dagblad voor alkmaar en omstreken.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 203 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 30 Augustus 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e Jaargang
Uniformen en eereteekenen
De Duitscher is er verzot op.
Actie tegen Hongaarsche
nazi's?
Bijzondere strafgevangenissen.
Duitschland en de Oekraine.
De benoeming van een Führer.
Arabieren gearresteerd.
Wapens in beslag genomen.
Aanslag op Horthy?
Ontploffing in Boedapest.
De algemeene toestand.
Bezoekt de Romeinsche Wondershow,
Standplaats: Oude Ziekenhuisterrein.
De
boeren van Isola keeren
naar Frankrijk terug.
ALKMAARSCHE COURANT.
(Van onzen correspondent.)
In deze dagen van het hooge bezoek
van den Hongaarschen rijksbestuurder
admiraal von Horthy aan Duitschland
hebben we weer eens kunnen waar
nemen, wat uniform, onderscheidingS'
teekenen en verdere uiterlijkheden voor
den echten Duitscher beteekenen.
Het Derde Rijk, dat Adolf Hitier heeft
gesticht, is niet alleen ofschoon het de
kameraadschap, den menschelyken eenvoud
en de volksgemeenschap, die klassen noch
standen maar slechts prestatie kent van
deze uiterlijkheden niet afkeerig, maar heeft
ze eerst recht tot bloei gebracht. Men kan
gerust zeggen, dat het Derde Rijk zyn voor
ganger: het Tweede (Keizerlijke) Rijk in die
dingen nog den loef tracht af te steken.
Wilhelm II is steeds verzot geweest vooral
op militaire uniformen, waarbij het naar
zijn zin niet bont en ingewikkeld genoeg kon
toegaan. Een niet onbelangrijk deel van zijn
met de jaren steeds slapper wordende werk
kracht besteedde hij aan het uitvinden en
invoeren van altijd weer pietluttige veran
deringen in de uniformen van leger en vloot,
in het uitdenken van tallooze finesse's en het
zelf instudeeren van hoofsche plechtig
heden, waarbij de aankleeding een hoofdrol
speelde; en aan altijd weer nieuwe voor
schriften, die vooral voor het grootendeels
niet met overvloedige aardsche goederen
bedeelde ofifcierscorps veel ergernis en
zwaar drukkende uitgaven beteekenden.
Hitier lijkt op dit speciale gebied eigen
lijk veel op zijn keizerlijken voorganger. Ook
de „Führer" heeft overgroote persoonlijke
belangstelling voor de weermacht, voor uni-
formkwesties, voor steeds weer kleine wij
zigingen, voor paradevertoon, groote en
kleine manoeuvre's, ridderorden, titels, ver
sieringen, massale volksdemonstraties onder
Strenge regie en alles, wat verder tot staats-
uiterlijkheden behoort.
Met dit groote verschil, dat hij voor zich
zelf geen uniformen en geen onderscheidin
gen, geen titels en verder moois wenscht,
maar al dan niet met opzet de eenvoud
in persoon blijft; als men dan wil afzien van
de omstandigheid dat nu langzamerhand alle
Duitsche steden een „Adolf Hitlerplein",
een „Adolf Hitlerstraat", een „Adolf Hitier-
ziekenhuis" enz. enz. bezitten, dat de groote
jeugdorganisatie des Rijks „Hitlerjugend"
heet, en dat van alle 75 millioen Duitschers,
voor zoover ze het spreken machtig zijn.
verwacht wordt, dat ze elkaar met „Heil
Hitier!" zullen begroeten. Daarentegen heeft
Hitier geen eeredoctoraat, geen buitenland-
sche onderscheidingen en geen bijzondere
titels willen aanvaarden. Hij laat zich met
„Mein Führer!" toespreken, en duldt, dat
vreemdelingen hem met „Excellentie" betite
len, ofschoon het Derde Rijk dien titel eigen
lijk niet meer kent. Zeer zelden zoo bijv.
bij de gala-voorstelling ter eere van de Hon
garen in de Berlijnsche staatsopera draagt
hij den rok, die hem echter allesbehalve
flatteert, meestal de uniform van de z.g.
„Amtswalter", dat zijn de mannen der par
tijbureaucratie, en op het uniformjacket het
IJzeren Kruis eerste klasse, het partij-
insigne met den gouden rand (dat door alle
leden der partij met het nummer 1-100.000
gedragen wordt; Hitier zelf heeft no. 7) en
bij bijzonder plechtige gelegenheden nog op
de opgenaaide rechter borstzak de z.g.
„Bloedorde", die in hoofdzaak ingesteld is
als herinnering aan de mislukte revolutie der
nationaal-socialisten te München op 9 No
vember 1923.
Variatie brengt Hitier in deze eenige uni
form, die hij sedert 1933 draagt door de
overjassen, die zich aan zijn omgeving en
weersgesteldheid aanpassen. Zeker heeft
men er hem op gewezen, dat de nog al on
verschillige, helgekleurde regenmantel,
waarmee hij zich ook als hoofd van staat
eenige jaren bij alle mogelijke en onmoge
lijke gelegenheden vertoonde, toch niet meei
bij zijn positie en optreden paste. Sindsdien
is hij ook in dit detail met de maand mo
dieuzer geworden.
Even eenvoudig en wars van buitenland-
sche onderscheidingen blijft ook rijksmi
nister Göbbels.Maar vrijwel alle andere mi
nisters, Göring in de eerste plaats, rijks- en
partijleiders, commandanten en onder-com
mandanten der partij troepen tot de kleinste
eenvoudigste SA, SS, NSKK, NSFK-man-
nen en hoe ze verder nog heeten mogen, zyn
verzot op lintjes, kruisen, herinnerings-
medailles, eeredegens, eere- en gebrulks'
dolken, alsof er nooit sociale /evoluties in
Duitschland hadden plaats gehad. (En pas
dezer dagen is men er toe overgegaan te
verbieden, dat hooger geplaatsten door hun
ondergeschikten in de „derde persoon wor
den aangesproken).
Het bloed kruipt nu eenmaal, ook by onze
Duitsche buren, waar het niet gaan kan, en
feitelijk mag al weer niet meer van krulP®"
gesproken worden, als in de perio e
Weimar, die alle onderscheidingen afge
schaft had. Het Derde Rijk kent de volgende
onderscheidingen:
a. Voor de eigen staatsburgers het „Ade-
laarsschild van het Duitsche Rijk", den
„Duitsche Nobelprijs", staatsprijs genaamd,
den titel „professor" (onlangs nog verleend
aan Hitler's „lijffotograaf" Hoffmann), de
„Bloedorde" (slechts voor een beperkte cate
gorie partyveteranen), het „gouden party
insigne" en het Kruis van verdienste van het
Duitsche Roode Kruis (in oorlogstijd stellig
weer militaire onderscheidingen).
b. voor vreemdelingen: de Orde van Ver
dienste van den Duitschen Adelaar, met de
gebruikelijke indeeling in klassen.
Bovendien wordt den Duitscher vergund
een groot aantal diverse onderscheidingen
uit en voor den wereldoorlog ook heden nog
op de trotsche borst te dragen.
Waar nu het aannemen van buitenland-
sche ridderorden voor den Duitscher weer
geoorloofd is, en de politiek nu met zich
meebrengt, dat het Duitsche Rijk eenige
nieuwe vrienden heeft gekregen en staats
hoofden of ministers dier vreemde, bevrien
de landen Duitschland bezochten die uit
Duitschland contrabezoekers hebben ont-
vanen, spreekt het vanzelf, dat eenige hon
derden Duitschers reeds behangen zyn met
zooveel linten, kruisen en medailles, dat ze
zich eiken dag van de week met andere ver
sieringen kunnen vertoonen. Dat beant
woordt stellig aan „een lang gevoelde be
hoefte". Maar hier kan het slechts om een
groep uitverkoren representanten der rijks
en partijmacht gaan. De massa echter wil
ook haar deel hebben.
Daarvoor zorgen de uniformen, de rangen,
de lissen, de sjerpen, de tressen, de sterren,
de gouden biezen, in duizend variaties.
In uniformen loopen (of mogen loopen)
alle mannen der weermacht, der SS, SA,
NSKK, NSFK, Hitlerjeugd, diplomaten,
Amtswalter, Werkscharen (arbeiders), tech
nische noodhulp, Hitlermarine, van den Ar
beidsdienst, het Landjaar, het Arbeids
front, de politie met al haar schakeeringen,
de lijfwacht van den Führer, de beambten
der ryksspoor en de trein politie, de douane,
de veldwacht, ja zelfs de pers (bij plechtige
gelegenheden en vooral bij bezoeken aan het
buitenland). En nu zijn de vrouwenorganisa
ties en vele andere groepen nog vergeten.
Al die uniformen met al het bijwerk uit
I elkaar te houden, is ondoenlijk. Er is ver
moedelijk niemand in Duitschland, die in
staat is, straks in Neurenberg op het party-
congres door de straten te wandelen en hon
derd verschillende uniformen die hem voor
bijgaan zonder fouten te maken op te
noemen. Er bestaan boekjes met gekleurde
platen om Duitscher en vreemdeling eenigs-
zins wegwijs te maken. Maar ze zijn telkens
weer verouderd en allesbehalve volledig.
Het komt dagelijks voor, dat men een diplo
maat in gala voor een admiraal, een aan
voerder van „werkscharen" voor een SS-
man, een jongen van het „Landjahr" voor
een onder-aanvoerder van het Arbeidsfront
aanziet.
Wie, als Duitscher, geen uniform bezit, al
was het maar die van portier van een groote
bioscoop of stalmeester sn een reizend cir
cus, moet zich langzamerhand wel als bur
ger tweede klasse gaan voelen. En wie geen
„homme décoré" is eerst recht.
Aangezien de gevangenis te Boedapest
overvol is en geen nieuwe gevangenen
meer kan herbergen, zal, naar gemeld
wordt, in de provincie een aantal bijzonde
re gevangenissen worden ingericht.
De onlangs door de regeering genomen
maatregelen hebben een zekere onrust ge
wekt in nationaal-socialistische kringen, die
te verstaan geven, dat indien de regeering
de partij zou verbieden, de leden op illegale
wyze zouden gaan werken.
In de laatste dagen werd de openbare
meening eenigszins verontrust over fantas
tische geruchten, over een nationaal-so-
cialistischen aanslag ;op het parlement.
Deze ongerustheid is toegenomen na de
ontploffing aan den Donau-oever.
Dezer dagen is een bericht door de pers
gegaan, dat een zekere generaal Zelinski op
instigatie van Duitschland tot „Führer" van
de Oekrainsche beweging was benoemd. Dit
bericht was, naar we in de Poslednya No>
wosti lezen, niet heelemaal juist. In de
Oekrainsche kringeij te Parijs heeft het
blad echter vernomerj, dat te Berlijn wel be
sloten is de Oekreinsche beweging een
eigen „Führer" te schenken, maar dat over
de persoon nog geen overeenstemming be
reikt is op de kanselarij van Alfred Rosen-
berg, die zich voor deze kwesties by zonder
interesseert.
De Duitsche autoriteiten hebben eenigen
tijd geleden te kennen gegeven, dat de zeer
versplinterde Oekrainsche emigratie zich
diende te vereenigen. De voornaamste groep
wordt gevormd door de vogelingen van Het-
man Skoropadski, die overigens geen actieve
rol meer speelt. Daar komt by, dat er twijfel
bestaat aan zyn Arische afstamming.
De oppositie wordt gevormd door de
Oekrainsche nationale beweging, welke ge
leid wordt door overste Omeltsjenko en be
staat uit aanhangers van wijlen overste Ko-
nowalets. Het is deze tamelijk talrijke groep,
welke de candidatuur van generaal Zelinski
gesteld heeft.
De aanhang van Petljoera in de te Berlijn
vertoevende Oekrainsche emigratie is
slechts gering; invloed heeft hy niet, tenzij
in het negatieve: het is deze Poolschgezinde
groep, welke de niet-Arische overgroot
moeder van Skoropadski ontdekt heeft
Ook bestaat er nog een republikeinsche
kozakkenpartij, onder een man, die er
langen tijd zijn werk van gemaakt moet heb
ben om goedgeloovigen vreemdelingen Oe
krainsche titels en ordeteekenen te verkoo-
pen.
De Duitsche autoriteiten, die zoo'n beetje
tusschen de klippen door trachten te zeilen,
worden daarbij voorgelicht door een buiten
de partij staanden Oekraïner, Sewrjoek, een
gewezen sociaal-revolutionair, die aan het
hoofd gestaan heeft van de Oekrainsche de
legatie bij de vredesonderhandelingen van
Brest Litowsk. Hij was het, die de Duitsche
en Oostenrijksche troepen te hulp riep, toen
de bolsjewiki de overhand in de Oekraine
dreigden te krijgen; onder het bewind van
Petljoera werd hij gezant te Rome, waar zijn
carrière eindigde met de ontdekking van
financieele onregelmatigheden in zijn be
heer. In 1922 dook hij te Parijs op, waar hi
in het bezit bleek te zijn van een sowjetpas
en in verbinding met sowjetkringen bleef
staan. In 1928 werd hij tot Franschman ge
naturaliseerd, maar nog geen jaar later weer
van de Fransche nationaliteit vervallen ver
klaard. Daarna begaf hij zich naar Berlijn.
Hij zou thans de tegencandidaat van Ze
linski zijn voor de leiding van de Oekrain
sche beweging. Verwacht wordt, dat het be
sluit, waarbij een van beiden wordt be
noemd, zal worden voorafgegaan door een
plechtige verklaring van Hitier over de
sympathie van Duitschland, voor het
Oekrainsche volk, dat lijdt op het grondge
bied van de Sowjetunie, Polen en Roemenië.
Aldus de Polednija Nowosti.
In een auto bij Nabloes werden 213
revolverkogels, 35 granaten en een
groote hoeveelheid ontplofbare stoffen
aangetroffen. De inzittenden van de
auto, allen Arabieren, werden gear
resteerd. Twee joodsche kolonisten wer
den ten Zuiden van Haifa doodgescho
ten. Roovers hebben by Nabloes een
vrachtwagen aangehouden en vier mail-
zakken gestolen.
Manschappen der Britsche marine hebben
ten Oosten van Haifa een „tinstad" afge
broken. Tot nu toe hebben verscheiden van
deze „tinsteden" bestaan. Zy zyn opgebouwd
met benzinevaten. Zij baarden den autori
teiten van den gezondheidsdienst groote
zorg, terwijl zij een schuilplaats boden aan
ongewenschte elementen. Op kosten der
regeering zijn de Arabieren, die er een on
derkomen hadden gezocht, overgebracht
naar Arabische dorpen.
Gisteravond heeft zich te Boeda
pest bij een koffiehuis aan den oever
van den Donau tegenover den aan'
legsteiger, waar Horthy drie kwartier
tevoren was aangekomen, een ont
ploffing voorgedaan.
Alle ruiten van een huis met drie
verdiepingen werden vernield. Drie
personen werden door de kracht der
ontploffing tegen den grond geslin
gerd. Er schijnen geen slachtoffers
te zijn.
Alkmaar, 30 Augustus.
De Deutsche Diplomatisch-Politische Kor-
respondenz besprak gisteren de pogingen
„van een groote mogendheid", welke de Tsje
chische regeering van een verzoenende hou
ding tegenover de Sudeten-Duitschers vrij
stelt, omdat Praag den Sudeten-Duitschers
een nieuwe, niet nader aangegeven basis
van onderhandelingen heeft voorgesteld. Het
blad schreef o.a.: Wanneer in het buiten
land van een Tsjechische staatscrisis wordt
gesproken, zoomede van de mogelijkheid, dat
het acuut worden daarvan met alle ernstige
buitenlandsch politieke aspecten van dien
zware internationale gevolgen zal kunnen
medebrengen, schijnt het gebiedend, dat in
dit verband dan de vermaningen ook werke
lijk worden gericht tot hem wien zij aan
gaan en die in staat zou zijn de dingen zoo te
veranderen als in overeenstemming is met
het waarlijk democratische beginsel van het
huisrecht van iedere bevolking op haar eigen
grond en wel radicaal en direct.
In het andere geval kan het gevolg slechts
zijn, dat bij dengene, die een andere houding
moet aannemen, de indruk wordt gewekt, dat
zijn tot nu toe ingenomen standpunt toerei
kend is en dat hij zich, hoe het ook loopen
zou, kan verlaten op een dekking in den rug
door machtiger landen.
Een lezing der Praagsche bladen zal even
eens hebben aangetoond, dat juist ook de
redevoering van Sir John Simon in dezen
geest aan Tsjechische zijde is opgevat.
De Sudeten-Duitschers hebben met hun
eischen slechts datgene geëischt, aldus de
diplo, wat een volksgroep, die zich van haar
beteeken is en waarde bewust is, voor zich
mag en moet opeischen binnen het kader
van 'n nationaliteitenstaat: de beveiliging en
veiligheid van haar volk op zijn kolonisatie
gebied en de schepping der voorwaarden,
dat de Sudeten-Duitschers voortaan over
hun vitale belangen zelf kunnen beslissen.
Wenscht men van het buitenland uit aan
deze in Tsjecho-Slowakije inderdaad tot nu
toe bedenkelijke situatie een einde te ma
ken, dan zal men goed doen zich in de eerste
plaats tot dengene te wenden, die haar ge
schapen heeft en in haar essentieele trekken
wenscht te behouden en niet tot hem, die op
even ondraaglijke als onwaardige wijze
slachtoffer en object van dit systeem is.
Van betrouwbare zijde te Londen wordt
vernomen, dat de president der Tsjechische
republiek vandaag Henlein zal ontvangen.
Verklaard wordt, dat deze ontmoeting van
het grootste belang is en waarschijnlijk be
slissen zal over de toekomst der onderhande
lingen. Er verluidt, dat de ontmoeting tot
stand is gekomen dank zij de tusschenkomst
van Runciman, die gisteravond door Benesj
is ontvangen. Wanneer het resultaat van de
ontmoeting tusschen Benesj en Henlein gun
stig zal zijn, zal er een werkelijke mogelijk
heid bestaan op hervatting van de onder
handelingen tusschen ds Tsjecho-Slowaak-
sche regeering en de Sudeten-Duitschers.
Mocht het resultaat negatief zijn, dan zal de
eerstvolgende stap waarschijnlijk zijn de af
legging van een verklaring door Hitier tè
Neurenberg, waarin hij dan waarschijnlijk
zekere voorstellen zal doen. Men gelooft,
dat Henlein vergezeld zal worden door de
voornaamste vertegenwoordigers der Sude-
ten-Duitsche party.
Volgens zekere inlichtingen uit welinge
lichte bron te Praag zou Runciman gisteren
aan Henlein voorstellen hebben overhandigd,
waarin van de zijde der Tsjechen groote
concessies werden gedaan. Tot nu toe wordt
een volkomen geheimhouding in acht geno
men over den aard van het nieuwe bestuurs-
slelsel in Tsjecho-Slowakije, dat men on
der oogen wenscht te zien. Een aandachtig
onderzoek over de activiteit van de Engel-
sche missie, en met name van Gwatkin,
werpt evenwel een vrij groote duidelijkheid
op de nieuwe bestudeerde plannen.
Men weet dat Gwatkin, wiens taak be
langrijk schijnt, de eenige was, die met prins
Hohenlohe de bespreking tusschen Runci
man en Henlein op kasteel Rothenhaus heeft
bijgewoond. De besprekingen, welke Ashton
Gwatkin gister heeft gehad, hebben sterk
de aandacht getrokken. Hij heeft eerst ge
sproken met de commissie van zes, verte
genwoordigers der partijen van de regee-
ringscoalitie en vervolgens dr. Schicketanz
ontvangen, den deskundige der Sudeten
Duitsche partij op het gebied van rechtskun
dige kwesties.
De Deutsche Allgemeine Zeitung voert in
een hoofdartikel polemiek tegen Sir John
Simon. Het blad schrijft: „Ernstig is, dat de
Engelsche houding de ontoegeeflijkheid der
Tsjechen versterkt, gelijk de nieuwe inciden
ten bewijzen". Het blad werpt van te voren
de eventueele verantwoordelijkheid van een
conflict op de elementen, die „De Tsjecho-
Slowaaksche oorlogspartij" zouden vormen.
„Juist wat het geval van een conflict betreft,
zijn wij van andere meening dan Sir John
Simon. Juist dan zou het er om gaan dit te
localiseeren. Of beteekent de rede van Si
mon, dat Engeland geën localisatie wil?"
Na vervolgens verklaard te hebben, dat de
algemeene plicht van Europa is een conflict
te vermijden, maakt het blad een voorbe
houd: „De algemeene plicht staat echter niet
toe, dat drie millioen Sudeten-Duitschers
worden opgeofferd aan een of andere op
vatting van den wereldvrede. Men moet
niet zoo manoeuvreeren, dat er een tegen
stelling ontstaat tusschen den wereldvrede
en het recht der Sudeten-Duitschers. Onge
twijfeld, zoo besluit het blad, is de Britsche
regeering van meening, dat de voorstellen,
die de Tsjecho-Slowaaksche regeering zal
doen, de Sudeten-Duitschers tevreden moe
ten stellen. Maar Engeland zou zich op die
wijze tot rechter opgeworpen hebben, daarbij
zelfs te verstaan gevende, dat het beschikt
over sanctiemiddelen".
De boeren van Isola, die sedert eenige
weken op hun landerijen in het Italiaansche
deel van het dal van Chastillon vertoefden,
zijn Zondagavond begonnen met naar hun
woonsteden in Frankrijk terug te keeren.
Vijftig gezinnen, wier bezittingen door de
Italiaansche militaire autoriteiten zyn ont
eigend, keeren in een ononderbroken stroom
terug met hun vee en hun muildieren, vol
geladen met voortbrengselen van het land en
met het huisraad, dat zij konden meenemen.
Allen verklaren, dat de Italiaansche auto
riteiten zeer vast besloten, doch beleefd en
vaak voorkomend waren. Er hebben zich
geen incidenten voorgedaan.
Een interpellatie.
De Fransche afgevaardigde Léon Barety
heeft aangevraagd, de regeering te mogen
interpelleeren, naar aanleiding van het feit,
dat vijftig Fransche gezinnen bij Isola over
de grens gezet zijn door de Italiaansche
autoriteiten.
De geschiedenis van het conflict.
Het Italiaansche gebied van Isola waar
vandaan de Fransche boeren verdreven zyn
vormt reeds zeer langen tijd een bron van
twist.
De Paris Soir geeft een uiteenzetting van
den toestand in dit gebied. Het gebied, waar
het om gaat, heeft een oppervlakte van 800
K.M.2 Het wordt ten Noorden door Isola en
ten Zuiden door Breil begrensd en bevat de
Fransche agglomeraten Saint-Sauveur-sur-
Tinée, Rimplas, Sint-Martin-Vesubie, de val
lei van Boréon, Valdeblore en Belvedère. De
grens tusschen Italië en Frankrijk loopt niet
precies langs de waterscheiding en is, zooals
zy thans, bestaat, in het voordeel van Italië,
met het gevolg, dat de grond van de Fran
sche boeren voor een gedeelte op Italiaansch
grondgebied ligt.
Deze situatie dateert reeds van het jaar
1860 toen Napoleon III en Victor Emanuel I
deze grens in een verdrag hadden vastge
legd. Dat de grens niet precies de water
scheiding volgt, was een gunst door Napo
leon aan den Italiaanschen koning bewezen,
die graag op de gemzenjacht ging en daar
om de beschikking kreeg over een jachtter
rein, dat van geografisch, historisch en
ethnologisch standpunt bezien Fransch is.
Ruim vijftig jaren lang hebben er aan deze
grens altijd vriendschappelijke betrekkingen
tusschen Italianen en Franschen bestaan.
Doch sinds tien jaar is de situatie volkomen
veranderd, zoo vervolgt het blad. Fransche
boeren, die hun eigen land willen bebouwen,
moeten eerst aan de Italiaansche douane hun
pas laten zien. Dit werd een bron van her
haaldelijke discussies en vaak volgden er
ook aanzienlijke belastingen op de produc
ten, die de boeren van hun eigen land be
trokken. Herhaaldelijk is het voorgekomen,
aldus de Paris Soir, dat menschen, die in dit
gebied aan het wandelen waren en er geen
erg in hadden, dat zy zich op Italiaansch
grondgebied bevonden, door de Italiaansche
douane beschoten werden.
Al deze incidenten, aldus het blad, dien
den, juridisch gesproken, niet voor te ko
men. In het verdrag van 1861 n.1. is deze be
paling opgenomen: „Het vaststellen van de
grens zal geen enkele schade toebrengen aan
de rechten van eigendom en gebruik noch
aan de actieve of passieve servituten van
particulieren gemeenten en openbare instel
lingen van beide betrokken landen".
Sensatie in New York. - Gisteren slaag
de een patiënt van de zenuwinrichting Bel-
levue er in een oogenblik aan de waakzaam
heid van zijn oppassers te ontsnappen. Ge
kleed in een pyama klom hij op de negende
verdieping van het gebouw uit het raam en
dreigde van het kozijn omlaag te springen.
Ruim een uur bleef de ongelukkige in die
gevaarlijke positie. Eindelijk slaagde een
oppasser er in hem te grijpen. Een worste
ling ontstond, waarbij op een gegeven
oogenblik vijf personen omlaag dreigden
te vallen. Tenslotte wist men den man ech
ter naar binnen te trekken.
De cholera te Tokio. - De Japansche
regeering heeft Tientsin geplaatst op de lijst
der met cholera besmette havens. Ter be
strijding der gevreesde ziekte zijn voorts
onder leiding van dr. Miyakawa anticho-
lera-contingenten gevormd, die thans druk
bezig zyn met het vaccineeren der bevolking
in Peiping, Sjanghai, Nanking Tayoean,
Tsjefoe en Tsinan. Zij hebben de beschik
king over entstof voor anderhalf millioen
personen. Voorts zijn rondreizende klinie
ken gevormd, die o.m. in Noord- en Cen-
traal-China werken.
Ongeluk met een autobus. - Een auto
bus, waarin dertig menschen hadden plaats
genomen ,is te Waltershausen (Duitschl.)
tegen een boom gereden en vernield. Acht
inzittenden werden ernstig, ongeveer vijf
tien lichter gewond.