VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP.
Rechtszaken
OPEL vanaf I 1195.-
Financieel Overzicht.
DE BAAS-
DE HUIS-BAVIAAN WORDT GEKLEED.
Gaw. 800 K.G. Benz. 1 op 12.
Nassau Garage - Alkmaar.
Kantongerecht te Alkmaar.
gestelde voorwaarden in te gaan en te be
sluiten tot het aangaan van dat contract.
De heer Kant vroeg hoeveel K.W.U. men
denkt noodig te hebben.
Weth. Barnhoorn antwoordde: 20.000
tegen 2% cent per K.W.U.
Het voorstel werd zonder stemming vast
gesteld, nadat weth. Barnhoorn nog
had gezegd, dat de deskundigen van het be
drijf de voorwaarden aannemelijk hadden
verklaard.
Distributie van goedkoope levens
middelen.
De melkslijtersvereeniging „Aller Belang"
verzocht „om de z.g. goedkoope margarine
door de melk- en zuivelhandelaars hier ter
plaatse te laten verkoopen".
Adressanten gronden hun verzoek o.m. op
de omstandigheid, dat wanneer z« met de
distributie zouden worden belast, de recht
hebbenden de margarine thuis bezorgd kun
nen krijgen. B. en W. wijzen er op, dat de
regeering zulks niet toestaat, doch verlangt
dat de goedkoope levensmiddelen in den
winkel worden verkrijgbaar gesteld, wan
neer de kleinhandel wordt ingeschakeld.
Na de ontvangst van bedoeld adres ont
vingen B. en W. een circulaire van den mi
nister van sociale zaken, waarbij opnieuw
wordt aangedrongen op het inschakelen van
den kleinhandel en indien dat geschiedt
de prijs met 1 cent per K.G. wordt ver
minderd.
In verband met een en ander zijn B. en W.
bereid om den kleinhandel in te schakelen.
Zij bedoelden hier niet mee, dat de distri
butie aa.i de melk- en zuivelhandelaren
wordt opgedragen, doch dat alle winkeliers
die dat verlangen en die daarvoor naar de
meening van B. en W. in aanmerking komen,
in de gelegenheid worden gesteld de levens
middelen die tot hun branche behooren, in
hun winkel ter distributie aanwezig te heb
ben.
Zoo eenigszins mogelijk zou met ingang
van 1 Juli a.s. de distributie via den klein
handel kunnen plaats hebben.
Den 31 Mei j.L hebben de Hanze en de
V.E.M.I. verzocht in bovenstaanden zin te
besluiten.
Overeenkomstig het voorstel werd beslo
ten.
Suppletoire begrooting 1938.
B. en W. boden ter vaststelling aan een
suppletoire begrooting voor 1938, ten be
drage van 338.40, voor gelden, welke wa
ren uitgegeven voor t.b.c.-bestrijding. Werd
vastgesteld.
Rioleering en werkverschaffing.
Het voornaamste punt der agenda was
ongetwijfeld het voorstel van B. en W. tot
het aanleggen in werkverschaffing van een
gedeelte rioleering. Wij hebben in ons num
mer van Donderdag j.1. dit voorstel reeds
opgenomen.
De voorzitter besprak het voorstel
uitvoerig, waarbij hij als nieuw mededeelde,
dat de aan het Werkfonds te betalen rente
is bepaald op 2% pCt. Hij achtte zich ge
lukkig, dat weder een werkobject is gevon
den.
De heer Kant had zich afgevraagd of
het wonen in Heiloo niet te duur wordt, nu
men er weer een belasting (de rioolbelas
ting) bij krijgt, welke een deel der burgerij
zal hebben te betalen. Spr. had nu reeds
klachten daarover gehoord. Daar komt nog
bij, dat men bij uitvoering van het plan nog
weer langen tijd in den rommel zal zitten.
De voorzitter meende, dat de gemeen
tenaren, wonende aan wegen waar riolee
ring is, geen bezwaar kunnen hebben tegen
de genoemde belasting. Misschien is het nog
voordeeliger dan het zelf zorgen voor put
ten e.d.
De heer Rus beaamde de vrees van den
heer Kant, maar wilde niet voorbijzien, dat
het nieuwe werkobject toch ook van belang
is voor de gemeente.
De voorzitter wees er nog op, dat het
werken met tonnen enz. toch zeker een
grooten last geeft. Men redt zich nu wel
eens door de beken te gebruiken voor den
afvoer, maar dat mag niet volgens de ver
ordening.
De heer Kamer geloofde, dat men vast
zal loopen, als de rioleering niet doorgaat.
Zij is nu eenmaal noodzakelijk.
Op een vraag van den heer H e ij n e zei
de voorzitter, dat het werk niet in
eigen beheer zal worden uitgevoerd, maar
net als den vorigen keer.
De heer Greeuw kon zich volledig met
het prae-advies vereenigen. Het had hem al
leen onaangenaam getroffen, dat men weer
te maken zal krijgen met het ingenieursbu
reau Verhey. Nu een begin is gemaakt met
rioleering, kon naar spr.'s meening de ge
meentelijke bouwkundige opzichter het werk
wel verder afmaken. Dat zou besparing ge
ven.
Tot de heeren Kant en Rus zei spr., dat
alleen zij, die het genot van rioleering heb
ben, daarvoor betalen. Juist de thans voor
genomen uitbreiding der rioleering achtte
spr. gewenscht, om te voorkomen, dat men-
schen, die bezwaar hebben tegen de rioolbe
lasting, zouden verhuizen van het riolee-
ringsgebied naar het andere deel der ge
meente.
Wat de uitvoering met medewerking van
het Werkfonds betreft, had spr. bezwaar, dat
het geval zich zal kunnen voordoen, dat niet
alle werklieden uit de gemeente daaraan
zullen worden te werk gesteld.
De voorzitter vond dit een punt voor
nadere bespreking. Het gaat nu nog slechts
over een principe-besluit.
De heer Rus vond het wenschelijk om
af te wachten hoe het publiek staat tegen
over het nu gereed zijnde doel der riolee
ring, alvorens tot uitbreiding te besluiten.
De voorzitter was van meening, dat
de raad zich niet moet afvragen of de riolee
ring bij allen populair is. Als zij er is, maakt
men er gebruik van en dan is men er mee
ingenomen. Zoo ging het immers ook met de
electriciteit en de waterleiding, tegen den
aanleg waarvan aanvankelijk bezwaren be
stonden bij het publiek.
Vast staat wel, dat de rioleering de hygië
ne bevordert.
De heer Rus grondde zijn bezwaar op de
reeds hooge belastingen, die nu onlangs weer
verhoogd zijn.
Weth. Akkerman wees erop, dat B. en
W. pas nadat het principe-besluit zal zijn
gevallen, verder kunnen gaan met hun voor
bereiding. Het vóór-stemmen thans bindt de
leden nog niet om straks alles goed te vin
den.
De heer Opdam vroeg of er nog meer
plannen zy'n ter bestrijding van werkloos
heid met hulp van het Werkfonds. Zoo ja, is
het dan niet wenschelijk om eerst een an
der plan uit te voeren?
De heer S e n g e r s meende ook, dat er
nog wel wat anders voor werkverschaffing
was te vinden.
Het verheugde spr., dat er zooveel huizen
zijn bewoond geworden, ondanks alle mo
gelijke protesten tegen rioleering. Ook spr.
was overtuigd, dat niemand, die eenmaal het
genot van waterleiding en electriciteit heeft
gekend, deze zaken wil missen en hy nam
aan, dat zulks ook met de rioleering het
geval zal zijn.
Weth. Barnhoorn merkte op, dat het
voorstel eigenlijk beteekent het vragen van
B. en W. om opdracht tot het zoeken naar
een groot werkobject.
De heer S c h u ij t vroeg of de rioleering
nog zal worden doorgetrokken tot de Krom-
melaan; aan den Kennemerstraatweg staan
heel wat huizen.
Weth. Akkerman zei, dat dit iets is
voor de toekomst.
Het principe-besluit, door B. en W. ge
vraagd, werd ten slotte genomen zonder
hoofdelijke stemming, waarna de voorzit-
t e r de openbare vergadering sloot.
Uitspraken van de strafzitting van
Vrijdag 3 Juni 1938.
d e
Overtredingen van
Motor en Rywiewet:
J. v. d. H. te Oude Niedorp, H. M. D. te
Bussum, ieder teruggave aan de ouders
zonder toepassing van straf. J. B. B. te
Schoorl, 4 boete of 1 week tuchtschool.
P. J. de V. te Alkmaar, 5 boete of 1 week
tuchtschool. A. G. te Bergen, 3 2
2 boete of 3 x 1 week tuchtschool. W. B.
te Bergen, 1 boete of 1 dag hechtenis.
M. R. te Heiloo, 2 boete of 1 dag hechte
nis. J. de B. te Schermerhorn, 2 boete of
2 dagen hechtenis. G. P. te Alkmaar, 2.50
boete of 2 dagen hechtenis. C. L. te Pur-
merend, C. J. K. te Beverwijk, H. J. L. te
Alkmaar, P. S. te Beemster, K. de B. te
Bergen, J. P. F. te 's Gravenhage, ieder 3
boete of 2 dagen hechtenis. H. G. te Alk
maar, A. B. te Warmenhuizen, D. V. te
Amsterdam, J. M. v. B. te Beemster, C. J.
K. te Bergen, J. B. L. te Zaandam, A. V. te
Venhuizen, ieder 3 boete of 3 dagen
hechtenis, W. G. te Tietjerksteradeel, K. W.
te Oterleek, Th. P. te Velsen, ieder 4
boete of 4 dagen hechtenis. J. A. v. Z. te
Winkel, 3 -f 2 boete of 2 en 1 dag
hechtenis. J. G. te Bakkum, C. M. B. te
Alkmaar, ieder 3 -f 2 boete of 2 en 1
dag hechtenis. W. G. P. te Zijpe, N. B. te
Egmond-Binnen, B. S. te Alkmaar, ieder
5 boete of 3 dagen hechtenis. J. K. te
Abbekerk, 4 2 boete of 2 en 1 dag
hechtenis. J. W. te Heerhugowaard, P. K. te
Alkmaar, W. C. te Castricum, ieder 6
boete of 4 dagen hechtenis. W. de V. te
Spanbroek, D. L. te Schoorl, ieder 7.50
boete of 5 dagen hechtenis. M. de S. te
Bergen, 15 boete of 10 dagen hechtenis.
Overtredingen van de Poli
tieverordeningen:
A. T. te Alkmaar, f 1.50 boete of 1 week
tuchtschool. P. S. te Alkmaar, f 0.50 boete
of 1 dag hechtenis. L. V. te Amsterdam, 1
boete of 1 dag hechtenis. J. M. te Alkmaar,
J. D. te Hoorn, B. V. te Rotterdam, A. K. te
Alkmaar, A. K. te Alkmaar, J. C. de K. te
Alkmaar, F. Th. H. F. te Tiel, P. H. v. Z.
te Alkmaar, ieder 3 boete of 2 dagen
hechtenis. J. K. te Alkmaar, J. B. v. d. M.
te Alkmaar, F. Th. J. F. te Tiel, ieder 4
boete of 4 dagen hechtenis.
Overtreding van Artikel 453
van het Wetboek van Straf
recht (openbare dronkenschap):
R. P. te Alkmaar, 6 boete of 6 dagen
hechtenis. N. B. te Uitgeest, 8 boete of
8 dagen hechtenis.
Overtredingen van Artikel
461 van het Wetboek van
Strafrecht' (loopen over verboden
grond):
H. S. te Amsterdam, teruggave aan de
ouders zonder toepassing van straf. W. S.
Wz. te Rotterdam, 2 boete of 1 dag hech
tenis. W. J. G. te Krommenie, J. K. te Alk
maar, ieder f 3 boete of 2 dagen hechtenis.
Overtreding van de Arbeids
wet:
J. de G. te Zijpe, 3 boete of 3 dagen
hechtenis.
Overtreding van de Winkel
sluitingswet:
V. M. O. te Heiloo, 3 boete of 3 dagen
hechtenis. B. S. te Alkmaar, 3 boete of
3 dagen hechtenis.
Overtreding van de Leer
plichtwet:
E. T. te Harenkarspel, 2.50 boete of 2
dagen hechtenis.
Weinig lichtpunten in de economische
vooruitzichten. Nieuw laagterecord
voor de goederenprijzen. Noodzake
lijke aanpassing der productie aan het
verbruik. - Bufférstocks als aanvul
ling aan restrictie overeenkomst. -
Drastische verdere beperking der
rubberaanvoeren. Ongunstige ont
wikkeling in Amerika. Gunstige en
minder bevredigende dividendbeslui-
ten.
De politieke hemel moge, voor het oogen-
blik althans, eenigszins opgeklaard zyn, in
de beurstemming heeft dit geen verandering
ten goede kunnen brengen. Het optimisme
over de economische ontwikkeling in een
niet al te ver af liggende toekomst, dat on
danks alle deprimeerende factoren was blij
ven voortbestaan, is geleidelijk aan het ver
dwijnen en hoe langer hoe meer krijgen pes
simistische opvattingen de overhand. En
inderdaad zijn er. waneer men om zich heen
ziet, bijna geen lichtpunten te ontdekken,
terwijl er geen gebrek is aan ongunstige
symptomen.
Daar is in de eerste plaats de verdere
prijsdaling op de goederenmarkt. Nadat
men gehoopt had, dat de meeste prijzen hun
dieptepunt hadden bereikt en geleidelijk
een herstel zou intreden, hebben de laatste
weken een nieuwe reactie gebracht. De
maand Mei is dientengevolge met een nieuw
laagte-record voor tal van artikelen afge
sloten. Het indexcijfer van groothandels-
prijzen hier te lande (samengesteld uit de
noteeringen van 10 stapelproducten, waarbij
de gemiddelde noteering voor Januari 1937
op 100 is aangenomen) bedroeg op 31 Mei
ji. nog slechts 63.7 tegen 66.1 een week ge
leden en een hoogste punt voor dit jaar van
79.9 op 12 Januari j.L Wanneer men weet,
dat het indexcijfer voor het geheele jaar
1937 gemiddeld 96.1 bedroeg, dan kan men
zich eenig denkbeeld vormen van den groo
ten omvang der reactie, waaraan vrijwel
geen enkel artikel zich heeft kunnen ont
trekken. Alleen de koffie- en theepryzen
hebben zich betrekkelijk goed gehouden.
Een prijsdaling kan op zich zelf natuur
lijk nooit aanleiding zijn voor een economi
sche inzinking; zij is er het uitvloeisel van;
is zij echter eenmaal ingezet, dan vormt zij
mede een factor, die een economisch herstel
tegenhoudt. Zoo is het ook thans. Primair
was er een vermindering der bedrijvigheid
in de industrie, doordien de productie te
groot bleek te zijn geweest voor dekking
van de vraag, welker omvang men overschat
had. Het gevolg hiervan was, dat de be
hoeften aan grondstoffen afnam, wat een
dienovereenkomstige prijsdaling met zich
meebracht. En toen de prijsverlaging een
maal was begonnen, leidde zy tot een ver
dere inkrimping van de vraag. In plaats
van hun voorraden geregeld aan te vullen
of zelfs toekomstige behoeften door aan-
koopen voor latere levering te dekken,
geven de meeste verbruikers er thans de
voorkeur aan, zich door hun voorraden heen
te werken en slechts mondjesmaat te koo-
pen, in de verwachting, hun loopende be
hoeften telkens weer tegen lagere prijzen te
kunnen dekken. Zooals stijgende prijzen de
vraag plegen te stimuleeren, zoo veroor
zaken dalende prijzen een vermindering van
den afzet.
In den herfst van 1936 heeft men echter
eens te meer kunnen meemaken, hoe spoe
dig het aspect van de goederenmarkt kan
veranderen. Er komt een punt, waarop de
voorraden bij de verbruikers nagenoeg zijn
uitgeput en waarop ook de producenten niet
meer over groote hoeveelheden beschikken.
Immers, wanneer de voortbrenging van een
bepaald artikel niet meer loonend is, zullen
de producenten, vooral wanneer hun kapi
taalkracht niet voldoende is, om het bedrijf
langen tijd gaande te houden, hun productie
stopzetten of verminderen. Gaat deze pro
ductievermindering langs natuurlijken weg,
dan is het een proces van langen adem. Er
moet geruime tijd mee heengaan, alvorens
de zwakke broeders uit de productie zyn
uitgeschakeld en de overlevenden hun
voortbrenging aan de vermindering van het
verbruik hebben aangepast.
Voor vele artikelen wacht men tegenwoor
dig niet meer af, tot de aanpassing zich langs
natuurlijken weg voltrekt, maar verhaast
men het proces door een kunstmatige be
perking van de productie, door middel van
de „restrictie-overeenkomsten" tusschen dc
voornaamste producenten van de desbetref
fende artikelen. De bekendste dezer over-
eenkosten zijn wel die, welke door de tin-
en door de rubberproducenten werden ge
sloten, beide met medewerking van de
regeeringen der desbetreffende productie
gebieden, zonder welke een voor alle pro
ducenten bindende regeling niet door te
voeren is. In beide bedrijfstakken heeft
men, door beperking van den uitvoer tot een
bepaald percentage van de vastgestelde
„standaardproducties", den aanvoer vermin
derd in den tijd, toen de vraag was inge
krompen, en is men tot een vergrooting van
den uitvoer overgegaan, zoodra de afzetmo
gelijkheden waren toegenomen. Thans is
men echter weer in de periode van „restric
tie-verscherping", zonder dat deze tot dus
verre geleid hebben tot de aanpassing van
de productie aan het verbruik, waarnaar de
overeenkomsten streven.
De oorzaak hiervan is, dat het verbruik in
den laatsten tijd nog in een veel sneller
tempo teruggaat, dan waarin men den aan
voer kan verminderen. De productie-beper-
kink hinkt steeds achter de vermindering
van het verbruik aan, in plaats van deze op
te vangen. Eerst wanneer de verdere in
krimping van het verbruik de prijzen van
het artikel nog meer naar beneden gedrukt
heeft, wordt overgegaan tot een verscher
ping der restrictie. Het schijnt welhaast on
mogelijk, zulke betrouwbare schattingen
van het verbruik te maken, dat men werke
lijk, door de productie hieraan aan te pas
sen, scherpe prijsschommelingen kan uit
schakelen.
In verschillende kringen gaan dan ook in
den jongsten tijd stemmen op, om over te
gaan tot het vormen van een „pool" voor het
desbetreffende artikel, d.i. een gemeenschap
pelijke voorraad, die vergroot of verkleind
zou kunen worden, al naar mate de markt
meer of minder behoefte aan het product
heeft. Deze „buffer-stock" zou veel sneller
de wijzigingen in de markt-situatie kunnen
opvangen dan het restrictie-apparaat, al zou
dit er naast moeten blijven bestaan en er
zou een nivelleerenden invloed op de prijs
vorming van uitgaan.
Eenvoudig is de instelling van zoo'n
„pool" echter niet; men denke alleen aan de
in de tientallen millioenen loopende bedra
gen, die in de voorraden vastgelegd zouden
moeten worden. De tin-industrie, die reeds
vroeger „buffer-pools" gekend heeft, schijnt
er niettemin ook thans weer voor te voelen.
Daarentegen is het in de rubbercultuur tot
dusverre gebleven bij het opwerpen van het
denkbeeld en een bespreking daarvan in de
pers, zonder dat een omlijnd project ervoor
is uitgewerkt.
Het Internationale Rubbercomité heeft in
middels zyn met groote spanning tegemoet-
geziene beslissing inzake den omvang der
productie in het derde kwartaal van dit jaar
genomen en het moet gezegd worden, dat
het mes er ditmaal wel zeer diep wordt in
gezet. Terwijl de uitvoer voor het loopende
kwartaal nog 60 pCt. van de standaardpro
ductie bedroeg, is het percentage voor der
de kwartaal verminderd tot 45 pCt. Deze
drastische beperking heeft de verwachtingen
der markt overtroffen, die algemeen reke
ning had gehouden met een verdere vermin
dering van 10 pCt., dus tot 50 pCt. van de
standaardproductie. Zelfs was gevreesd, dat
in verband met de van verschillende kanten
geopperde bezwaren stijging der produc
tie-kosten per éénheid, vermindering der
werkgelegenheid voor inlandsche werk
krachten, in 't geheel geen verdere restrictie
zou worden doorgevoerd.
De bezwaren blyven natuurlijk van
kracht. Een zeer groote prijsstijging is nood
zakelijk, om tegenover de sterke productie
vermindering een voldoende compensatie te
bieden en een loonende exploitatie van de
plantages te waarborgen. Ook de kwestie der
wrkkrachten zal zorgen moeten baren. Dat
het Rubber-comité niettemin tot den ingrij
penden maatregel heeft besloten, wijst er
wel op, dat het den toestand en de toekomst
van de rubbermarkt niet rooskleurig inziet.
Ondanks de tot dusverre doorgevoerde ver
mindering van den aanvoer hebben de voor
raden zich opgehoopt, doordien ook ditmaal
weder het verbruik in een nog sneller tempo
is gedaald. De voorraden, die in het begin
van dit jaar overeenkwamen met de con
sumptie voor den tijd van ca. vier maanden,
zyn thans wel toereikend voor minstens acht
maanden. Alleen wanneer het verbruik niet
nog verder teruggaat, zal zelfs bij den thans
vastgestelden omvang der productie in het
loopende kwartaal op de stocks kunnen wor
den ingeloopen, tenminste in noemenswaar-
digen omvang. En speciaal by de tegen
woordige conjunctuurverhoudingen in de
Ver. Staten kan niet al te vast gerekend
worden op een handhaving van het rubber-
verbruik daar te lande op het tegenwoordige
niveau, al hoopt men er nog altijd op een
opleving in den herfst van dit jaar.
De rubbermarkt, die het bericht van de
drastische verdere beperking met een prijs
verbetering beantwoord had, is al spoedig
minder optimistisch geworden ten aanzien
van de mogelijkheid van een belangrijke
verbetering der statistische positie. De no
teering is dan ook, in plaats van verder te
stijgen, iets ingezakt, en in verband hier
mede hebben ook de koersen voor rubber-
aandeelen op de Amsterdamsche beurs hun
aanvankelijk avans niet kunnen behouden.
Voor verschillende Ned. Ind. rubberonder
nemingen zou een prijsverbetering voor het
artikel by den thans vastgestelden omvang
der productie trouwens geen of weinig voor
deden meer kunnen brengen. Tengevolge
van de vroegere voorverkoopen zal, wan
neer in het komende kwartaal en wellicht
ook in het vierde kwartaal van dit jaar
slechts op 45 pCt. der standaardproductie
mag worden gewerkt, in veel gevallen niet
meer veel rubber voor verkoop overblijven.
Terwijl de belangstelling ter beurze in de
eerste helft der week vrijwel geheel gecon
centreerd was op de rubbermarkt, wijdde
men later weer meer aandacht aan de koers
ontwikkeling in Wallstreet. Nadat de stem
ming in New-York dagen achtereen uiterst
flauw was geweest, trad er eenig herstel in,
dat evenwel voor een groot deel van techni-
schen aard is. In verhouding tot de vooraf
gegane koersdaling was de verbetering, die
de noteeringen van Amerikaansche fondsen
te zien gaven, in elk geval onbelangrijk.
De berichten uit het Amerikaansche be
drijfsleven blijven dan ook nog steeds zeer
ongunstig. De staalproductie is verder ge
daald tot 26.1 pCt. der capaciteit en heeft
daarmede weder bijna het laagte-record voor
dit jaar (25.6 pCt. op 3 Januari) bereikt; de
automobielproductie is niet meer dan een
derde van een jaar geleden; de afzet van
autobanden gaat gestadig terug; de electrici-
teitsproductie is 10% pCt lager dan verle
den jaar, enz. Van den invloed der regee-
ringsmaatregelen tot stimuleering der be
drijvigheid is nog niets merkbaar. Zoolang
niet een duidelijke opleving in de conjunc
tuur intreedt, zal het koersverloop in New-
York nog wel onzeker blijven.
Niettemin heeft het lichte koersherstel
voor Amerikaansche fondsen ook de locale
markt te Amsterdam gunstig beïnvloed,
maar tot een belangrijke opleving van den
handel is het niet gekomen.
Het belangrijkste evenement voor de sui-
kerafdeeling was het dividendvoorstel van
de Handelsver. „Amsterdam" ad 25 pCt. te
gen 16 pCt. vorig jaar, dat de verwachtin
gen aanzienlijk overtrof. Men had in het
algemeen gerekend op een dividend van ca.
20 pCt. Wel kon worden aangenomen, dat
de winst veel grooter zou zyn dan het vo
rige jaar, doch men kent de voorzichtige
financieele Jolitiek dezer groote cultuur
onderneming, die gewend is, een deel der
winst in goede jaren op zij te leggen als di
videndreserve voor volgende jaren, naast ds
op zich zelf 'reeds ruime afschrijvingen en
reserves. Ook ditmaal zal de winst wel zoo
331. De drie vriendjes bleven echter,
ondanks de groote drukte, niet onopge
merkt en weldra waren ze het middelpunt
van een krijsende en tierende hoop men
sen en kinderen.
332. Het werd op het laatst een herrie
en geweld van belang en er ontstond zelfs
een vechtpartij, van welke gelegenheid
Peter gauw gebruik maakte om onopge
merkt weg te komen. Hy snelde voort en
weldra had hij de stad achter zich. Zijn
beide vriendjes hielden hem stevig aan
zijn oren vast.