E WIND BLAAST. Wetsontwerpwijziging L.O.-wet. Aanbod Üeui££etm VI* Binnenland De memorie van antwoord verschenen. In werking op 1 September 1939. Woensdags en Zalerdags. Alléén tweede handsch goederen. 35 cent per vijf regels, uitsluitend a contant. (DINSDAGS EN VRIJDAGS INZENDEN). TWEEDE BLAD, Uitbreiding der opleiding voor onderwijzers. Aan de Memorie van Antwoord inzake het wetsontwerp tot wijziging van de Lager Onderwys-wet 1920 en van daarmede ver band houdende bepalingen der Pensioenwet 1922 ontleenen wij het volgende: In het pleidooi van vele leden voor het invoeren van de vijfjarge kweekschool wordt er terecht aan herinnerd, dat reeds de daaraan verbonden kosten voor den mi nister van Onderwijs onoverkomenlijk be zwaar zijn geweest om het desbetreffende ontwerp van zijn ambtsvoorganger over te nemen. Daargelaten nog de overige bezwaren, moet dan ook de minister zijn in de Memo rie van Toelichting uiteengezet standpunt blijven innemen. Wat het zakelijke betreft, dat aangevoerd is tegen de uitbreiding van de driejarige opleiding met een vierde leerjaar: als de minister de uitvoerige beschouwingen, die het voorloopig verslag aan de zaak wijdt, goed leest, worden daarin drie gronden vermeld. De eerste is, dat de driejarige kweekschool goed bruikbare onderwijzers aflevert; de tweede, dat een vierde leerjaar tot niets anders zal leiden dan opvoering van nuttelooze intellectueele kennis; en de derde, dat verlenging van de opleiding een zeer zwaren last op de ouders der kweeke- lingen zal leggen. De stelligheid, waarmede in he voorloopig verslag is beweerd, dat men de v aag, of de driejarige kweekschool goed bruikbare on derwijzers aflevert, niet ontkennend kan beantwoorden, zou aan overtuigingskracht gewonnen hebben, indien men daarbij de bewijzen had kunnen voegen van eenige jaren ondervinding. Het feit is echter, dat de driejarige kweekschool eerst in 1935 leerlingen voor de aanvangsklasse aannam en dus in 1938 voor het eerst onderwijzers afleverde. De klasse immers, die in 1937 eindexamen aflegde, is in 1933 begonnen als eerste klasse van de vierjarige kweek school. Een beroep op de enkele Rijks kweekscholen met driejarigen cursus, die reeds eenige jaren hadden bestaan, faalt, omdat wat hier en daar onder bepaalde om standigheden mogelyk is, daarom nog niet zonder bezwaar toegepast kan worden als algemeen geldend stelsel. Het is in strijd met de feiten, wanneer men stelt, dat op de kweekschool groote ge leerdheid wordt aangebracht. Haar doel is slechts de leerlingen voover te brengen, dat zij over voldoende leerstof voor de lagere school gemakkelijker kunnen beschikken en dat zij die wat nog iets geheel anders is in geschikten vorm voor de schoolkin deren weten te gebruiken. De leden die de tegenwoordige kweek school verdedigen, hebben, naar het voor komt, geen oog voor het groote bezwaar, dat de driejarige opleiding maar één jaar van rustig werken bevat: het eerste jaar komt in de verdrukking doordat de kennis en ontwikkeling der toegetreden leerlingen in velerlei opzicht uiteen loopen, en het derde jaar staar onder den druk van het komende examen. Uitbreiding van den leertijd tot vier jaren zal daarom vooral van beteekenis zijn, omdat zij het mogelijk maakt de middelmoot, waarin in rustige sfeer de eigenlijke, ontwikkelende studie valt, van een tot twee jaren te verlengen. Met verschillende argumenten licht de minister verder toe, dat de meening van verscheidene leden, dat het wetsontwerp tot een verhooging der onderwijsuitgaven van meer dan een half millioen gulden zal leiden, van allen grond ontbloot is. De wets wijziging zal ten gevolge hebben dat een besparing op de posten voor de Rijksver goeding van de onderwijzerssalarissen, wel ke in den loop der jaren tot nog geen 20.000 zou kunnen oploopen, achterwege zal blijven, en dat de afdeeling tot een zeer matige verhooging van kosten zal leiden, wanneer namelijk de daarvoor noodige gel den worden beschikbaar gesteld. Een en an der is naar het oordeel van den minister van zoo geringe beteekenis, dat het argu ment van de verzwaring der Defensie-las ten en de stortingen in sommige rijksfond sen buiten beschouwing kan blijven. Tenslotte is den minister gevraagd dui delijk uiteen te zetten, welke wijziging in de financieele verhouding tusschen het Rijk en de bijzondere kweekscholen zullen ont staan. In tegenstelling met de bestaande subsi- dieering kent het wetsontwerp drie elemen ten voor het bepalen van de Rijksvergoe ding: a. de aan de directeuren en leeraren uitbetaalde wedden; b. de kosten van grond en van schoollokalen; c. de overige kosten. Ten aanzien van punt a blijft de tot dusver reeds bestaande financieele verhouding tus schen het Rijk en de kweekscholen gehand haafd; alleen zal de rechtsgelijkheid nog iets mee in acht genomen worden, doordat het aantal lesuren van de afdeeling a en dat van de afdeeling b, waarvoor vergoeding wordt verleend, niet begrensd zullen zijn tot vaste getallen, doch als maximum zal gelden het gemiddeld aantal lesuren van de gezamenlijke Rijkskweekscholen. De regeling van de punten b en c strekt ter vervanging van de tegemoetkoming naar rato van het getal leerlingen. Principieel komt zij in hoofdzaak overeen met de over eenkomstige voorschriften voor de lagere scholen. Het komt den minister niet wenschelijk voor, het aantal akten voor speciale vakken uit te breiden met die voor stenografie, ma- chineschrijven en Esperanto. De behoefte daaraan is naar zijn meening niet gebleken en hij zou het verkeerd achten, indie de uitvoerig van dergelijke akten er toe zou leiden om de op de kweekschool te verwer ken leerstof uit te breiden. Ongeschiktheid van onderwijzers. Bij nota van wijzigingen worden in ar tikel 133 (oud 140) de woorden „by het geven van lager schoolonderwijs" wegge nomen, evenals in artikel 145 de woorden „bij het geven van zijn onderwijs". Hij, die leeringen verspreidt, strijdig met de goede zeden, of aansporende tot onge hoorzaamheid aan de wetten des lands, is zoowel voor de opleiding van de onder wijzers als voor het geven van lager onder wijs in het algemeen ongeschikt, los van de vraag of een en ander geschiedt in of buiten de school. Aldus wordt de bestaande rege ling uitgebreid. Bij nadere overweging is het ook den mi nister voorgekomen, dat het geen aanbeve ling verdient -om hier te lezen „het geven van lager onderwijs" in plaats van „het geven van onderwijs" zooals in artikel 10 der wet. Het woord „lager" is dus alsnog geschrapt. Evenmin als het den minister wenschelijk voorkomt, dat afzonderlijke akten voor stenografie, machineschrijven en Esperanto worden ingesteld, acht hij het aanbevelens waardig, dat aanteekeningen op de onder wijzersakte voor die vakken verkrijgbaar zullen worden gesteld. Hij kan zich vereenigen met het denk beeld, dat de wet de gevallen zal noemen, waarin op de akte als onderwijzer wordt aangeteekend, dat deze niet de bevoegdheid verleent tot het geven van onderwijs in lichamelijke oefening. Bijbelkennis en godsdienstonderwijs. Dat ook de leerling van de Rijkskweek school met godsdienst en bijbel moet worden in aanraking gebracht, staat voor den minis ter vast. Als hij uit het voorloopig verslag de onderscheiding tusschen kennis van den inhoud des bijbels, godsdienstkennis en godsdienstonderwijs overneemt, formuleert hij zijn standpunt aldus: Kennis van den in houd des bijbels is voorshands nog afge zien van religieuze waarden voor eiken beschaafde, ook voor den onderwijzer der jeugd, onmisbaar. Zoo vaak de omstandig heden het mogelijk maken zullen geschiede nis, aardrijkskunde, letterkunde, taal, op on gezochte wijze gelegenheid bieden, kennis van den inhoud des bijbels aan te kweeken. Ook waar dit mogelijk is, wordt daar mede intusschen geenszins het noodige be reikt. Naast het geschiedkundige, het lettei- kundige en het cultureele vergt het gods dienstige een eigen plaats, waartoe de vak ken godsdienstkennis en godsdienstonderwijs allereerst zijn aangewezen. Naar de over tuiging van den minister doet echter de overheid het best, door deze materie aan de Kerken over te laten; mits zij organisatorisch en financieel haar hulp biedt. Daartoe strekt eenerzijds het derde lid van artikel 146, an derzijds de sinds jaren bestaande regeling der geldelijke vergoeding. De vraag, hoeveel uren krachtens lid 3 moeten worden beschikbaar gesteld en voor hoeveel uren dus de belooning moet worden betaald, zal naar het oordeel van den minis ter moeten worden beslist naar de gebleken behoefte, los van de vraag, hoeveel uren voor godsdienstonderwijs op de bijzondere kweekscholen worden gesubsidieerd. Het staat zeker niet a priori vast, dat de tot nog toe bestaande regeling een uur per week moet behouden blijven. Echter betwijfelt de minister, of op de Rijkskweekscholen dikwijls behoefte zal blijken aan drie uren per week, gelijk blijkens het voorloopig ver slag wel op bijzondere kweekscholen is ge bleken. Voor den aandrang van sommige le den om het ontvangen van godsdienst onderwijs als verplichting voor te schrij ven bestaat geen voldoende grond. Reeds nu is de toestand zoo, dat gevallen, waarin een leerling niet aan dit onderwijs deelneemt, slechts sporadisch voorkomen. Het is zeer de vrpag, of het een verbetering zou zijn daarvoor dwang in de plaats te stellen. Datum van in werking treden. De datum van in werking treden is thans vastgesteld op 1 September 1939 in plaats van op 1 September 1938. Bij de Memorie zijn een nota van wijzi gingen en een gewijzigd ontwerp van wet gevoegd. HET OVERLIJDEN VAN MR. C. RIDDER VAN RAPPARD. Terstond na het bekend worden van het overlijden van den Nederlandschen gezant, mr .C. Ridder van Rappard, zijn op het gebouw van het ministerie van buitenland- sche zaken te Berlijn de vlaggen halfstok geheschen. De rijksminister van buitenlandsche zaken, Von Ribbentrop, heeft den Neder- landsche minister van buitenlandsche zaken en de zuster van den overledene een hartelijk telegram van deelneming ge zonden. De Führer en rijkskanselier heeft tele grafisch aan koningin. Wilhelmina zijn deelneming betuigd. Ook heeft hij een telegrafische condole ance aan de zuster van: den overledene, jkvr. Hooft Graafland, .gezonden. In den loop van deg middag verscheen mgr. Orsenigo, de pauselijke nuntius, in het gezantschapsgebouw om als doyen van het diplomatieke corps de deelneming van ambassadeurs en gezanten uit te spre ken. Mgr. Orsinigo werd eveneens door baron van Boetzelaer ontvangen. De indruk in Berlijn. De consternatie onder de Nederlanders te Berlijn is groot, aldus schrijft rnen aan de N. R. Ct. Mr. ridder van Rappard, deze zoo beminnelijke man, had in de IK jaar dat hij aan het hoofd Van Harer Majesteits gezantschap alhier heeft gestaan, de har ten van alle landdgenooten veroverd en zij allen voelen zijn heengaan als een persoon lijk verlies. Tot op het laatste oogenblik heeft men nog gehoopt, dat onze gezant zou kunnen worden gered, maar het heeft niet meer mogen zijn en thans is de verbijstering in de Nederlandsdche kolonie algemeen. In geen der zalen ligt een register, het welk door condoleerenden kan worden ge- teekend. Baron van Moetzelaer van Oos terhout, onze gezantschapsraad, ontvangt de bezoekers. De Nederlandsche vlag hangt, behalve aan het gezantschapsgebouw, ook halfstok op het clubgebouw van de vereeniging Nederland en Oranje op den Hohenzol- lerndarnm. Niet slechts in diplomatieke kringen, schrijft het Berliner Tageblatt, zal het tragische einde van den Nederlandschen gezant oprecht worden betreurd; zijn vele Te koop een emaille-fornuis wegens plaatsgebrek, voor billijken prijs. VERDRONKENOORD 88 C. Te koop: kapokbed voor 3.50, mooi dienstbodenkastje 4.50, prima Litsju- meaux, schrijfbureau, kamercloset- stoel, vast kleed 8.50, pracht veerert bed, zeil. DEKKER, Spoorstraat 5. Te koop een pracht Engelschc weg- racefiets z. g. a. n., prijs billijk. Te bevr. OUDEGRACHT 158. Te koop een vlag, in zeer goeden staat, maat 4.50 x 2.50 M. met wimpel 4.00 x 0.25 M. Fa. TIMMER, Sint- Annastraat 19. Telef. 3416. Ter overname een wollen vlag met wimpel, 5 M. lang, prijs 10. VAN DER MEIJSTRAAT 13. Te koop: Motorcarrier met I.L.O. motor, 2 belastingvrije motorrijwielen Gillet en Turner. Spotp.ms. WOLDHUIS, Zuidscharwoude. Te koop een goed onderhouden geëm. badkuip voor 10. MACL. PONTSTRAAT 22. Party mooi droog brandhout aange boden. „NIC. WITSEN" „VIS", Alkmaar. Te koop een in buitengewoon goeden staat zijnde inboedel w.o. huisk.- en slaapkamer-ambeublement. Br. letter C 170 bureau van dit blad. Tc koop gevr. een lange heeren- en een lange damesmotorjas. MOLENBUURT 23. j G nummer met 4 cijfers ter overname gevraagd. Brieven onder letter E 172 bureau van dit blad. Te koop goed onderhouden dames- en meisjesrijwiel 6 per stuk. Te bevragen LAAT 51. Zaalkachel, groote maat, ter overname gevraagd. Brieven met prijsopg. onder letter D 171 bureau van dit blad. Te koop z. g. u. n. „Gazelle" dames- en heerenrijwiel. Jongens- en Meisjesrij wielen, eiken leeftijd. Billijke prijzen. S. en J. COERSEN, Rijwielhandel Vrouwenstraat 12, Alkmaar. Burgers E.N.R. Damesrijw. als nieuw 20.00, D. ryw. 12.50, 14.00, Heerenrijw. 14.00, 15.00, Jongensf. 11.00, enz. NIEROP, Heerenstr. 10. Tel. 3827. Te koop een zoo goed als nieuw 3K spels orgel met garantie, prijs 95. OVERDIJK, Breedstraat 49. Te koop aangeb zeer billijk een 2 pers. kapokbed met peluw. Adres te bevr. bureau van dit blr.d. Te koop wegens verplaatsing 3 driew. karren, 4 melkkrossen op luchtbanden, 1 jachtwagen, 1 bakwagen, 1 bieten snijder. C. KOOPMAN, Stroomerlaan 15, Bergen. Duitsche vrienden zullen met smart zijner gedenken. De Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft, dat het Duitsche volk met oprecht leed wezen kennis zal nemen van het feit, dat binnen de Duitsche grenzen de gezant van een bevriende mogendheid door een tra gisch oi. geluk den dood heeft gevonden. Gedurende de IK jaar, dat de overledene aan het hoofd van het Nederlandsche ge zantschap te Berlijn heeft gestaan, heeft hij kunnen bijdragen tot het behoud en de verbetering van de vriendschappelijke be trekkingen tusschen de beide staten. VRAGEN AAN MINISTERS. De economische positie van tuinbouw. den Op de vragen van den heer Wijnkoop (comm.) betreffende de economische posi tie van den tuinbouw heeft de minister van economische zaken geantwoord, dat het hejn bekend is, dat de economische positie, van den tuinbouw, voornamelijk als gevolg van de nog steeds voortdurende moeilijkheden bij den uitvoer van tuin bouwproducten, moeilijk is en dat dien tengevolge de toestand in de tuinbouwbe drijven, alsmede in de gezinnen der tuin ders veelal zorgelijk moet worder. geacht. De bedrijfsuitkomsten van den tuinbouw, die in de eerste helft van 1937 eenige ver betering vertoonden, zijn sindsdien weer ongunstiger geworden, terwijl de bedrijfs- onkosten een stijging vertoonden. In ver band hiermede werden reeds in den loop van het jaar 1937 de richtprijzen voor tuinbouwproducten verhoogd, waardoor de steuntoeslag voor de daarvoor in aan merking komende producten kon worden verruimd. De op 7 Juli j.1. plaats gehad hebbende uitkeering van tuinbouwsteun de eer- te van dit jaar was slechts een voor- schotuitkeering op den steuntoeslag, welke eerst definitief kan worden vastgesteld, als de volledige gegevens ter beschikking staan. Evenals in de afgeloopen jaren het geval was, ligt het in het voornemen der regee ring ook in 1938 den steuntoeslag op tuin bouwproducten vast te stellen met inacht neming van de gemiddelde opbrengst van het product ter veiling en den richtprijs. Ten einde aan de behoefte van de tuinders tegemoet te komen zal, in afwachting van de definitieve vast stelling van dien toeslag, zoodra de vereischte gegevens zijn verzameld, met bekwamen spoed tot het doen van verdere voorschotuitkeeringen worden overgegaan. HET VERGIFTIGINGSGEVAL TE OSS. Naar aanleiding van het vergiftigingsgeval te Oss, waarvan twee kleine jongentjes het slachtoffer zijn geworden, wordt nader ge meld, dat de toestand van het zoontje der familie Vos, dat thuis wordt verpleegd, iets gunstiger geacht kan worden. Het levensge vaar is echter nog niet geweken. De toestand van het knaapje Van Tilburg, dat in het ziekenhuis is opgenomen, is' nog noogst zorgwekkend. ONDERAARDSCHE GANGEN IN DEN ACHERHOEK. Te Groenlo hebben op verzoek van het bestuur van het Grolsche museum wichel- roedeloopers andermaal speurtochten onder nomen om onderaardsche gangen en muren uit den Spaanschen oorlog te ontdekken. Er schijnt een gang te loopen onder het voor malige klooster Engelhuyzen, waar nu een winkel is, verder evenwijdig aan de Matte- lierstraat dwars voor den stadstoren heen over de Markt, in het midden der vroegere apotheek Wittermans (thans winkel Maas) uitkomen. Eenige dwarsgangen komen hier op uit ongeveer bij de brievenbus van het postkantoor. De gang, waarin nog het muur werk zichtbaar is, komt eveneens uit op dit punt in den tuin van de Ned. Herv. pastorie. De gangen zijn op verschillende plaatsen dichtgegooid of ingestort. Op de Kanonsbuiten zijn sporen ontdekt van een vierkant verdedigingswerk met uit- loopers naar den uitersten bastionshoek. Ook schijnt er een brug te zijn geweest ca. 6 meter onder den grooten kastanjeboom land waarts die op een bedekten weg buiten de grachten uitkwam. D Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. von P 15) En de eenige verstoring van het huishou den was de weinige extra moeite, die hij zelf veroorzaakte. En zijn giften werden met lauwheid bejegend, hoewel met be- geerige blikken. Des avonds, als hij op den drempel stond, was het: „Wisha, ben je van plan uit te gaan? En krijg je niet genoeg frissche lucht, als je altijd op het zoute water bent?" En haar omhelzingen waren half kuischheid, half zonde, lauw hartstoch telijk, niet intiem, zoodat hij schaamte voelde en geen trots of vreugde koudl koud! koud!Een koud huis, een koude vrouwgeen licht, geen warmte, geen minzaamheid En de oude vrouw, die hij gemeend had dat hartelijk was en gemoedelijk bij het vuur zou zitten, was een heks met de in haligheid van boeren: „En zou je met een beetje langer van ons weg kunnen blijven, lieve jongen, met die duurte van zooveel dingen hier, terwijl je aan boord van het schip geen roode cent uitgeeft..." En als zij eens ziek zou worden, zou het dan niet heerlijk zijn om een klein beetje geld in huis te hebben? Of er kon oorlog komen en jij verweg op zee! Kom een extra goud stukje, brave jongen een halve sovereign maar!" En als hij wegging was dat van minder belang dan dat de koe van de melk af was. Slechts één, die om hem treurde, de oude hond, slechts één herinnerde zich hem, de halfblinde terrier, die droomde van vroe gere jachtenEn dan ging hij naar zijn schip, met gebroken hart en als niemand keek, met een waas voor de oogen hij was nog geen tweeëntwintig maar in een dag of zoo ging dat over en de zee, die zoo sterk was, gaf hem van haar kracht en heelde hem, zoodat hij na een paar dagen weer rechtop stond en zeggen kon: „Nou ja,huu nou ja Hij was misleid, zooals de zee en de zon kunnen misleiden. Verweg had hij een eiland gezien als een werkelijke dansplaats, zooals de Brink der Vedelaars en hij had gevraagd daar aan land te worden gezet om er te leven en een vaste bewoner te wor den. En toen hij geland was, bevond hij, dat deze dansplaats slechts een kale rots was, waar de zeemeeuwen klaagden; achter den glans van zon en zeemist waren slechts koude, doordringende winden en vochtige steen Maar hij kwam van een ras, dat gebo ren mannen zijn, dat mannen voortbrengt en mannen doodt. Huilen heeft nimmer een gat in een broek hersteld en een man, die voor den gek gehouden is, is geen te be wonderen figuur, tenminste niet in de oogen van mannen uit Antrim. Zwijg uus! Als een kapitein een schip verspeelt, krijgt hij geen ander. Dat is de onwrikbare wet van de zee. Dus een man, die zijn leven verwoest Het besluit, dat hij nam, was: doorwerken. Hij was voor den gek gehouden, betaal het gelag. Trek je terug in je eigen hart en werk door, dertig, veertig jaarHet was je eigen schuld. En het was ook niet, dat hij altijd in het huis had te wonen; hij had er alleen maar terug te komen. Alles wat ge dood was. was zijn hart, zijn lichaam was nog stevig, zijn oogen scherpEr zouden hier en daar kleine oases zijn, het breken van een mooi record voor een reis, vrien den in dapperheid gemaakt, een kus nu en dan, ongedwongen en galant gegeven Maar doorwerken! En toen was plotseling de dood geko men en het plan van zijn leven was ver nietigd als het gebroken einde van een stok. Hij had den dood alreeds gezien, maar nimmer zoo na; een goed man was gestor ven en hij had gezegd: „God, wat jammer!", hoewel hij niet wist waarom. En een jong meisje stierf en het geleek* een tragedie in een stuk; en een kind stierf en hij voelde zich getroffen en zeide: „Dat is wreed!" En „dood" had hem een laatste woord gesche nen. Maar nooit tevoren had hij de vertak kingen van den dood gezien; het leven had hem toegeschenen een rechte lijn te zijn en plotseling was hij tot de wetenschap geko men, dat het een plan, een patroon, een schema wasEn nu voelde hy, dat het slechts een werktuig was, als een mes of 'n schaar, in de handen van wat? Wat? Noodlot?... of wat anders?..., VII. In overdadige golven streelen de zware geuren van Louth zijn door de zeelucht gelouterde reukzenuwen, de wilde Juni rozen waren als de hooge noten van een viool en dan was er klaver en gemaaid gras. In het zuidoosten stapelden de wol ken zich op, maar toch steeg de maan hoog en het landhuis lag verlicht als bij dag. helderder zelfs in zijn geestesoog de gekalkte muren, het rieten dak als zil ver, de zwaluwnesten onder den overhang. De harde oeverkeien onder zijn voeten wa ren een voor een duidelijk te onderschei den en tot waar hij zat op het erf drong van den weg het gezang van een meisje door: O, Holland is een wonderoord en er groeit heel veel groen. Het is een wildé woonplaats, ach, voor mijn jong lief te zijn, In overvloed groeit 't suikerriet en froen aan eiken boom, Maar Hollands lage land dat scheidt mijn zoetelief en mU- Hij luisterde met gespitste ooren en glimlachte bij de gedachte, hoe gemakke lijk het zou zyn om naar den weg te slen teren, waar het zingende meisje was en om haar op vrijmoedigen toon aan te spreken: „Hij is dus in Holland, hè? Dat is een vreemde en domme plaats voor hem om te zijn en ik ben hier!" Dan werd er gekheid gemaakt, kwiek en raak als zweepslagen, dan wat gestoeid, een onhandig geplaatste kus, gelach, weer stoeien en een kus, die raak was; daarna een samen slenteren over de geurende baan, terwijl de Junimaan hoog zweefde en de krekels zongen. O, myn God! hier zat hij te denken aan liefde en binnen lag zijn vrouw, dood! En een nieuwe lichtende verwondering sprong op en wentelde binnen de groote, stomme verbazing, die hem gevangen hield: dat hij hier was, een jonge man van nog geen tweeëntwintig, met een doode vrouw, terwyl zijn scheepsmaats uit waren met den lach van jonge vrouwen in hun ooren na de zwijgende en ingespannen wachten op zee. Zij kapitein was naar Newry gegaan, waar zijn vrouw hem thuis wachtte, de lange, bevallige vrouw met het haar als zwarte zijde en de zwarte oogen en zwarte oorringen en de smalle, blanke, raadsel achtige handen. En de eerste stuurman was naar Postrevor geaan met een blond, giche- lend kind en de manschappen zaten bij Sally Bishop in Dundalk en ledigden de glazen schuimend bier en maakten op ru we, materieele wijze het hof aan de vlee- zige, gebruinde meisjes bij Sally Bishop sommigen wierpen hun zilver neer met een lach, de lach van mannen, die orkanen had den bevochten, en anderen pingelden han digMaar hy was hier thuis by zUn vrouw, die dood was. En als zy niet dood geweest was, zou zy half-liefhebbend, half- vyandig jegens hem geweest zyn, haar ar men en boezem open, maar een volkomen vreemdelinge Hy kon het niet begrijpen. Ach ja, ze was dood, enhy begreep het niet (Wordt vervolgd). zijn dan degenen, cue van uc raic -g

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6