dagblad voor alkmaar en omstreken. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, iranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 203 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 30 Augustus 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Uniformen en eereteekenen De Duitscher is er verzot op. Actie tegen Hongaarsche nazi's? Bijzondere strafgevangenissen. Duitschland en de Oekraine. De benoeming van een Führer. Arabieren gearresteerd. Wapens in beslag genomen. Aanslag op Horthy? Ontploffing in Boedapest. De algemeene toestand. Bezoekt de Romeinsche Wondershow, Standplaats: Oude Ziekenhuisterrein. De boeren van Isola keeren naar Frankrijk terug. ALKMAARSCHE COURANT. (Van onzen correspondent.) In deze dagen van het hooge bezoek van den Hongaarschen rijksbestuurder admiraal von Horthy aan Duitschland hebben we weer eens kunnen waar nemen, wat uniform, onderscheidingS' teekenen en verdere uiterlijkheden voor den echten Duitscher beteekenen. Het Derde Rijk, dat Adolf Hitier heeft gesticht, is niet alleen ofschoon het de kameraadschap, den menschelyken eenvoud en de volksgemeenschap, die klassen noch standen maar slechts prestatie kent van deze uiterlijkheden niet afkeerig, maar heeft ze eerst recht tot bloei gebracht. Men kan gerust zeggen, dat het Derde Rijk zyn voor ganger: het Tweede (Keizerlijke) Rijk in die dingen nog den loef tracht af te steken. Wilhelm II is steeds verzot geweest vooral op militaire uniformen, waarbij het naar zijn zin niet bont en ingewikkeld genoeg kon toegaan. Een niet onbelangrijk deel van zijn met de jaren steeds slapper wordende werk kracht besteedde hij aan het uitvinden en invoeren van altijd weer pietluttige veran deringen in de uniformen van leger en vloot, in het uitdenken van tallooze finesse's en het zelf instudeeren van hoofsche plechtig heden, waarbij de aankleeding een hoofdrol speelde; en aan altijd weer nieuwe voor schriften, die vooral voor het grootendeels niet met overvloedige aardsche goederen bedeelde ofifcierscorps veel ergernis en zwaar drukkende uitgaven beteekenden. Hitier lijkt op dit speciale gebied eigen lijk veel op zijn keizerlijken voorganger. Ook de „Führer" heeft overgroote persoonlijke belangstelling voor de weermacht, voor uni- formkwesties, voor steeds weer kleine wij zigingen, voor paradevertoon, groote en kleine manoeuvre's, ridderorden, titels, ver sieringen, massale volksdemonstraties onder Strenge regie en alles, wat verder tot staats- uiterlijkheden behoort. Met dit groote verschil, dat hij voor zich zelf geen uniformen en geen onderscheidin gen, geen titels en verder moois wenscht, maar al dan niet met opzet de eenvoud in persoon blijft; als men dan wil afzien van de omstandigheid dat nu langzamerhand alle Duitsche steden een „Adolf Hitlerplein", een „Adolf Hitlerstraat", een „Adolf Hitier- ziekenhuis" enz. enz. bezitten, dat de groote jeugdorganisatie des Rijks „Hitlerjugend" heet, en dat van alle 75 millioen Duitschers, voor zoover ze het spreken machtig zijn. verwacht wordt, dat ze elkaar met „Heil Hitier!" zullen begroeten. Daarentegen heeft Hitier geen eeredoctoraat, geen buitenland- sche onderscheidingen en geen bijzondere titels willen aanvaarden. Hij laat zich met „Mein Führer!" toespreken, en duldt, dat vreemdelingen hem met „Excellentie" betite len, ofschoon het Derde Rijk dien titel eigen lijk niet meer kent. Zeer zelden zoo bijv. bij de gala-voorstelling ter eere van de Hon garen in de Berlijnsche staatsopera draagt hij den rok, die hem echter allesbehalve flatteert, meestal de uniform van de z.g. „Amtswalter", dat zijn de mannen der par tijbureaucratie, en op het uniformjacket het IJzeren Kruis eerste klasse, het partij- insigne met den gouden rand (dat door alle leden der partij met het nummer 1-100.000 gedragen wordt; Hitier zelf heeft no. 7) en bij bijzonder plechtige gelegenheden nog op de opgenaaide rechter borstzak de z.g. „Bloedorde", die in hoofdzaak ingesteld is als herinnering aan de mislukte revolutie der nationaal-socialisten te München op 9 No vember 1923. Variatie brengt Hitier in deze eenige uni form, die hij sedert 1933 draagt door de overjassen, die zich aan zijn omgeving en weersgesteldheid aanpassen. Zeker heeft men er hem op gewezen, dat de nog al on verschillige, helgekleurde regenmantel, waarmee hij zich ook als hoofd van staat eenige jaren bij alle mogelijke en onmoge lijke gelegenheden vertoonde, toch niet meei bij zijn positie en optreden paste. Sindsdien is hij ook in dit detail met de maand mo dieuzer geworden. Even eenvoudig en wars van buitenland- sche onderscheidingen blijft ook rijksmi nister Göbbels.Maar vrijwel alle andere mi nisters, Göring in de eerste plaats, rijks- en partijleiders, commandanten en onder-com mandanten der partij troepen tot de kleinste eenvoudigste SA, SS, NSKK, NSFK-man- nen en hoe ze verder nog heeten mogen, zyn verzot op lintjes, kruisen, herinnerings- medailles, eeredegens, eere- en gebrulks' dolken, alsof er nooit sociale /evoluties in Duitschland hadden plaats gehad. (En pas dezer dagen is men er toe overgegaan te verbieden, dat hooger geplaatsten door hun ondergeschikten in de „derde persoon wor den aangesproken). Het bloed kruipt nu eenmaal, ook by onze Duitsche buren, waar het niet gaan kan, en feitelijk mag al weer niet meer van krulP®" gesproken worden, als in de perio e Weimar, die alle onderscheidingen afge schaft had. Het Derde Rijk kent de volgende onderscheidingen: a. Voor de eigen staatsburgers het „Ade- laarsschild van het Duitsche Rijk", den „Duitsche Nobelprijs", staatsprijs genaamd, den titel „professor" (onlangs nog verleend aan Hitler's „lijffotograaf" Hoffmann), de „Bloedorde" (slechts voor een beperkte cate gorie partyveteranen), het „gouden party insigne" en het Kruis van verdienste van het Duitsche Roode Kruis (in oorlogstijd stellig weer militaire onderscheidingen). b. voor vreemdelingen: de Orde van Ver dienste van den Duitschen Adelaar, met de gebruikelijke indeeling in klassen. Bovendien wordt den Duitscher vergund een groot aantal diverse onderscheidingen uit en voor den wereldoorlog ook heden nog op de trotsche borst te dragen. Waar nu het aannemen van buitenland- sche ridderorden voor den Duitscher weer geoorloofd is, en de politiek nu met zich meebrengt, dat het Duitsche Rijk eenige nieuwe vrienden heeft gekregen en staats hoofden of ministers dier vreemde, bevrien de landen Duitschland bezochten die uit Duitschland contrabezoekers hebben ont- vanen, spreekt het vanzelf, dat eenige hon derden Duitschers reeds behangen zyn met zooveel linten, kruisen en medailles, dat ze zich eiken dag van de week met andere ver sieringen kunnen vertoonen. Dat beant woordt stellig aan „een lang gevoelde be hoefte". Maar hier kan het slechts om een groep uitverkoren representanten der rijks en partijmacht gaan. De massa echter wil ook haar deel hebben. Daarvoor zorgen de uniformen, de rangen, de lissen, de sjerpen, de tressen, de sterren, de gouden biezen, in duizend variaties. In uniformen loopen (of mogen loopen) alle mannen der weermacht, der SS, SA, NSKK, NSFK, Hitlerjeugd, diplomaten, Amtswalter, Werkscharen (arbeiders), tech nische noodhulp, Hitlermarine, van den Ar beidsdienst, het Landjaar, het Arbeids front, de politie met al haar schakeeringen, de lijfwacht van den Führer, de beambten der ryksspoor en de trein politie, de douane, de veldwacht, ja zelfs de pers (bij plechtige gelegenheden en vooral bij bezoeken aan het buitenland). En nu zijn de vrouwenorganisa ties en vele andere groepen nog vergeten. Al die uniformen met al het bijwerk uit I elkaar te houden, is ondoenlijk. Er is ver moedelijk niemand in Duitschland, die in staat is, straks in Neurenberg op het party- congres door de straten te wandelen en hon derd verschillende uniformen die hem voor bijgaan zonder fouten te maken op te noemen. Er bestaan boekjes met gekleurde platen om Duitscher en vreemdeling eenigs- zins wegwijs te maken. Maar ze zijn telkens weer verouderd en allesbehalve volledig. Het komt dagelijks voor, dat men een diplo maat in gala voor een admiraal, een aan voerder van „werkscharen" voor een SS- man, een jongen van het „Landjahr" voor een onder-aanvoerder van het Arbeidsfront aanziet. Wie, als Duitscher, geen uniform bezit, al was het maar die van portier van een groote bioscoop of stalmeester sn een reizend cir cus, moet zich langzamerhand wel als bur ger tweede klasse gaan voelen. En wie geen „homme décoré" is eerst recht. Aangezien de gevangenis te Boedapest overvol is en geen nieuwe gevangenen meer kan herbergen, zal, naar gemeld wordt, in de provincie een aantal bijzonde re gevangenissen worden ingericht. De onlangs door de regeering genomen maatregelen hebben een zekere onrust ge wekt in nationaal-socialistische kringen, die te verstaan geven, dat indien de regeering de partij zou verbieden, de leden op illegale wyze zouden gaan werken. In de laatste dagen werd de openbare meening eenigszins verontrust over fantas tische geruchten, over een nationaal-so- cialistischen aanslag ;op het parlement. Deze ongerustheid is toegenomen na de ontploffing aan den Donau-oever. Dezer dagen is een bericht door de pers gegaan, dat een zekere generaal Zelinski op instigatie van Duitschland tot „Führer" van de Oekrainsche beweging was benoemd. Dit bericht was, naar we in de Poslednya No> wosti lezen, niet heelemaal juist. In de Oekrainsche kringeij te Parijs heeft het blad echter vernomerj, dat te Berlijn wel be sloten is de Oekreinsche beweging een eigen „Führer" te schenken, maar dat over de persoon nog geen overeenstemming be reikt is op de kanselarij van Alfred Rosen- berg, die zich voor deze kwesties by zonder interesseert. De Duitsche autoriteiten hebben eenigen tijd geleden te kennen gegeven, dat de zeer versplinterde Oekrainsche emigratie zich diende te vereenigen. De voornaamste groep wordt gevormd door de vogelingen van Het- man Skoropadski, die overigens geen actieve rol meer speelt. Daar komt by, dat er twijfel bestaat aan zyn Arische afstamming. De oppositie wordt gevormd door de Oekrainsche nationale beweging, welke ge leid wordt door overste Omeltsjenko en be staat uit aanhangers van wijlen overste Ko- nowalets. Het is deze tamelijk talrijke groep, welke de candidatuur van generaal Zelinski gesteld heeft. De aanhang van Petljoera in de te Berlijn vertoevende Oekrainsche emigratie is slechts gering; invloed heeft hy niet, tenzij in het negatieve: het is deze Poolschgezinde groep, welke de niet-Arische overgroot moeder van Skoropadski ontdekt heeft Ook bestaat er nog een republikeinsche kozakkenpartij, onder een man, die er langen tijd zijn werk van gemaakt moet heb ben om goedgeloovigen vreemdelingen Oe krainsche titels en ordeteekenen te verkoo- pen. De Duitsche autoriteiten, die zoo'n beetje tusschen de klippen door trachten te zeilen, worden daarbij voorgelicht door een buiten de partij staanden Oekraïner, Sewrjoek, een gewezen sociaal-revolutionair, die aan het hoofd gestaan heeft van de Oekrainsche de legatie bij de vredesonderhandelingen van Brest Litowsk. Hij was het, die de Duitsche en Oostenrijksche troepen te hulp riep, toen de bolsjewiki de overhand in de Oekraine dreigden te krijgen; onder het bewind van Petljoera werd hij gezant te Rome, waar zijn carrière eindigde met de ontdekking van financieele onregelmatigheden in zijn be heer. In 1922 dook hij te Parijs op, waar hi in het bezit bleek te zijn van een sowjetpas en in verbinding met sowjetkringen bleef staan. In 1928 werd hij tot Franschman ge naturaliseerd, maar nog geen jaar later weer van de Fransche nationaliteit vervallen ver klaard. Daarna begaf hij zich naar Berlijn. Hij zou thans de tegencandidaat van Ze linski zijn voor de leiding van de Oekrain sche beweging. Verwacht wordt, dat het be sluit, waarbij een van beiden wordt be noemd, zal worden voorafgegaan door een plechtige verklaring van Hitier over de sympathie van Duitschland, voor het Oekrainsche volk, dat lijdt op het grondge bied van de Sowjetunie, Polen en Roemenië. Aldus de Polednija Nowosti. In een auto bij Nabloes werden 213 revolverkogels, 35 granaten en een groote hoeveelheid ontplofbare stoffen aangetroffen. De inzittenden van de auto, allen Arabieren, werden gear resteerd. Twee joodsche kolonisten wer den ten Zuiden van Haifa doodgescho ten. Roovers hebben by Nabloes een vrachtwagen aangehouden en vier mail- zakken gestolen. Manschappen der Britsche marine hebben ten Oosten van Haifa een „tinstad" afge broken. Tot nu toe hebben verscheiden van deze „tinsteden" bestaan. Zy zyn opgebouwd met benzinevaten. Zij baarden den autori teiten van den gezondheidsdienst groote zorg, terwijl zij een schuilplaats boden aan ongewenschte elementen. Op kosten der regeering zijn de Arabieren, die er een on derkomen hadden gezocht, overgebracht naar Arabische dorpen. Gisteravond heeft zich te Boeda pest bij een koffiehuis aan den oever van den Donau tegenover den aan' legsteiger, waar Horthy drie kwartier tevoren was aangekomen, een ont ploffing voorgedaan. Alle ruiten van een huis met drie verdiepingen werden vernield. Drie personen werden door de kracht der ontploffing tegen den grond geslin gerd. Er schijnen geen slachtoffers te zijn. Alkmaar, 30 Augustus. De Deutsche Diplomatisch-Politische Kor- respondenz besprak gisteren de pogingen „van een groote mogendheid", welke de Tsje chische regeering van een verzoenende hou ding tegenover de Sudeten-Duitschers vrij stelt, omdat Praag den Sudeten-Duitschers een nieuwe, niet nader aangegeven basis van onderhandelingen heeft voorgesteld. Het blad schreef o.a.: Wanneer in het buiten land van een Tsjechische staatscrisis wordt gesproken, zoomede van de mogelijkheid, dat het acuut worden daarvan met alle ernstige buitenlandsch politieke aspecten van dien zware internationale gevolgen zal kunnen medebrengen, schijnt het gebiedend, dat in dit verband dan de vermaningen ook werke lijk worden gericht tot hem wien zij aan gaan en die in staat zou zijn de dingen zoo te veranderen als in overeenstemming is met het waarlijk democratische beginsel van het huisrecht van iedere bevolking op haar eigen grond en wel radicaal en direct. In het andere geval kan het gevolg slechts zijn, dat bij dengene, die een andere houding moet aannemen, de indruk wordt gewekt, dat zijn tot nu toe ingenomen standpunt toerei kend is en dat hij zich, hoe het ook loopen zou, kan verlaten op een dekking in den rug door machtiger landen. Een lezing der Praagsche bladen zal even eens hebben aangetoond, dat juist ook de redevoering van Sir John Simon in dezen geest aan Tsjechische zijde is opgevat. De Sudeten-Duitschers hebben met hun eischen slechts datgene geëischt, aldus de diplo, wat een volksgroep, die zich van haar beteeken is en waarde bewust is, voor zich mag en moet opeischen binnen het kader van 'n nationaliteitenstaat: de beveiliging en veiligheid van haar volk op zijn kolonisatie gebied en de schepping der voorwaarden, dat de Sudeten-Duitschers voortaan over hun vitale belangen zelf kunnen beslissen. Wenscht men van het buitenland uit aan deze in Tsjecho-Slowakije inderdaad tot nu toe bedenkelijke situatie een einde te ma ken, dan zal men goed doen zich in de eerste plaats tot dengene te wenden, die haar ge schapen heeft en in haar essentieele trekken wenscht te behouden en niet tot hem, die op even ondraaglijke als onwaardige wijze slachtoffer en object van dit systeem is. Van betrouwbare zijde te Londen wordt vernomen, dat de president der Tsjechische republiek vandaag Henlein zal ontvangen. Verklaard wordt, dat deze ontmoeting van het grootste belang is en waarschijnlijk be slissen zal over de toekomst der onderhande lingen. Er verluidt, dat de ontmoeting tot stand is gekomen dank zij de tusschenkomst van Runciman, die gisteravond door Benesj is ontvangen. Wanneer het resultaat van de ontmoeting tusschen Benesj en Henlein gun stig zal zijn, zal er een werkelijke mogelijk heid bestaan op hervatting van de onder handelingen tusschen ds Tsjecho-Slowaak- sche regeering en de Sudeten-Duitschers. Mocht het resultaat negatief zijn, dan zal de eerstvolgende stap waarschijnlijk zijn de af legging van een verklaring door Hitier tè Neurenberg, waarin hij dan waarschijnlijk zekere voorstellen zal doen. Men gelooft, dat Henlein vergezeld zal worden door de voornaamste vertegenwoordigers der Sude- ten-Duitsche party. Volgens zekere inlichtingen uit welinge lichte bron te Praag zou Runciman gisteren aan Henlein voorstellen hebben overhandigd, waarin van de zijde der Tsjechen groote concessies werden gedaan. Tot nu toe wordt een volkomen geheimhouding in acht geno men over den aard van het nieuwe bestuurs- slelsel in Tsjecho-Slowakije, dat men on der oogen wenscht te zien. Een aandachtig onderzoek over de activiteit van de Engel- sche missie, en met name van Gwatkin, werpt evenwel een vrij groote duidelijkheid op de nieuwe bestudeerde plannen. Men weet dat Gwatkin, wiens taak be langrijk schijnt, de eenige was, die met prins Hohenlohe de bespreking tusschen Runci man en Henlein op kasteel Rothenhaus heeft bijgewoond. De besprekingen, welke Ashton Gwatkin gister heeft gehad, hebben sterk de aandacht getrokken. Hij heeft eerst ge sproken met de commissie van zes, verte genwoordigers der partijen van de regee- ringscoalitie en vervolgens dr. Schicketanz ontvangen, den deskundige der Sudeten Duitsche partij op het gebied van rechtskun dige kwesties. De Deutsche Allgemeine Zeitung voert in een hoofdartikel polemiek tegen Sir John Simon. Het blad schrijft: „Ernstig is, dat de Engelsche houding de ontoegeeflijkheid der Tsjechen versterkt, gelijk de nieuwe inciden ten bewijzen". Het blad werpt van te voren de eventueele verantwoordelijkheid van een conflict op de elementen, die „De Tsjecho- Slowaaksche oorlogspartij" zouden vormen. „Juist wat het geval van een conflict betreft, zijn wij van andere meening dan Sir John Simon. Juist dan zou het er om gaan dit te localiseeren. Of beteekent de rede van Si mon, dat Engeland geën localisatie wil?" Na vervolgens verklaard te hebben, dat de algemeene plicht van Europa is een conflict te vermijden, maakt het blad een voorbe houd: „De algemeene plicht staat echter niet toe, dat drie millioen Sudeten-Duitschers worden opgeofferd aan een of andere op vatting van den wereldvrede. Men moet niet zoo manoeuvreeren, dat er een tegen stelling ontstaat tusschen den wereldvrede en het recht der Sudeten-Duitschers. Onge twijfeld, zoo besluit het blad, is de Britsche regeering van meening, dat de voorstellen, die de Tsjecho-Slowaaksche regeering zal doen, de Sudeten-Duitschers tevreden moe ten stellen. Maar Engeland zou zich op die wijze tot rechter opgeworpen hebben, daarbij zelfs te verstaan gevende, dat het beschikt over sanctiemiddelen". De boeren van Isola, die sedert eenige weken op hun landerijen in het Italiaansche deel van het dal van Chastillon vertoefden, zijn Zondagavond begonnen met naar hun woonsteden in Frankrijk terug te keeren. Vijftig gezinnen, wier bezittingen door de Italiaansche militaire autoriteiten zyn ont eigend, keeren in een ononderbroken stroom terug met hun vee en hun muildieren, vol geladen met voortbrengselen van het land en met het huisraad, dat zij konden meenemen. Allen verklaren, dat de Italiaansche auto riteiten zeer vast besloten, doch beleefd en vaak voorkomend waren. Er hebben zich geen incidenten voorgedaan. Een interpellatie. De Fransche afgevaardigde Léon Barety heeft aangevraagd, de regeering te mogen interpelleeren, naar aanleiding van het feit, dat vijftig Fransche gezinnen bij Isola over de grens gezet zijn door de Italiaansche autoriteiten. De geschiedenis van het conflict. Het Italiaansche gebied van Isola waar vandaan de Fransche boeren verdreven zyn vormt reeds zeer langen tijd een bron van twist. De Paris Soir geeft een uiteenzetting van den toestand in dit gebied. Het gebied, waar het om gaat, heeft een oppervlakte van 800 K.M.2 Het wordt ten Noorden door Isola en ten Zuiden door Breil begrensd en bevat de Fransche agglomeraten Saint-Sauveur-sur- Tinée, Rimplas, Sint-Martin-Vesubie, de val lei van Boréon, Valdeblore en Belvedère. De grens tusschen Italië en Frankrijk loopt niet precies langs de waterscheiding en is, zooals zy thans, bestaat, in het voordeel van Italië, met het gevolg, dat de grond van de Fran sche boeren voor een gedeelte op Italiaansch grondgebied ligt. Deze situatie dateert reeds van het jaar 1860 toen Napoleon III en Victor Emanuel I deze grens in een verdrag hadden vastge legd. Dat de grens niet precies de water scheiding volgt, was een gunst door Napo leon aan den Italiaanschen koning bewezen, die graag op de gemzenjacht ging en daar om de beschikking kreeg over een jachtter rein, dat van geografisch, historisch en ethnologisch standpunt bezien Fransch is. Ruim vijftig jaren lang hebben er aan deze grens altijd vriendschappelijke betrekkingen tusschen Italianen en Franschen bestaan. Doch sinds tien jaar is de situatie volkomen veranderd, zoo vervolgt het blad. Fransche boeren, die hun eigen land willen bebouwen, moeten eerst aan de Italiaansche douane hun pas laten zien. Dit werd een bron van her haaldelijke discussies en vaak volgden er ook aanzienlijke belastingen op de produc ten, die de boeren van hun eigen land be trokken. Herhaaldelijk is het voorgekomen, aldus de Paris Soir, dat menschen, die in dit gebied aan het wandelen waren en er geen erg in hadden, dat zy zich op Italiaansch grondgebied bevonden, door de Italiaansche douane beschoten werden. Al deze incidenten, aldus het blad, dien den, juridisch gesproken, niet voor te ko men. In het verdrag van 1861 n.1. is deze be paling opgenomen: „Het vaststellen van de grens zal geen enkele schade toebrengen aan de rechten van eigendom en gebruik noch aan de actieve of passieve servituten van particulieren gemeenten en openbare instel lingen van beide betrokken landen". Sensatie in New York. - Gisteren slaag de een patiënt van de zenuwinrichting Bel- levue er in een oogenblik aan de waakzaam heid van zijn oppassers te ontsnappen. Ge kleed in een pyama klom hij op de negende verdieping van het gebouw uit het raam en dreigde van het kozijn omlaag te springen. Ruim een uur bleef de ongelukkige in die gevaarlijke positie. Eindelijk slaagde een oppasser er in hem te grijpen. Een worste ling ontstond, waarbij op een gegeven oogenblik vijf personen omlaag dreigden te vallen. Tenslotte wist men den man ech ter naar binnen te trekken. De cholera te Tokio. - De Japansche regeering heeft Tientsin geplaatst op de lijst der met cholera besmette havens. Ter be strijding der gevreesde ziekte zijn voorts onder leiding van dr. Miyakawa anticho- lera-contingenten gevormd, die thans druk bezig zyn met het vaccineeren der bevolking in Peiping, Sjanghai, Nanking Tayoean, Tsjefoe en Tsinan. Zij hebben de beschik king over entstof voor anderhalf millioen personen. Voorts zijn rondreizende klinie ken gevormd, die o.m. in Noord- en Cen- traal-China werken. Ongeluk met een autobus. - Een auto bus, waarin dertig menschen hadden plaats genomen ,is te Waltershausen (Duitschl.) tegen een boom gereden en vernield. Acht inzittenden werden ernstig, ongeveer vijf tien lichter gewond.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 3