1898 0NDER 1938 NEDERLAND KONINGIN WILHELMINA „40 jaren Koningin der Nederlanden" rider de aanwezigen 31imettlattd Verheers ongelukken Het warme weer eischt slachtoffers. Branden. NEDERLAND OVERZEE. Jxuilletm MiTIJP goed uit- deji leiuc^^ei^^htte zeker TWEEDE BLAD. DOODELIJK ONGEVAL IN DE RESIDENTIE. Op de Laan van Meerdervoort bij de Zonnebloemstr. heeft Zaterdagavond tegen 11 uur een ernstig verkeersongeval plaats gehad. De heer J. G. N. uit de Weissenbruch- straat kwam met zijn motorrijwiel zoodanig in botsing met een bestelauto, dat hij in zorgwekkenden toestand naar het Roode Kruis ziekenhuis moest worden overge bracht, waar hij gistermorgen is overleden. VIJFTIENJARIG MEISJE AANGEREDEN EN GEDOOD. Op den Bredaschen weg nabij de Krabbe- bosschen is Zaterdagmorgen een ernstig verkeersongeluk gebeurd. Een 15-jarig meisje uit Ginneken, dat per rijwiel naar Breda reed, ontmoette een viertal van de tegenovergestelde richting komende wiel- rijdsters. Tijdens het uitwijken passeerde een autobus, terwijl van de andere zijde een personenauto naderde. Het meisje kon niet ver genoeg uitwijken en kwam met een der dames in botsing. Zij viel van haar fiets en werd door de autobus aangereden. Met een gapende hoofdwonde is het slachtoffer naar een ziekenhuis te Breda vervoerd, waar het kort na aankomst is overleden. ERNSTIG ONGELUK TE LEIDEN. Zaterdagmorgen omstreeks half negen is de 17-jarige wielrijdster C. R., wonende in de Herensteeg te Leiden, doordat zij bij het omslaan van een broek te veel rechts hield, met het stuur van haar fiets in aanraking gekomen met een op het trottoir staand paaltje. Het gevolg was, dat zij de macht over het stuur verloor en naar de linker zijde omviel. Juist op dat oogenblik reed een zware vrachtauto voorbij, waarvan de be stuurder onmogelijk naar links kon uithalen. Het rechter achterwiel ging het meisje over het lichaam, waardoor zij ernstige inwen dige kneuzingen bekwam. In zorgwekken den toestand is zij naar het Academisch zie kenhuis vervoerd. TWEE JONGENS VERDRONKEN. Gisteravond tegen zeven uur was een vier tal jongens te Berg aan de Maas, gemeente Urmond, in de rivier gaan baden. Óp een gegeven oogenblik verdwenen twee van- hen in de diepte. Eén kwam nog boven en werd toen door een makker, die hem in veiligheid wilde brengen, gegrepen. De redder moest hem echter spoedig loslaten, daar de groo- tere jongen hem te zwaar was. Deze ver dween weer in de diepte. Vermoed wordt, dat de jongens in een kuil zijn geraakt. De slachtoffers zijn de 14-jarige W. S. en de 13- jarige P. W., beiden wonende te Berg. Hun lijken zijn nog niet gevonden. EEN TWEEDE SLACHTOFFER IN HETZELFDE GEZIN. Gistermiddag is by het baden te Angeren (Geld.) verdronken de 23-jarig A. Ingendaa. Ds. van Selms, die in de nabijheid zwom, zag het ongeluk gebeuren en trachtte den jongeman te bereiken. Deze dreef echter af en pas nadat men 3 uur gedregd had, werd het lijk op dezelfde plaats gevonden, waar het slachtoffer was verdronken. Vermoed wordt, dat hij in een draaikolk is terechtge komen. Als tragische bijzonderheid zy nog ver meld, dat drie jaar geleden, eveneens op een Zondag, een broer van het slachtoffer bij het zwemmen om het leven is gekomen. VOOR DE OOGEN ZIJNER MAKKERS VERDRONKEN. De 21-jarige korporaal der militaire poli tie, P. J. Sourens, is gistermiddag bij het zwemmen in de Maas te Geysteren verdron ken. Een uur later is het lijk opgehaald. Het slachtoffer was gedetacheerd bij de groep Wanssum. Twee andere leden der militaire politie, die hem in de diepte zagen verdwij nen, doch moesten hem loslaten, aangezien hij zich zoo krampachtig aan hen vastklem de, dat gevaar bestond, dat alle drie zouden verdrinken. IN DEN RIJN VERDRONKEN. Gistermiddag omstreeks zes uur ging de 19-jarige Herman van de Glind uit Ede, die de zwemkunst niet machtig was, in den Rijn baden. Hij raakte in een kuil, werd door den stroom meegevoerd en verdronk. Hoewel de politie geruimen tijd heeft ge dregd, is zij er niet in geslaagd het lijk van den jongeman te vinden. BOERDERIJBRAND ONDER HOOGKERK. Zondagavond half twaalf is door onbe kende oorzaak brand uitgebroken in de kapitale boerderij van den heer H. de Groot te Laagkerk, gemeente Hoogkerk (prov. Groningen). De familie de Groot, die zich juist te ruste had begeven, werd volkomen door het vuur verrast. In nachtgewaad moest men het huis verlaten. De groote hoeveelheid hooi, die eenigen tijd geleden was binnengebracht, bood den vlammen pretig voedsel en deed het vuur hoog oplaaien. Van den inboedel kon niets worden gered. BRAND IN DE MACHINEFABRIEK JAFFA TE UTRECHT. Gistermiddag omstreeks half vier is brand uitgebroken in de bekende machine fabriek Jaffa, aan den Vleutenscheweg te Utrecht. Het vuur, dat, naar men vermoedt, door broeiing is ontstaan, in het verbandstoffen- huis van de E. H. B. O., dat midden op het fabrieksterrein is gelegen, vond gretig voedsel in de aanwezige brandbare stof fen. Van het verbandstoffenhuisje sloeg het vuur over op de aangrenzende hout opslagplaats, de mstaalzagery en de daar opgestelde houten modellen. De brand werd het eerst door omwonen den ontdekt, die de brandweer waar schuwden en zich toegang tot het fabrieks terrein verschaften om een aanvang met de blussching te maken. Daar evenwel bluschmiddelen ter plaatse ontbraken, was men gedwongen te wachten tot de brandweer verscheen. Met tien stralen wist deze uitbreiding van het vuur te voorkomen, zoodat het overige gedeelte van de fabriek gespaard bleef. Het verbandstoffenhuisje, de hout opslagplaats en de metaalzagerij brandden geheel uit. Het bedrijf zal door dezen brand weinig stagnatie ondervinden De brandweer heeft het hard te verant woorden gehad bii het blusschen van den brand. Met veel moeite en inspanning ge lukte het, uitbreiding te voorkomen. Vlammen sloegen herhaaldelijk over de belendende loodsen, waarbij de houten lijsten gingen branden. Toch slaagde men erin; den brand te bedwingen, 's Avonds om half tien konden beide motorspuiten naar de garage terugkeeren. Bij den strijd tegen het vuur geraakten verscheidene brandwachts ten gevolge van hitte en in spanning onwel. Hun moest geneeskundige hulp worden verleend. Verschillende van hen konden het werk niet hervatten en moesten naar huis terugkeeren. BOERDEBÜ AFGEBRAND. Door gebrek aan water kon de spuit niet werken. Gisteravond om 9 uur is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de groote boerderij van J. Fennema te Zeddam (Geld.) De familie, die zich buiten de woning bevond, zag plotseling de vlammen uit het achterhuis slaan. Gevoed door de oogst aan hooi en koren, welke grooten- deels was binnengebracht, greep het vuur met groote snelheid om zich heen en in korten tijd stond alles in lichter laaie. De boerderij brandde tot den grond toe af. De geheele inboedel ging daarbij ver loren. De brandweer stond machteloos wegens gebrek aan water. BOSCH- EN HEIDEBRAND TE WYCHEN. Door nog onbekende oorzaak is gister middag omstreeks twaalf uur brand ont staan in de bosschen onder de gemeente Wychen, op de grens van Overasselt. Het vuur woedde nabij het bekende Uivers- nest. a Vervolg. Het is een feit, dat men zich in Indië niet algemeen met deze ontwikkeling van den Volksraad heeft kunnen vereenigen; dat men daarin veeleer een terugtreden op den ingeslagen weg heeft gezien dan een voor uitgang. Hoe men daartoe is gekomen, is niet wel duidelijk. Zoolang Indië niet als een autonome staat valt te beschouwen, is de in stelling van een werkelijk parlement, die men schijnt te verwachten, uitgesloten te rekenen. Men heeft pogingen gedaan om den Volksraad dusdanig te organiseeren, dat hij, meer dan tevoren, werkelijk wetgevenden arbeid zal kunnen verrichten. Het daartoe gekozen middel is in de practijk niet tegen gevallen. Daaromheen groepeerde zich de opleving van de Inlandsche beweging, zulks in verschillende vereenigingen ,in tal van stroomingen, waaryan de Radicale Concen tratie een der meest kenmerkende was. Over de beteekenis van deze opleving ver schilde men nog maar voor een deel van ge dachten; over de vraag, hoe haar het best in goe banen te leiden, evenzeer. Deze opleving der Inlandsche beweging is ongetwijfeld een der meest kenmerkende 'verschijnselen van deze periode, vooral van het laatste deel. Te meer, waar. zij nietalleenstaat, waar men slechts naar Britsch-Indië behoeft te zien om gelijke verschijnselen waar te nemen. Er is niemand, die op koloniaal ge bied nog zou willen vasthouden aan de op vattingen, die men in het midden der negen tiende eeuw als volkomen rechtvaardig be schouwde; die niet inziet, dat de taak van Nederland in zijn koloniën deze is om die koloniën in goede richting te leiden en ze te ontwikkelen ten voordeele en ten bate van zichzelf. Er is ook niemand, die niet de richting van zelfbestuur wil ingaan en er kent, dat het een eisch der billijkheid is om dit zelfbestuur te geven. De eereschuld- theorie van van Deventer, die in het begin dezer periode werd opgeworpen, heeft in derdaad ingang gevonden; niemand zou op het oogenblik Indië nog willen exploiteeren ten bate van Nederland, gelijk in den loop der negentiende eeuw is geschied. Maar wel houdt de groote meerderheid vast aan dezen eisch, dat Nederland zijn bedachtzame lei ding ip Indië niet zal prijs geven; dat het juist door deze leiding excessen zal weten te voorkomen en ertoe zal bijdragen, dat de ontwikkeling van Indië een ongestoord ge leidelijke is. Nadat gedurende de'Eandvoogdy van den heer Fock aan het economisch herstel was gewerkt, kwam, tegelijkertijd dat de G.G. de Graaff moet hebben ingezien, dat ook zyn middelen om het vertrouwen-te winnen, niet geheel afdoende waren, de crisis. De crisis, die toonde hoe trefbaar financieel Indië opnieuw was geworden. De crisis, die voor Europeanen en Inlanders beiden, en in gelijke mate, het water tot aan de lippen bracht. Crisis, die de helft der suikerfabrie ken zag sluiten en er nog steeds niet toe geleid heeft dat deze, voor Java en Indië zoo belangrijke industrie weer tot volle ontwikkeling is gekomen; crisis die drukt op andere landbouwproducten, zelfs op de petroleumindustrie; crisis, die de natuurlijke ontwikkeling van Indië remde en tegen hield. Wie naast elkander stelt cijfers van invoer en uitvoer van 1929 en 1933, krijgl het gevoel alsof Indië in weinig jaren tijds den financiëelen afgrond zou nabij zijn. Het mag de toenmalige Indische Regeering tot voldoening strekken, dat zij dit niet alleen heeft weten te voorkomen, maar dat zij er door een bezuiniging, die harde maatregelen noodzakelijk maakte, in slaagde om Indië drijvende te houden, den grondslag te leggen voor nieuwen bloei. In 1936 zag men reeds betere tijden aanbreken; een in evenwicht gehouden budget was een verheugend ver schijnsel. Helaas heeft de nieuwe depressie, die door de omstandigheden in de wereld, niet het minst in Oost-Azië is veroorzaakt, opnieuw economische en ten deele ook poli tieke moeilijkheden voor Indië gebracht of in uitzicht gesteld. Want, men vergete dit toch niet, dat Indië in hooge mate afhankelijk is van de groote e-iportbedryven, die er onder Europeesche leiding zijn gevestigd; en er werk geven aan duizenden en millioenen handen. Zeker, gedurende geheel de regeeringsperiode van de Koningin is de richting ingeslagen om geleidelijke onafhankelijkheid, ook econo misch, aan de Indische bevolking van Indië te verzekeren. Er zitten Inlandsche leden in den Raad van Indië; er is een Inlandsche meerderheid in den Volksraad; er zyn meer bevoegdheden gegeven aan den Volksraad; de provinciën, de regentschappen hebben een ten deele volkomen eigen beheer; de Gouverneur-Generaal heeft een eigen, in de nieuwe staatsregeling wel omschreven be voegdheid en macht, waardoor Plein en Bui tenzorg weten wat zij aan elkander hebben. Maar de eigenlijke veranderingen moeten komen uit de Inlandsche bevolking zelve, en dergelijke veranderingen voltrekken zich uiteraard langzaam en geleidelijk. Meer malen is de aandacht gevestigd b.v. op de beteekenis, die de Javasuiker voor geheel Indië had; cijfers zyn naar voren gebracht en bestreden, maar ook hier is de praktyk harder leermeesteres gebleken dan welke cijfers ook. Om een enkel voorbeeld te noe men: in 1920 droeg de suikerindustrie door belastingen en andere openbare lasten voor ongeveer 160 millipen in de. totale Staats inkomsten van ïndië, zijnde 28 Nu zal wel niemr.nd bestrijden, dat het Indisch budget gelijk het tegenwoordig is samenge steld, voor een g-oot deel strekt ter voldoe ning aan de behoeften van de Inlandsche bevolking, zoodat met dit cijfer wel werd bewezen welk aandeel de suiker steeds had in de geleidelijke ontwikkeling van Indië. En, zooals het met de Suiker is, is het met andere cultures ook. Tabak, rubber, thee, koffie wij noemen er slechts enkele, zyn 0p ■ingsti'ge wijze teruggeloopen. Daartegen nver geen ontsluiting van nieuwe gebied*, deelen in Sumatra, zoo straks ook in Borneo; zulke verliezen kunnen alleen worden goed gemaakt indien conjunctuurveranderingen intreden. Maar een land als Indie bezit jn klimaat en bodemgesteldheid een natuur, lijke rukdom, die. mits goed beheerd en goed toegepast, voor de toekomst de noodige haten zal afwerpen. Het mag daarom wel- licht gelukkig worden gerekend, dat, dank zij de nieuwe Staatsregeling, niet meer als vroeger op het Binnenhof uiteindelijk over de details der Indische begroeting wordt beslist. Neen, hoofdstuk voor hoofdstuk wordt weliswaar nog in Nederland behan- deid maar veranderingen in zoodanig hoofd stuk'kunnen alleen door verwerping van het geheele hoofdstuk worden verkregen. En daartoe gaat men niet al te spoedig over. Gelukkig heeft deze nieuwe wijze van be handeling niet geleid tot een inzinking van de belangstelling, die na den oorlog in sterke mate begon op te leven. Die belangstelling is op peil gebleven, en vooral de snelle ver binding die het vliegtuig met Indië moge lijk maakt, heeft Indië nader tot Nederland, maar ook Nederland nader tot Indië ge- bracht. Wanneer men rept van zelfstandig heid van Indië, bespeurt men tegenwoordig zelfs al twee richtingen; en daaronder is er een die de zelfstandigheid ziet onder leiding van de Nederlanders, die in Indië tot de blijvers gaan behooren. Veel minder dan de Oost, gaf de West reden tot vreugde. Ons West-Indië blijft een zorgenkind voor de Regeering, dat, tenge volge van de vestiging van de Koninklijke Petroleum op Curagao, een opleving van dit onderdeel aanschouwde. Is een zeer, zeer duister punt in deze veertigjarige periode, wat Oost-Indië betreft, de muiterij aan boord van „De Zeven Provinciën", die intus- schen deed zien hoe ver het reeds gekomen was voor West-Indië is er de overval van Venezolaansche bandieten in 1929, die zelfs den Gouverneur gevankelijk wegvoerden. Nederland is toch wel een gelukkig land, dat het zoodanige zaken als incidenten kan be schouwen, waarop een gezonde reactie mo gelijk is gebleken. Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarscbe Courant, ingeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onie koningin? Het boek verschijnt in Augustus. Verzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. Dealbumsz|jt> uitsluitend bij vooruitbetaling zoodat ge door inzending van hef ter drag na verschijnen het album kunt ontvangen. De prijs bedraagt 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.95. Postgiro 37960 N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster en Zoon, Alkmmrsche Courant. Onmiddellijk na het uitbreken van den brand kwamen padvindersverkenners, die hun kamp in de nabijheid hadden opgé/- slagen, toesnellen om het vuur te dooven, doch zy slaagden hierin niet. De brand weercorpsen van Nijmegen, Wychen en Hatert werden te hulp geroepen en na eenigen tijd slaagde men er in den brand te beperken. Om vier uur was de brandweer het vuur meester. Enkele H.A. bosch en heide, eigen dom van de beide weeshuizen te Wychen, werden door de vlammen verteerd. HOUTZAGERIJ VERBRAND. De op de grens van de gemeenten Zaan dijk en Wormerveer staande houtzagerij van de N.V. Houthandel v.h. P. Donker is Zaterdagavond door brand verwoest. De houtzagerij, gevestigd in de fabriek „Voorwaarts", werd met de vele zaag machines verwoest. De fabriekschef was 's middags half twee nog in de houtzagerij geweest, doch had niets verdachts be speurd. De oorzaak van den brand is niet bekend. DE BRAND IN HET SEMINARIE RIJSENBURG. 49 kamers uitgebrand. De brandweer is in het gebouw van het seminarie Rjjsenburg nog steeds met het nablusschen bezig. De bibliotheek is, zooals wy reeds meld den, geheel behouden gebleven. Wel zijn de particuliere verzamelingen van de hoogleeraren voor een belangrijk deel in vlammen opgegaan. In totaal zijn 49 van de ruim 300 ka mers uitgebrand. De lessen zullen na de vacantie in het gebouw worden hervat. De twee laagste klassen gymnasium zullen echter voorloopig in het klein seminarie te Apeldoorn worden ondergebracht. KINDJE OMGEKOMEN IN EEN BRANDEND KIPPENHOK. Bij een brand in een kippenhok van den vrachtrijder W. te Sevenum (L.) is van avond een ruim 3 X -jarig kind van het gezin Curvers om het leven gekomen. Toen drie kinderen speelden in het kip penhok, dat dienst doet als turfopslag>- plaats, brak in het kleine gebouwtje, ver moedelijk doordat de kinderen met lucifers hadden gespeeld, eensklaps brand uit Twee der kleinen zagen volgens De Crt. kans uit het brandende gebouwtje te vluchten, doch een 3 K-jarig kind echter kon zich niet spoedig genoeg in veiligheid brengen, en vóór dat toesnellende om wonenden het kind uit zyn netelige positie konden bevrijden, was het reeds geheel met brandwonden overdekt. Het kind ia aan de bekomen brandwonden bezweken. Uit het Engelsch van ARTHUR SOMERS ROCHE DoorMr. P.v, D. 39) Hij wuifde dronken met zijn hand: die viel op mijn nek; zijn heele gewicht hing aan mijn schouders, en hij zou gevallen zyn, wanneer ik hem niet snel was te hulp geschoten. Dronken! Als hij oojt zijn zinnen koel en bij elkaar had moeten houden, dan was dit nu wel het gevaL In plaats daarvan waren zij verbijsterd door alcoholDaarna zag ik, dat ik hem verkeerd beoordeeld had. Dit was niet de flikkering van alcohol, die in Peters' oogen was, maar het was het waas van den dood; het was niet een dron- kemansroes, die zijn tong dik maakte... maar het naderende einde. „Peters", bracht ik hijgend uit. Hij zeeg in een stoel neer, en ik zag on der zijn boord een groote, karmijnroode vlek. „Je had Davis eens moeten zien", wist hij nog uit te proesten. „Waar is hij?" schreeuwde ik. „In de hel om op me te wachten", lachte hij. „Hij en z'n liefje „Heb je haar vermoord?", fluisterde ik. „Wie? ik? Wat geeft je het recht te den ken, dat Kern Peters vrouwen dood maakt. Heb ik je niet gezegd, dat ik nooit meisjes mishandelde? Ga zitten, Lacywe hebben geen haast. Ik ga gauw dood. Heb graag iemand bij me Ik boog mij naar hem over, raakte hem bij z'n jas aan, maar hij verwijderde mijn hand. „Het hield juist een minuut op te bloe den kom er niet aan. Laat me maar aan mijn lot over. In ieder geval ben ik er gauw genoeg niet meer". Een glans kwam in de oogen, die doffer werden. „Een fijne kerel, Lacy". „Voor een schavuit stierf hij verdraaid goed". „Waar zag je hem?" vroeg ik. „Ging van je wegnaar een plaats, die ik kendeiedereen praatte over den knaap, die Slavini en de twee anderen om zeep bracht. Niemand wist nog, als ze morgen zullen weten, prachtig maar ze weten nu nog niets. Geen sterveling kende ook jouw naam, Crandall. Daar ben ik hee- lemaal zeker van. Jij bent veilig. Neem het kleine meisje en trouw haar. Doe haar een verhaal over vanavondleg haar uit het doet er niet toe wat, wanneer ze van je houdt hoe ze hierheen gekomen is ja, ah, ik wist, dat Davis gepraat had,wel ik kwam te weten, waar hy uithing met dat meisje van Wanger van hem. 'k Dacht wel, dat hy hier naar toe zoti komen en juffrouw Seeley hier zou hebben opgeborgen". Plotseling begon hy te lachten, lachte, tot dat adembenemende pijn en bloed hem deed ophouden. „Ook een mop, kameraad, 'k Deed nog een boodschap, voor ik hier naar toe kwam. Wacht, ik zal je vertellen,nou, ik kwam hier en belde, 't Meisje deed open, zag me, en gaf een gil. Iets over Davis, die geen re volver zou hebben. Het meisje rende naar hem toe, zei iets over hem niet te verra den, en jou te verwachten. Lacy. Davis grijnst haar aan". „Je dacht wel, dat ik van plan was het met Crandall uit te praten hè, Louise? zei hij". „Kreeg me ertoe mijn revolver weg te doen, jou kleine feeks! Wel, heb altijd een tweeden revolver bij my. Zoo, jij wou mij dus verraden?" „En meteen, voordat ik nog wist, wat hij zou gaan doen, schoot hij het meisje neer" Ik kreunde. Om mijn toezegging te ver krijgen Davis niet te dooden, had zij een revolver van Davis weggenomen. En hij had, toen Peters binnen kwam, gedacht, dat zij hem had verraden. „Waar?", vroeg ik. „In de kamer hiernaast", zei Peters. „En hierop gaf ik hem van katoen. Maar dat hij op het meisje schoot, verwondert me ik raakte hem door de schouder, inplaats van door het hart, hij trof mij bovenaan de long, geloof ik. Stond toen recht tegenover me en schoot het met me uit. Ik won 't. En ik meen, kameraad, dat dit alles is. Behalve nog een kleinigheid". Zyn oogen gingen toe, en een oogenblik dacht ik, dat hij dood was. Toen gingen ze weer open, en ik las er een onbeschrijfe lijke spot in. „Ik zal een dokter halen „Een dokter, verduiveld nog aan toe!", viel hij in de rede. „Wat moet dat? Om me voor den electrischen stoel te bewaren? Niks hoor, Lacy. En trek het je niet aan, kerel. Dit is het einde, dat ik me altijd wenschte. Een eerste klasser, dat ben ik. Kreeg den grootsten kei van New York beet, met al zijn kornuiten, en stuurde hem naar de hel voor mij. En zeg, Lacy, hengel eens in mijn binnenzak, je zult m'n revol ver wel niet af laten gaan, kijk daarin en zie eens wat je dan vindt". Ik maakte zyn jasje open, zoo behoed zaam als ik maar kon, en kwam met mijn vingers in de binnenzak. Iets effens en koels en wriemelend levends kwam met mij in aanraking. Ik trok er de smaragden van de Seeley's uit. „Ik ben geen heilig boontje kameraad", stamelde Peters. „Maar een moedigen knaap als.jij zou ik niet willen dooden. Niet voor vijftig colliers. Dat kleine vrouwtje mocht ik op mijn manier ook* Een dapper kind. Nam Kern Peters onder handen. Maar by nader inzien zeg ik tegen mezelf, dat ik, met de bende uit den weg te ruimen, die het werk op jou had afgescho ven, wel meer dan genoeg gedaan heb, niet waar? Iemand kan niet meer van mij ver langen, hè? En bovendien zou ik niet wil len, dat er een haar op je hoofd gekrenkt werd. MaarDavis gaf me een aanwijzing omtrent hetgeen je met het collier had ge daan. De moeite van het probeeren waard, nietwaar? Toen ik je uit het restaurant bracht, kwam ik in je zak. Hield me al wat met zakkenrollen bezig, toen ik een kind was. Ben het niet vergeten, hoe je dat moet doen. Kreeg een enveloppe te pakken; en opende die, toen je van my weg ging. Vond het recu, stapte naar het hotel kreeg het collier, verduiveld, kameraad, je kunt niet verwachten, dat een schurk in een engel verandert, weet je". „Verdraaid, hoe zou Davis zich wel heb ben gevoeld, wanneer h(j had geweten, dat ik die smaragden b(j my had? Wilde het hem vertellen, toen hy crepeerde, maar welbeschouwd stierf hy tamelijk dapper. Kameraad, blijf by mij, nog maar voor een paar minuten. En maak je dan uit de voe ten, Niets of niemand, dat je in verband kan brengen met hetgeen zich vanavond heeft afgespeeld. Die oberkéllner zal zUn bek dicht houden... daarover hoef je Je niet bezorgd te maken. Niemand verder weet dat je op de baan bent geweest, La cy, disch het meiske maar een verhaaltje op. Ik begin zoo'n beetje te gelooven, ka meraad, dat deze weg zoo best niet i». Maar net is nu eenmaal den weg, dien ik heb ge nomen, kameraad, en ik zal blijven lachen tot het einde". En dat deed hij. Mogelijk dat het snoe» very was. Ik weet het niet. Ik weet alleen, at een man, die onder andere en betere omstandigheden een volmaakte heer zou zUn geweest, nu zeer dapper stierf. Dief, moordenaar, schurk,... toch zal ik altijd om hem blyven treuren. Ik legde hem op den grond neer, legde iets over zyn gezicht en ging op mijn tee- nen naar de andere kamer. Daar lag Davia yn vriendinnetje dat haar pogingen tot fatsoen met haar leven had betaald. Wel, wanneer zij kwaad op deze wereld mocht dan had tenminste ge- ccr iets daarvan goed te maken. (Wordt vervolgd) ONS DRUKWERK 1 Stooxen. het werk, flen marsen. r« weaen»«M-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6