E WIND
BLAAST.
Wetsontwerpwijziging L.O.-wet.
Aanbod
Üeui££etm
VI*
Binnenland
De memorie van antwoord verschenen.
In werking op 1 September 1939.
Woensdags en Zalerdags.
Alléén tweede handsch goederen.
35 cent per vijf regels, uitsluitend a contant.
(DINSDAGS EN VRIJDAGS INZENDEN).
TWEEDE BLAD,
Uitbreiding der opleiding voor
onderwijzers.
Aan de Memorie van Antwoord inzake
het wetsontwerp tot wijziging van de Lager
Onderwys-wet 1920 en van daarmede ver
band houdende bepalingen der Pensioenwet
1922 ontleenen wij het volgende:
In het pleidooi van vele leden voor het
invoeren van de vijfjarge kweekschool
wordt er terecht aan herinnerd, dat reeds
de daaraan verbonden kosten voor den mi
nister van Onderwijs onoverkomenlijk be
zwaar zijn geweest om het desbetreffende
ontwerp van zijn ambtsvoorganger over te
nemen.
Daargelaten nog de overige bezwaren,
moet dan ook de minister zijn in de Memo
rie van Toelichting uiteengezet standpunt
blijven innemen.
Wat het zakelijke betreft, dat aangevoerd
is tegen de uitbreiding van de driejarige
opleiding met een vierde leerjaar: als de
minister de uitvoerige beschouwingen, die
het voorloopig verslag aan de zaak wijdt,
goed leest, worden daarin drie gronden
vermeld. De eerste is, dat de driejarige
kweekschool goed bruikbare onderwijzers
aflevert; de tweede, dat een vierde leerjaar
tot niets anders zal leiden dan opvoering
van nuttelooze intellectueele kennis; en de
derde, dat verlenging van de opleiding een
zeer zwaren last op de ouders der kweeke-
lingen zal leggen.
De stelligheid, waarmede in he voorloopig
verslag is beweerd, dat men de v aag, of de
driejarige kweekschool goed bruikbare on
derwijzers aflevert, niet ontkennend kan
beantwoorden, zou aan overtuigingskracht
gewonnen hebben, indien men daarbij de
bewijzen had kunnen voegen van eenige
jaren ondervinding. Het feit is echter, dat
de driejarige kweekschool eerst in 1935
leerlingen voor de aanvangsklasse aannam
en dus in 1938 voor het eerst onderwijzers
afleverde. De klasse immers, die in 1937
eindexamen aflegde, is in 1933 begonnen
als eerste klasse van de vierjarige kweek
school. Een beroep op de enkele Rijks
kweekscholen met driejarigen cursus, die
reeds eenige jaren hadden bestaan, faalt,
omdat wat hier en daar onder bepaalde om
standigheden mogelyk is, daarom nog niet
zonder bezwaar toegepast kan worden als
algemeen geldend stelsel.
Het is in strijd met de feiten, wanneer
men stelt, dat op de kweekschool groote ge
leerdheid wordt aangebracht. Haar doel is
slechts de leerlingen voover te brengen, dat
zij over voldoende leerstof voor de lagere
school gemakkelijker kunnen beschikken
en dat zij die wat nog iets geheel anders
is in geschikten vorm voor de schoolkin
deren weten te gebruiken.
De leden die de tegenwoordige kweek
school verdedigen, hebben, naar het voor
komt, geen oog voor het groote bezwaar,
dat de driejarige opleiding maar één jaar
van rustig werken bevat: het eerste jaar
komt in de verdrukking doordat de kennis
en ontwikkeling der toegetreden leerlingen
in velerlei opzicht uiteen loopen, en het
derde jaar staar onder den druk van het
komende examen. Uitbreiding van den
leertijd tot vier jaren zal daarom vooral van
beteekenis zijn, omdat zij het mogelijk
maakt de middelmoot, waarin in rustige
sfeer de eigenlijke, ontwikkelende studie
valt, van een tot twee jaren te verlengen.
Met verschillende argumenten licht de
minister verder toe, dat de meening van
verscheidene leden, dat het wetsontwerp
tot een verhooging der onderwijsuitgaven
van meer dan een half millioen gulden zal
leiden, van allen grond ontbloot is. De wets
wijziging zal ten gevolge hebben dat een
besparing op de posten voor de Rijksver
goeding van de onderwijzerssalarissen, wel
ke in den loop der jaren tot nog geen
20.000 zou kunnen oploopen, achterwege
zal blijven, en dat de afdeeling tot een zeer
matige verhooging van kosten zal leiden,
wanneer namelijk de daarvoor noodige gel
den worden beschikbaar gesteld. Een en an
der is naar het oordeel van den minister
van zoo geringe beteekenis, dat het argu
ment van de verzwaring der Defensie-las
ten en de stortingen in sommige rijksfond
sen buiten beschouwing kan blijven.
Tenslotte is den minister gevraagd dui
delijk uiteen te zetten, welke wijziging in
de financieele verhouding tusschen het Rijk
en de bijzondere kweekscholen zullen ont
staan.
In tegenstelling met de bestaande subsi-
dieering kent het wetsontwerp drie elemen
ten voor het bepalen van de Rijksvergoe
ding: a. de aan de directeuren en leeraren
uitbetaalde wedden; b. de kosten van grond
en van schoollokalen; c. de overige kosten.
Ten aanzien van punt a blijft de tot dusver
reeds bestaande financieele verhouding tus
schen het Rijk en de kweekscholen gehand
haafd; alleen zal de rechtsgelijkheid nog iets
mee in acht genomen worden, doordat het
aantal lesuren van de afdeeling a en dat
van de afdeeling b, waarvoor vergoeding
wordt verleend, niet begrensd zullen zijn
tot vaste getallen, doch als maximum zal
gelden het gemiddeld aantal lesuren van de
gezamenlijke Rijkskweekscholen.
De regeling van de punten b en c strekt
ter vervanging van de tegemoetkoming naar
rato van het getal leerlingen. Principieel
komt zij in hoofdzaak overeen met de over
eenkomstige voorschriften voor de lagere
scholen.
Het komt den minister niet wenschelijk
voor, het aantal akten voor speciale vakken
uit te breiden met die voor stenografie, ma-
chineschrijven en Esperanto. De behoefte
daaraan is naar zijn meening niet gebleken
en hij zou het verkeerd achten, indie de
uitvoerig van dergelijke akten er toe zou
leiden om de op de kweekschool te verwer
ken leerstof uit te breiden.
Ongeschiktheid van onderwijzers.
Bij nota van wijzigingen worden in ar
tikel 133 (oud 140) de woorden „by het
geven van lager schoolonderwijs" wegge
nomen, evenals in artikel 145 de woorden
„bij het geven van zijn onderwijs".
Hij, die leeringen verspreidt, strijdig met
de goede zeden, of aansporende tot onge
hoorzaamheid aan de wetten des lands, is
zoowel voor de opleiding van de onder
wijzers als voor het geven van lager onder
wijs in het algemeen ongeschikt, los van de
vraag of een en ander geschiedt in of buiten
de school. Aldus wordt de bestaande rege
ling uitgebreid.
Bij nadere overweging is het ook den mi
nister voorgekomen, dat het geen aanbeve
ling verdient -om hier te lezen „het geven
van lager onderwijs" in plaats van „het
geven van onderwijs" zooals in artikel 10
der wet. Het woord „lager" is dus alsnog
geschrapt.
Evenmin als het den minister wenschelijk
voorkomt, dat afzonderlijke akten voor
stenografie, machineschrijven en Esperanto
worden ingesteld, acht hij het aanbevelens
waardig, dat aanteekeningen op de onder
wijzersakte voor die vakken verkrijgbaar
zullen worden gesteld.
Hij kan zich vereenigen met het denk
beeld, dat de wet de gevallen zal noemen,
waarin op de akte als onderwijzer wordt
aangeteekend, dat deze niet de bevoegdheid
verleent tot het geven van onderwijs in
lichamelijke oefening.
Bijbelkennis en godsdienstonderwijs.
Dat ook de leerling van de Rijkskweek
school met godsdienst en bijbel moet worden
in aanraking gebracht, staat voor den minis
ter vast. Als hij uit het voorloopig verslag
de onderscheiding tusschen kennis van den
inhoud des bijbels, godsdienstkennis en
godsdienstonderwijs overneemt, formuleert
hij zijn standpunt aldus: Kennis van den in
houd des bijbels is voorshands nog afge
zien van religieuze waarden voor eiken
beschaafde, ook voor den onderwijzer der
jeugd, onmisbaar. Zoo vaak de omstandig
heden het mogelijk maken zullen geschiede
nis, aardrijkskunde, letterkunde, taal, op on
gezochte wijze gelegenheid bieden, kennis
van den inhoud des bijbels aan te kweeken.
Ook waar dit mogelijk is, wordt daar
mede intusschen geenszins het noodige be
reikt. Naast het geschiedkundige, het lettei-
kundige en het cultureele vergt het gods
dienstige een eigen plaats, waartoe de vak
ken godsdienstkennis en godsdienstonderwijs
allereerst zijn aangewezen. Naar de over
tuiging van den minister doet echter de
overheid het best, door deze materie aan de
Kerken over te laten; mits zij organisatorisch
en financieel haar hulp biedt. Daartoe strekt
eenerzijds het derde lid van artikel 146, an
derzijds de sinds jaren bestaande regeling
der geldelijke vergoeding.
De vraag, hoeveel uren krachtens lid 3
moeten worden beschikbaar gesteld en voor
hoeveel uren dus de belooning moet worden
betaald, zal naar het oordeel van den minis
ter moeten worden beslist naar de gebleken
behoefte, los van de vraag, hoeveel uren
voor godsdienstonderwijs op de bijzondere
kweekscholen worden gesubsidieerd. Het
staat zeker niet a priori vast, dat de tot nog
toe bestaande regeling een uur per week
moet behouden blijven. Echter betwijfelt
de minister, of op de Rijkskweekscholen
dikwijls behoefte zal blijken aan drie uren
per week, gelijk blijkens het voorloopig ver
slag wel op bijzondere kweekscholen is ge
bleken.
Voor den aandrang van sommige le
den om het ontvangen van godsdienst
onderwijs als verplichting voor te schrij
ven bestaat geen voldoende grond.
Reeds nu is de toestand zoo, dat gevallen,
waarin een leerling niet aan dit onderwijs
deelneemt, slechts sporadisch voorkomen.
Het is zeer de vrpag, of het een verbetering
zou zijn daarvoor dwang in de plaats te
stellen.
Datum van in werking treden.
De datum van in werking treden is
thans vastgesteld op 1 September 1939
in plaats van op 1 September 1938.
Bij de Memorie zijn een nota van wijzi
gingen en een gewijzigd ontwerp van wet
gevoegd.
HET OVERLIJDEN VAN
MR. C. RIDDER VAN RAPPARD.
Terstond na het bekend worden van het
overlijden van den Nederlandschen gezant,
mr .C. Ridder van Rappard, zijn op het
gebouw van het ministerie van buitenland-
sche zaken te Berlijn de vlaggen halfstok
geheschen.
De rijksminister van buitenlandsche
zaken, Von Ribbentrop, heeft den Neder-
landsche minister van buitenlandsche
zaken en de zuster van den overledene
een hartelijk telegram van deelneming ge
zonden.
De Führer en rijkskanselier heeft tele
grafisch aan koningin. Wilhelmina zijn
deelneming betuigd.
Ook heeft hij een telegrafische condole
ance aan de zuster van: den overledene,
jkvr. Hooft Graafland, .gezonden.
In den loop van deg middag verscheen
mgr. Orsenigo, de pauselijke nuntius, in
het gezantschapsgebouw om als doyen
van het diplomatieke corps de deelneming
van ambassadeurs en gezanten uit te spre
ken. Mgr. Orsinigo werd eveneens door
baron van Boetzelaer ontvangen.
De indruk in Berlijn.
De consternatie onder de Nederlanders
te Berlijn is groot, aldus schrijft rnen aan
de N. R. Ct. Mr. ridder van Rappard, deze
zoo beminnelijke man, had in de IK jaar
dat hij aan het hoofd Van Harer Majesteits
gezantschap alhier heeft gestaan, de har
ten van alle landdgenooten veroverd en zij
allen voelen zijn heengaan als een persoon
lijk verlies.
Tot op het laatste oogenblik heeft men
nog gehoopt, dat onze gezant zou kunnen
worden gered, maar het heeft niet meer
mogen zijn en thans is de verbijstering in
de Nederlandsdche kolonie algemeen.
In geen der zalen ligt een register, het
welk door condoleerenden kan worden ge-
teekend. Baron van Moetzelaer van Oos
terhout, onze gezantschapsraad, ontvangt
de bezoekers.
De Nederlandsche vlag hangt, behalve
aan het gezantschapsgebouw, ook halfstok
op het clubgebouw van de vereeniging
Nederland en Oranje op den Hohenzol-
lerndarnm.
Niet slechts in diplomatieke kringen,
schrijft het Berliner Tageblatt, zal het
tragische einde van den Nederlandschen
gezant oprecht worden betreurd; zijn vele
Te koop een emaille-fornuis wegens
plaatsgebrek, voor billijken prijs.
VERDRONKENOORD 88 C.
Te koop: kapokbed voor 3.50, mooi
dienstbodenkastje 4.50, prima Litsju-
meaux, schrijfbureau, kamercloset-
stoel, vast kleed 8.50, pracht veerert
bed, zeil. DEKKER, Spoorstraat 5.
Te koop een pracht Engelschc weg-
racefiets z. g. a. n., prijs billijk. Te
bevr. OUDEGRACHT 158.
Te koop een vlag, in zeer goeden staat,
maat 4.50 x 2.50 M. met wimpel
4.00 x 0.25 M. Fa. TIMMER, Sint-
Annastraat 19. Telef. 3416.
Ter overname een wollen vlag met
wimpel, 5 M. lang, prijs 10.
VAN DER MEIJSTRAAT 13.
Te koop: Motorcarrier met I.L.O.
motor, 2 belastingvrije motorrijwielen
Gillet en Turner. Spotp.ms.
WOLDHUIS, Zuidscharwoude.
Te koop een goed onderhouden geëm.
badkuip voor 10.
MACL. PONTSTRAAT 22.
Party mooi droog brandhout aange
boden.
„NIC. WITSEN" „VIS", Alkmaar.
Te koop een in buitengewoon goeden
staat zijnde inboedel w.o. huisk.- en
slaapkamer-ambeublement. Br. letter
C 170 bureau van dit blad.
Tc koop gevr. een lange heeren- en
een lange damesmotorjas.
MOLENBUURT 23. j
G nummer met 4 cijfers ter overname
gevraagd. Brieven onder letter E 172
bureau van dit blad.
Te koop goed onderhouden dames- en
meisjesrijwiel 6 per stuk.
Te bevragen LAAT 51.
Zaalkachel, groote maat, ter overname
gevraagd. Brieven met prijsopg. onder
letter D 171 bureau van dit blad.
Te koop z. g. u. n. „Gazelle" dames- en
heerenrijwiel. Jongens- en Meisjesrij
wielen, eiken leeftijd. Billijke prijzen.
S. en J. COERSEN, Rijwielhandel
Vrouwenstraat 12, Alkmaar.
Burgers E.N.R. Damesrijw. als nieuw
20.00, D. ryw. 12.50, 14.00,
Heerenrijw. 14.00, 15.00, Jongensf.
11.00, enz.
NIEROP, Heerenstr. 10. Tel. 3827.
Te koop een zoo goed als nieuw 3K
spels orgel met garantie, prijs 95.
OVERDIJK, Breedstraat 49.
Te koop aangeb zeer billijk een 2 pers.
kapokbed met peluw. Adres te bevr.
bureau van dit blr.d.
Te koop wegens verplaatsing 3 driew.
karren, 4 melkkrossen op luchtbanden,
1 jachtwagen, 1 bakwagen, 1 bieten
snijder. C. KOOPMAN, Stroomerlaan
15, Bergen.
Duitsche vrienden zullen met smart zijner
gedenken.
De Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft,
dat het Duitsche volk met oprecht leed
wezen kennis zal nemen van het feit, dat
binnen de Duitsche grenzen de gezant van
een bevriende mogendheid door een tra
gisch oi. geluk den dood heeft gevonden.
Gedurende de IK jaar, dat de overledene
aan het hoofd van het Nederlandsche ge
zantschap te Berlijn heeft gestaan, heeft
hij kunnen bijdragen tot het behoud en de
verbetering van de vriendschappelijke be
trekkingen tusschen de beide staten.
VRAGEN AAN MINISTERS.
De economische positie van
tuinbouw.
den
Op de vragen van den heer Wijnkoop
(comm.) betreffende de economische posi
tie van den tuinbouw heeft de minister
van economische zaken geantwoord, dat
het hejn bekend is, dat de economische
positie, van den tuinbouw, voornamelijk als
gevolg van de nog steeds voortdurende
moeilijkheden bij den uitvoer van tuin
bouwproducten, moeilijk is en dat dien
tengevolge de toestand in de tuinbouwbe
drijven, alsmede in de gezinnen der tuin
ders veelal zorgelijk moet worder. geacht.
De bedrijfsuitkomsten van den tuinbouw,
die in de eerste helft van 1937 eenige ver
betering vertoonden, zijn sindsdien weer
ongunstiger geworden, terwijl de bedrijfs-
onkosten een stijging vertoonden. In ver
band hiermede werden reeds in den loop
van het jaar 1937 de richtprijzen voor
tuinbouwproducten verhoogd, waardoor
de steuntoeslag voor de daarvoor in aan
merking komende producten kon worden
verruimd.
De op 7 Juli j.1. plaats gehad hebbende
uitkeering van tuinbouwsteun de eer-
te van dit jaar was slechts een voor-
schotuitkeering op den steuntoeslag, welke
eerst definitief kan worden vastgesteld,
als de volledige gegevens ter beschikking
staan.
Evenals in de afgeloopen jaren het geval
was, ligt het in het voornemen der regee
ring ook in 1938 den steuntoeslag op tuin
bouwproducten vast te stellen met inacht
neming van de gemiddelde opbrengst van
het product ter veiling en den richtprijs.
Ten einde aan de behoefte van de
tuinders tegemoet te komen zal, in
afwachting van de definitieve vast
stelling van dien toeslag, zoodra de
vereischte gegevens zijn verzameld,
met bekwamen spoed tot het doen van
verdere voorschotuitkeeringen worden
overgegaan.
HET VERGIFTIGINGSGEVAL TE OSS.
Naar aanleiding van het vergiftigingsgeval
te Oss, waarvan twee kleine jongentjes het
slachtoffer zijn geworden, wordt nader ge
meld, dat de toestand van het zoontje der
familie Vos, dat thuis wordt verpleegd, iets
gunstiger geacht kan worden. Het levensge
vaar is echter nog niet geweken.
De toestand van het knaapje Van Tilburg,
dat in het ziekenhuis is opgenomen, is' nog
noogst zorgwekkend.
ONDERAARDSCHE GANGEN IN DEN
ACHERHOEK.
Te Groenlo hebben op verzoek van het
bestuur van het Grolsche museum wichel-
roedeloopers andermaal speurtochten onder
nomen om onderaardsche gangen en muren
uit den Spaanschen oorlog te ontdekken.
Er schijnt een gang te loopen onder het voor
malige klooster Engelhuyzen, waar nu een
winkel is, verder evenwijdig aan de Matte-
lierstraat dwars voor den stadstoren heen
over de Markt, in het midden der vroegere
apotheek Wittermans (thans winkel Maas)
uitkomen. Eenige dwarsgangen komen hier
op uit ongeveer bij de brievenbus van het
postkantoor. De gang, waarin nog het muur
werk zichtbaar is, komt eveneens uit op dit
punt in den tuin van de Ned. Herv. pastorie.
De gangen zijn op verschillende plaatsen
dichtgegooid of ingestort.
Op de Kanonsbuiten zijn sporen ontdekt
van een vierkant verdedigingswerk met uit-
loopers naar den uitersten bastionshoek. Ook
schijnt er een brug te zijn geweest ca. 6
meter onder den grooten kastanjeboom land
waarts die op een bedekten weg buiten de
grachten uitkwam.
D
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelsch door J. von P
15)
En de eenige verstoring van het huishou
den was de weinige extra moeite, die hij
zelf veroorzaakte. En zijn giften werden
met lauwheid bejegend, hoewel met be-
geerige blikken. Des avonds, als hij op den
drempel stond, was het: „Wisha, ben je van
plan uit te gaan? En krijg je niet genoeg
frissche lucht, als je altijd op het zoute
water bent?" En haar omhelzingen waren
half kuischheid, half zonde, lauw hartstoch
telijk, niet intiem, zoodat hij schaamte
voelde en geen trots of vreugde koudl
koud! koud!Een koud huis, een koude
vrouwgeen licht, geen warmte, geen
minzaamheid
En de oude vrouw, die hij gemeend had
dat hartelijk was en gemoedelijk bij het
vuur zou zitten, was een heks met de in
haligheid van boeren: „En zou je met een
beetje langer van ons weg kunnen blijven,
lieve jongen, met die duurte van zooveel
dingen hier, terwijl je aan boord van het
schip geen roode cent uitgeeft..." En als
zij eens ziek zou worden, zou het dan niet
heerlijk zijn om een klein beetje geld in
huis te hebben? Of er kon oorlog komen en
jij verweg op zee! Kom een extra goud
stukje, brave jongen een halve sovereign
maar!"
En als hij wegging was dat van minder
belang dan dat de koe van de melk af was.
Slechts één, die om hem treurde, de oude
hond, slechts één herinnerde zich hem, de
halfblinde terrier, die droomde van vroe
gere jachtenEn dan ging hij naar zijn
schip, met gebroken hart en als niemand
keek, met een waas voor de oogen hij
was nog geen tweeëntwintig maar in een
dag of zoo ging dat over en de zee, die zoo
sterk was, gaf hem van haar kracht en
heelde hem, zoodat hij na een paar dagen
weer rechtop stond en zeggen kon: „Nou
ja,huu nou ja
Hij was misleid, zooals de zee en de zon
kunnen misleiden. Verweg had hij een
eiland gezien als een werkelijke dansplaats,
zooals de Brink der Vedelaars en hij had
gevraagd daar aan land te worden gezet om
er te leven en een vaste bewoner te wor
den. En toen hij geland was, bevond hij, dat
deze dansplaats slechts een kale rots was,
waar de zeemeeuwen klaagden; achter den
glans van zon en zeemist waren slechts
koude, doordringende winden en vochtige
steen
Maar hij kwam van een ras, dat gebo
ren mannen zijn, dat mannen voortbrengt
en mannen doodt. Huilen heeft nimmer een
gat in een broek hersteld en een man, die
voor den gek gehouden is, is geen te be
wonderen figuur, tenminste niet in de oogen
van mannen uit Antrim. Zwijg uus! Als een
kapitein een schip verspeelt, krijgt hij geen
ander. Dat is de onwrikbare wet van de
zee. Dus een man, die zijn leven verwoest
Het besluit, dat hij nam, was: doorwerken.
Hij was voor den gek gehouden, betaal het
gelag. Trek je terug in je eigen hart en werk
door, dertig, veertig jaarHet was je
eigen schuld. En het was ook niet, dat hij
altijd in het huis had te wonen; hij had er
alleen maar terug te komen. Alles wat ge
dood was. was zijn hart, zijn lichaam was
nog stevig, zijn oogen scherpEr zouden
hier en daar kleine oases zijn, het breken
van een mooi record voor een reis, vrien
den in dapperheid gemaakt, een kus nu en
dan, ongedwongen en galant gegeven
Maar doorwerken!
En toen was plotseling de dood geko
men en het plan van zijn leven was ver
nietigd als het gebroken einde van een
stok. Hij had den dood alreeds gezien, maar
nimmer zoo na; een goed man was gestor
ven en hij had gezegd: „God, wat jammer!",
hoewel hij niet wist waarom. En een jong
meisje stierf en het geleek* een tragedie in
een stuk; en een kind stierf en hij voelde
zich getroffen en zeide: „Dat is wreed!" En
„dood" had hem een laatste woord gesche
nen.
Maar nooit tevoren had hij de vertak
kingen van den dood gezien; het leven had
hem toegeschenen een rechte lijn te zijn en
plotseling was hij tot de wetenschap geko
men, dat het een plan, een patroon, een
schema wasEn nu voelde hy, dat het
slechts een werktuig was, als een mes of 'n
schaar, in de handen van wat? Wat?
Noodlot?... of wat anders?...,
VII.
In overdadige golven streelen de zware
geuren van Louth zijn door de zeelucht
gelouterde reukzenuwen, de wilde Juni
rozen waren als de hooge noten van een
viool en dan was er klaver en gemaaid
gras. In het zuidoosten stapelden de wol
ken zich op, maar toch steeg de maan
hoog en het landhuis lag verlicht als bij
dag. helderder zelfs in zijn geestesoog
de gekalkte muren, het rieten dak als zil
ver, de zwaluwnesten onder den overhang.
De harde oeverkeien onder zijn voeten wa
ren een voor een duidelijk te onderschei
den en tot waar hij zat op het erf drong
van den weg het gezang van een meisje
door:
O, Holland is een wonderoord en er
groeit heel veel groen.
Het is een wildé woonplaats, ach, voor
mijn jong lief te zijn,
In overvloed groeit 't suikerriet en froen
aan eiken boom,
Maar Hollands lage land dat scheidt
mijn zoetelief en mU-
Hij luisterde met gespitste ooren en
glimlachte bij de gedachte, hoe gemakke
lijk het zou zyn om naar den weg te slen
teren, waar het zingende meisje was en om
haar op vrijmoedigen toon aan te spreken:
„Hij is dus in Holland, hè? Dat is een
vreemde en domme plaats voor hem om te
zijn en ik ben hier!" Dan werd er gekheid
gemaakt, kwiek en raak als zweepslagen,
dan wat gestoeid, een onhandig geplaatste
kus, gelach, weer stoeien en een kus, die
raak was; daarna een samen slenteren over
de geurende baan, terwijl de Junimaan
hoog zweefde en de krekels zongen.
O, myn God! hier zat hij te denken aan
liefde en binnen lag zijn vrouw, dood!
En een nieuwe lichtende verwondering
sprong op en wentelde binnen de groote,
stomme verbazing, die hem gevangen hield:
dat hij hier was, een jonge man van nog
geen tweeëntwintig, met een doode vrouw,
terwyl zijn scheepsmaats uit waren met den
lach van jonge vrouwen in hun ooren na
de zwijgende en ingespannen wachten op
zee. Zij kapitein was naar Newry gegaan,
waar zijn vrouw hem thuis wachtte, de
lange, bevallige vrouw met het haar als
zwarte zijde en de zwarte oogen en zwarte
oorringen en de smalle, blanke, raadsel
achtige handen. En de eerste stuurman was
naar Postrevor geaan met een blond, giche-
lend kind en de manschappen zaten bij
Sally Bishop in Dundalk en ledigden de
glazen schuimend bier en maakten op ru
we, materieele wijze het hof aan de vlee-
zige, gebruinde meisjes bij Sally Bishop
sommigen wierpen hun zilver neer met een
lach, de lach van mannen, die orkanen had
den bevochten, en anderen pingelden han
digMaar hy was hier thuis by zUn
vrouw, die dood was. En als zy niet dood
geweest was, zou zy half-liefhebbend, half-
vyandig jegens hem geweest zyn, haar ar
men en boezem open, maar een volkomen
vreemdelinge Hy kon het niet begrijpen.
Ach ja, ze was dood, enhy begreep het
niet
(Wordt vervolgd).
zijn dan degenen, cue van uc raic -g