DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Vraag en aanbod
Het spannende vergiftigingsproces te Luik.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 137 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 14 Juni 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Ha een week ondervraging van de weduwe Becker staat
haar verdedigingsteliing vast.
EEN VERBIJSTERENDE ZAAK.
De strijd om Tsjengtsjou.
Japanners wegens de
overstroomingen teruggetrokken.
De algemeene toestand.
Denkt U er aan Uw
voor Woensdag op te geven?
Franco's troepen in
Castellon.
Hevige gevechten.
Gebrek aan officieren in
het Sovjetleger.
Dank zij de „zuivering".
ALKMAARSCHE COURANT.
(Van onzen correspondent).
Het is reeds vele jaren geleden dat
in België een groot proces zooveel
belangstelling heeft opgewekt als
datgene hetwelk voor de Luiksche
jury wordt gepleit op het oogenblik
tegen de weduwe Becker. Een week
heeft de ondervraging van de be
klaagde geduurd en thans kan men
reeds aannemen dat men wel een
overzicht heeft van het verdediging
stelsel dat de beklaagde er op nahoudt.
W hebben u reeds uiteen gezet de
wijze waarop de zaak voor het assi
senhof wordt gebracht.
Het is verbazend hoe de openbare mee
ning tegen de beklaagde is ingenomen,
zonder dat in eenige mate de verdediging
het woord heeft gehad.
Men weet dat in België het onderzoek
geheim is, dus op geen tegenspraak berust
van de zijde der verdediging. De verdach
te verschijnt alleen voor den onderzoeks
rechter en de politie en is in zekeren zin
aan hen overgeleverd. Slechts om de maand
kan de verdediging kennis nemen van het
dossier met de bezwaarstukken en daar
over pleiten voor de raadkamer die het
aanhoudingsbevel heeft te bekrachtigen of
niet. Voor het overige moeten de advocaten
wachten tot bij de behandeling voor het
Hof, alvorens al hun argumenten naar
voren te kunnen brengen. Hierdoor komt
het overigens dat de behandeling zoo las
tig vooruit gaat. Slechts nu is er tegen
spraak. Overigens heeft de ondervraging
van de weduwe Becker meer den vorm
aangenomen van een twistgesprek tusschen
de voornaamste acteurs van dit rechter
lijke drama. Te Luik hebben de advocaten
van de vreemde weduwe, die ook wel de
lustige weduwe zo i kunnen worden ge
noemd, ware het niet dat haar naam stel
selmatig met den dood is verbonden, reeds
een onheusche behandeling moeten onder
vinden op straat. Er zijn Luikenaars die
het hen kwalijk nemen dat zij de beklaagde
verdedigen. Dat doet denken aan den roem
van een advocaat als Bonnevie, die te Brus
sel vóór den oorlog de specialist was van
het assisenhof, en zoo'n indruk maakte,
zooveel vrijspraken wist te verkrijgen van
de jury dat hierover woedende lieden den
meester van het woord aan een hoek van
de straat gingen afwachten om hem een
ranseling te geven..Het is eigenlijk jam
mer dat geen meester als Bonnevie de
jonge verdedigers van de weduwe Becker
steunen kan. Het is in een dergelijke zaak
een zwakte over niet voldoende ervaring
te beschikken, vooral wanneerf men het
hoofd te bieden heeft aan een advocaat-
generaal als het openbaar ministerie Del-
waide, waarbij ook nog mr. Tschoffen dient
gevoegd, een raadsman van de burgerlijke
partij. Nochtans is reeds afdoende gebleken
dat de verdediging met geestdrift en ook
handig de zaak weet aan te pakken.
Apothekers leverden vergift
zonder recept.
In haar ondervraging heeft de weduwe
Becker alles geloochend wat te haren laste
wordt gelegd. Zij verklaart dat zij een
hartkwaal heeft van voor den oorlog doch
slechts van 1935 af na een thans overleden
dokter te hebben geraadpleegd is begonnen
met het innemen van digitaline, afgeleverd
op een geneeskundig recept door een apo
theker die eveneens is overleden. Van dit
recept is er dus geen spoor. Zij zegt dan
verder dat zij bij twee verschillende apo
thekers digitaline heeft gekocht, nadien
ronder recept, omdat deze atpothekers
haar kenden. Dat wordt door deze twee
apothekers betwist. Zij kenden haar niet.
Dat verergert eigenlijk hun geval, want zij
hadden nog een verklaring gehad, indien
zij hadden ingeroepen de bekendheid van
hun klant die vergift wou hebben zonder
recept. De apothekers beweren dat zij zoo
handig is geweest in haar praten dat zy
zich hebben laten overtuigen. Ik heb niet
meer dan drie fleschjes gekocht bij den
apotheker Vandenbosch, Rue Saint-Léo-
nard, in de wijk die ik bewoonde, en verder
een vijftal bij den apotheker Janssens, in
het Quartiei du Nord.
Maar dit laatste had zij, na haar arresta
tie op 11 October 1936, niet spontaan be
kend. Zij was gearresteerd geworden, op
het oogenblik dat zij in het huis stapte
van een mevr. Lamy, bevriend met de twee
weduwen die, volgens de beschuldiging, de
laatste slachtoffers van de beklaagde zijn
geweest. Zij was in het bezit van digitaline.
Dat bezit heeft dadelijk de aandacht ge
vestigd op het vergift. Men heeft geen
enkel oogenblik meer gèdacht dat in de
veronderstelling van schuld de vrouw an
dere middelen had kunnen gebruiken. De
weduwe kon ook het bezit van vergift niet
loochenen en juist van dat vergift waar
van het innemen in groote dosis verschijn
selen teweeg brengt zooals die telkens
bij de overleden personen werden waarge
nomen. Benevens het groote fleschje dat in
haar handtasch werd aangetroffen, werd
er nog een fieschje gevonden onder een
zetel kussen in haar woning en bleek dat
nog een derde klein fleschje was gekocht.
Na het gerucht in de plaatselijke bladen
heeft een tweede apotheker, Janssens, zich
bij het gerecht aangemeld, om te komen
vertellen dat hij ook een vijftal fleschjes
digitaline had geleverd aan de beschuldig
de, zonder recept. Zij had voorgewend dat
het voor een nicht was, dat zij het drin
gend noodig had, dat zij geen geld had om
dadelijk te betalen, enz. Toen de weduwe
gevoelde, bij haar volgende ondervraging,
dat men er achter was gekomen, heeft zij
de onthulling gedaan.. Maar hebt ge nooit
digitaline gekocht in het Quartier du
Nord? had de rechter van instructie ge
vraagd. Maar ja, was het antwoord, een
15-tal, om plezier te doen aan de Neder-
landsche mevrouw Daumens, uit de buurt
van Maastricht, die er mij om gevraagd
had. Zij verkocht de digitaline in Neder
land, met winst. De 15 werden er later 5.
Het eerste punt is dus het bezit van de
digitaline, het vergift waarmee de oude
vrouwen zouden omgebracht zijn.
De verdachte wist niet hoe
digitaline moet worden inge
nomen.
Men heeft tijdens het onderzoek aan de
beschuldigde weduwe gevraagd een be
schrijving te geven van de wijze waarop
zij digitaline innam, wat zij dan gevoelde.
Zij heeft een beschrijving gegeven die niet
overeenkomt met de waarheid, waaruit
moet blijken dat zij niet eens weet hoe di
gitaline dient ingenomen en ook niet weet
welke de werking is van dit vergift, als
geneesmiddel ingenomen. Tijdens het on
derzoek ook was zij naar het park van
Avroy gebracht, waar zij zoogenaamd ken
nis maakte met enkele van de overleden
personen. Zij beweerde toen een flauwte
te hebben door hartverzwakking en vroeg
enkele druppelen digitaline te mogen heb
ben, verkeerdelijk meenende dat zij hier
door dadelijk zou geholpen zijn, wat on
mogelijk is.
Het tweede punt is datgene wat de vrouw
zou hebben bewogen tot haar gruwelijk
bedrijf.
Hier toont de beklaagde zich sterk. Alle
beschuldigingen van diefstal ten nadeele
van de overleden vrouwen wijst zij af. Wat
meer is, zij vindt voor elk feit een verkla
ring die eenvoudig schijnt en dan ook aan
nemelijk zou worden, indien de openbare
aanklager er niet voor gezorgd had dat door
getuigenissen zou kunnen worden bewezen
dat de beweringen van de beschuldigde
valsch zijn. .Deze getuigenissen dienen na
tuurlijk afgewacht. De overvloed van bij
zonderheden op dii gebied, die wij hebben
hooren bespreken in de vijf dagen welke
wij in de kloosterachtige zittingzaal van
het Luiksche assisenhof hebben doorge
bracht, maakt het moeilijk meer dan één
greep te doen uit dien overvloed om dit
standpunt duidelijk te maken. In de zaak
Weiss b.v., het laatste sterfgeval vóór haar
arrestatie, werd in haar huis een parapluie
van de overledene gevonden, alsmede een
handtasch waarin, naar het getuigenis van
mevr. Lamy, een vriendin van de weduwe
Weiss, deze laatste geregeld haar geld be
waarde, bankbiljetten van 1000 en 10.000
francs, waarvan de nummers waren opge-
teekend op een lijstje dat werd ontdekt.
De weduwe Becker antwoordt eenvoudig
dat zij de parapluie heeft meegekregen
van weduwe Weiss omdat het regende, dat
zij het handtaschje had gekregen omdat zij
boodschappen moest doen, dat het linnen
door mevr. Weiss was meegegeven om het
te herstellen.
De beschuldigde wordt
klaagster.
aan-
In een ander geval heeft de fami
lie van de overledene verklaard dat
familie van de overledene verklaard dat
een bankbiljet van 1O0 fr. was verdwenen.
Dit bankbiljet lag onder een schaal op een
kast in de keuken. De weduwe antwoordt
hierop dat zij op verzoek van de zieke
vrouw, dit bankbiljet had genomen om
het haar te geven, want dat de zieke zelf
bang was dat het zou verdwijnen, daar
haar man haar te v/einig geld gaf en bo
vendien nog opnieuw alles in zijn zak stak
wat hij toevallig kon ontdekken. Natuurlijk
was het de man die de weduwe Becker van
den diefstal beschuldigt. Zoo ook nog in
de zaak Weiss gaat de weduwe Becker tot
den aanval ovej: en wordt zij van beschul
digde een aanklaagster. Het is mevr. Lamy
die haar bezwaart, zeggende dat zy nau
welijks had hooren spreken over mevr.
Weiss of dat zij er op bezoek ging zooge
naamd om een salon te koopen, waarvoor
zij niet eens geld had. Zij had mevr. Lamy
doen gelooven, dat zij 22.000 fr. pensioen
had per jaar. Dat is valsch. Doch de we
duwe Becker maakt mevr. Lamy verdacht.
Zij beroept zich op mevr. Weiss, die haar
zou hebben gezegd, toen zij ziek was
geworden, dat zij mevr. Lamy niet moest
roepen, dat deze een koppelaarster en
een dievegge was. Zij voegt er bij dat, als
er geld was verdwenen, dit moest zijn
omdat de twee zonen van den apotheker,
die beneden woonden in het huis Weiss en
waar de koffer stond, veel aan den zwier
gingen. Hen die haar bezwaren klaagt zij
zelf aan. Ook de politie
Volgens berichten uit Chineesche bron
staat de stad Kaifeng tien voet onder
water, doordat de Chineezen de dijken
der Gele Rivier over een afstand van
acht kilometer hebben doorgestoken.
Verder zouden ook de dijken van de
Wei, de Kwantsje en de Man bezweken
zijn; het is echter niet bekend, of dit een
gevolg is van den zwaren regenval der
laatste dagen of dat de Chineezen ook
deze dijken hebben doorgestoken. In
gezaghebbende Japansche kringen zegt
men, dat de dijkdoorbraken geen on
middellijk gevaar voor de om Tsjantsjou
staande troepen met zich medebrengen.
De woordvoerder der Chineesche mili
tairen heeft medegedeeld, dat de Japansche
troepen, die ten Oosten van Tsjengtsjou door
de overstroomingen van de Gele Rivier wor
den opgehouden, een algeheelen terugtocht
zijn begonnen. Het water heeft den spoor
weg naar Loenghai bereikt. Het stroomt
snel in zuidoostelijke richting.
De Japanners geven toe, dat de groote
overstroomingen tusschen Tsjengtsjou en
Kaifeng, door de dijkdoorbraken veroor
zaakt, den Japanschen opmarsch naar
Tsjengtsjou tegenhouden. Beweerd wordt,
dat duizenden boeren de Japanners helpend
bij de pogingen tot herstel der dijken.
Anking bezet.
Het Japansche persagentschap Domei
meldt, dat de Japansche af deeling, die
Loetsjou in de provincie Anwhei beiet had,
op 5 Juni weer in actie is gekomen. Op den
achtsten weid Sjoetsjeng, 10 K.M. ten zuid
westen van Loetsjou, genomen, op den 13den
Toengtsjeng, ten noorden van Anking. An
dere afdeelingen keeren zich tegen Iiwan ten
westen van Loetsjou en tegen Hwosjan.
Volgens een bericht van Reuter uit Tokio
werd daar gisteren officieel beweerd, dat
Anking door de Japanners bezet is.
Het Chineesche nieuwsagentschap Central
News deelt mede, dat 26 Japansche oorlogs
schepen thans ter hoogte van Kweitsjie en
tien andere in de nabijheid van Tatoeng lig
gen.
Van Chineesche zijde wordt toegegeven,
dat de Japanners den druk in den sector
van Hofei hebben versterkt, voorbij
Soetsjeng opgerukt zijn en dat het Chinee
sche front tusschen het Tsjao-meer en de
Jangtse zestig kilometer achteruitgescho-
ven moest worden. Een Japansche afdeeling,
die 140 K.M. rivieropwaarts van Woehoe
gistermiddag aan land is gezet, zou volgens
Chineesche berichten onder zware verliezen
zijn teruggeslagen.
Amerikaansehe en Britsche oorlogs
bodems op de Jangtse.
Te Shanghai wordt van gezaghebbende
zijde meegedeeld, dat de Amerikaansche en
Britsche kanonneerbooten op de Jangtse
geen bevel hebben ontvangen, hun ligplaats
op de rivier te wijzigen, al was daartoe van
Japansche zijde een verzoek gedaan.
Er liggen thans bij Woehoe en Kioekiang
Britsche kanonneerbooten.
ALKMAAR, 14 Juni 1938.
Rudolf Hess heeft een zeer merkwaardige
rede gehouden, merkwaardig althans in de
oogen van een niet-Duitscher. Hij heeft in
Stettin voor 500.000 personen gesproken
over Adolf Hitier en den oorlog en hij
heeft daarbij laten uitkomen, dat Hitier
slechts vredelievende plannen kent.
Hitier weet, aldus Hess, dat een Euro-
peesche oorlog het einde zou beteekenen
van de cultuur van Europa. Daarbij ver
weet Hess onmiddellijk de vele diplomaten
en regeerders in andere Europeesche lan
den, dat zij lichtzinnig met het lot der
volkeren spelen. Meteen was Hesse toen bij
Tsjecho-Slowakije terecht gekomen en hij
uitte een felle aanklacht tegen de „bou
wers van dien staat", de overwinnaars van
den wereldoorlog. En hij sprak aldus: De
plechtige beloften, die aan de minderheden
van dien staat zijn gegeven, zijn gebroken.
Steeds vreeselijker worden de minder
heden ontrecht, geterroriseerd en mishan
deld. Steeds weer zijn de leden van het
niet-Tsjechische volksdeel neergeslagen,
alleen omdat zij geen Tsjechen zijn. Helder
en duidelijk staat voor aller oogen: ten
eerste deze staat is klaarblijkelijk niet bij
machte orde en rust binnen zijn grenzen
te handhdaven. Ten tweede: deze staat is
geworden tot een haard van gevaren voor
den vrede in Europa. Het beteekent den
vrede in Europa te bedreigen, wanneer
men plotseling, zonder het geringste
motief mobiliseert. Maar deze staat mo
biliseert niet alleen, bliksemsnel heeft
hij aan de grenzen tusschen hem en zijn
nabuur een toestand opgeroepen, die
practisch een soort oorlogstoestand is. De
eene provocatie van den nabuui is op de
andere gevolgd. Als motiveering voor dit
gevaarlijke optreden is de wereld bekend
gemaakt, dat bij geruchte verluidt heeft,
dat Duitsche troepen zich in de richting
van de grens bewogen. Een niet bewezen,
volkomen onwaar gerucht is dus voldoen
de om te spelen met een afschuwelijken
oorlog. Aan niemand anders dan aan den
Führer heeft Europa en de wereld het te
danken, dat dit spel niet tot een catastrophe
heeft geleid. Het is slechts verwonderlijk
dat in hun angst waarschijnlijk waanzinnig
gewordenen niet zoo spoedig mogelijk tot
rede gebracht zijn door staten, die invloed
op hen hebben. In plaats daarvan hebben
wij beleefd, dat in ieder geval in het
openbaar door een groot deel der radio
zenders, door communiqués in de pers enz.
een stroom van laster en feitenverdraai
ingen uitgegoten is tegen hen, wien alleen
het te danken is, dat Europa niet in vlam
men staat. Toen echter gebleken was,
dat Duitschlar.d niet reageert op de pro
vocaties, wilden plotseling ouitenslands
allen vredesengelen zijn geweest.
Voortgaande verklaarde Hess, dat de
volkeren zelf even weinig als ooit den oor
log willen. Er leven nog te veel frontsol
daten onder de volkeren en de frontsol
daten in de geheele wereld willen den
vrede. „Ik kan mij in ieder geval niet in
denken, dat de werkelijke oudstrijders van
andere volkeren goedkeuren, dat hun dap
perheid en de dapperheid hunner kinderen
misbruikt wordt om ocrlogsopruiers hun
handwerk mogelijk te maken."
Ten slotte waarschuwde Hess er voor
Duitschland's vredelievendheid voor zwak
te te houden.
Wij noemden deze rede van Hess een
merkwaardige rede. Misschien ware het
beter geweest, om van een eenzijdige rede
te sreken.
Wanneer men de gebeurtenissen in
Midden-Europa gevolgd heeft in dit eerste
halfjaar van 1938, dan wijst slechts heel
weinig op de vredelievendheid van Hitier.
Wij herinneren slechts aan de Anschluss
van Oostenrijk, waarbij Hitier het noodig
vond, om een gedeeltelijke mobilisatie te
gelasten. Toen tartte hij de wereld, toen
was een oorlog zeer nabij. En het was
alleen aan de z.g. democratische regeerin
gen van andere landen te danken, dat geen
wereldbrand uitbrak.
Wij herinneren verder nog aan de Duit
sche actie in Tsjecho-Slowakije, nu onge
veer drie tot vier weken geleden. Toen
heeft Hitier het plan gehad, om Tsjecho-
Slowakije te verdeelen en het was
waarschijnlijk alleen aan Engeland te
danken, dat het dreigende oorlogsgevaar
kon worden afgewenteld.
Zie hier twee „voorbeelden van de vre
delievendheid" van Hitier!
En als wij nu nog slechts herinneren aan
de Duitsche perscampagne t. a. v. de
Tsjechische kwesties, een perscampagne,
die buitengewoon heftig was (en nog is!)
en die mede de rust in Europa verstoorde
en die mede een gevaar was voor den
vrede, dan moeten wjj wetende, dat de
Duitsche pers op last van hoogerhand
schrijft onze schouders ophalen voor die
vredelievendheid van Hitier.
Sterker nog: als er een man geweest
is, die Europa getart heeft, dan is het
Hitier geweest.
Alléén 2de handsch goederen.
35 et. p, 5 regels, uitsluitend contant.
Naar men verneemt, heeft de opperbevel
hebber van de Amer. vloot in de Chineesche
wateren, Yarnell, het verzoek van Japan af
gewezen.
Een bomaanslag in de internationale
nederzetting te Sjanghai.
In verschillende deelen van de interna
tionale nederzetting te Sjanghai zijn gisteren
bommen geworpen, als gevolg waarvan één
Japanner en vijf Chineezen werden gewond.
Een der bommen was gericht op het Ame
rikaansche radiostation, doch dit werd niet
beschadigd. De politie der nederzetting is er
tot nu toe nog niet in geslaagd de daders
op te sporen.
De rechtsche troepen zyn gistermiddag
de stad Castellon binnengedrongen. Na
Castellon geheel omsingeld te hebben,
gingen zy over tot den aanval op de hui
zen der peripherie. Gisteravond werd fel
in het centrum der stad gestreden. De
regeeringstroepen boden weerstand in de
straten en de huizen moesten een voor
een bestormd worden.
Castellon werd in het Westen en Zuiden
belegerd, terwijl uit het Noorden eveneens
rechtsche troepen naderden. Om 10 uur gis
termorgen bevonden de rechtschen zich nog
op 4 K.M. van Grao, de haven van Castellon,
terwijl zy om 7 uur gisteravond de stad bin
nentrokken.
Gisternacht werd zeer hevig gevochten. De
rechtschen vergrootten hun druk om te pro-
beeren op te rukken naar de kust Op den
weg van Villafames naar Castellon duren,
by Burriol, de gevechten voort De recht
schen zijn er daar in geslaagd hun linies te
verbeteren.
Ten Noorden van Castellon zijn verschei
dene dorpen veroverd, waaronder Oropesa,
Puebla Tornesa, Villafames en San Juan.
Ten zuiden van Albocacer rukten de recht
schen 17 kilometer op over een breedte van
20 kilmeter. Te Borriol en Villafames heb
ben zij talrijke gevangenen gemaakt. Te Vil
lafames was het republikeinsche hoofdkwar
tier aan het front van Castellon gevestigd.
Luchtaanvallen op Sagunto.
Om kwart over twaalven kwamen gisteren
200 bommen terecht op de stad en de haven
van Sagunto. Verscheidene personen werden
gewond, terwijl er ook eenige schade werd
aangericht. Korten tijd later verschenen
twee eskaders vliegtuigen, die mitrailleur-
vuur openden op Sagunto en den weg naar
Castellon. Vervolgens werd de binnenstad
van Castillon beschoten. Een dertigtal bom
men is in de buurt van het dorp Valles te
recht gekomen. Er zijn geen slachtoffers te
betreuren, terwijl evenmin schade werd
aangericht.
Gistermorgen, tusschen tien en twaalf uur,
hebben vier van Majorca afkomstige water
vliegtuigen tot drie maal toe geprobeerd Ali-
cante te bombardeeren. Telkenmale werden
de vliegtuigen door jachtvliegtuigen der re
geering op de vlucht gedreven. Den vierden
keer slaagden zij er in bommen op de stad
te werpen. Zes personen werden gewond.
Niet-inmengingscommissie volgende
week bijeen.
In Britsche diplomatieke kringen gelooft
men, dat de ondercommissie voor de niet-
inmenging op zyn vroegst aan het einde der
volgende wek zal bijeenkomen. Men voegt
hieraan toe, dat lord Plymouth zijn bespre
kingen met de vertegenwoordigers der sta
ten, die het meeste belang bij de aangelegen
heid hebben, voortzet om te trachten een
toenadering tusschen de standpunten te be
werken.
De „Times" meldt uit Riga, dat maar
schalk Worosjilof order heeft gegeven,
dat 10.000 kadetten als luitenant in het
roode leger moeten worden opgenomen,
hoewel hun opleiding aan de militaire
scholen nog niet voltooid is.
Als officieele reden voor dezen maatregel
v/ordt aangegeven, dat men den jongen luite
nants commandoposten voor de manoeuvres
van het najaar wil geven, maar volgens de
„Times" is de vervroegde bevordering der
kadetten noodig geworden, doordat de dras-