VAN KABOUTER FLIP EN ZIJN VRIENDJE WIP. Rechtszaken OPEL vanaf I 1195.- Financieel Overzicht. DE BAAS- DE HUIS-BAVIAAN WORDT GEKLEED. Gaw. 800 K.G. Benz. 1 op 12. Nassau Garage - Alkmaar. Kantongerecht te Alkmaar. gestelde voorwaarden in te gaan en te be sluiten tot het aangaan van dat contract. De heer Kant vroeg hoeveel K.W.U. men denkt noodig te hebben. Weth. Barnhoorn antwoordde: 20.000 tegen 2% cent per K.W.U. Het voorstel werd zonder stemming vast gesteld, nadat weth. Barnhoorn nog had gezegd, dat de deskundigen van het be drijf de voorwaarden aannemelijk hadden verklaard. Distributie van goedkoope levens middelen. De melkslijtersvereeniging „Aller Belang" verzocht „om de z.g. goedkoope margarine door de melk- en zuivelhandelaars hier ter plaatse te laten verkoopen". Adressanten gronden hun verzoek o.m. op de omstandigheid, dat wanneer z« met de distributie zouden worden belast, de recht hebbenden de margarine thuis bezorgd kun nen krijgen. B. en W. wijzen er op, dat de regeering zulks niet toestaat, doch verlangt dat de goedkoope levensmiddelen in den winkel worden verkrijgbaar gesteld, wan neer de kleinhandel wordt ingeschakeld. Na de ontvangst van bedoeld adres ont vingen B. en W. een circulaire van den mi nister van sociale zaken, waarbij opnieuw wordt aangedrongen op het inschakelen van den kleinhandel en indien dat geschiedt de prijs met 1 cent per K.G. wordt ver minderd. In verband met een en ander zijn B. en W. bereid om den kleinhandel in te schakelen. Zij bedoelden hier niet mee, dat de distri butie aa.i de melk- en zuivelhandelaren wordt opgedragen, doch dat alle winkeliers die dat verlangen en die daarvoor naar de meening van B. en W. in aanmerking komen, in de gelegenheid worden gesteld de levens middelen die tot hun branche behooren, in hun winkel ter distributie aanwezig te heb ben. Zoo eenigszins mogelijk zou met ingang van 1 Juli a.s. de distributie via den klein handel kunnen plaats hebben. Den 31 Mei j.L hebben de Hanze en de V.E.M.I. verzocht in bovenstaanden zin te besluiten. Overeenkomstig het voorstel werd beslo ten. Suppletoire begrooting 1938. B. en W. boden ter vaststelling aan een suppletoire begrooting voor 1938, ten be drage van 338.40, voor gelden, welke wa ren uitgegeven voor t.b.c.-bestrijding. Werd vastgesteld. Rioleering en werkverschaffing. Het voornaamste punt der agenda was ongetwijfeld het voorstel van B. en W. tot het aanleggen in werkverschaffing van een gedeelte rioleering. Wij hebben in ons num mer van Donderdag j.1. dit voorstel reeds opgenomen. De voorzitter besprak het voorstel uitvoerig, waarbij hij als nieuw mededeelde, dat de aan het Werkfonds te betalen rente is bepaald op 2% pCt. Hij achtte zich ge lukkig, dat weder een werkobject is gevon den. De heer Kant had zich afgevraagd of het wonen in Heiloo niet te duur wordt, nu men er weer een belasting (de rioolbelas ting) bij krijgt, welke een deel der burgerij zal hebben te betalen. Spr. had nu reeds klachten daarover gehoord. Daar komt nog bij, dat men bij uitvoering van het plan nog weer langen tijd in den rommel zal zitten. De voorzitter meende, dat de gemeen tenaren, wonende aan wegen waar riolee ring is, geen bezwaar kunnen hebben tegen de genoemde belasting. Misschien is het nog voordeeliger dan het zelf zorgen voor put ten e.d. De heer Rus beaamde de vrees van den heer Kant, maar wilde niet voorbijzien, dat het nieuwe werkobject toch ook van belang is voor de gemeente. De voorzitter wees er nog op, dat het werken met tonnen enz. toch zeker een grooten last geeft. Men redt zich nu wel eens door de beken te gebruiken voor den afvoer, maar dat mag niet volgens de ver ordening. De heer Kamer geloofde, dat men vast zal loopen, als de rioleering niet doorgaat. Zij is nu eenmaal noodzakelijk. Op een vraag van den heer H e ij n e zei de voorzitter, dat het werk niet in eigen beheer zal worden uitgevoerd, maar net als den vorigen keer. De heer Greeuw kon zich volledig met het prae-advies vereenigen. Het had hem al leen onaangenaam getroffen, dat men weer te maken zal krijgen met het ingenieursbu reau Verhey. Nu een begin is gemaakt met rioleering, kon naar spr.'s meening de ge meentelijke bouwkundige opzichter het werk wel verder afmaken. Dat zou besparing ge ven. Tot de heeren Kant en Rus zei spr., dat alleen zij, die het genot van rioleering heb ben, daarvoor betalen. Juist de thans voor genomen uitbreiding der rioleering achtte spr. gewenscht, om te voorkomen, dat men- schen, die bezwaar hebben tegen de rioolbe lasting, zouden verhuizen van het riolee- ringsgebied naar het andere deel der ge meente. Wat de uitvoering met medewerking van het Werkfonds betreft, had spr. bezwaar, dat het geval zich zal kunnen voordoen, dat niet alle werklieden uit de gemeente daaraan zullen worden te werk gesteld. De voorzitter vond dit een punt voor nadere bespreking. Het gaat nu nog slechts over een principe-besluit. De heer Rus vond het wenschelijk om af te wachten hoe het publiek staat tegen over het nu gereed zijnde doel der riolee ring, alvorens tot uitbreiding te besluiten. De voorzitter was van meening, dat de raad zich niet moet afvragen of de riolee ring bij allen populair is. Als zij er is, maakt men er gebruik van en dan is men er mee ingenomen. Zoo ging het immers ook met de electriciteit en de waterleiding, tegen den aanleg waarvan aanvankelijk bezwaren be stonden bij het publiek. Vast staat wel, dat de rioleering de hygië ne bevordert. De heer Rus grondde zijn bezwaar op de reeds hooge belastingen, die nu onlangs weer verhoogd zijn. Weth. Akkerman wees erop, dat B. en W. pas nadat het principe-besluit zal zijn gevallen, verder kunnen gaan met hun voor bereiding. Het vóór-stemmen thans bindt de leden nog niet om straks alles goed te vin den. De heer Opdam vroeg of er nog meer plannen zy'n ter bestrijding van werkloos heid met hulp van het Werkfonds. Zoo ja, is het dan niet wenschelijk om eerst een an der plan uit te voeren? De heer S e n g e r s meende ook, dat er nog wel wat anders voor werkverschaffing was te vinden. Het verheugde spr., dat er zooveel huizen zijn bewoond geworden, ondanks alle mo gelijke protesten tegen rioleering. Ook spr. was overtuigd, dat niemand, die eenmaal het genot van waterleiding en electriciteit heeft gekend, deze zaken wil missen en hy nam aan, dat zulks ook met de rioleering het geval zal zijn. Weth. Barnhoorn merkte op, dat het voorstel eigenlijk beteekent het vragen van B. en W. om opdracht tot het zoeken naar een groot werkobject. De heer S c h u ij t vroeg of de rioleering nog zal worden doorgetrokken tot de Krom- melaan; aan den Kennemerstraatweg staan heel wat huizen. Weth. Akkerman zei, dat dit iets is voor de toekomst. Het principe-besluit, door B. en W. ge vraagd, werd ten slotte genomen zonder hoofdelijke stemming, waarna de voorzit- t e r de openbare vergadering sloot. Uitspraken van de strafzitting van Vrijdag 3 Juni 1938. d e Overtredingen van Motor en Rywiewet: J. v. d. H. te Oude Niedorp, H. M. D. te Bussum, ieder teruggave aan de ouders zonder toepassing van straf. J. B. B. te Schoorl, 4 boete of 1 week tuchtschool. P. J. de V. te Alkmaar, 5 boete of 1 week tuchtschool. A. G. te Bergen, 3 2 2 boete of 3 x 1 week tuchtschool. W. B. te Bergen, 1 boete of 1 dag hechtenis. M. R. te Heiloo, 2 boete of 1 dag hechte nis. J. de B. te Schermerhorn, 2 boete of 2 dagen hechtenis. G. P. te Alkmaar, 2.50 boete of 2 dagen hechtenis. C. L. te Pur- merend, C. J. K. te Beverwijk, H. J. L. te Alkmaar, P. S. te Beemster, K. de B. te Bergen, J. P. F. te 's Gravenhage, ieder 3 boete of 2 dagen hechtenis. H. G. te Alk maar, A. B. te Warmenhuizen, D. V. te Amsterdam, J. M. v. B. te Beemster, C. J. K. te Bergen, J. B. L. te Zaandam, A. V. te Venhuizen, ieder 3 boete of 3 dagen hechtenis, W. G. te Tietjerksteradeel, K. W. te Oterleek, Th. P. te Velsen, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. J. A. v. Z. te Winkel, 3 -f 2 boete of 2 en 1 dag hechtenis. J. G. te Bakkum, C. M. B. te Alkmaar, ieder 3 -f 2 boete of 2 en 1 dag hechtenis. W. G. P. te Zijpe, N. B. te Egmond-Binnen, B. S. te Alkmaar, ieder 5 boete of 3 dagen hechtenis. J. K. te Abbekerk, 4 2 boete of 2 en 1 dag hechtenis. J. W. te Heerhugowaard, P. K. te Alkmaar, W. C. te Castricum, ieder 6 boete of 4 dagen hechtenis. W. de V. te Spanbroek, D. L. te Schoorl, ieder 7.50 boete of 5 dagen hechtenis. M. de S. te Bergen, 15 boete of 10 dagen hechtenis. Overtredingen van de Poli tieverordeningen: A. T. te Alkmaar, f 1.50 boete of 1 week tuchtschool. P. S. te Alkmaar, f 0.50 boete of 1 dag hechtenis. L. V. te Amsterdam, 1 boete of 1 dag hechtenis. J. M. te Alkmaar, J. D. te Hoorn, B. V. te Rotterdam, A. K. te Alkmaar, A. K. te Alkmaar, J. C. de K. te Alkmaar, F. Th. H. F. te Tiel, P. H. v. Z. te Alkmaar, ieder 3 boete of 2 dagen hechtenis. J. K. te Alkmaar, J. B. v. d. M. te Alkmaar, F. Th. J. F. te Tiel, ieder 4 boete of 4 dagen hechtenis. Overtreding van Artikel 453 van het Wetboek van Straf recht (openbare dronkenschap): R. P. te Alkmaar, 6 boete of 6 dagen hechtenis. N. B. te Uitgeest, 8 boete of 8 dagen hechtenis. Overtredingen van Artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht' (loopen over verboden grond): H. S. te Amsterdam, teruggave aan de ouders zonder toepassing van straf. W. S. Wz. te Rotterdam, 2 boete of 1 dag hech tenis. W. J. G. te Krommenie, J. K. te Alk maar, ieder f 3 boete of 2 dagen hechtenis. Overtreding van de Arbeids wet: J. de G. te Zijpe, 3 boete of 3 dagen hechtenis. Overtreding van de Winkel sluitingswet: V. M. O. te Heiloo, 3 boete of 3 dagen hechtenis. B. S. te Alkmaar, 3 boete of 3 dagen hechtenis. Overtreding van de Leer plichtwet: E. T. te Harenkarspel, 2.50 boete of 2 dagen hechtenis. Weinig lichtpunten in de economische vooruitzichten. Nieuw laagterecord voor de goederenprijzen. Noodzake lijke aanpassing der productie aan het verbruik. - Bufférstocks als aanvul ling aan restrictie overeenkomst. - Drastische verdere beperking der rubberaanvoeren. Ongunstige ont wikkeling in Amerika. Gunstige en minder bevredigende dividendbeslui- ten. De politieke hemel moge, voor het oogen- blik althans, eenigszins opgeklaard zyn, in de beurstemming heeft dit geen verandering ten goede kunnen brengen. Het optimisme over de economische ontwikkeling in een niet al te ver af liggende toekomst, dat on danks alle deprimeerende factoren was blij ven voortbestaan, is geleidelijk aan het ver dwijnen en hoe langer hoe meer krijgen pes simistische opvattingen de overhand. En inderdaad zijn er. waneer men om zich heen ziet, bijna geen lichtpunten te ontdekken, terwijl er geen gebrek is aan ongunstige symptomen. Daar is in de eerste plaats de verdere prijsdaling op de goederenmarkt. Nadat men gehoopt had, dat de meeste prijzen hun dieptepunt hadden bereikt en geleidelijk een herstel zou intreden, hebben de laatste weken een nieuwe reactie gebracht. De maand Mei is dientengevolge met een nieuw laagte-record voor tal van artikelen afge sloten. Het indexcijfer van groothandels- prijzen hier te lande (samengesteld uit de noteeringen van 10 stapelproducten, waarbij de gemiddelde noteering voor Januari 1937 op 100 is aangenomen) bedroeg op 31 Mei ji. nog slechts 63.7 tegen 66.1 een week ge leden en een hoogste punt voor dit jaar van 79.9 op 12 Januari j.L Wanneer men weet, dat het indexcijfer voor het geheele jaar 1937 gemiddeld 96.1 bedroeg, dan kan men zich eenig denkbeeld vormen van den groo ten omvang der reactie, waaraan vrijwel geen enkel artikel zich heeft kunnen ont trekken. Alleen de koffie- en theepryzen hebben zich betrekkelijk goed gehouden. Een prijsdaling kan op zich zelf natuur lijk nooit aanleiding zijn voor een economi sche inzinking; zij is er het uitvloeisel van; is zij echter eenmaal ingezet, dan vormt zij mede een factor, die een economisch herstel tegenhoudt. Zoo is het ook thans. Primair was er een vermindering der bedrijvigheid in de industrie, doordien de productie te groot bleek te zijn geweest voor dekking van de vraag, welker omvang men overschat had. Het gevolg hiervan was, dat de be hoeften aan grondstoffen afnam, wat een dienovereenkomstige prijsdaling met zich meebracht. En toen de prijsverlaging een maal was begonnen, leidde zy tot een ver dere inkrimping van de vraag. In plaats van hun voorraden geregeld aan te vullen of zelfs toekomstige behoeften door aan- koopen voor latere levering te dekken, geven de meeste verbruikers er thans de voorkeur aan, zich door hun voorraden heen te werken en slechts mondjesmaat te koo- pen, in de verwachting, hun loopende be hoeften telkens weer tegen lagere prijzen te kunnen dekken. Zooals stijgende prijzen de vraag plegen te stimuleeren, zoo veroor zaken dalende prijzen een vermindering van den afzet. In den herfst van 1936 heeft men echter eens te meer kunnen meemaken, hoe spoe dig het aspect van de goederenmarkt kan veranderen. Er komt een punt, waarop de voorraden bij de verbruikers nagenoeg zijn uitgeput en waarop ook de producenten niet meer over groote hoeveelheden beschikken. Immers, wanneer de voortbrenging van een bepaald artikel niet meer loonend is, zullen de producenten, vooral wanneer hun kapi taalkracht niet voldoende is, om het bedrijf langen tijd gaande te houden, hun productie stopzetten of verminderen. Gaat deze pro ductievermindering langs natuurlijken weg, dan is het een proces van langen adem. Er moet geruime tijd mee heengaan, alvorens de zwakke broeders uit de productie zyn uitgeschakeld en de overlevenden hun voortbrenging aan de vermindering van het verbruik hebben aangepast. Voor vele artikelen wacht men tegenwoor dig niet meer af, tot de aanpassing zich langs natuurlijken weg voltrekt, maar verhaast men het proces door een kunstmatige be perking van de productie, door middel van de „restrictie-overeenkomsten" tusschen dc voornaamste producenten van de desbetref fende artikelen. De bekendste dezer over- eenkosten zijn wel die, welke door de tin- en door de rubberproducenten werden ge sloten, beide met medewerking van de regeeringen der desbetreffende productie gebieden, zonder welke een voor alle pro ducenten bindende regeling niet door te voeren is. In beide bedrijfstakken heeft men, door beperking van den uitvoer tot een bepaald percentage van de vastgestelde „standaardproducties", den aanvoer vermin derd in den tijd, toen de vraag was inge krompen, en is men tot een vergrooting van den uitvoer overgegaan, zoodra de afzetmo gelijkheden waren toegenomen. Thans is men echter weer in de periode van „restric tie-verscherping", zonder dat deze tot dus verre geleid hebben tot de aanpassing van de productie aan het verbruik, waarnaar de overeenkomsten streven. De oorzaak hiervan is, dat het verbruik in den laatsten tijd nog in een veel sneller tempo teruggaat, dan waarin men den aan voer kan verminderen. De productie-beper- kink hinkt steeds achter de vermindering van het verbruik aan, in plaats van deze op te vangen. Eerst wanneer de verdere in krimping van het verbruik de prijzen van het artikel nog meer naar beneden gedrukt heeft, wordt overgegaan tot een verscher ping der restrictie. Het schijnt welhaast on mogelijk, zulke betrouwbare schattingen van het verbruik te maken, dat men werke lijk, door de productie hieraan aan te pas sen, scherpe prijsschommelingen kan uit schakelen. In verschillende kringen gaan dan ook in den jongsten tijd stemmen op, om over te gaan tot het vormen van een „pool" voor het desbetreffende artikel, d.i. een gemeenschap pelijke voorraad, die vergroot of verkleind zou kunen worden, al naar mate de markt meer of minder behoefte aan het product heeft. Deze „buffer-stock" zou veel sneller de wijzigingen in de markt-situatie kunnen opvangen dan het restrictie-apparaat, al zou dit er naast moeten blijven bestaan en er zou een nivelleerenden invloed op de prijs vorming van uitgaan. Eenvoudig is de instelling van zoo'n „pool" echter niet; men denke alleen aan de in de tientallen millioenen loopende bedra gen, die in de voorraden vastgelegd zouden moeten worden. De tin-industrie, die reeds vroeger „buffer-pools" gekend heeft, schijnt er niettemin ook thans weer voor te voelen. Daarentegen is het in de rubbercultuur tot dusverre gebleven bij het opwerpen van het denkbeeld en een bespreking daarvan in de pers, zonder dat een omlijnd project ervoor is uitgewerkt. Het Internationale Rubbercomité heeft in middels zyn met groote spanning tegemoet- geziene beslissing inzake den omvang der productie in het derde kwartaal van dit jaar genomen en het moet gezegd worden, dat het mes er ditmaal wel zeer diep wordt in gezet. Terwijl de uitvoer voor het loopende kwartaal nog 60 pCt. van de standaardpro ductie bedroeg, is het percentage voor der de kwartaal verminderd tot 45 pCt. Deze drastische beperking heeft de verwachtingen der markt overtroffen, die algemeen reke ning had gehouden met een verdere vermin dering van 10 pCt., dus tot 50 pCt. van de standaardproductie. Zelfs was gevreesd, dat in verband met de van verschillende kanten geopperde bezwaren stijging der produc tie-kosten per éénheid, vermindering der werkgelegenheid voor inlandsche werk krachten, in 't geheel geen verdere restrictie zou worden doorgevoerd. De bezwaren blyven natuurlijk van kracht. Een zeer groote prijsstijging is nood zakelijk, om tegenover de sterke productie vermindering een voldoende compensatie te bieden en een loonende exploitatie van de plantages te waarborgen. Ook de kwestie der wrkkrachten zal zorgen moeten baren. Dat het Rubber-comité niettemin tot den ingrij penden maatregel heeft besloten, wijst er wel op, dat het den toestand en de toekomst van de rubbermarkt niet rooskleurig inziet. Ondanks de tot dusverre doorgevoerde ver mindering van den aanvoer hebben de voor raden zich opgehoopt, doordien ook ditmaal weder het verbruik in een nog sneller tempo is gedaald. De voorraden, die in het begin van dit jaar overeenkwamen met de con sumptie voor den tijd van ca. vier maanden, zyn thans wel toereikend voor minstens acht maanden. Alleen wanneer het verbruik niet nog verder teruggaat, zal zelfs bij den thans vastgestelden omvang der productie in het loopende kwartaal op de stocks kunnen wor den ingeloopen, tenminste in noemenswaar- digen omvang. En speciaal by de tegen woordige conjunctuurverhoudingen in de Ver. Staten kan niet al te vast gerekend worden op een handhaving van het rubber- verbruik daar te lande op het tegenwoordige niveau, al hoopt men er nog altijd op een opleving in den herfst van dit jaar. De rubbermarkt, die het bericht van de drastische verdere beperking met een prijs verbetering beantwoord had, is al spoedig minder optimistisch geworden ten aanzien van de mogelijkheid van een belangrijke verbetering der statistische positie. De no teering is dan ook, in plaats van verder te stijgen, iets ingezakt, en in verband hier mede hebben ook de koersen voor rubber- aandeelen op de Amsterdamsche beurs hun aanvankelijk avans niet kunnen behouden. Voor verschillende Ned. Ind. rubberonder nemingen zou een prijsverbetering voor het artikel by den thans vastgestelden omvang der productie trouwens geen of weinig voor deden meer kunnen brengen. Tengevolge van de vroegere voorverkoopen zal, wan neer in het komende kwartaal en wellicht ook in het vierde kwartaal van dit jaar slechts op 45 pCt. der standaardproductie mag worden gewerkt, in veel gevallen niet meer veel rubber voor verkoop overblijven. Terwijl de belangstelling ter beurze in de eerste helft der week vrijwel geheel gecon centreerd was op de rubbermarkt, wijdde men later weer meer aandacht aan de koers ontwikkeling in Wallstreet. Nadat de stem ming in New-York dagen achtereen uiterst flauw was geweest, trad er eenig herstel in, dat evenwel voor een groot deel van techni- schen aard is. In verhouding tot de vooraf gegane koersdaling was de verbetering, die de noteeringen van Amerikaansche fondsen te zien gaven, in elk geval onbelangrijk. De berichten uit het Amerikaansche be drijfsleven blijven dan ook nog steeds zeer ongunstig. De staalproductie is verder ge daald tot 26.1 pCt. der capaciteit en heeft daarmede weder bijna het laagte-record voor dit jaar (25.6 pCt. op 3 Januari) bereikt; de automobielproductie is niet meer dan een derde van een jaar geleden; de afzet van autobanden gaat gestadig terug; de electrici- teitsproductie is 10% pCt lager dan verle den jaar, enz. Van den invloed der regee- ringsmaatregelen tot stimuleering der be drijvigheid is nog niets merkbaar. Zoolang niet een duidelijke opleving in de conjunc tuur intreedt, zal het koersverloop in New- York nog wel onzeker blijven. Niettemin heeft het lichte koersherstel voor Amerikaansche fondsen ook de locale markt te Amsterdam gunstig beïnvloed, maar tot een belangrijke opleving van den handel is het niet gekomen. Het belangrijkste evenement voor de sui- kerafdeeling was het dividendvoorstel van de Handelsver. „Amsterdam" ad 25 pCt. te gen 16 pCt. vorig jaar, dat de verwachtin gen aanzienlijk overtrof. Men had in het algemeen gerekend op een dividend van ca. 20 pCt. Wel kon worden aangenomen, dat de winst veel grooter zou zyn dan het vo rige jaar, doch men kent de voorzichtige financieele Jolitiek dezer groote cultuur onderneming, die gewend is, een deel der winst in goede jaren op zij te leggen als di videndreserve voor volgende jaren, naast ds op zich zelf 'reeds ruime afschrijvingen en reserves. Ook ditmaal zal de winst wel zoo 331. De drie vriendjes bleven echter, ondanks de groote drukte, niet onopge merkt en weldra waren ze het middelpunt van een krijsende en tierende hoop men sen en kinderen. 332. Het werd op het laatst een herrie en geweld van belang en er ontstond zelfs een vechtpartij, van welke gelegenheid Peter gauw gebruik maakte om onopge merkt weg te komen. Hy snelde voort en weldra had hij de stad achter zich. Zijn beide vriendjes hielden hem stevig aan zijn oren vast.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 10