VORS COBRA De vliegveldplannen der regeering. Werkloosheidsdebat in de Tweede Kamer PARLEMENT De sociaal-democraten en communisten niet tevreden. De N.S.B. heeft een eigen oplossing. 000004 Binnenland Rotterdam's Kamer van Koophandel adresseert. KAMERLID STELT VRAGEN. ëoooooooeoo oooooooo ooesooooooo Schriftelijke vragen. Seuilleton TWEEDE BLAD. 2 (Van onzen parlementairen medewerker.) Gistermiddag is het debat in de Tweede Kamer over de verhooging van het crediet voor werkverruiming met 60 millioen en naar aanleiding van de interpellatie van prof. van Gelderen over het beleid der re geering ten aanzien van de bestrijding van de zeer omvangrijke werkloosheid voortge zet. Er was wederom groote belangstelling op de tribunes en verschillende ministers volgden de discussies. We hebben gistermiddag een zestal spre kers gehoord en nog een twaalftal moet vol gen, van wie de meesten uiteraard details zullen behandelen. Gelijk te verwachten was, kon prof. van Gelderen, de interpellant, over het antwoord van den minister-president niet bijster tevre den zijn. Hij meende, dat dit nauwelijks zich met zijn vragen had beziggehouden en hij vreesde dat dit kabinet de energie en den durf zou missen om de werkloosheid aan te vatten op een wijze, welke in overeenstem ming is met haar omvang. De interpellant ging het betoog van dr. Colijn na en onderwierp de door dezen ge produceerde cijfers aan critiek, er op wij zend, dat in het genoemde bedrag van 103 millioen extra (voor 1938) voor openbare werken nog tal van onzekerheden schuilen. De socialistische fractie acht de door haar gevraagde 150 millioen extra voor 1938 vol komen verantwoord; industrialisatie werkt pas op den langen duur en in de tienjarige periode die overbrugd moet worden, moeten openbare werken op groote schaal worden uitgevoerd, waardoor het bedrijfsleven een krachtig stimulans ontvangt. Prof. van Gel deren had de bewijsvoering gemist, dat de door hem bepleite openbare-werken-politiek de financieele kracht van ons volk zou over spannen. Met belangstelling werd uitgezien naar hetgeen de eerste katholieke spreker, pater Beaufort, in het midden zou brengen; de katholieke fractie toch zou, wanneer het ging om aan de regeering verdere eischen te stel len, den doorslag moeten geven; ook was er eenige nieuwsgierigheid vanwege het feit, dat dit de eerste groote rede van den als een goed spreker gedoodverfden katholieken af gevaardigde zou zijn. Wat dit laatste punt betreft, zullen de toehoorders weinig teleur gesteld zijn geweest. Want, al had zijn eer waarde zijn rede ook geheel op papier, zijn voordracht verried den man, die gewend is, zich tot een groot gehoor te richten, en die zich op het spreekgestoelte thuis gevoelt. Wat den inhoud aangaat, betwijfelen we of de heer Beaufort aan de sociaal-democra ten bevrediging zal hebben geschonken. De basis van zijn betoog was, dat van een po sitief christelijke regeering in de eerste plaats mag worden verwacht, dat zij met alle haar ten dienste staande middelen een on- natuurlijken toestand, gelijk door de groote werkloosheid is ontstaan, zal bestrijden. En deze regeering zit waarlijk niet stil, gelijk haar werk in den afgeloopen tijd en haar plannen aantoonen. Er is geen reden om aan deze regeering geen vertrouwen te schenken. De heer Beaufort hoopte dat het voor 1938 OP SLICE kus EEN BON VOOR GESCHENKEN V07-0JIIO getoonde vertrouwen voor 1939 kan worden gecontinueerd. En nu het zakelijke uit diens redevoering. Juist is, dat de regeering onderscheid maakt tusschen een definitieve en een tijdelijke op lossing van de werkloosheid. De critici ver geten te veel, voor welke moeilijkheden de regeering staat en dat het al een knap ding is om jaarlijks ongeveer 50.000 man in de werkverschaffing aan den gang te houden; z.i. zouden deze tewerkgestelden uit de werk- loozenstatistiek moeten vervallen. Voor dr. Beaufort ging het ook in belangrijke mate om de overbruggingsperiode, om den eersten stoot. De regeering moet niet bij voorbaat alle aangeprezen middelen afwijzen. Uit psycho logisch oogpunt beschouwd, zou het van be- teekenis zijn geweest, indien zij het bedrag voor de verhooging van het crediet voor werkverruiming ruimer had genomen; prac- tisch zou het maar weinig verschil hebben gemaakt, o.a. omdat in één jaar niet alles verwerkt kan worden. Voor werkverruiming op groote schaal is o.m. noodig dat de wer ken economisch verantwoord zijn; de regee ring trekke de grenzen echter niet te eng. Verder zullen aan de gemeenten belangrij ke financieele faciliteiten dienen te worden verleend. De regeering zelf behoort over ruimere bevoegdheden te beschikken en het zou voor de Kamer een vreugde moeten zijn, deze zoo snel mogelijk te verschaffen. Wat de uitvoering van de werken betreft, zou het wenschelijk zijn het aantal instanties te verminderen en voor een betere outillage te zorgen. Tenslotte zinspeelde dr. Beaufort nog op de groote offers, welke door ons volk zou den moeten worden gebracht, niet alleen tot behoud van onze volkskracht, maar ook van onze staatsinstellingen. Hij besloot met: „als dit kabinet geboekstaafd zal blijven als dat van „arbeid voor ons volk" zal dit de hoog ste eeretitel zijn, welke aan dit kabinet kan worden gegeven". Van de vier overige sprekers van gister middag waren er twee, die de regeering vrij wel in alle opzichten in gebreke stelden, n.1. de heeren de Visser (comm.) en Wouden berg (n.s.b.) Beiden hadden ze een oplossing van het werkloosheidsvraagstuk; voor eerst genoemde lag dit in wijziging van het pro ductiestelsel (natuurlijk in communistischen zin), voor den ander in aahvaarding van de plannen, welke ir. Mussèrt een paar jaar ge leden in een tijdschrift heeft gepubliceerd. Verwachtte de heer Woudenberg van „het parlementaire en kapitalistische stelsel" niets en was hij van meening dat dé heer Colijn, door zoozeer den landbouw aan zijn lot over te laten, zijn boerenafkomst had verloochend, en moest hij van de „marx-istisch-liberalisti- sche-Blumsche koopkrachtthêorie", en der halve van de openbare-werken-politiek, geldsmijterij" volgens hem niets hebben, de heer de Visser erkende nog, dat binnen het kader van de tegenwoordige omstandig heden de werkloosheid in'belangrijke mate kon worden teruggedrongen. Maar daarvoor moest de koers radicaal worden gewijzigd en als deze regeering niet wilde, behoorde ze heen te gaan en plaats te maken voor een regeering van „werkelijke democraten". De wenschen van den heer de Visser bestonden uit alle punten, welke de interpellant had opgesomd, benevens eenige andere, waaron der de erkenning van Sovjet-Rusland en ver grooting van de koopkracht der bevolking in Indië. De tweede sociaal-democratische spreker, de heer van Lienden, behandelde eenige de tails. Hij hield zich voornamelijk bezig met de werkverschaffing en de loonen, welke daarbij behooren te worden betaald. Hij waarschuwde er tegen, normale werken in werkverschaffing te laten uitvoeren en vroeg vooral de aandacht voor ontginningen en ruilverkavelingen. Bij de vaststelling van de loonen moet er mede rekening worden ge houden, dat werkverschaffing van langduri- gen aard werkgelegenheid wordt en dat dus de loonen zoo hoog moeten zijn. dat de ar beiders daarvan ook voor schoeisel, kleeding en dekking kunnen zorgen, en dit behoort zeker het geval te zijn, indien de regeering, zooals sommigen willen, de te werkgestel- den uit de werkloozenstatistieken zou ver wijderen. Met kracht verzette de hr. v. Lien den zich tegen arbeidersdienstplicht, waar voor hier en daar (hoofdzakelijk nog van n.s.b.-zijde) stemmen opgaan. De laatste spreker van den middag, de heer Weitkamp (c.h.) bepleitte wederom, wat hij reeds zoo vaak heeft gedaan, een terugkeer tot het loonpeil (ten naasten bij) van vóór 1914 (misschien tot een 20 pCt. hooger) ten einde den vicieuzen cirkel: hoogere loonen, hooger productiekosten, duurder levenson derhoud te breken en de verschillen tus schen stad en land minder groot te houden. Zijn leus was: haal uit den binnenlandschen bodem wat er inzit, als de export niet meer lukken wil en zoek afzet hier! Vandaag worden de discussies voortgezet. In de gistermiddag gehouden verga dering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam is met algemeene stemmen besloten een adres te richten tot den voorzitter van den ministerraad. Daarin wordt o.m. gezegd dat de Kamer en met haar het geheele Rot- terdamsche bedrijfsleven met ernstige bezorgdheid heeft kennis genomen van het plan der regeering om te geraken tot de inrichting van een centraal vliegveld onder Leiderdorp. Waalhaven niet zoo geschikt. „Het is van algemeene bekendheid, dat Rotterdam van meet af aan blijk heeft ge geven de beteekenis van het luchtverkeer te beseffen. Rotterdam immers is in ons land de eerste gemeente geweest, welke zich de beschikking over een vliegveld heeft verzekerd. Hoewel het vliegveld Waalhaven in dien eersten tijd met succes de vergelijking met buitenlandsche luchthavens kon doorstaan, werd het na verloop van enkele jaren ech ter voortdurend duidelijker, dat de plaats, die men voor het vliegveld had gekozen, niet de meest geschikte was voor de defi nitieve vestiging van de Rotterdamsche luchthaven. De overtuiging vond allengs meer ingang, dat de rechter Maasoever de aangewezen plaats voor een vliegveld is, zulks mede in verband met de omstandig heid, dat het vliegveld, dat Waalhaven zal hebben te vervangen, ook het luchtverkeer van 's-Gravenhage moet verzorgen. De onderhandelingen tusschen Rotterdam en 's-Gravenhage over den aanleg van een gemeenschappelijk vliegveld onder Delft, hebben indertijd niet tot resultaten geleid. Nieuwe plannen. Rotterdam heeft toen 't plan opgevat tot den aanleg van een geheel nieuw vliegveld in den polder Zestienhoven onder Over- schie. Nimmer is gebleken, dat bij het overleg, dat hierover gepleegd is, het denkbeeld van een centraal vliegveld dit plan in den weg heeft gestaan. Toen de zaak, doordat het departement van defensie de beschikking over het vlieg veld Waalhaven wilde verkrijgen, dringend werd, is voor zoover de Kamer bekend van Donderdag 2 Juni. HILVERSUM, 301,5 M. (AVRO- uitz.) 8.— Gr.pl. 10.— Morgenwij ding. 10.15 Gr.pl. 10.30 Omroep orkest. 11.Kniples. 11.30 Om roeporkest en solist. (12.15 Ber.) 12.30 Het Kovacs Lajos-orkest. 1.15 Het Lyra-Trio. 2.— Voor de vrouw. 2.30 Het Avro-Octet en soliste. 4 Voor zieken en thuiszittenden. 4.30 Gr.pl. 4.50 Voor de kinderen. 5.30 Aeolian-orkest. 6.30 Sportpr. 7.— Pianovoordr. 7.30 Engelsche les. 8.— ANP-ber., mededeelingen. 8.15 Concertgebouw-orkest. 9.15 Inter view. 9.35 Het Renova-kwintet. 10.20 't Kovacs Lajos-orkest. 11.— ANP-ber., hierna dansmuziek (gr. pl.) 11.40—12.—Orgelspel. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.—9.15 en 11—2.— KRO, de NCRV van 10.—11.— en 2.—12.— 8—9.15 Gr.pl. (8.15 Ber.) 10— Gr. pl. 10.15 Morgendienst. 10.45 Gr.pl. 11.30 Rel. causerie. 12.Ber. 12.15 KRO-orkest. (1—1.20 Gr.pl.) 2— Handwerkuurtje. 2.55 Gr.pl. 3. Voor de vrouw. 3.30 Gr.pl. 3.45 Bij bellezing. 4.45 Gr.pl. 5.Cursus handenarbeid voor onze jeugd. 5.30 Orgelspel. 6.30 Gr.pl. 6.45 Zeevaart en zeelieden, causerie. 7.Ber. 7.15 Journ. weekoverzicht. 7.45 Rep. 8.05 ANP- en herh. SOS-ber, 8.15 Gr.pl. 8.20 Paaschbergkoor en gr.pl. 9.Causerie over de reor ganisatie van de Nederd. Herv. kerk. 9.20 Verv. concert. 9.30 Gr.pl. 9.45 Amst. Salonorkest. (10.ANP- ber.) 10.45 Gymnastiekles. 11. Verv. concert. 11.30 Gr.pl. 11.50 12.Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.2511.45 Gr.pl. 12.05 BBC-Northern-orkest. 12.50 Deel. 1.20 Gr.pl. 1.35 Rep. 1.50 —2.25 Gr.pl. 3.10—3.30 Off duty.. causerie. 3.35 Sted. Orkest van Bournemouth, mmv. soliste. 5.05 Gr.pl. 5.20 Het Broadhurst Septet. 6.05 Rep. 6.20 Ber. 6.40 An attempt on the life of Queen Victoria,, cau serie. 7.Orgelspel. 7.20 De BBC- Singers. 7.50 Callender's Second Band. 8.20 H. Leader en zijn Band en solisten. 9.Coastwise ship- ping, causerie. 9.20 Ber. 9.40 Piano voordracht. 10— 2de en 3de acte opera „Tosca". (10.40-11.05 Cau serie). 11.35 Bert Firman en zijn orkest. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.10, 8.55 —9.05, 10.25 en 11.20 Gr.pl. 12.40 Cantrelle-orkest. 1.50 Zang. 2.05 Vervolg concert. 3.05 Zang. 3.20 Viola-voordracht. 4.20 Zang. 5.20 Radiotooneel. 8.35 Zang. 8.50 Nat. Orkest, Noyon-koor en solisten. 10.5011.05 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 8.50 Omroeporkest en -koor. 10.20 Volksliederenconcert. 12.20 Rhein- Mainische Landesorkest. 2.30 Vroo- lijk concert. 3.35 Gr.pl. 4.20 Om- roep-Amusementsorkest. 5.30 Meis jeskoor. 6.45 en 7.30 Gev. concert. 10.35 Gr.pl. 10.50 Kurt Rehfeld's orkest, m&ndoline-orkest en solis ten. 12.203.20 Danziger Landes orkest. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 en 1.302.20 Omroepklein- orkest. 5.20 Omroepdansorkest en gr.pl. 6.50 en 8.20 Gr.pl. 9.20 Om- roepsymph.-orkest en solist. 10.30 Gr.pl. 10.5011.20 Omroepdans orkest. 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroeporkest. 1.502.20, 6.35 eri 7.35 Gr.pl. 8.20 en 9.35 Omroep orkest en gr.pl. 10.3011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 M. Mühlbeck's orkest en solis ten. 8.20 Omroeporkest, -kleinorkest Omroepkoor en solisten. 9.20 Ber. 9.35 Gr.pl. 10.20 Ber. 10.50 Piano voordr. 11.05 Ber. 11.20 Omroep- kleinorkest mmv. soliste. 12.20— 2.20 Zie Keulen. (1.15—1.26 Tijd sein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.50, Parijs R. 1.050—12.05, Radio PTT Nord 12.05—12.20, Parijs R. 12.20—13.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Keulen 14.20—15.20, Parijs R. 15.20—15.35, Droitwich 15.3517.20, Brussel VL 17.20—18.35, Brussel Fr. 18.35 19.20, Keulen 19.2022.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Boedapest 22.30— 23.20, Keulen 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—13.20, Droitwich 13.20—14.20, Lond. Reg. 14.2017.20, Droitwich 17.20—18.40, Lond. Reg. 18.40— 19.Droitwich 19.21.Brussel Fr. 21.—21.20, Droitwich 21.20— 24.—. Lijn 5: Diversen. het als haar eigen luchthaven kan be schouwen. Ontneemt men de stad haar vliegveld, dan berooft men >«ar van één van de essentieele onderdielen vaa haar uitrusting. „Een haven- en handelsstad van deze' grootte heeft een eigen vliegveld noodig, niet alleen ter wille van het reizigersver keer, maar ook met het oog op het goede ren- en postvervoer. Te ver van de groote steden. Een centraal vliegveld, dat 32 K.M. van Amsterdam en 36 K.M. van Rotterdam is verwijderd, is voor beide steden onaanne melijk en het spreekt vanzelf, dat Amster dam, dat zelf den afstand van 32 K.M. naar het centrale vliegveld te groot oordeelt, in redelijkheid nimmer zal kunnen bepleiten Rotterdam voor het luchtverkeer naar Schiphol, dat 68 K.M. is verwijderd, te ver wijzen. Naar de vaste overtuiging der Kamer be hoort dan ook het denkbeeld van een cen traal vliegveld onder Leiderdorp als scha delijk voor de economische belangen van Rotterdam en Amsterdam beide te worden losgelaten. In plaats daarvan bevordere het rijk wat Rotterdam betreft den aanleg van het vliegveld in den polder Zestienhoven. de zijde der regeering al evenmin het plan voor het stichten van een centraal vlieg veld als bezwaar naar voren gebracht. Wel werden door den minister van financien bezwaren haar voren gebracht, doch die bezwaren betroffen den financieelen opzet van de plannen en het zou immers volstrekt zinloos geweest zijn te treden in een beoor deeling van de financieele merites van het plan tot den aanleg van een vliegveld in den polder Zestienhoven, als dit plan zelf bij de regeering bezwaar had ontmoet. Een onaangename verrassing. Deze geheele gang van zaken maakt het duidelijk, dat de mededeeling van het besluit der regeering tot den aanleg van een centraal vliegveld onder Lei derdorp over te gaan, voor de Rotter damsche samenleving een volkomen verrassing is geweest. De gang van zaken maakt tevens duide lijk, dat deze verrassing niet anders dan een hoogst onaangename kan zijn. Want, indien het bovenstaande één ding duidelijk maakt, dan is het dit, dat het plan voor een centraal vliegveld een inbreuk is op de historisch gegroeide verhoudingen en dien tengevolge beteekent een verloochening van de rechtmatige aanspraken, die daar aan door Rotterdam zoowel als Amsterdam kunnen worden ontleend. Het staat vast, dat een haven- en handelsstad van de importantie van Rotterdam in haar onmiddellijke nabij heid een vliegterrein moet hebben, dat Het Tweede-Kamerlid dr. van den Tempel (s.d.) heeft de volgende vragen gesteld aan de ministers van Waterstaat en van De fensie: 1. Is de regeering bereid mede te deelen fc; t Ned. bewerking door MARIE DEBELMONTE 67) Door MARK CHANN1NG Het weer was druilerig, een dikke nevel hing over het dal. Achter de bergen, die het in het Zuiden insloten, hadden lood grijze wolken zich opgestapeld, welke schielijk verspreid werden over den ach tergrond van met sneeuw gekroonde berg toppen. Af en toe dreunde van heel ver donder gerommel door de lucht. De meest-bejaarden onder de aanwezi gen schudden ongerust het hoofd, hun har de bruine oogen naar de wolkgevaarten gericht. Volgens een eeuwenoude legende waren op een dag als dezen precies de zelfde voorteekenen de voorloopers ge weest van een aardbeving, waarbij wel honderdduizend bergbewoners door berg- Btortingen bedolven geworden waren. Bij het opgaan van de zon had ieder een plaatsje gevonden. Tusschen het gegons van de menschelijke stemmen was het ge brul hoorbaar van de hongerige roofdieren, Jn afwachting van het oogenblik, waarop zij zich aan menschenvleesch zouden kun nen vergasten. Soms stak een opzichter, gewapend met allerlei heillooze instrumen ten van ijzer en staal, die, tusschen de kwinkslagen der door wreeden wellust op gewonden toeschouwers, kletterden en rin kelden bij het neerwerpen, het groote met zand bestrooide strijdperk over. In een halven kring rondom een stapel brandhout en takkenbossen waren een twaalftal puntige, dikke houten palen in een steenen onderstel geslagen Ze waren voorzien van ijzeren ringen, waaraan lange kettingen hingen. Vlak er bij stonden drie groote komforen, waarboven de heete lucht trilde. En boven, wijd uitgestrekt, de vrede van een baan blauwen hemel. Het publiek werd ongeduldig. Het ge rucht ging, dat het schouwspel niet begin nen zou vóór de komst van den Man-met- den-Sluier. Weldra zou de zon brandend zijn en ve len onder de aanwezigen hadden nog een lange reis te maken, voor ze thuis waren. In Yanistan gedraagt het publiek zich al niet anders dan bij ons en in andere Europeesche steden. Een ontevreden ge mompel zwol aan, barstte los in protesten en in verontwaardigd geschreeuw, ont aardde in tumult. „De tamacha! De gevangenen moeten komen! Khan sahib, hé! Aanvangen! Aan vangen!" Dat ze op het laatste nippertje zouden verhinderd kunnen worden, te zien hoe twee sahibs of wie weet misschien wel drie? en een Engelsch meisje na allerlei genotvolle pünigingen werden terechtge steld, dat wond hun teugellooze hartstoch ten tot koortshitte op. De acht bergbewo ners, die ter dood gebracht moesten wor den, waren in vergelijking weinig belang rijk. Aan de menigte was rood bloed be loofd, rood bloed op blanke huid, en nu eischte het beide. Plotseling maakte het verontwaardigd geschreeuw plaats voor gejuich. De reus achtige gestalte van den Cobra met zijn zwarten baard werd zichtbaar. Alam Khan liet een oogenblik zijn vurige oogen men beweerde, dat geen schul dige het overleefde den blik ervan te trot- seeren onderzoekend over de menigte gaan. Doch het lang verbeide teeken liet zich nog steeds wachten. Het lawaai, dat volgde, verging tien minuten later in een lang aangehouden s-s-s-t, als van een in water gedompeld stuk gloeiend metaal De Man-men-den-Sluier had zijn zetel ingenomen. Hij hief zijn zwart gehand- schoende hand op en langzaam opende zich de groote poort. Aan het hoofd van den deerniswekkenden stoet, die de arena binnen kwam, liepen drie menschelijke wezens, zonder ketenen; ze werden gevolgd door een achttal berg bewoners, geboeid, en allen omgeven door een gewapend geleide. Toen Gray in het volle licht kwam, ont viel aan tienduizend kelen een diep „ah" van voldoening. Zijn knap voorkomen, zijn zes voet vier duim lengte waren waarborg voor een grootsch schouwspel. Hij hield Diana vast aan de hand. Het jonge meisje, blootshoofds en nog steeds in het bergbe- wonerspak, scheen byna nietig naast hem, hoewel zij zelf toch ook lang was. Gray had zijn anderen arm om de schou ders geslagen van een wezen met een baard en een klis grijs haar, dat al strui kelend voortliep, zijn broodmagere handen gekruisd onder de oksels. „Kun je hem zien?" vroeg Galbraith met schorre stem. Gray antwoordde niet. Zijn blik hing met vertwijfeling aan het gelaat van Diana; bij eiken pas, dien zij den dood nader kwa men zag hij het lieve gezichtje verbleeken. „Gray!'' herhaalde Galbraith. „Zie je' hem? Antwoord. Is h(j dicht bij ons?" Toen zijn metgezel zwijgen bleef, viel hij neer op zijn knieën. De stoet hield halt. Het geleide deelde eenige stompen en trap pen uit, doch Gray, die als een reus zich beschermend over den ongelukkige heen boog, wist ze van hem af te houden. De toeschouwers, in de meening, dat de blinde om genade smeekte, werd door haar momenteele nieuwsgierigheid tot zwijgen gebracht. Maar de woorden: „Oh, recht vaardige en barmhartige Vader, geef, dat hij in mijn nabijheid komt", zegden hen niets; en zij keken vervolgens zonder veel belangstelling, toen Gray Galbraith over eind trok en hem door een duwtje in den rug aanmoedigde door te loopen. In het midden van de arena gekomen, kregen de gevangenen bevel te blijven staan. Men wachtte klaarblijkelijk op nieu we orders. De loodgrijze wolken waren naar de zon zijde gedreven. En de gulden stralen van even te voren hadden voor een roodachtig schijnsel plaats gemaakt. Een korte snelle aardbeving veroorzaak te een oogenblik stilte; de opwinding nam toe, maar spoedig kwam men weer tot kalmte: aardschokken komen in Yanistan herhaaldelijk voor. Het was tijdens deze stilte, dat Diana en Gray voor de voor-laatste maal héél duidelijk, alsof ze per radio uitgezonden werd, de stem hoorden van den Sadhu van de Swastika. „Gij, die mijn chela discipel was" zeide hij, „draagt hem uit voor een ge vecht. Ga vervolgens weg door het deurtje dat rechts van de poort is". Daarop zweeg de stem, die klonk als klokgelui. Gray en Diana wisselden een blik. „Doe je het, Colin?" „Ja", antwoordde hü, „altijd, indien hij er in toestemt hier te komen". Hij wendde zich tot Limbu. „Ik ga den Khan uitdagen". Limbu, die door omkooperij een plagts in het escorte had weten te bekomen,- voelde eens met zijn duim, of zijn mes wel scherp was, terwijl een extatische glim lach voorzichtigheidshalve naar den hemel gericht over zijn breed gezicht glansde. Die sahib van hem, was er toch één. Oh. Seri Gouron Nanak! Zoo'n sahib! Een oogenblik keek Gray Diana in de oogen, daarop zonder een woord te zeg gen, stak hü de arena over. Qfeen enkele soldaat deed een poging hem te weerhouden. Allen schenen door verbazing en schrik bevangen. Het gejouw van de ruwe horde verstomde. Wat ging hü uithalen?" Èen paar passen vóór den muur bleer hü staan en zün armen kruisend hief hü zün hoofd op naar den Cobra. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6