I
KRUSCHEN SALTS
StaÊAm
eem de oorzaak weg.
f~w rheumatische pijn
^•verdwijnt voor goed.
OPEL vanaf f 119 5.
DE RONDE VAN FRANKRIJK
tweede blad.
DE VIERDAAGSCHE.
De eerste dag.
NASSAU GARAGE ALKMAAR
- OFFICIAL DEALER. -
Zestiende étappe voor Marcel Kint
^Rheumatische pijn. spit, jteht «4c. worden
J veroorzaakt door onzuiver bloed. De ze«
Kjninerale zouten in Kruschen Salie zuiveren
_uw bloed door de verschillende orfvoer-
irganen krachtig aan te «poren.
mialts zal ook U snel en afdoende helpen.
hlSTRALENDE GEZONDHEID VOOR I GENT PER OftG
pA 3 n d e 1 e n
Gisteravond, na de geslaagde vlaggenpa-
j"ade ter gelegenheid van de Vierdaagsche,
raden de Engelsche deelnemers van de Road
a-lking Association voor het front en reikte
official van Meurs aan kapitein Breu-
leider van het uitvoerend comité der
ternationale Vierdaagsche afstandsmar
sen de onderscheiding uit van de Road
Walking Association, bestaande uit een gou-
Kdefi medaille aan een blauw lint.
B Deze onderscheiding werd intertijd ook
^verleend aan wijlen jhr. von Weiier en aan
den officieelen vertegenwoordiger van den
Neel. Bond voor Lichamelijke Opvoeding, den
heer P. L. M. van Wayenburg.
(Van onzen specialen verslaggever).
Groesbeek, 26 Juli 1938.
Vanmorgen trokken door Groesbeek drie
grenadiers, zingend en fluitend, bepakt en
beladen. Zij tippelden door het dorp en de
bevolking stond langs den weg om de hon
derden wandelaars van de Vierdaagsche te
zien passeeren. Om 5 uur waren zij uit de
Keizersstad vertrokken: militairen, burgers,
vereenigingen, oude van dagen, de jeugd,
het zwakke zoowel als het sterke geslacht
volgden achter tromgeroffel of hoorngeschal
en ook klonken de welluidende klanken
van mondharmonika's. Zij rukten voort van
de kazerne naar den Berg en Dalschen weg
en via Berg en Dal naar Groesbeek om later
de Plasmolen te bereiken. Het ging langs
korenvelden waar de schoven staan en de
sikkel gereed ligt, door diepe ravijnen, waar
de kamperfoelie geurt en over stofwegen,
waarvan vooral de laatkomers last zullen
.hebben, want af en toe zijn de wegen in
stofwolken gehuld.
Na Berg éh Dal is Groesbeek de eerste
plaats van beteekenis. Hier is geen vrouwtje
bij haar huiselijke bezigheden gebleven en
als de eerste drie wandelaars voorbijtrekken
staan talloozen langs den weg opgesteld.
Dan volgen de Haagsche grenadiers, die met
luid applaus worden begroet. Even later is
de eerste vereeniging in het gezicht. Het blijkt
de Rotterdamsche politie te zijn. Een ieder
zoekt naar Lagendaal, maar de blonde reus,
die dadelijk opvalt, schijnt verstek te heb
ben laten gaan. Vlak hierop passeeren de
Haagsche politiemannen. De bobby's hebben
er al vijftien kilometer op zitten, maar de
indruk, die zij maken is keurig. „Zet hem op
jongens", wordt er geroepen. Maar de leider
tempert dit enthousiasme, want de dag is
nog lang en het tempo mocht niet opgevoerd
worden. Dan trekken de mannen van de
E. H. B. O. uit Amsterdam voorby, gevolgd
door bereden politie uit de Residentie. Het
blijkt wel, dat zij het ook zonder paarden
kunnen stellen, want zij wandelen keurig.
De eerste vereenigingen, die de aandacht
vragen, mogen er ook zijn. De Unilever
wandelsportvereeniging uit Rotterdam, de
N. H. V. uit Den Haag, die het Haagsche
embleem, de ooievaar, duidelijk herkenbaar
draagt, vervolgens een kleine groep van de
politie uit Vlissingen, enkele detachementen
van rijksveldwachters enz. volgen elkander
op.
Dan volgen vier reserve-officieren. Een
van hen is een bekend notaris uit de pro
vincie de Vierdaagsche is immers univer
seel! Vervolgens trekken zeer groote
groepen van wandelsportvereenigingen
voorbij. Wij zien er uit Rotterdam verschil
lende, zooals de H. B., Neptunus, S. L. W.
alle met tientallen leden. Stevige wande
laars zijn het allemaal
Langzamerhand begint het militaire ele
ment te overheerschen. Eerst leden van
H. M.'s Schorpioen en ook de Kooy heeft
een afvaardiging gezonden. Al zijn de
jongens uit Den Helder geen infanteristen,
toch loopen zij, dat het een lust is. Het
tiende uit Ede is de eerste infanterie, die
voorbij trekt. Het is voor deze jongens een
dagelijksch werk, om lange marschen te
maken. Een extra pluimpje verdient ook
het tweede regiment uit Maastricht. Na
acht uur gaat de troep zonder tusschen-
poozen voorbij. Wij zien het twaalfde, het
dertiende regiment infanterie, de jagers uit
Den Haag, het 22ste, het 14de uit Bergen
op Zoom en de JColoniale reserve, een dé-
tachement van 40 man. Door het meeloopen
van tamboers en hoornblazers krijgen zij
een bijzondere aanteekening. De stroom
houdt niet op. De Jantjes uit Vlissingen en
het 18de, keurig marcheerend en dan mili
tairen, die gewend zijn te fietsen.
Ook Indië is present. Er is een jongeman
met het opschrift op zyn rug: „Ik liep naar
Indië, 19000 K.M.". Veel hilariteit verwekt
een paartje, dat gearmd voorbijtrok....
„waar werd oprechter trouwI" Ook
volgden de mariniers uit Rotterdam en de
genie. Een keurig corps wandelaars uit
Duitschland kwam hierna. Langzamerhand
zijn alle groepen Groesbeek gepasseerd en
eenigen tijd later is de rust in het dorp
weergekeerd. Groesbeek heeft de vreugde
van de Vierdaagsche weer gehad.
Over het weer hoerden wij weinig klach
ten. Af en toe schynt de zon maar dan
gaat zij weer schuil achter een gordijn van
wolken. Later wordt het drukkend warm.
Minder prettig was het, dat velen in 't stof
moesten loopen.
De stemming leed er echter niet onder.
Zang en gefluit klonk immers overal!
hydrol. remmen, onafh. voorveering,
stalen carrosserie, sekurit glas.
Motoren.
DE T. T.-R-AFES TE MMN.
FabrieltstttMM vw Nwton Ik tut m*4.
Maar aanleiding van de geruaWen, det
Norton, B. M. W. en Gitera niét aan dé
T. T.-races, welke a.s. Z-ateréag op het
circuit van Drente worden gehouden, zou
den deelnemen, deelt de T. T.-cowwniseie
ons mede, dat deze geruchten slechts op een
onderdeel juist z-ijn en wel het niet deelne
men van het fabrieksteam van Norton. Vol
komen onjuist is de meening, dat de f-a-
brieksrijders van Norton niet zouden star
ten in verband met de weinig soepele hou
ding van de organisatoren ten aanzien van
de financieele zijde. Norton zal, aldus de
T. T.-commissie, niet komen ondanks de
zeer soepele houding, welke de organisato
ren ten aanzien van de financiën hebben
getoond. De oorzaak van het wegblijven
van het Norton-team moet worden gezocht
in technische omstandigheden by de fabriek.
Intusschen staat het vast, dat onze land
genoot Piet van Wijgnaarden op 'n speciale
fabrieksmachine van Norton zal uitkomen
in de 350 c.c. klasse, terwijl ook voor den
Fin Lampinen, die het vorig jaar als derde
eindigde, een speciale 500 c.c. machine van
de fabriek onderweg is naar Assen.
Dat de B. M. W. zou inschrijven op voor
waarde, dat de Norton-machines zouden rij
den, is onjuist. Dergelijke inschrijvingen
zouden door de K. N. M. V. nimmer worden
aanvaard. B. M. W. heeft op volkomen nor
male wijze ingeschreven met de bekende
rijders Meier en Krauss, die Zaterdag a.s.
den strijd zullen aanbinden met de Gilera-
rijders en de F. N. Omtrent Aldrighetti, die
de vorige week tijdens den grooten prijs
van Zwitserland is gevallen, hebben de or
ganisatoren og geen officieel bericht om
trent zijn niet starten ontvangen. Mocht hij
niet kunnen uitkomen, dan zal de Gilera fa
briek ongetwijfeld voor een goeden plaats
vervanger zorgdragen.
Wielrennen
Marcel Kint heeft zijn overwinning van
de vijftiende etappe herhaald: de Belg won
ook de zestiende, welke gisteren van Aix les
Bains naar Besangon leidde over een afstand
van 284 K.M. Bartali wist niet alleen zijn
voorsprong in de algemeene rangschikking
te behouden, hij behaalde nog winst door
als eerste de laatste pashoogte van het berg-
klassement, de col de La Faucille, te berei
ken met 15 seconden voorsprong op den Bel
gischen klimspecialist Vissers. Voor deze
prestatie kreeg Bartali een tijdsvergoeding
van 1 min. en 15 sec, waardoor hij zijn
voorsprong op Vervaecke in de rangschik
king nog heeft kunnen vergrooten.
Onze landgenoot Anton van Schendel was
in dezen rit uitstekend op dreef en wist op
30 K.M. van de finish met enkele andere
renners te ontsnappen. Hij bezette een zeer
goede achtste plaats. Middelkamp en Helle-
mons bleven in het hoofdpeleton zitten en
werden gezamenlijk op de achttiende plaats
geklasseerd met drie minuten achterstand
op den winnaar. In de algemeene rangschik
king zijn er weinig veranderingen gekomen.
Het resultaat van de etappe luidt:
1. Kint (België) 9 uur 39 min. 56 sec.; 2.
Yvon Marie (Frankrijk) zelfden tijd; 3. Dis-
seaux (België); 4. Bernardoni (Italië), allen
zelden tijd; 5. Egli (Zwitserland) 9 uur 41
min. 26 sec., met tien andere renners, w.o.
van Schendel, die op de achtste plaats
kwam; 17. Neuens (Luxemburg) 9 uur 42 m.
57 sec. met 27 andere renners. Middel
kamp en Hellemons behoorden ook tot
deze groep. Verder Bartali, Vervaecke enz.
Algemeene rangschikking: 1. Bartali 114
uur 30 min. 40 sec.; 2. Vervaecke 114 uur 51
min. 57 sec.; 3. Cosson 115 uur 51 sec.; 4. Vi-
cini 115 uur 7 min. 17 sec.; 5. Clemens 115
uur 14 min. 34 sec.; 43. Middelkamp 117
uur 6 min. 26 sec.; 46. Van Schendel 117
uur 35 min. 8 sec.; 56. Hellemons 119 uur
17 min. 47 sec.
A.S.V. VICTRIX.
Deze vereeniging ging Zondag met eenige
renners naar Enkhuizen om deel te nemen
aan de groote grasbaanwedstrijden tegen
Enkhuizen, Hoorn, Medemblik en Winkel.
In de sprint voor de A kl. wist Jan Bou-
man den 5den prijs te veroveren; terwijl J.
Mulder den 2den prijs in de B kl. won.
In de 30 ronden race wist W. Visser met
één ronde voorsprong den lsten prijs te be
machtigen en F. de Roo'ij den 2den prijs.
De B klassers reden 20 ronden. Hier wist
H. Blok den lsten prijs en A. Veld den 3den
prijs te veroveren.
In de clubachtervolging wist Victrix den
eersten clubprijs en drie draagmedailles in
de wacht te sleepen.
In de koppelrace wonnen W. Visser en H.
de Rooij tenslotte den 2den prijs. Het was
een goede dag voor de jongens en voor de
vereeniging.
Minder gelukkig waren de jongens die
naar Heemstede waren gegaan om aldaar
den strijd tegen Achilles, de Kampioen, de
Jonge Kampioen en de Rotterdamsche
Leeuw aan te binden.
Jan Ottenbros was de eenige, die nog een
4den prijs wist te winnen in de 1 uurs-
ronden-race.
WIELERCLUB ALCMARIA.
Alcmaria hield Zondagmorgen een trai-
ningsrit op den weg over 6 ronden. De uit
slag was:
Klasse A: 1. J. Groot; 2. Kuilboer.
Klasse B: 1. C. Schipper; 2. Wester; 3.
Glas; 4. Lanting.
Klasse C: 1. Mors; 2. Eenhoorn; 3. Holtes;
4. Schilte.
Junioren: 1. Koeten; 2. Wayering; 3. Schot;
4. Meyer.
Groot en Kuilboer demarreerden onmid
dellijk na het startschot en met hen liepen
Wester, Mors en Eenhoorn weg. Een tweede
groep, bestaande uit Glas, Schipper, Holtes
en Lanting volgde op 150 M., maar verloor
geleidelijk meer terrein. De beide C-klassers
hielden uitstekend vol en hoewel ze ten
slotte Groot en Kuilboer niet konden hou
den, eindigden zij nog voor cW B-klassors!
OTTENBROS KAMPIOEN DER
NIEUWELINGEN.
Maai*lagjavond is op de ^aansche
haam de aigefcvoken wedetm#» van
vÓQjrtgeaet.
Be ARkawaarder Oétowteïqs heg^t e^n
terende owerw/wvin.g iJSUaM cteor het
heele vetó t« en met een
voorspring
De e*ri
2. Reek-: 3.
S r i c k e t.
li
T\x< -«- n rn n ilf""- "jno,Iililit
LjTj yFKW&QL iu 'rr
Door AwstpaMë g*wotw»on.^
De 4e toets-wedst-rijd tuesehen Engeland
en Australië werd door Austratte gewonnen
Be eindstand werd: Engeland 22-3 en
runs, Australië 242 en 107 runs vo
wickets.
Ö'Reiily nam in de 3e innings van Enge
land 5 wickets voor 56 runs.
In deze match nam OTReilly m totaal 10i
wiekets voor 1-22 runs.
Zelfs ai mocht Engeland den vijfden, te,-|
vens laatsten toetswedstrijd op d'e ©vaflj
winnen, dan nog blijven de Ashes in het
bezit van Australië.
128}
voor 5
VAN
DE STRAFBAAM1M®
STEUNFRAFDE.
@e««fete Redact-ie,
Ei Uw blad van Woensdag 20 Juli j-.l. is;
een artikeltje opgenomen, onder den titel'
„De strafbaarheid van steuntraude", dat
eenige rechtzetting behoeft.
De onbekende inzender doet het in dat
artikeltje ten onrechte voorkomen, alsof
voor den Hoogen Raad een rechtsstrijd is
gestreden, waaruit B. en W. van Egmond
aan Zee zegevierend uit het strijdperk zou
den ^ijn getreden.
Ondergeteekende is bij den rechtsstrijd,
die in het artikel, zij het zeer onjuist en
zeer onvolledig wordt weergegeven, heel
nauw betrokken geweest, doch B. en W. van
Egmond aan Zee heeft hy in dien strijd
nimmer ontmoet.
Wat nu de zaak van den visscher G. B.
betreft, deze heeft zich aldus toegedragen:
Door den Politierechter te Alkmaar, even
als door andere rechters in den lande, wer
den steuntrekkenden, die steunfraude had
den gepleegd, door het valschelijk invullen
van het gezinsinkomstenbriefje, veroordeeld
wegens valschheid in geschrifte.
Volgens het Wetboek van Strafrecht be
staat valschheid in geschrifte o.a. uit „het
valschelijk opmaken van een geschrift, dat
bestemd is om tot bewijs te dienen, met het
oogmerk om dat geschrift als echt en onver-
valscht te gebruiken, indien uit dat gebruik
eenig nadeel kan ontstaan".
In de juridisch-wetenschappelijke bladen
nu was van gezaghebbende zijde twijfel ge
opperd, of het valschelijk opmaken van het
aan de steuntrekkenden uitgereikte gezins
inkomsten-briefje, het misdrijf van „valsch
heid in geschrifte" opleverde. De Hooge
Raad echter had deze vraag in een hem
voorgelegd geval bevestigend beantwoord,
o.a. op grond van het feit, dat de verorde
ning, betreffende de steunverleening, van
de gemeente, waarin zich het bewuste geval
afspeelde (Nijmegen) het gezinsinkomsten
briefje uitdrukkelijk had bestemd om tot
bewijs te dienen van de opgave, die de
steuntrekkende daarbij had gedaan.
Volgens de rechtspraak van den Hoogen
Raad, die reeds eenige jaren heerschende is,
is een geschrift dan „bestemd om tot be
wijs" te dienen, wanneer o.a. het bevoegde
gezag uitdrukkelijk aan een zoodanig ge
schrift bewijsbestemming van bepaalde,
door het bevoegde gezag omschreven, feiten
verleend heeft.
In de maand October 1937 werd echter
door een advocaat in een aantal steunzaken,
die voor den Politierechter, hier ter stede,
werden behandeld, aangevoerd, op het
voetspoor van de leer van den Hoogen
Raad, dat het invullen van het gezins
inkomsten-briefje geen valschheid in ge
schrifte opleverde, indien het bevoegde ge
zag aan zulk een briefje geen bewijsbestem
ming van de daarin gedane opgave had ver
leend.
De Politierechter heeft toen den Rechter
commissaris in strafzaken in een aantal
gevallen laten onderzoeken, of de gemeen
ten, waaruit de steunfraudeurs afkomstig
waren, steunverordeningen hadden en, zoo
ja, of bij een zoodanige steunverordening
bepaald was, dat het gezinsinkomstenbriefje
bewijs opleverde van de daarbij gedane op
gave. Bij dat onderzoek is gebleken, dat de
meeste gemeenten in het geheel geen steun
verordening hadden en dat die gemeenten,
die wel een steunverordening in het leven
hadden geroepen, daarin geen bepaling
hadden opgenomen, dat het bewuste ge-
zins-inkomstenbriefje bewijs opleverde van
de daarbij gedane opgave. Steunfraudeurs
uit zoodanige gemeenten afkomstig, wer
den dan ook door den Politierechter vrij
gesproken en de Officier van Justitie zette
de vervolging van steunfraudeurs, afkom
stig uit gemeenten, die geen steunverorde
ningen bezaten, of wier steunverordeningen
niet in overeenstemming waren met de hier
boven aangehaalde leer van den Hoogen
Kaad, stop, totdat die steunverordeningen
daarmede in overeenstemming zouden zijn
gebracht.
De gemeente Egmond aan Zee had wel
een steunverordening, waarin echter geen
bepaling voorkwam, dat 't gezinsinkomsten
briefje bewijs opleverde van de daarbij
gedane opgave. Alleen was in die verorde
ning bepaald, dat de opgave van de gezins
inkomsten, door den steuntrekkende gedaan,
de grondslag opleverde voor de steunuitkee-
ring, behoudens nadere controle door de
autoriteiten.
De gemeente-secretaris van Egmond aan
Zee, de heer mr. Spit, door den Rechter
commissaris in strafzaken gehoord, gaf des
gevraagd als zijn juridische opvatting te
kennen, dat het gezinsinkomstenbriefje
geen bewys opleverde van de daarbij ge
dane opgave en dus niet als een bewijsstuk
was aan te merken in den zin van de straf
wet, een meening, die ook door den verde
diger in bovengenoemde zaken was gehul-
NIEUW PORTRET VAN H.M. DE KONINGIN
Het door de schilderes Lizzy Ansingh vervaardigde portret van H. M. de
Koningin, dat bestemd is voor de Oranje Galerij in de bovenhal van het
stadhuis te 's-Hertogenbosch.
digd. B. en W. van Egmond aan Zee hadden,
vanzelfsprekend, omtrent dit zuiver juri
disch geschil geen enkele meening, even
min als de niet-juridisch geschoolde auto
riteiten van andere gemeenten, en gedroe
gen zich eenvoudig naar de aanwijzingen,
die hun van hoogerhand werden gegeven.
Zij, die reeds eerder waren veroordeeld,
door den Politie-Rechter te Alkmaar, we
gens steunfraude, vóórdat bovenomschreven
rechtsopvatting ter sprake kwam, waar
onder de visscher G. B., beproefden hun ge
luk bij het Gerechtshof te Amsterdam en
bij den Hoogen Raad, bijgestaan door den
zelfden advocaat als in de hierboven ge
memoreerde zaken, die hetzelfde standpunt
verdedigde als bij de behandeling van de
steunzaken voor den Alkmaarschen Politie
rechter, die tot vrijspraak had geleid.
De Hooge Raad verwierp het standpunt
van de verdediging en breidde zijn leer
omtrent de bewijsbestemming van geschrif
ten bij deze gelegenheid uit.
Thans leerde de Hooge Raad, dat een ge
schrift niet alleen „bestemd is om tot bewys
te dienen", indien daaraan door het bevoeg
de gezag uitdrukkelijk bewijsbestemming is
verleend, maar ook dan, wanneer de be
voegde autorteiten een geschrift slechts als
bewijsstuk gebruiken zonder meer, hetgeen,
aldus de Hooge Raad, by de gezinsinkom
sten-briefjes het geval is.
Een twijfelpunt was opgelost op een wijze,
die zelfs ingewijden niet hadden voorzien.
Hetgeen in de rechtspraak meermalen ge
schiedt.
Of deze uitspraak van den Hoogen Raad
wetenschappelijk juist of onjuist is, mag
nu de wetenschap verder beoordeelen.
De Hooge Raad heeft gesproken en aan
zijn oordeel zal de lagere rechtspraak zich
voorloopig moeten houden, totdat de Hooge
Raad weer eens van opvatting zal verande
ren.
Maar dat B. en W. van Egmond aan Zee
aan deze rechtsstrijd daadwerkelijk hebben
deelgenomen en zich hierover een meening
zouden hebben ge -ormd, die door den Hoo
gen Raad zou zijn overgenomen, is volko
men onjuist en in strijd met de feiten.
U, Mijnheer de Redacteur, mijn vriende-
lijken dank voor da verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
Mr. A. PRINS Jr.
Waar B. en W. van Egmond aan Zee als
mede de gemeente-secretaris door mr. Prins
in zijn betoog worden betrokken, hebben
wij laatstgenoemden, mr. J. J. Spit, des-
gewenscht gelegenheid gegeven hiertegen
over zijn verweer te stellen.
Mr. Spit schrijft ons thans het volgende:
Zeker maak ik gaarne gebruik van de ge
boden gelegenheid tot het stellen van en
kele aanteekeningen bij het artikel van mr.
A. Prins Jr., daar B. en W. van Egmond
aan Zee en ik daarin genoemd worden.
Allereerst dan, verwondert het mij, dat
mr. Prins van meening is, dat de besturen
onzer Nederlandsche gemeenten, voorzoover
bestaande uit niet-juridisch geschoolde auto
riteiten, over een juridisch geschil geen
enkele meening kunnen hebben. Zoo zou
dus bijv. de gemeenteraad van Alkmaar,
die naar ik meen in meerderheid niet, zoo
als mr. Prins het uitdrukt, juridisch ge
schoold is, onlangs besloten hebben tegen de
provincie te procedeeren inzake stroomleve-
ring, zonder eenig begrip te kunnen hebben
over de rechtsvraag of de gemeente gega
digde tot stroomlevering is volgens de con
cessie, waar het hier toch om gaat? Het
antwoord hierop geeft, dunkt mij, de ge
meentewet, die den raad de beoordeeling en
de beslissing geeft over het voeren van een
proces en dit college zelfs de wetgevende
macht toekent, hetgeen mr. Prins dan ook
wel niet juist zal achten!
Wat nu de kwestie zelf betreft, constateer
ik met verwondering uit het betoog van mr.
Prins, dat rechters blijkbaar steunfraudeurs
wegens valschheid in geschrifte veroordeel
den, zonder zich om den Hoogen Raad te
bekommeren, totdat in October 1937 een
advocaat hen weder op het voetspoor van
den Hoogen Raad bracht.
Welnu, B. en W. van Egmond aan Zee, zij
mogen er dan volgens mr. Prins geen mee
ning op kunnen nahouden, wenschten dan
toch dit door mr. Prins gevonden voetspoor
niet te drukken. Zij meenden dat uitdruk
kelijk toekennen van de bestemming om
tot bewijs te dienen aan het gezins-inkom-
stenbriefje niet noodig was. Zy meenden,
dat dit vanzelf sprak. Zy meenden dat uit
het enkel gebruik van dit briefje bleek, dat
het bestemd was om tot bewijs van de ge
zinsinkomsten te dienen. Zij meenden dan
ook niet te moeten voldoen aan een wenk,
om alsnog te zorger voor toekenning van
uitdrukkelijke bestemming tot bewys. Ik
heb zulks erkend ter zitting van den Poli
tierechter van 31 Januari j.1., waar ik als
getuige gehoord werd en toen weinig aan
gename woorden ovèr deze houding van B.
en W. te hooren kreeg. Ook mr. Prins, die
immers aanwezig was, zal deze woorden ge
hoord hebben, zy het met andere gevoelens
dan ik!
Het toeval wilde nu echter, dat de zaak
hiermede niet uit was. Het door mr. Prins
gevonden voetspoor van den Hoogen Raad
was namelijk niet gevolgd, by de reeds eer
der uitgesproken veroordeeling van een
zekeren G. B. uit Egmond aan Zee wegens
steunfraude. Ook in diens zaak stelde naar
ik meen te weten dezelfde advocaat zich tot
taak het Gerechtshof op het juiste voetspoor
te brengen en ook den Hoogen Raad zyn
eigen voetspoor te doen volgen. Het is zeker
jammer voor het G.B., dat de Hooge Raad,
door den advocaat zeker wel op zyn eigen
voetspoor gewezen, dit toch niet wenschte
te volgen. Voor B. en W. van Egmond aan
Zee, ik erken het volmondig, was dit echter
een zeer groote voldoening. Nog meer vol
doening schenkt het dit college uit het be
toog van mr. Prins te moggn vernemen
de woorden van het arrest waren het college
niet bekend dat de Hooge Raad leerde,
dat een geschrift ook „bestemd is om tot
bewijs te dienen", wanneer de bevoegde
autoriteiten (in casu B. en W. van Egmond
aan Zee) een geschrift slechts als bewijs
stuk gebruiken zonder meer, hetgeen bij de
gezins-inkomstenbriefjes het geval is. De
Hooge Raad constateert hier dus, dat B. en
W. van Egmond aan Zee het gezins-inkom-
stenbriefje als bewijsstuk gebruikten en er
dus blijkbaar wel een meening op nahiel
den, al betrof het een juridische vraag, na
melijk deze, dat het gezins-inkomstenbriefje
een bewijsstuk was, dat anders het gebruik
geen zin har' en dat het dus niet noodig was
de voor valschheid in geschrifte vereischic
toekenning van de bestemming om tot be
wijs te dienen uitdrukkelijk te doen
geschieden.
Het doet nu verder m.i. weinig ter zake,
dat mr. Prins meent B. en W. in don strijd
nimmer ontmoet te hebben, nog minder dus
zegevierend en wel. Het doet minder ter
zake of dit college volgens mr. Prins aan
den rechtsstrijd geen deel zou hebben ge
nomen en geen meening zSu hebben ge
vormd, die door den Hoogen Raad zou zijn
overgenomen. Een feit, dat ook mr. Prins
niet kan ontkennen, is het immers, dat de
d°<>r B. en W. van Egmond aan Zee als ju
ridisch juist aangenomen regeling het on
derwerp van dezen rechtsstrijd is geweest
en dat de Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat
deze regeling inderdaad juist was.
Het valt mij tenslotte moeilijk in te gaan
op hetgeen ik volgens mr. Prins ten over
staan van den Rechter-Commissaris zou
hebben gezegd. Is het wel juist het daar
gesprokene openbaar te maken? My dunkt
het in ieder geval beter zulks na te laten
Wel wil ik nog verklaren, dat m.i. het ge
zins-inkomstenbriefje van de daarby gedane
opgave geen bewys oplevert in dien zin dat
de opgave onvoorwaardelyk geaccepteerd
moet worden. Natuurlyk is tegenbewijs toe-
gelaten. Waartoe dienen andera de
leur. en hoe zou ooit ander, iemand wegen,
steunfraude terecht kunnen staan?
Geachte redactie, ik meen hiermede het
artikel van mr. Prins recht te hebben doen
wedervaren en dank U voor de mil rLrf
geschonken gelegenheid. daartoe
troon wilde een maKkelijnt" -"b—o