VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP.
'3
Glimlachje
im
r*
RUSSISCHE SFEER.
GEMENGD NIEUWS.
Branden
Felle brand onder Gemert.
Drie boerderijen in de asch gelegd
£attds mJ-uiuAouut
IWÊtÊ^gm
TWEEDE BLAD
of het juist is, dat zij in beginsel heeft be
sloten de stichting te bevorderen van een
nieuw centraal vliegveld voor de burger
lijke luchtvaart, op een terrein, beoosten
Leiden, welke beslissing zou inhouden de
opheffing van Schiphol als vliegveld voor
de burgerlijke luchtvaart en het inhouden
van een vergunning tot het aanleggen van
een vliegveld in den polder Zestienhoven?
2. Indien zoodanige beslissing is genomen,
wil de regeering dan zoo volledig mogelijk
mededeelen, welke overwegingen haar
daarbij hebben geleid en in het bijzonder
in hoeverre de belangen van 's lands de
fensie daarbij van invloed zijn geweest?
3. Is het juist, dat de minister van defen
sie voor den aanleg van een centraal gele
gen militair vliegveld aanvankelijk de
voorkeur heeft gegeven aan een terrein in
de nabijheid van Leiden en moet eventueel
uit een beslissing, als hiervoren bedoeld,
worden afgeleid, dat deze meening is prijs
gegeven?
4. Heeft de regeering kennis genomen
van de nadrukkelijk uitgesproken meening
van het gemeentebestuur zoowel van Am
sterdam als van Rotterdam, dat door het
verlies van een in de onmiddellijke nabij
heid gelegen vliegveld voor de burgerlijke
luchtvaart zeer groote belangen van deze
centra van bevolking, handel en bedrijfs
leven zouden worden geschaad, en heeft zij
overtuigende aanwijzingen en redenen voor
de verwachting, dat deze noodlottige ge
volgen voor deze gemeenten zich niet zul
len voordoen?
5. Is de regeering niet van meening, dat
door het leiden van het luchtverkeer over
een centraal vliegveld, gelegen op belang
rijken afstand van de grootste bevolkings
centra, de ontwikkeling van het binnen-
landsche vliegverkeer en het internationaal
verkeer op korte afstanden ernstig zal
worden geschaad?
6. Is de regeering niet van meening, dat,
in het bijzonder met het oog op de groote
bedragen, welke aan Schiphol zijn ten
koste gelegd, de aanleg van een geheel
nieuw centraal vliegveld een zeer kostbare
proefneming beduidt?
CONGRES CENTRALE BOND VAN
SPOOR-, TRAM-, A. T. O.- EN
VAN GEND EN LOOSPERSONEEL.
Op dit congres werden de jaarverslagen
van secretaris en penningmeester goed
gekeurd. Het beleid van het H. B. en de
redactie orgaan en technisch maandblad
werden eveneens goedgekeurd. De begroo
ting 1938 werd na eenige bespreking aan
genomen.
Wegens aftreden van den bondsvoorzitter
waren twee candidaten voor deze deze func
tie gesteld, de heeren C. E. v. Eykern uit
Haarlem en M. A. Witvliet uit Rotterdam.
De laatste trok vóór de verkiezing zijn kan
didatuur in.
Op voorstel van den bondssecretaris
Ketelaar, werden bij acclamatie gekozen:
C. E. v. Eykern als bondsvoorzitter en C.
Cramer en M. A. Witvliet als H. B. leden.
Eveneens werd op dezelfde wijze bonds
secretaris Ketelaar herkozen.
Na afloop vereenigden de deelnemers zich
te half 8 in de groote zaal voor bijwoning
van een door de afd. Utrecht aangeboden
feestavond.
SIGNALEMENT VAN WALUCH.
Waluch, alias Dissinov, alias
Petrobitch.
De Rotterdamsche politie is er in geslaagd
uitvoeriger gegevens omtrent den dader van
den bomaanslag te Rotterdam te verzame
len. Onder meer heeft men een foto, welke
echter van twee tot drie jaar geleden da
teert.
Het nadere signalement luidt:
Leeftijd ongeveer 32 jaar. lengte 1,76 tot
1,78 meter, gladgeschoren gelaat, donker
bruin, achterover gekamd haar, donker
bruine oogen, gave tanden, zeer zelfbewust
maar elegant optreden, wenkbrauwen, welke
naar den neus doorgroeien, spreekt Russisch,
Oekrainsch, een weinig Duitsch en ver
moedelijk ook wat Fransch.
Bij Konovaleck en diens vrienden stond
hij bekend als Waiuch. Hij is echter ook be
kend onder de namen Dissinov en Petro
bitch. In werkelijkheid zal hij wel geheel
anders heeten.
De Rotterdamsche Politie heeft zich thans
tot den heer Broekhof, commissaris van de
centrale tot opsporing van internationale
misdadigers te Amsterdam, gewend, met het
verzoek, medewerking te verleenen aan de
opsporing van den zoogenaamden Waluch.
Aangezien men langen tijd geheel in het
duister heeft getast omtrent de identiteit
van den dader, had voordien inschakeling
van deze centrale nog geen zin.
•.En, Willem, hoe bevalt je je
nieuwe kantoorchef? Kun je op
hem vertrouwen?"
•■Ja. ik kan er op rekenen, dat
hij iederen dag een kwartier te laat
komt, en op den vierden van elke
maand een voorschot wil hebben.
Bovendien is hij in dank daarvoor
ook nog onbetrouwbaar!"
BLIKVLEESCH-FABRICAGE GAAT
BEGINNEN.
Verwerkings- en verpakkingsver
goeding 11,4 cent per blik.
Naar het Hbld. verneemt, zal na de
„proeforder" van 100.000 stuks deze week
worden begonnen met het aanmaken van
blikvleesch, te distribueeren via de ge
meentebesturen aan werkloozen en be-
hoeftigen. Het product wordt, zooals be
kend, bereid van bevroren vleesch, dat eerst
door ruil tegen industrieproducten door
Duitschland uit Argentinië is verkregen en
vervolgens door ruil tegen stroo, boter en
groenten door onze regeering uit Duitsch
land is betrokken.
Het blad verneemt tevens, dat de regeering
aan de vleeschwarenfabrikanten een ver
goeding betaalt van 11.4 ct. per blik, waar
voor dezen het vleesch moeten verwerken,
benevens het blik, de doozen en de etiket
ten moeten leveren.
Het is de bedoeling, dat de deelnemende
bedrijven 800.000 blikken per week maken
(netto-inhoud circa negen ons; verkoops
prijs aan gegadigden 37 cent).
WANNEER TREEDT DE PACHTWET
IN WERKINK?
Vragen aan den minister.
De heer van der Sluis (s.d.) lid van de
Tweede Kamer, heeft aan den minister van
justitie de volgende vragen gesteld:
1. Kan de minister mededeelen, welke de
oorzaken zijn, dat de pachtwet nog niet in
werking is getreden?
2. Kan de minister mededeelen, wanneer
de in-werkingtreding van de pachtwet tege
moet kan worden gezien?
JONGEN OVERREDEN EN GEDOOD.
Te Rotterdam.
In de Zaagmolenstraat te Roterdam is
gistermiddag een ernstig ongeluk gebeurd,
dat den 12-jarigen Th. J. Kersting het leven
heeft gekost. De jongen zat achter op de
fiets bjj een vriendje toen plotseling bij het
voorbijrijden van een vrachtauto de fiets
aan het slingeren raakte en vervolgens slip
te. Beide jongens sloegen tegen de straat.
Kersting kwam zoo ongelukkig terecht, dat
de zware vrachtauto, bestuurd door den 34-
jarigen B. S. uit de Boezemstraat, met een
dubbel achterwiel hem over het hoofd ging.
De jongen was op slag dood.
BESMANNING VAN DE „EVELINE"
GEHULDIGD.
Door de Noorsche regeering.
Gisteren is op het kantoor van het Noor
sche consulaat te IJmuiden de bemanning
gehuldigd van de „Eveline" IJm. 115, die
het vorig jaar October op de Noordzee de
opvarenden heeft gered van het Noorsche
M.S. „Aarsten".
Namens de Noorsche regeering werden de
leden van de bemanning van de „Eveline"
toegesproken door den Noorschen consul-
generaal te Rotterdam, den heer S. Olmer,
waarna hun ieder afzonderlijk een geschenk
werd aangeboden.
Schipper Blok van de „Eveline" beant
woordde de toespraak en bracht den over
van de bemanning.
ERNSTIGE AANRIJDING.
Op den Rijksstraatweg Leiden
Utrecht.
Gisteravond is op den rijksstraatweg Lei
denUtrecht onder de gemeente Zwam-
merdam een ernstig verkeersongeval voor
gekomen. De heer Kooij uit Alphen aan den
Rijn wilde, komende uit de richting Bode
graven op het punt waar het rijwielpad
langs den weg begint, den weg oversteken.
Hij zag daarbij een uit de richting Leiden
komende auto, bestuurd door den heer M.
uit Bodegraven niet en werd tegen den
grond gesmakt. In hopeloozen toestand is hij
naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden
vervoerd. De automobilist, die heel matig
reed, treft geen schuld.
DE UITVOERING VAN DE ZUIDERZEE
STEUNWET.
Minister bezoekt Noord-Holland.
Naar wij vernemen heeft de minister van
waterstaat, mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren,
gisteren bezoeken gebracht aan eenige ge
meenten in Noord-Holland, langs de Zuider
zee, teneinde zich ter plaatse op de hoogte
te stellen van aangelegenheden, verband
houdende met de uitvoering der Zuiderzee-
steunwet. De minister begaf zich omstreeks
5 uur met het jacht van den rijkswaterstaat
van Marken naar Monnikendam, waar hij
eenigen tijd vertoefde o.a. op de scheepswerf
van de firma van Goor, en vandaar ging de
minister naar het gemeentehuis van Monni
kendam, waar een bespreking met vertegen
woordigers van belanghebbenden inzake de
Zuiderzqesteunwet werd gehouden.
Anderhalf jarig jongetje verdronken. -
Gisteravond is het anderhalf jarig zoontje
van de familie H. Esser te Bingelrade
(ILimb.) nabij de ouderlijke woning in een
regenput gevallen en verdronken. Men
heeft nog gedurende geruimen tijd gepoogd
de levensgeesten op te wekken, evenwel
zonder resultaat.
Electrische trein ontspoord. - Gister
middag is op het Amhemsche spoorweg
emplacement een electrische trein, welke
voor het vertrek naar Amsterdam zou wor
den voorgereden, op een zijspoor gederail
leerd. Een gedeelte van het voorste trein
stel liep uit de rails. Er bevonden zich geen
passagiers in den trein. De ontsporing ge
schiedde bij een wissel naar een hoofd
spoor, dat versperd werd.
Tijdens een korten, doch feilen brand
zijn gisteravond omstreeks half zeven
in de buurtschap de Mortel onder Ge
mert drie boerderijen in de asch gelegd.
Het vuur ontstond in een schuur achter
de boerderij van den landbouwer M. van
Dinther, aan den Gemertscheweg. De vlam
men grepen naar alle kanten om zich heen
en tastten de boerderij aan, welke weldra in
brand stond. Vervolgens sloeg het vuur over
naar de twee aaneengebouwde boerderijen
van de landbouwers J. Jonkers en A. Schee
pers. De brandweer van Gemert verscheen
spoedig ter plaatse, doch kon weinig tegen
het hoog oplaaiende vuur uitrichten. De
drie boerderijen brandden evenals de
schuur tot den grond toe af. De inboedels
gingen in vlammen op. Het vee kon men
tijdig in veiligheid brengen.
Naar schatting bedraagt de totale schade
20.000. Zij wordt door verzekering gedekt
Omtrent de oorzaak van den brand tast
men in het duister. Dertig menschen zijn
dakloos geworden.
BRAND IN BEDDENMAKERIJ.
Gisteren heeft een binnenbrand gewoed
ir. een beddenmakerij aan de Kleine Veen-
kade 11 te den Haag, eigenaar de heerS. B.
Vermoedelijk is het vuur ontstaan door
een kapokstofexplosie in de haspelmachine.
De 18-jarige arbeider van P., wonende in de
Bleekerslaan, die den brand ontdekte, poog
de in den aanvang zelf het vuur te stuiten,
waarbij hij enkele verwondingen aan de
handen en het rechterbeen opliep.
De schade bleef tot eenige balen kapok
beperkt, die aan de vlammen ten prooi vie
len.
HET SPROEIEN DER AARDAPPELEN.
Wat de proeven in 1937 ons leerden.
De heer S. Vlaar schrijft ons:
Toen 't vorig jaar 't aardappelen sproeien v.
de tuinbouwers door de prov. comm. verplich
tend werd gesteld (alhoewel dit in de ver
gadering der L. G. C. geen meerderheid kon
verwerven) werden van den eenen kant de
voordeelen, doch ook de nadeelen (althans
zoo waren de gedachte van sommigen)
breed uitgemeten.
Een en ander was oorzaak dat door de
tuinbouwvereeniging „Ons Belang" eenige
proeven zijn genomen met een paar sproei
middelen, n.1.: Normaalpappoeder en het
z.g.n. Bayer, omdat dit laatste volgens ge
gevens geen stagnatie in den groei zou
veroorzaken wat volgens sommige met pap-
poeder wel het geval was.
Er waren zelfs meeningen, dat elke be
spuiting 2 dagen stilstand in den groei
veroorzaakt, wat bij 4 of 5 bespuitingen een
achteruitzetting van 8 a 10 dagen zou be
teeken en.
Wat bij 4 of 5 bespuitingen een achter
uitzetting van 8 a 10 dagen zou beteekenen.
Nu is echter gebleken, dat deze meening
grootendeels berust op overlevering. En
op de vraag welk middel de voorkeur ver
dient, hadden 2 onzer proefnemers voorkeur
voor Bayer en 2 voor Normaal Pappoeder,
deze brachten ons dus niet veel verder.
Op onze informatie bij den Plantenziekte-
kundigen dienst vernamen we, dat deze de
beide middelen van gelijke waarde acht. De
z.g.n. oude methode de Bourgondische Pap,
die zelf wordt gemaakt, is nog steeds de
beste gebleken. Doch om aan de ook hieraan
verbonden bezwaren tegemoet te komen,
zijn de nieuwe middelen in den handel ge
bracht* die zeer gunstige resultaten opleve
ren.
Mij interesseerde zeer sterk de vraag:
remt de bespuiting den groei, en daar door
de weersomstandigheden het gewas op vele
plaatsen achter is bij andere jaren, lijkt het
me thans dubbel nuttig de opgedane erva
ring in breeder kring bekend te maken.
Laat ik voorop stellen, dat vroegere er
varing en ook verkeerde meeningen mij per
soonlijk nu geen sproei-enthousiast hadden
gemaakt, doch de opgelegde verplichting
heeft me doen sproeien.
Een perceeltje waarvan ik de poters
moest rooien, is door mij echter voor een
groot gedeelte niet gesproeid en een ander
gedeelte 4 maal en flink met pappoeder be
handeld.
Het gewas was van dezelfde bemesting voor
zien, gelijke poters enz., dus een mooi ver
gelijkingsobject.
Zeer lang was zoowel in het niet als wel
gesproeide geen verschil te zien. Ten laatste
trad in het niet gesproeide de aard
appelziekte licht in het blad op.
Het perceel is toen gerooid, en daarbij
bleek, dat het wel behandelde nog niets in
het blad vertoonde wat op ziekte geleek.
Het andere was hevig aangetast en de op
brengst van de wel besproeide aardappelen
was, mededoodat het 8 a 10 dagen niet had
gegroeid, veel grooter dein het niet behan
delde gedeelte.
Zieke aardappelen werden sporadisch ge
vonden. Wij deden dan ook met een gerust
hart de poters in den bak, maar zijn bedro
gen uitgekomen, want meer dan de helft is
later weggegooid en van de wel behandelde
is geen enkele aardappel uitgevallen.
Dat de aardappel door het sproeien dus
niet of minder groeit is wellicht een baker
praatje. Wij hebben het niet kunnen consta-
teeren, al beweren we geenszins, dat er ge
heel geen stilstand is, doch dit weet elke
tuinder als er ziekte in het loof is, houdt
veelal de groei geheel op. Onze overtuiging
is, dat het sproeien van aardappelen voor
iederen tuinder een verplichting is, die hij
noodgedwongen aanvaardt.
De proeven hebben ons een geheel andere
meening dan voor eenige jaren opgedrongen
Wij zyn genezen van alle tegenwerpingen
en raden ieder aan om alles in het werk te
stellen de ramp voor den aardappel-teler,
handelaar enz. zoovéél als in ons vermogen
ligt te beperken.
De woorden van den heer Henneberg, dat,
wanneer van de eene partij 1 ziek is en
een andere 50 dit laatste wel eens door
niet of slecht groeien veroorzaakt kan zijn,
wordt door deze proef wel bewaarheid.
Wij hebben dit gedaan om elk vooroordeel
weg te nemen. Dat vooral dit jaar elk zijn
moreelen plicht begrijpe.
DE COLORADOKEVER.
Let op den Coloradokever.
Het tijdstip, waarop het optreden van den
Coloradokever in de aardappelvelden ver
wacht kan worden, is wederom aangebro
ken. Als het warmer wordt, verlaat de ke
ver den grond, waarin hij den winter heeft
doorgebracht en begeeft hij zich naar
aardappelplanten om zich daarmede te voe
den en daarop eieren te leggen. Bij flink
warm en zonnig weer en bij wind uit Zui
delijke richting, kunnen ook kevers uit
België aanvliegen en in onze aardappel
velden terecht komen.
Daarom moet in alle aardappelvelden, in
de kleine zoowel als in de groote, van nu af
aan weer nauwkeurig op de aanwezigheid
van het insect gelet worden en als sporen
ervan gevonden worden, moet daarvan on
middellijk mededeeling worden gedaan, op
dat alle maatregelen voor een volledige
uitvoering genomen kunnen worden.
Het vorige jaar is de Coloradokever op
drie plaatsen in ons land gevonden. Door
den Plantenziektenkundigen Dienst zijn
toen alle maatregelen genomen, die in ver
band met het tijdstip van ontdekking ge
nomen konden worden, om deze haarden
volledig uit te roeien. De kever is dus niet
meer een bedreiging op een afstand, maar is
een werkelijk gevaar voor onze aardappel
cultuur en voor onzen uitvoerhandel ge
worden.
Wij zullen echter met alle beschikbare
middelen daartegen vechten en wij kunnen
zonder twijfel daarin veel bereiken, als wij
de medewerking van alle verbouwers van
aardappelen in de provinciën Limburg, N.
Brabant en Zeeland verkrijgen.
Van rijkswege zal zeer veel gedaan wor
den, om de gevaren voor verspreiding van
den kever, die aan het optreden in het vorige
jaar verbonden zijn, tegen te gaan, zoowel
door bespuiting van de velden in de om
geving van de drie haarden met loodarse-
naat, als door het organiseeren vari een
zoekdienst in het meest bedreigde deel van
ons land. Maar het zijn ook de aardappel
verbouwers zelf, die daarbij moeten mede
werken en die voortdurend met aandacht
hun gewas, plant voor plant, moeten gade
slaan en van elke vondst of van een ver
denking van de aanwezigheid van het insect
melding moeten maken. Wij moeten met de
mogelijkheid dat het insect op meerdere
plaatsen optreedt, rekening houden en er is
zooveel aan gelegen, dat de uitroeiïngsmaat-
regelen met de groote nauwkeurigheid wor
den genomen, dat zij alleen onder toezicht
van den Plantenziektenkundigen Dienst
mogen worden uitgevoerd.
Laat dus elke aardappelverbouwer in de
provinciën Limburg, Noord-Brabant en Zee
land, of hij vele hectaren dan wel een klein
hoekje in zijn tuin verbouwt, van nu af aan
regelmatig zijn gewas onderzoeken op de
aanwezigheid van kevers of larven en van
de door dezen veroorzaakte vreterij aan de
bladeren.
De kever is 1 c.M. lang, in den vorm
van een groote lievenheerbeestje, met gele
dekschilden waarop 10 zware strepen in de
lengterichting. De larven zijn rood, van
kleur zacht van huid en met sterk gezwollen
achterlijf. Zoowel de kever als de larven
vreten gaten in de bladeren der aardappel
planten. Het is vooral op deze aanduidingen
van vreterij, dat moet worden gelet.
Volgens de bepalingen van de Colorado
kever-wet is ieder, die een kever of larven
vindt, verplicht, daarvan onmiddellijk aan
gifte te doen bij den burgemeester zijner
gemeente, terwijl het ook wenschelijk is, dat
ten spoedigste mededeeling gedaan wordt
aan een ambtenaar van den Plantenziekten
kundigen Dienst.
Het is zoowel voor onze aardappelcultuur
als voor onzen, uitvoerhandel in aardappelen
en andere land- en tuinbouwproducten, van
het grootste belang, dat alles gedaan wordt
om een verspreiding van den Coloradokever
over ons land tegen te gaan, maar daarvoor
is een krachtige en eensgezinde samen
werking tusschen de aardappelverbouwers
en den Plantenziektenkundigen Dienst noo-
dig. Wij rekenen dan ook op aller mede
werking.
In de andere provinciën is waakzaam
heid wel gewenscht, maar de kans op op
treden nog zeer gering.
DE AARDAPPELZIEKTE.
De aandacht van belanghebbenden wordt
erop gevestigd, dat het wenschelijk is, het
optreden van de aardappelziekte te voor
komen. Dit kan geschieden door het aard
appelloof te bespuiten met Bordeau'sche
pap, Bourgondische pap of met andere ko-
perhoudende middelen.
(Nadere gegevens over het bespuiten zijn
325. Men nam hartelijk afscheid van
Rita en haar ouders, en weldra kozen ze
weer het luchtruim. Na een prachtige
tocht kwamen ze dicht bij een haven
plaats, waar de particuliere stoomboot
van den Sint gemeerd lag. Na een vlotte
landing bracht de Sint hen zelf naar het
vaartuig.
326. De kapitein zat in een luie stoel aan
dek zijn pijpje te rooken. Beduusd sprong
hij overeind, toen hij daar eensklaps zijn
hoogen patroon zag staan. Deze gaf hem
verschillende instructies en weldra was
het een leven en bedrijvigheid van je
welste. De drie vrienden begaven zich
aan boord en na een hartelijk afscheid van
hun weldoener, dien zij hartelijk bedank
ten, koos het schip het ruime sop.