E WIND BLAAST. NEDERLAND 1R9R ONDER 1/38 KONINGIN WILHELMINA „40 jaren Koningin der Nederlanden" MuwekUmd motorrijtuigen. ÏÏMMAT CAHEEPASTILLES ZeuiUetwt TWEEDE BLAD. IN ZWEMBAD VERDRONKEN. Gistermorgen was de 24-jarige H. van der Veen te Winschoten in 't geméentelyk zwembad gaan zwemmen. Tegen den mid dag vond men zijn kleeren aan den kant van het bad liggen. Men vermoedde, dat den jongeman een ongeluk was overkomen en men ging dreggen. Daar dit geen resul taat opleverde maakte men gebruik van een treknet. In den namiddag is hiermede het lyk uit het bassin opgehaald. ,VROUW IN BRAND GERAAKT. Tengevolge van het omvallen van een brandend petroleumstel in de keuken van haar woning in de Groenlandstraat te Rot terdam geraakten de kleeren van de 59- jarige bewoonster W. Baay in brand. Het slachtoffer liep een aantal brandwonden aan het lichaam op en werd per auto van den geneeskundigen dienst overgebracht naar het ziekenhuis aan den Coolsingel, waar zij in vrij ernstigen toestand is opge nomen. Het staat nog niet vast of de vrouw, die op de tweede verdieping gelegen keuken bezig was, het petroleumstel heeft bijge vuld terwijl het brandde, of dat zij een pan van het stel wilde nemen. In ieder geval is zü met haar kleeren blijven haken aan een van de kranen, zoodat de olie over haar kleeren liep. Toen het toestel daarop ook omsloeg, vatte de olie direct vlam en in een oogwenk stond de vrouw toen in brand. Zij snelde in haar schrik direct naar beneden waar zij om hulp riep. Een buurman schoot op haar geroep toe en slaagde er nog in om met een laken de vlammen te dooven. De vrouw had toen echter al erge brandwon den opgeloopen aan den linkerarm, aan de linkerzijde en aan den rug. Aangezien er op het oogenblik, dat het ongeluk gebeurde niemand anders thuis was, veroorzaakte het brandende petroleum toestel ook brand in de keuken. Manschap pen van slangenwagen 35 bluschten met één straal op de waterleiding en de gummi slang dezen brand, waardoor de keuken gedeeltelijk is uitgebrand. BRAND DOOR BLIKSEMINSLAG. Te Maren (N.B.) sloeg, tijdens een hevig onweer, de bliksem in de landbouwschuur van den landbouwer P. de Werd, welke to taal afbrandde. Een zwaar varken, eenige kippen en een gedeelte van den oogst wer den een prooi der vlammen. Dank zij den hevigen regenval kon men woonhuis en andere bijgebouwen behouden doen blijven. DE N.S.B. EN INDIE. De heeren van Geelkerken en d'Ansembourg niet als politieke personen naar Insulinde gegaan. Het Bat. Nieuwsblad heeft een kort onder houd gehad met de heeren van Geelkerken en d'Ansembourg en het vernam daarbij het volgende: Een voor hen aangevraagde audiëntie bij den gouverneer-generaal is geweigerd. Zulks geschiedde onder motiveering, dat de n.s.b. in Nederland de daar gevestigde regeering pleegt te bestrijden op een wijze, welke het den landvoogd minder gewenscht doet voor komen beide heeren te ontvangen. Daar, aldus de beide heeren, het hoogste gezag hier heeft gesproken, is geen discus sie over deze kwestie mogelijk. Beiden gewaagden van de op Sumatra door hen ondervonden objectiviteit van alle zijden. Zy werden ontvangen door den gou verneur van Sumatra, verschillende residen ten en andere bestuursambtenaren. Voorts werd veel hartelijkheid en sympathie, ook buiten den ledenkring, ondervonden. Met nadruk werd er op gewezen, dat de n.s.b. hier niet den politieken strijd komt brengen: „Wij hebben vacantie van de poli tiek, wij zijn hier voor een principieel en ideëel doel". De heer d'Ansembourg acht het voorts van groot nut, dat hij als Kamerlid tenminste iets van Indië afweet uit eigen aanschou wing. „Men kan in elk geval niet zeggen, dat de n.s.b. niet meewerkt in Holland de be langstelling te wekken voor Indië". Over de beweging in Indië hebben de heeren uiteraard zich nog geen oordeel ge vormd. Beiden verklaarden onder den indruk ge komen te zijn door de grootschheid van Su matra en het aldaar gepresteerde koloniale werk. SCHOOLSTRIJD EN BROODNIJD TE SPIJKENISSE. Bij besluit van 25 Juli 1938 heeft de Kroon vernietigd het besluit van den raad der ge meente Spijkenisse (Z.-H.) van 3 Februari 1938, strekkende tot het uitsluiten var. ambachtslieden, die lid zijn van de vereeni- ging tot stichting en instandhouding van de school met den bijbel aldaar, van het ver richten van onderhoudswerken en leveran ties ten behoeve van de openbare lagere school. Dit raadsbesluit vond zijn grond in de omstandigheid, dat het bestuur der vereeni- ging, ondanks den van de zijde van het ge meentebestuur uitgeoefenden aandrang, niet bereid was, wijziging te brengen in zyn ge dragslijn, dat voor het verrichten van leve ranties en arbeid ten behoeve van de bij zondere school slechts diegenen in aanmer king komen, die lid zijn van bedoelde ver- eeniging. De Kroon nu oordeelt, dat de raad, al is zijn besluit begrypelyk, niet bevoegd kan geacht worden van leveranties en werk zaamheden ten behoeve der gemeente een categorie medeburgers uit te sluiten om redenen, welke liggen buiten hunne be trouwbaarheid en bekwaamheid, daar een publiekrechtelijk lichaam gehouden is, ook al misbruikt een particuliere vereeniging hare rechten, tegenover deze de onpartijdig heid te betrachten, welke nu eenmaal de overheid heeft te dienen. KEURING KOPLAMPEN VAN Een belangrijke wijziging. Door een beschikking van den minister van waterstaat, d.d. 13 Augustus 1938, schrijft de K.N.A.C., is een zeer belangrijke wijziging gekomen in de voorschriften in zake de keuring der koplampen van motor- rytuigen. Oorspronkelijk was bepaald, dat met in gang van 1 Januari 1939 alle koplampen van een goedgekeurde soort dienden te zijn of dat daarop een door den minister vastge steld goedkeuringsmerk diende te zijn aan gebracht. De genoemde datum is thans gewijzigd in 1 Januari 1940, zoodat tot dan met onge keurde lampen mag worden gereden. Een uitzondering daarop en dit is zeer belangrijk voor koopers van nieuwe motor rijtuigen wordt gemaakt voor motorrij tuigen, die na 31 December 1938 ingevoerd of hier te lande vervaardigd worden. Voor deze blijft de bepaling bestaan, dat zij van goedgekeurde koplampen voorzien moeten zyn. Wie dus na 31 December a.s. een nieuw motorrijtuig koopt, invoert of vervaardigt heeft zorg te draten, dat daarop goedge keurde koplampen zyn gemonteerd. Inmid dels verdient het reeds thans aanbeveling by dén aankoop van een nieuw motorrijtuig levering van goedgekeurde koplampen te eischen. Momenteel kan de datum van invoer van een motorrytuig blyken uit het nationali- teitsbewijs. Na invoering van de nieuwe wegenver keerswet, hetgeen thans ieder oogenblik verwacht kan worden, krijgt ieder motorrij tuig een „voertuigenbewys", waaruit zijn leeftijd kan blyken. STEUNTREKKER, DIE 11.000 HAD GE-ERFD. Proces-verbaal opgemaakt. De politie te 's-Gravenhage heeft een 48-jarigen bewoner van de Verrieststraat aldaar aangehouden, die sedert 16 Juli 1932 vrijwel onafgebroken in steun is ge weest. De man had gedurende dien tijd een bedrag van 5708 aan steun ontvan gen. In 1928 had de steuntiekkende evenwel een erfenis van 1000 gekregen, in 1931 gevolgd door een tweede erfenis van on geveer 10.000, bestaande uit twee hypo thecaire leeningen, van 5000 en 3000, benevens een bedrag van 2000 in con tanten. De man had dzijn contanten naar de spaarbank gebracht en, toen hij zich voor steun opgaf, verzwegen, dat hij een kapi taaltje had. De spaarbankboekjes zijn nu door de politie in beslag genomen en het ontvan gen steungeld zal door den man terug moe ten worden betaald. Bovendien kreeg hij, tot slot, een procesverbaal wegens oplich ting. het verkeer. Vervolg. Men zou geneigd zyn de ontwikkeling van de auto nog sneller te noemen dan die van het rywiel. In 1898 werd de wedstrijd Parijs Amsterdam en terug gehouden; de „ko ningen van den weg" van die dagen, een Charron, een René de Knijff namen er aan deel en bezetten de eerste plaatsen. Toen werd deze wedstrijd, in een zestal parcours- sen gesplitst, een geweldige prestatie ge- heeten; thans staat het record van Parijs naar Den Haag per auto op een tijd, die ge ringer is dan die, welken de trein erover doet. De auto is intusschen nog grootendeels luxe vervoermiddel gebleven; het bezit van een auto is nog slechts, niettegenstaande de pryzen aanmerkelijk zijn gedaald, veroorloofd aan zeer goed gesitueerden. Maar reeds begint zich, gelijk in Amerika, een evolutie te vol trekken in dezen zin, dat men het bezit van een auto, zij het dan ook een van weinig paardenkracht, als een noodzakelijke be hoefte gevoelt, dan wel als een ontspan ningsmiddel, dat men boven andere verkiest. Tegelijkertijd heeft de auto in anderen vorm in het meer zakelijk leven haar intrede ge daan; het aantal vrachtauto's in onze steden is geweldig toegenomen, om van taxi's ge heel niet te gewagen. Ook in ons land heb ben de autobusdiensten zich een groote plaats veroverd. Het eenige bedenkelijke van de ontwikkeling dezer vervoermiddelen is daarin gelegen, dat onze wegenbouw geenszins bestand is tegen de verwoestingen, die deze geweldige zware voertuigen aan richten. Het eerste Wegencongres, dat in 1921 werd gehouden was het bijeenkomen van dit congres ook niet reeds een merk waardig teeken des tijds? heeft dan ook aan afdoende middelen tegen dit euvel vooral zijn aandacht gewijd. De moeilijk heid is vooral daarin gelegen, dat men er eenerzijds voor moet waken om de zoo nood zakelijke ontwikkeling van dit practisch vervoermiddel tegen te gaan, anderzijds moet voorkomen, dat onze kostbare wegen steeds nieuwe herstellingen eischen, en het verkeer in onze straten wordt ingenomen door deze kolossen. Reeds zijn door tal van Gemeentebesturen maatregelen van ver schillenden aard overwogen en gedeeltelijk toegepast; de praktijk zal ook in dit opzicht den juisten weg moeten aanwijzen. Men kan gerust zeggen, dat een niet gering ge deelte van de zorgen van den Minister van Waterstaat tegenwoordig is gelegen in de coördinatie van het verkeer. Het is niet zoo gemakkelijk als het gelijkt, want liet men goedkoop opduikende ondernemingen de vrije hand, dan zouden zij verdwijnen na tevoren beter georganiseerde ten ondergang te hebben gebracht. Hier is strijd van be langen tusschen auto en spoorwegen, strijd van belangen zichtbaar en onzichtbaar; ook hier zal een overgangsperiode de kristalli satie moeten verrichten. Maar wel mag worden gezegd, dat Nederland inmiddels een wegennet heeft gekregen, voorzien van uit nemende verbindingen, dat er mag zijn; een wegennet waardoor de auto-gebruiker in elk geval.bemerkt wat er met het niet karig door hem opgebrachte belastinggeld ge schiedt. Reeds de vrachtauto's ondergingen in de laatste tien jaren eene verdubbeling. Het is een van de groote voordeelen van het nieuwste verkeer, het verkeer door de lucht, dat ter voorkoming van botsing en opeenhooping nog geen maatregelen behoe ven te worden getroffen. Nog niet, want er zyn reeds gevallen, dat de vliegtuigen, zy het ook door mist of door duisternis, tegen elkander zyn aangevlogen en verbryzeld. De ontwikkeling van het luchtvaartwezen intusschen is wel het meest teekenend ele ment van deze periode in het verkeer. Meer dan honderd jaren zijn er noodig geweest om van Montgolfier te komen tot de be stuurbare luchtballon van Graaf Zeppelin. In 1909 vloog Bleriot voor het eerst over het Kanaal; in 1911 nog werd de groote Euro- peesche rondvlucht, waaraan ook Wijnmalen deelnam, als een bewys van grooten voor uitgang beschouwd. De oorlog in het bijzon der heeft het vliegwezen ontwikkeld, ook hier te lande, waar naast de reeds bestaande militaire luchtvaartafdeeling een Marine luchtvaartdienst werd ingesteld. In den oorlogstijd was er van gewoon luchtverkeer uiteraard geen sprake; aan andere dan mili taire vliegtuigen was het niet veroorloofd om boven het Nederlandsch grondgebied te vliegen. Maar, zoodra was de oorlog niet uit of naast luchtdiensten in andere landen ont- DIE VLIEGER GING NIET OP. Goeden morgen mevrouw, ik ben de nieuwe opzichter en ik kom de huur halen". Met deze woorden begon het gesprek tus schen een net-uitziend persoon en een be woonster in de Saffierstraat te Amsterdam, nadat eerstgenoemde had aangebeld en de bewoonster de voordeur had geopend. Maar de bewoonster vertrouwde den nieuwen opzichter niet. Daar kwam nog bij, dat er geen enkele reden was te verwachten, dat de oude, vertrouwde opzichter dezen morgen niet zou komen. De vorige week had deze haar niets daarvan gezegd. „Alles goed en wel", zeide zij tegen den nieuwen opzichter in spé, „maar laat mij nu eerst eens zien, dat u gewettigd bent de huur op te halen". De man glimlachte een beetje om zooveel wantrouwen. Maar omdat hij in gebreke bleef zich te legitimeeren, kreeg hij het geld niet. De deur klapte weer dicht en de man wandelde verder. De bewoonster vertrouwde het zaakje heelemaal niet. Zij wilde er wel eens meer van weten en dus belde ze de politie op. Er kwamen eenige agenten en in 'gezelschap van de bewoonster gingen zij den nieuwen opzichter zoeken. Hij zou zich nog wel in de buurt bevinden. Zyn baas had in de om geving immers nog meer huizen. Eenige straten verder kwamen zy hem tegen. „Daar loopt ie", zei de bewoonster tegen haar begeleiders. De agenten spraken den man aan. Toen bleek heel spoedig, dat hij geen opzichter was. maar een straatmu zikant, die zich voor huurophaler had uit gemaakt om op deze wijze zijn inkomsten te vermeerderen. Dank zij het wantrouwen en het door tastende optreden van de bewoonster ging deze vlieger niet op. Wegens poging tot oplichting is de 48- jarige man in het bureau Pieter Aertzstraat opgesloten. HET RIJTIJDENBESLUIT. Waarschijnlijk in werking tegen 1 Januari a.s. Op de vragen van den heer van Braam beek betreffende het tijdstip van uitvaar diging van het rijtijdenbesluit heeft de mi nister van sociale zaken geantwoord dat het niet in de bedoeling ligt de uitvaardi ging van het rijtijdenbesluit te verschuiven totdat een reglement autovervoer van goe deren in werking zal zyn getreden. Invoering van het rijtijdenbesluit, zoodra zulks mogelijk is, komt inderdaad zeer ge wenscht voor. Het laat zich. aanzien, dat genoemd be sluit met ingang van 1 Januari a.s. in werking zal kunnen treden. ERNSTIG VERKEERSONGELUK TE OEFFELT. Een doode, een zwaar gewonde. Gisteren heeft te Oeffeit een ongeluk aan één persoon het leven gekost; een tweede werd zwaar gewond. Toen de motorrijder Timmer uit de rich ting Haps naderde, is hij door tot nu toe on bekende oorzaak in botsing gekomen met een auto uit Arnhem, komende uit de rich- stond de Koninklijke Luchtvaart Maat schappij, die thans een groote reeks verbin dingen met omliggende landen exploiteert, welke van groot nut zijn gebleken. De K.L.M. geniet een niet onbelangrijk Staats- subsidie, dat zelfs in deze moeilijke finan- cieele tyden terwille van het daarbij be trokken algemeen belang is gehandhaafd. Uit de K.L.M. is de K.N.I.L.M. voortgeko men, gevolg van de regelmatige verbinding, die met Indië ontstond. Wie een spoorboekje van b.v. 1860 zou leggen naast een van 1900, zou een geweldige uitbreiding van de dage- lyksche diensten constateeren; wie een dienstregeling van de K.L.M. van 1928 legt naast een van thans, ziet veel grooter ver schil. Schiphol en Waalhaven, onze twee voornaamste luchtvaarthavens, bieden een opgewekt dagelyksch verkeersbeeld; met 123 belangrijke plaatsen over de geheele wereld worden thans door de K.L.M. en door de met haar verbonden andere nationale Lucht vaartmaatschappijen diensten onderhouden. Er is een zekere regeling in dit luchtvaart, verkeer gekomen, waardoor de diensten der vliegtuigen op elkander aansluiten; er wor den faciliteiten toegestaan, waaraan men vroeger niet dacht; kortom er ia inderdaad een luchtverkeer van internationale betee- kenis in de maak! Onze ouders, die meenden dat zij met de ontwikkeling van trekichuit tot trein als dagelij ksch vervoermiddel reed» een geweldigen sprong hadden gedaan, wor den door het thans levend geslacht zeker overtroefd! Hebt u reeds, als abonné van de Alkmaarsche Courant, Ingeteekend op onze premie-uitgave een prachtig boekwerk, met ongeveer 400 foto's uit het leven van onze koningin? Het boek verschijnt in Augustus, waarschijnlijk begin volgende week. Verzekert u van zoo'n boek door nog heden te bestellen. Dealbumssijn uitsluitend bi) vooruitbetaling, zoodat ge door inzending van het be drag na verschijnen het album kunt ontvangen. De prijs bedraagt 0.75 afgehaald aan ons bureau, fr. p. post 0.95. Postgiro 37060 N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. Herms. Coster en Zoon, Alkmaarsche Courant ting Boxmeer. Op de duozitting van den motor zat een knecht van zekeren Heurkens. De motor en de auto botsten met een ont- zettenden slag tegen elkander. De duo- passagier werd van den motor geslingerd en overleed na enkele oogenblikken. De be stuurder van het motorrijwiel werd zwaar gewond, de beide beenen bleken gebroken. Timmer, zou eerst heden zijn rijbewijs krijgen. De botsing was zoo hevig, dat een waran da van een nabijgelegen café er zeer zwaar by werd beschadigd. De zwaargewonde, wiens toestand zorg wekkend is, is in het ziekenhuis te Boxmeer opgenomen. Zoowel de auto als het motorrijwiel zijn totaal vernield. Weest voorzichtig met vuLr In bosch en heide. Verpakt in fraaie goud-Bonbonnières Prijs f. 1.- en 50 ct. D® aangewezen verpakking voor op roii en in Pen ovto. D 12) Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P III. Omdat hij zoo jong was en meende veel te weten, terwijl hij in werkelijkheid zoo weinig wist, had de jonge Shane gedacht, dat hy de 'morgenster ontdekt had, toen hij Moyra Dolan ontmoette. Vijf en een half jaar op zee, als leerling en als stuurman, hadden zijn oogen veel geleerd en zijn hart weinig. Hij kende Bermuda en de ha ven van Kingston, hij had de Chineesche zeeën bevaren, hij had de wolken om den Tafelberg gezien, hij kende Baltimore. Hij had de boegsprieten van de groote Oost- Indiëvaarders gezien, die over de kaden van Poplar staken als geweren over een barricade. En voor hem was het slechts een wonder, een vreemd schouwspel. De straten waren vreemd als in een droom en de men- schen waren vreemd als in een tooneelstuk. Men liep door een straat en zag de eigen aardige voorwerpen in de winkels en kra men, men dwaalde naar rechts, men dwaal de naar links en dan was er groote vreug de bij het vinden van een straat, die men, misschien vijf minuten tevoren had gezien en men voelde, dat men opschoot, het nieu we land begon te begrijpen. Maar men kende het nieuwe land nooit; al de menschen waren vreemd. Men kon zich hen niet voorstellen aan hun dagelyk- sche bezigheden, opstaan, eten, koopen en verkoopen. Zwarte menschen en okerkleu- rige menschen er scheen ergens een my sterie te zijn; men kon zich voorstellen, hoe zij des nachts in het geheim tezamen kwa men om hun werkelijk begrepen leven te beginnen. Soms scheen het onmogelijk, dat het dezelfde wereld was; de zon, die in Januari als een hamer klopte, kon niet de weldadige warme zon zijn, die de heide in de valleien van Antrim vol gloed zette. En in de Oostzee was zij midden in den winter kil als een kaars en zelfs dan had zij in Antrim nog groote vriendelijkheid. Ook waren de winden niet dezelfde; de heete vlagen van den Indischen Oceaan, de dron ken gierende stooten van de Golf van Biskaye, de passaten, die gestadig werkten als mieren, zij hadden niet het menschelijk karakter van de winden in de Negen Val- leiën, die nu barsch waren als een boos man en dan vriendelijk als een zachte vrouw. Slechts één ding was constant en dat waren de vrouwen, die zeelui in de havens ontmoetten en zij droegen maskers de zelfde gemakkelijk gedwongen lach, de zelfde grove vleierij, de minzame armen, de eeuwig graaiende hand En dan op een goeden dag verveelde de nieuwé haven, als een boek, dat men te vaak gelezen heeft, of als een plaat, die men te lang bekeken heeft. En dan was het weer bramzeilen bijzetten en weg naar een andere haven, waar weer nieuwe vreemde menschen waren en straten, an ders aangelegd en andere dingen in de winkels en een andere taal, om een zin of wat van te leeren. Maar tenslotte verveelde alles voor een tijd, de verhittende tropische geur, de ko raalzeeën, helder als welwater thuis, de witte huizen met de groene blinden het weelderige grove groen. En de melancho lieke trommen van het Oosten verveelden en ook de grimmigheid van het Noorden. En de eindelooze stoet vermoeide het oog en den geest. En de scherpe kanten van het karakter der scheepsmaats boorden door de gelijkvormige bekleeding van vleesch tot iemand door en werden hinderlijk, soms ondragelijk. En dan kwam er een immers verlangen over den jongen Shane naar de geliefde gezichten in het lamplicht, naar den wit ten weg over de purperen heide, naar den tuin waar de vergroende zonnewijzer stond met de lange spreuk in Iersche karakters: Is mairg a baidthear in am an anaithe Na tig an ghrian in dhiaidh na feart- hainne alsof niet iedereen wist, dat het jammer was om in een storm te verdrinken, om dat de zon helder schijnt, ook als de regen neervalt! Maar de zonnewijzer stond in zijn hart gegrift, evenals de purperen berg en het groote bruine huis. Hij snoof de winden op als een jachthond dat doet en iedere slag over stuurboord of bakboord wond hem op of drukte hem neer. Wanneer zou hij aankomen zou het in de koelte van den avond zijn, als de vleermuizen rond fladderden, of zou het zijn in den zonne schijn 's morgens als de geur van de heide overheerschte? En we zou het klappen van het tuinhek hooren als de klink werd opgelicht en hem een welkom toeroepen met een luiden roep; oom Alan of oom Robin, of een dienstmeid of een knecht, of de gebogen oude tuinman, die bet grasveld verzorgde alsof het een speelveld was Of zou het zijn moeder zijn? IV. „Jonge man. wat is het, dat je mijn mooie jonge dochter hebt aangedaan?" „Ik heb niets gedaan, Bhean 'i Dolain", stoof Shane op, „dat niet in eer en deugd is gedaan en de man of de vrouw die an ders spreekt, liegt". „Agra, dat weet ik. Ik weet dat er geen kwaad in je schuilt, van top tot teen niet. En het verdriet, dat je haar hebt aange daan, is in haar hart. Den ganschen dag zucht zij en zij is lusteloos als een plant in de schaduw, die de zon noodig heeft. Den geheelen nacht ligt zij wakker en de stille tranen loopen langs haar wangen. En zij kwijnt voor mijn oogen en haar tred, die eens licht was, is nu sleepend als van een kreupele. Jongeman van het Noorden, je hebt liefde in haar hart gebracht en ver driet in haar hoofd". „Ikzelf ben ook niet zoo vroolijk, vrouw Dolan". „Ik weet het, avick. Heb ik niet zelf de zeven kwellingen van de liefde gekend, toen ik een jong meisje was? Maar het is gemakkelijk voor een man, avick. Hij kan naar vreemde landen gaan en het uit zijn hoofd zetten, of drinken en de hevige pijn verdooven. Maar voor een vrouw is het anders. Het is als een mismaking, die ieder een kan zien. En als je weg bent gegaan, dan zullen allen het zich herinneren, want de mannen hebben een goed geheugen. De tijd voor een huwelijk zal komen en ze zullen naar mijn mooie jonge dochter kij ken en ze zullen zeggen: Is dat niet het roode meisje, dat liefde schonk aan den zeeman en wier hart verteerde, zoodat er nu geen sap in over is voor mij? En zij zullen haar voorbijgaan, mijn mooie jonge dochter, die de gelijke is van wie ook". „En wat zoudt ge willen dat ik deed, vrouw van het huis?" „Wat zou een fatsoenlijk man anders doen dan haar trouwen?" „Jaja, ik dacht er over haar te trou wen, als zij mij hebben wil... maar wij kennen elkander nauwelijks... en mis schien ben ik nog te jong „Als je een schip aan kunt, dan ben je ook in staat een vrouw aan te kunnen, jonge man. En welke tijd is beter voor een huwelijk dan de eerste frischheid van de jeugd Jelui groeit dan samen op ala de blaren van een boom. Stel het nu niet uit, maar schiet toe als een held". „Maar is er niet de kwestie van haar ga- loof tusschen ons, vrouw van het huis?" „En dat kan stellig later geregeld wor- den. Zal de priester bezwaren maken, denk je, zoolang zij haar plichten nakomt? Ik ben breed van opvatting en ik ken de zeven kwellingen van de liefde. Ga naar je eigen dominee en ze zal met je meegaan, dat be loof ik je, zoo wordt zy door liefde ver teerd". (Wordt vervolgd). UCIL» u« hebben gezoent, er neei wm - zijn dan degenen, die van de ééne naar de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6