fVÖfcÖL NEDERLAND IKONINGIN WILHELMINA „40 jaren Koningin der Nederlanden" De beperking van het recht van vereeniging. rider de aanwezigen Regeering en Parlement, t> Binnenland Velen van de noodzakelijkheid der wet niet overtuigd. Formuleering maakt willekeur mogelijk. ■ió venftukkeiy Jteuilletau 1898 ONDER IQ^R Vervolg. Toen Koningin Wilhelmina uit handen van Haie Moeder, die gedurende een achttal jaren het Regentschap met eene toewijding, die Nederland nu nog dankbaar erkent, had gevoerd, de Regeering overnam, was het ministerie Pierson-Goeman Borgesius aan het bewind. Het was uit de stembus van 1897 voortgekomen; stembus, die een ietwat twijfelachtige overwinning aan de gezamen lijke liberale groepen schonk. Feitelijk kan dit ministerie het laatste in de tevoren bij kans onafgebroken rij der liberale mi nisteries slechts een paar jaar onderbro ken door dat onder leiding van Mackay worden genoemd. Het heeft zich onderschei den, dank zij Goeman Borgesius" persoonlijk heid, door een krachtige werkzaamheid op sociaal gebied; het voldeed niet alleen aan gestelde eischen van indirect sociaal aard als de totstandkoming van de Leerplichtwet, maar het bracht directe sociaale regelingen van beteekenis, als de aanvankelijk door de Eerste Kamer verworpen en daarna gewij zigde Ongevallenwet, als de Woning- en Ge zondheidswetten en enkele andere regelin gen, neergelegd in algemeene maatregelen van bestuur of koninklijke besluiten. Even wel, de eigenaardige transigente politiek van Borgesius; het ondermijnen van het ge zag van dit ministerie door degenen, die het op grond van het verleden van een zijner voornaamste leden het naast hadden moeten staan, bereidde de liberale débacle van 1901 voor. In dat jaar kwam de reeds tevoren aanwezige splitsing in de Liberale Unie tot uiting; de Vrijzinnig-Democrati sche partij werd opgericht. De rechtsehe partijen, aaneengesloten in een hechte coalitie onder leiding van dr. A. Kuyper, verkregen een overwinning, zoodanig betee- kenend, dat de leider der anti-revolution- naire party ditmaal niet aarzelde om zelf het bewind in handen te nemen. Het ministerie- Kuyper, dat ons in strijd met vroegere gebruiken een werkelijken premier bracht, is een ministerie geweest van stérk persoonlijk regime. De medewerkers van den premier, hoe bekwaam en ervaren som migen ook op eigen gebied, waren minder beteekenend naast zyn kolossale figuur. Hij heeft de binnenlandsche politiek in dit viertal jaren absoluut gedomineerd; de aan vallen, die men zoowel op zijn persoonlijk beleid als op de algemeene wetgeving onder zyn ministerie deed, sluitten af op zijn in het Parlement niet te overtreffen weder woord. Zoo werden ook de aanvallen, die van linksche zijde op de regeering werden gedaan ter gelegenheid van de in omvang ongekend groote spoorwegstaking, welke in 1903 zooveel beroering bracht, op hem ge concentreerd. Toen tenslotte dit ministerie door zyn katholieken Minister van Financiën het voor Nederland beproefde stelsel van vrijhandel wilde doen aantasten, teekende de tegen stand zich steeds duidelijker af. De verkie zingen van 1905 waren verkiezingen vöor of tegen Dr. Kuyper; de meerderheid der kiezers bleek hem niet trouw te blijven. Het was intusschen voor het zeer heterogene links een twijfelachtige overwinning, die ten hoogste 52 zetels aan de zijde der nieuwe Regeering stelde. Terecht zag toen Goeman Borgesius, die in den verkiezingsstrijd de leidende rol had gespeeld, in, dat op dezen zwakken grondslag een sterk uitgesproken partij-ministerie onder zijn eigen aanvoering geen kans van slagen zou hebben. De for matie van het Kabinet werd opgedragen aan den hier te lande met verlof vertoeven- den vice-president* van den Raad van Indië, den heer de Meester, die zich parlementaire en niet-parlementaire figuren tot mede werkers koos. Een krachtiger persoonlijk heid dan deze Kabinetsformateur die het vroeger gebruik van een tijdelijken voor zitter van den Ministerraad onmiddellijk in eere herstelde zou wellicht geslaagd zijn in de moeilijke taak om leiding te geven in de nieuwe parlementaire periode; de Meester kon het niet en zijn gebrek aan parlemen tair tact en ervaring bleek herhaalde malen op voor het prestige van het Kabinet on houdbare wijze. In den Minister van Oorlog Generaal Staal had zyn Kabinet een knap, maar ietwat grillig medewerker; deze ging ter'bezuiniging op de militaire uitgaven over tot de afschaffing van het zgn. „blij vend gedeelte". Dezè hervorming, door des kundigen fel aangevochten, lokte heftige critiek uit; de betreffende begrooting van Oorlog kon in de Tweede Kamer slechts eene meerderheid verwerven dank zy het bezadigd bemiddelend optreden van Tijde- man in den bekenden „nacht van Staal". Toen de Eerste Kamer de begrooting ver wierp, moest de Minister aftreden en werd hy vervangen door Minister van Rappard. Diens ministerschap opende de periode van hopeloos weifelen op militair gebied; is er mede schuld aan, dat voorgoed de politiek zich, althans voor een lange reeks van jaren, van het militaire vraagstuk en zyn oplossing kon meester maken. Van Rappard werd, nog voor het einde van 1907, ten val gebracht door een toevallige combinatie van oppositie en vrijzinnig-democraten. De oppositie van 1907, staande onder lei ding van Heemskerk, kon zich aan de ver antwoordelijkheid om een nieuw Kabinet te vormen, moeilijk onttrekken. In het begin van 1908 trad dit nieuwe Kabinet, met een uitgesproken rechts politiek karakter, op, een Kabinet dus, steunend op een minder heid in de Kamer. Heemskerk was gelukkig in de keuze zijner medewerkers; onder zijn ministers telde hy De Marees van Swin- deren voor Buitenlandsche Zaken, Nelissen, later Regout voor Justitie, een anderen Regout voor Waterstaat, Idenburg, althans aanvankelijk, voor Koloniën, en Talma, wiens maidenspeech in 1901 reeds dadelijk de aandacht op deze strijdbare figuur uit de kringen van „Patrimonium" had geves tigd, voor het in 1905 nieuw gecreëerde departement van Landbouw, Handel en Nij verheid. De politiek van dit ministerie was gematigd, en mede daaraan is zeker toe te schrijven, dat de verkiezingen van 1909, onder vrijwel algemeene onverschilligheid gevoerd, het een ongekend groote meerder heid: 60 tegen 40 hebben verschaft. Echter, het dient erkend, ook in de latere vier jaren werd deze politiek niet agressief, wanneer men de Zedelijkheidswetten van Minister Regout buiten spel laat. Op sociaal gebied echter kwamen de tegenstellingen duidelijk naar voren. De linksche partijen voerden het denkbeeld van staatspensioen in haar banier; van de zijde der rechtsehe partijen werd daartegen aangevoerd, dat een derge lijk pensioen op moreel-ethischen grondslag niet te verdedigen viel en werd in de ach tereenvolgens totstandgekomen Invalicii- teits-, Ziekte- en Radenwetten van Minister Talma het beginsel der verzekering met deelneming van de arbeiders en onder lei ding van vrij ingewikkelde staatsorganen neergelegd. De behandeling dezer Verzeke ringswetten, waaraan een vrij ingrijpende wijziging van de Arbeidswet was voorafge gaan, blijJt daarom ook thans nog in herin nering, wijl toen voor het eerst in het Ne- derlandsche Parlement van min of meer uit gesproken obstructie kan worden gewaagd. Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarsche Courant, ingeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onze koningin? Het boek verschijnt in Augustus. Verzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. Dealbumszyn uitsluitend bij vooruitbetaling, zoodat ge door inzending van het be drag na verschijnen het album kunt ontvangen. De prijs bedraagt 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.95. Postgiro 37960 N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster en Zoon, Alkmaarsche Courant. Bij de afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet van 22 April 1855, tot rege ling en beperking der uitoefening van het recht van vereeniging en vergade ring, en van eenige daarmede verband houdende artikelen van de wetboeken van strafrecht en strafvordering ver klaarden verscheidene leden, dat zij van de noodzakelijkheid van elk der daarin voorgestelde wijzigingen nog geenszins overtuigd waren. Op welke gronden? Gaarne zouden zij nader worden inge licht over de gronden, waarop de regeering tot de indiening van het ontwerp gekomen is. In het bijzonder zouden zy het op prijs stellen te mogen vernemen of bepaalde toe standen of gevallen de regeering tot het in zicht gebracht hebben, dat in de wet van 1855 de voorgestelde wijzigingen moeten worden aangebracht, en zoo ja, welke toe standen of gevallen dat geweest zijn. Voor een zoo ingrijpende wijziging als deze moeten toch, zoo meenden deze leden, wel zeer klemmende redenen kunnen worden aangevoerd, wil de re geering de Staten-Generaal van de nood zakelijkheid daarvan kunnen overtuigen. Een andere motiveering zagen zij dan ook met belangstelling tegemoet. Het repressief toezicht. Met name meenden deze leden te moeten twijfelen, of een verscherping van het re pressief toezicht in den vorm van den om vang als thans wordt voorgesteld door de feiten gewettigd wordt. Tegen twee van de verdere grondgedach ten van het ontwerp, n.1. dat deelneming van vreemdelingen aan Nederlandsche staatkun dige vereenigingen niet wenschelijk is, en dat Nederlandsche staatkundige vereenigin gen haar werkzaamheden niet tot het bui tenland behooren uit te breiden, hadden zij in beginsel geen bezwaar, integendeel. Zy konden deze gedachten wel als juist aan vaarden. Vage terminologie. Reeds dadelijk wilden zij er echter op wijzen, dat de wijze, waarop die gedach ten zijn uitgewerkt en in het bijzonder de vage en rekbare terminologie van het ontwerp, aanleiding moet geven tot zoo groote moeilijkheden, dat het ont werp op deze punten huns inziens zeker Vrijdag 22 Juli. HILVERSUM, 1875 en 415,5 M. (8.12.4.—7.30 en 9.—12.— VA RA, de AVRO van 12.4.en de VPRO van 7.30—9.— uur). 8 Gr. pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgen- wijding). 10.20 Gr.pl. 11.Deel. 11.20 Orgelspel. 12.De Palla- dians. (Ca. 12.15 Ber.) 1.Gr.pl. 1.45 Pianovoordr. 2.10 Deel. 2.30 Variété-progr. 4.Gr.pl. 5.Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6. Fantasia. 6.30 Politiek Radiojour naal. 6.50 De Ramblers. 7.20 ANP- ber. 7.30 Ber. 7.35 Langs steden en dorpen, cyclus. 8.Zang en piano. 8.30 Frieslands oude geschiedenis en cultuur, cursus. 9.VARA- orkest. (In de pauze's gr.pl.) 10. Gr.pl. 10.30 ANP-ber. 10.40 VPRO- avondwijding. 11.Esmeralda- septet (gr.opn.) 11.30 Jazz-progr. (gr.pl.) 11.55—12.— Gr.pl. HILVERSUM, 301,5 M. (Alg. progr. KRO). 8.—9.15 Gr.pl. (Ca. 8.15 Ber.) 10.Gr.pl. 11.30 Bijbelsche cause rie. 12.Ber. 12.15 Gr.pl. 2.Or gelspel (In de pauze gr.pl.) 3. Gr.pl., hierna ber. 4.KRO-Ka- merorkest. 4.45 Tenor en piano. 5. KRO-orkest. 5.45 Gr.pl. 6.Land en tuinbouwcauserie. 6.20 KRO- melodisten en solist. 7.Ber. 7.15 Het vraagstuk der geschoolde werkkrachten, causerie. 7.35 Musica Catholica. 8.— ANP-ber. 8.15 KRO-boys en solist. 8.45 Gr.pl. 9. Wat doet U met Uw oude rijwiel plaatjes?", causerie. 9.10 KRO- orkest. 10.KRO-melodisten en solist. 11.05—12— Gr.pl DROITWICH, 1500 M. 11.20 Viool- voordr. 11.45 Het Norbert Wethmar Trio. 12.10 Orgelspel. 12.40 H. Hall en zijn dansorkest. 1.15 Deel. 1.35 Gr.pl. 1.50 Rep. 3.05 De West Cal- der Brass Band. 3.35 Gr.pl. 4.05 BBC-Midland-orkest. 5.20 Sportrep. 6.20 Ber. 6.45 Sportrep. 7.Ber. 7.05 Parlementair overzicht. 7.20 Sopraan en tenor. 7.50 BBC- Variété-orkest en solisten. 8.20 Lew Stone en zyn Band. 9.10 Causerie over luchtbescherming. 9.20 Viool en piano. 10.05 Up against it, cau serie. 10.20 Ber. 10.50 Lit.-muz. pro- giamma. 11.15 Jack Harris en zyn Band. 11.50x2 20 Dansmuziek gramofoonplaten RADIO PARIS. 1648 M. 8.10, 8.55, 9.50 en 12.35 Gr.pl. 1.50 Zang. 2.05 Gr.pl. 3.05 Zang. 3.20 Gr.pl. 4.35 Pianovoordr. 5.20 Viool en piano. 7.20 Gr.pl. 8.35 Zang. 8.50 Concert uit Vichy. 10.50 Gr.pl. 11.20—12.50 Nachtconcert. KEULEN, 456 M. 6.50 Gr.pl. 7.30 Trompetterkorps. 8.50 Het Omroep- kleinorkest. 12.20 H. Hagestedt's amusementsorkest. 1.35 Omroep- Amusementsorkest. 2.30 Populair concert. 4.20 Danziger Landesorkest en Schupo-orkest. 6.40 Zang, viool en piano. 7.20 Gr.pl. 8.30 Rep. 8.55 HJ-koor en instr. solisten. 9.20 Jahn-herdenking. 10.35 Gr.pl. 11.20 Duisburg's Sted. orkest en koren. 12.203.20 Nachtconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20, 1.30—2.20, 5.20, 6.50 en 7.20 Gr.pl. 8.20, 9.20 en 10.30—11.20 Vlaamsch Nat. progr. 484 M.: 12.20 Gr.pl. 12.50 en 1.30 E. Loiseau's orkest. 1.502.20 Gr.pl. 5.20 Piano voordr. 5.35 Deel. en grpl. 5.55 Zang. 6.05 en 6.35 Gr.pl. 6.50 Cabaret- progr. 7.35 Wedstryd. 8.20 Viool voordracht. 8.40 Gr.pl. 9.20 Verkorte opera „Louise". 10.5011.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.35 Het Lutz-kwartet, kinderkoor en solisten. 8.20 Kernspreuk, ber. 8.30 Weensch Symph.-orkest. 9.20 Jahn-herd. 10.20 Bei. 10.50 Viool en piano. 11.05 Ber. 11.20 Omroep- kleinorkest en solist. 12.202.20 Omroeporkest. (1.151.26 Tydsein). GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.10.20, Parijs R. 10.20—12.05, Radio PTT Nord 12.05 —12.20, Brussel VI. 12.20—14.20, Keulen 14.2015.20, Danmarks Radio 15.2016.20, Keulen 16.20 17.20, Parijs R. 17.20—18.50. Brus sel VI. 18.5019.05, Brussel Fr. 19.05—19.20, Keulen 19.20—20.20, Brussel Fr. 20.20—20.50, Parys R. 20.50—22.50, Keulen 22.50—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8—9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.3511.45, Droitwich 11.45—13.15, Lond. Reg. 13.1513.35, Droitwich 13.3517.20, Brussel VI. 17.20— 18.05, Brussel Fr. 18.05—18.20, Droitwich 18.2018.45, Lond. Reg. 18.4519.40, Droitwich 19.4021.10, Lond. Reg. 21.1021.20, Droitwich 21.20—22.50, Lond. Reg. 22.50— 23.15, Droitwich 23.15—24.—. Lijn 5: Diversen. TANDPASTA O Uit het Engelsch van ARTHURSOMERS ROCHE Door Mr. P. v. D. 30) „Natuurlijk niet", zei ik. „Dus dan maar haar hart breken, hè? Dan maar op haar los trappen, enkel en al leen om dingen, die je hebt uitgevoerd, voordat je haar ooit ontmoet had. Een mooie flater, die je daar tegenover een behoorlijk meisje begaat! Hoe zit het met dat ver haal, waarover je haar sprak? Van plan schoone lei met haar te maken? Of ga je haar opnieuw afvallen, verdwijnen, en haar dan maar zich af laten vragen". „Ik ben van plan haar alles te vertel len", zei ik. „En gesteld nu eens, dat zy zegt, dat het haar niet kan schelen? Neem eens aan, dat ze je nog net zoo lief heeft?" „Niet mogelijk, dat ze dat zou kunnen", zei ik. „Hoe weet je dat? Wie weet er wat van af, hoe welke vrouw ook maar iets zal op nemen?" „Je stelt een hoop belang in dat alles, hè?" vroeg ik. „Ik heb me het recht verworven hierin belang te stellen. Ik betaalde 'n heele hoop voor mijn belangstelling. Ik betaal die met het collier, sukkel. Nu moet je luisteren, als je een Jan Sul was, dan zou je alles, wat je in de laatste jaren hebt gedaan, nooit hebben klaar gespeeld. Maar je bent gewiekst. En je behoorde nu gewiekst ge noeg te zyn om een uitweg uit dit alles te verzinnen". „Zet een streep onder alles wat achter je ligt. Het komt zelfs heelemaal niet ter sprake. Nergens voor noodig het meiske te vertellen, hoe je aan je broodje kwam. Zy verwacht nu een verhaal. Wel, zing haar wat voor. Je dacht, dat er „verstandsver bijstering in je oude stamboom" voorkwam, hè? En nu hebben de dokters je verzekerd, dat de oude stamvader zacht als zijde is. Je had vriendeneen heele hoop. Je kunt zelf een heerebaap krijgen en dat komt uitstekend overeen met hetgeen, waarmee je de laatste maanden in gedach ten mee bezig was. Het lijkt me een puike oplossing. Niets ter wereld legt je wat in den weg". „Neen", zei ik bitter", nietmet uit zondering van Pots Slavini, Andy Horn en Jimmy Greco. En de man, die achter hen staat". „En ik ook, hè?" lachte hy. „Wel, ik zal je laten zien, aan welken kant ik sta. Vang. Crandall!" Van het eene naar het andere einde vloog daar myn eigen wapen door de lucht. Met één hand ving ik het op. ,3ekyk het maar eens goed; kijk maar, of het puik werkt, en of ik er iets mee heb uitgevoerd. In orde?" „Het lijkt me wel", zei ik verbaasd. „Wat wil je, dat ik er mee doe?" „Het gebruiken", zei hij. „Indien je wer- kélijk lef hebt, gebruik het dan zoo, als ik je meteen zal zeggen. Ben je een laffe kerel, die den gemakkelijksten weg wil, steek het dan recht in je mond en haal den haan over. Een smerige, maar ongetwijfeld veilige manier". „En wat wou je me dan over het ge bruik er van vertellen?" vroeg ik. „We hebben dus Slavini, Horn, Greco en de man, die achter hen staat, hè? Dat zijn er precies vier. En zij zouden Kern Peters graag ontmoeten, niet? Zy1 zouden het wel allemachtig fijn vinden nog zoo'n goeien sul te hebben om van allerhande uit te halen, hè? Wel, die kleine Kernan met zijn goeie hart wil de menschen zoo graag een pleizier doen. Hy en z'n nieuwe kame raad, Lacy Crandall, zoo'n aardig stelletje samen, zijn er werkelijk fel op om die goe de Andy, en die brave Pots, en die beste Jimmy, en dien knappen man, op wiens pij pen zij dansen, een groot pleizier te doen. Begint er nu eindelijk iets in je dikken kop door te dringen, jonge man?" „Ik ben er nog niet heelemaal achter", zei ik langzaam. „En jij bent die heldere jongen, die de klabakken jarenlang te grazen hebt ge nomen? Ik begin te gelooven, dat het niet zoo moeilijk is om in dit vak nummer één te zyn als ik tot dusverre had gedacht. Wel, luister eens, Lacy. Je verroert geen vin meer, totdat je den kei hebt ontmoet. Kun je me volgen? Pots en de anderen mogen je dan overbluffen en probeeren je angst aan te jagen en dreigen met chantage, maar zouden ze heusch hun visitekaartje aan de riet ongewijzigd tot wet mag worden verheven. Zou dit toch geschieden, dan zullen bona-fide vereenigingen ten zeerste in haar werk worden gehinderd, terwijl niettemin ernstige misbruiken als sub- sidieering van extremistische groepen door buitenlandsche organisaties nau welijks zullen worden belemmerd. Voorts verklaarden zy ernstig bezwaar te hebben tegen de voorgestelde uithieiding van de bevoegdheden der politie en tegen het in het ontwerp opgenomen volstrekte verbod voor vreemdelingen om het woord te voeren in vergaderingen, waarin jitsluitend of mede de Nederlandsche staatkunde wordt behandeld. Instemming. Vele andere leden hadden de indiening van dit wetsontwerp met instemm;ng be groet. Zy waren van oordeel, dat de vrijheid van vereeniging en vergadering, welke zij op zich zelf als een groot goed beschouw den, beschermd moet worden door misbruik van die vrijheid beter te keeren dan onder de werking van de thans geldende wet mo gelijk gebleken is. Misbruik van de vrijheid van vereeniging en vergadering kan thans ernstiger gevolgen hebben dan den wetgever van 1855 voor oogen stonden. politie gaan afgeven? Ik denk wel van niet. Dus ze brengen je dan naar den baas van het zaakje. En dan heb je ze alle vier in een kamer bij elkaar. En je revolver heeft zes schoten. Er blijven er dus twee over voor vreemden, die ongevraagd de ka mer zouden kunnen binnenkomen". „Moord?" zei ik. „Zou je dat zóó noemen? Tja, aan zulke plannetjes zyn risico's verbonden, Cran dall, en dat zou jy moeten weten. Wel, die vier kerels loopen tegen hun risico op en daarmee uit. En zy gaan dood. Tenzij ie vindt, dat vier tegen twee een te groote overmacht uitmaakt". „Twee?" vroeg ik. „Zeker, zei ik dat niet? Heb ik je niet verteld van je nieuwen kameraad. Kern Peters, die er meer dan verzot op is met al je vriendjes kennis te maken? Wel, voor het geval, dat één van je vier schoten mocht missen, dan staat die beste oude Kern pal naast je, en, weet je, Crandall, ik heb tot nu toe nog nooit gemist". Even opgeruimd alsof hij zich een aller- vroolijkst feestje voorstelde, luchtte hij zijn plan tegen my. Ik weet eerlijk niet, wat ik op zijn voor stel, dat in deze dagen van georganiseer- den bende-moord nog niet eens zoo onge looflijk fantastisch was, zou hebben geant woord. Maar voor ik nog kon ontwoorden, ging de telefoon. Het was Slavini. „Hoor eens, Lacy", zei hij, „de chef wil je zien". „Wil me zien?" zei ik. Mijn hart bonsde van snellen triomf. Toch sputterde ik, om dat Slavini zyn argwaan altijd gauw bij de Andere leden zeiden deze wyziging als een „nieuwe stap naar het staatsabsolutisme van de r.k. party" te beschouwen, een zienswij ze, waartegen zeer vele leden met kracht op kwamen. Zy wezen er voorts op, dat gesteld, dat deze bewering juist ware juist deze leden eenenmale het recht missen zich te beklagen over willekeur en stre ven naar staatsabsolutisme. Zy zyn immers juist voorstanders van een staatkundig stelsel, dat slechts dc macht als richtsnoer kent en dat de on derdanen zou brengen in een toestand van vrijwel volkomen rechteloosheid. Organisaties van buitenlanders. Van verschillende zijden betreurde men bet standpunt der regeering, dat dit wets ontwerp niet de plaats is tot het treffen van een regeling omtrent staatkundige organisa ties van vreemdelingen hier te lande, welke geen betrekking hebben op de staatkunde van Nederland, doch op die van het eigen land. Zulke organisaties van buitenlanders, zoo meende men, kunnen bezwaarlyk langer ongemoeid worden gelaten. Mogelijkheid tot willekeur. Van verschillende zyden werd er de aandacht op gevestigd, dat, al moge de regeering by de behandeling van dit hand tegen. „Heb je hem dan niet gezegd, dat ik het bed moest houden?" „Hij wil je toch zien. Hy wil je eens op nemen. Het heeft geen zin hierover ruzie te maken, Lacy; hy wil je hebben". „Waarvoor wil hy me opnemen?" vroeg ik. „Dat zijn zijn zaken", zei Slavini. „Nou, wat moet ik hem zeggen? Het is beter je niet te drukken, Lacy". „Waar moet ik hem dan zien?" vroeg ik stuursch. „Ken je de „Blotter?" vroeg ik. Die kende ik, een befaamde nachtkroeg, die klandizie trok vanwege de ijverig ge adverteerde omstandigheid, dat de be ruchtste bandieten van de stad daar 's avonds met hun vrouwen pronkten. „Nu?" zei ik. „Je hebt daar te zynen wel om tien uur. Er zal een tafel voor je worden gere serveerd. De gérant zal je er naar toe brengen". „En de chef zal me daar ontmoeten?" vroeg ik begeerig. „Dat zei ik niet. Jij moet daar zijn klokke tienin de „Blotter". Begrepen?" „Dus om tien uur in de Blotter", herhaal de ik. „Juist. En zeg, Lacy, wanneer er mis schien het een of ander niet heelemaal waar mocht zijn van je verhaal over het gevecht van gisteravond of over dat col lier dan kon je me dat beter nu ver tellen, Lacy". „Waar wil je in hemelsnaam heen? schreeuwde ik. „Heb je dan niet gezien, hoe ik er uitzag?" (Wordt vervolgd.) Maar datzötl ]C nt«

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6