s VORS COBRA He* centraal vliegveldplan der regeering. SeuitieioH Binnenland De nadeelen zouden niet opwegen tegen de voordeelen. Defensiebelang secundair. f. De belangen van defensie zijn in dit vraagstuk secundanr. Als 'n centraal vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart tot stdnd komt en uit dien hoofde Schip hol zijn beteekenis voor de burgerlijke luchtvaart mocht verliezen, zou thans, nu de aanleg van één of meer militaire vliegvelden, als gevolg van de uitbrei ding van de militaire luchtmacht, nog slechts in voorbereiding is, bij de uit werking van de plannen met het voor militaire doeleinden beschikbaar komen van Schiphol rekening kunnen worden gehouden. ®©9ssgoc JlaAiopcoycaitwiCr 2 Woningen in de asch gelegd. TWEEDE BLAD. Op de vragen van den heer van den Tempel (s.d.) in verband met de stich ting van een nieuwe centraal vliegveld voor de burgerlijke luchtvaart, heeft de minister van waterstaat, van Buuren, als volgt geantwoord: De regeering heeft in beginsel besloten de stichting te bevorderen van een luchtvaart terrein, dat centraal zal zijn gelegen ten op zichte van Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage en dat bedoeld is te zijn de eenlge luchthaven des lands voor het groote internationale verkeer met landvliegtuigen. Diverse overwegingen. By aanvaarding van dit beginsel heeft de regeering zich doen leiden door de volgende overwegingen: a. Bij de voortschrijdende ontwikkeling van de luchtvaart (n.L door groote en snelle verkeersvliegtuigen) is er op den duur in een klein land als het onze geen plaats voor twee groote luchtvaartterreinen, zoo dicht bij elkaar (50 K.M.), welke beide bedoelen met de sischen van dat verkeer rekening te houden. Voorts zal één terrein de kosten en het tijdverlies, verbonden aan het uitvoeren van een tusschenlanding op een tweede op zoo korten afstand gelegen luchtvaartterrein be sparen. Concentratie op één vliegveld zal leiden tot aanmerkelijke besparingen voor de K.L.M. De veiligheid b. Vast staat, dat de exploitatie van lucht vaartterreinen voor het internationale ver keer steeds hoogere eischen zal stellen aan veiligheidsinrichtingen en verdere voorzie ningen. Wegens de grootte der kapitalen, welke in dergelijke terreinen nog zullen moeten worden gestoken, bestaat, aldus de regeering, geen uitzicht op de mogelijkheid van loonende exploitatie. c. Het staat vast, dat het in 'n betrekke lijk klein gebied alleen dan mogelijk is de grootst mogelijke veiligheid te bereiken, wanneer er eenheid is in de leiding van het luchtverkeer, als kruising van luchtlijnen op betrekkelijk korten afstand van een luchthaven wordt vermeden, evenals het overlappen of zelfs maar aan elkaar grenzen van de naderingsgebieden van luchtvaart terreinen. Defensie-belangen secundair. Mocht het departement van defensie zich reeds van de noodig geachte vliegvelden [volledig hebben voorzien, dan zou uiteraard van aankoop van Schiphol geen sprake meer kunnen zijn. Bij het departement van defensie is voor keur van het eene militaire luchtvaartter rein boven het andere niet in het geding. Ten aanzien van Schiphol kan worden 'gezegd, dat het een belangrijke outillage be zit, welke uiteraard voor militair gebruik van groote beteekenis zal kunnen zijn. An derzijds heeft Schiphol zich, ten gevolge van een jarenlang gebruikt, in hoofdzaak aan de eischen van het burgerlijk luchtver keer aangepast. Wat een nieuw militair vliegveld aangaat, uiteraard kan bij het aan leggen daarvan volledig rekening worden gehouden met de eischen van den militairen vliegdienst. De meenig van Amsterdam en Rotterdam. De regeering is bekend met de meening van de gemeenten van Amsterdam en Rot terdam, dat door het verlies van een in de onmiddellijke nabijheid van elk dier ge meenten gevestigd luchtvaartterrein de be langen dier gemeenten zouden worden ge schaad. Uiteraard kan niet worden ontkend, dat tegenover de voordeelen van con centratie in den aanvang enkele nadee len kunnen staan als gevolg van den overgang naar den nieuwen toestand. Naar het oordeel der regeering zullen de belangen van de gemeenten Amsterdam en Rotterdam echter op den duur het best ge diend zijn door het bestaan van één enkel centraal luchtvaartterrein, waarop alle be langrijke luchtverbindingen geconcentreerd zijn en waar de meest geperfectionneerde inrichtingen voor de veiligheid aanwezig zijn. Aan den iets grooteren afstand tot het centrale vliegveld kunnen voor de deel neming aan het luchtverkeer volgens de regeering geen overwegende bezwaren zijn verbonden, daar het vliegveld op een af stand van ongeveer een half uur per auto van het centrum van Amsterdam en Rot terdam zal verwijderd liggen, hetgeen niet anders dan normaal te achten is. Ontkend wordt niet, dat de concentratie van het luchtverkeer aan beide steden eenige bedrijvigheid zal onttrekken. Tijdsverlies op de korte afstanden Het binnenlandsch luchtverkeer wordt slechts over vrij korte afstanden uitge oefend; hierdoor en tevens door de steeds voortschrijdende verbetering van de trein en autoverbindingen zijn aan de ontwikke ling van dit luchtverkeer zeker grenzen ge steld. Bij concentratie op één luchtvaart terrein zal het tijdverlies ten gevolge van de vergrooting van den afstand tot de centra van Amsterdam en van Rot terdam in verhouding tot de korte vlieg- tijden meer beteekenen dan te aanzien van het luchtverkeer over grootere af standen. Zal dus in enkele gevallen, waarin de luchtverbinding over kleine afstanden een aanzienlijke tijdbesparing geeft, de uit oefening van het binnenlandsche luchtver keer iets ongunstiger worden, daartegenover staat, dat met een centraal vliegveld de binnenlandsche luchtlijnen als aanvoer lijn en in beteekenis winnen. Géén kostbaar experiment? De regeering kan niet inzien, dat de aan leg van een geheel nieuw centraal lucht vaartterrein in de plaats van de bestaande luchtvaartterreinen Waalhaven en Schiphol, wanneer die terreinen worden overgenomen door het departement van defensie, een zeer kostbare proefneming zou beduiden. Zooals is uiteengezet, is een van de beweegredenen van de regeering bij haar besluit om in be ginsel dien aanleg te bevorderen juist ge weest, dat daardoor besparing zou worden bereikt en dat de mogelijkheid van renda bele exploitatie zal worden vergroot. De aan Schiphol ten koste gelegde bedragen zijn, voor zoover het de waarde betreft, welke dat luchtvaartterrein voor het depar tement van defensie vertegenwoordigt, bij een oplossing, als hiervoor omschreven, niet als verloren te beschouwen. VERGADERING ALG. NED. TYPOGRAFENBOND. Jaarverslag 1937 Nadat de bondsvoorzitter zijn openings rede had gehouden, sprak hij de buiten- landsche gasten, vertegenwoordigers van typografenorganisaties uit Engeland, Frankrijk, Tsjecho-Slowakije, Zweden, Noorwegen, België en Luxemburg, toe, die daarop allen met een korte rede antwoord den. Hierna werden de jaarverslagen over 1936 en 1937 goedgekeurd. Uit het jaarverslag van 1937 bleek dat het ledental tot 11047 gestegen was. Zoowel het vakstudie- als het jeugdwerk ondergingen uitbreiding. De ledenaanwas is het sterkst geweest bij jongeren van 14 tot 17 jaar. Het aantal werkloozen verminderde. Het aantal werkloosheidsdagen bedroeg 596.180 tegen 635.545 in 1936. Het bedrag der uit- keeringen beliep 131.348, hetgeen 727 minder was dan in 1936. Alleen in de vak groep broekdrukkers was het aantal werk loozen grooter. Het pensioenfonds, dat in 1937 voor den vijfhonderdsten keer aan een der verze kerden pensioen toekende, bezit een ver mogen van 7.500.000. Het '-ermogen van het boekbinderspensioenfonds bedraagt ongeveer 28000. De toestand in het be drijf is in 1937 voor de boekbewerkers gunstiger geweest, hetgeen bleek uit het grooter aantal orders. In het financieel verslag merkte de pen ningmeester, de heer H. Korte Ji\ op, dat de terugslag van de crisis op de bonds- financiën in 1937 minder groot is geweest dan vorige jaren. De contributies stegen tot 275.022. Aan rente werd 95.103 gekweekt. Toch sloot de bondskas met een tekort van 10.000, welk bedrag uit het reservefonds werd geput. De rekening van de werkloozenkas sloot met een batig saldo van f 53.483. Het re servefonds had een overschot van 19.603. Het gezamenlijk vermogen van de ver schillende fondsen nam in 1937 met 86.134 toe en steeg van 2.462.995 1936 tot 2.549.129 in 1937. Na enkele discussies werd de vergade ring tot heden verdaagd. m INTERNATIONAAL JEUGDVERKEER. Het bevorderen van een vriendschappelijk verkeer tusschen de Nederlandsche en bui- tenlandsche jeugd is een doel, dat thans meer dan ooit aanmoediging verdient. En vereenigingen, die dit doel beoogen en zoo goed mogelijk nastreven," verdienen 'zeker bekendheid en steun. Daaronder behoort de Vereeniging voor Internationaal Jeugdverkeer te Leiden, Wit te Rozenstraat 56a, die helaas nog telkens moet hooren: Had ik madT eerder geweten, dat zulk een vereeniging bestaat! En dat, ondanks de duizenden correspondentie adressen, die z(j jaarlijks verstrekt, de tien tallen groepreizen, die zij heeft georgani seerd, de vele uitwisselingen van Nederland sche jongelui met jonge buitenlanders, die In elkaar's families gelogeerd hebben en el- Woensdag 15 Juni. HILVERSUM, 301,5 M. (VARA- uitz.) 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 9.30 Keukenpr. 10.— VPRO-morgenwij- ding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedr. 12.Gr.pl. (12.15 Ber.) 12.45 De Ramblers. 1.15—1.45 Orgelspel. 2.Knipcursus. 2.30 Gr.pl. 3.Voor de kinderen. 5.30 Gr.pl. 6.De Ramblers. (6.30 R. V. U.: Van New York naar New- Orleans, causerie). 7.Gr.pl. 7.06 Vocaal concert. (7.30 VPRO: Gees telijke leidslieden der eeuwen: I. De Evangelist Johannes, cyclus). 8.05 Herh. SOS- en 8.07 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 Sylvia-Amuse mentsorkest en solist. 8.45 Radio- tooneel. 9.15 VARA-orkest. 10. ANP-ber. 10.05 Fantasia. 10.30 Or gelspel. 11.Schaaknieuws. 11.05 12.Gr.pl. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (NCRV-uitz.) 8.— Schriftlezing, meditatie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30 Ge- lukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.Gr.pl. 11.15 Zang en piano. 12.— Ber. 12.15 Gr.pl. 1.— Orgel- sspel. 2.Gr.pl. 2.15 Trio Beute- Zepparoni-Hemerik en gr.pl. 3.30 Gr.pL 3.45 Zang met planobegelei ding. 4.45 Gelukwenschen. 5. Voor de kinderen. 5.45 Gr.pl. (6.30 Onderwijsfonds voor de scheep vaart: Taalles en causerie tfver het binnenaanvaringsregl.) 7.Ber. 7.15 Land- en tuinbouwpr. 7.45 Rep. 8.05 ANP- en herh. SOS-ber. 8il5 Gr.pl. 8.30 Mandoline-ensemble Ars et Labor. (9.9.30 Deel.) 10. ANP-ber. 10.05 Voor amateur-foto grafen. 10.20 Gr.pl. 10.45 Gymnas tiekles. 11.Gr.pl. Ca. 11.5012. Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.20—11.50 Gr.pL 12.10 Julius Kantrovitch en zijn orkest. 12.50 Zang aan de vleu gel. 1.05 Deel. 1.20—2.20 BBC- Northern orkest en solist. 3.10 De Wessex Players. 3.35 Sectie van het BBC-Northern Ireland-orkest en soliste. 4.05 Causerie over hobbies. 4.205.10 Vesper. 5.20 Gr.pl. 5.40 L. Praeger en zijn Band. 6.20 Ber. 6.40 Landbouwpr. 7.BBC-orkest en solist. 7.50 BBC-Theaterorkest en soliste. 8.20 Geraldo en zijn con certorkest, sectie van het BBC- Mannenkoor en solisten. 9.20 Ber. 9.40 BBC-Variété-orkest, -koor en solisten. 10.20 3de acte van de opera La Bohème. 10.50 BBC-Harmonie- orkest. 11.35 Oscar Rabin en zijn Romany Dance Band. 11.5012.20 Jazzmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.55—9.05, 10.30 en 11.20 Gr.pl. 12.35 Populair concert. (1.50 Zang). 3.05 Cello- voordr. 3.20 en 4.20 Zang. 5.20 Can- trelle-orkest. 8.50 Zang. 9.20 Va- riété-progr. 10.50 Gr.pl. KEULEN, 456 M. 6.50 Rheinische Landesorkest. 8.50 Gouworkest Silezië. 12.20 Omroepkleinorkest. 2.30 Vroolijk concert. 4.50 Gr.pL 6.50 Madrigaalkoor München-Glad- bach. 7.30 Omroeporkest. 8.50 Leo Eysoldt's dansorkest. 9.20 Ryks- uitz.: Volksliederenconcert. 9.50 Viool en piano. 10.35 Gr.pL 10.50 Farkas Miska's orkest. 12.203.20 Omroepdansorkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep orkest. 1.50—2.20 Gr.pL 5.20 Om roeporkest. 6.50 Gr.pL 7.20 Zang. 8.20 De Stafmuziek van 't 8e Linie regiment mmv. solisten. 10.5011.20 Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en I.30 Ludo Langlois' orkest. 1.50 2.20 Gr.pL 5.20 Gr.pL met toelich ting. 6.35, 7.05 en 7.35 Gr.pL 8.20 Der Zarewitsch, operette. 10.30 II.20 Dansmuziek (gr.pl.) DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Het Petzelt-saxofoonkwartet en solisten. 8.20 Ber. 8.35 Blaasconcert. 9.20 Rijksuitz.: Volksliederencon cert. 9.50 Gr.pL 10.20 Ber. 10.40 Sportrep. 10.50 Viool en piano. 11.05 Ber. 11.20 Omroepkleinorkest en solisten. 12.202.20 Omroepdans orkest en solisten. (1.151.26 Tijd sein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, Luxem burg 10.2010.30, Parijs R. 10.30— 12.05, Radio PTT Nord 12.0512.20, Keulen 12.2013.20, Brussel VI. 13.20—14.20, Keulen 14.20—15.20, Parijs R. 15.2015.35, D.sender 15.35—16.20, Droitwich 16.2017.20, Brussel Fr. 17.20—18.20, Radio PTT Nord 18.2018.50, Keulen 18.50 19.10, Luxemburg 19.102020, Brussel Fr. 20.2022.20, Brussel VL 22.20—22.50, Boedapest 22.50—23.20 Keulen 23.20—24.—. Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Nor- mandië 9.20—10.35, Lond. Reg. 10.35 13.20, Droitwich 13.2014.20, Lond. Reg. 14.2017.20, Droitwich 17.20—24.—. kanders land en bewoners goed hebben lee- ren kennen! Dit jaar heeft „Internationaal Jeugdver- keer" weer reizen naar tien landen op haar programma, reizen van groepen jonge Neder landers naar plaatsen, waar zij jonge men- schen van verschillende nationaliteiten zul len ontmoeten. En de Vereeniging heeft dit jaar zelf een „kamp" in het „Haags Jeugd huis" onder Noordwijkerhout, waar van 16 Juli tot 27 Augustus Nederlandsche en bui- tenlandsche jongelui zullen bijeenkomen, el kaar zullen leeren kennen en zien, dat zij goed met elkaar opschieten. De Pinksterbijeenkomst, die te kort was om veel buitenlanders te trekken er wa ren toch nog een paar Engelschen, twee Bel gen en een Zwitser is een groot succes ge weest; dezen zomer zal 't by voldoende deel name niet anders zijn. Z«iti*n perionen dakloos Gistermiddag heeft te Borne (Ov.) een felle brand gewoed, waardoor twee wo ningen in de asch zijn gelegd, en zestien personen dakloos zijn geworden. De brand ontstond omstreeks drie uur in het woonhuis der familie Schuur, gelegen aan den Oude Deldenscheweg 82. De brandweer werd onmiddellijk gealar meerd, doch toen deze ter plaatse verscheen bleek, dat het materiaal niet behoorlijk functioneerde. Daar er bovendien in de omgeving niet voldoende bluschwater aan wezig was, duurde het geruimen tijd, voor dat men met de blussching een aanvang kon maken. Inmiddels had het vuur zoo snel om zich heen gegrepen, dat ook de belendende wo ning van de familie Leferink werd aange tast. Beide woningen brandden tot den grond toe af, terwijl de geheele inboedel een prooi der vlammen werd. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. Ver zekering dekt de schade. MUTATIES BIJ DE LUCHTDOEL ARTILLERIE. Bij K. B. van 9 Juni 1938 zijn met ingang van 15 Juni 1938 benoemd en aangesteld: Tot commandant van de brigade lucht doelartillerie, de kolonel J. M. Ridder van Rappard, commandant van het korps lucht doelartillerie, zulks onder eervolle onthef fing uit zijn tegenwoordig commando. Tot luitenant-kolonel, commandant van het 2de regiment luchtdoelartillerie, de majoor L. P. Schmidt, van het 2de regiment veldartillerie, en tot majoor bij het 2de regiment luchtdoelartillerie de kapitein A. A. van Oorschot van het korps lucht- doelartillerie. Zooals bekend wordt dit regiment medio 1939 te Alkmaar gelegerd. N«<L bewerking door MARIE DEBELMONTE Door MARK CHANNING 77) HOOFDSTUK XLIII. Terug in de bergen. Een wonderlijk kalmeerend gevoel van onmacht; het contact met het water, dat hen meesleurde; de onbekende toekomst; een plotselinge val in ijskoude duisternis dit alles tezamen deed Colin Gray en Diana niet het besef verliezen van hun harten, die klopten, van het leven, dat ze op het punt stonden van te verlaten: ze waren samen en indien de Dood er was, dan trotseerden ze hem samen, bewust van vereenigd te zijn. Hij voelde haar gezichtje tegen het zijne. De kou van het water be gon invloed uit te oefenen op de longen van Gray. Toen de aandrang van den stroom, die hen voortstuwde, begon af te nemen, kwamen de omstrengelde lijven naar boven en doken plotseling op in een wereld, waar daglicht was en zuivere lucht. Ze bevonden zich midden in een meer, idat op ongeveer een mijl afstand van het Paleis van den Spiegel lag. Half versuft zwom Gray naar den oever met de bewustelooze Diana in zijn arm. Zoodra hij veilig en wel aan land was ge komen, viel hij op zijn beurt in onmacht. Toen hij weer bij zijn positieven kwam, lag hij uitgestrekt onder eenige struiken; Limbu en Diana wreven hem de handen; Diana's' bleekheid ontstelde hem, doch naar mate hij bijkwam, kleurden zich de wangen van het jonge meisje. Merkwaardig genoeg was zij het eerst tot bezinning gekomen, dank zij de primitieve, maar energieke po gingen van Limbu, die op zijn manier kunstmatige ademhaling had toegepast. De Gurkha, die langs een anderen arm van de rivier boven den grond was gekomen, scheen niets te weten van zijn afmattend avontuur. 't Was in den namiddag er snikheet. De zon verborg zich achter dreigende wol ken, loodgrijs en purper, met hier en daar zilverachtige strepen, die massief leken. Een dichte nevel hing over het daL Sinds den vorigen avond had niemand gegeten: doch vóór ze op zoek naar iets eetbaars gingen, was 't zaak een schuil plaats te vinden, waarin ze konden uitrus ten. Gelukkig zagen ze een dicht kreupel- boschje, geschikt om in te kruipen en tot den avond verborgen te blijven. Beide mannen ruimden uit een ondiepen kuil steenen en doornen op en met wat droge bladeren maakten ze een eenvoudige leger stee voor Diana, die zich dankbaar erop uitstrekte en terstond in slaap viel. „We zullen den pas bij donker overtrek ken, Limbu", fluisterde Gray. „De wachtposten op den pas zijn ver dubbeld, sahib", antwoordde de Gurkha bedenkelijk, bezig op een gladden steen de punt van zijn dolk te slijpen. „Verdubbeld of niet verdubbeld, er over moeten we!" verkondigde Gray energiek. „Ze zullen het dal wel afzoeken". „Zouden ze niet denken, dat we ver dronken zijn, sahib?" opperde Limbu snug ger. „Een oogenblik waren we er na aan toe". „De miss sahib, Limbu, heeft absoluut rust noodig. Voedsel en een verblijfplaats, anders zou ze ziek worden, en zaten wij er leelijk in". De Gurkha antwoordde niet. Over het struikgewas heen tuurde hij naar een bijna onzichtbare opening tusschen de bergen, die de pas was. „Er zijn hier in dit land geen witte vo gels, wel sahib?" ,,'t Zomers niet", antwoordde Gray, hem onderzoekend aankijkend, ,,'s Winters zijn er witte ganzen. Waarom?" „Maar een gans is geen witte spiraal?" Gray beschouwde zijn oppasser, zich af vragend of alle doorgestane ontberingen hem in het hoofd geslagen waren. Limbu doorstond den blik bedaard. „Kijk, sahib!" riep hij, met een vinger naar den pas wijzend. „Daar! Tegen die donkere wolk!" „Ik zie een kleine witte kolom", ant woordde Gray met zijn hand boven zijn oogen. „Wat bedoel je?" Limbu lachte even. „Dat is de rook van een shrapnell, sahib! Kolonel Haughton is aan de andere zijde van den pas. En daar is dan ook dat onge- luksjong, Ram Dutt, de stalknecht, aan wien ik haar teugels heb toevertrouwd". Zijn gezicht betrok. „De teugels van wie toevertrouwd aan wien?" vroeg Gray afgetrokken, zijn oogen strak gericht op den pas. Hij kwam niet op de gedachte, dat de Gurkha doelen zou op zyn eigen merrie Leïla. „Zou 't werkelijk een shrap Verdui veld, Limbu, je hebt gelijk!" Een rookkrul steeg spiraalsgewijs op uit den pas en dreef nu als een kleine witte ring, die zich afteekende tegen den achter grond van donkere wolken. De Engelsche mitrailleuses schoten op de wachtposten. De afstand en een beetje tegenwind ver klaarden, waarom het geluid van het schieten niet tot de vluchtelingen door drong. „Op het oogenblik kunnen we niets doen, sahib", merkte Limbu rustig op. „Gaat u slapen, ik zal wakker blijven". Gray nam het aan. Indien hij niet een beetje rust nam, dan zou hij niet in staat zijn. al had hij ook nog zoo'n krachtig gestel, het hoofd te bieden aan alle ver moeienissen, die hen nog wachtten. Voor het eerst sedert dagen kwam een glimlach van verrukking op Limbu's ge zicht, toen hij zijn sahib hoorde mompelen: „Jij, een inlander, weet niet wat ver moeidheid beteekent!" Bij Gray's ontwaken was het zware wol kendak, dat sedert den ochtend op het dal drukte, nog niet veranderd. De zon scheen pas onder, toch was het al nevelig en don ker. Diana sliep nog. Van Limbu geen spoor. Een oogenblik later hoorde Gray eenig geritsel in het kreupelbosch. Haastig kwam hij overeind, al zijn zenuwen gespannen. Wapens had hij niet: de dolk van den Cobra lag ergens op den bodem van de rivier Limbu, die op jacht naar iets eetbaars geweest was, keerde terug. Zonder woor den vertoonde hij zes vijgen en een dikken koek van ongerezen deeg. „Waar heb je die opgedoken?" infor meerde Gray. „Ik heb ze iemand afgenomen, die nooit meer honger zal hebben", antwoordde de Gurkha, trommelend met zijn dolk. „Ik had ook nog een van zijn geiten kunnen mee nemen, maar we hebben geen vuur!" Nadat Gray het proviand in drie gelijke porties verdeeld had, wekte hij Diana... Tenslotte konden zij door duisternis en nevel beschermd hun weg onbevreesd ver volgen. Omzichtig kropen ze uit 't struik gewas, en daarop kozen ze dat gedeelte van het terrein, dat het laagst gelegen was. Uren achtereen liepen ze door, af en toe even stilstaande, wanneer Limbu op ver kenning vooruit ging. Eindelijk bereikten ze de bergen en be gon een steile klim. Rechts boven hen flikkerden ontelbare oranjeachtige lichtjes, de vuren van de mannen van den Cobra, die op bevelen wachtten. Indien die kwamen, van wien zouden ze dan afkomstig zijn? vroeg Gray zich af. Om Diana vorderden ze slechts lang zaam. De krachten begonnen haar te bege ven, heele einden had ze 'n steuntje noo dig, wat soms heel bezwaarlijk was. Bo vendien moesten ze er voor zorgen dood stil te zyn, waardoor ze ook niet opschieten konden. De onvermoeibare Limbu verdween tel kens om een mogelijken vijand op te spo ren. „Pst!" riep de Gurkha, by wijze van waarschuwing. Gray en Diana bleven staan; ze durfden nauwelijks ademhalen. De kleine gestalte dook op uit de duisternis. „We zyn al door de wachtposten! Op twee honderd vijftig myl, sahib, staat een woning!" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6