E WIND
BLAAST.
NEDERLAND
1R9R ONDER 1/38
KONINGIN WILHELMINA
„40 jaren Koningin
der Nederlanden"
MuwekUmd
motorrijtuigen.
ÏÏMMAT
CAHEEPASTILLES
ZeuiUetwt
TWEEDE BLAD.
IN ZWEMBAD VERDRONKEN.
Gistermorgen was de 24-jarige H. van
der Veen te Winschoten in 't geméentelyk
zwembad gaan zwemmen. Tegen den mid
dag vond men zijn kleeren aan den kant
van het bad liggen. Men vermoedde, dat
den jongeman een ongeluk was overkomen
en men ging dreggen. Daar dit geen resul
taat opleverde maakte men gebruik van
een treknet. In den namiddag is hiermede
het lyk uit het bassin opgehaald.
,VROUW IN BRAND GERAAKT.
Tengevolge van het omvallen van een
brandend petroleumstel in de keuken van
haar woning in de Groenlandstraat te Rot
terdam geraakten de kleeren van de 59-
jarige bewoonster W. Baay in brand. Het
slachtoffer liep een aantal brandwonden
aan het lichaam op en werd per auto van
den geneeskundigen dienst overgebracht
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel,
waar zij in vrij ernstigen toestand is opge
nomen.
Het staat nog niet vast of de vrouw, die
op de tweede verdieping gelegen keuken
bezig was, het petroleumstel heeft bijge
vuld terwijl het brandde, of dat zij een pan
van het stel wilde nemen. In ieder geval is
zü met haar kleeren blijven haken aan een
van de kranen, zoodat de olie over haar
kleeren liep. Toen het toestel daarop ook
omsloeg, vatte de olie direct vlam en in een
oogwenk stond de vrouw toen in brand. Zij
snelde in haar schrik direct naar beneden
waar zij om hulp riep. Een buurman schoot
op haar geroep toe en slaagde er nog in om
met een laken de vlammen te dooven. De
vrouw had toen echter al erge brandwon
den opgeloopen aan den linkerarm, aan de
linkerzijde en aan den rug.
Aangezien er op het oogenblik, dat het
ongeluk gebeurde niemand anders thuis
was, veroorzaakte het brandende petroleum
toestel ook brand in de keuken. Manschap
pen van slangenwagen 35 bluschten met
één straal op de waterleiding en de gummi
slang dezen brand, waardoor de keuken
gedeeltelijk is uitgebrand.
BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG.
Te Maren (N.B.) sloeg, tijdens een hevig
onweer, de bliksem in de landbouwschuur
van den landbouwer P. de Werd, welke to
taal afbrandde. Een zwaar varken, eenige
kippen en een gedeelte van den oogst wer
den een prooi der vlammen. Dank zij den
hevigen regenval kon men woonhuis en
andere bijgebouwen behouden doen blijven.
DE N.S.B. EN INDIE.
De heeren van Geelkerken en
d'Ansembourg niet als politieke
personen naar Insulinde gegaan.
Het Bat. Nieuwsblad heeft een kort onder
houd gehad met de heeren van Geelkerken
en d'Ansembourg en het vernam daarbij het
volgende:
Een voor hen aangevraagde audiëntie bij
den gouverneer-generaal is geweigerd. Zulks
geschiedde onder motiveering, dat de n.s.b.
in Nederland de daar gevestigde regeering
pleegt te bestrijden op een wijze, welke het
den landvoogd minder gewenscht doet voor
komen beide heeren te ontvangen.
Daar, aldus de beide heeren, het hoogste
gezag hier heeft gesproken, is geen discus
sie over deze kwestie mogelijk.
Beiden gewaagden van de op Sumatra
door hen ondervonden objectiviteit van alle
zijden. Zy werden ontvangen door den gou
verneur van Sumatra, verschillende residen
ten en andere bestuursambtenaren. Voorts
werd veel hartelijkheid en sympathie, ook
buiten den ledenkring, ondervonden.
Met nadruk werd er op gewezen, dat de
n.s.b. hier niet den politieken strijd komt
brengen: „Wij hebben vacantie van de poli
tiek, wij zijn hier voor een principieel en
ideëel doel".
De heer d'Ansembourg acht het voorts van
groot nut, dat hij als Kamerlid tenminste
iets van Indië afweet uit eigen aanschou
wing. „Men kan in elk geval niet zeggen, dat
de n.s.b. niet meewerkt in Holland de be
langstelling te wekken voor Indië".
Over de beweging in Indië hebben de
heeren uiteraard zich nog geen oordeel ge
vormd.
Beiden verklaarden onder den indruk ge
komen te zijn door de grootschheid van Su
matra en het aldaar gepresteerde koloniale
werk.
SCHOOLSTRIJD EN BROODNIJD TE
SPIJKENISSE.
Bij besluit van 25 Juli 1938 heeft de Kroon
vernietigd het besluit van den raad der ge
meente Spijkenisse (Z.-H.) van 3 Februari
1938, strekkende tot het uitsluiten var.
ambachtslieden, die lid zijn van de vereeni-
ging tot stichting en instandhouding van de
school met den bijbel aldaar, van het ver
richten van onderhoudswerken en leveran
ties ten behoeve van de openbare lagere
school.
Dit raadsbesluit vond zijn grond in de
omstandigheid, dat het bestuur der vereeni-
ging, ondanks den van de zijde van het ge
meentebestuur uitgeoefenden aandrang, niet
bereid was, wijziging te brengen in zyn ge
dragslijn, dat voor het verrichten van leve
ranties en arbeid ten behoeve van de bij
zondere school slechts diegenen in aanmer
king komen, die lid zijn van bedoelde ver-
eeniging. De Kroon nu oordeelt, dat de raad,
al is zijn besluit begrypelyk, niet bevoegd
kan geacht worden van leveranties en werk
zaamheden ten behoeve der gemeente een
categorie medeburgers uit te sluiten om
redenen, welke liggen buiten hunne be
trouwbaarheid en bekwaamheid, daar een
publiekrechtelijk lichaam gehouden is, ook
al misbruikt een particuliere vereeniging
hare rechten, tegenover deze de onpartijdig
heid te betrachten, welke nu eenmaal de
overheid heeft te dienen.
KEURING KOPLAMPEN VAN
Een belangrijke wijziging.
Door een beschikking van den minister
van waterstaat, d.d. 13 Augustus 1938,
schrijft de K.N.A.C., is een zeer belangrijke
wijziging gekomen in de voorschriften in
zake de keuring der koplampen van motor-
rytuigen.
Oorspronkelijk was bepaald, dat met in
gang van 1 Januari 1939 alle koplampen
van een goedgekeurde soort dienden te zijn
of dat daarop een door den minister vastge
steld goedkeuringsmerk diende te zijn aan
gebracht.
De genoemde datum is thans gewijzigd in
1 Januari 1940, zoodat tot dan met onge
keurde lampen mag worden gereden.
Een uitzondering daarop en dit is zeer
belangrijk voor koopers van nieuwe motor
rijtuigen wordt gemaakt voor motorrij
tuigen, die na 31 December 1938 ingevoerd
of hier te lande vervaardigd worden. Voor
deze blijft de bepaling bestaan, dat zij van
goedgekeurde koplampen voorzien moeten
zyn.
Wie dus na 31 December a.s. een nieuw
motorrijtuig koopt, invoert of vervaardigt
heeft zorg te draten, dat daarop goedge
keurde koplampen zyn gemonteerd. Inmid
dels verdient het reeds thans aanbeveling
by dén aankoop van een nieuw motorrijtuig
levering van goedgekeurde koplampen te
eischen.
Momenteel kan de datum van invoer van
een motorrytuig blyken uit het nationali-
teitsbewijs.
Na invoering van de nieuwe wegenver
keerswet, hetgeen thans ieder oogenblik
verwacht kan worden, krijgt ieder motorrij
tuig een „voertuigenbewys", waaruit zijn
leeftijd kan blyken.
STEUNTREKKER, DIE 11.000
HAD GE-ERFD.
Proces-verbaal opgemaakt.
De politie te 's-Gravenhage heeft een
48-jarigen bewoner van de Verrieststraat
aldaar aangehouden, die sedert 16 Juli
1932 vrijwel onafgebroken in steun is ge
weest. De man had gedurende dien tijd
een bedrag van 5708 aan steun ontvan
gen.
In 1928 had de steuntiekkende evenwel
een erfenis van 1000 gekregen, in 1931
gevolgd door een tweede erfenis van on
geveer 10.000, bestaande uit twee hypo
thecaire leeningen, van 5000 en 3000,
benevens een bedrag van 2000 in con
tanten.
De man had dzijn contanten naar de
spaarbank gebracht en, toen hij zich voor
steun opgaf, verzwegen, dat hij een kapi
taaltje had.
De spaarbankboekjes zijn nu door de
politie in beslag genomen en het ontvan
gen steungeld zal door den man terug moe
ten worden betaald. Bovendien kreeg hij,
tot slot, een procesverbaal wegens oplich
ting.
het verkeer.
Vervolg.
Men zou geneigd zyn de ontwikkeling van
de auto nog sneller te noemen dan die van
het rywiel. In 1898 werd de wedstrijd Parijs
Amsterdam en terug gehouden; de „ko
ningen van den weg" van die dagen, een
Charron, een René de Knijff namen er aan
deel en bezetten de eerste plaatsen. Toen
werd deze wedstrijd, in een zestal parcours-
sen gesplitst, een geweldige prestatie ge-
heeten; thans staat het record van Parijs
naar Den Haag per auto op een tijd, die ge
ringer is dan die, welken de trein erover
doet. De auto is intusschen nog grootendeels
luxe vervoermiddel gebleven; het bezit van
een auto is nog slechts, niettegenstaande de
pryzen aanmerkelijk zijn gedaald, veroorloofd
aan zeer goed gesitueerden. Maar reeds begint
zich, gelijk in Amerika, een evolutie te vol
trekken in dezen zin, dat men het bezit van
een auto, zij het dan ook een van weinig
paardenkracht, als een noodzakelijke be
hoefte gevoelt, dan wel als een ontspan
ningsmiddel, dat men boven andere verkiest.
Tegelijkertijd heeft de auto in anderen vorm
in het meer zakelijk leven haar intrede ge
daan; het aantal vrachtauto's in onze steden
is geweldig toegenomen, om van taxi's ge
heel niet te gewagen. Ook in ons land heb
ben de autobusdiensten zich een groote
plaats veroverd. Het eenige bedenkelijke
van de ontwikkeling dezer vervoermiddelen
is daarin gelegen, dat onze wegenbouw
geenszins bestand is tegen de verwoestingen,
die deze geweldige zware voertuigen aan
richten. Het eerste Wegencongres, dat in
1921 werd gehouden was het bijeenkomen
van dit congres ook niet reeds een merk
waardig teeken des tijds? heeft dan ook
aan afdoende middelen tegen dit euvel
vooral zijn aandacht gewijd. De moeilijk
heid is vooral daarin gelegen, dat men er
eenerzijds voor moet waken om de zoo nood
zakelijke ontwikkeling van dit practisch
vervoermiddel tegen te gaan, anderzijds
moet voorkomen, dat onze kostbare wegen
steeds nieuwe herstellingen eischen, en het
verkeer in onze straten wordt ingenomen
door deze kolossen. Reeds zijn door tal van
Gemeentebesturen maatregelen van ver
schillenden aard overwogen en gedeeltelijk
toegepast; de praktijk zal ook in dit opzicht
den juisten weg moeten aanwijzen. Men
kan gerust zeggen, dat een niet gering ge
deelte van de zorgen van den Minister van
Waterstaat tegenwoordig is gelegen in de
coördinatie van het verkeer. Het is niet zoo
gemakkelijk als het gelijkt, want liet men
goedkoop opduikende ondernemingen de
vrije hand, dan zouden zij verdwijnen na
tevoren beter georganiseerde ten ondergang
te hebben gebracht. Hier is strijd van be
langen tusschen auto en spoorwegen, strijd
van belangen zichtbaar en onzichtbaar; ook
hier zal een overgangsperiode de kristalli
satie moeten verrichten. Maar wel mag
worden gezegd, dat Nederland inmiddels een
wegennet heeft gekregen, voorzien van uit
nemende verbindingen, dat er mag zijn; een
wegennet waardoor de auto-gebruiker in elk
geval.bemerkt wat er met het niet karig
door hem opgebrachte belastinggeld ge
schiedt. Reeds de vrachtauto's ondergingen
in de laatste tien jaren eene verdubbeling.
Het is een van de groote voordeelen van
het nieuwste verkeer, het verkeer door de
lucht, dat ter voorkoming van botsing en
opeenhooping nog geen maatregelen behoe
ven te worden getroffen. Nog niet, want er
zyn reeds gevallen, dat de vliegtuigen, zy
het ook door mist of door duisternis, tegen
elkander zyn aangevlogen en verbryzeld.
De ontwikkeling van het luchtvaartwezen
intusschen is wel het meest teekenend ele
ment van deze periode in het verkeer. Meer
dan honderd jaren zijn er noodig geweest
om van Montgolfier te komen tot de be
stuurbare luchtballon van Graaf Zeppelin.
In 1909 vloog Bleriot voor het eerst over het
Kanaal; in 1911 nog werd de groote Euro-
peesche rondvlucht, waaraan ook Wijnmalen
deelnam, als een bewys van grooten voor
uitgang beschouwd. De oorlog in het bijzon
der heeft het vliegwezen ontwikkeld, ook
hier te lande, waar naast de reeds bestaande
militaire luchtvaartafdeeling een Marine
luchtvaartdienst werd ingesteld. In den
oorlogstijd was er van gewoon luchtverkeer
uiteraard geen sprake; aan andere dan mili
taire vliegtuigen was het niet veroorloofd
om boven het Nederlandsch grondgebied te
vliegen. Maar, zoodra was de oorlog niet uit
of naast luchtdiensten in andere landen ont-
DIE VLIEGER GING NIET OP.
Goeden morgen mevrouw, ik ben de
nieuwe opzichter en ik kom de huur halen".
Met deze woorden begon het gesprek tus
schen een net-uitziend persoon en een be
woonster in de Saffierstraat te Amsterdam,
nadat eerstgenoemde had aangebeld en de
bewoonster de voordeur had geopend.
Maar de bewoonster vertrouwde den
nieuwen opzichter niet. Daar kwam nog bij,
dat er geen enkele reden was te verwachten,
dat de oude, vertrouwde opzichter dezen
morgen niet zou komen. De vorige week had
deze haar niets daarvan gezegd.
„Alles goed en wel", zeide zij tegen den
nieuwen opzichter in spé, „maar laat mij nu
eerst eens zien, dat u gewettigd bent de
huur op te halen".
De man glimlachte een beetje om zooveel
wantrouwen.
Maar omdat hij in gebreke bleef zich te
legitimeeren, kreeg hij het geld niet.
De deur klapte weer dicht en de man
wandelde verder.
De bewoonster vertrouwde het zaakje
heelemaal niet. Zij wilde er wel eens meer
van weten en dus belde ze de politie op. Er
kwamen eenige agenten en in 'gezelschap
van de bewoonster gingen zij den nieuwen
opzichter zoeken. Hij zou zich nog wel in de
buurt bevinden. Zyn baas had in de om
geving immers nog meer huizen.
Eenige straten verder kwamen zy hem
tegen. „Daar loopt ie", zei de bewoonster
tegen haar begeleiders. De agenten spraken
den man aan. Toen bleek heel spoedig, dat
hij geen opzichter was. maar een straatmu
zikant, die zich voor huurophaler had uit
gemaakt om op deze wijze zijn inkomsten
te vermeerderen.
Dank zij het wantrouwen en het door
tastende optreden van de bewoonster ging
deze vlieger niet op.
Wegens poging tot oplichting is de 48-
jarige man in het bureau Pieter Aertzstraat
opgesloten.
HET RIJTIJDENBESLUIT.
Waarschijnlijk in werking tegen
1 Januari a.s.
Op de vragen van den heer van Braam
beek betreffende het tijdstip van uitvaar
diging van het rijtijdenbesluit heeft de mi
nister van sociale zaken geantwoord dat
het niet in de bedoeling ligt de uitvaardi
ging van het rijtijdenbesluit te verschuiven
totdat een reglement autovervoer van goe
deren in werking zal zyn getreden.
Invoering van het rijtijdenbesluit, zoodra
zulks mogelijk is, komt inderdaad zeer ge
wenscht voor.
Het laat zich. aanzien, dat genoemd be
sluit met ingang van 1 Januari a.s. in
werking zal kunnen treden.
ERNSTIG VERKEERSONGELUK TE
OEFFELT.
Een doode, een zwaar gewonde.
Gisteren heeft te Oeffeit een ongeluk aan
één persoon het leven gekost; een tweede
werd zwaar gewond.
Toen de motorrijder Timmer uit de rich
ting Haps naderde, is hij door tot nu toe on
bekende oorzaak in botsing gekomen met
een auto uit Arnhem, komende uit de rich-
stond de Koninklijke Luchtvaart Maat
schappij, die thans een groote reeks verbin
dingen met omliggende landen exploiteert,
welke van groot nut zijn gebleken. De
K.L.M. geniet een niet onbelangrijk Staats-
subsidie, dat zelfs in deze moeilijke finan-
cieele tyden terwille van het daarbij be
trokken algemeen belang is gehandhaafd.
Uit de K.L.M. is de K.N.I.L.M. voortgeko
men, gevolg van de regelmatige verbinding,
die met Indië ontstond. Wie een spoorboekje
van b.v. 1860 zou leggen naast een van 1900,
zou een geweldige uitbreiding van de dage-
lyksche diensten constateeren; wie een
dienstregeling van de K.L.M. van 1928 legt
naast een van thans, ziet veel grooter ver
schil. Schiphol en Waalhaven, onze twee
voornaamste luchtvaarthavens, bieden een
opgewekt dagelyksch verkeersbeeld; met 123
belangrijke plaatsen over de geheele wereld
worden thans door de K.L.M. en door de met
haar verbonden andere nationale Lucht
vaartmaatschappijen diensten onderhouden.
Er is een zekere regeling in dit luchtvaart,
verkeer gekomen, waardoor de diensten der
vliegtuigen op elkander aansluiten; er wor
den faciliteiten toegestaan, waaraan men
vroeger niet dacht; kortom er ia inderdaad
een luchtverkeer van internationale betee-
kenis in de maak! Onze ouders, die meenden
dat zij met de ontwikkeling van trekichuit
tot trein als dagelij ksch vervoermiddel reed»
een geweldigen sprong hadden gedaan, wor
den door het thans levend geslacht zeker
overtroefd!
Hebt u reeds, als abonné van de
Alkmaarsche Courant, Ingeteekend op
onze premie-uitgave
een prachtig boekwerk, met ongeveer
400 foto's uit het leven van onze
koningin?
Het boek verschijnt in Augustus,
waarschijnlijk begin volgende week.
Verzekert u van zoo'n boek door nog
heden te bestellen. Dealbumssijn
uitsluitend bi) vooruitbetaling,
zoodat ge door inzending van het be
drag na verschijnen het album kunt
ontvangen. De prijs bedraagt 0.75
afgehaald aan ons bureau, fr. p. post
0.95. Postgiro 37060 N.V. Boek- en
Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster
en Zoon, Alkmaarsche Courant
ting Boxmeer. Op de duozitting van den
motor zat een knecht van zekeren Heurkens.
De motor en de auto botsten met een ont-
zettenden slag tegen elkander. De duo-
passagier werd van den motor geslingerd en
overleed na enkele oogenblikken. De be
stuurder van het motorrijwiel werd zwaar
gewond, de beide beenen bleken gebroken.
Timmer, zou eerst heden zijn rijbewijs
krijgen.
De botsing was zoo hevig, dat een waran
da van een nabijgelegen café er zeer zwaar
by werd beschadigd.
De zwaargewonde, wiens toestand zorg
wekkend is, is in het ziekenhuis te Boxmeer
opgenomen.
Zoowel de auto als het motorrijwiel zijn
totaal vernield.
Weest voorzichtig met vuLr
In bosch en heide.
Verpakt in fraaie goud-Bonbonnières
Prijs f. 1.- en 50 ct.
D® aangewezen verpakking voor op
roii en in Pen ovto.
D
12)
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelsch door J. van P
III.
Omdat hij zoo jong was en meende veel
te weten, terwijl hij in werkelijkheid zoo
weinig wist, had de jonge Shane gedacht,
dat hy de 'morgenster ontdekt had, toen hij
Moyra Dolan ontmoette. Vijf en een half
jaar op zee, als leerling en als stuurman,
hadden zijn oogen veel geleerd en zijn
hart weinig. Hij kende Bermuda en de ha
ven van Kingston, hij had de Chineesche
zeeën bevaren, hij had de wolken om den
Tafelberg gezien, hij kende Baltimore. Hij
had de boegsprieten van de groote Oost-
Indiëvaarders gezien, die over de kaden
van Poplar staken als geweren over een
barricade. En voor hem was het slechts een
wonder, een vreemd schouwspel. De straten
waren vreemd als in een droom en de men-
schen waren vreemd als in een tooneelstuk.
Men liep door een straat en zag de eigen
aardige voorwerpen in de winkels en kra
men, men dwaalde naar rechts, men dwaal
de naar links en dan was er groote vreug
de bij het vinden van een straat, die men,
misschien vijf minuten tevoren had gezien
en men voelde, dat men opschoot, het nieu
we land begon te begrijpen.
Maar men kende het nieuwe land nooit;
al de menschen waren vreemd. Men kon
zich hen niet voorstellen aan hun dagelyk-
sche bezigheden, opstaan, eten, koopen en
verkoopen. Zwarte menschen en okerkleu-
rige menschen er scheen ergens een my
sterie te zijn; men kon zich voorstellen, hoe
zij des nachts in het geheim tezamen kwa
men om hun werkelijk begrepen leven te
beginnen. Soms scheen het onmogelijk, dat
het dezelfde wereld was; de zon, die in
Januari als een hamer klopte, kon niet de
weldadige warme zon zijn, die de heide in
de valleien van Antrim vol gloed zette. En
in de Oostzee was zij midden in den winter
kil als een kaars en zelfs dan had zij in
Antrim nog groote vriendelijkheid. Ook
waren de winden niet dezelfde; de heete
vlagen van den Indischen Oceaan, de dron
ken gierende stooten van de Golf van
Biskaye, de passaten, die gestadig werkten
als mieren, zij hadden niet het menschelijk
karakter van de winden in de Negen Val-
leiën, die nu barsch waren als een boos
man en dan vriendelijk als een zachte
vrouw.
Slechts één ding was constant en dat
waren de vrouwen, die zeelui in de havens
ontmoetten en zij droegen maskers de
zelfde gemakkelijk gedwongen lach, de
zelfde grove vleierij, de minzame armen, de
eeuwig graaiende hand
En dan op een goeden dag verveelde de
nieuwé haven, als een boek, dat men te
vaak gelezen heeft, of als een plaat, die
men te lang bekeken heeft. En dan was
het weer bramzeilen bijzetten en weg naar
een andere haven, waar weer nieuwe
vreemde menschen waren en straten, an
ders aangelegd en andere dingen in de
winkels en een andere taal, om een zin of
wat van te leeren.
Maar tenslotte verveelde alles voor een
tijd, de verhittende tropische geur, de ko
raalzeeën, helder als welwater thuis, de
witte huizen met de groene blinden het
weelderige grove groen. En de melancho
lieke trommen van het Oosten verveelden
en ook de grimmigheid van het Noorden.
En de eindelooze stoet vermoeide het oog
en den geest. En de scherpe kanten van het
karakter der scheepsmaats boorden door
de gelijkvormige bekleeding van vleesch
tot iemand door en werden hinderlijk,
soms ondragelijk.
En dan kwam er een immers verlangen
over den jongen Shane naar de geliefde
gezichten in het lamplicht, naar den wit
ten weg over de purperen heide, naar den
tuin waar de vergroende zonnewijzer stond
met de lange spreuk in Iersche karakters:
Is mairg a baidthear in am an anaithe
Na tig an ghrian in dhiaidh na feart-
hainne
alsof niet iedereen wist, dat het jammer
was om in een storm te verdrinken, om
dat de zon helder schijnt, ook als de regen
neervalt!
Maar de zonnewijzer stond in zijn hart
gegrift, evenals de purperen berg en het
groote bruine huis. Hij snoof de winden
op als een jachthond dat doet en iedere
slag over stuurboord of bakboord wond
hem op of drukte hem neer. Wanneer zou
hij aankomen zou het in de koelte van
den avond zijn, als de vleermuizen rond
fladderden, of zou het zijn in den zonne
schijn 's morgens als de geur van de heide
overheerschte? En we zou het klappen
van het tuinhek hooren als de klink werd
opgelicht en hem een welkom toeroepen
met een luiden roep; oom Alan of oom
Robin, of een dienstmeid of een knecht, of
de gebogen oude tuinman, die bet grasveld
verzorgde alsof het een speelveld was
Of zou het zijn moeder zijn?
IV.
„Jonge man. wat is het, dat je mijn
mooie jonge dochter hebt aangedaan?"
„Ik heb niets gedaan, Bhean 'i Dolain",
stoof Shane op, „dat niet in eer en deugd
is gedaan en de man of de vrouw die an
ders spreekt, liegt".
„Agra, dat weet ik. Ik weet dat er geen
kwaad in je schuilt, van top tot teen niet.
En het verdriet, dat je haar hebt aange
daan, is in haar hart. Den ganschen dag
zucht zij en zij is lusteloos als een plant in
de schaduw, die de zon noodig heeft. Den
geheelen nacht ligt zij wakker en de stille
tranen loopen langs haar wangen. En zij
kwijnt voor mijn oogen en haar tred, die
eens licht was, is nu sleepend als van een
kreupele. Jongeman van het Noorden, je
hebt liefde in haar hart gebracht en ver
driet in haar hoofd".
„Ikzelf ben ook niet zoo vroolijk, vrouw
Dolan".
„Ik weet het, avick. Heb ik niet zelf de
zeven kwellingen van de liefde gekend,
toen ik een jong meisje was? Maar het is
gemakkelijk voor een man, avick. Hij kan
naar vreemde landen gaan en het uit zijn
hoofd zetten, of drinken en de hevige pijn
verdooven. Maar voor een vrouw is het
anders. Het is als een mismaking, die ieder
een kan zien. En als je weg bent gegaan,
dan zullen allen het zich herinneren, want
de mannen hebben een goed geheugen. De
tijd voor een huwelijk zal komen en ze
zullen naar mijn mooie jonge dochter kij
ken en ze zullen zeggen: Is dat niet het
roode meisje, dat liefde schonk aan den
zeeman en wier hart verteerde, zoodat er
nu geen sap in over is voor mij? En zij
zullen haar voorbijgaan, mijn mooie jonge
dochter, die de gelijke is van wie ook".
„En wat zoudt ge willen dat ik deed,
vrouw van het huis?"
„Wat zou een fatsoenlijk man anders
doen dan haar trouwen?"
„Jaja, ik dacht er over haar te trou
wen, als zij mij hebben wil... maar wij
kennen elkander nauwelijks... en mis
schien ben ik nog te jong
„Als je een schip aan kunt, dan ben je
ook in staat een vrouw aan te kunnen,
jonge man. En welke tijd is beter voor een
huwelijk dan de eerste frischheid van de
jeugd Jelui groeit dan samen op ala de
blaren van een boom. Stel het nu niet uit,
maar schiet toe als een held".
„Maar is er niet de kwestie van haar ga-
loof tusschen ons, vrouw van het huis?"
„En dat kan stellig later geregeld wor-
den. Zal de priester bezwaren maken, denk
je, zoolang zij haar plichten nakomt? Ik
ben breed van opvatting en ik ken de zeven
kwellingen van de liefde. Ga naar je eigen
dominee en ze zal met je meegaan, dat be
loof ik je, zoo wordt zy door liefde ver
teerd".
(Wordt vervolgd).
UCIL» u«
hebben gezoent, er neei wm -
zijn dan degenen, die van de ééne naar de