ZÜctÊMe
£attiU en Jmu&ouw
Spoet
DE BAAS.
Glimlachje
GOED VISCHWATER.
GEMENGD NIEUWS.
DE RONDE VAN FRANKRIJK
Oberbeck wint de eerste étappe.
Middelkamp derde,
Schulte achtste.
TWEEDE BLAD.
een weldaad
voor Uw huid
TWEE GEWONDEN.
Gister ontstond te Den Haag op den hoek
van den Leidschestraatweg en de laan van
Nieuw Oost-Indië een aanrijding tusschen
twee personenauto's en een motorrijwiel.
Van de eene auto was de 37-jarige P.
A. G. uit de Schuytstraat de bestuurder,
van de andere auto de 42-jarige Amster
dammer J. V., terwijl M. J. F. van den
Parallelweg het motorrijwiel bereed.
De oorzaak van het ongeluk lag bij V.,
die geen voorrang verleende. F. kreeg een
hoofdwond en een hersenschudding en is
in bewusteloozen toestand naar Bronove ge
bracht. De 46-jarige Amsterdamsche juf
frouw S. B., die met V. medereed, liep
verwondingen aan het hoofd op en klaagde
over pijn in de borst. Zij kon op eigen
gelegenheid huiswaarts keeren.
DE KARIMATA VRIJDAG WEER
TER „GOUDVANGST".
De achtergelaten kabels en ankers van de
Karimata zijn thans alle opgevischt. De nieu
we ankers en kabels zijn reeds grootendeels
op den molen aangebracht en aan de répara
ties wordt de laatste hand gelegd.
Als alles naar wensch verloopt, zal de Ka
rimata Vrijdag naar de Lutine vertrekken.
MEVROUW A. VAN WIJHE—SMEDING
OVERLEDEN.
In den leeftijd van 47 jaar is, na het onder
gaan van een operatie, in het protestantsche
ziekenhuis te 's-Hertogenbosch, overleden de
bekende schrijfster A. van WijheSmeding,
letterkundige te Vught.
jDe overledene werd geboren in Enkhuizen
op 17 Juli 1890.
DE NEDERLANDSCHE
WERKGEMEENSCHAP VOOR JONGE
WERKLOOZEN.
Deze organisatie, waarvan Dr. E. H. G
Verviers en de heer Jac. v. d. Nieuwen
huysen, beiden te Den Haag, resp. voorzitter
en secretaris zijn, verzoekt ons opname van
het volgende:
In de landelijke gemeente Bakel (N.Br.),
onder den rook der industriestad Helmond,
ligt het landgoed Scheepstal. Op een terrein
van ongeveer 30 H.A. woesten grond zijn de
pioniers van „De Nederlandsche Werk
gemeenschap" daar bezig met ontginning
van het land en met den bouw van 3 kamp
huizen, welke in latere jaren als boerderij
ingericht kunnen worden.
Werklooze jongens ontginnen daar hun
eigen bouwgrond, produceeren hun eigen
voedsel, richten hun eigen woongelegenheid
in, maken hun eigen kleeding.
De eerste kern of gemeenschap is aan het
groeien en kan binnen zeer afzienbaren tijd
zichzelf bedruipen en op eigen beenen staan,
zoodat spoedig meerdere kernen in het
land gesticht kunnen worden. In het kleine
Zwitserland bestaan er reeds 52. Mag Neder
land daarby zóóver ten achter staan?
De Nederlandsche Werkgemeenschap is
bij haar oprichting uitgegaan van deze een
voudige gedachte: er moet eindelijk eens iets
afdoends voor de 100 a 150.000 jonge werk-
loozen gedaan worden.
Zij moeten niet enkel bezig gehouden
worden om de gevolgen der werkloosheid
wat te verzachten, maar zij moeten blijvend
aan wezenlijk werk geholpen worden.
Het eigen levensonderhoud der jongelui is
een onuitputtelijk werkobject. Dit is niet
alleen de goedkoopste en opvoedkundig ook
de beste vorm van werkverschaffing, maar
zij laat bovendien nog blijvende waarde
achter. Elke jonge werklooze, die als wer
kend lid van de Nederl. Werkgemeenschap
is aangenomen, wordt blijvend te werk
gesteld, dus, totdat hij in de gewone maat
schappij een hem passende, loonende werk
kring heeft gevonden en in het geval hij
weer zonder werk komt, kan hij weer te
werk gesteld worden, direct als er een
plaats vrij is. Zijn opname gaat voor bij
nieuwe sollicitanten.
Hij kan eerst dan als werkend lid der
Nederlandsche Werkgemeenschap aange
nomen worden, als hij gedurende een
half jaar bij de Nederl. Werkgemeenschap
gewerkt heeft en heeft dan ook recht op
zijn deel in de eventueele baten van het
werkobject. Het eerste half jaar wordt hij
ingeschreven als adspirant werkend lid en
geniet vanaf den eersten dag zijner opname
volledig levensonderhoud en een zakgeld van
1.50 per week.
De leider van onze Werkgemeenschap
heeft uitdrukkelijk opdracht eiken jongen
Welk merk revolver wenscht U?
„Dat doet er niet toe. Hij moet
alleen voor zes personen zijn!"
liefdevol te bejegenen en hem als volwaar
dig mensch te waardeeren. Voor ons eerste
werkkamp zijn wij er gelukkig in geslaagd
als leider de rechte man op de rechte plaats
te hebben gevonden en het is onze grootste
zorg voor volgende werkkampen ook den
geschikten leider te vinden. Daarvan toch
is het wel of niet slagen van een werkkamp
voor jonge werkloozen geheel afhankelijk.
Het bewijs is reeds geleverd, dat de Ned.
Werkgemeenschap voor deze eenig juiste
werkwijze de sympathie van het Neder
landsche volk kan verwerven. Het aantal
leden en donateurs bedroeg binnen enkele
kwartalen: 1 Januari '37 totaal 657, 30 Juni
'37 totaal 3114, 31 Dec. '37 totaal 5613 en 31
Mei '38 totaal 7103.
Ook heeft de ervaring reeds bevestigd, dat
onze eenig juiste werkwijze noodzakelijk
slagen moet. Zonder één cent overheids
subsidie en met één cent per dag contributie
van onze leden kon tot 31 Mei reeds eene
taak gegeven worden aan ongeveer 200
personen en kon aan vergoedingen reeds een
bedrag van ruim 12.000 gulden besteed
worden; gedeeltelijk in den vorm van kost
en inwoning.
De geest in ons eerste werkkamp is uit
stekend. Het kamp heeft reeds een goeden
roep verworven, zoodat van heinde en ver
aanvragen binnenkomen om te worden op
genomen.
Nu het eerste kamp in Nederland, dat de
werkloosheid wezenlijk bestrijdt, van meet
af geslaagd is, moet het aantal worden uit
gebreid. Wanneer er in Zwitserland 52 zijn,
moet er in Nederland in elke provincie min
stens één zijn, om de jongelui uit verschil
lende streken en uit de steden te kunnen
helpen.
Doch ook voor deze betere en goedkoopere
tewerkstelling is geld noodig. Daarom
moeten de „werkende leden" geholpen
worden door „Beschermende leden" (resp.
donateurs) die eene contributie betalen van
minstens 1 cent per dag, en die daarvoor
gratis het veel gelezen maandblad „Werk en
Vreugd" ontvangen, zoodat zij zich regel
matig van de vorderingen van het werk op
de hoogte kunnen houden.
De Nederlandsche Werkgemeenschap is
onafhankelijk van elke politieke partij of
beweging. Daarin ligt het geheim van haar
welslagen en daarom mag zij met volle recht
beroep doen op het heele Nederlandsche volk
in den strijd tegen het grootste euvel, dat
ons volk teistert.
Helpt daarom dit geslaagde werk uit
bouwen over alle provinciën van Neder
land. Legt minstens één cent per dag terzijde
voor de jonge werkloozen en dus voor den
wederopbouw onzer volkskracht.
Helpt onze jongelui zichzelf te helpen.
Volgt het voorbeeld der vele duizenden
Nederlanders en wordt ook Gij Beschermend
Lid van De Nederlandsche Werkgemeen
schap.
Wie de Nederlandsche Werkgemeenschap
steunt, steunt dubbel.
Staking gedeeltelijk opgeheven. - Naar
wij vernemen, is de in de bouwvakken in
de Betuwe in verband met niet nakoming
van de C. A. O. uitgebroken staking gedeel
telijk geëindigd. In Huissen zijn werkgevers
en werknemers tot overeenstemming ge<
komen. Het werk werd op verscheidene
bouwwerken bereids hervat. In andere
plaatsen in de Betuwe wordt de staking nog
voortgezet.
De 40.000ste. - Deventer geniet de
glorie van haar 40.000ste ingezetene. Het is
Johanna Helena van Schie, eerste kind uit
een twaalf-jarig huwelijk.
De koningin in Zwitserland. - De ko
ningin heeft met haar gevolg voor eenige
dagen haar intrek genomen in het hotel
Poste et Couronne te Brig (kanton Wallis).
Auto van prins Bernhard in brand. -
Vannacht omstreeks half twee is de Auburn
Cord van prins Bernhard op den rijksweg
ArnhemEde ter hoogte van het Planken
Wambuis, vermoedelijk door kortsluiting in
de acu, in brand gev'ogen en ernstig be
schadigd. De prins was niet in deze grijze
twoseater, zij werd bestuurd door een lid
van de hofhouding. De man kwam met den
schrik vrij. Dank zij het snelle optreden van
de Arnhemsche en Edesche brandweer kon
de motor behouden blijven. Het interieur
van de auto brandde echter geheel uit.
Wijziging Hooger-Onderwijswet. Inge
diend is een wetsontwerp tot aanvulling en
wijziging van de wet van 22 April 1937, tot
wijziging en aanvulling der Hooger-Onder
wijswet.
Bijzonder invoerrecht op benzine. - In
gediend is een wetsontwerp, houdende na
dere voorzieningen ten aanzien van de hef
fing van het bijzonder invoerrecht op ben
zine. Het ontwerp strekt in de eerste plaats
om den geldigheidsduur van de wet voor-
loopig met vijf jaren en dus tot 1 Januari
1944 te verlengen.
- Geldkistje opgebaggerd. - Ruim een
maand geleden is in een apotheek op den
Denneweg te Den Haag een geldkistje ge
stolen, inhoudende 400. De politie arres
teerde spoedig daarop den dader en zijn
handlanger en vond 200 op hem. De helft
van den buit was dus terecht. De ontbre
kende 200 zijn thans in het geldkistje ge
vonden. Bij het baggeren in de Haringkade
is het kistje opgehaald en men vond er
200 in.
De opleiding voor notaris. - De ge
meenteraad van Amsterdam heeft mr. A.
Pitlo benoemd tot lector in het notariaat.
Hiermede is in ons lar.d voor het eerst de
gelegenheid tot de studie voor het notariaat
aan de universiteit opengesteld. De col
leges beginnen met den aanvang van het
studiejaar 1938/39. Voor belangstellenden
wordt aan het bureau van de universiteit
een programma beschikbaar gestelc'
IS HOOIBROEI ONVERMIJDELIJK?
De Rijkslandbouwconsulent voor Noord
holland ir. G. J. Lienesch schrijft ons het
volgende:
Er is een oude boeren ervaring dat in
droge hooitijden toch heel vaak hooibroei
in dusdanigen vorm optreedt dat het brand
gevaar zeer sterk naar voren komt.
Uit verschillende bronnen is mij bekend
geworden dat de hooiwinning dit jaar met
vrij groote moeilijkheden gepaard gaat. Ik
bedoel daarmede het moeilijk voldoende
droog krijgen van de massa vóór het in-
schuren.
Op vele plaatsen in de provincie Noord
holland is op het tijdstip van maaien ge
noegen genomen met een matige graspro
ductie.
Men mag verwachten dat een betrekke
lijk licht zwad hooi in een droge periode
spoedig tot een goed droog product wil
worden. Toch is dit heel dikwijls niet het
geval en het gevolg daarvan is weer dat
men veel gauwer aan het hooispitten toe
komt dan men op grond van vorenstaande
theorie mocht verwachten.
Een juiste verklaring voor de geschetste
ontwikkeling doet momenteel minder ter
zake dan wel te trachten de gevaren van
hooibroei zooveel mogelijk te vermijden.
Ik behoef niet te herhalen dat alle warm-
te-ontwikkellng ln hooi alleen mogelijk is
door afbraak van de best verteerbare voe-
dingsbestanddeelen uit dat hooi. Uit voe
dingsoogpunt is de broei dus altijd verlies
gevend.
In vele gevallen heerscht nog de meening
dat hooibroei een soort fatalisme is dat niet
te vermijden is en ik moet zeggen dat het er
ook heel vaak op lijkt.
Het allerbeste middel om hooibroei te
vermijden is te zorgen voor een zoo droog
mogelijk product. Dit laatste is wel mak
kelijker te zeggen dan te doen, maar men
moet deze eisch toch steeds als de zwaarste
laten gelden alvorens in te schuren. Het
opsteken van het hooi van de rooken in-
plaats van het op krossen jagen van de
heele rooken beteekent dikwijls al zoo'n
betere nadroging van het hooi, dat de
daaruit voortgekomen extra arbeidskosten
zich spoedig betaald maken.
De beste rem op het gevaar voor hooi
broei is en blijft het zoo droog mogelijk
maken van het product voordat het in de
schuur komt!
Natuurlijk zijn de bovengenoemde op
merkingen zeer algemeen gesteld en het
maakt eert groot verschil van welke kwali
teit gras men hooi wil maken, maar in alle
gevallen moet als maatstaf voor het in-
schuren voldoende droogte van het product
gekozen worden.
Dat men in droge hooitijden zoo vaak
last en verlies krijgt door hooibroei lijkt
mij dikwijls een gevolg van deze omstan
digheid dat men meent het wel te kunnen
wagen aangezien het zulk best droog wee:
is geweest na het maaien en gedurende de
hooibewerking op het land.
Men vergeet dan echter dikwijls dat men,
ingeval er eenige regen in het gewas is ge
west, zich steeds voor oogen houdt dat het
hooi goed droog moet zijn. Waar wij tot
voor korten tijd wel droogte hadden maar
betrekkelijk lage temperaturen moet er aan
gedacht worden dat de verdamping onder
die omstandigheden heel wat kleiner is ge
weest dan op warme zomerdagen.
Verkeert men in de omstandigheden dat
men het hooi binnen wil hebben, maar het
broei risico wil vermijden, dan is een oor
deelkundig oppassen een eerste eisch.
Maar is er ook iets te bereiken met toe
diening van landbouwzout e. d.?
Wel iets, maar niet met eenige zekerheid
op afdoend succes!
Een 58 pond landbouwzout per wagen
hooi (pl.m. 800 K.g.) door het hooi gestrooid
is in staat de eindtemperatuur van het
broeien een 3—5 0 C. lager te houden. Dit
kan natuurlijk van groote invloed zijn
maar de geringe temperatuurs-verlaging
op zich zelf wijst wel uit dat men er niet
alles van mag verwachten.
Ook het gebruik van stroo kan van in
vloed zijn op de broeitemperatuur.
Men past 2 methoden toe: le het aan
brengen van dwarskruizen van stroo pak
ken tusschen een paar voeren en 2e het uit
strooien van een paar touwpakjes stroo
tusschen een paar voeren hooi. In beide ge
vallen moeten de stroolagen aan 2 zijden
tot aan den buitenkant doorloopen, teneinde
voldoende afvoer van warmte mogelijk te
maken.
Met de stroo-methoden verkleint men
ook weer de gevaren van hooibroei; maar
evenals met het landbouwzout, men moet
niet in de le plaats op deze hulpmiddelen
z'n hooiwinning baseeren maar op het zoo
droog mogelijk inschuren letten.
Wil men daarnaast nog een paar goed
bruikbare hulpmiddelen toepassen dan is
dat zeker juist te achten.
LANGENDIJK.
Aardappelprijzen.
De tuinbouwers, wier aardappelen kon
den worden gerooid, hebben in de afgeloopen
week deze werkzaamheden onder hoogen
druk verricht. De prijzen waren van dien
aard, dat men bij een eenigszins behoorlijke
oogst, een flinke opbrengst kon maken. Ve
len hebben dan ook van de gelegenheid ge
bruik gemaakt om de aardappelen tegen de
hooge prijzen van de hand te doen. Er waren
zelfs enkele tuinders, die aan de goedge
keurde aardappelen, welke voor pootgoed
bestemd waren, zijn begonnen te rooien. De
aanvoeren aan de veilingen waren dan ook
beduidend. Te Broek op Langendijk werden
in totaal plm. 200 wagons aardappelen ge
veild en te Noordscharwoude bijna 100. Het
is voor de Noordscharwouder tuinders wel
jammer, dat de prijzen op het einde van de
week zoo beduidend gedaald zyn, net op het
oogenblik, dat de aanvoeren daar van betee<
kenis werden.
De aardappelprijzen zijn in de afgeloopen
week hoog gebleven, doordat er veel vraag
bestond, vooral uit Duitschland. Naar dat
land zijn zeer groote hoeveelheden geëxpor
teerd, aangezien men vreesde, dat de Juni-
genehmigungen niet mochten worden opge
bruikt in Juli. Dientengevolge zijn de prijzen
hoog gebleven en hebben de exporteurs
slechts weinig kunnen verdienen, daar zij
niet hooger mochten factureeren dan 9 per
100 K.G. Inmiddels is bekend geworden, dat
de Juni-genehmigungen, welke zijn over ge
bleven, in Juli kunnen worden gebruikt.
Op den eersten Juli zijn de prijzen plm
een rijksdaalder per 100 K.G. gedaald.
Den volgenden dag stegen ze weer plm. 'n
halven gulden. Gehoopt wordt, dat men deze
prijzen nog eenigen tijd zal kunnen handha
ven, aangezien de tuinders, althans een
groot deel, noodig 'n flinken prijs moet ma
ken om uit te komen. Hopelijk kan er na de
belangrijke verlaging van de invoerrechten
in Engeland een flinke hoeveelheid overzee
worden verkocht.
Met de tomaten is het slecht geloopen. De
noteeringen zijn langzamerhand onder 10
per 100 K.G. aangeland, hetgeen voor dit
product veel te laag is. Ook de bloemkool is
goedkoop. De aanvoeren zijn niet groot en
de prijzen varieeren meestal van 5 tot 6
per 100 stuks. Rabarber is schijnbaar ook
„uit de mond". De noteeringen hiervoor zijn
van 2 tot 3 per 100 K.G.
De eigenheimers zijn al weer aan de
markt. Begonnen met 9 per 100 K.G. no
teerden wij Zaterdag van f 10 tot ruim 11
per 100 K.G.
Zaterdag is de eerste zending roode kool
naar Engeland geëxporteerd.
BROEK OP LANGENDIJK.
Overzicht aanvoer en omzet
Langedijker Groentenveiling.
Overzicht aanvoer en omzet Langedijker
Groentenveiling in Juni 1938 en 1937:
Vroege aardappelen in Juni 1938 2924704
K.G., in Juni 1937 4304100 K.G.; Tomaten A
in Juni 1938 296938 K.G., in Juni 1937 198442
K.G.; Rabarber in Juni 1938 59277 bos, in
Juni 1937 57060 bos; Bloemkool in Juni 1938
4931 stuks, in Juni 1937 8273 stuks; Bos
wortelen in Juni 1938 11781 bos; in Juni 1937
44902 bos; Roode kool in Juni 1938 250 K.G.,
in Juni 1937 8300 K.G.
De omzet bedroeg in Juni 1938 323847,61
tegen 248936,81 in Juni 1937.
KENNEMERLAND.
De markt gaf een beeld van den zomer.
Volop groenten en in groote verscheiden
heid. Doch er was allerminst een vlugge
handel en hooge prijzen. Voor le soort en
een beperkte hoeveelheid kon het er nog
door, doch afwijkende kwaliteit (de z.g.
mooie 2e kwaliteit aanvoer) maakte een
slechte week en het z.g. „doordraaien" was
schering en inslag. Bloemkool werd in
groote kwantums aangevoerd en alleen le
soort bracht nog een redelijken prijs op. De
prijzen bewogen zich tusschen de 6.50
9, de 2e soort 24.50 per 100 stuks. Sla,
waarvan ruime aanvoer, gold slechts f 0.40
1.80 per 100 stuks. Doperwten, welke
door het droge seizoen spoedig te dik wor
den, maakte een prijsje van f 8.5014.50,
peulen waren meer gewild, wat tot uiting
kwam in den prijs van 1620, raspers
waren duur n.1. f 1822 en capucijners
eveneens, n.1. f 1420, alles per 100 K.G.
De prijzen van snijboonen en spercieboonen
bleven nog aan den hoogen kant, n.1. f 28—
37 en 3643, per 100 K.G. De prijzen
van bosgroenten, voor zoover le kwaliteit,
vielen niet tegen. We noteerden (als gemid
delde over 5 dagen) bospeen f 711,
radijs 1.252.10, selderie 1.503,
peterselie 1f 2.20 en uien 24.50, per
100 bos. Tuinboonen, waarvan geen over-
groote aanvoer, golden 56.50 per 100
K.G. Komkommers maakten een prijsje van
23.10 per 100 stuks. Spinazie was niet
erg in trek en evenmin postelein. De prijzen
waren resp. f 0.150.35 en f 0.15—0.25
per kist. De overige aanvoer gaf onveran
derde prijzen.
Wat de aardbeienpluk betreft, valt de op
brengst tegen. De aanvoer in Beverwijk
(het leeuwendeel der aanvoer) is beduidend
en we verwijzen naar de dagelyksche notee
ring. De prijzen van de veilingen te Castri-
cum en Heiloo zijn ongeveer gelijk. In Hei-
loo werd de vorige week ruim 100.000 K.G.
aangevoerd met een gemiddelden prijs van
20 per 100 K.G.
De 32ste Ronde van Frankrijk is gister
begonnen met de etappe Le Vesinet—
Caen. Dertig dagen lang zullen de ren
ners langs de wegen van Frankrijk's
grenzen trekken, over een totaal af
stand van 4500 K.M. Zij zullen bergen
moeten bestijgen, zij zullen in razende
vaart de dalen tegemoet snellen, regen
en zon zullen zij ontmoeten, ijle berg
lucht en verzengende zonnestralen zul
len de zwoegers van den weg ^moeten
trotseeren.
Uit acht verschillende landen zijn 96 ren
ners bijeengekomen om te trachten een van
de schoonste overwinnigen te behalen: die
in de Ronde van Frankrijk, „het wereld
kampioenschap op den weg voor landen
ploegen".
Onder enorme belangstelling trokken de
renners uit Parijs naar de voorstad Le
Vesinet, waar het vertreksein zou worden
gegeven. Duizenden hadden zich langs den
weg geschaard om de wielergrootheden toe
te juichen, een karavaan van honderden
voertuigen volgde, er hing weer de typische
sfeer welke dit evenement altijd zoo een ge
heel apart cachet verleent.
Nog voor den start had de Fransche
equipe reeds pech. De wegkampioen van dit
jaar, Paul Maye, kwam met een motorrijwiel
in botsing en liep een schouderblessure op.
Niettemin besteeg hij zyn rijwiel weer, maar
men verwacht, dat hij spoedig zal moeten
opgeven.
De start.
Voor een groote menigte werd om kwart
over elf het startschot gelost. Onmiddellijk
namen de Italianen den kop, maar ontvluch
tingspogingen werden er vooralsnog niet
ondernomen. Maar even voor Mantes werd
het tempo steeds straffer en toen probeer
den verschillende renners alleen de leiding
te nemen. Zoo trachtte bijv. de winnaar van
de Ronde van Italië, Vicini, tot twee maal
toe een voorsprong te verkrijgen, maar beide
malen was hij al spoedig weer ingehaald. De
Nederlandsche rijders Anton van Schendel,
Middelkamp, Schulte, Hellemons, van Nek
en Dominicus hielden zich vooralsnog rustig,
maar toch zorgden zij wel, niet in de achter
ste gelederen te geraken. Helaas kreeg
Schulte vrij spoedig een lekken band, maar
Middelkamp en Dominicus wachtten tot hun
ploeggenoot weer kon opstappen en toen was
het peleton spoedig weer bereikt. Na on
geveer 80 K.M. vlak bij Evreux begon het
te regenen en toen reeds kregen de deel
nemers een proefje van de moeilijke om
standigheden, waaronder soms gereden moet
worden. De Franschman Laurent en de Belg
Neuville ondernamen samen een ontsnap
pingspoging, zij kregen 55 sec. voorsprong,
maar na eenigen tijd waren ook zij weer bij
getrokken. Van de Nederlandsche renners
bleven Middelkamp, Schulte en van Nek
voortdurend in de voorhoede, maar Anton
van Schendel, Dominicus en Hellemons had
den met pech te kampen, thans konden hun
kameraden niet op hen wachten en deze
drie Nederlandsche renners geraakten hier
door achter. In den stroomenden regen
zwoegden de renners verder, via Conches en
Lisieux, over goede wegen. De Franschman
Leducq slaagde er in te ontvluchten, zijn
voorsprong bedroeg reeds twee minuten,
maar een groep renners, waarin ook Middel
kamp zat, haalden hem kort voor Caen in.
In de straten van de stad ontspon zich toen
nog een felle strijd.
Middelkamp derde.
Uit de kopgroep, bestaande uit Mid
delkamp, den Italiaan Bini, den Belg
Marcel Kint en. de beide Duitschers
Oberbeck en Weckerling, schoot plotse
ling Oberbeck onweerstaanbaar naar
voren en toen hij de wielerbaan te
Caen, waar de eindstreep was getrokken,
op kwam, had hy een tiental seconden
voorsprong, welken hij, ondanks ver
woede pogingen van de anderen, kon
behouden. Bini werd in den eindsprint
tweede, Middelkamp liet Kint en
Weckerling achter zich.
Hoezeer het slechte weer van invloed is
geweest, blijkt wel hieruit, dat de winnaar
een half uur later binnenkwam, dan men
had verwacht.
Met een halve minuut achterstand
kwam Schulte aan het hoofd van een
groep van een negental renners de baan
opstormen en plaatste zich achtste in het