1898 1938 heemaf NEDERLAND KONINGIN WILHELMINA „40 jaren Koningin der Nederlanden" tBimmtaiid Gearresteerd, uitgeleid en doodgeschoten Vragen aan den minister. Hebt U hem ook al geprobeerd? ƒ90.— HEUSEVELDT N.V., Branden Twee boerderijen afgebrand. Vrouw gewond. Verheers o mjelttkken Ernstige botsing onder Reek. Dame zwaar gewond. Het buitentandsch beleid. GEMENGD NIEUWS. TWEEDE 3LAP- Het Tweede Kamerlid Wendelaar (lib.) heeft aan den minister van justi tie de volgende vragen gericht: 1. Is het juist, dat een Duitscher, die in Nederland bescherming had gezocht tegen zijn Duitsche achtervolgers en die reeds sinds 4 November 1936 en laatstelijk met een steeds verlengde verblijfsvergunning in ons land vertoefde, half Mei gearresteerd is, eind Juni over de Duitsche grens uitgeleid is en terstond daarna te Emmerik doodge schoten is? 2. Wil de minister mededeelen, waarom deze Duitscher gearresteerd is en hoe zijn uitwijzing te verdedigen is van het standpunt der regeering uit, zooals de minis ter dit op 9 Juni j.1. in de Tweede Kamer bij de behandeling van de interpellatie-de Visser heeft aangegeven en volgens hetwelk uitwijzing achterwege zou blijven, wanneer een vluchteling dientengevolge ernstig ge vaar zou dreigen? MUUR STORTTE PLOTSELING IN, Twee arbeiders gewond. Tijdens de werkzaamheden aan de bouw van een bioscoop van den heer M. van Oorschot te St. Oedenrode stortte plotseling een muur van onge veer 10 meter lengte en vier meter hoogte naar beneden. De timmerman Schutjes en de voeger v. d. Plas, waren juist op die plaats werkzaam en werden onder het vallende gesteente bedolven, aldus het Vbld. Na vijf minuten kon men deze personen uit hun benarde positie bevrijden. Het bleek, dat zij nog leefden. De geneesheeren Hooymans en Pal werden gewaarschuwd. Schutjes, die vrij ernstige verwondingen had opgeloopen, moest in het St. Odage- sticht worden opgenomen en v. d. Plas werd naar zijn woonplaats overgebracht. Het terrein werd op last van den burge meester, door gemeente- en rijkspolitie on middellijk afgezet. De toestand van de beide slachtoffers is, naar het zich laat aanzien, redelijk te noe men. De burgemeester kon, daar het onder zoek nog gaande is, nog geen nadere mede- deelingen doen. Het is nog niet bekend, wat de oorzaak is van het instorten van de muur. DE „KARIMATA" BAGGERT. SPAANSCHE MATTEN. Lutine in tweeën gebroken? Zooals reeds gisteren is gemeld, heeft de „Karimata" een aantal Spaansche matten naar boven gebracht. In totaal zijn thans zes van deze zilveren munten gevonden. Ook vele z.g. „ballastbrooden" en ko peren munten zijn de laatste dagen ge baggerd, alsmede een stuk van een scheepskanon en een deel van een ko peren ketel. „Snede" verminderd. Nu men uit de vondsten heeft kunnen opmaken, dat de „Karimata" zich boven het wrak van de „Lutine" bevindt, heeft men de z.g. „snede" (dat is dus de breedte, waarover gewerkt wordt) verminderd, aan gezien het weinig doel heeft, links en rechts van het wrak te baggeren. Hierdoor wordt bereikt, dat het baggerwerk boven het wrak zelf thans sneller voortgang vindt. Men nadert dan ook steeds dichter het mid den en achterschip, waarbij echter wel re kening moet worden gehouden met de mogelijkheid, dat het schip in twee stukken is gebroken, welke zich misschien in den loop der jaren niet in dezelfde richting heb ben bewogen, zoodat voor- en achterschip in dat geval niet direct achter elkaar zouden liggen. NEDERLANDSCH CREDIET AAN FRANKRIJK. Rost van Tonningen stelt vragen. Het Tweede Kamerlid Rost van Tonnin gen (N.S.B.) heeft aan de ministers van financiën en van buitenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Hebben de ministers kennis genomen van het feit, dat een crediet van 35 millioen gulden verleend is door de firma Mendels- sohn en Co. te Amsterdam aan den Fran- schen staat, voor den duur van iy, jaar? 2. Is het den ministers bekend, dat de verleening van dit crediet samenviel met een flauwe stemming voor den Franschen franc op de internationale wisselmarkten? 3. Hebben de minister kennis genomen van het feit, dat de Nederlandsche Bank de wissels van dit crediet voor 1 jaar disconta bel heeft verklaard, terwijl in beginsel de zelfde begunstiging zou zijn verleend voor het overblijvende halfjaar, dat het crediet daarna nog loopt? 4. Zijn de ministers niet van oordeel, dat de Nederlandsche Bank aldus de disconta- biliteit van dit crediet practisch voor een tijdsduur van 1 y, jaar heeft vastgelegd en derhalve, zoo al niet naar de letter, dan toch naar den geest in strijd heeft gehandeld met de bepalingen der Bankwet-1937? 5. Zijn de ministers niet van meening, dat de liquiditeit der Nederlandsche Bank op deze wijze wordt geschaad, terwijl een ongerepte liquiditeit met het oog op de stijgende spanningen op de internationale wisselmarkten dient te worden gehand haafd? 6. Is het den ministers bekend, dat de geldbehoeften der Fransche openbare licha men, ondanks de recente belastingverhoo- gingen, nog altijd door Fransche deskundi gen op 40 50 milliard francs per jaar wor den geschat? 7. Willen de ministers mededeelen, wel ke waarborgen de Fransche staat voor de 2 U moet beslist ken nismaken met den eenlgen „tapijtreini ger", den STOFZUIGER Verkrijgbaar by Langestr. 24, 76, Achterstr. Houttil, Alkmaar, Telefoon 4170. stipte terugbetaling van dit crediet heeft gegeven? 8. Willen de ministers mededeelen, welk bedrag nog uitstaat van het crediet van 150 millioen gulden, dat door hetzelfde boven genoemde bankiershuis in het najaar van 1937 aan Fransche spoorwegen werd ver- strekt? 9. Zyn de ministers niet van meening, dat een dergelijke vastlegging van middelen in Frankrijk indruischt tegen het belang der Nederlandsche volkshuishouding? 10. Is het den ministers bekend, dat de credieten, waaraan de Fransche schatkist een voortdurende behoefte heeft, grooten- deels besteed worden door de bewapening? 11. Zijn de ministers niet van oordeel, dat de financiering der Fransche bewape ning met Nederlandsch kapitaal indruischt tegen de politiek van zelfstandige onzijdig heid van ons land? 12. Welke maatregelen denken de minis ters te nemen om een mogelijke toekom stige schending van de Bankwet-1937 door den president der Nederlandsche Bank te verhinderen? ACHT EN TWINTIG MEDEWERKERS WEIGEREN VERDERE MEDEWERKING. De volgende letterkundigen, dr. H. Ger- versman, Augusta Peaux, Frits van Raalte, Joannas Reddingius, Leo Rikmenspoel, dr. P. H. Ritter Jr., mr. dr. Benno J. Stokvis, dr. Aeg. W. Timmerman, Aleida Timmer manvan Pellecom, Cornelis Veth, J. J. Zeldenthuis, Marie Schmitz, jhr. dr. Nico van Suchtelen, Laurens van der Waals, J. K. Rensburg, dr. J. D. Bierens de Haan, Eva Raadt-de Canter, mr. Frangois Pauwels, Maurits Dekker, Sam Goudsmit, Jacob Hie- gentlich, prof. P. H. van Moerkerken, R. van Genderen Stort, Willem de Wijk, Willem de Mérode, M. H. van Campen, Max Kijzer en M. Mok, allen behoorende tot de medewer kers van „De Nieuwe Gids", deelen ons mede, dat zij kennis genomen hebbende van het feit, dat na het overlijden van dr. Willem Kloos „De Nieuwe Gids" van de N.V. Electr. Drukkerij Luctor et Emergo werd gekocht door het coöperatief uitgeversbe drijf U.A. te 's-Gravenhage, en dat tot de redactie is toegetreden de bekende fascist, lid van Zwart-Front, dr. A. A. Haighton, overwegende, dat daardoor een belangrijke fascistische invloed aanwezig is in de lei ding van den Nieuwen Gids, en, daardoor het gevaar ontstaat, dat de humanistisch-demo- cratische traditie van het tijdschrift te loor gaat, niet meer als medewerkers van het tijdschrift wenschen op te treden en be sluiten dit ter kennis te brengen van het Nederlandsche publiek. VAN HOOGEN STEIGER GEVALLEN. Arbeidsongeval te Coevorden. Vanmorgen omstreeks acht uur is de 24- jarige schildersknecht P. Nakken uit Coe vorden bij het schilderen van de bekapping in de aardappelmeelfabriek te Coevorden van een zes meter hooge steiger gestort. De jongeman is met erstige inwendige kneuzingen naar het Aleida Kramer-zieken huis te Coevorden overgebracht. DRIE DORPEN WERDEN GETERRORISEERD. Bende jeugdige bandieten aan het werk. Met stijgende verontwaardiging heeft de bevolking van Leerbroek, Meerkerk en Nieuwland drie kleine plaatsjes in het pol dergebied van het Oostelijk deel van Zuid- Holland, de laatste jaren gesproken over het steeds grooter wordend aantal diefstal len en ergerlijke baldadigheid, die ten slot te culmineerden in een wel buitengewoon brutalen inbraak bij een tweetal oude menschjes te Leerbroek, van wie bekend was dat zij er goed bijzaten. Allen zijn in het dorp er over eens: het wordt hoog tijd dat er eens flink opruiming wordt gehou den. Te meer is het daarom echter te ver wonderen, dat er tot voor kort niemand was, die zich over die wandaden bij den burgemeester, den heer Slob, kwam bekla gen. Het was slechts bij toeval, dat de inbraak te Leerbroek aan het licht kwam, en nu het zoover is dat de justi tie op de voorvallen attent is gemaakt, zijn er nog menschen, die eigenlijk met tegenzin vertellen, dat ook zij het slachtoffer waren van wat de dorpsbe woners in de wandeling „de bende" noemen. Op den 23sten Maart van dit jaar hoorde de 77-jarige G. van Hoorne, die in een pro per huisje woont met zijn twee zusters, midden in den nacht, omstreeks een uur of twee, gestommel op den zolder, waar hij sliep. Denkende dat het zijn zusters waren riep hij: „Zijn jullie boven?" en het ant woord was een barsch: „Je geld of je le ven". De oude, die blijkbaar niet bang was uitgevallen, diende zijn ongewenscht bezoek van antwoord met: „Mijn geld krijg je niet en mijn leven heb je niet in je hand". Toen ontstond een worsteling, waarbij de inbrekers, die den ouden Van Hoorne uit het venster wilden gooien, op onverwach- ten tegenstand stuitten, want ondanks zijn hoogen leeftijd, bleek de oude heer nog stevig genoeg om zich de indringers van het lijf te houden. Het was zelfs zoo: „Dat heb ik er slecht afgebracht", zei een der daders later, „ik ben een stuk van mijn jas kwijt". En dat was waar ook, want met dat onnoozele stukje goed ging de politie op onderzoek uit. En dit was het gevolg, da thans de 21-jarige kapper A. B. en de 18- jarige B. zijn gearresteerd, evenals hun maatje, de 17-jarige D„ die bij het laddertje was blijven staan, waarmede de heeren naar binnen waren geklommen. Het had hun iet mogen helpen, dat van de gescheur de jas inderhaast een broekje was gemaak,. Maar het was nog niet uit voor den ouden Van Hoorne. Toen de dokter was gewaar schuwd, omdat hij zich niet goed gevoelde, korten tijd geleden, en hy een verhoogde nervositeit constateerde, kwam niet alleen het verhaal over den inbraak los, maar ook, dat hij voor een dikke vijfhonderd gulden was opgelicht, door iemand, die zich re chercheur noemde en hem wel eens even zou helpen. Het feit, dat deze kwasi-detective later n paar honderd gulden kwam terugbrengen, heeft niet kunnen verhinderen, dat ook hij veilig en wel achter slot en grendel zit. Mededeelzaam is de bevolking niet, het lijkt er zelfs op of sommigen het min of meer gewoon vinden, dat er maar voort durend kippen en konijnen worden gesto len. Zeer merkwaardig was het dan wel, dat de loco-burgemeester, de heer Van Mourik, tot wien wij ons wendden, daar de heer Slob met vacantie afwezig is. niet in kennis was gesteld met deze arrestaties. „Ik wist het natuurlijk best, zooals iedereen het hier weet", zei hij, „en ik ben blij, dat er eens opruiming wordt gehouden. Er moeten er nog veel meer de gevangenis in, van mij hebben ze nog kort geleden een hooischudmachine in het water gereden, uit pure baldadigheid". Wie het dan gedaan hebben: in de drie dorpen is men van meening. dat het een troep belhamels, is, die 's avonds bij elkaar komt om te kaarten en daar dan de plannen beraamt" Gisteren zijn te Reuver (L.) twee aaneen- grenzende boerderijen, bewoond door en eigendom van de landbouwers Achten en Pouls, afgebrand. De inboedels gingen in vlammen op, doch het vee kon worden gered. Een vrouw werd door een neervallende balk getroffen en ge wond. Wegens watergebrek viel aan blus- schen niet te denken. De oorzaak van den brand is niet bekend. Verzekering dekt de schade. BRAND TE DOETINCHEM. Timmerfabriek in vlammen. Gisteravond is brand uitgebroken in de timmerfabriek van de gebr. Agterhof aan den Wijnbergschen weg te Doetinchem. Het vuur vond gretig voedsel in den zeer brand baren houtvoorrard en breidde zich snel uit, zoodat men vreesc'e, dat de geheele fabriek verloren zou gaan. Beide brandspuiten der gemeente Doetin chem waren op het terrein van den brand. Het mocht hen gelukken het vuur vrij spoedig te blusschen. Zoowel het ter verzending gereed staande werk, als de hout voorraden bleven behouden. De oorzaak. Over den brand in de timmerfabriek van de gebr. Agterhof aan den Wijnbergschen weg vernemen wij nader dat het vuur is ontstaan in den z.g. motmolen, waar zaagsel en krullen uit de werkplaats worden weg gezogen en worde;, afgevoerd naar het ke telhuis om als brandstof te dienen. Op den rijksweg 's Hertogenbosch Grave onder de gemeente Reek is gistermiddag een ernstig auto-ongeluk gebeurd, waarbij een twaalfjarig uit België afkomstig meisje om het leven is gekomen. De heer Emmerik uit Amsterdam kwam met zijn auto uit de richting Veghel en naderde met groote snelheid den voor- rangsweg 's' HertogenboschGrave. Op hetzelfde moment kwam met kalme vaart een personenauto, bestuurd door mevr. Cleton uit Antwerpen van den kant van 's Hertogenbosch. Precies op het kruispunt vond een vreeselijke botsing plaats. De auto van den heer Emmerik vloog tegen een te lefoonpaal op, welke geheel afknapte. Won derlijk genoeg bleef de heer E. ongedeerd. De auto van mevr. C., waarin nog twee kinderen zaten, werd vrijwel geheel ver nield. Een van de kinderen, een negen jarig Belgisch meisje, een nichtje van mevr. Cleton, kreeg een schedelbasisfrac- tuur en was op slag dood. Mevr. C. bekwam zware hoofdwonden, inwendige kneuzingen, hevige bloedingen in den rug en een been breuk. Nadat geneeskundige hulp was verleend, is zij in zorgwekkenden toestand naar het Wilhelminaziekenhuis te Nijmegen ver voerd. Het andere kind, een 6-jarig broer tje van het meisje, kreeg vrijwel geen let sel. De koninklijke marechaussee heeft het onderzoek in handen en regelde tijdens het opruimingsweg het drukke verkeer op de zen weg. AANRIJDING TE NEDER-ASSELT. Twee zwaar gewonden. Op den voorrangsweg 's Hertogenbosch Grave vond gisteren kort na bovengemeld ongeluk nog een tweede bosting plaats. On der de gemeente Asselt stond ter linkerzijde van den weg een vrachtauto geparkeerd van de firma H. Duys uit Nijmegen. Op het moment, dat de heer Mordant uit Maastricht met zijn personenauto uit de richting Grave kwam aanrijden, zwenkte plotseling de vrachtauto, zonder richting aan te geven, den weg op. De heer M. trachtte door krachtig remmen een aanrij ding te voorkomen, maar slaagde hierin evenwel niet. Met groote vaart botste hij tegen de vrachtauto, die geheel omver werd ONDER Vervolg. Van beide zijden stond Nederland tijdens den wereldoorlog in het brandpunt der be langstelling. Aanvankelijk heette het, dat dezerzijds de neutraliteit zou zijn geschon den door aan Duitsche troepen toe te staan een heel klein stukje van Limburg door te trekken; met de feiten in de hand is aange toond kunnen worden, dat dit niet juist was. Incidenten als die van 31 Maart 1916 en van den door Duitschland geëischten door voer van zand en grint in het voorjaar van 1918, hebben dat gedeelte van Nederland, dat er reeds vast op rekende, dat wij te allen tijde buiten den oorlog zouden blijven, nog onverwacht doen opschrikken. Maar vooral is voor Nederland de groote oorlog een lange lijdensgeschiedenis geweest op het gebied van overtredingen door de oorlog voerenden van het geldende, doch onge schreven zeerecht gelijk dit in de Zeerecht declaratie van Londen intusschen niet geratificeerd was vastgelegd. Engeland begon reeds dadelijk met het verschil tus- schen voorwaardelijke en niet-voorwaarde- lijke contrabande af te schaffen; Duitsch land beantwoordde de Engelsch-Fransche maatregelen met de aankondiging, in den aanvang van 1915, van den voorloopig be perkten duikbootoorlog; Engeland en Frankrijk kondigen daarna de economische blokkade van Duitschland af, die in strijd met het volkenrechtelijk begrip niet effec tief werd gevoerd; Duitschland verscherpte daartegenover den duikbootoorlog, voerde dien sedert 1917 onverbiddelijk, waartegen over weer Engeland en Frankrijk het moei lijk begrip der „voortgezette" reis aldus verwezenlijkten, dat elke bestemming van goederen vijandelijk werd geoordeeld, indien niet tevoren een Britsche haven zou zijn aangedaan. In 1918 was de toestand voor de Nederlandsche koopvaardij vaart aldus, dat de Duitschers ons het overgroote gedeelte van de Noordzee en den Atlantischen Oceaan ontzegden, terwijl Engeland en Frankrijk eischten dat onze schepen dat ge bied zouden invaren teneinde aan de lading het vereischte neutrale karakter te geven. In dien tusschentyd was de vaart naar Indic aanvankelijk om de Kaap de Goede Hoop verlegd, vervolgens over Amerika en het Panama-kanaal gevoerd. Schepen werden opgebracht en getorpedeerd; in Maart 1917 door Duitschland in strijd met de gegeven belofte, zelfs zeven tegelijk. Vrijwel onze geheele visschersvloot werd naar Engeland opgebracht, uitsluitend om aan Duitschland vischaanvoer te onthouden. De door de Ne derlandsche Regeering voorbereide begelei ding per convooi kon tegenover het scherp toegepaste recht van onderzoek niet baten; de Engelsche Regeering weigerde van dat recht van doorzoeking af te zien, tenzij te voren omtrent de lading overeenstemming was verkregen. In het gezicht van Bergen, de badplaats bij Alkmaar, werden Duitsche koopvaardijschepen binnen de territoriale wateren beschoten en aangehouden; zoodanig duidelijk is daar de overtreding geweest, dat het tot oordeel geroepen Britsche prijs- gerecht de Nederlandsche Regeering heeft gelijk gegeven! Het angarierecht tenslotte werd toegepast op een wijze als vroeger nooit kon zijn bedoeld; koopvaardijschepen, die in goed vertrouwen in Engelsche en Amerikaansche havens waren blijven ver- keeren, werden tot oorlogsdoeleinden ge prest. Tegen de overmacht hielpen de voort durende protesten van de Regeering niets. Zij hebben slechts dit, waarlijk niet weg te cijferen, nut gehad, dat Nederland geen en kel hem aangedaan onrecht heeft erkend; voor de toekomst der neutralen en oorlog voerenden heeft vastgelegd, welke schen dingen zijn begaan. Het eigenaardige was wel, dat aan lichamen van zuiver particu lieren aard bevoegdheden werden gegeven van uitgestrekter aard dan zelfs de regel matige autoriteiten hadden. De N.O.T., aan welke goederen konden worden gecon signeerd, was een particulier lichaam; de N.U.M., die verplichtingen tegenover Duitschland op zich nam, eveneens. Het Landbouw-Export-Bureau (L.E.P.), dat diende ook voor den aanvoer van veevoeder, had evenmin een officieel karakter, en dé overeenkomst, die de belanghebbenden bij de visschery met de Geallieerden sloten ten aanzien van het quantum visch, waarover Duitschland zou kunnen beschikken was wel bij de Regeering bekend, maar niet door- haar bekrachtigd. Zij bleef neutraal, in elk opzicht; hare houding heeft nimmer iets van de onpartijdigheid verloren, die Minister Loudon terecht in den aanvang van den oorlog als het werkelijk kenmerk der neu traliteit vooropstelde. Het moeilijkste jaar was ongetwijfeld 1918; men leze er de uit voerige gedenkboeken van de N.O.T. maar eens op na, toen ook kwam het tot de toe geworpen. De mede-inzittenden van de per sonenauto, t. w. mevr. Mordant en haar zuster, liepen ernstige verwondingen op Mevr. M. is met zware hoofdwonden en in wendige kneuzingen in zorgwekkenden toe stand naar het ziekenhuis te Grave ver voerd, terwijl haar zuster, die een hoofd wonde had opgeloopen, benevens inwendige kneuzingen, naar huis werd gebracht. De heer M. kreeg geen letsel, evenmin als de chauffeur van de vrachtauto. BEKNELD TUSSCHEN VRACHTAUTO EN MUUR. Oude man te Dordrecht gedood. In een smalle straat in de binnenstad van Dordrecht is gistermiddag de 72-jarige heer van der Linden, die hiér wandelde, bekneld nassing ten onzen nadeele van het uit de oude doos opgehaalde angarierecht w,.r- door alle in geallieerde haven vertoevende Nederlandsche en Ned.-Indische schepen in handen van de GealUeerden vielen. Daar- over is in de beide Kamers der Staten-Gene- raai heel wat te doen geweest, niet minder dan de grond- en zandkwestie, die ons kort daarna verontrustte. En toen de w.pen.til- stand in het zicht was, hebben wy nog heel wat onaangename dingen moeten hooren over he' feit, dat een deel van het Duitsche leger over een stukje Limburgsch grondge- hi d aftrok. Terwijl een minder aangename erfenis ook daarin bestond, dat wy den Duit- schen Keizer en den Kroonprins te gast kre ten op hoffelijke wijze moesten interneeren, d-~ii den eisch van uitlevering moesten af- wijzen. Men mag zich afvragen of Minister van Karnebeek met zijn weigering om zulks te doen, welke weigering door geheel Neder land wérd toegejuicht, r.iet ir het bijzonder Llovd George en de andere gealliec-de mi- nisters een dienst bewees, want wat hadden zij met den Duitschen Keizer, gesteld deze ware uitgeleverd geworden, moeten doen! Na den oorlog staat het buitenlandsch be leid van Nederland in het teeken van den Volkenbond, waartoe wij in 1920 toetraden. Nederland is een getrouw Volkenbondslid gebleven, naar de meening van sommigen, die, vooral in den laatsten tijd, geen ver trouwen in den Volkenbond meer hebben, te getrouw. Tal van belangrijke Volken- bondsposten werden door Nederlanders van naam bezet. Minister van Karnebeek zat de tweede Assemblée voor; Mr. Zimmerman leidde het Oostenryksch financieel herstel; Prof. v. Eysinga, Dr. Colyn, Mr. Limburg, Jhr. Loudon, Dr. Posthuma verbonden hun naam aan het presidium van belangrijke Volkenbondsconferenties of commissiën, en vele malen werden Nederlanders geroepen om, tot in verre gewesten, aan den arbeid van internationale samenwerking deel te nemen. Nederland begroette het Protocol van 1924 met belangstelling; trad. op grond van zijn zelfstandigheidspolitiek, niet tot Locarno toe; onderteekende het Kelloggpact, maa-- stelde zich op het standpunt, dat het Handvest van den Volkenbond, mits naar den geest toegepast, meer dan voldoende mocht worden gerekend. Met de economi sche crisis braken moeilijkheden voor den Volkenbond aan; de Ontwapeningsconfe rentie mislukte; het Japansch-Chineesche geschil verzwakte den Volkenbond, die an derzijds in de oplossing van de Saar-kwcs- tie, waaraan ook ruime Nederlandsche mede werking ten deel viel, een succes zag. Toen bracht de Abess:j:wche kwestie storm over Europa; sancties tegen Italië werden afge kondigd en toegepast, ook door Nederland. Toen men terugdeinsde voor de consequen ties van deze sancties, had Italië gewonnen sr'1. De burgercorlog in Spanje bracht, on danks de non-interventiepolitiek nieuwe moeilijkheden. Nederland ls zijn zelfstan digheidspolitiek getrouw gebleven; heeft voortdurend, in en buiten den Volkenbond, overleg gezocht met de Scandinavische en andere zgn. kleine staten. Zoo heeft men het standpunt ontwikkeld, dat, waar in de praktijk gebleken is tot welke gevolgen de 'oepassing uitsluitend van art. 16 betreffen de de sancties leidt, Staten als Nederland e.a. zich daaraan, ook wat het recht van doortrekken van troepen betreft, niet ge bonden èehoeven, althans wenschen, te reke nen, zoolang niet andere artikelen van het Handvest, in het bijzonder betreffende de ontwapening, toepassing vinden. Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarsche Courant, ingeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onze koningin? Het boek verschijnt in Augustus. crzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. De albums zijn uitsluitend bij vooruitbetaling, zoodat ge door inzending van het be drag na verschijnen het album kunt ontvangen. De prijs bedraagt 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.95. Postgiro 37060 N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster en Zoon, Alkmaarsche Courant. geraakt tusschen een muur en een vracht auto. De oude heer liep ernstige inwendige Kneuzingen op en werd een woning bin nengedragen, waar hij korten tijd na het ongeluk is overleden. Het stoffelijk overschot is naar de wo ning van Van der Linden overgebracht. Aan de gevolgen overleden. - De zes- de Booy uit Wapserveen, die ij1 ag ydens de hertenjacht in het jacht- krppü06/1 uCj0t hagel het onderlichaam hnic 'iv/r in het Diaconessen-zieken- eppel aan de gevolgen overleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6