I
s
WERKZAME NIEREN
De zaak-Oss voor het ambtenarengerecht.
O
nder de
aanwezigen
Rechtszaken
Voortzetting der getuigen-verhooren.
Uitvoerig betoog van den
procureur-generaal
teoseoee JixulioptOQCMUHiO
ZORG VOOR
jBhutmtaHd
Verheers ongelukken
TWEEDE BLAD.
In de middagzitting van het Ambte
narengerecht is gisteren het getuigen
verhoor in de zaak-Oss voortgezet.
Het eerst wordt gehoord de wacht
meester der marechaussee de Gier.
Getuige verklaart o.m., dat de gang van
zaken het wel eens noodzakelijk kunnen
maken om een zeer langdurig verhoor af te
nemen, en dan de betrokkenen een tijdlang
vast te houden. Ook de arbeider de Wolf is
een nacht vastgehouden en in deze zaak
had eveneens wachtmeester van den Berg
het onderzoek in handen.
Over mishandeling van de Wolf heeft ge
tuige niets gehoord, terwijl evenmin de
Wolf bij getuige daarover heeft geklaagd.
Geutige verklaart voorts met wacht
meester van Renes bij den officier te zijn
geweest om te spreken over de zaak van
den bankier van der Hoven. De officier wil
de toen zoo spoedig mogelijk van der Hoven
laten arresteeren en de administratie in be
slag nemen, doch van Renes heeft aange
raden om nog even daarmede te wachten,
omdat hij nog meer bewijs zou kunnen krij
gen. Getuige heeft toen van der Hoven weer
vrijgelaten en aan dezen gevraagd: hebt u
nog klachten? Dit geschiedde overeenkom
stig de voorschriften.
De heer van der Hoven heeft op deze
vraag geantwoord, dat hij integendeel cor
rect was behandeld en dat hij in dit opzicht
niet te klagen had.
De president vindt een dergelijke vraag
niet voor de hand liggend. Volgens hem
heeft de heer van der Hoven verklaard, dat
get. hem gevraagd heeft: „hebt u het hier
goed gehad" en dat hij daarop heeft geant
woord: integendeel.
Getuige: ik blijf bij mijn verklaring en ik
kan mij het gesprek zeer goed herinneren.
Uit de verklaringen van getuige opper
wachtmeester Curfs blijkt, dat de arrestatie
in overleg met den officier is geschied.
Daarna komt de kwestie van de opzichters
bij de werkverschaffing ter sprake.
President: waarom is u, toen u opdracht
van den officier had gekregen, om de zaak
ter kennis te brengen van den burgemees
ter, toch door gegaan met het hooren van
andere getuigen.
Getuige: ik moest eerst de verbalen nog
opmaken, doch heb geen nieuwe getuigen
meer gehoord.
President: uit uw verbalen blijkt echter
het tegendeel, want u zegt in uw verbaal
zelf: „op 16 October kreeg ik van den offi
cier opdracht de zaak ter kennis te brengen
van den burgemeester, daarna hoorde ik op
16 October nog de volgende getuigen".
Eerst op 19 October is u by den burge
meester geweest.
Wat de zaak-Boelens betreft, is getuige
van te voren er van op de hoogte gesteld
dat deze zou worden aangehouden. Naar het
oordeel van getuige was het vasthouden van
Boelens gedurende een nacht alleszins ge
rechtvaardigd en wanneer dergelijke geval
len zich wéér zouden voordien, zou getuige
er geen bezwaar tegen hebben, er opnieuw
toe over te gaan.
De president acht den gang van zaken
geenszins voor de hand liggend en absoluut
noodzakelijk.
Wat het onderzoek tegen de beide
geestelijken betreft, zegt getuige, dat ny
hierover bij den officier is geweest, die
tegen hem gezegd heeft, met het onder
zoek door te gaan en rapport uit te
brengen en zoonoodig over te gaan tot
het opmaken van een proces-verbaaL
President: het lijkt me toch niet waar
schijnlijk, dat de officier u zou opdragen een
rapport uit te brengen, ook al zouden er
geen strafbare feiten zjjn.
Getuige: dat gebeurt wel meer. Ik krijg
zooveel opdrachten van den officier om rap
porten over bepaalde personen uit te bren
gen.
Volgende getuige is wachtmeester van
Renes. Deze is op 12 Maart met de Gier bij
den officier geweest om te spreken over den
bankier van der Hoven. Toen is ook over de
geestelijken gesproken. De officier van den
Burg heeft daarbij gezegd, dat de Gier
maar door moest gaan en alles moest onder
zoeken.
Hij voegde daaraan toe, dat we ook reke
ning moesten houden met den geestelijken
stand en dat ook wanneer de zaak niet tot
een strafrechterlijke vervolging zou leiden,
het tocht wel goed zou zijn alles ter kennis
te brengen van de kerkelijke autoriteiten.
Verder heeft getuige met dit onderzoek
niet te maken gehad.
Wel is hij belast geweest met het onder
zoek in de zaak van bankier van der Hoven.
Hierna verklaart de wachtmeester-titulair
van den Berg, dat hij de Wolf in de mare
chaussee-kazerne te woord heeft gestaan.
Hij was opgeroepen wegens overtreding van
de vuurwapenwet en wegens verboden
nederlage. Hy beweerde revolver en siga
rettenpapier te hebben gevonden, en aan
gezien zulks zeer onwaarschijnlijk was,
heeft getuige hem in de cel gesloten. In een
stal heeft hij niet vertoefd en getuige heeft
hem ook niet mishandeld.
Den volgenden ochtend is de man weer
vrijgelaten.
Op een vraag van mr. James deelt ge
tuige nog mede, dat in de gangen van het
parket de rijksklerk Vermeulen hem namens
den officier heeft gezegd, dat het rapport
over de twee geestelijken moest worden ge
sloten en ingeleverd. Dit moest getuige aan
wachtmeester de Gier overbrengen.
Hierna wordt gehoord wachtmeester Rof
fel. Deze verklaart t.a.v. de aan van der
Hoven gestelde vraag by zijn invrijheidstel
ling betreft, dat het gewoonte is deze vraag
te stellen.
De volgende getuige, de marechaussee
van Ree, verklaart, dat de officier in zijn
tegenwoordigheid aan de Gier opdracht
heeft gegeven door te gaan met het ver
zamelen van de feiten tegen de beide geeste
lijken. Met de Gier is getuige daarna naar
Den Haag geweest om mevr. S. R. te hooren.
Dit onderzoek heeft echter geen resultaat
opgeleverd, aangezien mevr. R. wilde heb
ben dat haar man bij het verhoor tegen
woordig was, waarop de Gier zeide daarop
geen prijs te stellen.
Ook getuigen marechaussees Van Essen
en van Kuilenburg zeggen, dat van der
Hoven bij zijn vrijlating heeft gezegd, dat
hij zoo goed was behandeld. Hij wilde daar
over een stukje in de krant zetten. Ook bood
hij eenige sigaren aan, welke getuige niet,
doch de wachtmeester wel heeft aangeno
men. Bij het vertrek gaf van der Hoven
ieder een hand.
De procureur-generaal getuigt.
Na een korte pauze werd als getuige-
deskundige gehoord de procureur-gene
raal bij het gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch, baron Speyart van Woerden.
Spr. zet uitvoerig de reden uiteen,
welke aanleiding is geweest voor de
opdracht aan den officier van justitie
om op 15 November 1937 de brigade te
Oss haar opsporingsbevoegdheid te ont
nemen in zake gemeentelijke aange
legenheden.
Deze opdracht heeft spr. ontleend aan
art. 40 Wetboek van Strafvordering, nadat
hem verschillende zaken ter kennis waren
gekomen, waarbij de marechaussée optrad
zonder dat er aanleiding was van eenig
strafbaar feit. Een onderzoek, dat spr. in de
kwestie bij de werkverschaffing, ook op
verzoek van den betrokken minister, heeft
ingesteld, heeft uitgewezen, dat er hier
niets onregelmatigs was gebeurd en dat er
geen enkel strafbaar feit was gepleegd.
Toch ging de marechaussee door met haar
onderzoek. De verklaringen van een 50-tal
jongens by deze werkverschaffing nu moes
ten strekken tot een aanklacht tegen het be
leid van den burgemeester en de gemeente
politie, die misstanden bij de werkverschaf
fing voor de jeugd zouden willen goed
praten.
Ook uit een onderzoek, ingesteld door
ambtenaren van het departement van
sociale zaken, is gebleken, dat er geen en
kele aanwijzing was van eenig strafbaar feit.
Zoo waren er nög meer zaken, en het
voortdurend wantrouwen van de mare
chaussee tegen het gemeentelijk beleid
is voor spr. aanleiding geweest om te
beslissen, dat het daarmee uit moest
zijn. Toen is de opdracht van 15 Novem
ber gegeven.
Nieuwe feiten.
Eenigen tijd bleef het daarna rustig, tot
dat een nieuwe reeks van feiten zich voor
deed. Het eerste was dat van 21 Maart j.1.,
toen spr. uit de ochtendbladen las van de
arrestatie van den bankier. Spr. heeft het
dossier nagegaan en daaruit is gebleken, dat
er geen enkele reden was om dezen bankier
te arresteeren.
Uitvoerig ging spr. daarna de in de pro
cessen-verbaal opgenomen feiten na, welke
meerendeels reeds verjaarde feiten waren.
In vele opzichten leden deze proces
sen-verbaal aan ernstige fouten.
De boeken van van der Hoven waren keu
rig in orde en ook hier is van geen straf
baar feit gebleken, want bij het gevonden
geld behoorde ook nog een bedrag van
3000 op een spaarbankboekje ten name
van het waterschap.
Toen dan ook de rechtbank te beslissen
had over de gevangenhouding, heeft spr.
den president opgebeld en hem er op ge
wezen, dat men met deze zaak voorzichtig
moest zijn.
Zoo heeft de zaak-van der Hoven een ein
de genomen, niettegenstaande het zeer on
deskundig optreden van het personeel der
Ossche brigade.
De zaak tegen de geestelijken.
Wat de zaak tegen de geestelijken betreft,
zegt spr. opgebeld te zijn door den bisschop
van Den Bosch, die zeide bezoek te hebben
gehad van twee geestelijken, die hem mede
deelden, dat er een onderzoek tegen hen
werd ingesteld wegens beweerde zedenmis
drijven. Onmiddellijk heeft spr. toen mr. van
den Burg opgebeld, en deze zeide, dat hem
bekend was, dat er een onderzoek gaande
was. Spr. heeft toen inzage gewenscht van
de stukken en daarop is de opdracht van
den officier gevolgd om een rapport in te
dienen.
Uit dat rapport bleken slechts verklarin
gen, welke in geen enkel verband stonden
met het Wetboek van Strafrecht.
Spr. heeft zich toen weder afgevraagd,
uit welken hoofde de marechaussee de be
voegdheid ontleende op eigen gelegenheid
hier een onderzoek in te stellen.
Dat het echter geenszins de bedoeling is
geweest het onderzoek geheel stop te zetten,
blykt ook wel uit de verklaring van den be
trokken wachtmeester, die uit de ontvangen
opdracht die beteekenis geenszins heeft af
geleid.
Wel heeft wachtmeester de Gier geschre
ven aan den officier: in overleg met u wordt
op gronden ontleend aan het algemeen be
lang, het onderzoek in deze zaak gesloten.
Spr. wenscht vast te stellen, dat er na het
geven van de opdracht om een rapport in te
dienen, geen nader contact is geweest tus-
schen den officier en de Gier. Toen spr. dit
schrijven dan ook las, heeft hy direct den
officier gevraagd, waarom hij het onderzoek
gesloten had, waarop de officier verklaarde,
dat dit niet juist was, aangezien hy zelfs
het dosiser nog niet kende.
Ook wist de officier niet, dat reeds zeven
jaar geleden eveneens tegen een der pas
toors een vervolging was ingesteld, welke
toen op niets is uitgeloopen.
De marechaussee heeft in deze zaak een
onderzoek ingesteld, waarbij tal van kinde
ren werden ondervraagd in verband met
art. 248 bis, zoodat vele ouders daaraan niet
hebben willen medewerken.
Over deze wijze van optreden was spr. in
hooge mate ontstemd, en hy heeft wacht
meester de Gier by zich laten komen. Het
onderhoud met de Gier toen heeft inder
daad lang geduurd en aan het eind daar
van heeft de Gier de bekende verklaring
onderteekend.
Op verzoek van den president breekt spr.
hier zijn rede af.
De president verdaagt hierna de zitting
tot hedenmorgen 10 uur.
Zaterdag 25 Juni.
HILVERSUM, 301,5 M. (VARA-
uitz.) 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.20
Voor arbeiders in de Continubedr.
12.—1.45 Gr.pl. (12.15 Ber.) 2.—
Filmpraatje. 2.15 Gr.pl. 3.Rep.
3.30 VARA-orkest en solist. 4.30
Esperanto-uitz. 4.50 Utr. Sted. Or
kest en solisten (gr.opn.) 5.40 Lit.
causerie. 6.Orgelspel. 6.30 Uit de
Roode Jeugdbeweging. 7.Film
land. 7.30 Rep. 8.05 Herh. SOS- en
8.07 ANP-ber., VARA-Varia. 8.20
VARA-orkest. 9.— Toespraak, hier
na gr.pl. 9.15 Gev. concert. 10.30
ANP-ber. 10.35 Gr.pl. 11.— Cor
Steyn's accordeonorkest en solist.
11.3012.De Ramblers.
HILVERSUM, 1875 en 415,5 M.
(KRO-uitz.) 8.—9.15 Gr.pl. (8.20
Ber.) 10.Gr.pl. 11.30 Godsd.
halfuur. 12.— Ber. 12.15 KRO-
orkest. (1.1.20 Gr.pl.)' 2.Voor
de rijpere jeugd. 2.30 Gr.pl. 3.
Kinderuur. 4.Ber., hierna de
KRO-melodisten en solist. 4.45
KRO-orkest. 5.30 Esperantonieuws.
5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15
Gr.pl. 6.20 Journ. weekoverzicht.
6.45 Gr.pl. 7— Ber. 7.15 Het Wit-
Gele Kruis, causerie. 7.35 Act.
aetherflitsen. 8.ANP-ber., mede-
deelingen. 8.15 Overpeinzing met
muz. omlijsting. 8.35 KRO-melodis
ten, solisten, deel. en gr.pl. 10.30
ANP-ber. 10.40 Sportpr. 10.55
12.Gramofoonplaten.
DROITWICH, 1500 M. 11.25 Piano-
voordr. 11.50 BBC-Northern orkest
en soliste. 12.50 Sportrep. 1.Het
Gershom Parkington-kwintet. 1.40
Sportrep. 1.55 Orgelspel. 2.35 Sport
rep. 2.50 Troise's Mandoline-orkest
en solist. 3.35 Gr.pl. 4.05 Sportrep.
4.35 Gr.pl. 4.50 Sportrep. 4.55 Gr.pl.
5.20 Sportrep. 5.30 Sid Millward en
zijn Band en sportrep. 6.20 Ber. 6.45
Sportrep. 7.Discussie. 7.20 BBC-
orkest. 7.50 Radiojournaal. 8.20
Variété-progr. 9.20 Ber. 9.40 Uit
Amerika: Weekoverzicht. 9.55 Het
Blech-strijkkwartet. 10.35 BBC-
Theater-orkest en solisten. 11.35
Ambrose en zijn orkest e.a. 12.10
12.20 Ber.
RADIO PARIS, 1648 M. 8.10—9.30
en 10.05 Gr.platen. 12.35 Giardino-
orkest. (1.50 Zang). 3.20, 4.05 en
8.35 Zang. 8.50 Radiotooneel. 9.30
Variété-progr. 10.25 Symphonie-
concert. 11.201.20 Jo Bouillon's
orkest.
KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30
W. Schönfeld's orkest. 8.50 Danzi-
ger Landesorkest. 12.20 Weensch
Symph.-orkest. 2.30 Gr.pl. 4.20 Her-
mann Hagestedt's Amusements
orkest en solisten. 7.50 L. Eysoldt'3
dansorkest. 8.35 Die lustsige Witwe,
operette. 10.55 Gr.pL 11.20 A. Go-
ronzy en Fritz Wagner met hun
orkesten. 2.20—3.20 Orkest van het
Opper-Silezische Landestheater.
BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M.:
12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 Omroep
orkest. 1.50 Gr.pl. 2.20 J. Steurs"
accordeonorkest en soliste. 3.20 Gr.
pl. met toelichting. 4.20 Viool en
cello. In de pauze gr.pl. 5.20 Gr.pl.
6.35 Zang. 7.20 Gr.pl. 8.20 Omroep
orkest en solist. 9.05 RadiotooneeL
9 25 Verv. concert. 10.30 Dansmu
ziek (gr.pl.) 11.20—12.20 Populair
concert. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50
en 1.30 J. Schnyders' orkest. 1.50—
2.20 Gr.pl. 3.20 Omroepsalonorkest.
3.50 Pianovoordr. 4.05 Vervolg con
cert. 4.20 Omroepdansorkest. 5.35
Selectie uit de operette „Die Baja
dère". 6.35 en 7.05 Omroepsalon
orkest en soliste. 7.35 en 8.20 Gr.pl.
8.35 RadiotooneeL 9.05 Omroepsym-
phonie-orkest en solisten. 10.30 Om
roepdansorkest en soliste. 11.20
12.20 Gr.pl.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.20 Populair concert. 8.20 Gev.
progr. 10.20 Ber. 10.40 Sportrep.
10.50 Cello en piano. 11.05 Ber.
11.20 Omroepdansorkest, Omroep-
schrammelensemble en solisten.
12.202.20 Nachtconcert (gr.opn.)
1.151.26 Tijdsein).
GEMEENTELIJKE RADIO
DISTRIBUTIE.
Lijn 1: Hilversum.
Lijn 2: Hilversum.
Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R.
10.20—11.05, Radio PTT Nord 11.05
—12.20. Keulen 12.20—13.20, Brus
sel VI. 13.20—14.20, Keulen 14.20—
15.35, Brussel Fr. 15.35—16.20, Keu
len 16.20—18.20, Lond. Reg. 18.20—
19.Brussel Fr. 19.19.20, Brussel
VI. 19.20—19.50, Keulen 19.50—
22.20, Brussel VI. 22.20—22.30, Boe
dapest 22.3022.55, Keulen 22.55—
24.—.
Lijn 4: Brussel VL 8.9.20, Lu
xemburg 9.2010.35, Lond. Reg.
10.3513.55, Droitwich 13.5519.
Lond. Reg. 19.19.20, Droitwich
19.20—24.—.
Lijn 5: Diversen.
MIEMAND verdraagt veretopplng der Inge-
1wanden, maar traag functionneerende
nieren, die ernstige gevolgen kunnen hebben,
worden dikwijle verwaarloosd. Rugpijn, ver
stoorde slaap, duizeligheid, rheumatiek, Ischias
of spit zijn de er vaak uit voortkomende gevol
gen. Deze verschijnselen waarschuwen u. dat
de werking der nieren verstoord raakt. Houd
derhaive uw nieren in goeden staat door een
diuretisch middel. Stel uw gezondheid niet In
de waagschaal, maar laat Foster's Rugpijn
Nieren Pillen u nieuwe kracht en vitaliteit
geven. Foster's Pillen bevatten geen gevaar
lijke bestanddeelen en hebben In Holland ruim
30 jaren ongeëvenaard succes behaald.
ERNSTIG ONGELUK OP
ONBEWAAKTEN OVERWEG.
Jongeman en zijn verloofde door trein
gegrepen.
Op den onbewaakten overweg van
den Haarlemmermeerspoorweg aan de
Nieuwe Meer laan, bij den Amstelveen-
scheweg te Amsterdam, zijn gisteravond
de 18-jarige jongeman P. Terpstra en
zijn 17-jarige verloofde, mej. C. Muller,
beiden wonende aan de De Wittenkade
te Amsterdam, die daar per rywiel pas
seerden, door den locaaltrein, welke om
19.11 uur van Amsterdam naar Aals
meer was vertrokken, aangereden en
ernstig gewond.
De twee menschen kwamen uit de rich
ting van de nieuwe roeibaan in het Bosch
plan, van welke zijde men een volkomen
vrij uitzicht op de spoorbaan heeft. Waar
schijnlijk heeft het tweetal op overmoedige
wijze getracht nog juist voor den trein de
rails over te steken. Zij werden door den
linkerkant van de locomotief gegrepen en
tegen den grond geslingerd. De jongen kreeg
tal van ernstige wonden over het geheele
lichaam, terwijl het meisje ernstig letsel aan
het hoofd opliep. Per ambulance-auto van
den geneeskundigen dienst zijn de slachtof
fers naar het Wilhelminagasthuis vervoerd.
De trein, die spoedig tot stilstand kon wor
den gebracht, had een half uur vertraging.
HET AUTO-ONGELUK TE RHENEN.
Nadere bijzonderheden.
Over het auto-ongeluk, dat gistermorgen
op den gevaarlijken, slechts 6.40 meter bree-
den weg over den Grebbeberg twee dooden
heeft geëischt, vernemen wy nader, dat de
personenauto met een snelheid, welke groo-
ter was dan de veiligheid ter plaatse toe
laat, uit de richting Rhenen, den berg af
kwam. Hierdoor kon de bestuurder de ge
vaarlijke, door waarschuwingsborden aan-
Uit het Engelsch Tan l
ARTHURSOMERS ROCHE
Door Mr. P.v. D.
7)
„Dank je wel", zei ik sarcastisch.
„Ik meen het", zei hij. „Jy zou, zooals je
bent, niet op die manier een meisje kunnen
trouwen. Maar als je niet van plan bent
haar te berooven, en evenmin om haar te
trouwen wel, wat wil je dan?"
„Dat zou je toch niet kunnen begrijpen",
zei ik.
„O, ik denk van wel", antwoordde hij vlot.
„Beïnvloed door de kinderlijke onschuld van
een lief jong meisje, sloop er wroeging in
het hart van den verharden schurk Lacy,
ik ben naar de film geweest. Wel en zijn
toon werd dreigend, „wij zullen dat niet
dulden, Lacy".
Ik probeerde het op een accoordje te
gooien.
„Kijk eens, jongelui", zei ik, „jullie geeft
toe, dat ik jullie goudmijn ben. Jullie geeft
toe, dat ik jullie by groote dingen heb ge
holpen. Wel, waarom dan niet een beetje
erkentelijkheid te toonen? Als ik nu de
samenwerking verbrak om op mijn eigen
houtje verder te gaan maar dat doe ik
niet. Jongens, jullie zijt me wat schuldig.
Jullie hebt mij gedwongen mij bij jullie aan
te sluiten. Wij zijn zes jaar samen geweest.
Indien ik nu wil weggaan, waarom laat je
mij dan niet gaan?"
„Wie eens steelt, is altijd een dief", hoonde
SlavinL „Hou op met dat gezeur. Behoor je
nog bij ons, of moeten we „drukte" maken?"
Hij meende het. Daarvan was ik zoo zeker
als wat. Terwijl ik over mijn woorden stond
te wikken, ging de telefoon.
Ik nam de telefoon aan.
„Mijnheer Crandall?"
„U spreekt met Crandall", zei ik.
„En u met Jeanne Seeley".
Alsof ik dat niet had geweten; alsof de in
tonatie van haar stem mijn hart niet had
doen opspringen.
„Hoe maakt u het?" vroeg ik.
„Gebelgd", antwoordde zy.
„Gebelgd?" zei ik als echo.
„De Majestic liep vier dagen geleden
binnen. U waart van plan mij op te bellen.."
„Ik wilde u den tijd laten om in New-York
wat op orde te komen", zei ik.
„U zei niets van dien aard op de boot",
verweet zij mij. „Ik moest zooiets niet doen.
Als een man niet goed genoeg denkt over
het meisje, dat hy heefteh, wanneer hy
zelfs niet opbeltdan beteekent een meisje
kussen misschien niet eens, dat hy om haar
geeft..."
Lief, onschuldig, ongecompliceerd meisje!
Ik wist wat voor folteringen van gekwetsten
trots zy had moeten lijden. Ik wist, wat het
haar kostte mij op te bellen.
„Meent u dat werkelijk?" riep ik uit. Ik
vergat de luisteraars in de kamer. „Eens,
liefste, zul je begrijpen Een heftige be
weging van de zijde van Slavini bracht mij
by zinnen... „Wanneer mag ik bij je
komen?" vroeg ik.
„Morgen?" stelde zij voor.
„Wanneer? En waar?"
„Zou je met mij willen gaan lunchen? By
de Colony?" vroeg zij.
„Dat zou ik heerlijk vinden", verzekerde
ik haar.
„Dus de Colony, om half twee", zei zij.
„Ik zal op je wachten".
Ik legde de telefoon op den haak en keerde
naar mijn bezoekers terug. Ik nam een
houding aan van wat-kan-het-me-bommen,
die mij nog de meeste kansen gaf.
„Het schijnt wel, dat jullie me hebt, waar
je me hebben wilt", zei ik.
Andy Hom ging vlug praten.
„Luister, Lacy", zei hy, „erger je niet. Wel
beschouwd, weet je, kan geen zakelijke be
trekking worden gestaakt zonder vooraf
gaande opzegging. En wij staan in zakelijke
verhouding, in alle opzichten, ook al zijn wij
niet op de beurs ingeschreven."
„Laten wij er niet verder over praten", zei
ik bruusk. „Ik heb toegegeven. Net als je
zegt, maatschappijen kunnen niet plotseling
worden gestaakt. Maar ik zeg jullie nu op.
Vanaaag over zes maanden ben ik van jullie
af".
Ik zag, hoe Jimmy Greco ongeduldige be
wegingen maakte. Zijn mond ging open,
maar Hom voorkwam hem.
„Niemand zal kunnen zeggen, dat dit geen
redelijk voorstel is", stemde hij toe. „Hoe
sta jy er tegenover. Jimmy? En wat heb jij
er op te zeggen, Pots?"
De toon, waarop hij de vragen stelde,
vroeg om bevestigend antwoord. Slavini
stemde direct toe, en de trager denkende
Greco keek eerst eens naar Pots.
„Wy kunnen niemand dwingen voor goed
bij ons te blijven", zei Hom. „Alleenhet
leek ons niet netjes om er mee uit te
scheiden zonder ons te waarschuwen
„Volkomen eens", viel ik in. „Nu, dat heb
ik ook niet gedaan. Is dit alles?"
„Zeker, dat is alles", zei Horn. „Datdat
was juffrouw Seeley, die juist opbelde,
niet?"
„Ik verzocht je", zei ik strak, „haar er
buiten te laten. Ik meen het".
„Spijt me. Niet zoo bedoeld", zei Horn. Hij
stond op en noodigde met een blik de twee
anderen uit zyn voorbeeld te volgen. „Wel,
ik denk wel, dat dit alles is. Binnen een dag
of wat zullen we aan den slag gaan, Lacy.
Slavini heeft een paar plannetjes
„Prachtig", zei ik, en liet het hierbij.
Hiermee vertrokken zij, mij in twijfel
achterlatend.
Zonder voorafgaande waarschuwing was
de liefde in mijn leven gekomen. En boven
dien, de liefde had haar intree gedaan in
Jeanne Seeley's leven. Toen ik haar had
gekust en haar op de Majestic had achter
gelaten, was ik tot een besluit gekomen. Zy
zou my niet meer zien. Zy mocht mij dan
een proleet vinden, of mii verachten. Dat
was altijd nog veel beter dan een gebroken
hart.
Want haar hart zou nu niet breken. Zeker,
zij hield van my. Maar dit was haar eerste
liefdeshistorie. Zij was pas negentien. Maar
wanneer ik haar bleef zien, wanneer een
meisjesbevlieging rijpte tot een brandende
vrouwenliefde, zou dit haar blijvend kunnen
schaden. Terwijl, indien ik haar niet meer
zag, haar trots haar te hulp zou komen. Er
zouden een paar tranen vloeien en daarna
zou haar verachting voor my haar liefde
overwinnen.
Grootsche droomen slopen in myn geest.
Ik was niet altijd een dief geweest.
Waarom moest ik er altijd een blijven?
Waarom kon ik niet uitscheiden? Natuurlijk
kon ik. Ik kon zelfs nog meer doen. Ik zou
op een goeden dag iederen stuiver, dien ik
op oneerlijke wijze had verworven, kunnen
terugbetalen. Dit liep in de honderdduizen
den, maar wat kwam dat er op aan? Ik was
nog jong; ik had een goed verstand; wan
neer ik maar werkte, en mijn best deed, zou
ik kunnen slagen. Jaren zouden kunnen
verstrijken, voordat ik fortuin had gemaakt.
Maar wanneer ik dat zou hebben gemaakt,
wanneer ik met rente iederen stuiver, dien
ik had gestolen, zou hebben terugbetaald,
dan zou ik naar Jeanne gaan.
Zij zou dan getrouwd zijn, en in haar
herinnering zou ik niets dan een vage
verschijning zijn. Desniettemin zou ik haar
aan de Majestic herinneren. Ik zou haar
vertellen, waarom ik uit haar leven was
weggegaan; ik zou haar zeggen, dat haar
invloed mij tot een beter mensch had ge
maakt, en zij zou mij de reeds vergeten
kwetsuur vergeven, die ik haar had toege
bracht, toen zy negentien was.
Dwaas? Natuurlijk, maar goed van be
doeling.
(Wordt vervolgd!