GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
Op het Kampereiland.
Om 1 uur kwam de raad hedenmiddag,
onder voorzitterschap van burgemeester
van Kinschot bijeen.
Afwezig met bericht van verhindering
de heer Sietsma.
De notulen werden onveranderd vast
gesteld.
Ingekomen waren:
a. Een brief dd. 15 Juli 1938, nr. 8240H,
afd. N.O. van den Minister van Onderwijs'
Kunsten en Wetenschappen houdende
goedkeuring tot Wederopzegging van het
raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 21A tot
wijziging van de verordening voor de Ge
meentelijke Avondschool voor lager nij
verheidsonderwijs.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een brief dd. 29 Juni j.L van Gede
puteerde Staten dezer provincie, ten ge
leide van een uittreksel uit het Koninklijk
besluit van 15 Juni 1938, nr. 41 houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 19
Mei 1938, nr. 18 tot wijziging van de ver
ordening op de heffing van leges.
Als voren.
c. Een brief dd. 29 Juni jl. nr. 203 van
hetzelfde College, ten geleide van de door
hen vastgestelde gemeenterekening als
mede rekeningen der bedrijven over het
dienstjaar 1936.
Als voren.
d. Een verslag van het Centraal Bureau
voor verificatie en financieele adviezen der
vereeniging der Nederlandsche Gemeenten,
van de opneming van kas en boeken van
het Gas-, het Electrciteits- en het Radio-
bedrijf, op 20 Juni j.L
Als voren.
e. Een brief dd. 12 Juli 1938 van Cura
toren van het Murmellius-gymnasium, ten
geleide van het verslag van het gymnasium
over 1937.
Als voren.
f. Een brief dd. 13 Juli 1938 van den
heer Mr. J. Belonje, alhier, houdende dank
betuiging voor zijne benoeming als leeraar
aan de Handelsschool in de staatsinrichting
en het recht van het maatschappelijk ver
keer.
Als voren.
g Een .adres dd. 15 Juli 1938 van de
heeren H. A. H. Oudt en C. Troost, bewo
ners van „Huize Westerlicht", verzoeken
de het pad langs den westelijken gevel van
„Westerlicht" om te leggen en het hinder
lijk geboomte op te ruimen.
In handen gesteld van B. en W. ter af
doening.
h. Een verslag van het Centraal Bureau
voor verificatie en financieele adviezen der
Vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten, van de opneming van kas en boeken op
1 Juli 19S8, van het slaohthuisbedrijf.
i. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 117
van Gedeputeerde Staten dezer provincie,
t?n geleide van het door hen goedgekeurd
raadsbesluit van 30 Juni 1938, nr. 13, tot
verhuur van een perceel grond aan de
Uitenboschstraat aan J. Sterk, alhier.
j. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 148
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van
30 Juni 1938, nr. 11, tot verhuur van grond
aan de Nieuwpoortslaan.
k. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30
Juni 1938, nr. 6, tot verkoop van grond
aan de Rembrandtstraat aan J. Zijp, alhier,
of zijn lastgevers.
1. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30
Juni 1938, nr. 7, tot verkoop van grond
aan de Rembrandtstraat aan P. Dekker,
alhier, of zijn lastgevers.
m. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30
Juni 1938, nr. 8, tot verkoop van grond aan
de Rembrandtstraat aan G. Liefhebber,
alhier, >f zijn lastgevers.
n. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30
Juni 1938, nr. 9, tot verkoop van grond aan
de Rembrandtstraat, aan P. Dekker, alhier,
of zjjn lastgevers.
o. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30
Juni 1938, nr. 10, tot verkoop van grond
aan de dr. Schaepmanstraat aan J. Glas te
Heiloo of zijn lastgevers.
p. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van
3 Juni 1938, nr. 12, tot verhuur van een
VAN DER WILK EN BERKHOUWER IN
ACTIE TE HAARLEM.
Gisteravond hebben v. d. Wilk en Beik-
houwer deelgenomen aan de athletiek-
wedstrijden die het slot vormden van de
Haarlemsche sportweek en die dank zy de
geweldige publieke belangstelling een
grandioos sportfestijn werden.
v. d. Wilk kwam uit op de 100 meter
invitatie. Zijn serie liep hij zeer goed. Hy
kwam als eerste aan, mede door zijn sneue
start waarbij hij z.g n in het schot viel. In
de finale was hij minder gelukkig. Eemgs-
zins van streek gebracht door een paar
valsche starts had hij een slechte start
waardoor hij een moeilijk in te halen ach
terstand kreeg, zoodat hij zich met de e
plaats tevreden moest stellen
Berkhouwer kwam uit op de 1500 M. invi
tatie. De Alkmaarder liep een verstandige
race en bleef in het midden hangen, waarbij
hij getrokken werd door zijn voormannen.
Tenslotte gaf hij in de laatste ronde een
goede eindspurt, waardoor hij zich als derde
plaatste achter Kalkman en de Ruyter, een
resultaat, waarmede hy tevreden kon zyn.
Ongetwijfeld hebben v. d. Wilk en Berk-
houwer dan ook het hunne bijgedragen to
het slagen van dit athletiekfeest.
strook grond aan de Dr. Schaepmankade
r Woningbouwvereniging
„Goed Wonen", alhier.
q- Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van
Juni 1938, nr. 27, tot verkoop van
twee strooken grond aan de Noordholland-
sche levensverzekeringmaatschappij N.V.
van 1891 te Alkmaar.
r. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, te geleide van het
Tr he^ goedgekeurd raadsbesluit van
30 Juni 1938, nr. 32, tot verkoop van grond
aan de Rembrandtstraat, hoek Gerard Dou-
straat, aan P. Dekker, alhier of zijn last
gevers.
s. Een brief dd. 13 Juli 1938, nr. 151
van hetzelfde college, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van
30 Juni 1938, nr. 33, tot verkoop van
grond, gelegen ten oosten van de Emanuel
de Wittestraat, aan de N.V. Bredero's
Bouwbedrijf te Utrecht.
De stukken h tot en met s werden voor
kennisgeving aangenomen.
t. Brieven .d.d. 18 Juli 1938 van het
Bestuur der Vereeniging St. Joseph voor
de R.K. Jongensscholen, alhier, verzoeken
de de noodige gelden, ex artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920, beschikbaar te
stellen voor de aanschaffing van leermid
delen ten behoevó van de St. Joseph-
school voor U.L.O., de St. Adelbertussehool
en de St. Bavoschool.
In handen gesteld van B. en W. om be
richt en raad.
u. Een adres ingekomen op 18 Juli 1938
van bewoners var de Dr. Schaepmanstraat,
verzoekende deze straat door te trekken
en daartoe de perceelen Korte Landstraat
nrs. 23 en 25 te sloopen.
Als voren.
Gemeenterekening over 1937.
Tot leden van de commissie van onder
zoek der gemeenterekening 1937 werden
benoemd mej. Nierop, en de heeren
Sietsma, Venneker, Hoijtink en Mr. de
Groot.
Benoeming onderwijzeres.
Voorgesteld werd met ingang van 1
Augustus mej, J. H. van Raalte, wacht
geldster, voor vast te benoemen tot onder
wijzeres aan de Vondelschool.
Conform het voorstel werd besloten.
Benoeming conrector Murmellius-
gymnasium.
Ter benoeming als conrector voor den
cursus 1938/1939 werd aanbevolen de
heer P. Brommer, doctorandus in de klas
sieke letteren.
De heer Brommer werd met algemeene
stemmen benoemd.
Huurinhouding.
De Onderlinge Huurwaarborg Vereeni
ging „Voor beider recht" verzoekt mede
werking voor het inhouden van de huur van
gesteunden.
B. en W. wezen in 1934 een dergelijk ver
zoek af, omdat de minister geen bezwaar
heeft tegen huurinhouding van den steun als
het betreft gesteunden die wonen in huizen
van woningbouwvereenigingen, maar wel
bezwaar maakt als dit geschiedt voor par
ticuliere huiseigenaren.
Een enkele maal komt het voor dat voor
huiseigenaren van gesteunden krachtens
de armenwet steun wordt verleend, huur
wordt ingehouden, doch dit geschiedt dan
om den arme aan een woning te heipen.
B. en W. stelden voor adressanten te be
richten, dat, met het oog op bestaande voor
schriften, het verzoek niet voor inwilliging
vatbaar is.
De heer Raat achtte huurinhouding wel
mogelijk.
De heer v. d. V a 11 was in het algemeen
er tegen, van de gemeente een incasso
bureau te maken. Spr. en de zijnen hebben
ernstige bezwaren tegen inwilliging van
hetgeen gevraagd wordt.
De heer v. d. Borden wees er op, dat
eenige gemeenten, Oudorp en Egmond aan
Zee, het wel doen. Mogelijk is het dus z. L
wel.
De huiseigenaar betaalt vaste lasten en
zorgt voor werk. Hij is voor de gemeente
van veel belang en waar voor woningbouw
vereenigingen wel mag worden ingehouden,
is het onbillijk om dit voor andere eige
naren niet te doen. Huur is huur. Het is
mogelijk met toestemming van den minister
de huur in te houden, mits de huur redelijk
is. Spr. verzocht het college nader te infor
meer en en bij bevestiging van zijn betoog,
het verzoek in te willigen.
De heer Appel bestreed de heeren Raat
en v. d. Borden. Men moet niet te veel in de
individueele vrijheid ingrijpen. Particulieren
kunnen voor hetgeen men voor woning
bouwvereenigingen doet, die uit sociale
overwegingen bouwen, niet het recht ont-
leenen, dat dit ook voor hen gebeurt.
Weth. Van Slingerland herinnerde
er aan, dat in 1036 minister Slingenberg de
huurbijslag afschafte en goed vond, dat bij
redelijke verlaging van de huuren deze
mag worden ingehouden. Moeilijk is te be
palen, welke huur bij een inkomen van 12
redelijk is. Ook kruideniers en bakkers
hebben vorderingen en zouden ook inhou
ding kunnen verzoeken. De overheid moet
zich niet belasten met wat particulieren
kunnen doen.
Maatschappelijk Hulpbetoon doet het voor
menschen die uit hun woning moeten.
Huiseigenaren hebben het aan zichzelve
te wijten als zij stroppen krijgen, doordat
zij behoeftigen van elders maar in vrijko
mende woningen laten. Bij inwilliging van
het verzoek zou weer een volle ambtenaar
noodig zijn.
De heer Raat bleef tegen de bylage, al
wist spr. niet hoeveel werk het zou vorde
ren. Spr. vroeg een onderzoek naar den om
vang van het kwaad.
De heer Keijsper steunde dit verzoek
en betoogde, daarin gesteund door den heer
v. d. Borden, dat de vergelijking met leve
ranciers niet opgaat, omdat deze hun leve-
ranciën kunnen stopzetten.
De heer v. d. Borden betoogde nog met
klem in het gemeentebelang hulp tegen de
misstanden te verleenen. Met het betoog
van wethouder van Slingerland stond reeds
vast, dat de bijdrage in de argumenteering
niet juist is.
De heer v. d. V a 11 herinnerde aan het
stuk van Shaw „de huizen van den weduw
naar" waaruit wel bleek, dat huur nog geen
huur is.
Binnen Alkmaar vestigen zich kleine
kolonies van menschen, die geen werk heb
ben en wij kunnen voor de huur van die
menschen geen garantie stellen.
Uitvoerig stelde spr. het verschil tusschen
particulieren en vereenigingsbouw. Spr.
drong aan op aanneming van de bijlage.
De hegr H o y t i n k oordeelde, dat de heer
v. d. Borden zich niet bewust was, dat in
houding van huren van bewoners in huizen
van vereenigingen in het belang van het
rijk geschiedde, omdat het rijk voor de te
korten komt te staan.
Spr. oordeelde, dat, waar dit mogelijk is,
de overheid moet afblijven van wat des
overheids niet is. De circulaire van minis
ter Slingenberg heeft geen betee-
kenis meer, omdat sinds de devaluatie de
huren omhoog zijn gegaan.
De heer v. d. Borden bleef het een
misstand oordeelen, dat men den een toestaat
wat men den ander weigert. Ook de parti
culiere eigenaar betaalt zijn vaste lasten.
Weth. van Slingerland bleef zijn
bezwaar handhaven.
Met aanteekening, dat de heer v. d. Bor
den tegen was, werd conform de bijlage be
sloten.
Verordening Handelsavondschool.
B. en W. stelden voor de verordening zoo
te redigeeren, dat de cursusduur, ook voor
de berekening van de salarissen, steeds
236 dagen is.
Conform besloten.
Het Stationsvoorplein.
Tot nog toe betalen de eigenaren van de
perceelen aan de zuidzijde van het Sta
tionsvoorplein, ter erkenning van het eigen
domsrecht van de Ned. Spoorwegen, een
recognitierecht van f 2.50 per perceel, hoe
wel de gemeente het plein onderhoud.
De Ned. Spoorwegen zijn bereid met de
gemeente een nieuwe overeenkomst aan te
gaan, waarbij de gemeente eigenaresse
wordt van een 2 M. breede strook en de
recognitiebetaling vervalt.
Als compensatie vragen de Spoorwegen
een aandeel in de vergoedingen, die de ge
meente voor het innemen van standplaatsen
door taxi's enz. ontvangt.
Als voren.
R.K. school voor zwakzinnigen.
Het bestuur der stichting O. L. Vrouwe
van Loudesschool voor R. K. Buitengewoon
leger onderwijs vraagt de beschikking over
de ongebruikte gemeenteschool Oudegracht
nr. 24.
B. en W. stelden, onder mededeeling dat
roet het oog op den financiëelen toestand
der gemeente van geen hoogeren steun dan
de wettelijke verplichte van f 15 per leer
ling sprake kan zyn, voor, deze school voor
500 (buiten de waterleiding) te verhuren,
onder de bepaling, dat het bovengenoemde
schoolbestuur de kosten van inrichting, ge
raamd op 3000, voor zijn rekening neemt.
De heer Venneker had met gemengde
gevoelens van de bijlage kennis genomen, al
verheugde hij zich er over, dat de mogelijk
heid thans bestaat het onderwijs, waaraan
groote behoefte bestaan, aan te vangen.
De behoefte aan dit onderwijs lichtte spr.
nader toe.
Oorspronkelijk zou de gemeente voor do
eerste inrichting in de verbouwingskosten
zorgen. De regeering verklaarde zich daar
tegen op grond van de financiën. Nu moet
de stichting f 7800 voor haar rekening nemen
en de stichting verzocht daarom de huur op
100 per jaar te bepalen en bij gedwongen
verlating een bedrag van de verbouwings
kosten te institueeren.
Voor de stichting is het teleurstellend, dat
van inwilliging van beide verzoeken uit de
bijlage niets blijkt. Om de zaak draaiende te
houden, zal thans per jaar f 750 door de
stichting moeten worden opgebracht en dit
is nu moeilijk. Redelijk zou zyn de huur
lager te stellen. Spr. verduidelijkte zijn
zienswijze nader.
De zaak moet doorgaan, maar spr. ver
zocht het bedrag van 500 reduceeren.
De heer v. D r u n e n wees er op, dat er
een dergelijke school bestaat, waarover geen
klachten bestaan van r.k. ouders.
Het schoolhoofd is zelfs in het bezit van
tevredenheidsverklaringen van r.-k.
ouders. Waarom nu een r.-k. school voor
dit soort leerlingen gesticht? Spr. ziet de
noodzakelijkheid niet in. Het onderwijs,
buiten het godsdienstonderwijs, zal het
zelfde moetèn zijn. Vooral het Rijk zal
weer groote offers voor de leerkrachten
moeten brengen. Spr. vroeg ook wat er zal
gebeuren met de organisaties die thans in
het gebouw, dat B. en W. beschikbaar wil
len stellen, zal gebeuren.
De heer Stoutjesdijk betreurde het,
dat men een dergelijke r.-k. school wil
stichten. In Hilversum en Gouda bracht
men voor dit onderwijs samenwerking tot
stand. Spr. oordeelde de bijzondere school
ook niet wenschelijk voor de leerlingen.
De heer Appel vond als voorstander
van openbaar onderwijs deze nieuwe
poging tot verbrokkeling ongewenscht,
omdat afbreuk van de bestaande school,
waarop 17 leerlingen van r.-k. huize gaan,
het gevolg zal zijn. Op een paar leerlingen
na is men daar aan den 5en leerkracht toe.
Gaan er af dan zal er één op wachtgeld
moeten. In Hilversum bereikte men samen
werking door ook r.-k. leerkrachten te be
noemen.
De heer H o y t i n k oordeelde, dat de
raar hieraan weinig kan doen. Het gaat er
alleen om of de gemeente tegen de ge
stelde voorwaarden de school wil verhu
ren. Spr. oordeelde een huur van 590
voor een complete school niet hoog. Het is
moeilijk met het oog op de er aan verbon
den consekwenties, het bedrag nog lager
te stellen. 1
ii.
Gratie kenmerkte daar op het Kamper
eiland vooral de vlucht der bevallige zwarte
sterntjes, die nog al zenuwachtig waren,
want in het drietal dagen, dat wy in ons
eenzaam vacantie-oord doorbrachten
dagen, die gekenmerkt werden door bittere
koude, die je energie wel eens verlamde, je
initiatief soms doodde of remde en die wel
eens een vroegtijdig einde maakte aan een
tocht, zoodat je de moeite nam eten te gaan
koken, wat onzen lichamelijken welstand
natuurlijk ten goede kwam waren zij net
begonnen hun mooie bruine, gevlekte eieren
te leggen in uiterst onbenullige nesten, die
dezen naam nauwelijks mochten dragen.
Er was een goed bezette kolonie in 't Raas
(aan weerszijden van het Noorddiep), maar
in de onmiddellijke nabijheid van Kampen
nestelden er nog wel meer: vele tientallen,
die soms als een blauw-zwarte wolk boven je
hoofd hingen. Die eitjes daar lagen op de
krabbescheren van een paar plasjes, waar
aan een drassig weiland grensde, waar niet
alleen een enkel orchideetje bloeide, maar
waar het behalve van ratelaars wemelde van
enkele decimeters hooge, ryk vertakte
exemplaren van het lichtpurperen moeras-
kartelblad (Pedicularia palustris); wat is
deze plant veel forscher en vitaler dan het
bescheiden boschkartelblad (P. silvatica) van
b.v. de vochtige heigedeelten in Soest. Prach
tige kleurcontrasten zag je daar langs den
slootkant: naast elkaar blonk daar het
glanzende vernis der gele boterbloemen, het
wit der meizoentjes en het rood der koe
koeksbloemen, heel deze schoonheid weer
spiegelde in het klare water met de sier
lijke waterviolieren, toen de zon even door
kwam en een dikken hommel tevreden deed
zoemen.
Om nog even op die zwarte sterntjes terug
te komen: het was niet alleen aardig om te
zien met welk een courage ze naar Jan's
hoed pikten, toen deze bezig was de vogels
te fotografeeren, maar leuk was het ook
waar te nemen hoe de mannetjes aan de
wijfjes op het nest voortdurend blinkende
vischjes brachten. Die zwarte sterntjes waren
nogal erg prikkelbaar, want toen een troepje
huismusschen tusschen de krabbescheren
argeloos nestmateriaal ging zoeken, werden
zij door de felle venkraaitjes met een nijdig
kjier-kjier weggejaagd.
Ik noem met opzet dezen gewestelijken
naam, die tegelijkertijd de localiteit van den
vogel aanduidt en op het blauw-zwarte van
zijn veerenkleed wijst. Nu stond er indertijd
eens in een groot dagblad, dat er in Noord-
Brabant een speciale kraaiensoort zou voor
komen: de venkraai. Dat was natuurlijk een
vergissing: de venkraai is niemand anders
dan onze vriend Chlidonias niger niger.
Ondanks Pluvius
In den loop dezer notities spraken wij
over het ongunstige weer, dat wij troffen.
Dit nam echter niet weg, dat, al waren bitse
buien, koude en wind, die tot op onze huid
wist door te dringen, ons deel, wy niettemin
voortdurend genoten, niet alleen van de
fantastische tegenlicht-landschappen, de
grillige wolken en dreigende loodluchten,
waartegen wonderlijk blij en blond het door
de zon beschenen oude riet met zijn fijne
pluimen oplichtte, maar ook van de vogels,
die wy met onze oogen, kijker en camera
vervolgden.
Daar in de wildernissen vonden wij de
nesten van de kiekendieven, die wij telkens
op strooptocht zagen gaan en van de roer
dompen, welker geluid wij dag en nacht door
de verre stilte hoorden boemen. In hun ge
bied zakte je soms tot de knieën of dieper in
het water; het was er een wirwar en door-
eengroeiïng van de meest uiteenloopende
planten: forsche lischdodden en harige wil
genroosjes wisselden af met waterweegbree
en Engelsche alant. Mattenbiezen, waarover
een bruine bloeigloed lag, namen met riet
soms heele velden in beslag; elders weer
bitterzoet en gele waterkers, blaartrekkende
boterbloem en dotters. Heerlijk geurde het,
wanneer je laarzen de munt kneusden.
Het was in dit tamelyk ontoegankelijke
rijk, dat je de vleugels van de overrompelde
vogels ook wilde eenden joegen wij van
hun nesten soms plots hoorde opfloepen.
Wanneer je je door deze prachtwildernis
heenworstelde de inspanning deed je alle
kou vergeten hoorde je herhaaldelijk de
ratelgeluiden van de zomertalingen, die op
het Kampereiland, evenals de wintertalingen
met den naam „krikken" worden aangeduid.
Kleingoed was er ook in overvloed: den
kleinen karakiet, die zich de dagen tevoren
meermalen vertoonde, merkten wij niet of
nauwelijks op. doch de groote karakiet gaf
des te vaker blijken van zijn presentie: zijn
luidruchtig lied schalde heel den dag en.
wanneer zoo'n vogel, tegen een dooden riet
stengel of een wilgentak geklemd, zat te
concerteeren, maar vooral wanneer hij laag
over het water vloog, school er in zyn habi
tus iets onmisbaar zanglysterachtigs, al
droeg hij dan een kaneelkleurig pakje net
als de zeldzame baardmannetjes, die in het
riet proeven van een uiterst vaardige klim-
acrobatiek te aanschouwen gaven. Uitbun
dig waren vooral de rietzangers, die zich
tijdens hun melodieuse voordracht in de
lucht wierpen, een vreugdebetoon, even
blijmoedig en aanstekelijk als de onbloedige
duels, die op een slikterreintje tusschen bont
uitgedoste kemphanen werden gehouden.
Onderwijl kon je boven de weiden ook nog
getuige zijn van de zingende zeilvluchten
der graspiepers, doch de spreeuwen hadden
over het algemeen geen tijd om zich vocaal
te uiten: druk repten zich hun vleugels, want
hun hongerige jongen waren veeleischend.
Melodieuse roep.
Boven de grassteppen en de rietvelden
klonk van 's ochtends vroeg tot 's avonds
laat de melodieuse roep van den koekoek,
tapuiten met hun bewegelijken zwart-witten
staart waren bij de boerderij op insecten-
jacht en dagelijks konden wij zien hoe een
paartje torenvalken, waarvan wy het nest
in één der wegpopulieren hadden ontdekt,
boven de weiden stond te bidden: scherp
speurden de vogels van hun verheven en
doorluchtig punt af, of er zich in het groene
gras ook een muis bewoog. Ook ging er geen
dag voorbij, of wij konden de mooie breede
nekkraag van de rietgorzen bewonderen.
Kokmeeuwen en zilvermeeuwen, die nog
niet broedden en een onbezorgd vrijgezel-
lenleven leidden, zwierden als witte linten
op den veelal straffen wind. Ook gebeurde
het af en toe, dat een flinke troep regen
wulpen met bibberende stemmen over onze
hoofden trokken.
Telkens, wanneer wij op het Kamper
eiland vertoefden, hadden wy hoop er den
velduil te ontmoeten, doch deze buitenkans
werd ons onthouden. Toch ontmoetten wij
daar een sinjeur, dien'wij er in het minst
niet hadden verwacht: een ransuil, die by
de woning van den jager Gerrit Kanis er
liepen op den dijk vlak bij zijn huis prach
tige tamme rietganzen, die als lokvogels
worden gebruikt huisde in een wildernisje
van wilgen en riet.
Al eenige weken vertoefde hy daar in een
voor hem niet passend milieu. Hy was een
vrij tam heer, dien je tamelijk dicht kon na
deren, maar inmiddels bleef hij tegenover
de nieuwsgierige menschen een verstandige
mate van waakzaamheid betrachten. Eén stap
te ver en zyn fluweelen vleugels gleden
door de lucht. Uit zyn vlucht bleek reeds,
dat hy gezond van lijf en leden was en een
verder bewijs voor zijn fit-zijn waren de
tientallen braakballen, welke te vinden
waren onder den boom, dien hy tot rust
plaats had uitverkoren: restanten van over
vloedige maaltijden...
's Avonds kropen wy diep in onzen slaap
zak en de dekens sloten wij zoo nauw om
ons heen, dat wij als poppen in een cocon
zaten opgesloten. Wild flapperde het tent
zeil, maar in onze linnen woning drong geen
zuchtje door. En zoo vielen wy in slaap en
als wy droomden, dan was het van horden
Kampereilandsche vogels.
Den dag, dat wy vertrokken herstelde zich
het weer eenigszins. Er dartelden wat witjes
en hooibeestjes boven de weiden. Een Argus-
vlinder koesterde zich tegen een warme
hooimijt en toen wij de tent afbraken,
schichtten zwart gebandeerde en vierband-
meters weg, die tijdens den nacht hadden
gerust tegen de buitenwanden van onze witte
slaapzaal.
Voor wij op 21 Mei van erf 14 afscheid
namen, keken wij nog even om. Schokland
lag langgerekt, scherp en duidelijk: het leek
of het uit zee was opgetild. En de reis der
aalscholvertroepen volgend, dezen tocht van
vele zwarte figuren door het luchtruim,
ontwaarden onze blikken in de verte, waar
het IJselmeer oplichtte, donkere fantas
tische gevaarten: baggermachines en zand
zuigers.
Wordt er bovendien eerlang ook nog een
weg aangelegd van Kampen, dwars over het
„eiland", naar Friesland?
Zullen de vogels aan de claxons wennen?
RINKE TOLMAN.
Spr. gaf het college in overweging voor de
bestaande buitengewone school de gevolgen
spoedig onder de oogen te zien.
De heer G r o nd s m a was het met den
heer Hoytink eens, doch met den heer Van
Drunen vroeg ook hy, welke voornemens
het college koesterde met de huisvestiging
van de thans in het gebouw ondergebrachte
cultureele vereenigingen.
Deze vraag werd ook onderstreept door
mr. de Groot, die bovendien voor de ge
meente een dubbele uitgave vreesde voor
boventallige leerkrachten.
Mr. Leesberg had van den raad een
zekere breedheid verwacht en bovendien
begrip voor de wenschen van de ouders ten
aanzien van het onderwijs voor deze groep
kinderen. Wat gedaan wordt, geschiedt uit
overtuiging de stumpers,, wat wij het hoog
ste achten „den godsdienst" bij te brengen.
Dit moet men waardeeren. Spr. kent het
gebouw. Het is een uitgewoonde kast, waar
voor men slechts een bescheiden bedrag
mag vragen en dit te meer als men de
huurder verplicht het gebouw in orde te
brengen.
De heer v. d. Borden kon zich met
de bylage vereenigen. Zyn inziens was de
huur redelijk tegenover de andere huren.
De voorzitter: B. en W. hebben zich
op het standpunt van de wet gesteld, al zien
zij ongewenschte gevolgen voor de thans be
staande bloeiende school, waarvan de leer
krachten alle lof verdienen. Niettegenstaande
er een 17 leerlingen af zullen gaan, kan ver
wacht worden, dat het bestaande aantal leer
krachten behouden kan blijven.
Het college wil in de eerste plaats kijken
naar de bestemming van het gebouw en wij
moeten dus de gehuisveste vereenigingen
laten wijken voor een school, al weten B.
en W. nog niet hoe het mogelijk is andere
lokaliteiten te vinden, voordat het nieuwe
gymnasium in gebruik wordt genomen.
Even werd gepauzeerd voor een kleine af
wijking van de agenda. Er werd n.L thee en
cake geserveerd. De burgemeester sprak den
zilveren bruidegom mr. Leesberg, onder ap-
laus van den raad waardeerend toe en uitte
de beste wenschen voor mr. Leesberg en
diens gezin, waarvoor mr. Leesberg in war
me bewoordingen dank bracht,
serveerd. De burgemeester sprak den zilve
ren bruidegom mr. Leesberg, onder applaus
van den raad waardeerend toe en uitte de
beste wenschen voor mr. Leesberg en diens
gezin, waarvoor mr. Leesberg in warme be
woordingen dank bracht.
De voorzitter, zyn betoog na dit in
termezzo vervolgende, zeide dat het college
een normale huur vroeg in verhouding tot
de huur die de Fröbelschool betaalt.
Er was rekening gehouden met het
bedrag, dat de stichting voor het opknappen
uitgeeft. De kosten van inrichting staan er
buiten. Als er onvoorziene moeilijkheden i
binnen 10 jaar komen, dan is spr. niet tegen
een gedeeltelijke restitutie van de huur aan
de stichting, wanneer die onvoorziene om
standigheden by de gemeente liggen.
(De zitting duurt voort.)
Weest voorzichtig met vuur
In bosch en heide.