VORS COBRA Wijziging omzetbelasting aan de orde 8 PARLEMENT Onbillijkheden wegnemen en 7.5 millioen méér opbrengst. Vele vrijstellingen gevraagd. ^Binnenland Moord en poging tot zelfmoord. Drama te Rotterdam. I OPEL vanai I 1195.- Nassau Garage - Alkmaar. HeuiMeton TWEEDE BLAD. (Van onzen parlementairen medewerker.) De Tweede Kamer is gistermiddag be gonnen met de technische herziening van de Omzetbelastingwet. Een herziening die niet zóó technisch is of de minister van financiën weet er nog een voordeel van 1X millioen uit te slaan! Waarbij dan nog komt dat van de gelegenheid tegelijk ge bruik wordt gemaakt, om de wet met 5 jaar te verlengen, waar ze anders op 31 Dec. van dit jaar zou afloopen. Het eene is even noodig als het andere, want de schatkist kan de belangrijke bate dezer belasting niet missen en de practijk van vier jaren omzetbelasting heeft aange toond, dat er leemten gevuld en ongelijk heden behooren te worden weggenomen. Sommige bedrijven zijn voordeeliger af dan andere, tengevolge waarvan de belas tingheffing de bestaande concurrentie voorwaarden kan verstoren en ook achtte de minister het gewenscht om den bin- nenlandschen fabrikant niet te doen ach terstaan bij den buitenlandschen produ cent, in verband waarmede hij het bijzon der invoerrecht met een kwart verhoogde. De wensch om de opbrengst van de be lasting te verhoogen komt tot uiting in de bepaling dat belastingheffing zal plaats hebben ook in die gevallen, waarin zulks thans niet mogelijk is, doch niettemin vol gens de bedoeling van den wetgever be hoort te geschieden. Om dit te bereiken worden nieuwe posten ingevoegd of wor den bestaande verhoogd. Een wijziging ter vereenvoudiging van de uitvoering is gelegen in de vervanging van de veelvuldig gebruikte aanslagen door plakzegels. Verder zijn er nog eenige wijzigingen, waarop we niet verder kun nen ingaan, omdat we dan te veel plaats ruimte zouden vergen. We vermelden nog het verbod van reclame te maken met de mededeeling dat de omzetbelasting den klant niet in rekening wordt gebracht. De Tweede Kamer is nooit een hevige voorstandster van de omzetbelasting ge weest. Zij heeft ze indertijd van minister Oud aanvaard, omdat zij in den nood van de omstandigheden evenmin als de regee ring een anderen uitweg zag om aan de noodige geldmiddelen voor de schatkist te komen en dat wel in zeer korten tijd. Zij had de hoop gevestigd op de tijdelijkheid. Als we ons wel herinneren was het jhr. de Geer, die al dadelijk waarschuwde, niet te optimistisch te zijn; dergelijke belastingen, waarvan de opbrengst op tientallen mil- lioenen wordt geraamd (de eerste raming was plm. 80) raakt men niet gauw kwijt! Gistermiddag is er door vele sprekers een hartig woordje over het karakter en de nadeelen van de omzetbelasting, die een zwaren druk op het bedrijfsleven, den middenstand en de gezinnen legt, gezegd. De animo om deze wet te verlengen bleek niet groot te zijn, maar velen moesten ook toegeven, dat de regeering er op 't oogen- blik niet zonder kan en zoo zal de verlen ging met vijf jaar wel worden aanvaard. Algemeen was de aandrang om het aantal vrijstellingen, juist in het belang van de ontwikkeling van het bedrijfsleven en van land- en tuinbouw, om van de belangen der groote gezinnen verder niet te spreken, zooveel mogelijk uit te breiden. De heer van Houten (c.d.u.) had op dit punt zoo veel wenschen, dat men zich afvroeg: blijft er dan nog wel iets belangrijks voor de schatkist over? Zal dus de meerderheid van de Kamer den minister de verlenging wel toestaan, een uit verschillende groepjes samenge stelde minderheid is niet van plan ervóór te stemmen en zal haar stem ongetwijfeld aan de wetswijziging in haar geheel ont houden, eenvoudig omdat zij mordicus tegen de omzetbelasting is. De heer Ker sten (s.g.p.) ziet natuurlijk in, dat hij den minister niet zonder compensatie kan laten en daarom adviseerde hij gisteren den bewindsman het oog nog eens te laten gaan over de kloosterlingen-onderwijzers, de subsidies aan tooneelgezelschappen en symphonie-orkesten e. d., alsof die de ver langde millioenen wel zouden opleveren. De heer Woudenberg (n.s.b.), die de financieele politiek der regeering geheel verwerpt, moet, tout court, van de omzet belasting niets hebben; de heer van Houten wenschte zooveel wijzigingen en geen ver lenging, zoodat van de belasting zelf ook al niet veel overblijft. En dan was er nog een eenzame in de a.r.-fractie, de heer van den Heuvel, die de O. B. het liefst door hooge invoerrech ten (een verhooging met bijv. 80 pet.!) zag vervangen, maar die zooveel werke lijkheidszin bezat, om aan het einde van de uiting van zijn persoonlijke meening te verklaren, dat hij zich bij het geval zou neerleggen, zich overigens aansluitend bij het betoog van zijn fractiegenoot Wage naar, die met grooten nadruk den minister voorhield, dat over de vrijstellingen bij deze gelegenheid en niet bij een volgende herziening van de omzetbelasting (wan neer de minister, naar vermoed wordt, het percentage van 4 tot 5 pet. gaat verhoogen ter verdere dekking van de defensie-uit gaven) een beslissing zou moeten worden genomen. Daar die wensch juist uit een mr. de Wilde welgezinden hoek kwam, wint ze aan beteekenis. De heer Wagenaar maakte slechts deze restrictie, dat de vrijstellingen natuurlijk zakelijk te ver dedigen zijn en de schatkist niet te groot nadeel bezorgen. Zooals men ziet hebben die vrijstellin gen een vooraanstaande plaats in de dis cussie ingenomen; algemeen ook was de aandrang om reeds nu erover te beslissen. Men had ook min of meer den indruk, dat het zinspelen op meer vrijgevigheid door den minister in zijn memorie van ant woord voor het geval de regeering nog een verhooging van de O. B. zou voorstellen, het uitwerpen van een spierinkje was om de bekende kabeljauw te vangen, of iets officieeier gezegd: dat de minister van een „do ut des"-politiek niet afkeerig was. Minister de Wilde, die nog even een be gin aan zijn rede maakte, heeft dit voor nemen ten stelligste ontkend. De bedoeling van de zinsnede uit de memorie van ant woord was slechts er op te wijzen, dat er bij verhooging van het heffingspercentage wellicht eenige financieele ruimte komt, die toelaat eenige plooien glad te strijken. Om nu weer tot de discussie terug te keeren: De vrijstellingen welke men het liefst zou zien, zijn het rundvleesch, de boter en het fruit. Er komen er nog wel eenige andere incidenteel bij, zooals de thee, waarop het invoerrecht zwaar drukt en waartegen de heeren ter Laan (s.d.) en Bierema (lib.) zich krachtig keerden, en de machines voor productieve doeleinden, daarbij begrepen de landbouwmachines, wenschen o.a. van de heeren Bierema en Bakker (c.h.) Over het algemeen konden de technische wijzigingen, waar zij leemten vulden of onbillijkheden wegnamen, de Kamer be vredigen. Menigeen had gaarne gewild, dat de minister nog een stapje verder was ge gaan. Waarom de detaillist-fabrikant, de man die iets zelf maakt en over de toon bank verkoopt, niet buiten de omzetbelas ting gelaten? vroegen de heer Bachg (r.k.) en Schilthuis (v.d De poeliers vormen eveneens een groep van winkeliers-fabri kanten, waarmede de omzetbelastingwet geen raad weet, en die eigenlijk ook, vol gens deze leden, onbillijk worden behan deld. In het algemeen meende men dat het kleinbedrijf in verhouding tot het groot bedrijf te zwaar wordt belast. We kunnen er niet aan denken, op aller lei details in te gaan. We moeten ons tot de hoofdlijnen beperken. Rest ons nog mede te deelen, dat de heeren Kersten (s.g.p.) en Bierema (lib.) met betrekking tot de lasten, wélke de O. B. op het be drijfsleven legt en die nu nog verzwaard worden, de vrees uitten, dat de minister bezig was de kip met de gouden eieren te slachten! De landelijke rust van Tuindorp Vreewijk te Rotterdam is gisteravond op wreede wijze verstoord. De 34-jarige echtgenoote van den heer Nieuwendijk, die in de keuken bezig was het eten te bereiden, werd onverhoeds door haar 37-jarigen echtgenoot, waarschijnlijk in een vlaag van jalouzie, met een mes aangeval len. Hij sneed haar den hals af, waarna hij zichzelf ernstige verwondingen toebracht. De vrouw had nog de kracht om de keuken uit te loopen, en zich op straat te begeven, waar zij op een tusschenpad I tusschen de tuinen van den Dreef en het Weipad in elkaar zakte en weldra overleed. De dader is per ziekenauto naar het zie- I kenhuis aan den Coolsingel overgebracht. Hij had zich de beide slagaders aan den hals doorgesneden. Zijn toestand is hoogst ernstig. Het echtpaar had vier kinderen, van vijf tot twaalf jaar. De man was langen tijd werkloos geweest en sedert kort bij de werf Gusto te Schiedam in dienst. De politie, die onmiddellijk ter plaatse verscheen, heeft het geheele terrein in de omgeving van de woning afgezet en het uiteraard zeer talrijke publiek op een afstand gehouden. Vlaag van verstandsverbijste ring.' De woningen aan het Weipad zijn kleine arbeiderswoningen. Een ieder heeft daar een vrij huis met een flink stuk tuin. Deze tuinen grenzen aan de tuinen van de Dreef. Daar tusschenin loopt een ongeveer ander halve meter breed pad, dat als achteruit gang dienst doet. Dit achterpad, dat tus schen de heggen van de tuinen inloopt, is het tooneel geweest van het slot van dit drama. Het huwelijksgeluk in dit gezin was ver te zoeken. Man en vrouw leefden vrijwel voortdurend in onmin met elkaar. Dit vond voor een niet gering gedeelte zijn oorzaak in het feit, dat de vrouw veel uitging en de echtelijke ruzies waren dan ook meestal het gevolg van jalouzie van den man. Ook rookte zijn vrouw te veel, volgens zijn zeggen, en zoo had hij aan den drogist, tevens sigarenhandelaar, opdracht gegeven zijn vrouw geen sigaretten meer te ver- koopen. Menigmaal liep de ruzie zoo hoog, dat de politie door de buren te hulp werd geroepen om de twistenden te scheiden. De man was door dit alles erg van streek geraakt. Hij was uaar men vertelt acht jaar werkloos geweest en had nu jongstleden Vrijdag voor het eerst weer werk gekregen bij de werf Gusto te Schie dam, als bankwerker. Den laatsten tijd vooral heeft hij vlagen van groote woede gehad, die reeds veel weg hadden van verstands verbijstering. Het is dan ook zeer wel mogelijk, dat hij, op het moment, dat Vrijdag 17 Juni. HILVERSUM, 301,5 M. (8.—12.— 4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de AVRO van 12.—4.— en de VPRO van 7.309.— uur). 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 10;VPRO-morgenwijding. 10.20 Deel. 10.4C Gr.pl. 11.10 Verv. deel. 11.30 Orgelspel. 12.— Gr.pl. (12.15 Ber.) 12.30 Kovacs Lajos' orkest. 1.15 Gr.pl. 1.45 Verv. con cert. 2.30 Deel. 3.— Variété-progr. 4.Gr.pl. 5.Voor de kinderen. 5 30 Gr.pl. 6.De Ramblers. 6.30 Politiek radiojournaal. 6.50 Ham mond-orgelspel. 7.— De Steunrege ling in de Landbouw, causerie. 7.20 ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Reorganisa tie in de Nederd. Herv. kerk (II), causerie. 8.Viool en piano. 8.30 De positie van de vrijzinnigheid in de Amerikaansche kerk (II), cause rie. 9.VARA-orkest. 10.Frag menten uit de operette Axel an der Himmelstür. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO-avondwijding. 11.Schaak nieuws. 11.05 Esmeralda-septet. 11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55 12— Gr.pl. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (Alg. progr. NCRV). 8— Schrift lezing en meditatie. 8.15 Ber., gr.pl. (9.30 Gelukwenschen). 10.30 Mor gendienst. 11— Gr.pl. 11.15 Cello- voordr. met pianobegeleiding en gr.pl. 12— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30 Ensemble van der Horst en gr.pL 2.30 Christ. Lectuur. 3.Solisten concert en gr.pl. 4.30 Gr.pL 5. Sonora-kwintet en gr.pl. 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7— Ber. 7.15 Lit. causerie. 7.45 ANP- en herh. SOS- ber. 8.Koor van de Nederland- sche Bachver., Utr. Sted. Orkest en solisten. 10.15 ANP-ber. 10.20 Gr. pl. 10.45 De techniek van het zwem men, causerie. 11.Gr.pl. Ca. 11.50 12.Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 12.10 Orgel concert. 12.40 B. Gerhardi en zijn Band. 1.20 A cycling tour of the North, causerie. 1.352.20 Het Birminghamsch Dames-strijkkwar tet en solist. 4.20 Gr.pl. 4.50 Deel. 5 20 't Leslie Bridgewater-kwintet en het Cecilian-trio. 6.20 Ber. 6.45 Inleiding volgende uitz. 6.50 le acte van de opera „Die Meistersinger von Nürnberg". 8.10 Quatre-mains. 8.35 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40 Fact or Fiction? Dragons, discussie. 10.05 Inleiding volgende uitz. 10.10 3e acte van de opera „Die Meister singer von Nürnberg". 11.5512.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 8.55—9.05, 10.10, 11.20 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05 Grpl. 3.05 Zang. 3.20 Violavoordr. 4.35 Zang. 5.20 Casa- desus-trio en zang. 8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. 11.20 Orkestconcert mmv. 't Raugelkoor. KEULEN. 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 en 8.50 Tentoonstellingsorkest. 12.20 Omroeporkest. 2.30 Vroolyk con cert. 4.20 Omroeporkest en solist. 6.20 Pianovoordr. 7.30 Omroep orkest, vroolijk instr. kwartet en solisten. 9.20 Radiotooneel. 10.35 Gr.pl. 11.20 Sted. Orkest van Kre- feld en solisten. 12.203.20 Om roeporkest en solisten. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroep- kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Omroepsalonorkest en soliste. 6.05 Gr.pL 6.50 Omroepsalonorkest en soliste. 8.20 Omroepsymph.-orkest en -gemengd koor mmv. solisten. 9.05 Radiotooneel. 9.20 Verv. con cert. 10.05 en 10.30—11.20 Gr.pL 484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Ed. Loiseau's orkest. 1.502.20 Gr. pl. 5.20 en 6.Omroeporkest. 6.35 Gr.pL 6.50 Piano en zang. 7.35 Het Guller-trio. 8.20 Gr.pL 8.40 Uit Londen: 2e acte van de opera „Die Meistersinger von Nürnberg", 9.55 Gr.pL 10.30 Omroepdansorkest en solist. 11.15 Gr.pL DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. 7.30 Cabaretprogr. 8.30 Ber. 8.40 Jaro Michalek's orkest en solisten. 9.20 Radiotooneel. 10.20 Ber. 10.40 Sportrep. 10.50 Fluit en piano. 11.05 Ber. 11.20 Omroepkleinorkest en orgelspel. 12.202.20 Omroep orkest en solisten. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R. 10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05 —12.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Keulen 14.2015.20, Parijs Radio 15.20—15.35, Radio PTT Nord 15.35 16.20, Droitwich 16.2016.50, Keulen 16.50—17.20, Brussel VI. 17.20—18.35, Brussel Fr. 18.35 19.20, Brussel VI. 19.20—19.50, Lond. Reg. 19.5020.35, Brussel Fr. 20.35 —21.40, Lond. Reg. 21.40—22.20, Brussel VI. 22.20—22.35, Keulen 22.35—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—12.50, Droitwich 12.5013.20, Lond. Reg. 13.20—17.20, Droitwich 17.20—21.40, Stuttgart 21.40—22.05, Droitwich 22.0524. Lijn 5: Diversen. hjj zijn daad volbracht, niet geheel toerekeningsvatbaar geweest is. Ook gistermiddag, toen hij van zijn werk thuis kwam, was zijn vrouw afwezig. Dit schijnt hem zoo opgewonden te hebben, dat, toen zijn vrouw eindelijk naar zijn zin veel te laat thuis kwam, hij haar, naar buren verklaarden, toevoegde: „Snij mij nu maar den hals af". Zijn vrouw ant woordde: „Ik ga liever naar Apeldoorn". Op een gegeven moment kwam het oudste zoontje, een jongen van elf jaar, thuis. Die was buiten aan het spelen geweest en toen hij de kamer binnen kwam stonden zijn ouders bij elkaar. Van een heviger ruzie dan gewoonlijk was geen sprake. De jongen dronk een glas water en toen hij zich omdraaide zag hij, dat zijn vader een groot broodmes nam en zijn moeder den hals afsneed. De jongen snelde weg, ter wijl de vrouw, hevig bloedend den tuin inholde. Aan het eind van dien tuin zakte zij in elkaar en overleed na enkele oogen- blikken. Gew. 800 K.G. Benz. 1 op 12. Op het hulpgeroep van den jongen werd onmiddellijk de politie gewaarschuwd, die in de kamer, waar de verschrikkelijke aan slag gepleegd was, den man hevig bloe dend, buiten bewustzijn, vond liggen. Ook hij had zich den hals afgesneden en lag in een grooten plas bloed. De andere kinderen, vier, zes en zeven jaar oud, waren tijdens het drama niet thuis. Het lichaam van de vrouw, alsmede het mes, waarmede de moord gepleegd is, zijn door de politie in beslag genomen. De politie-geneesheer, dr. J. M. Kolff, heeft een onderzoek ingesteld, terwijl de dactyloscopische dienst, onder leiding van inspecteur J. V. Tas, de noodige fotografi sche opnamen heeft gemaakt. Door MARK CHANNING ,Ned. bewerking door MAR1E (DEBELMONTE 79) „Kolonel Haughton valt den pas tegen den morgen aan", hernam Mercer. „Ik heb geluk. Ik kom juist intijds voor het slotbedrijf! Gis teravond per vliegtuig. Hoe ben je door de wachtposten heen gekomen, Gray?" „Dat weten alleen de hemel en Limbu". Gray glimlachte. „Je doet beter dien braven kerel eens te ondervragen. Wij danken hem ons leven". Mercer keek op zijn horloge; daarop zijn oogen opslaande, zag hij Limbu in de hou ding voor hem staan. „Wel Limbu! Heb jij heldenfeiten uitge haald?" De Ghurka bracht keurig zijn militair sa luut. „Sahib, weet u ook, of by kolonel Haugh ton een zekere Ram Dutt een stalknecht is?" vroeg hij vol spanning. „Ik geloof het wel, waarom?" „De merrie van Gray sahib is bij hem". Majoor Mercer lachte even. Hij begreep 't. „Ja, de merrie is in perfecten welstand". „Dank u, sahib'-', riep Limbu uit en hij slaakte een zucht van verlichting. Onder het praten steeg van uit het dal een hooge vlam op, rood en violet. IJlings draai de Mercer zijn verrekijker naar de richting, waar de ontploffing plaats moest hebben. Indien het licht genoeg was geweest, zou hij een zich heen en weer bewegende spleet van een duizend voet hoogte aan een der flanken van het enorme vooruitstekende rotsgevaarte hebben gezien. De gaping werd breeder, opende zich wijdde ontzaglijke rotsmassa beefde en kwam daarop langzaam wankelende voor ever. Een oogenblik bleef ze onbeweeglijk en stortte vervolgens in. Even later riep een tweede ontzaglijk gerommel echo's op in het omliggende gebergte Een zwart gehandschoende hand, nog on zeker na de bewusteloosheid, wilde de drie stroomwisselaars in de Raadkamer laten functionneeren en ze vergiste zich: het Paleis van den Spiegel sprong in de lucht.... Haastig krabbelde Mercer eenige regels in zijn opschrijfboekje; daarop het blaadje er uit scheurend, vouwde hij het op en gaf het aan zijn oppasser, met bevel het direct naar kolonel Haughton te brengen. Over een half uur zou het licht zijn Eén der eersten, die Gray en Diana ont moetten, na het kamp van kolonel Haughton bereikt te hebben, dat aan de andere zijde van den pas in het open dal lag, was de Rissaldar Sher Singh. „Wat Gouron dji ki Khalsa!" riep de oude Sikh verheugd uit, terwijl hij naar hen toe ging. Gray glimlachte. ,,'t Speet me erg, dat ik u bij die scher mutseling in den steek moest laten, Rissal dar sahib! 't Was de schuld van mijn gids, niet van mij". „Die leelijke dwerg, majoor sahib, is bij ons in het kamp". Gray floot zachtjes. Een dof en lang aangehouden gerommel dreunde door de lucht en de grond onder hun voeten golfde. „Ik ben verheugd, dat u beiden gezond en wel hier bent", zei kolonel Haughton, toen zij bij hem waren. „Wij krijgen een aardbe ving, Gray. Gistermorgen hebben we al een paar vrij hevige schokken gehad, heb je ze gevoeld?" „Ja", antwoordde Gray bedaard, „we heb ben ze gevoeld. Wat dien Mongool betreft, kolonel En met enkele korte woorden vertelde hij van Khoon, wat hij van hem wist. De kolonel lachte grimmig. ,,'t Is ongetwijfeld een doortrapte schurk. Maar hij heeft zich nu bij het gouvernement geschaard, en wij kunnen zoo'n bondgenoot wel gebruiken. We kunnen hem aanklagen voor zijn Verleden, maar in elk geval niet nu". Luid geronk deed hem naar boven kijken. „Ik ben bang, dat onze vliegers met die laaghangende wolken niet veel kunnen on derscheiden". Hij keerde zich om en trok een kaart uit zijn zak. „Breng me een lamp", beval hij den op passer. „En Gray, vertel me nu 's wat van dit dal". Tien minuten later opende de bergbatterij het vuur. Als antwoord op de zwakke stemmen der geweren, doorschokte hevig dondergerom mel de donkere bergen en boorden verblin dende bliksemstralen door de vier windstre ken. De cohorte's van Azraël, den engel des doods, waren ontketend. Hemel en aarde sidderden, als in barens nood. Zelfs de lucht trilde; bij eiken nieu wen schok volgde een lawine van steenen, die verpletterd neerkwamen als puin en lei- steengruis. Er was een hevige wind opgestoken, die wonderbaarlijk hooge, spiraalvormige kolom men van warrelend stof voor zich uit dreef. In het dal stortten ze neer als beschonken Titanen, die zich tegen de flanken der ber gen te pletter hadden geloopen. Aan de andere zijde van den pas joegen stormvlagen van dien alles vernielenden orkaan achter wolken van scherp grint en verstikten en verblindden benden mannen, vrouwen en kinderen, die in panischen angst een uitweg zochten, en trachtten te ontko men aan den oordeelsdag, die nabij scheen. De Noordelijke uitgang van het Dal van den Spiegel was versperd door een brok van den steilen berg, door de aardbeving in de bergengte geworpen. De onderhoorigen van den Cobra, die zich door den dood bedreigd zagen, klauterden bij de verraderlijke hel ling op, maar halverwege werden ze bedol ven onder een nieuwe aardstorting. Ruw be twistten de stoere mannen elkaar eiken vier kanten c.M. grond, en al vechtende vielen ze omlaag te pletter. Willens en wetens dood de de zoon zijn vader; vermoordde de eene vriend den anderen. Nergens vonden die meijschen een schuilplaats: de bergen, die hen gehuisvest hadden en die door hen be bouwd waren, schudden hen ruw van zich af, met de kennelijk bedoeling van ze te wil len dooden, ze te verpletteren onder hun rotsmassa's. En met oorverdoovend gedon der vierden ze hun zegepraal. De Britsche troepen, getuige van het ont zettend schouwspel, zagen opeens de lijn van den horizon veranderen. Een immense vlam in den vorm van een schoorsteenpijp lichtte in de duisternis en de knallende slag van een tweede explosie kwam nog boven het oorverdoovend geratel van den donder uit. De bliksem was in de gasleiding geslagen en had tot stand gebracht, wat de hand, die zich in de Raadkamer vergiste, bedoeld had te doen. De schokken namen af in hevigheid. Toch gleden nog bij tusschenpoozen stroomen lei steen langs de hellingen der bergen omlaag, terwijl de lager gelegen rotsen hun houding van eeuwige rust hernamen. De grauwe en roode kleur van den hemel veranderde in pasteltinten van den dageraad en evenals het trompetgeroffel van 'n wegtrekkend le ger stierf achter de verre bergtoppen het dondergerommel weg. Azraël was voorbij ge trokken en had het land ontvolkt. Het Dal van den Spiegel was voor altijd afgesloten. Gedurende dit schrikaanjagende half uur hadden de linies der Gurkha's, het geweer in rust, bedaard bevelen afgewacht, terwijl de ruiters van den Mir, die lager in het dal waren samengetrokken, trachtten hun ang stige paarden te kalmeeren. Zwak trompetgeschal in de verte blies den aftocht. Toen de lange cavalcade uit de nauwe bergengte, die meer een afgrond was, te voorschijn kwam, waren de eersten, die de daken van de stad Labak, verscholen in een holte van den machtigen Maha Chand, on derscheidden, Colin Gray en Diana Lindsay. Naast elkaar reden ze in de stralende zon. NASCHRIFT. 't Was op het dak van een huisboot, ge meerd in de koele schaduw van een plataan aan den oever van de Jheloem, een rivier in Kaschmir, dat de brief van Chirine den heer en mevrouw Colin Gray bereikte. „Aan mijn lieve vriendin, Dina, saluut! Wij hebben de kennisgeving van uw hu welijk ontvangen en bidden Allah, dat hij u veel zonen zal schenken. Waarschijnlijk trouw ik met Firoz. Ik voer het bevel over een vesting, die aan mijn Heer behoorde, verscheidene dagreizen verwijderd van het Paleis van den Spiegel. De bergen zijn somber en de weg is moei lijk. Indien gij en uw Heer mij zouden willen bezoeken, dan kan Faral Ali, de hoefsmid in de straat der smeden, te Rawalpindi u een gids aanwijzen, die u bij mij brengen zal. Duizenden mannen, die van mijn Heer waren, zijn hier, en dat is maar goed ook, want Khoon, de Mongool, had me willen ge vangen nemen en me berooven van allerlei zaken, die mijn Heer me geschonken had. Hij heeft gezworen wraak op u te zullen nemen. Mijn hart heeft geleerd uw naam te noe men, inplaats van dien van Gulbundun. De vrede van Allah zij over u beiden! Kom spoedig, Dina! Uw vriendin Chirine". EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6