s
VORS
COBRA
He* centraal vliegveldplan der regeering.
SeuitieioH
Binnenland
De nadeelen zouden niet opwegen tegen de voordeelen.
Defensiebelang secundair.
f. De belangen van defensie zijn in
dit vraagstuk secundanr. Als 'n centraal
vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart
tot stdnd komt en uit dien hoofde Schip
hol zijn beteekenis voor de burgerlijke
luchtvaart mocht verliezen, zou thans,
nu de aanleg van één of meer militaire
vliegvelden, als gevolg van de uitbrei
ding van de militaire luchtmacht, nog
slechts in voorbereiding is, bij de uit
werking van de plannen met het voor
militaire doeleinden beschikbaar komen
van Schiphol rekening kunnen worden
gehouden.
®©9ssgoc JlaAiopcoycaitwiCr
2 Woningen in de asch gelegd.
TWEEDE BLAD.
Op de vragen van den heer van den
Tempel (s.d.) in verband met de stich
ting van een nieuwe centraal vliegveld
voor de burgerlijke luchtvaart, heeft de
minister van waterstaat, van Buuren,
als volgt geantwoord:
De regeering heeft in beginsel besloten de
stichting te bevorderen van een luchtvaart
terrein, dat centraal zal zijn gelegen ten op
zichte van Amsterdam, Rotterdam en
's-Gravenhage en dat bedoeld is te zijn de
eenlge luchthaven des lands voor het groote
internationale verkeer met landvliegtuigen.
Diverse overwegingen.
By aanvaarding van dit beginsel heeft de
regeering zich doen leiden door de volgende
overwegingen:
a. Bij de voortschrijdende ontwikkeling
van de luchtvaart (n.L door groote en snelle
verkeersvliegtuigen) is er op den duur in
een klein land als het onze geen plaats voor
twee groote luchtvaartterreinen, zoo dicht
bij elkaar (50 K.M.), welke beide bedoelen
met de sischen van dat verkeer rekening te
houden.
Voorts zal één terrein de kosten en het
tijdverlies, verbonden aan het uitvoeren van
een tusschenlanding op een tweede op zoo
korten afstand gelegen luchtvaartterrein be
sparen.
Concentratie op één vliegveld zal leiden
tot aanmerkelijke besparingen voor de
K.L.M.
De veiligheid
b. Vast staat, dat de exploitatie van lucht
vaartterreinen voor het internationale ver
keer steeds hoogere eischen zal stellen aan
veiligheidsinrichtingen en verdere voorzie
ningen. Wegens de grootte der kapitalen,
welke in dergelijke terreinen nog zullen
moeten worden gestoken, bestaat, aldus de
regeering, geen uitzicht op de mogelijkheid
van loonende exploitatie.
c. Het staat vast, dat het in 'n betrekke
lijk klein gebied alleen dan mogelijk is de
grootst mogelijke veiligheid te bereiken,
wanneer er eenheid is in de leiding van het
luchtverkeer, als kruising van luchtlijnen
op betrekkelijk korten afstand van een
luchthaven wordt vermeden, evenals het
overlappen of zelfs maar aan elkaar grenzen
van de naderingsgebieden van luchtvaart
terreinen.
Defensie-belangen secundair.
Mocht het departement van defensie zich
reeds van de noodig geachte vliegvelden
[volledig hebben voorzien, dan zou uiteraard
van aankoop van Schiphol geen sprake meer
kunnen zijn.
Bij het departement van defensie is voor
keur van het eene militaire luchtvaartter
rein boven het andere niet in het geding.
Ten aanzien van Schiphol kan worden
'gezegd, dat het een belangrijke outillage be
zit, welke uiteraard voor militair gebruik
van groote beteekenis zal kunnen zijn. An
derzijds heeft Schiphol zich, ten gevolge
van een jarenlang gebruikt, in hoofdzaak
aan de eischen van het burgerlijk luchtver
keer aangepast. Wat een nieuw militair
vliegveld aangaat, uiteraard kan bij het aan
leggen daarvan volledig rekening worden
gehouden met de eischen van den militairen
vliegdienst.
De meenig van Amsterdam en
Rotterdam.
De regeering is bekend met de meening
van de gemeenten van Amsterdam en Rot
terdam, dat door het verlies van een in de
onmiddellijke nabijheid van elk dier ge
meenten gevestigd luchtvaartterrein de be
langen dier gemeenten zouden worden ge
schaad.
Uiteraard kan niet worden ontkend,
dat tegenover de voordeelen van con
centratie in den aanvang enkele nadee
len kunnen staan als gevolg van den
overgang naar den nieuwen toestand.
Naar het oordeel der regeering zullen de
belangen van de gemeenten Amsterdam en
Rotterdam echter op den duur het best ge
diend zijn door het bestaan van één enkel
centraal luchtvaartterrein, waarop alle be
langrijke luchtverbindingen geconcentreerd
zijn en waar de meest geperfectionneerde
inrichtingen voor de veiligheid aanwezig
zijn.
Aan den iets grooteren afstand tot het
centrale vliegveld kunnen voor de deel
neming aan het luchtverkeer volgens de
regeering geen overwegende bezwaren zijn
verbonden, daar het vliegveld op een af
stand van ongeveer een half uur per auto
van het centrum van Amsterdam en Rot
terdam zal verwijderd liggen, hetgeen niet
anders dan normaal te achten is.
Ontkend wordt niet, dat de concentratie
van het luchtverkeer aan beide steden eenige
bedrijvigheid zal onttrekken.
Tijdsverlies op de korte afstanden
Het binnenlandsch luchtverkeer wordt
slechts over vrij korte afstanden uitge
oefend; hierdoor en tevens door de steeds
voortschrijdende verbetering van de trein
en autoverbindingen zijn aan de ontwikke
ling van dit luchtverkeer zeker grenzen ge
steld.
Bij concentratie op één luchtvaart
terrein zal het tijdverlies ten gevolge
van de vergrooting van den afstand tot
de centra van Amsterdam en van Rot
terdam in verhouding tot de korte vlieg-
tijden meer beteekenen dan te aanzien
van het luchtverkeer over grootere af
standen.
Zal dus in enkele gevallen, waarin de
luchtverbinding over kleine afstanden een
aanzienlijke tijdbesparing geeft, de uit
oefening van het binnenlandsche luchtver
keer iets ongunstiger worden, daartegenover
staat, dat met een centraal vliegveld de
binnenlandsche luchtlijnen als aanvoer
lijn en in beteekenis winnen.
Géén kostbaar experiment?
De regeering kan niet inzien, dat de aan
leg van een geheel nieuw centraal lucht
vaartterrein in de plaats van de bestaande
luchtvaartterreinen Waalhaven en Schiphol,
wanneer die terreinen worden overgenomen
door het departement van defensie, een zeer
kostbare proefneming zou beduiden. Zooals
is uiteengezet, is een van de beweegredenen
van de regeering bij haar besluit om in be
ginsel dien aanleg te bevorderen juist ge
weest, dat daardoor besparing zou worden
bereikt en dat de mogelijkheid van renda
bele exploitatie zal worden vergroot. De
aan Schiphol ten koste gelegde bedragen
zijn, voor zoover het de waarde betreft,
welke dat luchtvaartterrein voor het depar
tement van defensie vertegenwoordigt, bij
een oplossing, als hiervoor omschreven, niet
als verloren te beschouwen.
VERGADERING
ALG. NED. TYPOGRAFENBOND.
Jaarverslag 1937
Nadat de bondsvoorzitter zijn openings
rede had gehouden, sprak hij de buiten-
landsche gasten, vertegenwoordigers van
typografenorganisaties uit Engeland,
Frankrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden,
Noorwegen, België en Luxemburg, toe, die
daarop allen met een korte rede antwoord
den.
Hierna werden de jaarverslagen over 1936
en 1937 goedgekeurd. Uit het jaarverslag
van 1937 bleek dat het ledental tot 11047
gestegen was. Zoowel het vakstudie- als
het jeugdwerk ondergingen uitbreiding.
De ledenaanwas is het sterkst geweest bij
jongeren van 14 tot 17 jaar.
Het aantal werkloozen verminderde. Het
aantal werkloosheidsdagen bedroeg 596.180
tegen 635.545 in 1936. Het bedrag der uit-
keeringen beliep 131.348, hetgeen 727
minder was dan in 1936. Alleen in de vak
groep broekdrukkers was het aantal werk
loozen grooter.
Het pensioenfonds, dat in 1937 voor den
vijfhonderdsten keer aan een der verze
kerden pensioen toekende, bezit een ver
mogen van 7.500.000. Het '-ermogen van
het boekbinderspensioenfonds bedraagt
ongeveer 28000. De toestand in het be
drijf is in 1937 voor de boekbewerkers
gunstiger geweest, hetgeen bleek uit het
grooter aantal orders.
In het financieel verslag merkte de pen
ningmeester, de heer H. Korte Ji\ op, dat
de terugslag van de crisis op de bonds-
financiën in 1937 minder groot is geweest
dan vorige jaren. De contributies stegen
tot 275.022. Aan rente werd 95.103
gekweekt. Toch sloot de bondskas met een
tekort van 10.000, welk bedrag uit het
reservefonds werd geput.
De rekening van de werkloozenkas sloot
met een batig saldo van f 53.483. Het re
servefonds had een overschot van 19.603.
Het gezamenlijk vermogen van de ver
schillende fondsen nam in 1937 met
86.134 toe en steeg van 2.462.995
1936 tot 2.549.129 in 1937.
Na enkele discussies werd de vergade
ring tot heden verdaagd.
m
INTERNATIONAAL JEUGDVERKEER.
Het bevorderen van een vriendschappelijk
verkeer tusschen de Nederlandsche en bui-
tenlandsche jeugd is een doel, dat thans
meer dan ooit aanmoediging verdient. En
vereenigingen, die dit doel beoogen en zoo
goed mogelijk nastreven," verdienen 'zeker
bekendheid en steun.
Daaronder behoort de Vereeniging voor
Internationaal Jeugdverkeer te Leiden, Wit
te Rozenstraat 56a, die helaas nog telkens
moet hooren: Had ik madT eerder geweten,
dat zulk een vereeniging bestaat! En dat,
ondanks de duizenden correspondentie
adressen, die z(j jaarlijks verstrekt, de tien
tallen groepreizen, die zij heeft georgani
seerd, de vele uitwisselingen van Nederland
sche jongelui met jonge buitenlanders, die
In elkaar's families gelogeerd hebben en el-
Woensdag 15 Juni.
HILVERSUM, 301,5 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 9.30
Keukenpr. 10.— VPRO-morgenwij-
ding. 10.20 Voor arbeiders in de
Continubedr. 12.Gr.pl. (12.15
Ber.) 12.45 De Ramblers. 1.15—1.45
Orgelspel. 2.Knipcursus. 2.30
Gr.pl. 3.Voor de kinderen. 5.30
Gr.pl. 6.De Ramblers. (6.30 R.
V. U.: Van New York naar New-
Orleans, causerie). 7.Gr.pl. 7.06
Vocaal concert. (7.30 VPRO: Gees
telijke leidslieden der eeuwen: I.
De Evangelist Johannes, cyclus).
8.05 Herh. SOS- en 8.07 ANP-ber.,
VARA-Varia. 8.15 Sylvia-Amuse
mentsorkest en solist. 8.45 Radio-
tooneel. 9.15 VARA-orkest. 10.
ANP-ber. 10.05 Fantasia. 10.30 Or
gelspel. 11.Schaaknieuws. 11.05
12.Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(NCRV-uitz.) 8.— Schriftlezing,
meditatie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30 Ge-
lukwenschen). 10.30 Morgendienst.
11.Gr.pl. 11.15 Zang en piano.
12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 1.— Orgel-
sspel. 2.Gr.pl. 2.15 Trio Beute-
Zepparoni-Hemerik en gr.pl. 3.30
Gr.pL 3.45 Zang met planobegelei
ding. 4.45 Gelukwenschen. 5.
Voor de kinderen. 5.45 Gr.pl. (6.30
Onderwijsfonds voor de scheep
vaart: Taalles en causerie tfver het
binnenaanvaringsregl.) 7.Ber.
7.15 Land- en tuinbouwpr. 7.45
Rep. 8.05 ANP- en herh. SOS-ber.
8il5 Gr.pl. 8.30 Mandoline-ensemble
Ars et Labor. (9.9.30 Deel.) 10.
ANP-ber. 10.05 Voor amateur-foto
grafen. 10.20 Gr.pl. 10.45 Gymnas
tiekles. 11.Gr.pl. Ca. 11.5012.
Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50
Gr.pL 12.10 Julius Kantrovitch en
zijn orkest. 12.50 Zang aan de vleu
gel. 1.05 Deel. 1.20—2.20 BBC-
Northern orkest en solist. 3.10 De
Wessex Players. 3.35 Sectie van het
BBC-Northern Ireland-orkest en
soliste. 4.05 Causerie over hobbies.
4.205.10 Vesper. 5.20 Gr.pl. 5.40 L.
Praeger en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40
Landbouwpr. 7.BBC-orkest en
solist. 7.50 BBC-Theaterorkest en
soliste. 8.20 Geraldo en zijn con
certorkest, sectie van het BBC-
Mannenkoor en solisten. 9.20 Ber.
9.40 BBC-Variété-orkest, -koor en
solisten. 10.20 3de acte van de opera
La Bohème. 10.50 BBC-Harmonie-
orkest. 11.35 Oscar Rabin en zijn
Romany Dance Band. 11.5012.20
Jazzmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.55—9.05,
10.30 en 11.20 Gr.pl. 12.35 Populair
concert. (1.50 Zang). 3.05 Cello-
voordr. 3.20 en 4.20 Zang. 5.20 Can-
trelle-orkest. 8.50 Zang. 9.20 Va-
riété-progr. 10.50 Gr.pl.
KEULEN, 456 M. 6.50 Rheinische
Landesorkest. 8.50 Gouworkest
Silezië. 12.20 Omroepkleinorkest.
2.30 Vroolijk concert. 4.50 Gr.pL
6.50 Madrigaalkoor München-Glad-
bach. 7.30 Omroeporkest. 8.50 Leo
Eysoldt's dansorkest. 9.20 Ryks-
uitz.: Volksliederenconcert. 9.50
Viool en piano. 10.35 Gr.pL 10.50
Farkas Miska's orkest. 12.203.20
Omroepdansorkest en solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep
orkest. 1.50—2.20 Gr.pL 5.20 Om
roeporkest. 6.50 Gr.pL 7.20 Zang.
8.20 De Stafmuziek van 't 8e Linie
regiment mmv. solisten. 10.5011.20
Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en
I.30 Ludo Langlois' orkest. 1.50
2.20 Gr.pL 5.20 Gr.pL met toelich
ting. 6.35, 7.05 en 7.35 Gr.pL 8.20
Der Zarewitsch, operette. 10.30
II.20 Dansmuziek (gr.pl.)
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Het Petzelt-saxofoonkwartet en
solisten. 8.20 Ber. 8.35 Blaasconcert.
9.20 Rijksuitz.: Volksliederencon
cert. 9.50 Gr.pL 10.20 Ber. 10.40
Sportrep. 10.50 Viool en piano. 11.05
Ber. 11.20 Omroepkleinorkest en
solisten. 12.202.20 Omroepdans
orkest en solisten. (1.151.26 Tijd
sein).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Luxem
burg 10.2010.30, Parijs R. 10.30—
12.05, Radio PTT Nord 12.0512.20,
Keulen 12.2013.20, Brussel VI.
13.20—14.20, Keulen 14.20—15.20,
Parijs R. 15.2015.35, D.sender
15.35—16.20, Droitwich 16.2017.20,
Brussel Fr. 17.20—18.20, Radio PTT
Nord 18.2018.50, Keulen 18.50
19.10, Luxemburg 19.102020,
Brussel Fr. 20.2022.20, Brussel VL
22.20—22.50, Boedapest 22.50—23.20
Keulen 23.20—24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Nor-
mandië 9.20—10.35, Lond. Reg. 10.35
13.20, Droitwich 13.2014.20,
Lond. Reg. 14.2017.20, Droitwich
17.20—24.—.
kanders land en bewoners goed hebben lee-
ren kennen!
Dit jaar heeft „Internationaal Jeugdver-
keer" weer reizen naar tien landen op haar
programma, reizen van groepen jonge Neder
landers naar plaatsen, waar zij jonge men-
schen van verschillende nationaliteiten zul
len ontmoeten. En de Vereeniging heeft dit
jaar zelf een „kamp" in het „Haags Jeugd
huis" onder Noordwijkerhout, waar van 16
Juli tot 27 Augustus Nederlandsche en bui-
tenlandsche jongelui zullen bijeenkomen, el
kaar zullen leeren kennen en zien, dat zij
goed met elkaar opschieten.
De Pinksterbijeenkomst, die te kort was
om veel buitenlanders te trekken er wa
ren toch nog een paar Engelschen, twee Bel
gen en een Zwitser is een groot succes ge
weest; dezen zomer zal 't by voldoende deel
name niet anders zijn.
Z«iti*n perionen dakloos
Gistermiddag heeft te Borne (Ov.) een
felle brand gewoed, waardoor twee wo
ningen in de asch zijn gelegd, en zestien
personen dakloos zijn geworden.
De brand ontstond omstreeks drie uur in
het woonhuis der familie Schuur, gelegen
aan den Oude Deldenscheweg 82.
De brandweer werd onmiddellijk gealar
meerd, doch toen deze ter plaatse verscheen
bleek, dat het materiaal niet behoorlijk
functioneerde. Daar er bovendien in de
omgeving niet voldoende bluschwater aan
wezig was, duurde het geruimen tijd, voor
dat men met de blussching een aanvang
kon maken.
Inmiddels had het vuur zoo snel om zich
heen gegrepen, dat ook de belendende wo
ning van de familie Leferink werd aange
tast. Beide woningen brandden tot den grond
toe af, terwijl de geheele inboedel een prooi
der vlammen werd. Omtrent de oorzaak
van den brand tast men in het duister. Ver
zekering dekt de schade.
MUTATIES BIJ DE LUCHTDOEL
ARTILLERIE.
Bij K. B. van 9 Juni 1938 zijn met ingang
van 15 Juni 1938 benoemd en aangesteld:
Tot commandant van de brigade lucht
doelartillerie, de kolonel J. M. Ridder van
Rappard, commandant van het korps lucht
doelartillerie, zulks onder eervolle onthef
fing uit zijn tegenwoordig commando.
Tot luitenant-kolonel, commandant van
het 2de regiment luchtdoelartillerie, de
majoor L. P. Schmidt, van het 2de regiment
veldartillerie, en tot majoor bij het 2de
regiment luchtdoelartillerie de kapitein
A. A. van Oorschot van het korps lucht-
doelartillerie.
Zooals bekend wordt dit regiment medio
1939 te Alkmaar gelegerd.
N«<L bewerking
door MARIE
DEBELMONTE
Door
MARK CHANNING
77)
HOOFDSTUK XLIII.
Terug in de bergen.
Een wonderlijk kalmeerend gevoel van
onmacht; het contact met het water, dat
hen meesleurde; de onbekende toekomst;
een plotselinge val in ijskoude duisternis
dit alles tezamen deed Colin Gray en
Diana niet het besef verliezen van hun
harten, die klopten, van het leven, dat ze
op het punt stonden van te verlaten: ze
waren samen en indien de Dood er was,
dan trotseerden ze hem samen, bewust van
vereenigd te zijn. Hij voelde haar gezichtje
tegen het zijne. De kou van het water be
gon invloed uit te oefenen op de longen
van Gray. Toen de aandrang van den
stroom, die hen voortstuwde, begon af te
nemen, kwamen de omstrengelde lijven
naar boven en doken plotseling op in een
wereld, waar daglicht was en zuivere lucht.
Ze bevonden zich midden in een meer,
idat op ongeveer een mijl afstand van het
Paleis van den Spiegel lag.
Half versuft zwom Gray naar den oever
met de bewustelooze Diana in zijn arm.
Zoodra hij veilig en wel aan land was ge
komen, viel hij op zijn beurt in onmacht.
Toen hij weer bij zijn positieven kwam,
lag hij uitgestrekt onder eenige struiken;
Limbu en Diana wreven hem de handen;
Diana's' bleekheid ontstelde hem, doch naar
mate hij bijkwam, kleurden zich de wangen
van het jonge meisje. Merkwaardig genoeg
was zij het eerst tot bezinning gekomen,
dank zij de primitieve, maar energieke po
gingen van Limbu, die op zijn manier
kunstmatige ademhaling had toegepast. De
Gurkha, die langs een anderen arm van de
rivier boven den grond was gekomen,
scheen niets te weten van zijn afmattend
avontuur.
't Was in den namiddag er snikheet.
De zon verborg zich achter dreigende wol
ken, loodgrijs en purper, met hier en daar
zilverachtige strepen, die massief leken.
Een dichte nevel hing over het daL
Sinds den vorigen avond had niemand
gegeten: doch vóór ze op zoek naar iets
eetbaars gingen, was 't zaak een schuil
plaats te vinden, waarin ze konden uitrus
ten. Gelukkig zagen ze een dicht kreupel-
boschje, geschikt om in te kruipen en tot
den avond verborgen te blijven. Beide
mannen ruimden uit een ondiepen kuil
steenen en doornen op en met wat droge
bladeren maakten ze een eenvoudige leger
stee voor Diana, die zich dankbaar erop
uitstrekte en terstond in slaap viel.
„We zullen den pas bij donker overtrek
ken, Limbu", fluisterde Gray.
„De wachtposten op den pas zijn ver
dubbeld, sahib", antwoordde de Gurkha
bedenkelijk, bezig op een gladden steen de
punt van zijn dolk te slijpen.
„Verdubbeld of niet verdubbeld, er over
moeten we!" verkondigde Gray energiek.
„Ze zullen het dal wel afzoeken".
„Zouden ze niet denken, dat we ver
dronken zijn, sahib?" opperde Limbu snug
ger. „Een oogenblik waren we er na aan
toe".
„De miss sahib, Limbu, heeft absoluut
rust noodig. Voedsel en een verblijfplaats,
anders zou ze ziek worden, en zaten wij er
leelijk in".
De Gurkha antwoordde niet. Over het
struikgewas heen tuurde hij naar een bijna
onzichtbare opening tusschen de bergen,
die de pas was.
„Er zijn hier in dit land geen witte vo
gels, wel sahib?"
,,'t Zomers niet", antwoordde Gray, hem
onderzoekend aankijkend, ,,'s Winters zijn
er witte ganzen. Waarom?"
„Maar een gans is geen witte spiraal?"
Gray beschouwde zijn oppasser, zich af
vragend of alle doorgestane ontberingen
hem in het hoofd geslagen waren.
Limbu doorstond den blik bedaard.
„Kijk, sahib!" riep hij, met een vinger
naar den pas wijzend. „Daar! Tegen die
donkere wolk!"
„Ik zie een kleine witte kolom", ant
woordde Gray met zijn hand boven zijn
oogen. „Wat bedoel je?"
Limbu lachte even.
„Dat is de rook van een shrapnell, sahib!
Kolonel Haughton is aan de andere zijde
van den pas. En daar is dan ook dat onge-
luksjong, Ram Dutt, de stalknecht, aan
wien ik haar teugels heb toevertrouwd".
Zijn gezicht betrok.
„De teugels van wie toevertrouwd aan
wien?" vroeg Gray afgetrokken, zijn oogen
strak gericht op den pas.
Hij kwam niet op de gedachte, dat de
Gurkha doelen zou op zyn eigen merrie
Leïla.
„Zou 't werkelijk een shrap Verdui
veld, Limbu, je hebt gelijk!"
Een rookkrul steeg spiraalsgewijs op uit
den pas en dreef nu als een kleine witte
ring, die zich afteekende tegen den achter
grond van donkere wolken. De Engelsche
mitrailleuses schoten op de wachtposten.
De afstand en een beetje tegenwind ver
klaarden, waarom het geluid van het
schieten niet tot de vluchtelingen door
drong.
„Op het oogenblik kunnen we niets
doen, sahib", merkte Limbu rustig op.
„Gaat u slapen, ik zal wakker blijven".
Gray nam het aan. Indien hij niet een
beetje rust nam, dan zou hij niet in staat
zijn. al had hij ook nog zoo'n krachtig
gestel, het hoofd te bieden aan alle ver
moeienissen, die hen nog wachtten.
Voor het eerst sedert dagen kwam een
glimlach van verrukking op Limbu's ge
zicht, toen hij zijn sahib hoorde mompelen:
„Jij, een inlander, weet niet wat ver
moeidheid beteekent!"
Bij Gray's ontwaken was het zware wol
kendak, dat sedert den ochtend op het dal
drukte, nog niet veranderd. De zon scheen
pas onder, toch was het al nevelig en don
ker. Diana sliep nog. Van Limbu geen
spoor.
Een oogenblik later hoorde Gray eenig
geritsel in het kreupelbosch. Haastig kwam
hij overeind, al zijn zenuwen gespannen.
Wapens had hij niet: de dolk van den
Cobra lag ergens op den bodem van de
rivier
Limbu, die op jacht naar iets eetbaars
geweest was, keerde terug. Zonder woor
den vertoonde hij zes vijgen en een dikken
koek van ongerezen deeg.
„Waar heb je die opgedoken?" infor
meerde Gray.
„Ik heb ze iemand afgenomen, die nooit
meer honger zal hebben", antwoordde de
Gurkha, trommelend met zijn dolk. „Ik had
ook nog een van zijn geiten kunnen mee
nemen, maar we hebben geen vuur!"
Nadat Gray het proviand in drie gelijke
porties verdeeld had, wekte hij Diana...
Tenslotte konden zij door duisternis en
nevel beschermd hun weg onbevreesd ver
volgen. Omzichtig kropen ze uit 't struik
gewas, en daarop kozen ze dat gedeelte
van het terrein, dat het laagst gelegen was.
Uren achtereen liepen ze door, af en toe
even stilstaande, wanneer Limbu op ver
kenning vooruit ging.
Eindelijk bereikten ze de bergen en be
gon een steile klim.
Rechts boven hen flikkerden ontelbare
oranjeachtige lichtjes, de vuren van de
mannen van den Cobra, die op bevelen
wachtten. Indien die kwamen, van wien
zouden ze dan afkomstig zijn? vroeg Gray
zich af.
Om Diana vorderden ze slechts lang
zaam. De krachten begonnen haar te bege
ven, heele einden had ze 'n steuntje noo
dig, wat soms heel bezwaarlijk was. Bo
vendien moesten ze er voor zorgen dood
stil te zyn, waardoor ze ook niet opschieten
konden.
De onvermoeibare Limbu verdween tel
kens om een mogelijken vijand op te spo
ren.
„Pst!" riep de Gurkha, by wijze van
waarschuwing.
Gray en Diana bleven staan; ze durfden
nauwelijks ademhalen. De kleine gestalte
dook op uit de duisternis.
„We zyn al door de wachtposten! Op
twee honderd vijftig myl, sahib, staat een
woning!"
(Wordt vervolgd).