoerige discus sie ontspon zich over de regeling betreffen de het beperken van de vestiging en van de uitbreiding van bedrijven waarin eenige tak van nijverheid wordt uitgeoefend. Er waren bezwaren. Bij den heer Pollema (c.h.) waren ze van staatsrechtelijken en van economi- schen aard. Hij was huiverig voor het ver- leenen van nog meer machtigingen aan de Regeering, die er al zooveel op het gebied van de landbouwcrisismaatregelen en van de contingenteeringen en tarieven bezat. Voor al omdat hier hoofdzakelijk binnenlandsche factoren den doorslag geven en omdat de toepassing van de vestigingswet-kleinbedrijf tot voorzichtigheid op het stuk der machti gingen maant. Waar belandt men op die ma nier? riep de chr.-hist. afgevaardigde uit. En diezelfde verzuchting had hij kunnen slaken bij de toelichting van zijn economi sche bezwaren, welke zijn vrees voor staats socialisme weerspiegelden. Sluiting van het bedrijf, ordening van bovenaf, zoodat een tweede klasse van burgers ontstaat, die leeft op de grens van welvaart en armoede, zie daar het schrikbeeld, dat mr. Pollema opriep en dat hem ervan weerhield, vóór te stem men. Prof. Diepenhorst (a.r.) trachtte zijn recht- schen broeder tot rede te brengen, erop wij zend, dat er geen sprake is van sluiting van bedrijven, omdat een zeer ernstige proce dure aan een door den minister te nemen be slissing voorafgaat; het gaat alleen om de bestrijding van excessen. En dat de wet van zeer beperkte strekking is en met staatsso cialisme niet veel gemeen heeft, bewijst z.i. de door de sociaal-democraten in de Tweede Kamer geuite klacht, dat ze slechts een al lereerste stap doet in de richting van socia lisatie van de beschikkingsmacht, een bewe ring, waaraan ten grondslag ligt de wensch, die de vader van de gedachte is. Prof. Diepenhorst verwachtte dan ook, dat de minister de wet met behoedzaamheid zou hanteeren en toepassen „in een anti-revolu- tionnair tempo!" Als dit maar niet beteekent, dat er in de practijk niet veel gebeurt, betoogde de heer de Zeeuw (s.d.), die het op dit „anti-ievolu- tionnaire tempo" niet begrepen had en den minister aanspoorde, deze groep ter rechter zijde duidelijk te maken, dat, nu de met te genstribbelen ingeslagen weg eenmaal be streden is, ook met kracht er op mo.it wor den voortgegaan. De heer van Sasse van IJsselt (r.k.) kwam ook bij dit wetsontwerp in het geweer, om dat hij (evenals de heer Pollema) tegen de wijze waarop het beroep geregeld is. ernstige bedenkingen had. Dat men in tweede instan tie weer terecht komt bij dengeen, die in eersten termijn heeft beslist, is geen fraaie figuur. En in verband hiermede voerde deze jurist ook bezwaren aan tegen de strafbepa lingen. Hij dacht er sterk over om tegen te stemmen. Prof. Kranenburg (v.d.) was in zijn juris- tenhart ook niet heelemaal gerust, maar hij vond daar toch geen aanleiding in om zijn stem aan het ontwerp te onthouden. Hij sprak de hoop uit, dat de minister te zijner tijd deze kwestie nog eens onder het oog zou zien. Het betoog van den heer von Bönninghau- sen (n.s.b.) kwam neer op de ontkenning van de mogelijkheid, dat er iets goeds uit de handen van dezen minister van economische zaken zou kunnen komen en op diskwalifi catie van het ordeningstreven van deze re geering in het algemeen. Hij critiseerde het wetsontwerp, dat z.i. een afzonde/lij ke kaste van ondernemers schept en frisch initiatief onderdrukt. De nationaal-socialisten willen een geleide economie, maar geen staatssocia lisme. Tegen het economisch program van de n.s.b. had deze afgevaardigde den minis ter nooit een steekhoudend argument hoo- ren inbrengen, en daarom achtte hij zich ge rechtigd den bewindsman toe te roepen: Hij voere dit uit of vertrekke! De heer de Bruyn (r.k.) kwam met kracht tegen dit betoog op, o.m. opmerkend, dat het voor de Kamer bij zulke redevoeringen als van den heer von Bönninghausen wel heel moeilijk wordt, de nationaal-socialisten ern stig te nemen, zooals ze zelf graag willen. Dat deze afgevaardigde in den loop van zijn rede ook eenige opmerkingen had gemaakt over „politiek katholicisme" stak den heer de Bruyn en daarom vond hij het zijnerzijds noodig dezen spreker eraan te herinneren, dat hij nog niet zoo heel lang geleden op een lijst van de R.K. Staatspartij Kamer-candi- daat was geweest, en weinig blijken derhal ve van karaktervastheid had gegeven. Bo vendien bleek de heer von Bönninghausen van het wetsontwerp niets te hebben begre pen, dat z.i. aller steun verdiende, omdat het brak met de uit den tijd zijnde liberaal-eco nomische opvattingen. Hoe noodig het is, blijkt uit den gang van zaken met de oprichting van een aluminium- fabriek. Eindelijk was er kapitaal voor ge vonden, maar toen de weg eenmaal geëffend was, deed een tweede gegadigde zich voor. Niet om te gaan concurreeren, maar waar schijnlijk om te zorgen dat er in het geheel geen aluminiumfabriek hier te lande zou komen, zoodat de markt dus voor het buiten land openbleef. „Juist!" interrumpeerde minister Steen berghe. De minister heeft zijn ontwerp kort en bondig verdedigd, zich voor een deel bij hen aansluitend, die dit reeds vóór hem hadden gedaan. Toen hij verklaarde het betoog van den heer von Bönninghausen niet te hebben kunnen volgen wegens de talrijke tegen strijdigheden daarin, interrumpeerde de heer van Vessem eenige malen boos, hetgeen den hamer van den voorzitter in actie bracht. Met nadruk wees de minister er den heer Pollema op, dat het ontwerp zich slechts te gen excessen zal richten. Na een woord van protest van den heer von Bönninghausen aan het adres van den heer de Bruyn, die hem voor renegaat had uitgemaakt, werd het wetsontwerp met 35 tegen 8 stemmen aangenomen. Tegenstem den de n.s.b., de liberalen en de c.h. Polle ma en ter Haar; de heer van Sasse van IJs selt had zich blijkbaar bedacht. Indische begrooting. Scherpe critiek van den heer Vijlhrief. Het was toen even na drieën, zoodat de Kamer nog aan de Indische begrooting kon beginnen. De eerste spreker was de heer Vijlbrief (s.d.) Hij was geneigd aan den nieuwen gouverneur-generaal en den nieu wen minister van koloniën vertrouwen te schenken wegens hun gewijzigde houding ten aanzien van ir. Soekarno, wien een plaats ter verblijf is aangewezen, waar van zijn in genieursbekwaamheden profijt kan worden getrokken, en wegens het herstel in zijn vak van den onderwijzer Reens, die eens op een vergadering onder den G.G. de Jonge booze woorden over het gouvernement had gespro ken. Overigens had de heer Vijlbrief veel critiek en vele wenschen, soms scherpe cri tiek, maar desondanks was zijn toon niet on welwillend, omdat hy ook dingen in het be leid kon prijzen. -Hij drong aan op werkloos heidsverzekering, een ongevallenwet, pen sioenregelingen in het particuliere bedrijfs leven, verzachting van de exorbitante rech ten, opheffing van het indirecte stakingsver bod. Verder wenschte hij een nieuwe behan deling van de petitie-Soetardjo in de Tweede Kamer en ernstige overweging daarvan door de regeering, die slechts een grondwettelijke bepaling geheel vervult indien zij autonomie aan Indië schenkt. Scherp was des heeren Vijlbriefs critiek op het rubberbeleid der Regeering, met name met betrekking tot de bevolkingsrubber. Het bijzondere uitvoerrecht heeft in verschillen de rubberstreken groote armoe onder de be volking doen ontstaan; er valt wat goed te maken, was zijn conclusie. Vandaag ging de Kamer met deze begroo ting verder. U HEBT IETS OP TE RUIMEN? Een „Vraag en Aanbod 35 cent p. 5 regels a contant. WOENSDAGS en ZATERDAGS. INDIENSTSTELLING HR. MS. „TROMP'. Men toone ook nu weer algemeene belangstelling. Zeer waarschijnlijk zal in de tweede helft van Augustus de nieuwe flottieljeleider Hr. Ms. „Tromp" in dienst gesteld worden. Evenals destijds voor de indienststelling van Hr. Ms. kruiser „De Ruyter" roept ook nu weer het alg. Nederl. Comité „Onze Marine" allen op uiting te willen geven aan hun be langstelling. Het comité stelt zich ook thans voor gel den in te zamelen tot een blijvend geschenk aan alle opvarenden, als uiting van het Ne- derlandsche volk in zijn belangstelilng voor de marine in het algemeen en het personeel der marine in het bijzonder. Naast dit geschenk stelt het comité zich voor den commandant van het schip aan te bieden een album, waarin o.m. worden op genomen de handteekeningen van allen, die een bijdrage beschikbaar hebben gesteld. Deze bijdragen worden verwacht bij het alg. Nederl. comité „Onze Marine" Den Helder, giro 42883. Ieder, die een bijdrage aan het comité heeft gezonden, ontvangt een kaartje, waarop de handteekening kan wor den geschreven om in het album te worden geplaatst. U, dat ook U 17 kilo gezinswas met Rinso prachtig helder wit krijgt binnen anderhalf uur voor slechts 127» cent? dat U het sop van de nieuwe, „overvette" Rinso vele malen achter een kunt gebruiken en wel voor het witte, bonte en gekleurde goed dat zich op elk pak Rinso een bon voor fraaie en nuttige ge schenken bevindt? dal Rinso even goed voor de tobbe als voorde wasmachine is? gewoon zeeppoeder, maar alleen de nieuwe, „overvette" M RINSO voor slechts 121 cent met geschenkenbon? Door MARK CHANNING 'Ned* bewerking door MAKit tDE BELMONTE 57) Ik heb vergunning gevraagd om deze expeditie te mogen meemaken Hoogheid", zei bedaard Mohammed Shah. „Ik vertrouw dat aan mijn verzoek zal worden voldaan. Indien de prins, uw zoon lust had ook te De oude Mir krijgsman, zooals wy dlt involgt nog tydens ons leven, daJ, t'JwhSzijn onervaren hand zullen kun- opdat wij zij het was_ dat deze «f Khan o"tkomen was aan den dood, Alam Khan wegedacht hadden, dan zou- dien wy hem van den Vrede op den wy nu in ouderdom zijn geze- den drempel v«n u tenMohammed Shar schitter- ,DeM0pfm<S bedwong hij een uithar den. Met m die b„ het hooren van den^naam van den Cobra in zyn binnenste ziedde. van den Duivel, die gee- «L iev.r.nw«»«k v°°r d' onU'°er1"8 nen van majoor Gray-sahib; en ellende ling, die ik ben, het zijn mijn woorden ge weest, gesproken tegen majoor Gray, die hem er toe brachten den dwerg mee te ne men, die een verrader bleek te zijn". De Mir wierp een vragende blik op zijn vizir. Hy begreep het niet goed. „De sirdar Mohammed Shah, oh Be schermer heeft het over een zekeren Khoon, een Mongoolschen dwerg, dien da verdwenen sahib als gids had meegeno men". „Is onze waarde vriend Sir John Lind- say ook niet door hem vergiftigd? Wat denkt u er van?" vorschte de Mir ongerust na. „De misdaad zou door één van de be dienden zijn begaan? Zijn ze allen op de pijnbank 'gelegd, sirdar-sahib?" Meer dan eens had de Mir zich kunnen overtuigen, dat folteren de sleutel is, die de deur van de waarheid ontsluit. „Allen hebben een verhoor ondergaan, Vorst der Vorsten. De oude knecht van den resident, die hem de koffie bracht, was al twintig jaar by hem in dienst „Misdadigers moet men ver zoeken", zuchtte de Mir. „Uw wijsheid, majesteit, is overweldigend. Wij verdachten een bordenwasscher in de keuken; maar den dag na den moord op den resident sahib heeft hy plotseling koorts gekregen en kon hy niet verhoord worden". „Hy zal wel weer beter worden. En dan zijn er wel middelen om een weerspannige tong los te krijgen". De vleugels van den fijnen arendsneus verwijdden zich een weinig. „Hy is dezen morgen gestorven, Hoog heid, en de sleutel van het duister geval is stellig door Mongoolsche handen ge smeed. Men beweert, dat die dwerg een slechte reputatie heeft". Het gezicht van Mohammed Shah betrok steeds meer. „Uw vizir verzwaart nog mijn last, die toch bijna zooveel weegt als de zonden der wereld. En hij heeft gelijk, 't Is inderdaad l J zoo Een plotselinge vlaag van woede, die de meest beproefde krijgers angst aanjoeg, wanneer ze over hen los kwam, schokte de tengere gestalte op den rood pluchen zetel. „Al zou het ons al de jonge lieden van ons rijk kosten, Lindsay miss-sahib zullen wy terugvinden". Hij zfteeg en met een rimpeligen, beven- den vinger wees hy naar èen groot olieverf schilderij, den koning en koningin van Engeland voorstellend, die naast den bal dakijn van zyn troon hing tegenover een foto met opdracht van den vice-koning in zware, vergulde lijst. De gratie en waardigheid van Lindsay miss-sahib deden ons altijd denken aan deze doorluchtige vrouwe, wier koninklijke gemaal lange jaren geleden te Agra het gevest van onzen degen heeft aangeraakt. Het gesprek werd afgebroken door de komst van een langen jongeman, gekleed in een wijd gewaad van groen fluweel met goud geborduurd, om zijn slank middel saamgehouden door een zilveren gordel met turkooizen en kornalijn bezet. De Mir wierp een liefdevollen blik op den jongen man, die voor hem boog, terwijl diens bijna vrouwelijke hand een sandaal van den vader beroerde. „Wees welkom, koninklijke zoon", zei de ze. en hij vertelde hem daarop, na opnieuw alle ambten en waardigheden van den be zoeker, die bij de komst van den jongen prins was opgestaan, te hebben opgenoemd tot Mohammed Shah voorstelde, dat het be vel over de vijf honderd recruten zou wor den toevertrouwd aan hem. De jongeman wendde zyn oogen met de zware door antimonium bruin gemaakte oogleden naar Mohammed Shah. „Ik houd niet van den krijg", zei hij op pruilenden toon. De oude Mir zuchtte. „Het zou toch leerzaam voor je zijn den kolonel-sahib en den sirdar te vergezel len", zei hy aarzelend. De prins schudde ontkennend zijn hoofd, terwijl zijn hand over zijn donzige kin streek. „Ik heb andere dingen aan mijn hoofd, koninklijke vader". „Andere vrouwen!" riep de vader toe geeflijk uit. „Maar wat is een vrouw verge leken by de opwinding van een gevecht". En zich daarop tot Mohammed Shah wen dend: „Indien u ons alles, wat u op het hart had, gezegd hebt, sirdar sahib, dan kunt u ons alleen laten". Mohammed Shah stond op en maakte de drie voorgeschreven buigingen. „Ik heb wel alles gezegd Maar er is toch nog iets". „Spreek". „Indien Uw Hoogheid het goedkeurt, zal ik naar Simla telegrafeeren, dat u er op staat uw mannen te zenden, doch onder voorwaarde, dat ze onder mijn bevel ko men. Dit is immers de wensch van Uw Hoogheid". In de doffe oogen van den Mir kwam een tinteling van leven. „De Sirdar zelf zou ons niet kunnen be letten ons aan het hoofd van onze troepen te stellen, om op eigen grondgebied een roover te achtervolgenEn dit zullen we zeker doen, indien wij onze soldaten niet met den kolonel-sahib zenden", verklaarde hij bondig. HOOFDSTUK XXXI. Simla wordt nog steeds misleid. In een tusschen boomen verscholen bun galow op de grens van het Kantonnement van Simla zat een kleine, sterk gespierde officier op een draaistoel en trommelde machinaal met zyn potlood op tafel: tip, tip, tap, tap, tap, tip, tip, tap, tap „Majoor Mercer is nog niet gekomen, Lockyer?" „Neen, generaal". De kleine generaal keek een beetje ver wonderd op en staakte het afgetrokken ge tokkel van morse-teekens. „Hy had hier al moeten zijn. Zyn er maatregelen genomen voor zijn veiligheid onderweg?" Bij deze vraag hief de chef van den Ge heimen Dienst zyn hoofd vragend op. Zijn adjudant keek het rapport in, dat boven op een stapel op tafel lag. „Mohunn Dutt, de chauffeur, die hem vier dagen lang gereden heeft, van Labak tot Peshaver, is een van onze vertrouwdste mannen, generaal. Vanaf daar is Youssouff Ali er mee belast". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6