1898
1938
heemaf
NEDERLAND
KONINGIN WILHELMINA
„40 jaren Koningin
der Nederlanden"
tBimmtaiid
Gearresteerd, uitgeleid en
doodgeschoten
Vragen aan den minister.
Hebt U hem ook
al geprobeerd?
ƒ90.—
HEUSEVELDT N.V.,
Branden
Twee boerderijen afgebrand.
Vrouw gewond.
Verheers o mjelttkken
Ernstige botsing onder Reek.
Dame zwaar gewond.
Het buitentandsch beleid.
GEMENGD NIEUWS.
TWEEDE 3LAP-
Het Tweede Kamerlid Wendelaar
(lib.) heeft aan den minister van justi
tie de volgende vragen gericht:
1. Is het juist, dat een Duitscher, die in
Nederland bescherming had gezocht tegen
zijn Duitsche achtervolgers en die reeds
sinds 4 November 1936 en laatstelijk met
een steeds verlengde verblijfsvergunning in
ons land vertoefde, half Mei gearresteerd is,
eind Juni over de Duitsche grens uitgeleid
is en terstond daarna te Emmerik doodge
schoten is?
2. Wil de minister mededeelen, waarom
deze Duitscher gearresteerd is en hoe
zijn uitwijzing te verdedigen is van het
standpunt der regeering uit, zooals de minis
ter dit op 9 Juni j.1. in de Tweede Kamer
bij de behandeling van de interpellatie-de
Visser heeft aangegeven en volgens hetwelk
uitwijzing achterwege zou blijven, wanneer
een vluchteling dientengevolge ernstig ge
vaar zou dreigen?
MUUR STORTTE PLOTSELING IN,
Twee arbeiders gewond.
Tijdens de werkzaamheden aan de
bouw van een bioscoop van den heer
M. van Oorschot te St. Oedenrode
stortte plotseling een muur van onge
veer 10 meter lengte en vier meter
hoogte naar beneden. De timmerman
Schutjes en de voeger v. d. Plas, waren
juist op die plaats werkzaam en werden
onder het vallende gesteente bedolven,
aldus het Vbld.
Na vijf minuten kon men deze personen
uit hun benarde positie bevrijden. Het
bleek, dat zij nog leefden. De geneesheeren
Hooymans en Pal werden gewaarschuwd.
Schutjes, die vrij ernstige verwondingen
had opgeloopen, moest in het St. Odage-
sticht worden opgenomen en v. d. Plas
werd naar zijn woonplaats overgebracht.
Het terrein werd op last van den burge
meester, door gemeente- en rijkspolitie on
middellijk afgezet.
De toestand van de beide slachtoffers is,
naar het zich laat aanzien, redelijk te noe
men.
De burgemeester kon, daar het onder
zoek nog gaande is, nog geen nadere mede-
deelingen doen. Het is nog niet bekend, wat
de oorzaak is van het instorten van de
muur.
DE „KARIMATA" BAGGERT.
SPAANSCHE MATTEN.
Lutine in tweeën gebroken?
Zooals reeds gisteren is gemeld, heeft
de „Karimata" een aantal Spaansche
matten naar boven gebracht. In totaal
zijn thans zes van deze zilveren munten
gevonden.
Ook vele z.g. „ballastbrooden" en ko
peren munten zijn de laatste dagen ge
baggerd, alsmede een stuk van een
scheepskanon en een deel van een ko
peren ketel.
„Snede" verminderd.
Nu men uit de vondsten heeft kunnen
opmaken, dat de „Karimata" zich boven het
wrak van de „Lutine" bevindt, heeft men
de z.g. „snede" (dat is dus de breedte,
waarover gewerkt wordt) verminderd, aan
gezien het weinig doel heeft, links en
rechts van het wrak te baggeren. Hierdoor
wordt bereikt, dat het baggerwerk boven
het wrak zelf thans sneller voortgang vindt.
Men nadert dan ook steeds dichter het mid
den en achterschip, waarbij echter wel re
kening moet worden gehouden met de
mogelijkheid, dat het schip in twee stukken
is gebroken, welke zich misschien in den
loop der jaren niet in dezelfde richting heb
ben bewogen, zoodat voor- en achterschip in
dat geval niet direct achter elkaar zouden
liggen.
NEDERLANDSCH CREDIET AAN
FRANKRIJK.
Rost van Tonningen stelt vragen.
Het Tweede Kamerlid Rost van Tonnin
gen (N.S.B.) heeft aan de ministers van
financiën en van buitenlandsche zaken de
volgende vragen gesteld:
1. Hebben de ministers kennis genomen
van het feit, dat een crediet van 35 millioen
gulden verleend is door de firma Mendels-
sohn en Co. te Amsterdam aan den Fran-
schen staat, voor den duur van iy, jaar?
2. Is het den ministers bekend, dat de
verleening van dit crediet samenviel met
een flauwe stemming voor den Franschen
franc op de internationale wisselmarkten?
3. Hebben de minister kennis genomen
van het feit, dat de Nederlandsche Bank de
wissels van dit crediet voor 1 jaar disconta
bel heeft verklaard, terwijl in beginsel de
zelfde begunstiging zou zijn verleend voor
het overblijvende halfjaar, dat het crediet
daarna nog loopt?
4. Zijn de ministers niet van oordeel, dat
de Nederlandsche Bank aldus de disconta-
biliteit van dit crediet practisch voor een
tijdsduur van 1 y, jaar heeft vastgelegd en
derhalve, zoo al niet naar de letter, dan toch
naar den geest in strijd heeft gehandeld
met de bepalingen der Bankwet-1937?
5. Zijn de ministers niet van meening,
dat de liquiditeit der Nederlandsche Bank
op deze wijze wordt geschaad, terwijl een
ongerepte liquiditeit met het oog op de
stijgende spanningen op de internationale
wisselmarkten dient te worden gehand
haafd?
6. Is het den ministers bekend, dat de
geldbehoeften der Fransche openbare licha
men, ondanks de recente belastingverhoo-
gingen, nog altijd door Fransche deskundi
gen op 40 50 milliard francs per jaar wor
den geschat?
7. Willen de ministers mededeelen, wel
ke waarborgen de Fransche staat voor de
2
U moet beslist ken
nismaken met den
eenlgen „tapijtreini
ger", den
STOFZUIGER
Verkrijgbaar by
Langestr. 24, 76, Achterstr. Houttil, Alkmaar,
Telefoon 4170.
stipte terugbetaling van dit crediet heeft
gegeven?
8. Willen de ministers mededeelen, welk
bedrag nog uitstaat van het crediet van 150
millioen gulden, dat door hetzelfde boven
genoemde bankiershuis in het najaar van
1937 aan Fransche spoorwegen werd ver-
strekt?
9. Zyn de ministers niet van meening,
dat een dergelijke vastlegging van middelen
in Frankrijk indruischt tegen het belang
der Nederlandsche volkshuishouding?
10. Is het den ministers bekend, dat de
credieten, waaraan de Fransche schatkist
een voortdurende behoefte heeft, grooten-
deels besteed worden door de bewapening?
11. Zijn de ministers niet van oordeel,
dat de financiering der Fransche bewape
ning met Nederlandsch kapitaal indruischt
tegen de politiek van zelfstandige onzijdig
heid van ons land?
12. Welke maatregelen denken de minis
ters te nemen om een mogelijke toekom
stige schending van de Bankwet-1937 door
den president der Nederlandsche Bank te
verhinderen?
ACHT EN TWINTIG MEDEWERKERS
WEIGEREN VERDERE MEDEWERKING.
De volgende letterkundigen, dr. H. Ger-
versman, Augusta Peaux, Frits van Raalte,
Joannas Reddingius, Leo Rikmenspoel, dr.
P. H. Ritter Jr., mr. dr. Benno J. Stokvis,
dr. Aeg. W. Timmerman, Aleida Timmer
manvan Pellecom, Cornelis Veth, J. J.
Zeldenthuis, Marie Schmitz, jhr. dr. Nico
van Suchtelen, Laurens van der Waals, J. K.
Rensburg, dr. J. D. Bierens de Haan, Eva
Raadt-de Canter, mr. Frangois Pauwels,
Maurits Dekker, Sam Goudsmit, Jacob Hie-
gentlich, prof. P. H. van Moerkerken, R. van
Genderen Stort, Willem de Wijk, Willem de
Mérode, M. H. van Campen, Max Kijzer en
M. Mok, allen behoorende tot de medewer
kers van „De Nieuwe Gids", deelen ons
mede, dat zij kennis genomen hebbende
van het feit, dat na het overlijden van dr.
Willem Kloos „De Nieuwe Gids" van de N.V.
Electr. Drukkerij Luctor et Emergo werd
gekocht door het coöperatief uitgeversbe
drijf U.A. te 's-Gravenhage, en dat tot de
redactie is toegetreden de bekende fascist,
lid van Zwart-Front, dr. A. A. Haighton,
overwegende, dat daardoor een belangrijke
fascistische invloed aanwezig is in de lei
ding van den Nieuwen Gids, en, daardoor het
gevaar ontstaat, dat de humanistisch-demo-
cratische traditie van het tijdschrift te loor
gaat, niet meer als medewerkers van het
tijdschrift wenschen op te treden en be
sluiten dit ter kennis te brengen van het
Nederlandsche publiek.
VAN HOOGEN STEIGER GEVALLEN.
Arbeidsongeval te Coevorden.
Vanmorgen omstreeks acht uur is de 24-
jarige schildersknecht P. Nakken uit Coe
vorden bij het schilderen van de bekapping
in de aardappelmeelfabriek te Coevorden
van een zes meter hooge steiger gestort.
De jongeman is met erstige inwendige
kneuzingen naar het Aleida Kramer-zieken
huis te Coevorden overgebracht.
DRIE DORPEN
WERDEN GETERRORISEERD.
Bende jeugdige bandieten aan het
werk.
Met stijgende verontwaardiging heeft de
bevolking van Leerbroek, Meerkerk en
Nieuwland drie kleine plaatsjes in het pol
dergebied van het Oostelijk deel van Zuid-
Holland, de laatste jaren gesproken over
het steeds grooter wordend aantal diefstal
len en ergerlijke baldadigheid, die ten slot
te culmineerden in een wel buitengewoon
brutalen inbraak bij een tweetal oude
menschjes te Leerbroek, van wie bekend
was dat zij er goed bijzaten. Allen zijn in
het dorp er over eens: het wordt hoog tijd
dat er eens flink opruiming wordt gehou
den. Te meer is het daarom echter te ver
wonderen, dat er tot voor kort niemand
was, die zich over die wandaden bij den
burgemeester, den heer Slob, kwam bekla
gen.
Het was slechts bij toeval, dat de
inbraak te Leerbroek aan het licht
kwam, en nu het zoover is dat de justi
tie op de voorvallen attent is gemaakt,
zijn er nog menschen, die eigenlijk met
tegenzin vertellen, dat ook zij het
slachtoffer waren van wat de dorpsbe
woners in de wandeling „de bende"
noemen.
Op den 23sten Maart van dit jaar hoorde
de 77-jarige G. van Hoorne, die in een pro
per huisje woont met zijn twee zusters,
midden in den nacht, omstreeks een uur of
twee, gestommel op den zolder, waar hij
sliep. Denkende dat het zijn zusters waren
riep hij: „Zijn jullie boven?" en het ant
woord was een barsch: „Je geld of je le
ven". De oude, die blijkbaar niet bang was
uitgevallen, diende zijn ongewenscht bezoek
van antwoord met: „Mijn geld krijg je niet
en mijn leven heb je niet in je hand".
Toen ontstond een worsteling, waarbij de
inbrekers, die den ouden Van Hoorne uit
het venster wilden gooien, op onverwach-
ten tegenstand stuitten, want ondanks zijn
hoogen leeftijd, bleek de oude heer nog
stevig genoeg om zich de indringers van
het lijf te houden. Het was zelfs zoo: „Dat
heb ik er slecht afgebracht", zei een der
daders later, „ik ben een stuk van mijn jas
kwijt". En dat was waar ook, want met dat
onnoozele stukje goed ging de politie op
onderzoek uit. En dit was het gevolg, da
thans de 21-jarige kapper A. B. en de 18-
jarige B. zijn gearresteerd, evenals hun
maatje, de 17-jarige D„ die bij het laddertje
was blijven staan, waarmede de heeren
naar binnen waren geklommen. Het had
hun iet mogen helpen, dat van de gescheur
de jas inderhaast een broekje was gemaak,.
Maar het was nog niet uit voor den ouden
Van Hoorne. Toen de dokter was gewaar
schuwd, omdat hij zich niet goed gevoelde,
korten tijd geleden, en hy een verhoogde
nervositeit constateerde, kwam niet alleen
het verhaal over den inbraak los, maar ook,
dat hij voor een dikke vijfhonderd gulden
was opgelicht, door iemand, die zich re
chercheur noemde en hem wel eens even
zou helpen.
Het feit, dat deze kwasi-detective later n
paar honderd gulden kwam terugbrengen,
heeft niet kunnen verhinderen, dat ook hij
veilig en wel achter slot en grendel zit.
Mededeelzaam is de bevolking niet, het
lijkt er zelfs op of sommigen het min of
meer gewoon vinden, dat er maar voort
durend kippen en konijnen worden gesto
len. Zeer merkwaardig was het dan wel,
dat de loco-burgemeester, de heer Van
Mourik, tot wien wij ons wendden, daar
de heer Slob met vacantie afwezig is. niet
in kennis was gesteld met deze arrestaties.
„Ik wist het natuurlijk best, zooals iedereen
het hier weet", zei hij, „en ik ben blij, dat
er eens opruiming wordt gehouden. Er
moeten er nog veel meer de gevangenis in,
van mij hebben ze nog kort geleden een
hooischudmachine in het water gereden, uit
pure baldadigheid". Wie het dan gedaan
hebben: in de drie dorpen is men van
meening. dat het een troep belhamels, is, die
's avonds bij elkaar komt om te kaarten en
daar dan de plannen beraamt"
Gisteren zijn te Reuver (L.) twee aaneen-
grenzende boerderijen, bewoond door en
eigendom van de landbouwers Achten en
Pouls, afgebrand.
De inboedels gingen in vlammen op, doch
het vee kon worden gered. Een vrouw werd
door een neervallende balk getroffen en ge
wond. Wegens watergebrek viel aan blus-
schen niet te denken. De oorzaak van den
brand is niet bekend. Verzekering dekt de
schade.
BRAND TE DOETINCHEM.
Timmerfabriek in vlammen.
Gisteravond is brand uitgebroken in de
timmerfabriek van de gebr. Agterhof aan
den Wijnbergschen weg te Doetinchem. Het
vuur vond gretig voedsel in den zeer brand
baren houtvoorrard en breidde zich snel uit,
zoodat men vreesc'e, dat de geheele fabriek
verloren zou gaan.
Beide brandspuiten der gemeente Doetin
chem waren op het terrein van den brand.
Het mocht hen gelukken het vuur
vrij spoedig te blusschen. Zoowel het ter
verzending gereed staande werk, als de hout
voorraden bleven behouden.
De oorzaak.
Over den brand in de timmerfabriek van
de gebr. Agterhof aan den Wijnbergschen
weg vernemen wij nader dat het vuur is
ontstaan in den z.g. motmolen, waar zaagsel
en krullen uit de werkplaats worden weg
gezogen en worde;, afgevoerd naar het ke
telhuis om als brandstof te dienen.
Op den rijksweg 's Hertogenbosch
Grave onder de gemeente Reek is
gistermiddag een ernstig auto-ongeluk
gebeurd, waarbij een twaalfjarig uit
België afkomstig meisje om het leven
is gekomen.
De heer Emmerik uit Amsterdam kwam
met zijn auto uit de richting Veghel en
naderde met groote snelheid den voor-
rangsweg 's' HertogenboschGrave. Op
hetzelfde moment kwam met kalme vaart
een personenauto, bestuurd door mevr.
Cleton uit Antwerpen van den kant van
's Hertogenbosch. Precies op het kruispunt
vond een vreeselijke botsing plaats. De auto
van den heer Emmerik vloog tegen een te
lefoonpaal op, welke geheel afknapte. Won
derlijk genoeg bleef de heer E. ongedeerd.
De auto van mevr. C., waarin nog twee
kinderen zaten, werd vrijwel geheel ver
nield. Een van de kinderen, een negen
jarig Belgisch meisje, een nichtje van
mevr. Cleton, kreeg een schedelbasisfrac-
tuur en was op slag dood. Mevr. C. bekwam
zware hoofdwonden, inwendige kneuzingen,
hevige bloedingen in den rug en een been
breuk.
Nadat geneeskundige hulp was verleend,
is zij in zorgwekkenden toestand naar het
Wilhelminaziekenhuis te Nijmegen ver
voerd. Het andere kind, een 6-jarig broer
tje van het meisje, kreeg vrijwel geen let
sel. De koninklijke marechaussee heeft het
onderzoek in handen en regelde tijdens het
opruimingsweg het drukke verkeer op de
zen weg.
AANRIJDING TE NEDER-ASSELT.
Twee zwaar gewonden.
Op den voorrangsweg 's Hertogenbosch
Grave vond gisteren kort na bovengemeld
ongeluk nog een tweede bosting plaats. On
der de gemeente Asselt stond ter linkerzijde
van den weg een vrachtauto geparkeerd
van de firma H. Duys uit Nijmegen.
Op het moment, dat de heer Mordant uit
Maastricht met zijn personenauto uit de
richting Grave kwam aanrijden, zwenkte
plotseling de vrachtauto, zonder richting
aan te geven, den weg op. De heer M.
trachtte door krachtig remmen een aanrij
ding te voorkomen, maar slaagde hierin
evenwel niet. Met groote vaart botste hij
tegen de vrachtauto, die geheel omver werd
ONDER
Vervolg.
Van beide zijden stond Nederland tijdens
den wereldoorlog in het brandpunt der be
langstelling. Aanvankelijk heette het, dat
dezerzijds de neutraliteit zou zijn geschon
den door aan Duitsche troepen toe te staan
een heel klein stukje van Limburg door te
trekken; met de feiten in de hand is aange
toond kunnen worden, dat dit niet juist
was. Incidenten als die van 31 Maart 1916
en van den door Duitschland geëischten door
voer van zand en grint in het voorjaar van
1918, hebben dat gedeelte van Nederland,
dat er reeds vast op rekende, dat wij te
allen tijde buiten den oorlog zouden blijven,
nog onverwacht doen opschrikken. Maar
vooral is voor Nederland de groote oorlog
een lange lijdensgeschiedenis geweest op het
gebied van overtredingen door de oorlog
voerenden van het geldende, doch onge
schreven zeerecht gelijk dit in de Zeerecht
declaratie van Londen intusschen niet
geratificeerd was vastgelegd. Engeland
begon reeds dadelijk met het verschil tus-
schen voorwaardelijke en niet-voorwaarde-
lijke contrabande af te schaffen; Duitsch
land beantwoordde de Engelsch-Fransche
maatregelen met de aankondiging, in den
aanvang van 1915, van den voorloopig be
perkten duikbootoorlog; Engeland en
Frankrijk kondigen daarna de economische
blokkade van Duitschland af, die in strijd
met het volkenrechtelijk begrip niet effec
tief werd gevoerd; Duitschland verscherpte
daartegenover den duikbootoorlog, voerde
dien sedert 1917 onverbiddelijk, waartegen
over weer Engeland en Frankrijk het moei
lijk begrip der „voortgezette" reis aldus
verwezenlijkten, dat elke bestemming van
goederen vijandelijk werd geoordeeld, indien
niet tevoren een Britsche haven zou zijn
aangedaan. In 1918 was de toestand voor de
Nederlandsche koopvaardij vaart aldus, dat
de Duitschers ons het overgroote gedeelte
van de Noordzee en den Atlantischen
Oceaan ontzegden, terwijl Engeland en
Frankrijk eischten dat onze schepen dat ge
bied zouden invaren teneinde aan de lading
het vereischte neutrale karakter te geven.
In dien tusschentyd was de vaart naar Indic
aanvankelijk om de Kaap de Goede Hoop
verlegd, vervolgens over Amerika en het
Panama-kanaal gevoerd. Schepen werden
opgebracht en getorpedeerd; in Maart 1917
door Duitschland in strijd met de gegeven
belofte, zelfs zeven tegelijk. Vrijwel onze
geheele visschersvloot werd naar Engeland
opgebracht, uitsluitend om aan Duitschland
vischaanvoer te onthouden. De door de Ne
derlandsche Regeering voorbereide begelei
ding per convooi kon tegenover het scherp
toegepaste recht van onderzoek niet baten;
de Engelsche Regeering weigerde van dat
recht van doorzoeking af te zien, tenzij te
voren omtrent de lading overeenstemming
was verkregen. In het gezicht van Bergen, de
badplaats bij Alkmaar, werden Duitsche
koopvaardijschepen binnen de territoriale
wateren beschoten en aangehouden; zoodanig
duidelijk is daar de overtreding geweest,
dat het tot oordeel geroepen Britsche prijs-
gerecht de Nederlandsche Regeering heeft
gelijk gegeven! Het angarierecht tenslotte
werd toegepast op een wijze als vroeger
nooit kon zijn bedoeld; koopvaardijschepen,
die in goed vertrouwen in Engelsche en
Amerikaansche havens waren blijven ver-
keeren, werden tot oorlogsdoeleinden ge
prest.
Tegen de overmacht hielpen de voort
durende protesten van de Regeering niets.
Zij hebben slechts dit, waarlijk niet weg te
cijferen, nut gehad, dat Nederland geen en
kel hem aangedaan onrecht heeft erkend;
voor de toekomst der neutralen en oorlog
voerenden heeft vastgelegd, welke schen
dingen zijn begaan. Het eigenaardige was
wel, dat aan lichamen van zuiver particu
lieren aard bevoegdheden werden gegeven
van uitgestrekter aard dan zelfs de regel
matige autoriteiten hadden. De N.O.T., aan
welke goederen konden worden gecon
signeerd, was een particulier lichaam; de
N.U.M., die verplichtingen tegenover
Duitschland op zich nam, eveneens. Het
Landbouw-Export-Bureau (L.E.P.), dat
diende ook voor den aanvoer van veevoeder,
had evenmin een officieel karakter, en dé
overeenkomst, die de belanghebbenden bij
de visschery met de Geallieerden sloten ten
aanzien van het quantum visch, waarover
Duitschland zou kunnen beschikken was
wel bij de Regeering bekend, maar niet door-
haar bekrachtigd. Zij bleef neutraal, in elk
opzicht; hare houding heeft nimmer iets van
de onpartijdigheid verloren, die Minister
Loudon terecht in den aanvang van den
oorlog als het werkelijk kenmerk der neu
traliteit vooropstelde. Het moeilijkste jaar
was ongetwijfeld 1918; men leze er de uit
voerige gedenkboeken van de N.O.T. maar
eens op na, toen ook kwam het tot de toe
geworpen. De mede-inzittenden van de per
sonenauto, t. w. mevr. Mordant en haar
zuster, liepen ernstige verwondingen op
Mevr. M. is met zware hoofdwonden en in
wendige kneuzingen in zorgwekkenden toe
stand naar het ziekenhuis te Grave ver
voerd, terwijl haar zuster, die een hoofd
wonde had opgeloopen, benevens inwendige
kneuzingen, naar huis werd gebracht.
De heer M. kreeg geen letsel, evenmin
als de chauffeur van de vrachtauto.
BEKNELD TUSSCHEN VRACHTAUTO
EN MUUR.
Oude man te Dordrecht gedood.
In een smalle straat in de binnenstad van
Dordrecht is gistermiddag de 72-jarige heer
van der Linden, die hiér wandelde, bekneld
nassing ten onzen nadeele van het uit de
oude doos opgehaalde angarierecht w,.r-
door alle in geallieerde haven vertoevende
Nederlandsche en Ned.-Indische schepen in
handen van de GealUeerden vielen. Daar-
over is in de beide Kamers der Staten-Gene-
raai heel wat te doen geweest, niet minder
dan de grond- en zandkwestie, die ons kort
daarna verontrustte. En toen de w.pen.til-
stand in het zicht was, hebben wy nog heel
wat onaangename dingen moeten hooren
over he' feit, dat een deel van het Duitsche
leger over een stukje Limburgsch grondge-
hi d aftrok. Terwijl een minder aangename
erfenis ook daarin bestond, dat wy den Duit-
schen Keizer en den Kroonprins te gast kre
ten op hoffelijke wijze moesten interneeren,
d-~ii den eisch van uitlevering moesten af-
wijzen. Men mag zich afvragen of Minister
van Karnebeek met zijn weigering om zulks
te doen, welke weigering door geheel Neder
land wérd toegejuicht, r.iet ir het bijzonder
Llovd George en de andere gealliec-de mi-
nisters een dienst bewees, want wat hadden
zij met den Duitschen Keizer, gesteld deze
ware uitgeleverd geworden, moeten doen!
Na den oorlog staat het buitenlandsch be
leid van Nederland in het teeken van den
Volkenbond, waartoe wij in 1920 toetraden.
Nederland is een getrouw Volkenbondslid
gebleven, naar de meening van sommigen,
die, vooral in den laatsten tijd, geen ver
trouwen in den Volkenbond meer hebben,
te getrouw. Tal van belangrijke Volken-
bondsposten werden door Nederlanders van
naam bezet. Minister van Karnebeek zat de
tweede Assemblée voor; Mr. Zimmerman
leidde het Oostenryksch financieel herstel;
Prof. v. Eysinga, Dr. Colyn, Mr. Limburg,
Jhr. Loudon, Dr. Posthuma verbonden hun
naam aan het presidium van belangrijke
Volkenbondsconferenties of commissiën, en
vele malen werden Nederlanders geroepen
om, tot in verre gewesten, aan den arbeid
van internationale samenwerking deel te
nemen. Nederland begroette het Protocol
van 1924 met belangstelling; trad. op grond
van zijn zelfstandigheidspolitiek, niet tot
Locarno toe; onderteekende het Kelloggpact,
maa-- stelde zich op het standpunt, dat het
Handvest van den Volkenbond, mits naar
den geest toegepast, meer dan voldoende
mocht worden gerekend. Met de economi
sche crisis braken moeilijkheden voor den
Volkenbond aan; de Ontwapeningsconfe
rentie mislukte; het Japansch-Chineesche
geschil verzwakte den Volkenbond, die an
derzijds in de oplossing van de Saar-kwcs-
tie, waaraan ook ruime Nederlandsche mede
werking ten deel viel, een succes zag. Toen
bracht de Abess:j:wche kwestie storm over
Europa; sancties tegen Italië werden afge
kondigd en toegepast, ook door Nederland.
Toen men terugdeinsde voor de consequen
ties van deze sancties, had Italië gewonnen
sr'1. De burgercorlog in Spanje bracht, on
danks de non-interventiepolitiek nieuwe
moeilijkheden. Nederland ls zijn zelfstan
digheidspolitiek getrouw gebleven; heeft
voortdurend, in en buiten den Volkenbond,
overleg gezocht met de Scandinavische en
andere zgn. kleine staten. Zoo heeft men
het standpunt ontwikkeld, dat, waar in de
praktijk gebleken is tot welke gevolgen de
'oepassing uitsluitend van art. 16 betreffen
de de sancties leidt, Staten als Nederland
e.a. zich daaraan, ook wat het recht van
doortrekken van troepen betreft, niet ge
bonden èehoeven, althans wenschen, te reke
nen, zoolang niet andere artikelen van het
Handvest, in het bijzonder betreffende de
ontwapening, toepassing vinden.
Hebt u reeds, als abonné van de
Alkmaarsche Courant, ingeteekend op
onze premie-uitgave
een prachtig boekwerk, met ongeveer
400 foto's uit het leven van onze
koningin?
Het boek verschijnt in Augustus.
crzekert u van zoo'n boek door nog
heden te bestellen. De albums zijn
uitsluitend bij vooruitbetaling,
zoodat ge door inzending van het be
drag na verschijnen het album kunt
ontvangen. De prijs bedraagt 0.75
afgehaald aan ons bureau, fr. p. post
0.95. Postgiro 37060 N.V. Boek- en
Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster
en Zoon, Alkmaarsche Courant.
geraakt tusschen een muur en een vracht
auto.
De oude heer liep ernstige inwendige
Kneuzingen op en werd een woning bin
nengedragen, waar hij korten tijd na het
ongeluk is overleden.
Het stoffelijk overschot is naar de wo
ning van Van der Linden overgebracht.
Aan de gevolgen overleden. - De zes-
de Booy uit Wapserveen, die
ij1 ag ydens de hertenjacht in het jacht-
krppü06/1 uCj0t hagel het onderlichaam
hnic 'iv/r in het Diaconessen-zieken-
eppel aan de gevolgen overleden.