VOOR ONZE KINDEREN. HET IS NOG ZOMER. 1 DERDE BLAD. DE POSTZEGELONTWERPER VAN MAURITIUS. Dat is een echte malle geschiedenis van den postzegelontwerper van Mauritius. Als je het in een boek zou lezen, zou je er niets van willen geloven en toch is het alle maal echt gebeurd. Ongeveer honderd jaar is het nu geleden, dat op het eiland Mauritius in de Stille Oceaan een man woonde, die postzegelont werper en graveur was. Hü was heel goed in zijn vak en was erg beroemd. Sinds het jaar 1810 hoorde het eiland aan Engeland en was een Britsche kroonkolonie. Het was dan ook heel natuurlijk, dat de Engelse postambtenaren in 1847 het plan opvatten om een nieuwe postzegel uit te laten komen op Mauritius. Ze kregen er toestemming voor en overlegden toen, wie ze zouden vragen om de postzegel te ont werpen. Al heel gauw bedachten ze, dat het het beste en het eenvoudigste zou zijn om het aan den beroemden graveur te vragen. Ze stuurden iemand naar hem toe om hem te halen en toen hij op het bureau was ge komen, legden ze hem uit, wat ze wilden hebben. Hy zei, dat hij de opdracht graag zou willen uitvoeren en dat hij er zo gauw mogelijk mee zou beginnen. En werkelijk, hij begon er direct aan, toen hij thuis kwam. Hij piekerde en dacht, hoe hij de zegel moest maken, want hij wilde er beslist een heel mooie van maken. Eindelijk had hij een plan. Hij tekende heel nauw keurig, hoe hij zich de zegel voorstelde en ging met dat ontwerp naar den postdirecteur van Mauritius. „Dat is prachtig", zei de postdirecteur, „werkelijk bijzonder mooi! Ik ben er erg tevreden over. Maar één ding moet er nog opgeschreven worden: „Post Paid". Kunt u dat er nog bijschrijven?" „Natuurlijk", zei de ontwerper. „Maakt u dan maar een afdruk van de postzegel!" Nu moeten jullie weten, dat de graveur wel erg knap, maar hij was ook heel erg vergeetachtig. Die dag had hij weer bijzon der veel last van zijn vergeetachtigheid, want hij was nog maar nauwelijks uit het gebouw weg, of hij wist niet meer, wat hij op de postzegel moest zetten. „Post Paid" is Engels en betekent „Porto betaald". Nu kon de goede man zich niet meer herinneren wat het ook weer was ge weest. Iets met Post, dat wist hij nog wel, maar wat was het twede woord dan? Hij ging nog eens alles na, wat ze gezegd had den, maar toen hij bij Postkwam, bleef hy weer steken. Nee, hij had het vergeten, er was niets aan te doen, hij moest maar even terug gaan om het nog eens te vragen. Nog steeds diep in gedachten ging hij op weg. Toen hij voor het postkantoor was gekomen (postkantoor heet in het Engels „Post office") zei hij tegen zichzelf: „Wat ben je toch dom! Daar staat het toch met grote letters boven de deur! Wat vreselijk dom, dat je daar niet direct aan gedacht hebt. Dat is het natuur lijk, wat zou het nu anders kunnen zijn! Post office moet ik op de zegel zetten. Ik wist wel, dat het iets met Post was!" Hij moest lachen om zijn vergeetachtig heid en liep toen vlug naar huis. Daar begon hij meteen weer te werken en toen na een tijdje de postzegel klaar was, stond er „Post office" op, dus Postkantoor. Het is natuurlijk erg gek om Postkantoor op een postzegel te schrijven. Toch merkte niemand van al de mensen, die de postzegel bekeken, dat er iets bijzonders mee was. Ze lazen er allemaal overheen. Een tijdje later, toen de postzegel door de handen van alle hoge postambtenaren was gegaan, werd de zegel gedrukt en er werden een paar duizend exemplaren van gemaakt. Maar toen de postzegels goed en wel klaar waren en verkocht konden worden, wachtte men toch nog even met ze werkelijk uit te geven. Niemand weet, waarom daar nog mee gewacht werd. In ieder geval was de eerste, die de postzegels op zijn brieven plakte, de gouverneur van Mauritius zelf. Hij wilde een groot feest geven en plakte de Jr zegels op de uitnodigingen, die hij aan zijn vrienden en kennissen stuurde. De secretaris van den gouverneur was de eerste, die het dwaze opschrift op de zegel zag. Hij rende ermee naar den gouverneur en liet het hem zien. „Kijkt u toch eens even post office staat er op de nieuwe postzegel, dat is toch te gek! Iedereen zal ons uitlachen!" De gouverneur staarde naar de postzegel en werd toen zó razend, dat de secretaris bang was, dat hij iets kapot zou gooien. „Hoe kunnen ze nu zoiets doen!" brulde hij. „Wie heeft die zegel ontworpen? De hele wereld zal ons uitlachen. Die zegel mag niet uitgegeven worden. Stuur iemand naar het postkantoor, diréct en zeg, dat er niet één zegel mag worden verkocht!" De gouverneur viel in zijn stoel en veegde zijn voorhoofd af. Was me dat een opwin ding! Hoe kwamen de mensen er ook bij om zulke gekke postzegels te drukken! Na een tijdje kwam de bode terug met de boodschap, dat er nog maar dertig postzegels waren uitgegeven en dat de gouverneur die allemaal zelf had gekregen. De gouverneur ging weer een beetje rechter in zijn stoel zitten bij deze tijding, maar toen vertelde de secretaris, dat er al dertien brieven ver zonden waren. Daar hielp niets meer aan. Die dertien brieven waren al onderweg en zouden aan iedereen, die maar wilde kijken, laten zien, hoe slordig men in Mauritius met dergelijke belangrijke dingen omging. Werkelijk moest iedereen lachen, toen het verhaal bekend werd gemaakt. Maar daarna lachten de dertien mensen het hardst, die door den gouverneur waren uitgeno digd, want plotseling kwamen er brieven uit alle delen van de wereld, van postzegel verzamelaars, die de foute postzegels wilden kopen. In een ogenblik tyds werden de dertien Mauritiuszegels wereldberoemd en ze zijn het tegenwoordig nog. Nog maar kort ge leden werd één van de zegels in Berlijn verkocht en een verzamelaar betaalde er niet minder dan dertigduizend mark voor! Dat is de geschiedenis van den postzegel ontwerper van Mauritius, die door zyn ver geetachtigheid een postzegel maakte, die tot de meest zeldzame behoort, die er in de wereld bekend zijn. VIJFTIEN MET EEN! Ik denk, dat jullie niet vyftien lucifers tegelijk met één andere lucifer op kunnen lichten! Toch is het niet zo moeilijk. Het is zelfs heel gemakkelijk, je moet alleen het kunstje kennen! Op de tekening kunnen jullie zien, hoe je de lucifers neer moet leggen. Eerst leg je één lucifer op tafel en daar leg je afwisse lend een luficer met de kop naar rechts en met de kop naar links overheen. Dus zeven naar rechts en zeven naar links. Nu leg je in het geultje, dat op die manier ontstaat, weer een lucifer en tilt het geheel voorzich tig op met de eerste lucifer. Je moet het wel voorzichtig doen, omdat ze anders door elkaar vallen. Wanneer je het een paar maal gedaan hebt, zal je zien, hoe gemakkelijk het gaat. Als je het zelf een paar maal geprobeerd hebt, moet je het maar eens aan de vriend jes en vriendinnetjes vragen. Ze zullen eerst erg verwonderd zijn, als ze horen, dat je met één lucifer vyftien andere kunt optillen. HET GOUD UIT DE BOMEN. Opgevist uit de Oostzee. 3000 jaar geleden was het enige, wat de mensen uit die tijd van Duitsland wisten, dat het een of ander land was, dat ergens in het Noorden moest liggen, maar ze wis ten er eigenlijk niets van. Toch bestond in die tijd al een handwerk in Duitsland, waar van de producten naar Egypte, naar Indië en zelfs naar China werden gebracht. Nergens anders waren die voorwerpen te krijgen en daarom juist wilden de rijke en voorname mensen ze graag hebben. Men noemde dat wonderbaarlijke product, dat bij de kusten van de ostzee werd gevonden en daar be werkt werd: „het goud van het Noorden". Tegenwoordig noemen we het: barnsteen. De mensen wilden dit barnsteen niet al leen hebben, omdat ze het zo mooi vonden, maar ook omdat er iets heel eigenaardigs mee was. Ze hadden namelijk gemerkt, dat als je het „goud uit hét noorden" ergens over gewreven had, het verschillende dingen kon aantrekken. Ze begrepen toen nog heele- maal niet, hqe dat kwam, maar later ont stond uit het Griekse woord voor barnsteen „electron" het woord „electriciteit" en daar mee bedoelde men dan bepaalde eigenschap pen, die men al van het barnsteen had ont dekt. De mensen wisten absoluut niet hoe barn steen ontstond en daarom maakten ze zich de meest wonderlijke voorstellingen. De Grieken dachten een tijdlang, dat het harde zonnestralen waren! Zelfs in de achttiende eeuw was er strijd tussen de geleerden of barnsteen uit de was van een grote bosmier of uit bijenhoning was ontstaan. Pas aan het eind van de negentiende eeuw verklaar de de Duitse geleerde Hugo Conventz, dat het ontstaan was uit het hars van héél oude bomen, die duizenden jaren geleden gegroeid hebben. Er waren vroeger wel eens meer mensen geweest, die dat vermoed hadden, maar nog niemand had het werkelijk be vestigd. Hoe het barnsteen is ontstaan. Door de druk van de grote ijsmassa's ver anderde het hars, dat in de grond was ge zakt, in steen, in barnsteen. Later spoelde het water van de Oostzee het barnsteen weer uit de grond los. Het had daar toen duizen den jaren gelegen. Zo werd het naar het strand gespoeld, waar de kustbewoners het vonden en al gauw merkten, dat ze het, door het op een bepaalde manier te bewerken, veel mooier konden maken. Net zo, als de zijden produkten uit China langs de zogenaamde zijdewegen door heel Azië naar Europa werden gebracht, zo werd het barnsteen over de barnsteenwegen, naar de Middellandse zee vervoerd. Van daaruit werden de voorwerpen over de hele wereld verspreid en als ruilmiddel gebruikt. De barnsteenwegen waren de eerste handels wegen van Duitsland. Waar we nu ons barnsteen van krijgen. Tegenwoordig wordt veel barnsteen ge wonnen, door het graven in de zogenaamde „blauwe aarde", de aardlaag, waar heel vroeger het hars van de bomen in is gezakt. Dit gebeurt voornamelijk in Palmnicken in Oost-Pruisen, waar de enige barnsteen groeve van de wereld is. Eén kubieke meter blauwe aarde bevat ongeveer 1J4 K.G. barn steen. Eén ding moeten we nog vertellen over dit barnsteen: Stellen jullie je eens voor, hoe duizenden jaren geleden dat hars uit de boomstammen op de grond drupte. Toen kwam plotseling een insect aangevlogen of gekropen. Het was waarschijnlijk door de mooie, gele kleur van het hars gelokt, ging op het harsplekje zitten en bleef kleven. Langzamerhand drupte er steeds meer hars op die plek en zo werd het diertje helemaal ingesloten. En duizenden jaren later, vinden wij de harsdruppel, die nu een steen is ge worden en miden daarin zien we heel dui delijk het diertje zitten, alsof het er nog maar pas, op de een of andere geheimzinnige ma nier in was gekropen. Het is helemaal goed bewaard gebleven. Muggen, vliegen, sprink hanen, bijen, oorwormen en veel soorten tor ren zijn op die manier „gebalsemd" en we kunnen duidelijk zien, dat de insecten die wij nu kennen, afstammelingen van die heel oude insecten zyn! KRUISWOORDRAADSEL. Het is een kruiswoordraadsel, dat jullie wel niet zo heel gemakkelijk zullen kunnen oplossen, want er komen een paar moeilijke Horizontaal: 1. een vettige rook of walm 5. een ander woord voor: schrikbewind 7. krijg je wel eens van een wesp 8. een noodsein 10. iemand, die uit vreemde talen vertaalt 11. een meisjesnaam 12. het meervoud van ra 14. een zijrivier van de Donau 15. een geluid 17. een groot visnet 18. een grote aap, die op Nieuw Guinea en Midden-Afrika voorkomt 19. een lans of speer woorden in voor. Toch zal het den ouderen van jullie wel gelukken en anders wil vader of moeder wel even bij de lastige woorden helpen. Probeer het eerst maar eens zelf! Verticaal: 1. zonder kleur 2. een andere naam voor een larix 3. vier klinkers 4. van of uit Keulen 5. wordt gebruikt om te leren tellen 6. iets om te raden 7. niet zwak 9. een maand 13. een kleinigheid 14. een bekend boek van den Griekschen dichter Homerus 16. niet dom 17. geen slaaf KLEIN-ELSJE HEEFT DORST door LIES HELGERS. Elsje kreeg van moeder Een kopje fijne, slappe thee. Even proeven of het niet warm is, Nee, dat valt gelukkig mee! O, wat smaakt die thee toch lekker! Waf heeft Elsekind een dorst! Zelfs haar neus kijkt in het kopje Pas op, meisje, dat je niet morst! Zie je, daar heb je het nu al Het mooie jurkje heelemaal nat! „Dit is niet zo erg," denkt Elsje, ,,'k Wou, dat er nog iets in 't ko*.., HET REUZENWIEL VAN WEENEN. In Weenen is een heel beroemd park, de Prater. Daar kan je wandelen onder de bomen of op glijbanen spelen. Maar het wonderlijkste in de Prater is een groot wiel, dat vroeger werkelijk als een wonder van techniek beschouwd werd. Tegenwoordig zijn we er aan gewend, dat er zoveel „wonderen" van techniek zyn, dat we dit wiel al niet meer zo beschouwen, maar iets bijzonder is het toch nog weL Het is al meer dan veertig jaar geleden, dat dit wiel gemaakt werd. Het heeft een middel lijn van bijna zeventig meter en het draait om een as, die maar vijf-en-vijftig centi meter dik is. Maar dat is nog lang niet alles. Als het wiel draait, vliegen er dertig spoor wegwagons tegelijk mee door de lucht en in die wagons kunnen negenhonderd mensen zitten! Je kunt je wel indenken, dat dit wiel als iets heel bijzonders geldt. Er zijn wel eens Zondagen geweest, dat er meer dan tiendui zend menschen in het wiel gezeten hebben om de mooie, oude stad aan de Donau eens uit de lucht te kunnen bekijken. En er is nog nooit een ongeluk mee gebeurd. Eén keer, zes-en-dertig jaar geleden, was er een kleine stoornis. Tot nu toe weet men nog niet, hoe het eigenlijk gebeurde, maar plotseling bleef het wiel stilstaan en de „passagiers" moesten een paar uur tussen hemel en aarde blijven hangen en rustig wachten, tot het wiel weer draaide. Maar het waren allemaal vrolijke passagiers en niemand vond het erg, om eens op zijn gemak naar de mooie omgeving te kunnen kijken. RAADSELS. 1. Middelburg Maastricht Haarlem Zwolle Den Bosch 's-Gravenhage Amsterdam Verschuif de namen dezer hoofdsteden in horizontale richting, dat zy zo onder elkaar staan, dat letters van boven naar beneden gelezen de naam van een nog niet genoemde provinciale hoofdstad vormen. 2. Het geheel is iets van 17 letters, dat op het ogenblik in het teken der algemene belangstelling staat. Elke boer verlangt op zijn tijd naar 1, 2, 3, 4, 7. Schoenen zyn gewoonlijk van 14, 16, 4, 5. 10, 11, 14, 13 is een van de mooiste maanden van het jaar. Wie 8, 16, 14 is, is niet gierig. Een vos is een 9, 14, 6, 17 dier. 12, 2, 1, 4, 7 zijn roofdieren. 3. Wat is de beste manier om geitenvleesch lang te kunnen bewaren. OPLOSSINGEN. De oplossingen van de raadsels van onze vorige kinderpagina zijn als volgt: 1. bank bang lang long loog 2. Gouda, Leiden, Utrecht, Alkmaar, Venlo. 3. De hoed, want die vindt de meeste af nemers.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 11