VORS
COBRA
Wijziging omzetbelasting aan de orde
8
PARLEMENT
Onbillijkheden wegnemen en 7.5 millioen
méér opbrengst.
Vele vrijstellingen gevraagd.
^Binnenland
Moord en poging tot zelfmoord.
Drama te Rotterdam.
I
OPEL vanai I 1195.-
Nassau Garage - Alkmaar.
HeuiMeton
TWEEDE BLAD.
(Van onzen parlementairen medewerker.)
De Tweede Kamer is gistermiddag be
gonnen met de technische herziening van
de Omzetbelastingwet. Een herziening die
niet zóó technisch is of de minister van
financiën weet er nog een voordeel van
1X millioen uit te slaan! Waarbij dan nog
komt dat van de gelegenheid tegelijk ge
bruik wordt gemaakt, om de wet met 5
jaar te verlengen, waar ze anders op 31
Dec. van dit jaar zou afloopen. Het eene
is even noodig als het andere, want de
schatkist kan de belangrijke bate dezer
belasting niet missen en de practijk van
vier jaren omzetbelasting heeft aange
toond, dat er leemten gevuld en ongelijk
heden behooren te worden weggenomen.
Sommige bedrijven zijn voordeeliger af
dan andere, tengevolge waarvan de belas
tingheffing de bestaande concurrentie
voorwaarden kan verstoren en ook achtte
de minister het gewenscht om den bin-
nenlandschen fabrikant niet te doen ach
terstaan bij den buitenlandschen produ
cent, in verband waarmede hij het bijzon
der invoerrecht met een kwart verhoogde.
De wensch om de opbrengst van de be
lasting te verhoogen komt tot uiting in de
bepaling dat belastingheffing zal plaats
hebben ook in die gevallen, waarin zulks
thans niet mogelijk is, doch niettemin vol
gens de bedoeling van den wetgever be
hoort te geschieden. Om dit te bereiken
worden nieuwe posten ingevoegd of wor
den bestaande verhoogd.
Een wijziging ter vereenvoudiging van
de uitvoering is gelegen in de vervanging
van de veelvuldig gebruikte aanslagen
door plakzegels. Verder zijn er nog eenige
wijzigingen, waarop we niet verder kun
nen ingaan, omdat we dan te veel plaats
ruimte zouden vergen. We vermelden nog
het verbod van reclame te maken met de
mededeeling dat de omzetbelasting den
klant niet in rekening wordt gebracht.
De Tweede Kamer is nooit een hevige
voorstandster van de omzetbelasting ge
weest. Zij heeft ze indertijd van minister
Oud aanvaard, omdat zij in den nood van
de omstandigheden evenmin als de regee
ring een anderen uitweg zag om aan de
noodige geldmiddelen voor de schatkist te
komen en dat wel in zeer korten tijd. Zij
had de hoop gevestigd op de tijdelijkheid.
Als we ons wel herinneren was het jhr. de
Geer, die al dadelijk waarschuwde, niet te
optimistisch te zijn; dergelijke belastingen,
waarvan de opbrengst op tientallen mil-
lioenen wordt geraamd (de eerste raming
was plm. 80) raakt men niet gauw kwijt!
Gistermiddag is er door vele sprekers een
hartig woordje over het karakter en de
nadeelen van de omzetbelasting, die een
zwaren druk op het bedrijfsleven, den
middenstand en de gezinnen legt, gezegd.
De animo om deze wet te verlengen bleek
niet groot te zijn, maar velen moesten ook
toegeven, dat de regeering er op 't oogen-
blik niet zonder kan en zoo zal de verlen
ging met vijf jaar wel worden aanvaard.
Algemeen was de aandrang om het aantal
vrijstellingen, juist in het belang van de
ontwikkeling van het bedrijfsleven en van
land- en tuinbouw, om van de belangen
der groote gezinnen verder niet te spreken,
zooveel mogelijk uit te breiden. De heer
van Houten (c.d.u.) had op dit punt zoo
veel wenschen, dat men zich afvroeg:
blijft er dan nog wel iets belangrijks voor
de schatkist over?
Zal dus de meerderheid van de Kamer
den minister de verlenging wel toestaan,
een uit verschillende groepjes samenge
stelde minderheid is niet van plan ervóór
te stemmen en zal haar stem ongetwijfeld
aan de wetswijziging in haar geheel ont
houden, eenvoudig omdat zij mordicus
tegen de omzetbelasting is. De heer Ker
sten (s.g.p.) ziet natuurlijk in, dat hij den
minister niet zonder compensatie kan
laten en daarom adviseerde hij gisteren
den bewindsman het oog nog eens te laten
gaan over de kloosterlingen-onderwijzers,
de subsidies aan tooneelgezelschappen en
symphonie-orkesten e. d., alsof die de ver
langde millioenen wel zouden opleveren.
De heer Woudenberg (n.s.b.), die de
financieele politiek der regeering geheel
verwerpt, moet, tout court, van de omzet
belasting niets hebben; de heer van Houten
wenschte zooveel wijzigingen en geen ver
lenging, zoodat van de belasting zelf ook
al niet veel overblijft.
En dan was er nog een eenzame in de
a.r.-fractie, de heer van den Heuvel, die
de O. B. het liefst door hooge invoerrech
ten (een verhooging met bijv. 80 pet.!)
zag vervangen, maar die zooveel werke
lijkheidszin bezat, om aan het einde van
de uiting van zijn persoonlijke meening te
verklaren, dat hij zich bij het geval zou
neerleggen, zich overigens aansluitend bij
het betoog van zijn fractiegenoot Wage
naar, die met grooten nadruk den minister
voorhield, dat over de vrijstellingen bij
deze gelegenheid en niet bij een volgende
herziening van de omzetbelasting (wan
neer de minister, naar vermoed wordt, het
percentage van 4 tot 5 pet. gaat verhoogen
ter verdere dekking van de defensie-uit
gaven) een beslissing zou moeten worden
genomen. Daar die wensch juist uit een
mr. de Wilde welgezinden hoek kwam,
wint ze aan beteekenis. De heer Wagenaar
maakte slechts deze restrictie, dat de
vrijstellingen natuurlijk zakelijk te ver
dedigen zijn en de schatkist niet te groot
nadeel bezorgen.
Zooals men ziet hebben die vrijstellin
gen een vooraanstaande plaats in de dis
cussie ingenomen; algemeen ook was de
aandrang om reeds nu erover te beslissen.
Men had ook min of meer den indruk, dat
het zinspelen op meer vrijgevigheid door
den minister in zijn memorie van ant
woord voor het geval de regeering nog een
verhooging van de O. B. zou voorstellen,
het uitwerpen van een spierinkje was om
de bekende kabeljauw te vangen, of iets
officieeier gezegd: dat de minister van een
„do ut des"-politiek niet afkeerig was.
Minister de Wilde, die nog even een be
gin aan zijn rede maakte, heeft dit voor
nemen ten stelligste ontkend. De bedoeling
van de zinsnede uit de memorie van ant
woord was slechts er op te wijzen, dat er
bij verhooging van het heffingspercentage
wellicht eenige financieele ruimte komt,
die toelaat eenige plooien glad te strijken.
Om nu weer tot de discussie terug te
keeren: De vrijstellingen welke men het
liefst zou zien, zijn het rundvleesch, de
boter en het fruit. Er komen er nog wel
eenige andere incidenteel bij, zooals de
thee, waarop het invoerrecht zwaar drukt
en waartegen de heeren ter Laan (s.d.) en
Bierema (lib.) zich krachtig keerden, en
de machines voor productieve doeleinden,
daarbij begrepen de landbouwmachines,
wenschen o.a. van de heeren Bierema en
Bakker (c.h.)
Over het algemeen konden de technische
wijzigingen, waar zij leemten vulden of
onbillijkheden wegnamen, de Kamer be
vredigen. Menigeen had gaarne gewild, dat
de minister nog een stapje verder was ge
gaan. Waarom de detaillist-fabrikant, de
man die iets zelf maakt en over de toon
bank verkoopt, niet buiten de omzetbelas
ting gelaten? vroegen de heer Bachg (r.k.)
en Schilthuis (v.d De poeliers vormen
eveneens een groep van winkeliers-fabri
kanten, waarmede de omzetbelastingwet
geen raad weet, en die eigenlijk ook, vol
gens deze leden, onbillijk worden behan
deld.
In het algemeen meende men dat het
kleinbedrijf in verhouding tot het groot
bedrijf te zwaar wordt belast.
We kunnen er niet aan denken, op aller
lei details in te gaan. We moeten ons tot
de hoofdlijnen beperken. Rest ons nog
mede te deelen, dat de heeren Kersten
(s.g.p.) en Bierema (lib.) met betrekking
tot de lasten, wélke de O. B. op het be
drijfsleven legt en die nu nog verzwaard
worden, de vrees uitten, dat de minister
bezig was de kip met de gouden eieren te
slachten!
De landelijke rust van Tuindorp
Vreewijk te Rotterdam is gisteravond
op wreede wijze verstoord.
De 34-jarige echtgenoote van den
heer Nieuwendijk, die in de keuken
bezig was het eten te bereiden, werd
onverhoeds door haar 37-jarigen
echtgenoot, waarschijnlijk in een vlaag
van jalouzie, met een mes aangeval
len. Hij sneed haar den hals af, waarna
hij zichzelf ernstige verwondingen
toebracht.
De vrouw had nog de kracht om de
keuken uit te loopen, en zich op straat te
begeven, waar zij op een tusschenpad I
tusschen de tuinen van den Dreef en het
Weipad in elkaar zakte en weldra overleed.
De dader is per ziekenauto naar het zie- I
kenhuis aan den Coolsingel overgebracht.
Hij had zich de beide slagaders aan den
hals doorgesneden. Zijn toestand is hoogst
ernstig.
Het echtpaar had vier kinderen, van vijf
tot twaalf jaar. De man was langen tijd
werkloos geweest en sedert kort bij de
werf Gusto te Schiedam in dienst.
De politie, die onmiddellijk ter plaatse
verscheen, heeft het geheele terrein in de
omgeving van de woning afgezet en het
uiteraard zeer talrijke publiek op een
afstand gehouden.
Vlaag van verstandsverbijste
ring.'
De woningen aan het Weipad zijn kleine
arbeiderswoningen. Een ieder heeft daar
een vrij huis met een flink stuk tuin. Deze
tuinen grenzen aan de tuinen van de Dreef.
Daar tusschenin loopt een ongeveer ander
halve meter breed pad, dat als achteruit
gang dienst doet. Dit achterpad, dat tus
schen de heggen van de tuinen inloopt, is
het tooneel geweest van het slot van dit
drama.
Het huwelijksgeluk in dit gezin was ver
te zoeken. Man en vrouw leefden vrijwel
voortdurend in onmin met elkaar. Dit vond
voor een niet gering gedeelte zijn oorzaak
in het feit, dat de vrouw veel uitging en
de echtelijke ruzies waren dan ook meestal
het gevolg van jalouzie van den man. Ook
rookte zijn vrouw te veel, volgens zijn
zeggen, en zoo had hij aan den drogist,
tevens sigarenhandelaar, opdracht gegeven
zijn vrouw geen sigaretten meer te ver-
koopen. Menigmaal liep de ruzie zoo hoog,
dat de politie door de buren te hulp werd
geroepen om de twistenden te scheiden.
De man was door dit alles erg van
streek geraakt. Hij was uaar men vertelt
acht jaar werkloos geweest en had nu
jongstleden Vrijdag voor het eerst weer
werk gekregen bij de werf Gusto te Schie
dam, als bankwerker.
Den laatsten tijd vooral heeft hij
vlagen van groote woede gehad, die
reeds veel weg hadden van verstands
verbijstering. Het is dan ook zeer wel
mogelijk, dat hij, op het moment, dat
Vrijdag 17 Juni.
HILVERSUM, 301,5 M. (8.—12.—
4.—7.30 en 9.—12.— VARA, de
AVRO van 12.—4.— en de VPRO
van 7.309.— uur). 8.— Gr.pl. (8.16
Ber.) 10;VPRO-morgenwijding.
10.20 Deel. 10.4C Gr.pl. 11.10 Verv.
deel. 11.30 Orgelspel. 12.— Gr.pl.
(12.15 Ber.) 12.30 Kovacs Lajos'
orkest. 1.15 Gr.pl. 1.45 Verv. con
cert. 2.30 Deel. 3.— Variété-progr.
4.Gr.pl. 5.Voor de kinderen.
5 30 Gr.pl. 6.De Ramblers. 6.30
Politiek radiojournaal. 6.50 Ham
mond-orgelspel. 7.— De Steunrege
ling in de Landbouw, causerie. 7.20
ANP-ber. 7.30 Ber. 7.35 Reorganisa
tie in de Nederd. Herv. kerk (II),
causerie. 8.Viool en piano. 8.30
De positie van de vrijzinnigheid in
de Amerikaansche kerk (II), cause
rie. 9.VARA-orkest. 10.Frag
menten uit de operette Axel an der
Himmelstür. 10.30 ANP-ber. 10.40
VPRO-avondwijding. 11.Schaak
nieuws. 11.05 Esmeralda-septet.
11.30 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.55
12— Gr.pl.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(Alg. progr. NCRV). 8— Schrift
lezing en meditatie. 8.15 Ber., gr.pl.
(9.30 Gelukwenschen). 10.30 Mor
gendienst. 11— Gr.pl. 11.15 Cello-
voordr. met pianobegeleiding en
gr.pl. 12— Ber. 12.15 Gr.pl. 12.30
Ensemble van der Horst en gr.pL
2.30 Christ. Lectuur. 3.Solisten
concert en gr.pl. 4.30 Gr.pL 5.
Sonora-kwintet en gr.pl. 6.30 Voor
tuinliefhebbers. 7— Ber. 7.15 Lit.
causerie. 7.45 ANP- en herh. SOS-
ber. 8.Koor van de Nederland-
sche Bachver., Utr. Sted. Orkest en
solisten. 10.15 ANP-ber. 10.20 Gr.
pl. 10.45 De techniek van het zwem
men, causerie. 11.Gr.pl. Ca. 11.50
12.Schriftlezing.
DROITWICH, 1500 M. 12.10 Orgel
concert. 12.40 B. Gerhardi en zijn
Band. 1.20 A cycling tour of the
North, causerie. 1.352.20 Het
Birminghamsch Dames-strijkkwar
tet en solist. 4.20 Gr.pl. 4.50 Deel.
5 20 't Leslie Bridgewater-kwintet
en het Cecilian-trio. 6.20 Ber. 6.45
Inleiding volgende uitz. 6.50 le acte
van de opera „Die Meistersinger
von Nürnberg". 8.10 Quatre-mains.
8.35 Revue-progr. 9.20 Ber. 9.40
Fact or Fiction? Dragons, discussie.
10.05 Inleiding volgende uitz. 10.10
3e acte van de opera „Die Meister
singer von Nürnberg". 11.5512.20
Dansmuziek (gr.pl.)
RADIO PARIS, 1648 M. 8.55—9.05,
10.10, 11.20 en 12.35 Gr.pl. 1.50
Zang. 2.05 Grpl. 3.05 Zang. 3.20
Violavoordr. 4.35 Zang. 5.20 Casa-
desus-trio en zang. 8.35 Zang.
8.50 Radiotooneel. 10.50 Gr.pl. 11.20
Orkestconcert mmv. 't Raugelkoor.
KEULEN. 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 en
8.50 Tentoonstellingsorkest. 12.20
Omroeporkest. 2.30 Vroolyk con
cert. 4.20 Omroeporkest en solist.
6.20 Pianovoordr. 7.30 Omroep
orkest, vroolijk instr. kwartet en
solisten. 9.20 Radiotooneel. 10.35
Gr.pl. 11.20 Sted. Orkest van Kre-
feld en solisten. 12.203.20 Om
roeporkest en solisten.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroep-
kleinorkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20
Omroepsalonorkest en soliste. 6.05
Gr.pL 6.50 Omroepsalonorkest en
soliste. 8.20 Omroepsymph.-orkest
en -gemengd koor mmv. solisten.
9.05 Radiotooneel. 9.20 Verv. con
cert. 10.05 en 10.30—11.20 Gr.pL
484 M.: 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30
Ed. Loiseau's orkest. 1.502.20 Gr.
pl. 5.20 en 6.Omroeporkest. 6.35
Gr.pL 6.50 Piano en zang. 7.35 Het
Guller-trio. 8.20 Gr.pL 8.40 Uit
Londen: 2e acte van de opera „Die
Meistersinger von Nürnberg", 9.55
Gr.pL 10.30 Omroepdansorkest en
solist. 11.15 Gr.pL
DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M.
7.30 Cabaretprogr. 8.30 Ber. 8.40
Jaro Michalek's orkest en solisten.
9.20 Radiotooneel. 10.20 Ber. 10.40
Sportrep. 10.50 Fluit en piano.
11.05 Ber. 11.20 Omroepkleinorkest
en orgelspel. 12.202.20 Omroep
orkest en solisten.
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R.
10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05
—12.20, Brussel VI. 12.20—14.20,
Keulen 14.2015.20, Parijs Radio
15.20—15.35, Radio PTT Nord 15.35
16.20, Droitwich 16.2016.50,
Keulen 16.50—17.20, Brussel VI.
17.20—18.35, Brussel Fr. 18.35
19.20, Brussel VI. 19.20—19.50, Lond.
Reg. 19.5020.35, Brussel Fr. 20.35
—21.40, Lond. Reg. 21.40—22.20,
Brussel VI. 22.20—22.35, Keulen
22.35—24.—.
Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.35—12.50, Droitwich 12.5013.20,
Lond. Reg. 13.20—17.20, Droitwich
17.20—21.40, Stuttgart 21.40—22.05,
Droitwich 22.0524.
Lijn 5: Diversen.
hjj zijn daad volbracht, niet geheel
toerekeningsvatbaar geweest is.
Ook gistermiddag, toen hij van zijn werk
thuis kwam, was zijn vrouw afwezig. Dit
schijnt hem zoo opgewonden te hebben,
dat, toen zijn vrouw eindelijk naar zijn
zin veel te laat thuis kwam, hij haar,
naar buren verklaarden, toevoegde: „Snij
mij nu maar den hals af". Zijn vrouw ant
woordde: „Ik ga liever naar Apeldoorn".
Op een gegeven moment kwam het oudste
zoontje, een jongen van elf jaar, thuis.
Die was buiten aan het spelen geweest en
toen hij de kamer binnen kwam stonden
zijn ouders bij elkaar. Van een heviger
ruzie dan gewoonlijk was geen sprake. De
jongen dronk een glas water en toen hij
zich omdraaide zag hij, dat zijn vader een
groot broodmes nam en zijn moeder den
hals afsneed. De jongen snelde weg, ter
wijl de vrouw, hevig bloedend den tuin
inholde. Aan het eind van dien tuin zakte
zij in elkaar en overleed na enkele oogen-
blikken.
Gew. 800 K.G. Benz. 1 op 12.
Op het hulpgeroep van den jongen werd
onmiddellijk de politie gewaarschuwd, die
in de kamer, waar de verschrikkelijke aan
slag gepleegd was, den man hevig bloe
dend, buiten bewustzijn, vond liggen. Ook
hij had zich den hals afgesneden en lag in
een grooten plas bloed.
De andere kinderen, vier, zes en zeven
jaar oud, waren tijdens het drama niet
thuis.
Het lichaam van de vrouw, alsmede het
mes, waarmede de moord gepleegd is, zijn
door de politie in beslag genomen.
De politie-geneesheer, dr. J. M. Kolff,
heeft een onderzoek ingesteld, terwijl de
dactyloscopische dienst, onder leiding van
inspecteur J. V. Tas, de noodige fotografi
sche opnamen heeft gemaakt.
Door
MARK CHANNING
,Ned. bewerking
door MAR1E
(DEBELMONTE
79)
„Kolonel Haughton valt den pas tegen den
morgen aan", hernam Mercer. „Ik heb geluk.
Ik kom juist intijds voor het slotbedrijf! Gis
teravond per vliegtuig. Hoe ben je door de
wachtposten heen gekomen, Gray?"
„Dat weten alleen de hemel en Limbu".
Gray glimlachte. „Je doet beter dien braven
kerel eens te ondervragen. Wij danken hem
ons leven".
Mercer keek op zijn horloge; daarop zijn
oogen opslaande, zag hij Limbu in de hou
ding voor hem staan.
„Wel Limbu! Heb jij heldenfeiten uitge
haald?"
De Ghurka bracht keurig zijn militair sa
luut.
„Sahib, weet u ook, of by kolonel Haugh
ton een zekere Ram Dutt een stalknecht is?"
vroeg hij vol spanning.
„Ik geloof het wel, waarom?"
„De merrie van Gray sahib is bij hem".
Majoor Mercer lachte even. Hij begreep 't.
„Ja, de merrie is in perfecten welstand".
„Dank u, sahib'-', riep Limbu uit en hij
slaakte een zucht van verlichting.
Onder het praten steeg van uit het dal een
hooge vlam op, rood en violet. IJlings draai
de Mercer zijn verrekijker naar de richting,
waar de ontploffing plaats moest hebben.
Indien het licht genoeg was geweest, zou
hij een zich heen en weer bewegende spleet
van een duizend voet hoogte aan een der
flanken van het enorme vooruitstekende
rotsgevaarte hebben gezien.
De gaping werd breeder, opende zich
wijdde ontzaglijke rotsmassa beefde en
kwam daarop langzaam wankelende voor
ever. Een oogenblik bleef ze onbeweeglijk
en stortte vervolgens in. Even later riep een
tweede ontzaglijk gerommel echo's op in het
omliggende gebergte
Een zwart gehandschoende hand, nog on
zeker na de bewusteloosheid, wilde de drie
stroomwisselaars in de Raadkamer laten
functionneeren en ze vergiste zich: het Paleis
van den Spiegel sprong in de lucht....
Haastig krabbelde Mercer eenige regels in
zijn opschrijfboekje; daarop het blaadje er
uit scheurend, vouwde hij het op en gaf het
aan zijn oppasser, met bevel het direct naar
kolonel Haughton te brengen. Over een half
uur zou het licht zijn
Eén der eersten, die Gray en Diana ont
moetten, na het kamp van kolonel Haughton
bereikt te hebben, dat aan de andere zijde
van den pas in het open dal lag, was de
Rissaldar Sher Singh.
„Wat Gouron dji ki Khalsa!" riep de oude
Sikh verheugd uit, terwijl hij naar hen toe
ging.
Gray glimlachte.
,,'t Speet me erg, dat ik u bij die scher
mutseling in den steek moest laten, Rissal
dar sahib! 't Was de schuld van mijn gids,
niet van mij".
„Die leelijke dwerg, majoor sahib, is bij
ons in het kamp".
Gray floot zachtjes.
Een dof en lang aangehouden gerommel
dreunde door de lucht en de grond onder
hun voeten golfde.
„Ik ben verheugd, dat u beiden gezond en
wel hier bent", zei kolonel Haughton, toen
zij bij hem waren. „Wij krijgen een aardbe
ving, Gray. Gistermorgen hebben we al een
paar vrij hevige schokken gehad, heb je ze
gevoeld?"
„Ja", antwoordde Gray bedaard, „we heb
ben ze gevoeld. Wat dien Mongool betreft,
kolonel
En met enkele korte woorden vertelde hij
van Khoon, wat hij van hem wist.
De kolonel lachte grimmig.
,,'t Is ongetwijfeld een doortrapte schurk.
Maar hij heeft zich nu bij het gouvernement
geschaard, en wij kunnen zoo'n bondgenoot
wel gebruiken. We kunnen hem aanklagen
voor zijn Verleden, maar in elk geval niet
nu".
Luid geronk deed hem naar boven kijken.
„Ik ben bang, dat onze vliegers met die
laaghangende wolken niet veel kunnen on
derscheiden".
Hij keerde zich om en trok een kaart uit
zijn zak.
„Breng me een lamp", beval hij den op
passer. „En Gray, vertel me nu 's wat van
dit dal".
Tien minuten later opende de bergbatterij
het vuur.
Als antwoord op de zwakke stemmen der
geweren, doorschokte hevig dondergerom
mel de donkere bergen en boorden verblin
dende bliksemstralen door de vier windstre
ken.
De cohorte's van Azraël, den engel des
doods, waren ontketend.
Hemel en aarde sidderden, als in barens
nood. Zelfs de lucht trilde; bij eiken nieu
wen schok volgde een lawine van steenen,
die verpletterd neerkwamen als puin en lei-
steengruis.
Er was een hevige wind opgestoken, die
wonderbaarlijk hooge, spiraalvormige kolom
men van warrelend stof voor zich uit dreef.
In het dal stortten ze neer als beschonken
Titanen, die zich tegen de flanken der ber
gen te pletter hadden geloopen.
Aan de andere zijde van den pas joegen
stormvlagen van dien alles vernielenden
orkaan achter wolken van scherp grint en
verstikten en verblindden benden mannen,
vrouwen en kinderen, die in panischen angst
een uitweg zochten, en trachtten te ontko
men aan den oordeelsdag, die nabij scheen.
De Noordelijke uitgang van het Dal van
den Spiegel was versperd door een brok van
den steilen berg, door de aardbeving in de
bergengte geworpen. De onderhoorigen van
den Cobra, die zich door den dood bedreigd
zagen, klauterden bij de verraderlijke hel
ling op, maar halverwege werden ze bedol
ven onder een nieuwe aardstorting. Ruw be
twistten de stoere mannen elkaar eiken vier
kanten c.M. grond, en al vechtende vielen
ze omlaag te pletter. Willens en wetens dood
de de zoon zijn vader; vermoordde de eene
vriend den anderen. Nergens vonden die
meijschen een schuilplaats: de bergen, die
hen gehuisvest hadden en die door hen be
bouwd waren, schudden hen ruw van zich
af, met de kennelijk bedoeling van ze te wil
len dooden, ze te verpletteren onder hun
rotsmassa's. En met oorverdoovend gedon
der vierden ze hun zegepraal.
De Britsche troepen, getuige van het ont
zettend schouwspel, zagen opeens de lijn van
den horizon veranderen. Een immense vlam
in den vorm van een schoorsteenpijp lichtte
in de duisternis en de knallende slag van
een tweede explosie kwam nog boven het
oorverdoovend geratel van den donder uit.
De bliksem was in de gasleiding geslagen en
had tot stand gebracht, wat de hand, die zich
in de Raadkamer vergiste, bedoeld had te
doen.
De schokken namen af in hevigheid. Toch
gleden nog bij tusschenpoozen stroomen lei
steen langs de hellingen der bergen omlaag,
terwijl de lager gelegen rotsen hun houding
van eeuwige rust hernamen. De grauwe en
roode kleur van den hemel veranderde in
pasteltinten van den dageraad en evenals
het trompetgeroffel van 'n wegtrekkend le
ger stierf achter de verre bergtoppen het
dondergerommel weg. Azraël was voorbij ge
trokken en had het land ontvolkt. Het Dal
van den Spiegel was voor altijd afgesloten.
Gedurende dit schrikaanjagende half uur
hadden de linies der Gurkha's, het geweer
in rust, bedaard bevelen afgewacht, terwijl
de ruiters van den Mir, die lager in het dal
waren samengetrokken, trachtten hun ang
stige paarden te kalmeeren.
Zwak trompetgeschal in de verte blies den
aftocht.
Toen de lange cavalcade uit de nauwe
bergengte, die meer een afgrond was, te
voorschijn kwam, waren de eersten, die de
daken van de stad Labak, verscholen in een
holte van den machtigen Maha Chand, on
derscheidden, Colin Gray en Diana Lindsay.
Naast elkaar reden ze in de stralende zon.
NASCHRIFT.
't Was op het dak van een huisboot, ge
meerd in de koele schaduw van een plataan
aan den oever van de Jheloem, een rivier
in Kaschmir, dat de brief van Chirine den
heer en mevrouw Colin Gray bereikte.
„Aan mijn lieve vriendin, Dina, saluut!
Wij hebben de kennisgeving van uw hu
welijk ontvangen en bidden Allah, dat hij u
veel zonen zal schenken.
Waarschijnlijk trouw ik met Firoz.
Ik voer het bevel over een vesting, die aan
mijn Heer behoorde, verscheidene dagreizen
verwijderd van het Paleis van den Spiegel.
De bergen zijn somber en de weg is moei
lijk.
Indien gij en uw Heer mij zouden willen
bezoeken, dan kan Faral Ali, de hoefsmid in
de straat der smeden, te Rawalpindi u een
gids aanwijzen, die u bij mij brengen zal.
Duizenden mannen, die van mijn Heer
waren, zijn hier, en dat is maar goed ook,
want Khoon, de Mongool, had me willen ge
vangen nemen en me berooven van allerlei
zaken, die mijn Heer me geschonken had. Hij
heeft gezworen wraak op u te zullen nemen.
Mijn hart heeft geleerd uw naam te noe
men, inplaats van dien van Gulbundun.
De vrede van Allah zij over u beiden!
Kom spoedig, Dina!
Uw vriendin Chirine".
EINDE.