DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Geestdrift en ontroering in Parijs
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
No. 170 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Vrijdag 22 Juli 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Frankrijk wil bestendiging van den vrede.
Indrukken van 't koninklijk bezoek
De algemeene toestand.
De Russisch-Japarische spanning
neemt toe.
Alle onderhandelingen tot dusverre
mislukt.
Vermiste leerling-vlieger
gevonden.
Bom doodt 38 personen.
Hevige gevechten en
bombardementen.
Hevige boschbranden in Amerika.
Sabotage in het spel
Nieuws in 't kort.
ALKMAARSCHE COURANT
(Van onzen correspondent.)
Pary's heeft het bezoek van het Engel
sche koningspaar bijna alweer achter
den rug; over enkele dagen zal de stad
haar oude aanzien hernemen. Alles zal
weer zijn gewonen gang gaan, en de
eerste daad van den Parijzenaar, die het
ook maar even kan doen, zal zijn: met
vacantie te vertrekken. Echter heeft de
korte visite van den Britschen vorst en
zijn gemalin een onvergetelijken indruk
achtergelaten; na den terugkeer der
zegevierende troepen in 1918 kende
Parijs nimmer nog zulk een enthou
siasme.
Er heerschte een geestdrift, welk ver die
eener vriendschap te boven ging, een stem
ming, waarvoor moeilijk woorden zijn te
vinden. Oude herinneringen werden leven
dig: dit was de koning van een wereldrijk,
dat een paar decennia nog maar geleden in
de ure des gevaar naast Frankrijk stond, de
vorst van een imperium, welks zonen naast
die van Frankrijk op Franschen bodem zijn
gevallen. En thans staat men wederom
schouder aan schouder, in dienst van den
vrede en de vrijheid der volkeren. Beide
staatshoofden waren zich van de groote be-
teekenis dezer oogenblikken bewust; het ge
laat van koning George stond dikwijls ern
stig, en meermalen wist de souverein slechts
met moeite zijn ontroering te verbergen.
Den Franschen president, man van wijzer
levenservaring, lukte dit lichter, doch het
waren ook van hem allerminst ijdele woor
den, toen hij, in zijn toost op koning, konin
gin en koninklijke familie zeide, dat beide
democratieën één zijn in haar streven tot
handhaving van vrede, vrijheid en humani
teit. Dit streven is evenwel tegen geen en
kele mogendheid gericht, het hechte ver
bond, 't welk tusschen Engeland en Frank
rijk bestaat, sluit geen vriendschap met an
dere staten, die deze doeleinden onderschrij
ven en van goeden wille zijn, uit.
Behoeven we nog te betoogen, dat de
woorden van koning George den Zesden en
president Albert Lebrun het overgroote deel
der Franschen uit het hart zijn gegrepen?
Aldus gevoelt de Franschman het en niet
anders. De reactie erop was Woensdag
jongstleden dan ook een zoo mogelijk nog
grootere geestdrift; voor den jongen, ernsti-
gen koning, voor de vriendelijke, eenvoudige
ALKMAAR, 22 Juli.
De Völkischer Beobachter heeft zich
gisteren bezig gehouden met het memoran
dum van de Sudeten-Duitschers en terwijl
de overige Duitsche pers zeer heftig is
geweest, blijkt de Völkischer Beobachter
merkwaardig rustig in zijn artikel en
zelfs mag men hier spreken van opbou
wend werk.
De Sudeten-Duitsche partij heeft zich
genoopt gezien aldus begint het artikel
haar omvangrijk memorandum te pu-
•bliceeren, nadat door een indiscretie van
Tsjechische zijde een verkorte redactie
daarvan was verspreid, welke tot misvat
tingen aanleiding kon geven.
Het Sudeten-Duitsche memorandum
weerlegt door zijn rustige taal, zijn gema
tigdheid en zijn zakelijke grondigheid
beter dan louter beweringen het zouden
vermogen het Tsjechische verwijt, dat
Konrad Henlein iets „onmogelijks eischt.
Het toont, dat bij wederzijdschen goeden
wil volle autonomie der volksgroepen in t
kader van den Tsjecho-Slowaakschen staat
uitvoerbaar is.
Juist de grondigheid en de uitvoerigheid
van dit staatspolitieke document zal echter
velen, die belang stellen in het wel en wee
van Tsjecho-Slowakije, van een grondige
studie afhouden. Zelfs de verantwoorde
lijke ministers in Londen en Parijs zullen
op de berichten en uittreksels hunner be
richtgevers aangewezen zijn om zich een
oordeel over de Sudeten-Duitsche eischen
te kunnen vormen. Onder deze omstan
digheden schijnt het ons noodig thans de
beide kernpunten uit het geheele probleem
te lichten, en de vele vraagstukken van het
tweede plan, die sedert vele maanden door
de Praagsche diplomatie en propaganda
handig naar voren worden geschoven, ter
zijde te laten,
koningin, die door haar lieven lach met één
slag het hart van heel Parijs heeft veroverd,
en voor den immer fijntjes glimlachenden
president. Zooals het plechtige „God save
the King" volkomen in stijl en overeenstem
ming was met den in diep verantwoordelijk
heidsbesef wortelenden ernst van den En-
gelschen koning, scheen de vurige „Mar-
seillaise" de uitdrukking van het laaiende
enthousiasme van het Fransche volk.
Vredeswil der Franschen.
Onze indrukken verdringen elkaar, zoo
als de Pary zenaars elkander trachtten te
verdringen om toch maar een glimp van het
snel voorbijrijdende vorstelijk paar op te
vangen. Als iets ons duidelijk is geworden,
dan is het wel de vaste vredeswil der Fran
schen. Zeker, onwillekeurig gingen veler
gedachten terug naar den wereldoorlog;
veteranen, tot welke politieke partij ze ook
behoorden, stonden somtijds met tranen in
de oogen, en het spreekwoordelijk flegma
der Engelschen bleek volkomen zoek. Maar
geen Engelschman en geen Franschman zal
een herhaling van het gebeurde in het ver
leden wenschen; men is aan beide kanten
van het Kanaal bereid om ver te gaan in
zijn concessies om een nieuwen wereldbrand
te voorkomen. Wat woorden en geestdrift
niet bereikten, deed het zwijgen bij het graf
van den onbekenden soldaat. Toen koning
George gisteren onder de Are de Triomphe
een krans neerlegde en een minuut lang die
slanke gestalte in bewogen eerbied naar de
eeuwig brandende vlam staarde, heerschte
er een stilte, die dieper indruk maakte dar.
ooit redevoeringen konden doen. Voelbaar
als een huivering ging de ontroering over de
duizendkoppige menigte, één in haar wil:
dat nooit weer.
Stemming van een vervoerend oogenblik,
ongemotiveerd idealisme? Buitenlandsche
bladen hebben er een beetje schamper op
gewezen, dat Parijs gedurende dit koninklijk
bezoek tot in alle hoeken bewaakt was en
bewapend. Inderdaad, ofschoon men er wei
nig van heeft gemerkt, Parijs had veel van
een vesting, maar niet omdat er werkelijk
gevaar dreigde, doch slechts omdat men elk
risico, hoe gering ook, wenschte te ontgaan.
Ons is bekend, dat zulks op uitdrukkelijk
bevel van den president zelf is geschied.
Frankrijk heeft eens in zijn geschiedenis een
al te groot vertrouwen, dat al spoedig achte
loosheid werd genoemd, duur moeten be
talen. Een herhaling, die trouwens oorlog
zou beteekenen, wenscht de Fransche regee
ring niet. „Men zal hem weten te voor
komen", zeide ons een hooggeplaatst mili
tair, „een nieuwen wereldoorlog, waar men
veel te veel van spreekt. Engeland en
Frankrijk bezitten de middelen daartoe, en
ze zullen ze aanwenden ook".
Vriendschap en vertrouwen
Daarom is er geen onoverbrugbare
kloof tusschen den dag van gisteren, die
wel sterk het karakter van een vredes-
betooging droeg, en den dag van gister,
dien den koning te Versailles een mili
taire parade, waaraan vijftigduizend
man van alle wapens deelnam, te aan
schouwen gaf. Als de Fransche armée
daar voor den Engelschen vorst defi
leerde, gebeurde dit niet in de eerste
plaats uit militaristische bravoure, noch
uit lust tot machtsvertoon. In deze
wereld, die wel eens schijnt van eigen
belang aan elkaar te hangen, is het soms
onvermijdelijk en dies verklaarbaar, dat
men iets van de effectieven toont, welke
zoo noodig de vriendschap, tegen een
belager kracht bij kunnen zetten. Het
geen, en élke Franschman denkt aldus,
de hemel moge verhoeden.
Derhalve heeft Frankrijk ook alles gedaan
om den hoogen gasten, voorzoover dit in
deze korte spanne tijds mogelijk was, iets te
laten zien van wat het op ander terrein
bezit. De gala-avond in de opera Woensdag
was een manifestatie van gratie en elegantie,
de garden-party in het bosch van Boulogne
een demonstratie van goeden smaak en sier
lijkheid. Parijs heeft zich vertoond in haar
veelvervig feestgewaad, in den lichten nevel
der ochtendschemering over de Place de la
Concorde, die haar naam deze dagen wél
met eere heeft gedragen, in haar levendige
Seine onder den helderblauwen hemel, haar
licht en vuur en vreugde van den avond, als
de koninklijke gasten den terugtocht naar
de Orsaykade aanvaardden.
Boven al die diverse punten van het pro
gramma, waarover de bladen het publiek
voldoende hebben ingelicht, ging de geest
van vriendschap ert vertrouwen, welke het
koninklijk paar allerwegen en steeds op
nieuw tegemoet trad. Twintigduizend school
kinderen de Fransche jeugd, die nog niet
ter school gaat heeft de beide prinsesjes
elk een pop aangeboden, een blondine
„France" en een brunette „Marianne"; er
hebben verleden Zondag dertigduizend men-
schen langs die poppen gedefileerd. Twintig
duizend schoolkinderen hebben het toege
zongen, en koningin Elizabeth heeft met
gelukkige oogen voor die oprechte hulde
- v-r'- dl' VC 7Ün tij d
aankomst der Engelsche majesteiten op
Franschen bodem als boden des vredes over
de wereld uitgevlogen. Speciale postzegels
en postkaarten zijn naar aanleiding van het
bezoek uitgegeven, straten zullen naar den
vorst en de vorstin worden genoemd, me
dailles worden geslagen. Koning en koningin
zijn met geschenken en eer van staat en
stad overladen, en dat zulks werd gewaar
deerd, blijkt wel het best uit het feit, dat
koningin Elizabeth, aan wie president
Lebrun Dinsdagmiddag het grootkruis van
het legioen van eer overhandigde, Aog
De beide kernpunten zijn: volkspolitieke
autonomie en herstel.
1. Zoowel de Sudeten-Duitschers als
de overige volksgroepen verlangen een
„nieuwe ordening van het staatsgebied in
den zin van een nationaali-regionale de
centralisatie". Dat wil zeggen, dat het
staatsgebied aldus dient te worden onder
verdeeld, dat afgeronde Tsjechische, Duit
sche, Slowaaksche enzoovoort-gebieden
ontstaan. Deze volksgebieden moeten vol
ledig zelfbestuur krijgen, onder een pre
sident en een directorium van het zelfbe
stuur en onder controle van een nationale
volksvertegenwoordiging.
„Voor dezen eersten fundamenteelen
eisch is Praag totaal gesloten. Als „Ersatz"
bieden de Tsjechische machthebbers een
„Landenautonomie" aan, die niet in het ge
ringste met de volks-grenzen rekening
houdt, maar de oude, uit een dynastiek
verleden stammende landsgrenzen tot
grondslag van regionale landdagen wil
maken. Dat geldt voor Bohemen en Mah-
ren, waar de Tsjechen ook in de toekomst
de Duitschers konden overvleugelen en dat
geldt voor Tsjecho-Slowakije, waar de
Hongaren weer in de minderheid ge
raakten.
Het land Silezië, waar de Tsjechen in de
minderheid zijn, werd juist uit deze over
wegingen in 1926 met Mahren vereenigd
een truc, tegen welks wegneming Praag
zich thans natuurlijk eveneens verzet.
2. Onder herstel verstaan de Sudeten-
Duitschers in de eerste plaats het uit den
weg ruimen van die kunstmatige Tsjechi
sche enclaven, welke door alle mogelijke
politieke, economische cn administratieve
intriges in het aaneengesloten Duitsche
taalgebied zijn ontstaan. Als maatstaf ter
onderscheiding van hdt geërfde en het op
oneerlijke wijze verkregen Tsjechische
bezit moeten noodzakelijkerwijs de verhou
dingen van het jaar 1918 gelden.
Ook tegen dezen eisch blijft Praag zich
hardnekkig verzetten,
Het taalontwerp van het Tsjechische
nationaliteitenstatuut belooft den volks
groepen zelfs, dat in de toekomst reeds
gemeenten, die een Tsjechische minder
heid van slechts 15 hebben, als gebieden
met „gemengde taal" zullen worden be
schouwd, terwijl tot dusver 20 noodig
was om aan deze voorwaarde te voldoen.
Om deze twee kardinale punten draait
feitelijk de heele strijd. De oplossing in den
zin der eischen van de volksgroepen is
voorwaarde voor elke wezenlijke en blij
vende genezing en consolidatie van den
Tsjecho-Slowaakschen staat. Dit moet ten
slotte de geheele wereld begrijpen.
De Italiaansche. rassenleer wij hebben
er gisteren nog een zeer uitvoerig artikel
van onzen correspondent in Rome over
gepubliceerd heeft ook in de kringen
van het Vaticaan verbazing en ontstem
ming verwekt. De paus heeft n.1. in een
toespraak tot 200 jeugdige geestelijken der
Italiaansche katholieke actie, waarin hij
zijn veroordeeling van de rassenleer uit
sprak, o.rn. het volgende gezegd: „Men
zou waarlijk zeggen, dat men het artikel
van het Credo: „Credo in Ecclesiam Catho-
licam" heeft vergeten. Katholiek en uni
verseel, en niet racistisch, noch nationa
listisch, noch separatistisch, maar katho
liek. Men moet den belangrijksten geest,
den geest des geloofs overal uitdragen
maar gezegd moet worden, dat er iets ver
foeilijks bestaat, n.1. die geest van separa
tisme, van overdreven nationalisme, die
juist omdat hij niet christelijk is, ten slotte
ook ophoudt menschelijk te zijn. Dit ook
dient om voor u in het licht te stellen de
volle waarde van de missie, die de kerk u
toevertrouwt door u medewerkers aan de
katholieke actie i noemen. De katholieke
actie is feitelijk het leven der kerk, omdat
zij het katholieke leven is en er geen actie
kan zijn zonder leven."
dienzelfden avond dit eereteeken heeft wil
len dragen.
De bevoorrechte Parjjzenaars, die thans
vacantie kunnen houden, en zij, die tot de
beslommeringen des dagelij kschen levens
terugkeeren, zijn het hierover eens: dat dit
koninklijk bezoek de Engelsch-Fransche
vriendschap opnieuw voor de historie heeft
bevestigd en een bijdrage is geworden :ot
bestendiging van den vrede in Europa.
Eigenlijk is dit ook de zin van alle redevoe
ringen, van alle lyrische en epische arti
kelen, gezwegen nog van de meer nuchtere
verslagen, welke de afgeloopen week in de
Engelsche en Fransche bladen zijn versche
nen. Was de uniform met den degen van
koning George een symbool, welaan, de
glimlach der koningin was het in niet min
dere mate. En het Fransche volk staat, als
op één dier nieuwe briefkaarten, in vast
vertrouwen heen om hen en het hoofd van
den staat, als één man met den vredespalm
in werkershanden.
Lebrun naar Londen.
Koning George heeft gisteren president
Lebrun officieel uitgenoodigd voor het
brengen van een tegenbezoek aan Engeland.
Het spreekt vanzelf, dat Lebrun deze uit-
noodiging gaarne heeft aanvaard.
Waarschijnlijk zal dit bezoek plaats vin
den in het eerste kwartaal van 1939.
Uit Hsinking wordt gemeld, dat de
Russisch-Mantsjoekwosche besprekingen
opnieuw zijn afgebroken. Voorts wijst
men in Hsinking op het feit, dat de
beide boodschappers van het Japansche
leger, die naar den Russischen comman
dant waren gezonden, reeds 60 uur weg
zijn. Tenslotte wordt te Tokio verno
men, dat de besprekingen tusschen
Sjigemitsoe en Litwinof eveneens zijn
mislukt.
Al deze berichten vormen een verontrus
tende sfeer voor de Japanners, wien zij,
naar Havas meent te kunnen seinen, een
tweeden oorlog lijken aan te kondigen, ter
wijl de eerste nog verre van geëindigd is.
De perscampagne, dit geopend is bij de be
zetting van den heuvel Tsjangkoefeng, heeft
reeds een situatie in het leven geroepen, die
het moeilijk maakt den eisch tot ontruiming
van den heuvel te laten varen zonder „het
gezicht" te verliezen. Aangezien Rusland
van meening is, dat de heuvel Russisch
grondgebied vormt, bestaat er ook weinig
hoop op een vreedzame ontruiming door de
Russen.
Japansche kringen verklaren, dat men kan
vreezen, dat Rusland gebruik zal maken van
het incident in de eerste plaats om op dit
oogenblik van Tokio de vaste toezegging te
krijgen, dat Japan zich niet tegen Rusland
zal keeren na de Chineesche campagne en
in de tweede plaats om een preventieven
oorlog tegen Japan te beginnen op het gun
stige tegenwoordige oogenblik, ingeval Ja
pan zou weigeren waarborgen voor de toe
komst te geven. Dezelfde kringen wijzen er
echter op, dat Rusland zich vergissen zou,
wanneer het op de volgzaamheid van Japan
rekende door de ongunstige toestanden van
het oogenblik voor de positie van Japan,
voortvloeiende uit de mobilistie van zijn
legers en zijn bedrijfsleven voor de Chinee
sche campagne, te overdrijven.
Men geeft te verstaan, dat het misschien
voordeelen zou opleveren voor Japan, wan
neer het zijn opmarsch naar Hankau tot den
herfst uitstelde, om van de tusschenliggende
maanden gebruik te maken voor een klin
kende demonstratie van kracht aan de Rus
sische grenzen. Men voegt daar in de ge
noemde kringen aan toe, dat Rusland ook
behoorde te denken aan de onaangename
reactie, die voor Rusland iedere complicatie
in het Verre Oosten van zijn rijk zou kunnen
hebben op een oogenblik, waarop de alge
meene aanpassing der betrekkingen met de
U.R.S. het voorwerp schijnt te vormen van
belangrijke diplomatieke betrekkingen in
zekere Westelijke hoofdsteden.
Wederom een grensincident.
Uit Hsinking wordt gemeld, dat verschei
dene Russische soldaten bij Soetasjan, ten
Oosten van Mansjoeli, over de grens geko
men zouden zijn en een Mantsjoekwosche
patrouille beschoten zouden hebben. De
Mantsjoekwosche soldaten beantwoordden
het vuur en namen een Rus gevangen. Ver
sterking van de grensbewaking is bevolen.
Russische vliegtuigen boven
Toengning.
Ruim dertig Sovjet-Russische vliegtuigen
zijn volgens een Domei-bericht in formatie
vliegende de Mantsjoekwosche grens gepas
seerd. Zij vlogen boven Toengning, een stad
in Mantsjoekwo aan de Oostelijke grens.
Sinds eenige dagen was de leerling
vlieger, die te Bandoeng met een mili
tair toestel vertrokken was, zoek. Na
lang zoeken heeft men thans vlieger en
toestel gevonden. Het toestel was ver
brand en de vlieger zat verkoold in het
toestel.
Tijdens het bombardement van
gistermorgen op het gebied van
Viver en Jerica, waaraan door 75
vliegtuigen van Franco werd deelge
nomen, heeft een zware bom 38 per
sonen, vrouwen, kinderen en grijs
aards, gedood. Zy behoorden tot een
groep vluchtelingen, die uit de nabdj
de fronten gelegen dorpen waren ge
vlucht en op weg waren naar Val-
lencia.
De raid der bommenwerpers was voor
afgegaan door hevige gevechten, waarbij
de Italiaansche troepen vele malen tracht
ten de passages te forceeren, die naar
Segorbe leiden. Telkenmale echter ont
moetten zij hardnekkigen tegenstand, zoo
dat de successen zeer gering waren. Slechts
hun rechtervleugel kon ongeveer 2 K.M.
voorwaarts rukken.
Geleidelijk wordt echter de druk op
Valencia grooter en de kring, die de troe
pen van Franco om deze stad gevormd
hebben, kleiner. Volgens sommige berich
ten zou men in Valencia zelf thans rekening
houden met een spoedigen val der stad.
Daarentegen is men in Barcelona nog
steeds hoopvol gestemd.
De staten Oregon, Washington en Britsch-
Columbië worden sinds eenige dagen door
hevige boschbranden geteisterd. Het dorpje
Forbes Landing in Britsch-Columbië is ge
heel door het vuur verteerd. De vlammen
bedreigen ook Comox kamp, waar achttien
millioen kubieke meter bouwhout liggen op
geslagen.
Tengevolge van de hitte van het vuur
zjjn drie menschen om het leven gekomen
in den staat Oregon.
Verder wordt melding gemaakt van tal
rijke daden van sabotage, verscheidene
brandstichters werden op heeterdaad be
trapt. Men veronderstelt, dat velen brand
stichten in de hoop te worden aangenomen
om te blusschen.
Nieuwe onrust in Memel. - Nieuwe on
rust is in Memel ontstaan doordat de land
dag aldaar een resolutie heeft aangenomen,
waarin wordt gevraagd een einde te maken
aan den staat vn beleg en de gearresteerde
Memel-Duitschers in vrijheid te stellen.
Bovendien werden twee wetten aangeno
men, waarover de Lithausche gouverneur
van Memel zijn veto had uitgesproken.
De terreur in Palestina. - In het zuiden
van Haïfa is een Joodsch waker in een hin
derlaag gelokt en gedood. Hij is de negende
jood, die in Palestina binnen 24 uur is ver
moord.
Onrust op Nieuw-Guinea. Nabij de
Tauririvier aan de Papoeagolf hebben zich
ernstige ongeregeldheden voorgedaan. De
autoriteiten vreezen, dat een Europeesch
politie-officier is gedood. Versterking is per
vliegtuig naar de plaats des onheils gezon
den.
Drie minuten voor een rechtszaak. - De
„Prawda" schrijft, dat de rechters te Mos
kou de processen in te snel tempo behande
len en wijst op het feit, dat het Hof van be
roep 188 zaken per dag beslist.
Het blad neemt de klacht van een advo
caat over, die op den grondslag van den
achturigen werkdag heeft berekend, dat ge
middeld aan iedere zaak drie minuten wordt
besteed. De helft daarvan wordt door de
rechters nog gebruikt voor het heen- en
weerloopen tusschen rechtszaal en raad
kamer.
Een werk van Raphael ontdekt? - Bij
een aantal schilderijen van een particuliere
verzameling te Milaan, die ter restauratie
an de hoede vn een deskundige waren toe
vertrouwd, heeft men een madonna ontdekt,
waarop de woorden „Raphael Urbinas Pin
gebat Anno 1518" (Raphael van Urbino heeft
dit werk geschilderd in 1518) te lezen wa
ren.
Men acht het niet uitgesloten, dat hier
werkelijk een stuk van den grooten meester
gevonden is, daar er een opmerkelijke ge
lijkenis bestaat met het middergedeelts van
Raphaels werk „De heilige familie", dat zich
in het Louvre bevindt.