De wind
blaast.
CEBUTO
jRwtutdand
feuilleton
De Karimata weer naar
Mr. C. Ridder van Rappard t
Hot stoffelijk overschot naar
Nederland gebracht.
Verhooging van de
monopolieheffing op granen.
Iedere beurs
ALKMAAR in gebouw V. D.
Werkverschaffing en de
nationale feestdag.
het wrak.
bij iederen contracteerenden staat door den
president van het internationaal gerechts
hof te benoemen.
Constateert een der controleerende orga
nen overtreding van de, met betrekking tot
de veiligheids-zones" voorgeschreven rege
len dan wordt dit door den president van
het' voornoemde hof ter kennis van de oor
logvoerende partijen gebracht, waarna deze
het recht hebben den betrokken staat mede
te deelen, dat zij de „veiligheids-zone" niet
meer erkennen, met alle gevolgen van dien.
Van andere inbreuken op dit verdrag,
wordt door partijen wederom kennis gege
ven aan den voornoemden president, die een
neutrale commissie voor onderzoek benoemt,
welke commissie aan het Permanente Hof
van Internationale Justitie rapport uitbrengt.
Na een zoo kort mogelijke procedure
volgt een uitspraak van dit hof, waarin het
zekere maatregelen, tegen den overtreder
te nemen, aanbeveelt. Met name kan het aan
andere staten het recht verleenen de tegen
partij van den overtreder gewapenderhand
ter zijde te staan, deze financiëele of mate-
riëele hulp bieden, of haar het uitoefenen
van belligerente rechten ontzeggen.
Daarnaast kan de overtreder veroordeeld
worden tot vergoeding der schade in finan-
ciëel opzicht door zijn overtreding veroor
zaakt.
ONDERSTEUNING EN UITLEIDING
VAN BEHOEFTIGE VREEMDELINGEN.
Een ministerieele circulaire.
Een circulaire van den minister van bin-
nenlandsche zaken, gericht aan de gemeente
besturen bevat o.m. het volgende:
Bij de op 1 Januari 1936 in werking getre
den paragraaf 5 der wet tot verlaging van
de openbare uitgaven is artikel 19 vreem
delingenwet aldus gewijzigd, dat vervallen
is het voorschrift, dat de bepalingen der wet
niet van toepassing zijn op den binnen het
rijk gevestigden vreemdelingen, die met een
Nederlandsche vrouw is gehuwd of gehuwd
geweest en' uit haar een of meer kinderen
heeft, in Nederland geboren.
Door deze wijziging is de mogelijkheid
geopend, een vrij groot aantal behoeftige
vreemde gezinnen, die ten laste van de ar
menzorg der Nederlandsche gemeenten
moesten worden genomen zonder uitzicht op
beëindiging van de ondersteuning in afzien-
baren tijd, thans uit te leiden wegens gebrek
aan middelen van bestaan.
Deze aangelegenheid is vooral van betee-
kenis gebleken voor de hier te lande onder
steund wordende D u i t s c h e gezinnen, in
verband met het niet onbelangrijke aantal
armlastige Nederlandsche gezinnen in
Duitschland, vallende onder dezelfde cate
gorie. Toen na 1 Januari 1936 voor beide
landen een wettelijke verplichting om van
de uitleiding af te zien, niet meer bestond,
zijn met de Duitsche regeering onderhande
lingen gevoerd ten einde in deze tot een
overeenkomst te komen. Als gevolg van het
openen dezer onderhandelingen werd in bei
de landen, voorloopig althans, niet tot uit
leiding wegens armlastigheid overgegaan.
Het is echier,-moeilijk gebleken, mede met.
het oog op de deviezenpolitiek der Duitsche
regeering, in dit opzicht bepaalde bindende
afspraken omtrent het verleenen van resti
tutie te maken, zoodat er de voorkeur aan
wordt gegeven in deze te volstaan met in bei
de landen nogmaals den nadruk te leggen
op de bestaande praktijk en derhalve, voor
zoover Nederland betreft, bjj de uitleiding
van armlastige vreemdelingen in het alge
meen en van Duitsche gezinnen in het bij
zonder, zoowel voor de zoogenaamde artikel
19-gevallen als voor de overige groepen
steeds de noodige voorzichtigheid te betrach
ten en er voor te waken dat „klaarblijke
lijke hardheden" worden vermeden.
Ten einde echter te voorkomen, dat de
betrokken gemeente en/of armbesturen on
redelijk worden belast, heeft de minister
besloten, dat in gevallen waarin uitleiding
van armlastige Duitsche gezinnen uitsluitend
ingevolge het standpunt van den minister of
zijn ambtsvoorganger voorloopig werd op
geschort, bij het departement een subsidie
kan worden aangevraagd van 75 pCt. der ten
laste van het betrokken gemeentelijk orgaan
komende en/of blijvende kosten.
Voorts is de minister bereid deze bijdrage
ook te verleenen voor nieuwe gevallen
soortgelijk aan de hierboven bedoelde, welke
in de toekomst uitsluitend tengevolge van
het departementale standpunt niet zullen
worden uitgeleid.
Tevens zou de minister het op prijs stellen
indien in gevallen van uitleiding van andere
categorieën armlastige Duitschers, waarvoor
zijn oordeel niet 'behoeft te worden ge
vraagd, alsmede bij de uitleiding van behoef
tige buitenlandsche gezinnen in het algemeen
nauwkeurig worde nagegaan in aimsluj.
ting aan de door de Nederlandsche regeering
in deze steeds gevolgde en aanbevolen ge
dragslijn of uitleiding van humanitair
standpunt bezien, te verantwoorden is.
Zekerheidshalve vestigt de minister er nog
de aandacht op, dat bovenstaande regeling
betreft uitleidingen uitsluitend wegens
armlastigheid en niet uitleidingen van
vreemdelingen welke nationaliteit zjj ook
bezitten en tot welke categorie zij ook be-
hooren die gevaarlijk moeten worden
geacht voor de openbare orde, veiligheid,
gezondheid of zedelijkheid, ook al zijn zij
tevens armlastig. Laatstbedoelde gevallen
staan ter uitsluitende beoordeeling van de
hoofden van plaatselijke politie, uiteraard*
met inachtneming van de daaromtrent'door
den minister van justitie gegeven aanwü-
zingen.
WEGENS OPLICHTING
AANGEHOUDEN.
Twee arrestaties te Maassluis,
Door de recherche te Maassluis is aan
gehouden en voorloopig op het bureau van
politie aldaar ingesloten een zekere H. J,
R„ die een rijwiel op afbetaling had ge
kocht en het vervolgens te Vlaardingen
onder valsche voorwendselen van de hand
deed aan iemand uit Tiel. Vervolgens deed
R. aangifte bij de politie, dat zijn fiets te
Rotterdam was ontvreemd. De politie ver
trouwde deze zaak echter niet en stelde
een uitgebreid onderzoek in, wat tot ge
volg had, dat een valsche aangifte bleek te
zijn gedaan en de fiets te Tiel werd opge
spoord.
Eenzelfde lot van insluiting onderging
J. S. uit Maasdijk. Deze had bij een winke
lier te Maassluis een costuum gekocht en
niet betaald. Aanvankelijk vertelde hij geld
op eigen spaarbankboekje te hebben, doch
uit het ingestelde onderzoek bleek dit niet
waar te zijn. Wel kwam uit. dat twee in
woners van Naaldwijk door S. reeds waren
opgelicht resp. voor 70 en 10.
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
AAN MINISTERS.
Nederland en de Mexicaansche
petroleum.
De heer Schouten heeft aan de ministers
van buitenlandsche zaken en van economi
sche zaken de volgende vragen gericht:
1. Kan de regeering mededeelen, of de
geruchten juist zijn, dat door Nederland
sche reederijen Mexicaansche olie en
daaruit vervaardigde producten naar
Nederland worden vervoerd, en dat ge»
tracht wordt daarvcor in Nederland een
afzetgebied te vinden?
2. Indien deze geruchten juist zijn, kan
de regeering dan, gelet op het bekende ge
schil, dat in Mexico tusschen de regeering
van dat land en de aldaar gevestigde bui
tenlandsche petroleummaatschappijen han
gende is, haar oordeel geven over dit ver
voer naer èn den afzet dezer producten in
ons land, en mededeelen of zij *e dezer
zake een voorziening heeft getroffen of nog
zal treffen?
DIEFSTAL IN EEN MUSEUM.
Het Haagsche gemeentelijk museum voor
onderwijs, waarin ondergebracht is de
volkenkundige verzameling van de ge
meente 's-Gravenhage, wordt gewoonlijk
in den vacantietijd door vele Hagenaars
bezocht. Zoo waren Zaterdagmiddag on
geveer 50 bezoekers in het gebouw aan
wezig, toen de conservator, de heer A. J.
de Lorm, ontdekte, dat een glazen vitrine
was geforceerd. Deze bevatte specimina van
Indische kunstnijverheid van betrekkelijk
groote waarde. Na het openwringen van
de vitrine heeft de dief een verguld zilve
ren ring, afkomstig uit Makassar, alsmede
een paar zilveren oorknoppen van Java
ontvreemd. De gestolen ring ziet er als
goud uit en is bezet met simili-diamanten.
De dief heeft zich kennelijk laten ver
leiden door het geflonker van de steenen,
welke weinig waarde hebben. De Indische
gouden en zilveren voorwerpen, welke
eveneens in de vitrine lagen, zijn waarde
voller.
De ontvreemde voorwerpen zijn goede
proevtn van Indische kunstnijverheid, doch
de verzameling lijdt door dezen diefstal
geen groote schade.
De geheele opzet en uitvoering van dezen
diefstal doen denken aan den museum
diefstal te Leiden, welke tot nu toe nog
onopgehelderd is glebleven.
TWEEDE BLAD.
Het stoffelijk overschot van den Ne-
derlandschen gezant in Duitschland, mr.
C. Ridder van Rappard, is gister van
Bückeburg naar Nederland overge
bracht.
Vóór het vertrek van den stoet werd in
het voormalige residentieslot een rouw-
plechtigheid gehouden, waarbij de verwan
ten van den overledene en leden van het Ne
derlandsche gezantschap aanwezig waren.
Rijksstadhouder Meyer hield een toespraak,
waarin hij hartelijke woorden wijdde aan de
nagedachtenis van den gezant. Hij verklaar
de, dat geheel Duitschland deelt in den die
pen rouw van het naburige, bevriende ko
ninkrijk.
Vervolgens werd de kist door militairen
op een met vier paarden bespannen affuit
gedragen en tot aan de grens der stad bege
leid. Hier werd de kist in een gereedstaan
de auto geplaatst. Terwijl een aantal eeresal
vo's gelost werden, begon de laatste tocht
naar Nederland.
Wat de Duitsche bladen van den
overledene zeggen.
De Berlijnsche bladen schrijven vol lof
een woord van herdenking voor den op zoo
droeve wijze om het leven gekomen Neder-
landschen gezant. Zij schrijven o.a.: de over
ledene had zich in Duitschland door zijn
streven naar verdieping van de vriendschap
pelijke betrekkingen tusschen het Duitsche
rijk en Nederland, evenals door zijn bemin
nelijkheid een geziene positie verworven.
De Berliner Börsenzeitung schrijft: de Ne
derlandsche regeering heeft een van haar
beste en meest ervaren diplomaten verloren.
De overledene was een actief en onvermoeid
bevorderaar van de betrekkingen tusschen
Duitschland en Nederland.
De bladen publiceeren voorts een over
zicht van den levensloop van den overal zoo
gewaardeerden diplomaat.
Een rouwdienst te Berlijn.
Morgen zal te Berlijn te 12 uur in de Mat-
thaus-kirche een plechtige rouwdienst wor
den gehouden, waarbij de leden van het Ne
derlandsche gezantschap, de Nederlandsche
kolonie, vertegenwoordigers van de Duit
sche rijksregeering en het corps diplomati-
que in Berlijn tegenwoordig zullen zijn.
Deze rouwdienst zal geleid worden door
pastor Grüber, een Duitsch geestelijke, die
te Utrecht theologie gestudeerd heeft en
wiens moeder een Nederlandsche was. Pastor
Grüber behoorde tot den vriendenkring van
den ontslapen gezant.
Teraardebestelling op a.s. Woensdag.
Naar wij vernemen zal de teraardebestel
ling van het stoffelijk overschot van mr. C.
Ridder van Rappard geschieden op Woens
dag a.s. om 12.15 uur op de begraafplaats te
Zutfen.
Nadere maatregelen niet uitgesloten.
Sedert de verhooging der monopoliehef
fingen op granen op 31 Juli j.1. zijn de
wereldmarktprijzen van alle granen verder
teruggeloopen, zoodat het doel, het berei
ken van de voor de graanverbouwers in
uitzicht gestelde prijzen door de verhoo
ging der monopolieheffingen, niet is be
reikt.
Met ingang van gister zijn de mono
polieheffingen op mais tarwe, gerst,
rogge haver en de met deze in con
currentie tredende granen daarom
met 0.50 per 100 kg. verhoogd. De
heffingen op de van deze granen af
komstige derivaten, zoomede op eier-
producten en eieren, zullen daarmede
in overeenstemming worden gebracht.
Het ligt niet in de bedoeling in de hef
fing op veekoeken wijziging te brengen,
omdat de bestaande prijsverhoudingen dit
niet dringend noodzakelijk maken.
Daar de graanprijzen zich den laatsten
tijd voortdurend in dalende richting be
wegen en de wereldoogstvooruitzichten een
verdere daling allerminst uitsluiten, be
staat de mogelijkheid, dat in de toekomst
nadere voorzieningen ter bereiking van
het voor de verbouwers noodzakelijke
prijspeil noodij zullen zijn.
Door DONN BYRNE.
Uit hot Engelsch door J. van P
16)
Een gebogen, gezette gedaante in een
sjaal kwam naar hem toe over het erf, zijn
vrouw's' moeder en met haar een zoetach
tige, wrange lucht van whisky.
„Shane avick, zit je hier alleen, treurend
om de lieve schoone, die is heengegaan?"
,Ik ben hier maar gaan zitten",
„Wil je niet een druppeltje troost?"
„Whisky? Neen, dank u".
„Een klein proefje maar?"
„Neen liever niet".
„En ik heb het juist voor je meegebracht
in een zakflesch. Even maar je lippen nat
maken, dat zal je opbeuren, agra, nu je zoo
terneergeslagen bent".
„Neen!"
De oude vrouw ging naast hem op het
steenen muurtje zitten en begon voor- en
achterwaarts te zwaaien, terwijl haar stem
den klaagtoon aannam:
„Is zij heen geaan? Ben je heengegaan,
Moyra a sthore. Zeker, het was een lieve
dochter, wat je voor me geweest bent, nu
kan een CEBUTO Hels betalen.
U hebt keus uit tientallen bui
tenlandsche reizen van f 15.
tot f150.—Door de grootscheep-
sche organisatie heeft CEBUTO
voorrang in alle landen van
Europa. Met welk gezelschap U
ook meegaat, U reist uitsluitend
eerste klas.
bii de lunchroom. Tel. 3755.
ECMOND ai ZEE
Naco-Autobusstation. Tel. 353.
lteizen zonder zorgen
Uitdrukkelijk zij er op gewezen, dat niet
vaststaat, dat een verdere daling der graan
prijzen door een overeen!.omstige verhoo
ging der monopolieheffingen zal worden
opgevangen. Moet verder worden ingegre
pen, dan zal te zijner tijd worden nagegaan
welke maatregel het meest in aanmerking
komt. Hierbij kan dus mede gedacht wor
den aan denaturatievergoeding of directen
toeslag op den oogst, zooals ook in het
verleden heeft plaats gehad.
Vrij met doorbetaling van loon.
De minister van sociale zaken heelt
goedgevonden, dat, in verband met de vie
ring van den nationalen feestdag op Dins
dag 6 September gedurende dien dag op de
verschillende werkverschaffingen niet wordt
gewerkt. Evenals voor het verzuim op
koninginnedag mag dan het gederfde loon
worden uitbetaald, voor de berekening
waarvan als grondslagen dienen het basis
uurloon en het aantal verzuimde uren. Geen
verzuim in de werkverschaffing kan wor
den toegestaan voor de viering van het re-
geeringsjubileum van de koningin op an
dere data dan op 6 September a.s.
De arbeiders, die in kampen bij centrale
werkverschaffingsobjecten gehuisvest zijn
en ééns per week of eenmaal per veertien
dagen naar huis gaan, behoeven, indien de
aankomst in het kamp op Maandag 5 Sep
tember a.s. zou moeten plaats hebben, in
die week eerst op Woensdag 7 September
aan te komen. Voor het verzuim ep 5 en 6
September wordt dan op gelijke wijze als
hierboven vermeld vergoeding gegeven.
IN NOOD ZIJND ENGELSCH JACHT
BINNENGEBRACHT.
36 uur op zee rondgezwalkt.
Schipper Bruin van Hollum heeft Zater
dag in de bocht bij Ballum een Engelsch
jacht zonder naam binnengebracht. De be
manning bestond uit drie personen, die met
hun vaartuig 36 uur hulpeloos op de Noord
zee hadden rondgezwalkt.
Het jacht is afkomstig uit Lowestoft en
was via Terschelling naar Norderney geva
ren. Op den terugtocht naar Engeland
kreeg het schip moeilijkheden. De motor
raakte defect en roer en zeilen kregen ern
stige averij.
Schipper Bruin kreeg kennis van den
nood waarin het jacht verkeerde en ging er
op af. Hij trof de bemanning in uitgeputten
toestand aan en hij sleepte 't vaartuig naar
de bocht bij Ballum, waar het voorloopig
ligplaats heeft genomen. De drie leden van
de bemanning zijn aan boord gebleven.
Getracht zal worden de motor zooveel mo
gelijk te herstellen. Daarna zal het jacht
naar Harlingen worden gebracht om de
overige schade te herstellen.
De drie Engelschen hebben het voorne
men per vliegtuig naar hun land terug te
keeren.
ik oud ben en het brood niet waard, dat
ik eet, een gebroken cailleach, die strom
pelt, op een stok geleund. Nooit heb je
mij een kop thee geweigerd, zoo sterk, dat
een muis erop kon loopen en het vleesch
met Kerstmis, je oude moeder moest ook
een proefje hebben. En veel bruine eieren
heb je mij gegeven, zelfs als zij hoog in
prijs waren op de Woensdagsche markt. En
de snuif nooit kwam je zonder dat thuis
als je van de markt in Dundalk kwam.
Vriendelijk was je als de zachte regens in
April en mijn hart is als asch, nu dat je weg
bent
Shane liep over het erf heen en weer;
hij hoorde het gluk-gluk van een flesch en
snOof weer den zoetachtigen, wrangen
reuk van whisky op. Hij keerde terug.
„Tegen één slechts was je vriendelijker
dan tegen mij en dat was de jonge man
hier, wiens hart om jou gebroken is. Stom
van verdriet is hij, nu je bent heengegaan.
En wat je alles voor hem gedaan hebt! Je
had een flinken boer kunnen trouwen, je
had een dozijn koeien kunnen hebben,
paarden om een wagen of ploeg te trekken,
kippen bij het dozijn en zijden spek hadden
in de keuken gehangen. Of je had een man
kunnen trouwen, die een winkel had en je
had op je gemak in de achterkamer kun
nen zitten als een geboren dame. Of je had
een wijnroeier kunnen trouwen en in
Dublin wonen en omgaan met de groote
lui. En je moeder zou een zwartzijden japon
gehad hebben en schoenen met knoopen
erop. Maar je trouwde dezen jongen man,
die naar zee gaat, zoo groot was je liefde
Nadat de reparatie aan de in het onge-
reede geraakte emmerketting reeds de vo
rige week hersteld was, was het weer zoo
veel slechter geworden, dat ook na de re
paratie de molen op de reede van Terschel
ling bleef, in afwachting van beter weer.
Gister bleek het weer zoodanig
gedraaid te zijn, dat er geen enkel
bezwaar was om zich weer met het
gevaarte op de Waddenzee te wagen,
zoodat in de vroegte besloten werd, dat
de Karimata haar werk op zoek naar
het Lutinegoud zal hervatten.
Tegen elf uur werd de baggermolen dan
ook door de sleepbooten van de firma
Doeksen naar buiten gesleept en terugge
bracht naar de plaats boven het Lutine-
wrak, 75 meter achter de plaats, waar men
het laatste gebaggerd heeft, om thans een
nieuwe strook van den zeebodem, waar
men hoopt het achterschip met de Lutine-
schatkamer te vinden, af te zoeken.
Gisteravond is het baggeren hervat.
DE BURGERLIJKE BEVOLKING EN
DE OORLOGVOERING.
Rapport inzake bescherming der
burgerlijke bevolking tegen nieuwe
oorlogswerktuigen.
Op het 29ste congres van de International
Law Association in 1936, is door een Neder-
landsch comité, bestaande uit de heeren mr.
K. Jansma, voorzitter, en mr. J. M. J. Baak,
mr. J. H. Kiewiet de Jonge, luit.-gen. W. J.
C. Schuurman en mr. J. Wolterbeek Muller,
leden, voorgesteld zekere lijnen uit te stip
pelen ten einde in tijd van oorlog te komen
tot het afbakenen van veiligheidsgebieden
voor sommige categorieën non-combattan
ten, waarvoor de noodige internationale
overeenkomsten in tijd van vrede zouden
moeten worden gesloten.
Door een daartoe ingestelde inter
nationale commissie wordt thans een
nieuw ontwerpverdrag aan het dezer
dagen te Amsterdam te houden congres
aangeboden.
Het concept laat zich slechts in met de
bescherming van non-combattanten en
gaat uit van het beginsel, dat direct en
als zoodanig bedoeld oorlogsleed hun
zooveel mogelijk meet worden bespaard.
Het ontwerp is deels geheel nieuw
van inhoud, deels zijn regelen aan vori
ge ontwerpeno.a. van de Haagsche
conventie 1889 en 1907 ontleend.
Het gaat thans in de eerste plaats om het
vastleggen van eenige groote lijnen. Het be
palen van een definitieve redactie zal naar
het inzicht van de stellers hoofdzakelijk aan
de betreffende regeerirtgen moeten worden
overgelaten:
Deze regelen komen ongeveer neer op het
navolgende:
In Art. 1 wordt uitdrukkelijk bepaald, dat
de burgerbevolking geen-oorlogs-object mag
vormen, het begrip „burgerbevolking" wordt
tevens nader gedefiniëerd, terwijl Art. 2 het
bombardeeren van „open" plaatsen verbiedt.
Luchtbombardementen ter terroriseering
van de bevolking worden in het bijzonder
verboden, slechts de militaire objecten
mag worden gericht. In het algemeen wordt
eveneens verboden het gebruik van chemi
sche, brandstichtende en ziekte-verwekken
de projectielen.
Reeds tijdens vrede, doch ook in oorlogs
tijd, kunnen door een regeering „veiligheids
zones" worden geschapen, waarin slechts
ondergebracht mogen worden personen
ouder dan 60 en jonger dan 15 jaar, zwan
gere vrouwen en zoogende vrouwen, en ge-
brekkigen, met het te hunner verzorging be-
noodigde personeel.
Technische aanwijzingen omtrent inrich
ting en kenbaarmaking dezer „zones" wor
den verder nog gegeven
Ook de toegangswegen worden beschermd,
op voorwaarde, dat deze nimmer voor oor
logsdoeleinden zijn of worden gebruikt.
Op het naleven van de hier weergegeven
bepalingen zal toezicht worden uitgeoefend
door neutrale controleurs aan wie diplo
matieke voorrechten worden toegekend.
Nadere voorschriften omtrent de handelin
gen dezer controleurs en hunne verantwoor
delijkheid worden gegeven. Zij worden
onder toezicht gestgld van een commissie,
voor hem. Liefde kwam over je als een
donderbui en deed je beven als een blad en
nu ben je dood, ochanee, ochanee, ochanee".
Haar stem ging van den schellen klaag
toon over in een sluw gezanik.
„Je zult toch wel iets voor mij achter la
ten als gedachtenis aan haar, jonge Shane,
als zij een vadem diep onder mij in den
killen grond ligt? En een paar snuisterijen
of misschien een japon, of een oorbel, zou
den mijn hart verwarmen".
„Ge kunt ze alle krijgen".
„Allemaal, zeg je? O, dat is het groote,
goede hart, dat in je is, man van het Noor
den. En zal dat alles van mij zijn, de zilve
ren broche, die je voor haar uit de Hol-
landsche stad meebracht en de ring met
den paarl en de zijdén japonnen uit Frank
rijk en de schoenen, waaraan de gespen zit
ten? Zijn die allemaal .voor mij, kind?"
„Ja, ja, neem ze".
„En de aardige meubeltjes in het huis,
het veeren bed, dat zoo zacht is om op te
liggen en het buffet met het aardewerk en
de lage bank bij het vuur en de prachtige
stoelen? Je zou ze toch niet aan een vreem
de willen verkoopen, zoon Shane?"
„Neen, ge kunt die ook krijgen".
„En het huis ook? Jonge, nobele jongen,
waar zal de moeder van je vrouw het grijze
hoofd neerleggen? Zou je het met het huis
ook niet kunnen schikken?"
„Het huis is niet van mij en ik kan mij
niet veroorlooven het te koopen".
„Maar je komt van zoo'n rijke protes-
tantsche familie, je ooms en je moeders
kind. Ze stikken in het goud en ik ben
maar een arm oud wijf, dat je het witte
lam van de kudde gaf'.
„We zullen wel voor u zorgen. Mijn oom
Alan Campbell zal over een paar dagen
hier komen en alles regelen. Maar ik vrees,
dat er geen sprake kan zijn van het huis".
„O, het zou prachtig zijn om het huis
te hebben, terwijl de menschen in de buurt
sterven van afgunst op mijn staat en weel
de. Bij kermis en wake zouden zij mij veel
eerbied betoonen en de priesters van God
zouden steeds op bezoek komen. Het huis,
lieve jongen, geef mij het huis!"
„Dat moet u met mijn oom Alan bespre
ken".
„Alan Campbell is een harde man van
het Noorden".
„Toch zult ge met hem moeten spreken".
„Mhir mheir drighe!" siste haar mond.
„O, jij zoon van een slet".
Shane draaide zich om als een wendende
zeilboot.
„Ge vergeet, dat ik ook Gaelisch spreek,
oude vrouw!"
„O, zeker, wat zeide ik dan anders, lieve
jongen, dan avick machree, zoon van mijn
hart? Avick machree, zeide ik. O, zoon van
mijn hart, dat is het, wat je bent. Je zou
toch niet verkeerd willen uitleggen, wat
een oude vrouw zegt, die geen tanden meer
heeft en gebukt gaat onder zwarte wolken
van verdriet?"
Een schittering in het maanlicht trof
Shane's oogen. Hij greep haar rechter hand.
„Is dat Moyra's trouwring, dien je aan
hebt? Hebt ge hebt ge dien genomen
van haar hand?"
„O, zeker, wat zou zij eraan hebben, als
zij onder de aarde van Ballymaroo ligt?
En er zit prachtig Australisch goud aan,
dat een bom geld waard is. En wat zou je
er zelf aan hebben, als je in vreemde stre
ken bent, waar een hartstochtelijke vrouw
je misschien haar liefde aanbiedt? Zoo'n
knappe jongen als jij, zal de harten van
velen aantrekken. Maar zij zouden zich koel
terugtrekken, als zij dat aan je vinger za
gen, of aan een lint om je nek. Ze zouden
zich terugtrekken en de liefde, die voor
jou bestemd was, aan een ander geven.
Een zonde zou het zijn om het fijne Austra
lische goud te verspillen en je zou mij toch
niet den prijs van een paar vaarzen mis
gunnen, die tot prachtige koeien zouden
opgroeien? Dat zou je toch niet doen, knap
pe jongen?"
Hij slingerde haar hand zoo heftig van
zich af, dat zij viel en hij ging vlug naar
het huis, waar de doode vrouw lag. Van
achter hem op het erf klonk het geluid,
gluk, gluk, van de flesch en vanaf de baan
kwam de volle, ongeschoolde stem van het
zingende meisje:
Schoen noch kous zal ik aantrekken,
noch een kam in mijn haar steken.
Kolenvuur noch kaarslicht zal in mijn
mooie kamer flikkeren.
Noch zal ik eenig ander jong man
huwen tot aan mijn sterfdag.
Nu de lage landen van Holland liggen
tusschen mijn liefde en mij.
(Wordt vervolgd).