De wind blaast. CEBUTO jRwtutdand feuilleton De Karimata weer naar Mr. C. Ridder van Rappard t Hot stoffelijk overschot naar Nederland gebracht. Verhooging van de monopolieheffing op granen. Iedere beurs ALKMAAR in gebouw V. D. Werkverschaffing en de nationale feestdag. het wrak. bij iederen contracteerenden staat door den president van het internationaal gerechts hof te benoemen. Constateert een der controleerende orga nen overtreding van de, met betrekking tot de veiligheids-zones" voorgeschreven rege len dan wordt dit door den president van het' voornoemde hof ter kennis van de oor logvoerende partijen gebracht, waarna deze het recht hebben den betrokken staat mede te deelen, dat zij de „veiligheids-zone" niet meer erkennen, met alle gevolgen van dien. Van andere inbreuken op dit verdrag, wordt door partijen wederom kennis gege ven aan den voornoemden president, die een neutrale commissie voor onderzoek benoemt, welke commissie aan het Permanente Hof van Internationale Justitie rapport uitbrengt. Na een zoo kort mogelijke procedure volgt een uitspraak van dit hof, waarin het zekere maatregelen, tegen den overtreder te nemen, aanbeveelt. Met name kan het aan andere staten het recht verleenen de tegen partij van den overtreder gewapenderhand ter zijde te staan, deze financiëele of mate- riëele hulp bieden, of haar het uitoefenen van belligerente rechten ontzeggen. Daarnaast kan de overtreder veroordeeld worden tot vergoeding der schade in finan- ciëel opzicht door zijn overtreding veroor zaakt. ONDERSTEUNING EN UITLEIDING VAN BEHOEFTIGE VREEMDELINGEN. Een ministerieele circulaire. Een circulaire van den minister van bin- nenlandsche zaken, gericht aan de gemeente besturen bevat o.m. het volgende: Bij de op 1 Januari 1936 in werking getre den paragraaf 5 der wet tot verlaging van de openbare uitgaven is artikel 19 vreem delingenwet aldus gewijzigd, dat vervallen is het voorschrift, dat de bepalingen der wet niet van toepassing zijn op den binnen het rijk gevestigden vreemdelingen, die met een Nederlandsche vrouw is gehuwd of gehuwd geweest en' uit haar een of meer kinderen heeft, in Nederland geboren. Door deze wijziging is de mogelijkheid geopend, een vrij groot aantal behoeftige vreemde gezinnen, die ten laste van de ar menzorg der Nederlandsche gemeenten moesten worden genomen zonder uitzicht op beëindiging van de ondersteuning in afzien- baren tijd, thans uit te leiden wegens gebrek aan middelen van bestaan. Deze aangelegenheid is vooral van betee- kenis gebleken voor de hier te lande onder steund wordende D u i t s c h e gezinnen, in verband met het niet onbelangrijke aantal armlastige Nederlandsche gezinnen in Duitschland, vallende onder dezelfde cate gorie. Toen na 1 Januari 1936 voor beide landen een wettelijke verplichting om van de uitleiding af te zien, niet meer bestond, zijn met de Duitsche regeering onderhande lingen gevoerd ten einde in deze tot een overeenkomst te komen. Als gevolg van het openen dezer onderhandelingen werd in bei de landen, voorloopig althans, niet tot uit leiding wegens armlastigheid overgegaan. Het is echier,-moeilijk gebleken, mede met. het oog op de deviezenpolitiek der Duitsche regeering, in dit opzicht bepaalde bindende afspraken omtrent het verleenen van resti tutie te maken, zoodat er de voorkeur aan wordt gegeven in deze te volstaan met in bei de landen nogmaals den nadruk te leggen op de bestaande praktijk en derhalve, voor zoover Nederland betreft, bjj de uitleiding van armlastige vreemdelingen in het alge meen en van Duitsche gezinnen in het bij zonder, zoowel voor de zoogenaamde artikel 19-gevallen als voor de overige groepen steeds de noodige voorzichtigheid te betrach ten en er voor te waken dat „klaarblijke lijke hardheden" worden vermeden. Ten einde echter te voorkomen, dat de betrokken gemeente en/of armbesturen on redelijk worden belast, heeft de minister besloten, dat in gevallen waarin uitleiding van armlastige Duitsche gezinnen uitsluitend ingevolge het standpunt van den minister of zijn ambtsvoorganger voorloopig werd op geschort, bij het departement een subsidie kan worden aangevraagd van 75 pCt. der ten laste van het betrokken gemeentelijk orgaan komende en/of blijvende kosten. Voorts is de minister bereid deze bijdrage ook te verleenen voor nieuwe gevallen soortgelijk aan de hierboven bedoelde, welke in de toekomst uitsluitend tengevolge van het departementale standpunt niet zullen worden uitgeleid. Tevens zou de minister het op prijs stellen indien in gevallen van uitleiding van andere categorieën armlastige Duitschers, waarvoor zijn oordeel niet 'behoeft te worden ge vraagd, alsmede bij de uitleiding van behoef tige buitenlandsche gezinnen in het algemeen nauwkeurig worde nagegaan in aimsluj. ting aan de door de Nederlandsche regeering in deze steeds gevolgde en aanbevolen ge dragslijn of uitleiding van humanitair standpunt bezien, te verantwoorden is. Zekerheidshalve vestigt de minister er nog de aandacht op, dat bovenstaande regeling betreft uitleidingen uitsluitend wegens armlastigheid en niet uitleidingen van vreemdelingen welke nationaliteit zjj ook bezitten en tot welke categorie zij ook be- hooren die gevaarlijk moeten worden geacht voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid, ook al zijn zij tevens armlastig. Laatstbedoelde gevallen staan ter uitsluitende beoordeeling van de hoofden van plaatselijke politie, uiteraard* met inachtneming van de daaromtrent'door den minister van justitie gegeven aanwü- zingen. WEGENS OPLICHTING AANGEHOUDEN. Twee arrestaties te Maassluis, Door de recherche te Maassluis is aan gehouden en voorloopig op het bureau van politie aldaar ingesloten een zekere H. J, R„ die een rijwiel op afbetaling had ge kocht en het vervolgens te Vlaardingen onder valsche voorwendselen van de hand deed aan iemand uit Tiel. Vervolgens deed R. aangifte bij de politie, dat zijn fiets te Rotterdam was ontvreemd. De politie ver trouwde deze zaak echter niet en stelde een uitgebreid onderzoek in, wat tot ge volg had, dat een valsche aangifte bleek te zijn gedaan en de fiets te Tiel werd opge spoord. Eenzelfde lot van insluiting onderging J. S. uit Maasdijk. Deze had bij een winke lier te Maassluis een costuum gekocht en niet betaald. Aanvankelijk vertelde hij geld op eigen spaarbankboekje te hebben, doch uit het ingestelde onderzoek bleek dit niet waar te zijn. Wel kwam uit. dat twee in woners van Naaldwijk door S. reeds waren opgelicht resp. voor 70 en 10. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN MINISTERS. Nederland en de Mexicaansche petroleum. De heer Schouten heeft aan de ministers van buitenlandsche zaken en van economi sche zaken de volgende vragen gericht: 1. Kan de regeering mededeelen, of de geruchten juist zijn, dat door Nederland sche reederijen Mexicaansche olie en daaruit vervaardigde producten naar Nederland worden vervoerd, en dat ge» tracht wordt daarvcor in Nederland een afzetgebied te vinden? 2. Indien deze geruchten juist zijn, kan de regeering dan, gelet op het bekende ge schil, dat in Mexico tusschen de regeering van dat land en de aldaar gevestigde bui tenlandsche petroleummaatschappijen han gende is, haar oordeel geven over dit ver voer naer èn den afzet dezer producten in ons land, en mededeelen of zij *e dezer zake een voorziening heeft getroffen of nog zal treffen? DIEFSTAL IN EEN MUSEUM. Het Haagsche gemeentelijk museum voor onderwijs, waarin ondergebracht is de volkenkundige verzameling van de ge meente 's-Gravenhage, wordt gewoonlijk in den vacantietijd door vele Hagenaars bezocht. Zoo waren Zaterdagmiddag on geveer 50 bezoekers in het gebouw aan wezig, toen de conservator, de heer A. J. de Lorm, ontdekte, dat een glazen vitrine was geforceerd. Deze bevatte specimina van Indische kunstnijverheid van betrekkelijk groote waarde. Na het openwringen van de vitrine heeft de dief een verguld zilve ren ring, afkomstig uit Makassar, alsmede een paar zilveren oorknoppen van Java ontvreemd. De gestolen ring ziet er als goud uit en is bezet met simili-diamanten. De dief heeft zich kennelijk laten ver leiden door het geflonker van de steenen, welke weinig waarde hebben. De Indische gouden en zilveren voorwerpen, welke eveneens in de vitrine lagen, zijn waarde voller. De ontvreemde voorwerpen zijn goede proevtn van Indische kunstnijverheid, doch de verzameling lijdt door dezen diefstal geen groote schade. De geheele opzet en uitvoering van dezen diefstal doen denken aan den museum diefstal te Leiden, welke tot nu toe nog onopgehelderd is glebleven. TWEEDE BLAD. Het stoffelijk overschot van den Ne- derlandschen gezant in Duitschland, mr. C. Ridder van Rappard, is gister van Bückeburg naar Nederland overge bracht. Vóór het vertrek van den stoet werd in het voormalige residentieslot een rouw- plechtigheid gehouden, waarbij de verwan ten van den overledene en leden van het Ne derlandsche gezantschap aanwezig waren. Rijksstadhouder Meyer hield een toespraak, waarin hij hartelijke woorden wijdde aan de nagedachtenis van den gezant. Hij verklaar de, dat geheel Duitschland deelt in den die pen rouw van het naburige, bevriende ko ninkrijk. Vervolgens werd de kist door militairen op een met vier paarden bespannen affuit gedragen en tot aan de grens der stad bege leid. Hier werd de kist in een gereedstaan de auto geplaatst. Terwijl een aantal eeresal vo's gelost werden, begon de laatste tocht naar Nederland. Wat de Duitsche bladen van den overledene zeggen. De Berlijnsche bladen schrijven vol lof een woord van herdenking voor den op zoo droeve wijze om het leven gekomen Neder- landschen gezant. Zij schrijven o.a.: de over ledene had zich in Duitschland door zijn streven naar verdieping van de vriendschap pelijke betrekkingen tusschen het Duitsche rijk en Nederland, evenals door zijn bemin nelijkheid een geziene positie verworven. De Berliner Börsenzeitung schrijft: de Ne derlandsche regeering heeft een van haar beste en meest ervaren diplomaten verloren. De overledene was een actief en onvermoeid bevorderaar van de betrekkingen tusschen Duitschland en Nederland. De bladen publiceeren voorts een over zicht van den levensloop van den overal zoo gewaardeerden diplomaat. Een rouwdienst te Berlijn. Morgen zal te Berlijn te 12 uur in de Mat- thaus-kirche een plechtige rouwdienst wor den gehouden, waarbij de leden van het Ne derlandsche gezantschap, de Nederlandsche kolonie, vertegenwoordigers van de Duit sche rijksregeering en het corps diplomati- que in Berlijn tegenwoordig zullen zijn. Deze rouwdienst zal geleid worden door pastor Grüber, een Duitsch geestelijke, die te Utrecht theologie gestudeerd heeft en wiens moeder een Nederlandsche was. Pastor Grüber behoorde tot den vriendenkring van den ontslapen gezant. Teraardebestelling op a.s. Woensdag. Naar wij vernemen zal de teraardebestel ling van het stoffelijk overschot van mr. C. Ridder van Rappard geschieden op Woens dag a.s. om 12.15 uur op de begraafplaats te Zutfen. Nadere maatregelen niet uitgesloten. Sedert de verhooging der monopoliehef fingen op granen op 31 Juli j.1. zijn de wereldmarktprijzen van alle granen verder teruggeloopen, zoodat het doel, het berei ken van de voor de graanverbouwers in uitzicht gestelde prijzen door de verhoo ging der monopolieheffingen, niet is be reikt. Met ingang van gister zijn de mono polieheffingen op mais tarwe, gerst, rogge haver en de met deze in con currentie tredende granen daarom met 0.50 per 100 kg. verhoogd. De heffingen op de van deze granen af komstige derivaten, zoomede op eier- producten en eieren, zullen daarmede in overeenstemming worden gebracht. Het ligt niet in de bedoeling in de hef fing op veekoeken wijziging te brengen, omdat de bestaande prijsverhoudingen dit niet dringend noodzakelijk maken. Daar de graanprijzen zich den laatsten tijd voortdurend in dalende richting be wegen en de wereldoogstvooruitzichten een verdere daling allerminst uitsluiten, be staat de mogelijkheid, dat in de toekomst nadere voorzieningen ter bereiking van het voor de verbouwers noodzakelijke prijspeil noodij zullen zijn. Door DONN BYRNE. Uit hot Engelsch door J. van P 16) Een gebogen, gezette gedaante in een sjaal kwam naar hem toe over het erf, zijn vrouw's' moeder en met haar een zoetach tige, wrange lucht van whisky. „Shane avick, zit je hier alleen, treurend om de lieve schoone, die is heengegaan?" ,Ik ben hier maar gaan zitten", „Wil je niet een druppeltje troost?" „Whisky? Neen, dank u". „Een klein proefje maar?" „Neen liever niet". „En ik heb het juist voor je meegebracht in een zakflesch. Even maar je lippen nat maken, dat zal je opbeuren, agra, nu je zoo terneergeslagen bent". „Neen!" De oude vrouw ging naast hem op het steenen muurtje zitten en begon voor- en achterwaarts te zwaaien, terwijl haar stem den klaagtoon aannam: „Is zij heen geaan? Ben je heengegaan, Moyra a sthore. Zeker, het was een lieve dochter, wat je voor me geweest bent, nu kan een CEBUTO Hels betalen. U hebt keus uit tientallen bui tenlandsche reizen van f 15. tot f150.—Door de grootscheep- sche organisatie heeft CEBUTO voorrang in alle landen van Europa. Met welk gezelschap U ook meegaat, U reist uitsluitend eerste klas. bii de lunchroom. Tel. 3755. ECMOND ai ZEE Naco-Autobusstation. Tel. 353. lteizen zonder zorgen Uitdrukkelijk zij er op gewezen, dat niet vaststaat, dat een verdere daling der graan prijzen door een overeen!.omstige verhoo ging der monopolieheffingen zal worden opgevangen. Moet verder worden ingegre pen, dan zal te zijner tijd worden nagegaan welke maatregel het meest in aanmerking komt. Hierbij kan dus mede gedacht wor den aan denaturatievergoeding of directen toeslag op den oogst, zooals ook in het verleden heeft plaats gehad. Vrij met doorbetaling van loon. De minister van sociale zaken heelt goedgevonden, dat, in verband met de vie ring van den nationalen feestdag op Dins dag 6 September gedurende dien dag op de verschillende werkverschaffingen niet wordt gewerkt. Evenals voor het verzuim op koninginnedag mag dan het gederfde loon worden uitbetaald, voor de berekening waarvan als grondslagen dienen het basis uurloon en het aantal verzuimde uren. Geen verzuim in de werkverschaffing kan wor den toegestaan voor de viering van het re- geeringsjubileum van de koningin op an dere data dan op 6 September a.s. De arbeiders, die in kampen bij centrale werkverschaffingsobjecten gehuisvest zijn en ééns per week of eenmaal per veertien dagen naar huis gaan, behoeven, indien de aankomst in het kamp op Maandag 5 Sep tember a.s. zou moeten plaats hebben, in die week eerst op Woensdag 7 September aan te komen. Voor het verzuim ep 5 en 6 September wordt dan op gelijke wijze als hierboven vermeld vergoeding gegeven. IN NOOD ZIJND ENGELSCH JACHT BINNENGEBRACHT. 36 uur op zee rondgezwalkt. Schipper Bruin van Hollum heeft Zater dag in de bocht bij Ballum een Engelsch jacht zonder naam binnengebracht. De be manning bestond uit drie personen, die met hun vaartuig 36 uur hulpeloos op de Noord zee hadden rondgezwalkt. Het jacht is afkomstig uit Lowestoft en was via Terschelling naar Norderney geva ren. Op den terugtocht naar Engeland kreeg het schip moeilijkheden. De motor raakte defect en roer en zeilen kregen ern stige averij. Schipper Bruin kreeg kennis van den nood waarin het jacht verkeerde en ging er op af. Hij trof de bemanning in uitgeputten toestand aan en hij sleepte 't vaartuig naar de bocht bij Ballum, waar het voorloopig ligplaats heeft genomen. De drie leden van de bemanning zijn aan boord gebleven. Getracht zal worden de motor zooveel mo gelijk te herstellen. Daarna zal het jacht naar Harlingen worden gebracht om de overige schade te herstellen. De drie Engelschen hebben het voorne men per vliegtuig naar hun land terug te keeren. ik oud ben en het brood niet waard, dat ik eet, een gebroken cailleach, die strom pelt, op een stok geleund. Nooit heb je mij een kop thee geweigerd, zoo sterk, dat een muis erop kon loopen en het vleesch met Kerstmis, je oude moeder moest ook een proefje hebben. En veel bruine eieren heb je mij gegeven, zelfs als zij hoog in prijs waren op de Woensdagsche markt. En de snuif nooit kwam je zonder dat thuis als je van de markt in Dundalk kwam. Vriendelijk was je als de zachte regens in April en mijn hart is als asch, nu dat je weg bent Shane liep over het erf heen en weer; hij hoorde het gluk-gluk van een flesch en snOof weer den zoetachtigen, wrangen reuk van whisky op. Hij keerde terug. „Tegen één slechts was je vriendelijker dan tegen mij en dat was de jonge man hier, wiens hart om jou gebroken is. Stom van verdriet is hij, nu je bent heengegaan. En wat je alles voor hem gedaan hebt! Je had een flinken boer kunnen trouwen, je had een dozijn koeien kunnen hebben, paarden om een wagen of ploeg te trekken, kippen bij het dozijn en zijden spek hadden in de keuken gehangen. Of je had een man kunnen trouwen, die een winkel had en je had op je gemak in de achterkamer kun nen zitten als een geboren dame. Of je had een wijnroeier kunnen trouwen en in Dublin wonen en omgaan met de groote lui. En je moeder zou een zwartzijden japon gehad hebben en schoenen met knoopen erop. Maar je trouwde dezen jongen man, die naar zee gaat, zoo groot was je liefde Nadat de reparatie aan de in het onge- reede geraakte emmerketting reeds de vo rige week hersteld was, was het weer zoo veel slechter geworden, dat ook na de re paratie de molen op de reede van Terschel ling bleef, in afwachting van beter weer. Gister bleek het weer zoodanig gedraaid te zijn, dat er geen enkel bezwaar was om zich weer met het gevaarte op de Waddenzee te wagen, zoodat in de vroegte besloten werd, dat de Karimata haar werk op zoek naar het Lutinegoud zal hervatten. Tegen elf uur werd de baggermolen dan ook door de sleepbooten van de firma Doeksen naar buiten gesleept en terugge bracht naar de plaats boven het Lutine- wrak, 75 meter achter de plaats, waar men het laatste gebaggerd heeft, om thans een nieuwe strook van den zeebodem, waar men hoopt het achterschip met de Lutine- schatkamer te vinden, af te zoeken. Gisteravond is het baggeren hervat. DE BURGERLIJKE BEVOLKING EN DE OORLOGVOERING. Rapport inzake bescherming der burgerlijke bevolking tegen nieuwe oorlogswerktuigen. Op het 29ste congres van de International Law Association in 1936, is door een Neder- landsch comité, bestaande uit de heeren mr. K. Jansma, voorzitter, en mr. J. M. J. Baak, mr. J. H. Kiewiet de Jonge, luit.-gen. W. J. C. Schuurman en mr. J. Wolterbeek Muller, leden, voorgesteld zekere lijnen uit te stip pelen ten einde in tijd van oorlog te komen tot het afbakenen van veiligheidsgebieden voor sommige categorieën non-combattan ten, waarvoor de noodige internationale overeenkomsten in tijd van vrede zouden moeten worden gesloten. Door een daartoe ingestelde inter nationale commissie wordt thans een nieuw ontwerpverdrag aan het dezer dagen te Amsterdam te houden congres aangeboden. Het concept laat zich slechts in met de bescherming van non-combattanten en gaat uit van het beginsel, dat direct en als zoodanig bedoeld oorlogsleed hun zooveel mogelijk meet worden bespaard. Het ontwerp is deels geheel nieuw van inhoud, deels zijn regelen aan vori ge ontwerpeno.a. van de Haagsche conventie 1889 en 1907 ontleend. Het gaat thans in de eerste plaats om het vastleggen van eenige groote lijnen. Het be palen van een definitieve redactie zal naar het inzicht van de stellers hoofdzakelijk aan de betreffende regeerirtgen moeten worden overgelaten: Deze regelen komen ongeveer neer op het navolgende: In Art. 1 wordt uitdrukkelijk bepaald, dat de burgerbevolking geen-oorlogs-object mag vormen, het begrip „burgerbevolking" wordt tevens nader gedefiniëerd, terwijl Art. 2 het bombardeeren van „open" plaatsen verbiedt. Luchtbombardementen ter terroriseering van de bevolking worden in het bijzonder verboden, slechts de militaire objecten mag worden gericht. In het algemeen wordt eveneens verboden het gebruik van chemi sche, brandstichtende en ziekte-verwekken de projectielen. Reeds tijdens vrede, doch ook in oorlogs tijd, kunnen door een regeering „veiligheids zones" worden geschapen, waarin slechts ondergebracht mogen worden personen ouder dan 60 en jonger dan 15 jaar, zwan gere vrouwen en zoogende vrouwen, en ge- brekkigen, met het te hunner verzorging be- noodigde personeel. Technische aanwijzingen omtrent inrich ting en kenbaarmaking dezer „zones" wor den verder nog gegeven Ook de toegangswegen worden beschermd, op voorwaarde, dat deze nimmer voor oor logsdoeleinden zijn of worden gebruikt. Op het naleven van de hier weergegeven bepalingen zal toezicht worden uitgeoefend door neutrale controleurs aan wie diplo matieke voorrechten worden toegekend. Nadere voorschriften omtrent de handelin gen dezer controleurs en hunne verantwoor delijkheid worden gegeven. Zij worden onder toezicht gestgld van een commissie, voor hem. Liefde kwam over je als een donderbui en deed je beven als een blad en nu ben je dood, ochanee, ochanee, ochanee". Haar stem ging van den schellen klaag toon over in een sluw gezanik. „Je zult toch wel iets voor mij achter la ten als gedachtenis aan haar, jonge Shane, als zij een vadem diep onder mij in den killen grond ligt? En een paar snuisterijen of misschien een japon, of een oorbel, zou den mijn hart verwarmen". „Ge kunt ze alle krijgen". „Allemaal, zeg je? O, dat is het groote, goede hart, dat in je is, man van het Noor den. En zal dat alles van mij zijn, de zilve ren broche, die je voor haar uit de Hol- landsche stad meebracht en de ring met den paarl en de zijdén japonnen uit Frank rijk en de schoenen, waaraan de gespen zit ten? Zijn die allemaal .voor mij, kind?" „Ja, ja, neem ze". „En de aardige meubeltjes in het huis, het veeren bed, dat zoo zacht is om op te liggen en het buffet met het aardewerk en de lage bank bij het vuur en de prachtige stoelen? Je zou ze toch niet aan een vreem de willen verkoopen, zoon Shane?" „Neen, ge kunt die ook krijgen". „En het huis ook? Jonge, nobele jongen, waar zal de moeder van je vrouw het grijze hoofd neerleggen? Zou je het met het huis ook niet kunnen schikken?" „Het huis is niet van mij en ik kan mij niet veroorlooven het te koopen". „Maar je komt van zoo'n rijke protes- tantsche familie, je ooms en je moeders kind. Ze stikken in het goud en ik ben maar een arm oud wijf, dat je het witte lam van de kudde gaf'. „We zullen wel voor u zorgen. Mijn oom Alan Campbell zal over een paar dagen hier komen en alles regelen. Maar ik vrees, dat er geen sprake kan zijn van het huis". „O, het zou prachtig zijn om het huis te hebben, terwijl de menschen in de buurt sterven van afgunst op mijn staat en weel de. Bij kermis en wake zouden zij mij veel eerbied betoonen en de priesters van God zouden steeds op bezoek komen. Het huis, lieve jongen, geef mij het huis!" „Dat moet u met mijn oom Alan bespre ken". „Alan Campbell is een harde man van het Noorden". „Toch zult ge met hem moeten spreken". „Mhir mheir drighe!" siste haar mond. „O, jij zoon van een slet". Shane draaide zich om als een wendende zeilboot. „Ge vergeet, dat ik ook Gaelisch spreek, oude vrouw!" „O, zeker, wat zeide ik dan anders, lieve jongen, dan avick machree, zoon van mijn hart? Avick machree, zeide ik. O, zoon van mijn hart, dat is het, wat je bent. Je zou toch niet verkeerd willen uitleggen, wat een oude vrouw zegt, die geen tanden meer heeft en gebukt gaat onder zwarte wolken van verdriet?" Een schittering in het maanlicht trof Shane's oogen. Hij greep haar rechter hand. „Is dat Moyra's trouwring, dien je aan hebt? Hebt ge hebt ge dien genomen van haar hand?" „O, zeker, wat zou zij eraan hebben, als zij onder de aarde van Ballymaroo ligt? En er zit prachtig Australisch goud aan, dat een bom geld waard is. En wat zou je er zelf aan hebben, als je in vreemde stre ken bent, waar een hartstochtelijke vrouw je misschien haar liefde aanbiedt? Zoo'n knappe jongen als jij, zal de harten van velen aantrekken. Maar zij zouden zich koel terugtrekken, als zij dat aan je vinger za gen, of aan een lint om je nek. Ze zouden zich terugtrekken en de liefde, die voor jou bestemd was, aan een ander geven. Een zonde zou het zijn om het fijne Austra lische goud te verspillen en je zou mij toch niet den prijs van een paar vaarzen mis gunnen, die tot prachtige koeien zouden opgroeien? Dat zou je toch niet doen, knap pe jongen?" Hij slingerde haar hand zoo heftig van zich af, dat zij viel en hij ging vlug naar het huis, waar de doode vrouw lag. Van achter hem op het erf klonk het geluid, gluk, gluk, van de flesch en vanaf de baan kwam de volle, ongeschoolde stem van het zingende meisje: Schoen noch kous zal ik aantrekken, noch een kam in mijn haar steken. Kolenvuur noch kaarslicht zal in mijn mooie kamer flikkeren. Noch zal ik eenig ander jong man huwen tot aan mijn sterfdag. Nu de lage landen van Holland liggen tusschen mijn liefde en mij. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6