ZÜctÊMe £attiU en Jmu&ouw Spoet DE BAAS. Glimlachje GOED VISCHWATER. GEMENGD NIEUWS. DE RONDE VAN FRANKRIJK Oberbeck wint de eerste étappe. Middelkamp derde, Schulte achtste. TWEEDE BLAD. een weldaad voor Uw huid TWEE GEWONDEN. Gister ontstond te Den Haag op den hoek van den Leidschestraatweg en de laan van Nieuw Oost-Indië een aanrijding tusschen twee personenauto's en een motorrijwiel. Van de eene auto was de 37-jarige P. A. G. uit de Schuytstraat de bestuurder, van de andere auto de 42-jarige Amster dammer J. V., terwijl M. J. F. van den Parallelweg het motorrijwiel bereed. De oorzaak van het ongeluk lag bij V., die geen voorrang verleende. F. kreeg een hoofdwond en een hersenschudding en is in bewusteloozen toestand naar Bronove ge bracht. De 46-jarige Amsterdamsche juf frouw S. B., die met V. medereed, liep verwondingen aan het hoofd op en klaagde over pijn in de borst. Zij kon op eigen gelegenheid huiswaarts keeren. DE KARIMATA VRIJDAG WEER TER „GOUDVANGST". De achtergelaten kabels en ankers van de Karimata zijn thans alle opgevischt. De nieu we ankers en kabels zijn reeds grootendeels op den molen aangebracht en aan de répara ties wordt de laatste hand gelegd. Als alles naar wensch verloopt, zal de Ka rimata Vrijdag naar de Lutine vertrekken. MEVROUW A. VAN WIJHE—SMEDING OVERLEDEN. In den leeftijd van 47 jaar is, na het onder gaan van een operatie, in het protestantsche ziekenhuis te 's-Hertogenbosch, overleden de bekende schrijfster A. van WijheSmeding, letterkundige te Vught. jDe overledene werd geboren in Enkhuizen op 17 Juli 1890. DE NEDERLANDSCHE WERKGEMEENSCHAP VOOR JONGE WERKLOOZEN. Deze organisatie, waarvan Dr. E. H. G Verviers en de heer Jac. v. d. Nieuwen huysen, beiden te Den Haag, resp. voorzitter en secretaris zijn, verzoekt ons opname van het volgende: In de landelijke gemeente Bakel (N.Br.), onder den rook der industriestad Helmond, ligt het landgoed Scheepstal. Op een terrein van ongeveer 30 H.A. woesten grond zijn de pioniers van „De Nederlandsche Werk gemeenschap" daar bezig met ontginning van het land en met den bouw van 3 kamp huizen, welke in latere jaren als boerderij ingericht kunnen worden. Werklooze jongens ontginnen daar hun eigen bouwgrond, produceeren hun eigen voedsel, richten hun eigen woongelegenheid in, maken hun eigen kleeding. De eerste kern of gemeenschap is aan het groeien en kan binnen zeer afzienbaren tijd zichzelf bedruipen en op eigen beenen staan, zoodat spoedig meerdere kernen in het land gesticht kunnen worden. In het kleine Zwitserland bestaan er reeds 52. Mag Neder land daarby zóóver ten achter staan? De Nederlandsche Werkgemeenschap is bij haar oprichting uitgegaan van deze een voudige gedachte: er moet eindelijk eens iets afdoends voor de 100 a 150.000 jonge werk- loozen gedaan worden. Zij moeten niet enkel bezig gehouden worden om de gevolgen der werkloosheid wat te verzachten, maar zij moeten blijvend aan wezenlijk werk geholpen worden. Het eigen levensonderhoud der jongelui is een onuitputtelijk werkobject. Dit is niet alleen de goedkoopste en opvoedkundig ook de beste vorm van werkverschaffing, maar zij laat bovendien nog blijvende waarde achter. Elke jonge werklooze, die als wer kend lid van de Nederl. Werkgemeenschap is aangenomen, wordt blijvend te werk gesteld, dus, totdat hij in de gewone maat schappij een hem passende, loonende werk kring heeft gevonden en in het geval hij weer zonder werk komt, kan hij weer te werk gesteld worden, direct als er een plaats vrij is. Zijn opname gaat voor bij nieuwe sollicitanten. Hij kan eerst dan als werkend lid der Nederlandsche Werkgemeenschap aange nomen worden, als hij gedurende een half jaar bij de Nederl. Werkgemeenschap gewerkt heeft en heeft dan ook recht op zijn deel in de eventueele baten van het werkobject. Het eerste half jaar wordt hij ingeschreven als adspirant werkend lid en geniet vanaf den eersten dag zijner opname volledig levensonderhoud en een zakgeld van 1.50 per week. De leider van onze Werkgemeenschap heeft uitdrukkelijk opdracht eiken jongen Welk merk revolver wenscht U? „Dat doet er niet toe. Hij moet alleen voor zes personen zijn!" liefdevol te bejegenen en hem als volwaar dig mensch te waardeeren. Voor ons eerste werkkamp zijn wij er gelukkig in geslaagd als leider de rechte man op de rechte plaats te hebben gevonden en het is onze grootste zorg voor volgende werkkampen ook den geschikten leider te vinden. Daarvan toch is het wel of niet slagen van een werkkamp voor jonge werkloozen geheel afhankelijk. Het bewijs is reeds geleverd, dat de Ned. Werkgemeenschap voor deze eenig juiste werkwijze de sympathie van het Neder landsche volk kan verwerven. Het aantal leden en donateurs bedroeg binnen enkele kwartalen: 1 Januari '37 totaal 657, 30 Juni '37 totaal 3114, 31 Dec. '37 totaal 5613 en 31 Mei '38 totaal 7103. Ook heeft de ervaring reeds bevestigd, dat onze eenig juiste werkwijze noodzakelijk slagen moet. Zonder één cent overheids subsidie en met één cent per dag contributie van onze leden kon tot 31 Mei reeds eene taak gegeven worden aan ongeveer 200 personen en kon aan vergoedingen reeds een bedrag van ruim 12.000 gulden besteed worden; gedeeltelijk in den vorm van kost en inwoning. De geest in ons eerste werkkamp is uit stekend. Het kamp heeft reeds een goeden roep verworven, zoodat van heinde en ver aanvragen binnenkomen om te worden op genomen. Nu het eerste kamp in Nederland, dat de werkloosheid wezenlijk bestrijdt, van meet af geslaagd is, moet het aantal worden uit gebreid. Wanneer er in Zwitserland 52 zijn, moet er in Nederland in elke provincie min stens één zijn, om de jongelui uit verschil lende streken en uit de steden te kunnen helpen. Doch ook voor deze betere en goedkoopere tewerkstelling is geld noodig. Daarom moeten de „werkende leden" geholpen worden door „Beschermende leden" (resp. donateurs) die eene contributie betalen van minstens 1 cent per dag, en die daarvoor gratis het veel gelezen maandblad „Werk en Vreugd" ontvangen, zoodat zij zich regel matig van de vorderingen van het werk op de hoogte kunnen houden. De Nederlandsche Werkgemeenschap is onafhankelijk van elke politieke partij of beweging. Daarin ligt het geheim van haar welslagen en daarom mag zij met volle recht beroep doen op het heele Nederlandsche volk in den strijd tegen het grootste euvel, dat ons volk teistert. Helpt daarom dit geslaagde werk uit bouwen over alle provinciën van Neder land. Legt minstens één cent per dag terzijde voor de jonge werkloozen en dus voor den wederopbouw onzer volkskracht. Helpt onze jongelui zichzelf te helpen. Volgt het voorbeeld der vele duizenden Nederlanders en wordt ook Gij Beschermend Lid van De Nederlandsche Werkgemeen schap. Wie de Nederlandsche Werkgemeenschap steunt, steunt dubbel. Staking gedeeltelijk opgeheven. - Naar wij vernemen, is de in de bouwvakken in de Betuwe in verband met niet nakoming van de C. A. O. uitgebroken staking gedeel telijk geëindigd. In Huissen zijn werkgevers en werknemers tot overeenstemming ge< komen. Het werk werd op verscheidene bouwwerken bereids hervat. In andere plaatsen in de Betuwe wordt de staking nog voortgezet. De 40.000ste. - Deventer geniet de glorie van haar 40.000ste ingezetene. Het is Johanna Helena van Schie, eerste kind uit een twaalf-jarig huwelijk. De koningin in Zwitserland. - De ko ningin heeft met haar gevolg voor eenige dagen haar intrek genomen in het hotel Poste et Couronne te Brig (kanton Wallis). Auto van prins Bernhard in brand. - Vannacht omstreeks half twee is de Auburn Cord van prins Bernhard op den rijksweg ArnhemEde ter hoogte van het Planken Wambuis, vermoedelijk door kortsluiting in de acu, in brand gev'ogen en ernstig be schadigd. De prins was niet in deze grijze twoseater, zij werd bestuurd door een lid van de hofhouding. De man kwam met den schrik vrij. Dank zij het snelle optreden van de Arnhemsche en Edesche brandweer kon de motor behouden blijven. Het interieur van de auto brandde echter geheel uit. Wijziging Hooger-Onderwijswet. Inge diend is een wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van de wet van 22 April 1937, tot wijziging en aanvulling der Hooger-Onder wijswet. Bijzonder invoerrecht op benzine. - In gediend is een wetsontwerp, houdende na dere voorzieningen ten aanzien van de hef fing van het bijzonder invoerrecht op ben zine. Het ontwerp strekt in de eerste plaats om den geldigheidsduur van de wet voor- loopig met vijf jaren en dus tot 1 Januari 1944 te verlengen. - Geldkistje opgebaggerd. - Ruim een maand geleden is in een apotheek op den Denneweg te Den Haag een geldkistje ge stolen, inhoudende 400. De politie arres teerde spoedig daarop den dader en zijn handlanger en vond 200 op hem. De helft van den buit was dus terecht. De ontbre kende 200 zijn thans in het geldkistje ge vonden. Bij het baggeren in de Haringkade is het kistje opgehaald en men vond er 200 in. De opleiding voor notaris. - De ge meenteraad van Amsterdam heeft mr. A. Pitlo benoemd tot lector in het notariaat. Hiermede is in ons lar.d voor het eerst de gelegenheid tot de studie voor het notariaat aan de universiteit opengesteld. De col leges beginnen met den aanvang van het studiejaar 1938/39. Voor belangstellenden wordt aan het bureau van de universiteit een programma beschikbaar gestelc' IS HOOIBROEI ONVERMIJDELIJK? De Rijkslandbouwconsulent voor Noord holland ir. G. J. Lienesch schrijft ons het volgende: Er is een oude boeren ervaring dat in droge hooitijden toch heel vaak hooibroei in dusdanigen vorm optreedt dat het brand gevaar zeer sterk naar voren komt. Uit verschillende bronnen is mij bekend geworden dat de hooiwinning dit jaar met vrij groote moeilijkheden gepaard gaat. Ik bedoel daarmede het moeilijk voldoende droog krijgen van de massa vóór het in- schuren. Op vele plaatsen in de provincie Noord holland is op het tijdstip van maaien ge noegen genomen met een matige graspro ductie. Men mag verwachten dat een betrekke lijk licht zwad hooi in een droge periode spoedig tot een goed droog product wil worden. Toch is dit heel dikwijls niet het geval en het gevolg daarvan is weer dat men veel gauwer aan het hooispitten toe komt dan men op grond van vorenstaande theorie mocht verwachten. Een juiste verklaring voor de geschetste ontwikkeling doet momenteel minder ter zake dan wel te trachten de gevaren van hooibroei zooveel mogelijk te vermijden. Ik behoef niet te herhalen dat alle warm- te-ontwikkellng ln hooi alleen mogelijk is door afbraak van de best verteerbare voe- dingsbestanddeelen uit dat hooi. Uit voe dingsoogpunt is de broei dus altijd verlies gevend. In vele gevallen heerscht nog de meening dat hooibroei een soort fatalisme is dat niet te vermijden is en ik moet zeggen dat het er ook heel vaak op lijkt. Het allerbeste middel om hooibroei te vermijden is te zorgen voor een zoo droog mogelijk product. Dit laatste is wel mak kelijker te zeggen dan te doen, maar men moet deze eisch toch steeds als de zwaarste laten gelden alvorens in te schuren. Het opsteken van het hooi van de rooken in- plaats van het op krossen jagen van de heele rooken beteekent dikwijls al zoo'n betere nadroging van het hooi, dat de daaruit voortgekomen extra arbeidskosten zich spoedig betaald maken. De beste rem op het gevaar voor hooi broei is en blijft het zoo droog mogelijk maken van het product voordat het in de schuur komt! Natuurlijk zijn de bovengenoemde op merkingen zeer algemeen gesteld en het maakt eert groot verschil van welke kwali teit gras men hooi wil maken, maar in alle gevallen moet als maatstaf voor het in- schuren voldoende droogte van het product gekozen worden. Dat men in droge hooitijden zoo vaak last en verlies krijgt door hooibroei lijkt mij dikwijls een gevolg van deze omstan digheid dat men meent het wel te kunnen wagen aangezien het zulk best droog wee: is geweest na het maaien en gedurende de hooibewerking op het land. Men vergeet dan echter dikwijls dat men, ingeval er eenige regen in het gewas is ge west, zich steeds voor oogen houdt dat het hooi goed droog moet zijn. Waar wij tot voor korten tijd wel droogte hadden maar betrekkelijk lage temperaturen moet er aan gedacht worden dat de verdamping onder die omstandigheden heel wat kleiner is ge weest dan op warme zomerdagen. Verkeert men in de omstandigheden dat men het hooi binnen wil hebben, maar het broei risico wil vermijden, dan is een oor deelkundig oppassen een eerste eisch. Maar is er ook iets te bereiken met toe diening van landbouwzout e. d.? Wel iets, maar niet met eenige zekerheid op afdoend succes! Een 58 pond landbouwzout per wagen hooi (pl.m. 800 K.g.) door het hooi gestrooid is in staat de eindtemperatuur van het broeien een 3—5 0 C. lager te houden. Dit kan natuurlijk van groote invloed zijn maar de geringe temperatuurs-verlaging op zich zelf wijst wel uit dat men er niet alles van mag verwachten. Ook het gebruik van stroo kan van in vloed zijn op de broeitemperatuur. Men past 2 methoden toe: le het aan brengen van dwarskruizen van stroo pak ken tusschen een paar voeren en 2e het uit strooien van een paar touwpakjes stroo tusschen een paar voeren hooi. In beide ge vallen moeten de stroolagen aan 2 zijden tot aan den buitenkant doorloopen, teneinde voldoende afvoer van warmte mogelijk te maken. Met de stroo-methoden verkleint men ook weer de gevaren van hooibroei; maar evenals met het landbouwzout, men moet niet in de le plaats op deze hulpmiddelen z'n hooiwinning baseeren maar op het zoo droog mogelijk inschuren letten. Wil men daarnaast nog een paar goed bruikbare hulpmiddelen toepassen dan is dat zeker juist te achten. LANGENDIJK. Aardappelprijzen. De tuinbouwers, wier aardappelen kon den worden gerooid, hebben in de afgeloopen week deze werkzaamheden onder hoogen druk verricht. De prijzen waren van dien aard, dat men bij een eenigszins behoorlijke oogst, een flinke opbrengst kon maken. Ve len hebben dan ook van de gelegenheid ge bruik gemaakt om de aardappelen tegen de hooge prijzen van de hand te doen. Er waren zelfs enkele tuinders, die aan de goedge keurde aardappelen, welke voor pootgoed bestemd waren, zijn begonnen te rooien. De aanvoeren aan de veilingen waren dan ook beduidend. Te Broek op Langendijk werden in totaal plm. 200 wagons aardappelen ge veild en te Noordscharwoude bijna 100. Het is voor de Noordscharwouder tuinders wel jammer, dat de prijzen op het einde van de week zoo beduidend gedaald zyn, net op het oogenblik, dat de aanvoeren daar van betee< kenis werden. De aardappelprijzen zijn in de afgeloopen week hoog gebleven, doordat er veel vraag bestond, vooral uit Duitschland. Naar dat land zijn zeer groote hoeveelheden geëxpor teerd, aangezien men vreesde, dat de Juni- genehmigungen niet mochten worden opge bruikt in Juli. Dientengevolge zijn de prijzen hoog gebleven en hebben de exporteurs slechts weinig kunnen verdienen, daar zij niet hooger mochten factureeren dan 9 per 100 K.G. Inmiddels is bekend geworden, dat de Juni-genehmigungen, welke zijn over ge bleven, in Juli kunnen worden gebruikt. Op den eersten Juli zijn de prijzen plm een rijksdaalder per 100 K.G. gedaald. Den volgenden dag stegen ze weer plm. 'n halven gulden. Gehoopt wordt, dat men deze prijzen nog eenigen tijd zal kunnen handha ven, aangezien de tuinders, althans een groot deel, noodig 'n flinken prijs moet ma ken om uit te komen. Hopelijk kan er na de belangrijke verlaging van de invoerrechten in Engeland een flinke hoeveelheid overzee worden verkocht. Met de tomaten is het slecht geloopen. De noteeringen zijn langzamerhand onder 10 per 100 K.G. aangeland, hetgeen voor dit product veel te laag is. Ook de bloemkool is goedkoop. De aanvoeren zijn niet groot en de prijzen varieeren meestal van 5 tot 6 per 100 stuks. Rabarber is schijnbaar ook „uit de mond". De noteeringen hiervoor zijn van 2 tot 3 per 100 K.G. De eigenheimers zijn al weer aan de markt. Begonnen met 9 per 100 K.G. no teerden wij Zaterdag van f 10 tot ruim 11 per 100 K.G. Zaterdag is de eerste zending roode kool naar Engeland geëxporteerd. BROEK OP LANGENDIJK. Overzicht aanvoer en omzet Langedijker Groentenveiling. Overzicht aanvoer en omzet Langedijker Groentenveiling in Juni 1938 en 1937: Vroege aardappelen in Juni 1938 2924704 K.G., in Juni 1937 4304100 K.G.; Tomaten A in Juni 1938 296938 K.G., in Juni 1937 198442 K.G.; Rabarber in Juni 1938 59277 bos, in Juni 1937 57060 bos; Bloemkool in Juni 1938 4931 stuks, in Juni 1937 8273 stuks; Bos wortelen in Juni 1938 11781 bos; in Juni 1937 44902 bos; Roode kool in Juni 1938 250 K.G., in Juni 1937 8300 K.G. De omzet bedroeg in Juni 1938 323847,61 tegen 248936,81 in Juni 1937. KENNEMERLAND. De markt gaf een beeld van den zomer. Volop groenten en in groote verscheiden heid. Doch er was allerminst een vlugge handel en hooge prijzen. Voor le soort en een beperkte hoeveelheid kon het er nog door, doch afwijkende kwaliteit (de z.g. mooie 2e kwaliteit aanvoer) maakte een slechte week en het z.g. „doordraaien" was schering en inslag. Bloemkool werd in groote kwantums aangevoerd en alleen le soort bracht nog een redelijken prijs op. De prijzen bewogen zich tusschen de 6.50 9, de 2e soort 24.50 per 100 stuks. Sla, waarvan ruime aanvoer, gold slechts f 0.40 1.80 per 100 stuks. Doperwten, welke door het droge seizoen spoedig te dik wor den, maakte een prijsje van f 8.5014.50, peulen waren meer gewild, wat tot uiting kwam in den prijs van 1620, raspers waren duur n.1. f 1822 en capucijners eveneens, n.1. f 1420, alles per 100 K.G. De prijzen van snijboonen en spercieboonen bleven nog aan den hoogen kant, n.1. f 28— 37 en 3643, per 100 K.G. De prijzen van bosgroenten, voor zoover le kwaliteit, vielen niet tegen. We noteerden (als gemid delde over 5 dagen) bospeen f 711, radijs 1.252.10, selderie 1.503, peterselie 1f 2.20 en uien 24.50, per 100 bos. Tuinboonen, waarvan geen over- groote aanvoer, golden 56.50 per 100 K.G. Komkommers maakten een prijsje van 23.10 per 100 stuks. Spinazie was niet erg in trek en evenmin postelein. De prijzen waren resp. f 0.150.35 en f 0.15—0.25 per kist. De overige aanvoer gaf onveran derde prijzen. Wat de aardbeienpluk betreft, valt de op brengst tegen. De aanvoer in Beverwijk (het leeuwendeel der aanvoer) is beduidend en we verwijzen naar de dagelyksche notee ring. De prijzen van de veilingen te Castri- cum en Heiloo zijn ongeveer gelijk. In Hei- loo werd de vorige week ruim 100.000 K.G. aangevoerd met een gemiddelden prijs van 20 per 100 K.G. De 32ste Ronde van Frankrijk is gister begonnen met de etappe Le Vesinet— Caen. Dertig dagen lang zullen de ren ners langs de wegen van Frankrijk's grenzen trekken, over een totaal af stand van 4500 K.M. Zij zullen bergen moeten bestijgen, zij zullen in razende vaart de dalen tegemoet snellen, regen en zon zullen zij ontmoeten, ijle berg lucht en verzengende zonnestralen zul len de zwoegers van den weg ^moeten trotseeren. Uit acht verschillende landen zijn 96 ren ners bijeengekomen om te trachten een van de schoonste overwinnigen te behalen: die in de Ronde van Frankrijk, „het wereld kampioenschap op den weg voor landen ploegen". Onder enorme belangstelling trokken de renners uit Parijs naar de voorstad Le Vesinet, waar het vertreksein zou worden gegeven. Duizenden hadden zich langs den weg geschaard om de wielergrootheden toe te juichen, een karavaan van honderden voertuigen volgde, er hing weer de typische sfeer welke dit evenement altijd zoo een ge heel apart cachet verleent. Nog voor den start had de Fransche equipe reeds pech. De wegkampioen van dit jaar, Paul Maye, kwam met een motorrijwiel in botsing en liep een schouderblessure op. Niettemin besteeg hij zyn rijwiel weer, maar men verwacht, dat hij spoedig zal moeten opgeven. De start. Voor een groote menigte werd om kwart over elf het startschot gelost. Onmiddellijk namen de Italianen den kop, maar ontvluch tingspogingen werden er vooralsnog niet ondernomen. Maar even voor Mantes werd het tempo steeds straffer en toen probeer den verschillende renners alleen de leiding te nemen. Zoo trachtte bijv. de winnaar van de Ronde van Italië, Vicini, tot twee maal toe een voorsprong te verkrijgen, maar beide malen was hij al spoedig weer ingehaald. De Nederlandsche rijders Anton van Schendel, Middelkamp, Schulte, Hellemons, van Nek en Dominicus hielden zich vooralsnog rustig, maar toch zorgden zij wel, niet in de achter ste gelederen te geraken. Helaas kreeg Schulte vrij spoedig een lekken band, maar Middelkamp en Dominicus wachtten tot hun ploeggenoot weer kon opstappen en toen was het peleton spoedig weer bereikt. Na on geveer 80 K.M. vlak bij Evreux begon het te regenen en toen reeds kregen de deel nemers een proefje van de moeilijke om standigheden, waaronder soms gereden moet worden. De Franschman Laurent en de Belg Neuville ondernamen samen een ontsnap pingspoging, zij kregen 55 sec. voorsprong, maar na eenigen tijd waren ook zij weer bij getrokken. Van de Nederlandsche renners bleven Middelkamp, Schulte en van Nek voortdurend in de voorhoede, maar Anton van Schendel, Dominicus en Hellemons had den met pech te kampen, thans konden hun kameraden niet op hen wachten en deze drie Nederlandsche renners geraakten hier door achter. In den stroomenden regen zwoegden de renners verder, via Conches en Lisieux, over goede wegen. De Franschman Leducq slaagde er in te ontvluchten, zijn voorsprong bedroeg reeds twee minuten, maar een groep renners, waarin ook Middel kamp zat, haalden hem kort voor Caen in. In de straten van de stad ontspon zich toen nog een felle strijd. Middelkamp derde. Uit de kopgroep, bestaande uit Mid delkamp, den Italiaan Bini, den Belg Marcel Kint en. de beide Duitschers Oberbeck en Weckerling, schoot plotse ling Oberbeck onweerstaanbaar naar voren en toen hij de wielerbaan te Caen, waar de eindstreep was getrokken, op kwam, had hy een tiental seconden voorsprong, welken hij, ondanks ver woede pogingen van de anderen, kon behouden. Bini werd in den eindsprint tweede, Middelkamp liet Kint en Weckerling achter zich. Hoezeer het slechte weer van invloed is geweest, blijkt wel hieruit, dat de winnaar een half uur later binnenkwam, dan men had verwacht. Met een halve minuut achterstand kwam Schulte aan het hoofd van een groep van een negental renners de baan opstormen en plaatste zich achtste in het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 7