I KRUSCHEN SALTS StaÊAm eem de oorzaak weg. f~w rheumatische pijn ^•verdwijnt voor goed. OPEL vanaf f 119 5. DE RONDE VAN FRANKRIJK tweede blad. DE VIERDAAGSCHE. De eerste dag. NASSAU GARAGE ALKMAAR - OFFICIAL DEALER. - Zestiende étappe voor Marcel Kint ^Rheumatische pijn. spit, jteht «4c. worden J veroorzaakt door onzuiver bloed. De ze« Kjninerale zouten in Kruschen Salie zuiveren _uw bloed door de verschillende orfvoer- irganen krachtig aan te «poren. mialts zal ook U snel en afdoende helpen. hlSTRALENDE GEZONDHEID VOOR I GENT PER OftG pA 3 n d e 1 e n Gisteravond, na de geslaagde vlaggenpa- j"ade ter gelegenheid van de Vierdaagsche, raden de Engelsche deelnemers van de Road a-lking Association voor het front en reikte official van Meurs aan kapitein Breu- leider van het uitvoerend comité der ternationale Vierdaagsche afstandsmar sen de onderscheiding uit van de Road Walking Association, bestaande uit een gou- Kdefi medaille aan een blauw lint. B Deze onderscheiding werd intertijd ook ^verleend aan wijlen jhr. von Weiier en aan den officieelen vertegenwoordiger van den Neel. Bond voor Lichamelijke Opvoeding, den heer P. L. M. van Wayenburg. (Van onzen specialen verslaggever). Groesbeek, 26 Juli 1938. Vanmorgen trokken door Groesbeek drie grenadiers, zingend en fluitend, bepakt en beladen. Zij tippelden door het dorp en de bevolking stond langs den weg om de hon derden wandelaars van de Vierdaagsche te zien passeeren. Om 5 uur waren zij uit de Keizersstad vertrokken: militairen, burgers, vereenigingen, oude van dagen, de jeugd, het zwakke zoowel als het sterke geslacht volgden achter tromgeroffel of hoorngeschal en ook klonken de welluidende klanken van mondharmonika's. Zij rukten voort van de kazerne naar den Berg en Dalschen weg en via Berg en Dal naar Groesbeek om later de Plasmolen te bereiken. Het ging langs korenvelden waar de schoven staan en de sikkel gereed ligt, door diepe ravijnen, waar de kamperfoelie geurt en over stofwegen, waarvan vooral de laatkomers last zullen .hebben, want af en toe zijn de wegen in stofwolken gehuld. Na Berg éh Dal is Groesbeek de eerste plaats van beteekenis. Hier is geen vrouwtje bij haar huiselijke bezigheden gebleven en als de eerste drie wandelaars voorbijtrekken staan talloozen langs den weg opgesteld. Dan volgen de Haagsche grenadiers, die met luid applaus worden begroet. Even later is de eerste vereeniging in het gezicht. Het blijkt de Rotterdamsche politie te zijn. Een ieder zoekt naar Lagendaal, maar de blonde reus, die dadelijk opvalt, schijnt verstek te heb ben laten gaan. Vlak hierop passeeren de Haagsche politiemannen. De bobby's hebben er al vijftien kilometer op zitten, maar de indruk, die zij maken is keurig. „Zet hem op jongens", wordt er geroepen. Maar de leider tempert dit enthousiasme, want de dag is nog lang en het tempo mocht niet opgevoerd worden. Dan trekken de mannen van de E. H. B. O. uit Amsterdam voorby, gevolgd door bereden politie uit de Residentie. Het blijkt wel, dat zij het ook zonder paarden kunnen stellen, want zij wandelen keurig. De eerste vereenigingen, die de aandacht vragen, mogen er ook zijn. De Unilever wandelsportvereeniging uit Rotterdam, de N. H. V. uit Den Haag, die het Haagsche embleem, de ooievaar, duidelijk herkenbaar draagt, vervolgens een kleine groep van de politie uit Vlissingen, enkele detachementen van rijksveldwachters enz. volgen elkander op. Dan volgen vier reserve-officieren. Een van hen is een bekend notaris uit de pro vincie de Vierdaagsche is immers univer seel! Vervolgens trekken zeer groote groepen van wandelsportvereenigingen voorbij. Wij zien er uit Rotterdam verschil lende, zooals de H. B., Neptunus, S. L. W. alle met tientallen leden. Stevige wande laars zijn het allemaal Langzamerhand begint het militaire ele ment te overheerschen. Eerst leden van H. M.'s Schorpioen en ook de Kooy heeft een afvaardiging gezonden. Al zijn de jongens uit Den Helder geen infanteristen, toch loopen zij, dat het een lust is. Het tiende uit Ede is de eerste infanterie, die voorbij trekt. Het is voor deze jongens een dagelijksch werk, om lange marschen te maken. Een extra pluimpje verdient ook het tweede regiment uit Maastricht. Na acht uur gaat de troep zonder tusschen- poozen voorbij. Wij zien het twaalfde, het dertiende regiment infanterie, de jagers uit Den Haag, het 22ste, het 14de uit Bergen op Zoom en de JColoniale reserve, een dé- tachement van 40 man. Door het meeloopen van tamboers en hoornblazers krijgen zij een bijzondere aanteekening. De stroom houdt niet op. De Jantjes uit Vlissingen en het 18de, keurig marcheerend en dan mili tairen, die gewend zijn te fietsen. Ook Indië is present. Er is een jongeman met het opschrift op zyn rug: „Ik liep naar Indië, 19000 K.M.". Veel hilariteit verwekt een paartje, dat gearmd voorbijtrok.... „waar werd oprechter trouwI" Ook volgden de mariniers uit Rotterdam en de genie. Een keurig corps wandelaars uit Duitschland kwam hierna. Langzamerhand zijn alle groepen Groesbeek gepasseerd en eenigen tijd later is de rust in het dorp weergekeerd. Groesbeek heeft de vreugde van de Vierdaagsche weer gehad. Over het weer hoerden wij weinig klach ten. Af en toe schynt de zon maar dan gaat zij weer schuil achter een gordijn van wolken. Later wordt het drukkend warm. Minder prettig was het, dat velen in 't stof moesten loopen. De stemming leed er echter niet onder. Zang en gefluit klonk immers overal! hydrol. remmen, onafh. voorveering, stalen carrosserie, sekurit glas. Motoren. DE T. T.-R-AFES TE MMN. FabrieltstttMM vw Nwton Ik tut m*4. Maar aanleiding van de geruaWen, det Norton, B. M. W. en Gitera niét aan dé T. T.-races, welke a.s. Z-ateréag op het circuit van Drente worden gehouden, zou den deelnemen, deelt de T. T.-cowwniseie ons mede, dat deze geruchten slechts op een onderdeel juist z-ijn en wel het niet deelne men van het fabrieksteam van Norton. Vol komen onjuist is de meening, dat de f-a- brieksrijders van Norton niet zouden star ten in verband met de weinig soepele hou ding van de organisatoren ten aanzien van de financieele zijde. Norton zal, aldus de T. T.-commissie, niet komen ondanks de zeer soepele houding, welke de organisato ren ten aanzien van de financiën hebben getoond. De oorzaak van het wegblijven van het Norton-team moet worden gezocht in technische omstandigheden by de fabriek. Intusschen staat het vast, dat onze land genoot Piet van Wijgnaarden op 'n speciale fabrieksmachine van Norton zal uitkomen in de 350 c.c. klasse, terwijl ook voor den Fin Lampinen, die het vorig jaar als derde eindigde, een speciale 500 c.c. machine van de fabriek onderweg is naar Assen. Dat de B. M. W. zou inschrijven op voor waarde, dat de Norton-machines zouden rij den, is onjuist. Dergelijke inschrijvingen zouden door de K. N. M. V. nimmer worden aanvaard. B. M. W. heeft op volkomen nor male wijze ingeschreven met de bekende rijders Meier en Krauss, die Zaterdag a.s. den strijd zullen aanbinden met de Gilera- rijders en de F. N. Omtrent Aldrighetti, die de vorige week tijdens den grooten prijs van Zwitserland is gevallen, hebben de or ganisatoren og geen officieel bericht om trent zijn niet starten ontvangen. Mocht hij niet kunnen uitkomen, dan zal de Gilera fa briek ongetwijfeld voor een goeden plaats vervanger zorgdragen. Wielrennen Marcel Kint heeft zijn overwinning van de vijftiende etappe herhaald: de Belg won ook de zestiende, welke gisteren van Aix les Bains naar Besangon leidde over een afstand van 284 K.M. Bartali wist niet alleen zijn voorsprong in de algemeene rangschikking te behouden, hij behaalde nog winst door als eerste de laatste pashoogte van het berg- klassement, de col de La Faucille, te berei ken met 15 seconden voorsprong op den Bel gischen klimspecialist Vissers. Voor deze prestatie kreeg Bartali een tijdsvergoeding van 1 min. en 15 sec, waardoor hij zijn voorsprong op Vervaecke in de rangschik king nog heeft kunnen vergrooten. Onze landgenoot Anton van Schendel was in dezen rit uitstekend op dreef en wist op 30 K.M. van de finish met enkele andere renners te ontsnappen. Hij bezette een zeer goede achtste plaats. Middelkamp en Helle- mons bleven in het hoofdpeleton zitten en werden gezamenlijk op de achttiende plaats geklasseerd met drie minuten achterstand op den winnaar. In de algemeene rangschik king zijn er weinig veranderingen gekomen. Het resultaat van de etappe luidt: 1. Kint (België) 9 uur 39 min. 56 sec.; 2. Yvon Marie (Frankrijk) zelfden tijd; 3. Dis- seaux (België); 4. Bernardoni (Italië), allen zelden tijd; 5. Egli (Zwitserland) 9 uur 41 min. 26 sec., met tien andere renners, w.o. van Schendel, die op de achtste plaats kwam; 17. Neuens (Luxemburg) 9 uur 42 m. 57 sec. met 27 andere renners. Middel kamp en Hellemons behoorden ook tot deze groep. Verder Bartali, Vervaecke enz. Algemeene rangschikking: 1. Bartali 114 uur 30 min. 40 sec.; 2. Vervaecke 114 uur 51 min. 57 sec.; 3. Cosson 115 uur 51 sec.; 4. Vi- cini 115 uur 7 min. 17 sec.; 5. Clemens 115 uur 14 min. 34 sec.; 43. Middelkamp 117 uur 6 min. 26 sec.; 46. Van Schendel 117 uur 35 min. 8 sec.; 56. Hellemons 119 uur 17 min. 47 sec. A.S.V. VICTRIX. Deze vereeniging ging Zondag met eenige renners naar Enkhuizen om deel te nemen aan de groote grasbaanwedstrijden tegen Enkhuizen, Hoorn, Medemblik en Winkel. In de sprint voor de A kl. wist Jan Bou- man den 5den prijs te veroveren; terwijl J. Mulder den 2den prijs in de B kl. won. In de 30 ronden race wist W. Visser met één ronde voorsprong den lsten prijs te be machtigen en F. de Roo'ij den 2den prijs. De B klassers reden 20 ronden. Hier wist H. Blok den lsten prijs en A. Veld den 3den prijs te veroveren. In de clubachtervolging wist Victrix den eersten clubprijs en drie draagmedailles in de wacht te sleepen. In de koppelrace wonnen W. Visser en H. de Rooij tenslotte den 2den prijs. Het was een goede dag voor de jongens en voor de vereeniging. Minder gelukkig waren de jongens die naar Heemstede waren gegaan om aldaar den strijd tegen Achilles, de Kampioen, de Jonge Kampioen en de Rotterdamsche Leeuw aan te binden. Jan Ottenbros was de eenige, die nog een 4den prijs wist te winnen in de 1 uurs- ronden-race. WIELERCLUB ALCMARIA. Alcmaria hield Zondagmorgen een trai- ningsrit op den weg over 6 ronden. De uit slag was: Klasse A: 1. J. Groot; 2. Kuilboer. Klasse B: 1. C. Schipper; 2. Wester; 3. Glas; 4. Lanting. Klasse C: 1. Mors; 2. Eenhoorn; 3. Holtes; 4. Schilte. Junioren: 1. Koeten; 2. Wayering; 3. Schot; 4. Meyer. Groot en Kuilboer demarreerden onmid dellijk na het startschot en met hen liepen Wester, Mors en Eenhoorn weg. Een tweede groep, bestaande uit Glas, Schipper, Holtes en Lanting volgde op 150 M., maar verloor geleidelijk meer terrein. De beide C-klassers hielden uitstekend vol en hoewel ze ten slotte Groot en Kuilboer niet konden hou den, eindigden zij nog voor cW B-klassors! OTTENBROS KAMPIOEN DER NIEUWELINGEN. Maai*lagjavond is op de ^aansche haam de aigefcvoken wedetm#» van vÓQjrtgeaet. Be ARkawaarder Oétowteïqs heg^t e^n terende owerw/wvin.g iJSUaM cteor het heele vetó t« en met een voorspring De e*ri 2. Reek-: 3. S r i c k e t. li T\x< -«- n rn n ilf""- "jno,Iililit LjTj yFKW&QL iu 'rr Door AwstpaMë g*wotw»on.^ De 4e toets-wedst-rijd tuesehen Engeland en Australië werd door Austratte gewonnen Be eindstand werd: Engeland 22-3 en runs, Australië 242 en 107 runs vo wickets. Ö'Reiily nam in de 3e innings van Enge land 5 wickets voor 56 runs. In deze match nam OTReilly m totaal 10i wiekets voor 1-22 runs. Zelfs ai mocht Engeland den vijfden, te,-| vens laatsten toetswedstrijd op d'e ©vaflj winnen, dan nog blijven de Ashes in het bezit van Australië. 128} voor 5 VAN DE STRAFBAAM1M® STEUNFRAFDE. @e««fete Redact-ie, Ei Uw blad van Woensdag 20 Juli j-.l. is; een artikeltje opgenomen, onder den titel' „De strafbaarheid van steuntraude", dat eenige rechtzetting behoeft. De onbekende inzender doet het in dat artikeltje ten onrechte voorkomen, alsof voor den Hoogen Raad een rechtsstrijd is gestreden, waaruit B. en W. van Egmond aan Zee zegevierend uit het strijdperk zou den ^ijn getreden. Ondergeteekende is bij den rechtsstrijd, die in het artikel, zij het zeer onjuist en zeer onvolledig wordt weergegeven, heel nauw betrokken geweest, doch B. en W. van Egmond aan Zee heeft hy in dien strijd nimmer ontmoet. Wat nu de zaak van den visscher G. B. betreft, deze heeft zich aldus toegedragen: Door den Politierechter te Alkmaar, even als door andere rechters in den lande, wer den steuntrekkenden, die steunfraude had den gepleegd, door het valschelijk invullen van het gezinsinkomstenbriefje, veroordeeld wegens valschheid in geschrifte. Volgens het Wetboek van Strafrecht be staat valschheid in geschrifte o.a. uit „het valschelijk opmaken van een geschrift, dat bestemd is om tot bewijs te dienen, met het oogmerk om dat geschrift als echt en onver- valscht te gebruiken, indien uit dat gebruik eenig nadeel kan ontstaan". In de juridisch-wetenschappelijke bladen nu was van gezaghebbende zijde twijfel ge opperd, of het valschelijk opmaken van het aan de steuntrekkenden uitgereikte gezins inkomsten-briefje, het misdrijf van „valsch heid in geschrifte" opleverde. De Hooge Raad echter had deze vraag in een hem voorgelegd geval bevestigend beantwoord, o.a. op grond van het feit, dat de verorde ning, betreffende de steunverleening, van de gemeente, waarin zich het bewuste geval afspeelde (Nijmegen) het gezinsinkomsten briefje uitdrukkelijk had bestemd om tot bewijs te dienen van de opgave, die de steuntrekkende daarbij had gedaan. Volgens de rechtspraak van den Hoogen Raad, die reeds eenige jaren heerschende is, is een geschrift dan „bestemd om tot be wijs" te dienen, wanneer o.a. het bevoegde gezag uitdrukkelijk aan een zoodanig ge schrift bewijsbestemming van bepaalde, door het bevoegde gezag omschreven, feiten verleend heeft. In de maand October 1937 werd echter door een advocaat in een aantal steunzaken, die voor den Politierechter, hier ter stede, werden behandeld, aangevoerd, op het voetspoor van de leer van den Hoogen Raad, dat het invullen van het gezins inkomsten-briefje geen valschheid in ge schrifte opleverde, indien het bevoegde ge zag aan zulk een briefje geen bewijsbestem ming van de daarin gedane opgave had ver leend. De Politierechter heeft toen den Rechter commissaris in strafzaken in een aantal gevallen laten onderzoeken, of de gemeen ten, waaruit de steunfraudeurs afkomstig waren, steunverordeningen hadden en, zoo ja, of bij een zoodanige steunverordening bepaald was, dat het gezinsinkomstenbriefje bewijs opleverde van de daarbij gedane op gave. Bij dat onderzoek is gebleken, dat de meeste gemeenten in het geheel geen steun verordening hadden en dat die gemeenten, die wel een steunverordening in het leven hadden geroepen, daarin geen bepaling hadden opgenomen, dat het bewuste ge- zins-inkomstenbriefje bewijs opleverde van de daarbij gedane opgave. Steunfraudeurs uit zoodanige gemeenten afkomstig, wer den dan ook door den Politierechter vrij gesproken en de Officier van Justitie zette de vervolging van steunfraudeurs, afkom stig uit gemeenten, die geen steunverorde ningen bezaten, of wier steunverordeningen niet in overeenstemming waren met de hier boven aangehaalde leer van den Hoogen Kaad, stop, totdat die steunverordeningen daarmede in overeenstemming zouden zijn gebracht. De gemeente Egmond aan Zee had wel een steunverordening, waarin echter geen bepaling voorkwam, dat 't gezinsinkomsten briefje bewijs opleverde van de daarbij gedane opgave. Alleen was in die verorde ning bepaald, dat de opgave van de gezins inkomsten, door den steuntrekkende gedaan, de grondslag opleverde voor de steunuitkee- ring, behoudens nadere controle door de autoriteiten. De gemeente-secretaris van Egmond aan Zee, de heer mr. Spit, door den Rechter commissaris in strafzaken gehoord, gaf des gevraagd als zijn juridische opvatting te kennen, dat het gezinsinkomstenbriefje geen bewys opleverde van de daarbij ge dane opgave en dus niet als een bewijsstuk was aan te merken in den zin van de straf wet, een meening, die ook door den verde diger in bovengenoemde zaken was gehul- NIEUW PORTRET VAN H.M. DE KONINGIN Het door de schilderes Lizzy Ansingh vervaardigde portret van H. M. de Koningin, dat bestemd is voor de Oranje Galerij in de bovenhal van het stadhuis te 's-Hertogenbosch. digd. B. en W. van Egmond aan Zee hadden, vanzelfsprekend, omtrent dit zuiver juri disch geschil geen enkele meening, even min als de niet-juridisch geschoolde auto riteiten van andere gemeenten, en gedroe gen zich eenvoudig naar de aanwijzingen, die hun van hoogerhand werden gegeven. Zij, die reeds eerder waren veroordeeld, door den Politie-Rechter te Alkmaar, we gens steunfraude, vóórdat bovenomschreven rechtsopvatting ter sprake kwam, waar onder de visscher G. B., beproefden hun ge luk bij het Gerechtshof te Amsterdam en bij den Hoogen Raad, bijgestaan door den zelfden advocaat als in de hierboven ge memoreerde zaken, die hetzelfde standpunt verdedigde als bij de behandeling van de steunzaken voor den Alkmaarschen Politie rechter, die tot vrijspraak had geleid. De Hooge Raad verwierp het standpunt van de verdediging en breidde zijn leer omtrent de bewijsbestemming van geschrif ten bij deze gelegenheid uit. Thans leerde de Hooge Raad, dat een ge schrift niet alleen „bestemd is om tot bewys te dienen", indien daaraan door het bevoeg de gezag uitdrukkelijk bewijsbestemming is verleend, maar ook dan, wanneer de be voegde autorteiten een geschrift slechts als bewijsstuk gebruiken zonder meer, hetgeen, aldus de Hooge Raad, by de gezinsinkom sten-briefjes het geval is. Een twijfelpunt was opgelost op een wijze, die zelfs ingewijden niet hadden voorzien. Hetgeen in de rechtspraak meermalen ge schiedt. Of deze uitspraak van den Hoogen Raad wetenschappelijk juist of onjuist is, mag nu de wetenschap verder beoordeelen. De Hooge Raad heeft gesproken en aan zijn oordeel zal de lagere rechtspraak zich voorloopig moeten houden, totdat de Hooge Raad weer eens van opvatting zal verande ren. Maar dat B. en W. van Egmond aan Zee aan deze rechtsstrijd daadwerkelijk hebben deelgenomen en zich hierover een meening zouden hebben ge -ormd, die door den Hoo gen Raad zou zijn overgenomen, is volko men onjuist en in strijd met de feiten. U, Mijnheer de Redacteur, mijn vriende- lijken dank voor da verleende plaatsruimte. Hoogachtend, Mr. A. PRINS Jr. Waar B. en W. van Egmond aan Zee als mede de gemeente-secretaris door mr. Prins in zijn betoog worden betrokken, hebben wij laatstgenoemden, mr. J. J. Spit, des- gewenscht gelegenheid gegeven hiertegen over zijn verweer te stellen. Mr. Spit schrijft ons thans het volgende: Zeker maak ik gaarne gebruik van de ge boden gelegenheid tot het stellen van en kele aanteekeningen bij het artikel van mr. A. Prins Jr., daar B. en W. van Egmond aan Zee en ik daarin genoemd worden. Allereerst dan, verwondert het mij, dat mr. Prins van meening is, dat de besturen onzer Nederlandsche gemeenten, voorzoover bestaande uit niet-juridisch geschoolde auto riteiten, over een juridisch geschil geen enkele meening kunnen hebben. Zoo zou dus bijv. de gemeenteraad van Alkmaar, die naar ik meen in meerderheid niet, zoo als mr. Prins het uitdrukt, juridisch ge schoold is, onlangs besloten hebben tegen de provincie te procedeeren inzake stroomleve- ring, zonder eenig begrip te kunnen hebben over de rechtsvraag of de gemeente gega digde tot stroomlevering is volgens de con cessie, waar het hier toch om gaat? Het antwoord hierop geeft, dunkt mij, de ge meentewet, die den raad de beoordeeling en de beslissing geeft over het voeren van een proces en dit college zelfs de wetgevende macht toekent, hetgeen mr. Prins dan ook wel niet juist zal achten! Wat nu de kwestie zelf betreft, constateer ik met verwondering uit het betoog van mr. Prins, dat rechters blijkbaar steunfraudeurs wegens valschheid in geschrifte veroordeel den, zonder zich om den Hoogen Raad te bekommeren, totdat in October 1937 een advocaat hen weder op het voetspoor van den Hoogen Raad bracht. Welnu, B. en W. van Egmond aan Zee, zij mogen er dan volgens mr. Prins geen mee ning op kunnen nahouden, wenschten dan toch dit door mr. Prins gevonden voetspoor niet te drukken. Zij meenden dat uitdruk kelijk toekennen van de bestemming om tot bewijs te dienen aan het gezins-inkom- stenbriefje niet noodig was. Zy meenden, dat dit vanzelf sprak. Zy meenden dat uit het enkel gebruik van dit briefje bleek, dat het bestemd was om tot bewijs van de ge zinsinkomsten te dienen. Zij meenden dan ook niet te moeten voldoen aan een wenk, om alsnog te zorger voor toekenning van uitdrukkelijke bestemming tot bewys. Ik heb zulks erkend ter zitting van den Poli tierechter van 31 Januari j.1., waar ik als getuige gehoord werd en toen weinig aan gename woorden ovèr deze houding van B. en W. te hooren kreeg. Ook mr. Prins, die immers aanwezig was, zal deze woorden ge hoord hebben, zy het met andere gevoelens dan ik! Het toeval wilde nu echter, dat de zaak hiermede niet uit was. Het door mr. Prins gevonden voetspoor van den Hoogen Raad was namelijk niet gevolgd, by de reeds eer der uitgesproken veroordeeling van een zekeren G. B. uit Egmond aan Zee wegens steunfraude. Ook in diens zaak stelde naar ik meen te weten dezelfde advocaat zich tot taak het Gerechtshof op het juiste voetspoor te brengen en ook den Hoogen Raad zyn eigen voetspoor te doen volgen. Het is zeker jammer voor het G.B., dat de Hooge Raad, door den advocaat zeker wel op zyn eigen voetspoor gewezen, dit toch niet wenschte te volgen. Voor B. en W. van Egmond aan Zee, ik erken het volmondig, was dit echter een zeer groote voldoening. Nog meer vol doening schenkt het dit college uit het be toog van mr. Prins te moggn vernemen de woorden van het arrest waren het college niet bekend dat de Hooge Raad leerde, dat een geschrift ook „bestemd is om tot bewijs te dienen", wanneer de bevoegde autoriteiten (in casu B. en W. van Egmond aan Zee) een geschrift slechts als bewijs stuk gebruiken zonder meer, hetgeen bij de gezins-inkomstenbriefjes het geval is. De Hooge Raad constateert hier dus, dat B. en W. van Egmond aan Zee het gezins-inkom- stenbriefje als bewijsstuk gebruikten en er dus blijkbaar wel een meening op nahiel den, al betrof het een juridische vraag, na melijk deze, dat het gezins-inkomstenbriefje een bewijsstuk was, dat anders het gebruik geen zin har' en dat het dus niet noodig was de voor valschheid in geschrifte vereischic toekenning van de bestemming om tot be wijs te dienen uitdrukkelijk te doen geschieden. Het doet nu verder m.i. weinig ter zake, dat mr. Prins meent B. en W. in don strijd nimmer ontmoet te hebben, nog minder dus zegevierend en wel. Het doet minder ter zake of dit college volgens mr. Prins aan den rechtsstrijd geen deel zou hebben ge nomen en geen meening zSu hebben ge vormd, die door den Hoogen Raad zou zijn overgenomen. Een feit, dat ook mr. Prins niet kan ontkennen, is het immers, dat de d°<>r B. en W. van Egmond aan Zee als ju ridisch juist aangenomen regeling het on derwerp van dezen rechtsstrijd is geweest en dat de Hooge Raad heeft uitgemaakt, dat deze regeling inderdaad juist was. Het valt mij tenslotte moeilijk in te gaan op hetgeen ik volgens mr. Prins ten over staan van den Rechter-Commissaris zou hebben gezegd. Is het wel juist het daar gesprokene openbaar te maken? My dunkt het in ieder geval beter zulks na te laten Wel wil ik nog verklaren, dat m.i. het ge zins-inkomstenbriefje van de daarby gedane opgave geen bewys oplevert in dien zin dat de opgave onvoorwaardelyk geaccepteerd moet worden. Natuurlyk is tegenbewijs toe- gelaten. Waartoe dienen andera de leur. en hoe zou ooit ander, iemand wegen, steunfraude terecht kunnen staan? Geachte redactie, ik meen hiermede het artikel van mr. Prins recht te hebben doen wedervaren en dank U voor de mil rLrf geschonken gelegenheid. daartoe troon wilde een maKkelijnt" -"b—o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 8