DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTE NTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 198 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK Woensdag 24 Augustus 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Grimmige strijd aan de Jangtse Het Japansche hoofdkwartier naar Nanking verplaatst. Het Tsjechoslowaaksche vrddgstuk. Runciman bij Benesj. Groot offensief van Franco aan den Ebro verwacht. Gevechten der laatste dagen dragen karakter van een uitputtingsstrijd. Onzekerheid in Frankrijk. Genadeslag aan het Volksfront. De algemeene toestand. Voornamen der Joden bij verordening vastgesteld. ALKMAARSCHE COURANT Reuter vernam gisteren van goed inge lichte zijde, dat het Japansche hoofdkwar tier voor de operaties in Midden-China, dat tot dusverre te Sjanghaid gevestigd was, is overgebracht naar Nanking. Zuidelijk van de Jangtse rukken de Japan ner thans langs twee fronten op. Het offen sief op Hankau, dat hiermede langs den Zui delijken oever van de rivier wordt voortge zet, is in de drie weken na den val van Kioekiang voorbereid. Kleinere Japansche afdeelingen hebben het terrein verkend. Zij werden vaak teruggeslagen en naar het schijnt hebben de ervaringen van deze af deelingen een zekere wijziging gebracht in de Japansche tactiek, die thans niet in de eerste plaats op de omsingeling van den rechtervleugel van het Chineesche verdedi gingsstelsel is gericht, doch plaatselijke ver zwakkingen in dezen vleugel tot stand wil brengen en van plaatselijke zwakheden ge bruik wil maken om door de linies te bre ken en op deze wijze den Chineeschen rech tervleugel voor omsingeling rijp te maken. Op het oogenblik rukken de Japanners in Westelijke en Zuidelijke richting op. Hankau is op het oogenblik nog 225 kilometer ver wijderd, gemeten langs de rivier, Nantsjang, de hoofdstad van Kiangsi en belangrijk centrum van de Chineesche luchtmacht, het doel van de in Zuidelijke richting oprukken de Japanners, nog 144 kilometer. De in Westelijke richting rukkende Japan ners bedreigen op het oogenblik Joeitsjang. Zij doen dit van twee kanten, en wel van het Oosten uit in de eerste plaats, maar ook van het Noorden uit, want de Japanners hebben aan den Zuidelijken oever van de rivier troepen aan land gezet, die een plaatsje Noordelijk van Joeitsjang, Tsjoe- wang, hebben bezet. Ook naar Nantsjang wordt in twee colon nes opgemarcheerd. De Japanners hebben onder dekking van de oorlogsschepen op de rivier en vliegtuigen Noordelijk en Zuidelijk van Singtse troepen aan land gezet, de stad aan den Oostelijken oever van het Pojang- meer, welk zij Zaterdag hadden ingenomen. Ook aan den Oostelijken oever van het meer tegenover Singtse zijn echter troepen ge land. Deze zullen moeten probeeren Toet- sjang in te nemen. Zoowel hier als vlak bij Singtse wordt heftig gevochten. Wanneer Toetsjang mocht vallen zou een ernstige be- dreifing voor de Chineesche verdedigers van Nantsjang ontstaan. Wederzijdsche beschuldigingen. De woordvoerder van de admiraliteit te Tokio heeft de Chineesche bewering, als zoude Japansche oorlogsschepen op den Jangtse misbruik maken van de Fransche vlag, tegengesproken. Daarentegen heeft de woordvoerder een aantal gevallen opgesomd van misbruik van vreemde vlaggen door Chineesche oorlogs- en transportschepen op den Jangtse. Een gerucht van een aanslag op Tsjang Kai Sjek. Te Tokio loopt een gerucht, dat afkomstig is uit Hongkong, doch nog niet bevestigd, en volgen hetwelk Tsjang Kai Sjek op 22 Aug. zou hebben blootgestaan aan een moord aanslag. Hij zou weliswaar gewond zijn doch, naar het heet, niet ernstig. Nadere bijzonderheden worden niet vermeld. Geruchten over Hainan. In Japansche politieke kringen houdt men zich bezig met de geruchten, die in Sjanghai de ronde doen over een bezetting van het eiland Hainan door Fransche troepen. Men verklaart te Tokio, dat deze geruch ten klaarblijkelijk van belanghebbende Franschen en Engelsche zijde worden ver spreid, met het doel Japan aanleiding te geven verklaringen af te leggen omtrent zijn verdere voornemens in Zuid-China en Japan's houding ten opzichte van Hainan te polsen. Men houdt het in deze kringen niet voor onmogelijk, dat Frankrijk inderdaad erover denkt een steunpunt op Hainan te verwerven ter beveiliging van zijn belan gen en dat daarover met Hankau wordt onderhandeld. Men verklaart verder, dat Fiankrijk naar het schijnt gelooft, dat Japan evenals bij de bezetting der Paracelsus-eilanden ook dit maal met een protest volstaan zal. In strijd met deze opvatting acht men in welinge lichte kringen een actie van Frankrijk op Hainan nauwelijks waarschijnlijk. Chineesch passagiersvliegtuig omlaag geschoten. Van Chineesche zijde wordt medege deeld, dat boven de Kanton-Delta een vliegtuig van de Chineesche luchtvaart maatschappij, dat den dienst tusschen Hongkong en Gawoetsjoe onderhield, om laag is geschoten. De maatschappij heeft verklaard, dat de inzittenden ongedeerd zijn, doch dat het incident „internationale gevolgen" zal hebben. Men veronderstelt, dat dit beteekent, dat zich buitenlanders aan boord van het toestel bevonden, Uit zeer welingelichte bron verneemt Havas, dat Ashton Gwatkin, de mede werker van Runciman, Maandag een langdurig onderhoud heeft gehad met Konrad Henlein. Dit onderhoud, dat streng geheim gehouden was, heeft niet minder dan drie uur geduurd. Gister morgen om elf uur is Runciman door Benesj ontvangen. Lord Runciman Na de bijeenkomst der Sudeten-Duitsche leiders te Mariënbad en na het onderhoud van Henlein met Gwatkin, heeft afgevaar digde Kundt er van afgezien zich naar Stock holm te begeven, waar binnenkort het min- derhedencongres geopend wordt. Het secretariaat van den staf van Runci man heeft een communiqué uitgegeven, waarin o.a. gezegd wordt, dat de leden der missie-Runciman gistermiddag een bespre king hebben gevoerd met de vertegenwoor digers der parlementaire commissie van zes. Zjj zetten de bestudeering voort van de te genwoordige Grondwet van Tsjechoslowa- kije. De commissie van zes werd vertegen woordigd door Malypetr, dra Meissner, dr. Klapka, dr. Rasin en Heidrich van het mi nisterie van buitenlandsche zaken. De leden van de missie-Runciman waren: Asthon Gwatkin, Stopford en John Henderson. Naar Reuter nader meldt is het niet onwaarschijnlijk dat de toestand zich nog sneller zal ontwikkelen dan voor zien was. Er zijn aanwijzingen dat Run ciman eerder aan een oplossing toe is dan men aanvankelijk meende. Het be sluit van Kundt om te Praag te blijven schijnt dit alles te bevestigen. Gister middag heeft Kundt Runciman bezocht, die later tezamen met Hodza gedineerd heeft. Naar het Duitsche nieuwsbureau meldt heeft de Tsjechische staatspolitie te Warns- dorf een .verordening afgekondigd, waarbij met straf bedreigd wordt, tegen hen die in werkplaatsen of fabriekslokalen politieke opmerkingen maken, door gebaren, uitroepen en politieke groenten, fabrieksruimten voor politieke doeleinden gebruiken, in fabrieks ruimten politieke teekeris, vlaggen of afbeel dingen aanbrengen en met gebruikmaking van maatschappelijk overwicht op anderen een ongeoorloofden druk uitoefenen. Uit het rechtsche Spanje ontvangen berichten wijzen er steeds duidelijker op, dat de slag aan den Ebron, welke sinds' verschiedene dagen woedt tus schen Villalba de los Arcos en Gan- desa, beschouwd moet worden als een voorlooper van een veel uitgebreider offensief. De strijd van de laatste dagen aan den Ebro zou dan het karakter dragen van een niuwen uitputtingsstrijd, aangezien het rechtsche opperbevel weet, dat de regee- ringsstrijdkrachten hun beste troepen aan het front van Gandesa hebben samenge trokken, evenals hun beste materieel. De eerste phase der door Franco ontworpen operatie zou de verovering van den ge- heelen rechteroever van den Ebro ten doel hebben. In de provincie Toledo, aan het front van Estremadura, zijn de rechtsche troe pen er gisteren in geslaagd den weg af te snijder, die Puebla del Arzobispo verbindt met Alia. Zij wisten de Rio Huso over te steken en zich te nestelen in Navas de Ricomalillo op 30 km. ten Zuid-Oosten van Puente del Arzobispo. Een watervliegtuig <".er rechtschen heeft Malgrat, een kustplaats ten noorden van Barcelona, gebombardeerd en de bevolking met machinegeweervuur bestookt. Ook het station van Balnes werd gebombardeerd. Er werd slechts materieele schade aange richt. In de provincie Caceres hebben de re- geeringstroepen een tegenaanval onder nomen in den sector van Puebla de Acocer, waar zij na een verbitterden strijd den heuvel no. 56 ten Zuidoosten van Penal- sordo bezetten. Deze hoogte beheerscht het dorp Zarzacapilla, dat in handen der rechtschen is. Ten Zuid-Westen van Tala- vera dc la Reina hebben de rechtschen de hoogten van Puerto aan Vicente bezet. Rechtsche vliegtuigen hebben gistermor gen drie malen de havens van Sagunto ge bombardeerd. De projectielen kwamen neer in de nabijheid van het Engelsche schip Fredavore. Tegenaanvallen mislukt. Het groote hoofdkwartier van de troepen van Franco heeft medegedeeld, dat de rechtsche troepen aan den Ebro verder zijn opgerukt. In Estremadura zijn alle tegen aanvallen van den vijand mislukt. Bij den Taag hebben de rechtschen het dorp El Campillo en Puerto de San Vincente bezet. In drie dagen tijd werden tien dorpen op de regeeringstroepen veroverd en onge veer 700 vierkante kilometer terrein bezet. 1500 krijgsgevangenen werden gemaakt, en de vijand liet meer dan 500 dooden op het slagveld achter. (Van onzen correspondent.) Parijs, 23 Aug. Onzeker. Dat woord teekent wel het best den huidigen politieken toestand in Frankrijk. Die onzekerheid bestond reeds toen in Juli de Kamers op reces gingen. Thans, midden in den vacantie- tijd, hield Daladier een rede, welke Frossard, minister van publieke werken, en Ramadier, minister van arbeid, hun ontslag heeft doen indienen, 't welk aanvaard is. Zij konden zich niet vereenigen met de opvattingen van den premier inzake de veer- tigurige werkweek, waarvoor Daladier de 43 uren, de zesmaal acht, in de plaats wil stellen, omdat de omstandigheden dit eischen. Principieel is de minister-president en men doet goed zulks te bedenken geen tegenstander der veertigurige werkweek, de vijfmaal acht, zooals ze te Parijs wordt ge noemd. De premier heeft indertijd het zijne gedaan om het wetje er „door te sleepen". Zijn zwenking, als men het zoo mag noemen, is geboren uit utiliteitsoverwegingen, beter, uit harde noodzaak. Reeds een maand geleden heeft Daladier de noodwendigheid eener „realiteitspolitiek" in woord en geschrift betoogd. Maar de ge ruchten aangaande een voor de deur staande nieuwe devaluatie van den franc bleven aan houden en het havenconflict van Marseille had zich nog verscherpt. Eén en ander heeft de ontwikkeling der dingen verhaast. Welis waar bevatte de rede van Zondag geen om lijnde plannen, die zijn voor de komende dagen beloofd, doch het ingrijpen der re geering te Marseille door koloniale troepen het werk te laten verrichten, dat de haven arbeiders tegen de arbitrale uitspraak in, weigeren te doen, spreekt duidelijke taal. Deze regeeringsdaad, welke, naar men wil, ALKMAAR, 24 Augustus. In de komende week zal de Fransche ministerraad niet alleen de beschikkingen hebben te bestudeeren betreffende de al gemeene voorwaarden van den arbeid en in het bizonder de aanpassing van de 40- urige werkweek, gelijk deze waren opge steld door Daladier en zijn vroegere colle ga's de Monzie en Pomaret, doch ook alle maatregelen van financieel herstel en het scheppen van evenwicht op dc begrooting, welke Daladier met Marchandeau, den minister van financiën, moeten bestudee ren. De ministers zullen de vraag hebben op te lossen, of de wijzigingen van de bestaan de wetgeving, welke onder oogen worden gezien, moeten worden uitgevoerd door middel van decreten of langs legislatieven weg, waarvoor een buitengewone bijeen komst van het parlement noodzakelijk zou zijn. Het voordeel van een procedure door decreten, waartoe, zegt men, in alle wet tigheid kan worden overgegaan, is, naar men opmerkt, het snel werkende karakter. De parlementaire procedure, die noodza kelijkerwijs met een stemming moet wor den besloten, geeft echter aan de te nemen maatregelen een grooter gezag en zou het voordeel leveren van opheldering van den politieken toestand, als daaraan behoefte zou bestaan. Onder de voorstanders van de laatste methode merkt men op, dat het heengaan van twee ministers op grond van de aanpassing van de 40-urige werkweek zou kunnen doen gelooven, in het bijzonder in het buitenland, dat de politieke toestand verward is, hoewel de zeer snelle oplossing van de crisis het tegendeel bewijst. Op een program, waarin de financieele maatrege len gegroepeerd zijn en waardoor ze in een algemeen ontwerp, van nationaal herstel zouden kunnen worden voorgelegd, zouden de partijen hun verantwoordelijkheid moe ten nemen. In een dergelijk debat, waar de toekomst des lands bij betrokken is, zal de regeering verzekerd zijn van een sterke meerderheidd, zelfs indien socialisten en communisten mochten volharden in hun huidige oppositie tegen de aangekondigde maatregelen nopens de 40-urige werk week. Het is weinig waarschijnlijk, dat men voor den eerstkomenden ministerraad zal weten, of Daladier zijn maatregelen wil realiseeren door decreten of bij votum van het parlement. Het antwoord van Franco over de niet- inmengingskwestie houdt deze commissie nog steeds bezig en hoewel men zeer ont moedigd is over Franco's antwoord, be staat er bij de leden toch geen neiging, om te gelooven, dat de zaak in een impasse is geraakt. .Lord Plymouth heeft gistermiddag een onderhoud gehad met Halifax en aan dezen zijn opvattingen meegedeeld over de ant- woord-nota van Franco en Halifax heeft hem verslag uitgebracht over zijn bespre kingen met de vertegenwoordigers van Frankrijk, Duitschland, Italië, Rusland en Portugal. Men mag aannemen, dat de Engelschen en Franschen volkomen dezelf de opvatting huldigen. Italiaansche en Duitsche kringen doen uitkomen, dat zij hebben ingestemd met het plan en daarom bereid zijn te helpen het ten uitvoer te leggen. Algemeen is men het er over eens, dat het geen enkel nut zou hebben indien thans een vergadering der commissie zou worden gehouden. Met het oog hierop zullen informeele beraad slagingen worden voortgezet totdat eenig tastbaar resultaat zal zijn verkregen. Volgens den diplomatieken correspon dent van Reuter versterkt dit opnieuw de meening in verschillende kringen, dat Plymouth zelf of hetgeen meer waarschijn lijk is, verscheiden regeeringen in verder overleg met Franco zullen treden. Ply mouth kan n.1. niet optreden buiten de commissie. Een correspondent van het Zuidslavische blad Vreme heeft te Bied een onderhoud gehad met den Tsjechischen minister van buitenlandsche zaken, Krofta. Deze wilde alvorens de conferentie van de ministers van buitenlandsche zaken der landen van de Kleine Entente te verlaten met nadruk de politieke en moreele waarde van het aecoord dat op het punt staat bereikt te worden met Hongarije in het licht te stel len. De conferentie te Bied heeft de eens gezindheid die ten opzichte van deze kwes tie in de kleine Entente bestaat aan het licht gebracht. Het belangrijkste is op het oogenblik de vrede. Om dezen te behouden is het noodzakelijk, dat men dit niet alleen ook vindt, maar dat men het verlangen er naar tot uitdrukking brengt. Tsjecho-Slo- wakijs gelooft dat de vrede tenslotte in de geheele wereld zal triompheeren. Krofta gaf voorts te kennen, dat het zoeken van samenwerking met Hongarije een gevolg is van het accoord van Saloniki, eenigen tijd geleden tot stand gekomen tus schen de Balkan-entente en Bulgarije. De kwestie van het Donaubekken zal bespro ken worden in een atmospheer van vol komen begrijpen van wederzijdsche eischen en moeilijkheden van de onmiddellijk be langhebbende landen in de eerste plaats en vervolgens van de mogendheden die be lang hebben bij een regeling van deze in ternationale kwestie. De resultaten van de conferentie te Bied, geven voorts hoop dat nog andere kwesties die van belang zijn voor het be houd van den /rede geregeld zullen kun nen worden. Krofta zeide te vertrouwen, dat de tegenwoordige president van den Raad der Kleine Entente, de Zuidslavische premier Stojadinowitsj, de taak welke in het communiué van de conferentie wordt aangegeven tot een goed einde zal brengen. Zijn pogingen zullen door de openbare meening van de drie landen der Entente zeke rmet vreugde begroet worden en al evenzeer door de openbare meening van die landen welke prijs stellen op het be houd van den vrede. voornamelijk aan het initiatief van minister Daladier is toe te schrijven, heeft minister Ramadier, die zich vanaf den beginne te gen het treffen van energieke maatregelen (als deze tegen de werknemers waren ge richt) verklaarde, tot zijn ontslagneming ge bracht. Frossard, het andere lid der socialistisch- republikeinsche unie, dat deel uitmaakte van het kabinet, kon al weinig anders doen dan zich solidair toonen. Het eenige voordeel van dit n.1. is, dat er tenminste spijkers met koppen worden geslagen. Maar de onzeker heid is er nog door verergerd en bij den hui digen stand van zaken mag men zich niet aan voorspellingen wagen. Daladier heeft met zijn optreden thans wel officieel den genadeslag aan het Volksfront toegebracht. Ook al hadden de socialisten gezwegen van de com munisten geen zitting in het kabinet, zij steunden toch de regeering en in naam bestond het „Front Populaire" nog immer. Die fictie kan men thans niet meer volhouden en het is de socialisti sche „Populaire", onder leiding van den anders nogal gematigden Léon Blum, veel meer dan de communistische „Hu- manité", die op haar achterste beenen staat. De beteekenis daarvan moet men niet on derschatten. Zonder den steun der socialis tische partij, nog altijd de grootste in den lande, zal het Daladier niet mogelijk zijn een regeeringsmeerderheid te behouden, tenzij hij zijn netten uitwerpt in rechtsche wate ren. Een zoodanige meerderheid zal dan wel een sterk anti-marxistisch karakter dragen en het is de vraag of alle radicaal-socialis ten daarmede accoord kunnen gaan. Men zal het verleden moeten verloochenen om de toekomst te redden. Tenslotte, als men over iets in het on zekere verkeert, dan is het over de hou ding der vakbonden. De macht der lei ders van de C.G.T. moge tanen, zij blijft toch een factor, waarmede ernstig reke ning moet worden gehouden. Tot dusver heeft de meerderheid, die van goeden wille is, weinig kunnen uitrichten tegen een communistische minderheid, welke de leiding in handen houdt. Zonder twijfel zal de algemeene onzeker heid haar invloed doen gelden op de geld markt en de positie van den franc opnieuw in gevaar brengen. Ondenkbaar is het niet, dat de socialisten thans de communisten zul len bijvallen en een vervroegde bijeenkomst van de Kamers eischen, hetgeen dan met geen stok is tegen te houden. Het wordt tijd, dat een vaste koers wordt ingeslagen, wil men niet, dat de verwarring en onzekerheid met den dag groeien. De historie heeft bewezen, dat Frankrijk een dracht kent als de nood aan den man komt. En afgezien van de vraag of minister Dala dier nu de „sterke man" is of niet, eendracht is wel het eerste wat Frankrijk noodig heeft. Helaas valt met al het politiek gekibbel de nu tot uiting komende oneenigheid in den boezem der regeering, steeds ontkend, da teert waarlijk niet van vandaag of gisteren zelfs van een begin van die eendracht nog bitter weinig te bespeuren, ofschoon de groote meerderheid van het Fransche volk die wenscht. In het Reichsgesetzblatt is de verordening verschenen, waarbij de kwestie van de voor namen der Joden wordt geregeld. Zij be paalt, dat aan Joden, die Duitsche onderda nen dan wel statenloos zijn, in het vervolg nog slechts die voornamen mogen worden gegeven, welke in overeenstemming zijn met de richtlijnen, die door den rijksminister van binnenlandsche zaken zijn opgesteld. Deze geven slechts voornamen aan, welke door het Duitsche volk als typisch Joodsch wor den beschouwd. Joden van vreemde nationaliteit vallen niet onder dit voorschrift. Voorzoover Joden op dit oogenblik nog voornamen dragen, die niet zijn opgenomen in bedoelde richtlijnen, moeten zij na 1 Januari 1939 nog een twee- en voornaam dragen en wel mannelijke per sonen den voornaam Israël en vrouwelijke den voornaam Sara. Hiervan moeten zij vóór 31 Januari 1939 schriftelijk en burgerlijken stand in kennis stellen. Overtredingen worden gestraft met gevangenisstraf of boeten. Afgezien van deze speciale voorschriften omtrent de voornamen van Joden mogen kinderen van Duitsche onderdanen in het vervolg principieel slechts Duitsche of in Duitschland sinds lang ingeburgerde voor namen dragen. Niet-Duitsche voornamen zullen slechts dan worden toegelaten, wan neer een speciale reden dit rechtvaardigt, b.v. wanneer men behoort tot een niet- Duitsch volk, wanneer familietraditie of fa miliebetrekkingen daartoe aanleiding geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1