De wind blaast. r ONS INDISCH HOEKJE. Qemeenteeaden Rncmcieel Overzicht. Jemlteton In Tropisch Nederland. ZUIDSCHARWOUDE NOORDSCHARWOUDE DERDE BLAD. Op Nederland rust de even grootsche als verantwoordelijke taak de bevolkingen van den geweldig uitgestrekten Indonesischen archipel op hooger trap van geestelijke en materieele welvaart te brengen. Het is hiel en ook in Indië zelf te weinig bekend, hoe zegenrijk de arbeid der Zending daarbij is. Om niet van vooringenomenheid te worden beticht, neem ik over wat professor van Vuuren er over zegt in het werk: „Het Gou vernement Celebes": „Bij onzen pelgrimstocht naar de woon plaatsen der heeren dr. Adriani en dr. Kruyt, de mannen, die zooveel gedaan hebben voor de vreedzame ontwikkeling der Possostreek (Midden-Celebes), door hun grondige kennis van land en volk, waardoor zij de vraagbaak waren en zijn van de elkaar opvolgende be stuursambtenaren, hadden wij gelegenheid met hun arbeid kennis te maken." „Met voorbeeldeloozen ijver en vooral liefde wisten zij één te worden met de Toradja's (zoo worden de bewoners daar ge noemd.) Het spel der kinderen, de zang en de verhalen der ouderen, dat alles namen ze in zich op, aldus begrijpend de ziel en het denken der animisten (heidenen), om daar door de zekere richting te kunnen bepalen welke hun arbeid volgen moest om vrede te brengen in de onrustige heidenziel en daar mee in het land. Voortdurend stelden ze hun rijke kennis ter beschikking van de be stuursambtenaren, welke kennis onmisbaar is voor het nemen van eiken bestuursmaat regel". Men vindt hier de beeltenissen van de zendelingen-pioniers der Toradjalanden onder 't echtpaar dr. Adriani, boven het echtpaar dr. A. C. Kruyt. Hun aller werk eischte de grootste inspanning, voorbeeide- looze toewijding, volkomen overgave! Wat hier gezegd is van den zendiings- arbeid, geldt vanzelfsprekend evenzoo voor de missie. H. F. TILL8MA. Echtpaar Dr. A. C. Kruyt. Echtpaar Dr. N. Adriani. De raad kwam Donderdagmiddag te vier uur in spoedeischende vergadering bijeen, ter behandeling van het eenige punt van de agenda, de benoeming van een onderwijzeres aan de O. L. school, wegens het vertrek van mej. Den Baars. De heer Kramer had bericht van ver hindering gezonden. De voorzitter deelde mede, dat men er in geslaagd is, deze benoeming zoodanig te regelen, dat geen tijdelijke onderwijs kracht moest worden benoemd. Er waren 47 sollicitanten. De voor dracht, welke in overleg met den inspec teur van het L. O. en het hoofd der school is opgemaakt, luidt: 1. mej. J. K. P. Klimp, Alkmaar; 2. mej. A. v. d. Tooren, Alkmaar en 3. mej. M. E. C. de Wit te Den Helder. Tot stemming overgaande, werd mej. Klimp met algemeene stemmen gekozen. De benoemde is vandaag in dienst ge treden. Hierna sloot de voorzitter de vergade ring, den raadsleden dank zeggende voor hun opkomst. De raad dezer gemeente vergaderde Donderdagavond. De minister van sociale zaken berichtte, dat de uurloonen in de werkverschaffing met een cent worden verhoogd. Ged. Staten zouden bericht van goed keuring van eenige raadsbesluiten. Een verzoek van de N.HolL Vereen. Het Witte Kruis om subsidie voor 1939 ten be hoeve van de ontsmettingsinrichtingen zal bij de begrooting van 1939 worden behan deld. Ged. Staten berichtten, dat de kosten per leerling vastgesteld zijn voor de openbare scholen. Deze zijn voor de Openbare School 9.97, voor de Ulo-school 18.81 per leer ling. De sluitingstijd. De Ned. Bond van Hotel-, Koffiehuis- en Restauranthouders en Slijters verzocht tij dens de Oranjefeesten soepele toepassing van event. verbodsbepalingen ingevolge de drankwet. B. en W. stelden voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen, omdat hier geen verbodsbepalingen bestaan en overi gens by de Oranjefeesten alles soepel wordt toegepast. Aldus besloten. De minister van sociale zaken berichtte, dat uit deze gemeente werkloozen kunnen worden geplaatst in de werkverschaffing „het opruimen van kroos in den polder Geestmerambacht". Tegen de begrooting 1938 bestaan bij Ged. Staten eenige bedenkingen. Ged. Staten ad viseerden van de winstuitkeering van het P.E.N. ad 3000 gedurende de jaren 1938 tot en met 1942 1000 per jaar te reservee ren, om in de jaren 1943 en 1944 2000 en in 1945 1000 per jaar voor den gewonen dienst te kunnen gebruiken. B. en W. stelden voor aan de wenschen van Ged. Staten tegemoet te komen. Aange nomen. Ged. Staten hadden vdbrts bezwaren tegen de gemeenterekening 1936. Opgemerkt wordt o.m., dat in deze rekening een extra subsidie aan het burg. armbestuur is opgenomen van 2500. De rekening van het .burg. armbe stuur sloot echter met een batig saldo van 1700. Hierdoor rijst de vraag, of het ge meentebestuur zich er wel van heeft over tuigd, of dit extra subsidie werkelijk noo- dig was. Men zal voorts gaarne vernemen, waarom dit batig saldo niet in de begrooting 1938 van het B.A. is opgenomen. Kapperszaken 's Maandagsmiddags dicht. De Ned. Kappersbond afd. Langendijk vroeg de verordening op de winkelsluiting zoodanig te wijzigen, dat de kapperszaken op Maandagmiddag gesloten zullen zijn, uit gezonderd de Maandagen onmiddellijk voor afgaande aan Paschen, Hemelsvaartsdag, Pinksteren, op 14 Augustus, 31 October en op de Maandag, vallende in de week voor Kerstmis, Nieuwjaar en nationale feest dagen. B. en W. stelden voor aan het verzoek te voldoen. Aldus besloten. De Ned. Bond van Gemeenteambtenaren verzocht de bepaling te willen wijzigen, waarin staat, dat de ontvanger bij onge steldheid en afwezigheid vervangen wordt onder zijn persoonlijke verantwoordelijkheid en voor zijn rekening. B. en W. stelden voor hierop afwijzend te beschikken, waartoe men na eenige opmer kingen besloot. De leerlingenschaal. De samenwerkende organisaties van on derwijzers in Nederland verzochten adhaesie te willen betuigen aan een door hen ver zonden adres aan de regeering in verband met de leerlingenschaal. B. en W. stelden voor, ofschoon zij het standpunt handhaven om in den regel geen adhaesie te betuigen, in dit geval wel adhaesie te betuigen. Na eenige besprekingen werd dit voorstel aangenomen. De Oranje-feesten. Het Oranje-comité verzocht voor de te houden feesten een subsidie van de ge meente te mogen ontvangen van 200. B. en W. stelden voor dit verzoek in te willigen. Weth. Ootjers verzocht als voorzitter van het Oranje-comité het subsidie te verhoogen met 50, daar men denkt, niet rond te kun nen komen. Als het niet noodig is, zal men er niet over beschikken. De voorzitter stelde voor dan een subsidie van 250 te verleenen. De groote deel name van de burgerij is de aanleiding tot deze verhooging der kosten. Voorts stelde de voorzitter voor B. en W. een blanco crediet te geven voor de kosten van de verlichting van het gemeentehuis en de aanschaffing van een gemeentevlag. Spr. nopdigde de raadsleden uit aanwezig te zijn by de aubade op 6 Sept. Deze voorstellen werden aangenomen. De voorzitter was er verheugd over, dat de ingezetenen van Noordscharwoude zooveel doen voor het welslagen van het feest. Daarvoor bracht spr. hun hulde. De heer Van den Abeele had nog een derde voorstel verwacht, evenals vorige keeren, t.a.v. de uitreiking van vleesch en vet aan behoeftigen. De voorzitter antwoordde, dat hierover wel gesproken was, doch in verband met de of fers welke de zooeven genomen besluiten van de gemeente vorderen staat men er af wijzend tegenover. Bovendien is het feest een algemeen feest, voor arm en rijk. B. en W. hebben wel sympathie voor een derge lijk voorstel, doch meenen niet verder te mogen gaan. Weth. Schrijver was om financieele re denen tegen het voorstel-v. d. Abeele. Hij ging uit van het standpunt, dat er 's zomers 'minder noodig is dan 's winters. De heer Kooij ondersteunde het voorstel »van den heer Van den Abeele. De minder- 'bedeelden komt ook een extraatje toe. De voorzitter: Er moet een grens zijn. Wij kunnen of het een of het ander. Weth. Ootjers deelde mede, dat een dames club reeds pogingen doet, de minderbedeel den te gedenken op dien feestdag. Een voor dbeeld ter navolging. De heer Kwadijk zeide o.m. het niet goed te vinden, dat de armen er minder door moe ten krijgen, nu al het andere meer moet kosten. De heer Barten had financieele bezwa ren. Waar is bovendien de grens van „arm". 'Nadat nog verscheideife heeren over dit on derwerp hadden gesproken, werd tot stem ming overgegaan en met 4 tegen 3 stemmen •besloten, den armen wel iets uit te reiken. Tegen stemden de heeren Schrijver, Ootjers •en Barten. B. en W. boden de gemeenterekening 1937 aan, sluitende met een voordeelig saldo van 4497.85. De rekeningen zullen worden na gezien door de heeren Kooy, Kwadijk eh Barten. B. en W. stelden voor, in de woning van den veldwachter een W.C. aan te brengen. De kosten hiervan worden geraamd AP 160. .^iL. Het voorstel werd aangenomen. Het Maatschappelijk Hulpbetoon. Nu het besluit tot omvorming van het B.A. in M.H. is goedgekeurd zullen nieuwe bestuursleden moeten worden gekozen. De aanbeveling luidt: vacature H. Swager: L H. Swager, 2. P. F. Slot; vacature H. Bekker: J. H. Bekker, 2. J. Zijp Dz.; vacature D. Kan sen: 1. P. Swager Kzn., 2. J. Ootjers Rzn.; nieuw: 1. Th. Duijves, 2. Th. L. Bruin; nieuw: I. J. Meeldijk, 2. A. KeppeL De heer Barten legde een verklaring af. Hij zeide, de eenigen tijd geleden geuite op merking, dat hij de leden van de s.d.a.p. niet geschikt achtte als lid van het M.H., om dat zij op 't standpunt van den klassenstrijd staan, terug te nemen. Het is hem gebleken, dat dit niet met allen het geval is. Gekozen werden de heeren K. van Dijk (buiten de voordracht om), P. Swager Kzn., H. Bekker, A. Keppel en Th. Duijves. De voorzitter uitte zijn groote teleurstel ling over het niet herkiezen van den heer Swager, die altijd een zeer goed lid van het B.A. is geweest. Het is en voor het M.H. en voor de gemeente een zwaar verlies. De ver antwoordelijkheid is aan den raad. Moge men er geen berouw van hebben. Na gewe zen te hebben op de moeilijkheden welke deze taak voor de nieuwe bestuursleden met zich brengt, zonder de beproefde leiding van den heer Swager, bracht de voorzitter den heer Swager zijn innigen dank voor al het geen hij voor het B.A. en de gemeente heeft gedaan. Hierna sluiting. Het Pond Sterling beneden de oude pariteit. Geen reden tot bijzondere ongerustheid. Internationale vraag naar dollars in verband pret den poli- tieken toestand. Tarwe-steunaan- koopen door de Amerikaansche regee ring. Verdere inkrimping van den beurshandel te Amsterdam. Kans op rubbertekort in een verdere toe komst. Tegenvallende suikeroogst op Java. De verdere koersdaling van het Pond Sterling heeft in breede kringen de aan dacht getrokken, wellicht zelfs meer aan dacht, dan zij verdient. Er werd over ge sproken als over een „nieuwe devaluatie" van den aard en omvang als die, welke wij in de laatste jaren herhaaldelijk hebben meegemaakt. Zonder de beteekenis van de koersbeweging van het Pond Sterling te willen onderschatten, moeten wij er toch op wijzen, dat het hierbij slechts gaat om fluc tuaties, die geheel passen binnen het kader van de valuta-politiek, welke sinds het los laten van den gouden standaard in verschil lende landen wordt gevolgd. De instelling van de Valuta-Egalisatiefondsen heeft im mers nooit ten doel gehad, den wisselkoers op een bepaald niveau te handhaven. Men wilde slechts, nadat een valuta haar „na tuurlijk niveau" had gevonden, de fluc tuaties binnen bepaalde grenzen houden, welke grenzen echter heel wat ruimer ge nomen waren dan de goud-in- en uitvoer- punten tijdens de werking van den gouden standaard. Zoo heeft het Engelsche Valuta-Egalisatie fonds het Pond zijn eigen weg laten vinden, slechts ingrijpend, wanneer de schokken al te hevig schenen te zullen worden, maar dp beweging zelf niet stuitend. Er is een tijd geweest, waarin het Pond Sterling ten op zichte van den dollar slechts ruim 4.70 nq- teerde; daarna in de eerste helft van dit jaar nog, was de noteering 4.94: In de af- geloopen week is het Pond ten opzichte van den dollar tot ruim 4.85 gedaald, een terug gang dus met nog geen 2 die bovendien zeer geleidelijk in zijn werk is gegaan. Een sensationeele koersdaling is dit dus geenszins. Dat zij niettemin in zoo'n sterke mate de aandacht heeft getrokken, heeft voornamelijk een psychologische oorzaak. Toen Amerika en Engeland beide nog hun valuta aan het goud gekoppeld hadden, no teerde het Pond ten opzichte van den dol lar 4.86. Men was nu veelal van meening, dat de officieele instanties niet zouden toe laten, dat de koers tot beneden deze oude pariteit zou teruggaan en de koersdaling be neden de oude grens maakte derhalve een ongunstigen indruk. In werkelijkheid heeft de vroegere ver houding tusschen den dollar en het pond ech ter geenerlei beteekenis voor de tegenwoor dige verhoudingen op de valuta-markt. Deze worden bepaald door geheel andere factoren en de eenige taak van de Egalisatiefondsen, die zij ook in de naaste toekomst zullen blij ven vervullen, ligt daarin, dat zij de groot ste schokken opvangen, zonder echter te be letten, dat de valuta's vrijelijk fluctueeren binnen de grenzen, die de Britsche en de Amerikaansche regeering als noodzakelijk beschouwen voor een „veilige marge". Van een „herstel van de oude pariteit" is derhalve geen sprake; het is zelfs geenszins uitgesloten, dat binnen afzienbaren tijd de noteering van het begin van dit jaar 4.94 weer zal worden bereikt. Met de vermin dering der politieke spanning zal een der factoren, die tot de koersdaling van het Pond Sterling hebben bijgedragen, worden Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 27) Er was 'n gesloten spookkamer in haar hart arm hart!maar op een dag zou de verschijning gebannen en de kamer gerei nigd en getooid worden. Eens zou zij hem trouwen en hij zou haar naar zijn huis in Ulster brengen. En wie zou beter dan zy de veerkrachtige heide en den blauwen schoor- steenrook begrijpen en de krekels des avonds en den roep van den pluvier. En in het huis waar zijn moeder kil en aanmati gend was geweest, zou een hartelijke en vriendelijke dame wonen.. Claire-Anne. Oh! Hij verlangde weer in Marseille te zijn, het donkere pad op te loopen en te roepen. „Claire-Anne!" De dikke Belfaster stuurman kwam ru moerig de korte kajuitstrap af. „Hoe houdt zij zich, meneer McKinstry. .^Prachtig, kapitein, als ik het zoo zeggen mag, er is geen beter schip op het water, de Soverein of the Seas niet uitgezonderd, noch een betere bemanning om de zeilen te be dienen, zelfs niet op het jacht van den koning." „Noch een betere stuurman, meneer McKinstry." „Nou ja, kapitein, we doen ons best." Hy stormde weer het dek op en Shane kon hem in de midscheeps hooren brullen: „Ga naar voren, een paar van jullie ake lige boeren en zie, of jullie niet wat meer uit die stagzeilen kunt halen. Kom, vlug wat, jullie bent net zoo langzaam als de liefde Gods op de begrafenis van een vrek Had ik maar eens een stel goeie kerels!" X. Zij onderbrak haar snelle vlucht hem te gemoet in het halfduister van den Zuide lijken tuin. „Liefste, waarom is je gezicht zoo bleek? En je handen zijn gewond?" „De consul zei iets over je verleden en ik sloeg hem tegen den grond." „O!", zeide zij met een kleine kreet van schrik en „O" een langgerekte smartkreet. „Omdat hij over je loog." In de schemering met het krekelgezang was haar gelaat van hem afgewend, naar het beboschte amphitehater, waar de doode Pontius met verwilderde oogen in het halfduister ronddwaalde, waar Lazarus on rustig in zijn tweeden slaap woelde en de schaduwen van Romeinsche legioenen met verwondering naar de vlakke zee keken en den woeligen Tiber niet herkenden haar rug was naar hem toegekeerd, haar hoofd opgericht in smart, haar zenuwachtig ge kromde handen onrustig, wit... „Hy loog niet", zeide zy ten slotte. „O, je zou het vroeger of later toch geweten heb ben! Neen, neen, hij heeft niet gelogen!" „Claire-Anne!" „Hij heeft niet gelogen, ik was een dwaas om te meenen ach, hij heeft niet gelogen, neen, neenl" herhaalde zij. „Hij heeft niet gelogen." Zij strekte wanhopig een hand uit. „Hij heeft niet gelogen." Hij ging naar haar toe in het halfduister en legde zijn handen op haar schouders. Het bevende lichaam werd plotseling rustig met grooter nervositeit, zij was als een hert, ge reed om weg te springen. „Ik zie niet in, wat ik anders had kunnen doen, Claire-Anne maar kan ik nu iets doen?" Zij wendde zich plotseling tot hem, haar gelaat vol smart en verrassing. „Je bent dus niet Onverschillig voor my geworden, meedoogenloos of grof?" „Wel neen, Claire-Anne!" „En je weet „Ik weet, maar ik kan niet begrypen Zij uitte een vreemden, zwakken, rillenden kreet, half lach, half snik; zij liep naar de bank bij den fluisterenden moerbeiboom en liet zich daarin met de handen voor het ge laat zakken. „Al het slechte" zeide zy, „wat menschen slecht noemen en dat ik gedaan heb, kan mij niets schelen, maar het eene goede ding jou lief te hebben dat heeft mij wakker gehouden, al dien tyd, dat je af wezig was. Het is als een zonde geweest, je mij te laten liefhebben. De rest was nood lot, maar dit eene was ikzelf." Plotseling richtte zij het gelaat op, haar oogen glanzend door haar tranen. „Zou je willen zou je kunnen begrijpen?" „Zeg mij Claire-Anne alles wat je wenscht te zeggen." Zij haalde kort hygend adem, wendde het hoofd af, keek op en wendde het weer af, wachtte even om adem te halen en greep zyn hand by den pols. „Ik ik ik was een kind van tooneel- spelers en zy stierven en er was genoeg geld om my groot te brengen en op te voeden en mij een kans op het tooneel te geven, maar ik was niet goed genoeg, ik was te zeer mijzelf. Ik kon geen andere karakters uitbeelden. Ik weet niet, of je mij begrijpt, maarToen werd een man ver liefd op mij en trouwde met my. En later wenschte hij, dat hy een welgedane vrouw met een fortuin getrouwd haden toen stierf hij en liet my niet veel na. Maar dat was de reden niet. Ik was, hoe zegt men datgestrand, verlaten. Ik had geen loop baan, geen man, geen kind, geen zaken. In Frankrijk is het niet gemakkelijk nergens gemakkelijk... Vrienden? De menschen hebben het te druk en ik wasIk bestond toch en overal om mij heen bruiste en vloeide het leven en ik wasniet dood, niet levenden eenzaam. Ik had even goed een leproos kunenn zijn, maar leprozen hebben kolonies en iemand, die vriendelijk voor hen isniet dood, niet levenden eenzaam. Ik was zoo jong, het was niet eerlijk. Het leven was overal als bruisende wyn, maar ik was verschaald. „En toen, toen ontmoette ik een man, het was aardig voor een poos iemand te hebben om mee te praten, om mee om te gaan. Het is zoo plezierig om te lachen; je weet niet, hoe prettig, totdat je het een langen tijd niet gedaan heb. Hij wilde niet trouwen... en ten slotte was het de keuze tusschen ach jaof terug naar niet dood, niet levend zijnen ik kon niet terug, kon het een voudig niet. En hij gaf mij geschenken en toen trouwde hij ik neem het hem niet kwalijk met een goedgesitueerde vrouw met fortuin. Er is een soort van sentier intuitif, een psychisch paden ik was niet langer noch dood noch levend. Ik was daar dankbaar voor. Totdat ik jou ont moette met je vreeselijke hoffelijkheid, met je begrypen... Mijn hoofd en hart smolten en myn lichaam ook en alles was zoo stevig, zoo beslist geweest... En ik droomde, dat ik een poos aan het noodlot kon ontrukken... maar, je ziet... Wat de consul zeide was waar, dusliefste maar ik moet je nooit meer liefste noemen". „Claire-Anne!" „Goed dan liefste, je ziet waarom ik niet met je kon trouwen, toen je het me vroeg." Zij lachte bitter. „Als je slechts geweten had Hij beheerschte zich met geweld, ging voor haar staan, keek haar aan. „Claire-Anne, wil je nu met my trouwen?" „Ik weet niet, waarom je dat zegt, maar ik weet één ding: je bent eerlijk. En ik dank jemaar laat my niet weer weenen. Ik heb zooveel geweend, toen je weg was... Als slechts vijf jaar geleden. „Noodlot De schemering was geweest, duisternis was gekomen en nu zou de duisternis spoe dig verdwynen, want het derde kwartier van de groote saffraankleurige maan ver toonde haar rand in het Oosten. Marseille was als het bleeke licht van een kaars en een diepe, voelbare duisternis had zich genesteld als water in de holte der wouden. „Liefste" haar stem had plotseling kracht gekregen „wil je mij vergeven? Ik zeg dat niet zoo maar, alsof ik een klein vergryp had begaan, maar zal er een groote kracht uit je hart komen en zeggen: „Het is in orde, Claire-Anne; ik heb begrepen? Het zal voor my zooveel beteekenen dat te weten in de dagen als je weg bent „Maar, Claire-Anne, ik ben niet weg". (Wordt vervolgd). i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9