Alkmaar op den nationalen feestdag. KIJKEIMOOPELCLOECK £aatste fedchteu Het feest van de schoolkinderen slaagde uitstekend. Klokgelui en reveille. Aanbieding gemeentevlag. Enorme belangstelling. Vreugde-vuren. EERSTE BLAD. Alkmaar, Dinsdag. Alkmaar, Dinsdagmorgen. De drei gende wolken, die vannacht een deel van hun voorraad regenwater ge loosd hadden, zijn door den wind verdreven en het blauw is aan den hemel gekomen. En hoewel aarzelend, is de zon gekomen en zendt haar ver warmende stralen naar de aarde en naar de harten der kinderen, die van daag feest vieren. Alkmaar op den nationalen feestdag! Reeds waren Maandagavond de festivi teiten ingeleid door plechtige kerk diensten, die dankdiensten werden en door muzikale rondwandelingen van onze plaatselijke muziekcorpsen, waarvan Soli Deo Gloria en St. Cecilia voor het woon huis van burgemeester van Kinschot een serenade brachten en waar een mannen koor nationale liederen zong. De burgemeester bracht een hartelijk woord van dank voor de vriendelijke geste om hulde te brengen aan het hoofd der gemeente. Op zijn verzoek werden door het publiek, begeleid door de mu ziek, twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Na afloop van de huldiging trok de muziek langs den Nieuwlander- singel, waar nog even halt werd gehouden voor de woning van den burgemeester, voor het spelen van nog een paar nummers. Natuurlijk bracht deze muzikale op tocht heel wat publiek op de been en even natuurlijk werd er achter de muziek ge host op ongedwongen wijze. De Maandagavond was er, om de Oranje-stemming als 't ware te kunnen peilen en na dit voorproefje zou dan van daag de groote dag zijn. De reveille. De vlaggen uit! Reeds sinds de verjaar dag van onze koningin heeft de nationale driekleur van vele huizen gewapperd, reeds vanaf dien 31sten Augustus hebben vele Alkmaarders hun huis versierd gehad met Oranje, doch het rood-wit-blauw en het oranje kwamen pas hedenmorgen goed en in overvloed te voorschijn. Er waren straten, waar geen huis zonder vlag was, er was géén straat, waar niet gevlagd werd. De vlaggen uit! Nederland viert feest ter eere van het 40-jarig regeeringsjubi- leum van zijn koningin. En Alkmaar zal mede zy'n deel hebben in de feestelijk heden, Alkmaar zal niet achterblijven! Het begon om klokslag 8 uur. De kerk klokken beierden en het heldere geluid galmde over de stad. Dk kerkklokken beierden, neen ze zon gen, ze jubelden, zij verkondigden den volke van stad en land, dat de groote, bij zondere dag was aangebroken. Zy verkon digden de blijdschap van een gelukkig volk, dat vandaag één was, zooals het slechts één kan zijn op bijzondere dagen. Godsdienstige en politieke tegenstellingen waren voor een dag verdwenen en daar voor was in de plaats gekomen: Oranje en Nederland en Nederland en Oranje! De kerkklokken en de groote klok van den Waagtoren jubelden en vertolkten die eenheid, welke ook de Alkmaarsche feesten zou kenmerken. En toen, na deze plechtigheid, volgde de reveille. Terwijl het carillon bespeeld werd door onzen stadsbeiaardier, den heer W. J. Crefeld, die het spreekt vanzelf, voor een zeer nationaal programma had gezorgd verzamelden zich de leden van Soli Deo Gloria en de Burgerwacht zich op de Laat, om een ochtendwandeling door een deel der stad te maken, een och tendwandeling, die als „reveille" bekend zou worden. Soli speelde vlotte marschen en de verschillende vendels van de Bur gerwacht, allen in uniform, trokken ach ter het muziekkorps langs verschillende straten, om tenslotte de Paardenmarkt te bereiken, waar de stoet ontbonden werd. Die reveille duurde circa een uur. En terwijl in het begin gemarcheerd kon worden zonder al te veel publiek, groeide de belangstelling van de zijde der stadge- nooten naarmate de tijd vorderde. En weldra was een flinke optocht gevormd, die echter slechts een klein begin was! Want spoedig daarop zou een honderden meters lange jptocht geformeerd worden! By de Paardenmarkt. Het oude ziekenhuis-terrein was weer ontruimd. Alles, wat aan de kermis her inneren kon, was verdwenen. En op dit ruime plein zouden de schoolkinderen van alle Alkmaarsche scholen verzameld wor den en zou de stoet geformeerd worden, die naar het sportpark zou trekken, waar de voormiddag gevuld zou worden met diverse hinderpalen. Verschillende comité-leden hadden dit plein als begroetingsplaats gekozen en de ho ggehoeden begroetten elkaar en maak ten den laatsten afspraak. In de verte het was nu 9 uur gewor den klonk tromgeroffel en weldra was het op dit plein een drukte van belang. School na school kwam zich melden, mu ziekkorpsen speelden op den weg naar het verzamelplein vroolijke marschen en trok ken honderden belangstellenden, zoodat het ruime plein weldra omzoomd werd door een zeer groote schare belangstellenden. De organisatie klopte en zonder moeite werd de stoet opgesteld en werden de mu ziekcorpsen ingeschakeld. En precies half tien op het vastgestelde tijdstip kon worden afgemarcheerd naar het sportpark. En zoo ging het door een dubbele haag van menschen langs Koorstraat-Ritsevoort en Wilhelminalaan naar het ruime sport veld, waar spoedig na aankomst de jury zich meester had gemaakt van het groene veld. Middelerwijl deden programma-verkoo- pers hun best, om zaken te doen, terwyl tientallen venters met oranje trachtten, iedereen met oranje te sieren. Op het sportpark. De zon is nu in volle glorie gaan schijnen en het koper en nikkel der muziek schit tert en blinkt. Om beurten spelen de muziekcorpsen marschen en vaderlandsche liederen en verder is het een oorverdoo- vend lawaai op en rond het veld. Tot in de uiterste hoeken is het groote sportpark bezet en voor de toeschouwers is er thans gen oog op te houden, omdat al te veel nummers van het programma tegelijk moeten worden afgewerkt. Doch wat hin dert dat? De jeugd vermaakt zich en de ouders der kinderen hebben reeds lang hun spruiten ontdekt en groeien en lachen, als ze hun kind of kinderen pryzen zien winnen. We zien rondedansen, zakloopen, touw trekken, hardloopen, er zijn balspelen ge organiseerd, ja wat is er niet! Het is een uitgelaten kinderschare, die een uur van spel en vermaak doorbrengt. En die om 11 uur precies getracteerd wordt op ijsco's! En dan is het ruime veld weer schoon geveegd. De kleintjes moeten plaats maken voor de U. L. O.-scholtn, die voetbal-, korfbal en athletiekwedstryden zullen houden. Want de sport neemt ook op zulk een nationalen feestdag een groote plaats in op de programma's! Sportwedstrijden. Bijna anderhalf uur lang heeft de sport hoogtij gevierd op het sportpark. Eenvou dige estafettes voor jongens en meisjes, een korfbalwedstrijd en een drietal voet balwedstrijden vormden het programma, dat weliswaar een paar minuten later be gon dan de bedoeling was al kon het comité er niets aan doen! maar dat tenslotte een vlot verloop had. Er werd met animo gespeeld en de U. L. O.-school zegevierde over bijna alle nummers. Om bij half een waren de wedstrijden geëindigd. De heer Dun, die de prijzen zou uitrei ken bij ontstentenis van den burgemees ter, begon met een woord van dank uit te spreken voor de spontane medewerking, dezen morgen door het onderwijzend per soneel en vele anderen verleend. Daarna reikte spr. de prijzen uit, daar bij herinnerende aan de reden waarom deze wedstrijden werden gehouden en verzoekende een driewerf hoera uit te brengen op de koningin, waaraan natuur lijk de gansche aanwezige jeugd voldeed. Nu laten wij de prijswinnaars van deze bijzondere wedstrijden volgen: korfbal: U. L. O.; estafette meisjes U. L. O.; estafette jongens: U. L. O.; voetbal afd. I U. L. O.; afdeeling II U. L. O.; af- deeling III Centr. 7e leerjaar. Nadat het Wilhelmus gespeeld was, was het ochtendprogramma van den nationalen feestdag voorbij. Wat zou de middag brengen? Op het Waagplein heerschte al voor één uur een ongekende drukte. Groepen kinderen komen opgemarcheerd, mu ziekkorpsen rukken op en de organisa toren hebben hun handen vol met het samenstellen der stoet, die straks naar het Stadhuis zal marcheeren, waar het hoogtepunt der feestelijkheden om half twee zullen beginnen. En terwijl een deel van het publiek het gedoe op het Waagplein gadeslaat, wordt de Langestraat door een ander deel ver overd. Een compacten massa stelt zich in de nabijheid van het stadhuis op, terwyl op het bordes burgemeester en mevrouw van Kinschot, wethouders en raadsleden en de commissie-leden, die dezen dag de feeste lijkheden regelen, zich verzamelt. Inmiddels heeft de heer Kuiper zijn koor van dames, heeren en kinderen vóór het bordes opgesteld, een strijkorkest is mede aanwezig en klokslag half twee zet de mu ziek in. En nu volgt een uitvoering van de Oranje Nassau-cantate van J. D. C. van Dokkum met muziek van C. van Rennes. Het is stil in de Langestraat. Een mis schien duizendkoppig publiek luistert naar de uitvoering, en niemand die de rust verstoort. Geen wonder ook! Op deze schitterenden nazomerschen dag, waar alles ook de na tuur meewerkt, moet elke goede zanguitvoe ring slagen. Maar dat is meer dan een gcede uitvoering. Kuiper leidt alles met zekere hand. Het strijkorkest en de zangers, groote Vreugde-vuren werden ontstoken langs de geheele kust! Vreugdevuren zouden oplaaien op den vooravond van den nationalen feestdag; zij zouden als het ware de vreugde van een gansch volk symbo- liseeren. De vreugde-vuren hebben gebrand, overal in den lande. Hoog hebben de vlam men opgelaaid en den donkeren hemel in een rooden gloed gezet. Zy hebben ge brand van Zuid tot oord en Noordholland heeft zijn' deel gehad: van IJmuiden tot den Helder waren de vuren opgestapeld, van IJmuiden tot den Helder zy'n ze aan gestoken op het vastgestelde tijdstip. En wij zaten op den Waagtoren en zagen de vuurtorens van IJmuiden tot den Hel der. Wij zagen de stad Alkmaar vlak onder ons liggen; de rossige gloed van Amsterdam, Haarlem, van de hoogovens te IJmuiden maakte het oriënteeren in zui delijke richting gemakkelijk. En noord waarts flikkerde liet waarschuwende licht van de vuurtoren van Texel en Vlieland. Maar daar tusschen? Waar bleven de vreugdevuren? Voor ons waren zij onzichtbaar en bleven zij on zichtbaar. Van een lange rij vuren langs de kust, zooals wij ons dat hadden voorge steld, hebben wij helaas niets gezien. Toch hebben ze gebrand, maar de enor- met regens hadden het hout te vochtig gemaakt en van hoog-stijgende vlammen was geen sprake. En zoo was onze tocht in den Waagtoren tevergeefs geweest. Al hadden wij er ge enspijt van, want de aanblik van Alk maar en zijn omliggende dorpen, zoo ver uit de hoogte, was prachtig. Duizenden lichtjes flonkerden in kilometers wijden omtrek. De stad zelf was rustig, leek uitgestor ven. Geen wonder, waar eenige duizenden zich op dat oogenblik juist verzameld had den voor het huis van den burgemeester, alwaar het mannenkoor zong en de muziek speelde. en kleine, allen zijn enthousiast, ze beheer- schen den zang, voelen zich zeker en met bravour wordt de geheele cantate uitgezon gen. Terwijl een meer dan hartelijk applaus na afloop het zeer verdiende loon voor de uit voerende is! Dan is het wachten op de stoet, die zich op het Waagplein heeft opgesteld. Maar ook nu blijven allen, want nauwelijks is er weer ruimte gemaakt voor het bordes van het Stadhuis, of aan het begin van de Lange straat zag men de optocht naderen. Voorop gaat .„de Oranjeboom", gedragen door jongeren uit onze stad en het geheel staat onder leiding van v. d. Es. Met vlaggen en vaandels volgen dan ach ter de muziek verschillende groepen, die de Alkmaarsche jeugd vertegenwoordigen. Wij staan bij het Stadhuis op een ver hooging en kunnen de geheele Langestraat overzien. Het is één menschenzee en een wapperen van vlaggen en vaandels, zoo ver ons oog reikt. En als dan alles is opgesteld, neemt de burgemeester van Alkmaar, jhr. v. Kinschot, het woord, zich met de volgende woorden tot de jongeren van Alkmaar richtende: Jongeren van Alkmaar! Hoe juich ik van harte toe het plan om heden op den 6en September 1938, den dag waarop 40 jaar geleden Hare Majesteit, onze geëerbiedigde vorstin te Amsterdam als Koningin der Nederlanden werd inge huldigd, ook door de Nederlandsche jonge ren speciaal een hulde aan haar te doen brengen! De Jongeren van Nederland, van hoe verschillende richting en beginselen, zijn eensgezind in hun eerbied en aanhanke lijkheid voor koningin Wilhelmina, die ons in plichtsgetrouwheid en liefde zoo lang voor ging. In de indrukwekkende radiorede, welke de koningin op 31 Augustus j.1. heeft ge houden, werden ulke treffende woorden gericht tot de jongeren in Nederland en Overzeesche Gewesten, waaruit zoo duide lijk bleken de groote belangstelling en de warme toewijding, welke onze Lands- moeder voor het jongere geslacht in Haar Rijk bezielen. Met hoeveel aandacht heeft Zij de laatste jaren de ontwikkeling van de Nederlandsche jeugd gevolgd en hoe dankbaar kunnen de jongeren thans zijn bij het hooren van de koninklijke woorden welke getuigen van de gerustheid in de toekomst, nu Zij zoo menigmaal de bereid willigheid, den ernst en de geestdrift van het jongere geslacht van de hem wachten de taak heeft aanschouwd. De Jongeren in Nederland, zij zijn op dit oogenblik de toekomst van ons volk. Het erfdeel, dat wij destijds van onze eigen ouders hebben overgenomen, zal wederom op den voorbeschikten tijd aan hen moeten worden overgedragen en met Gods hulp moeten worden bestuurd. Een ruim ar beidsveld op zoo verschillend gebied ligt voor hen open en daaraan kunnen de jon geren hun beste krachten met volle toe wijding geven. Moge dan ook prnses Juliana het voor beeld van Hare Koninklijke Moeder volgen en op gelijke wijze dit jongere geslacht op Haar beurt tot zegen zijn! Het spreekt wel van zelf, dat ook de Alkmaarsche jongeren niet achter blijven bij het deelnemen aan deze grootsche jeugdhulde op den bekenden Kroningsdag en hiervoor betuig ik hun mijn oprechten dank. Dank zij de voortreffelijke leiding van het opgerichte Alkmaarsche jeugd hulde comité staat gij thans allen opgesteld in afwachting van het oogenblik, waarop ik als burgemeester van Alkmaar aan een deputatie uit uw midden de gemeentevlag zal toevertrouwen, welke deze zal over brengen naar Amsterdam, teneinde aldaar met de vlaggen van alle gemeenten in Nederland voor het Paleis op den Dam de hulde en aanhankelijkheid van de Neder landsche Jeugd aan Hare Majesteit de Koningin te vertolken. Alvorens tot deze overreiking over te gaan breng ik een woord van hartelijken dank aan het groote gemengd koor en orkest, en speciaal aan hun voortreffely- ken dirigent, den heer Joh. Kuiper, voor hun medewerking om deze plechtigheid met het zingen van liederen op te luisteren. En thans is het moment gekomen, waar op ik de gemeentevlag zal overdragen en ik verzoek den vaandeldrager naar voren te komen. Onmiddellijk hierna zette de muziek het Wilhelmus- in, dat door allen werd meege zongen, waarna de burgemeester het sein gaf van een driewerf hoera voor de konin gin. Daarna begaf de lange stoet van 1500 Alkmaarsche jongeren zich op marsch naar het Sportpark, na eerst nog gedefileerd te hebben voor de autoriteiten, waarbij de vaandeldragers den vandelgroet brachten. De vlag was intusschen reeds per auto weggebracht naar Amsterdam, terwijl het koor zich weer opstelde en het Te Deum zong, dat onder ademlooze stilte werd be luisterd. En precies op tyd, half drie, was de plech tigheid geëindigd en begaven allen zich naar het Sportpark, waar het bloemencorso zou worden gehouden. (Ongecorrigeerd). Naar Amsterdam. Voor het défilé op den Dam, waaraan vertegenwoordigers uit alle gemeenten zullen deelnemen, kwamen vanmorgen tegen 12 uur de eerste deelnemers uit den kop van Noordholland aan het station aan. Het was de deputatie uit Winkel, die den hooibouw zou voorstellen. De dames wa ren in oud-nationaal costuum met oor ijzer en beugeltasch, de heeren in gewoon werkpak, klaar om de meegenomen hooi- hark en -vork te hanteeren. Later kwamen ook groepen uit andere dorpen ten noorden van Alkmaar. De Langedijker gemeenten kwamen als één groep, den tuinbouw vertegenwoordi gende, de mannelijke deelnemers in de bekende kielen, de dames in Noordhol- landsch boerenvrouwen-costuum. Uit Egmond-Binnen waren er een paar lieve „Kennemer bloemenmeisjes" met oranje- bloemen in een mand, waaraan rood-wit- blauwe linten. Egmond aan Zee werd ver tegenwoordigd door een paar mannen van de reddingsbrigade in oliejassen enz. Van Wieringen kwam een groep dames en heeren, gekleed in het oude plaatselijke costuum. En zoo waren er uit nog meer plaatsen afgezanten. En Alkmaar? Onder hoofdleiding van de heeren mr. Veendorp en Langendyk kwamen er 17 kaasdragers van de vier veemen, begeleid door den kaasvader, den heer Lutjeharms. De burgemeester en mevr. van Kinschot waren op het perron aanwezig ten afscheid en wuifden harte lijk, toen de extra-trein om 12.22 naar Amsterdam stoomde. TELEGRAMMEN AAN H.M. DE KONINGIN. Het Gemeentebestuur heeft heden aan H.M. de koningin het volgende telegram ge zonden: Gemeentebestuur van Alkmaar wenscht Uwe Majesteit eerbiedig geluk met veertig jarig Regeeringsjubileum. Met erkentelijk heid de aloude banden gedenkend tusschen Oranje en de stad en zich gesteund wetend door de in de bevolking levende gevoelens, geeft Gemeentebestuur uiting aan de hoop, dat Uwe Majesteit onder Gods zegen ook in de toekomst tot vervulling van Haar Hooge Waardigheid moge worden gesterkt, tot in lengte van jaren. Gemeentebestuur Alkmaar, VAN KINSCHOT, Burgemeester. KOELMA, Secretaris. Door het Oranje-Comité werd het volgen de telegram gezonden: Het Oranje-Comité te Alkmaar feestelijk en dankbaar herdenkend het 40 jarig Regee- rings Jubileum biedt Uwe Majesteit eerbie dig de gelukwenschen der Alkmaarsche be volking aan en betuigt opnieuw zyn trouw en innige verknochtheid aan het Huis van Oranje. F. H. VAN KINSCHOT, Voorzitter. P. TERMAAT, Secretaris. GODSDIENSTIGE BIJEENKOMSTEN IN DE KERKEN. In de Groote Kerk, waar als voorganger optrad ds. C. van Dop, voorzitter van den kerkeraad, was een zeer groot aantal belangstellenden opgekomen. De voor godsdienstoefeningen beschikbare ruimte was zoo goed als geheel gevuld. Onder de aanwezigen bevonden zich ook de burge meester en mevr. van Kinschot, alsmede het volledige college van ouderlingen en diakenen. De voorkant van den preekstoel was gesierd met een gekroonde W en daaromheen hing vlaggedoek gedrapeerd, terwijl ter zijde oranjedoek was aange bracht. De dienst werd opgeluisterd door zang van het herv. kerkkoor (dir. de heer J. F. de Haas) en het vrijz.-herv. zangkoor (dir. de heer Corn. Jonker), welke koren resp. vóór en na de toespraak zongen „Heiligh, Heiligh" (uit „Lucifer" van Vondel), „Va- derlandsch lied" (van dr. N. Beets) en „Wilt heden nu treden" en „Gelukkig Vaderland", beide uit Valerius' Gedenck- klanck). Ds. van Dop hield zijn toespraak naar aanleiding van de woorden uit den brief van Paulus aan de Efeziërs, het vijfde hoofdstuk, vers 20: „dankende altijd over alle dingen God en den Vader in den naam onzes Heeren Jezus Christus." Spr. meende, dat de persoon van de koningin, als nazaat van prins Willem den Zwijger, reden geeft tot dankbaarheid aan God; echter niet alleen om der vaderen wil is dit het geval, maar ook om haarzelf, als geliefde vrouw en vorstin en als christinne. En dan is er reden tot dank baarheid, omdat God het ons gemakkelijk maakte haar te gehoorzamen, omdat zij, ondanks haar jeugd, toen zij den troon be klom, blijk gaf de hooge roeping van haar ambt te voelen, zoodat de toestand voor ons land in de mobilisatiejaren minder ge vaarlijk was dan hij geweest zou zijn, als wy toen een koning hadden gehad. God heeft het haar niet gemakkelijk ge maakt, vooral toen hij haar moeder en haar gemaal van haar wegnam, haar daar mee echter nog temeer leerend, dat de kracht juist van Boven komt. Oranje is door God aan Nederland ge bonden als met banden des bloeds, wat b.v. bleek in 1918, toen na de revolutiepoging een grootsche betooging van hulde en trouw plaats had, waarbij de koningin op haar beurt van aandoening weende. Redenen te over, constateerde spr., om God te danken voor haar bewind geduren de 40 jaren. In het tweede gedeelte zijner toespraak zette ds. van Dop uiteen, dat Nederland God heeft te bidden om onze koningin en haar Huis en ons volk te bewaren vóór en met elkaar. Behalve door den zang der bovenge noemde koren werd de dienst nog afge wisseld door zang van Ps. 75 1 en Ps. 107 16 van de gemeente, terwyl aan het einde van het samen^nzijn gezamenlijk de twee bekende coupletten van het Wilhel mus staande werden gezongen. Dc bijzondere dienst ter synagoge. In de synagoge der Israël, gemeente al hier had Maandagavond 5 dezer een bijzonderen dienst plaats ter gelegenheid van de kerkelijke herdenking van de veertigjarige regeering van H. M koningin Wilhelmina. Een extra programma was hiervoor door de geestelijke autoriteiten voor alle synagogen in het land vastge steld. Deze dienst bestond uit het recitee- ren van psalmen, beurtelings door voor zanger en gemeente en een expres daar voor opgesteld gelegenheids-gebed, het welk met geopende arke werd voorgedra gen, evenals het gebed voor het koninklijk huis. De talrijke bezoekers luisterden staande, eerbiedig toe. De gelegenheids rede werd uitgesproken door den leeraar, den Jieer A. de Wolff. Deze had als tekst gekozen de zoo juist voorgedragen psalm 21, vers 8: „Want de koning vertrouwt op den Eeuwige, en op de gunst des Aller - hoogsten, daarom wankelt hij niet." Hy deed uitkomen, hoe de gewijde psalmist, koning David, zich zelve uit sprak, het innigste zijner ziel openbaarde, het rotsvaste vertrouwen op God helder deed uitkomen en dit als voorbeeld stelde voor iederen koning. Dan zal rijke beloo ning zijn deel zijn, dan zal een deel der Goddelijke Majesteit hem bestralen en eerbied en liefde van de zijde van zijn volk hem tot in lengte van dagen omringen. Deze psalm van koning David kan vol ledig toegepast worden op de zegenrijke regeering van koningin Wilhelmina. Ook zij voelde zich slechts in staat haar volk te regeeren, indien zij daarbij de hulp en steun had van God. En dezen steun heeft zij in hooge mate gekregen. Haar vertrou wen op God wees haar den weg van recht vaardigheid, waarmede zij gedurende deze 40 jaren haar volk bestuurd heeft. En dit heeft zy ook steeds tegenover ons Israëlie ten in vollen omvang getoond. De gehei ligde traditie der Oranjes heeft zij steeds hoog gehouden. Wij zijn dankbaar voor haar langdurige, zegenrijke regeering en bidden God, dat Hij onze geliefde vorstin tot in lengte van dagen moge blijven steu nen, haar hooge taak voor geheel ons volk te kunnen uitoefenen. Dat God ook aan prinses Juliana, Haar Gemaal en Kind Zijn rijken en milden zegen doe deelachtig worden. Hierr.a wer den weder eenige psalmen gereciteerd, waarmede deze plechtige dienst eindigde. Het kerkbestuur had de synagoge mét oranje doen versieren, terwijl de wetsrollen met feestkleedij getooid waren. CANDIDAAT-INDISCH AMBTENAAR. De minister van koloniën heeft aange wezen als candidaat-Indisch ambtenaar (Indoloog) o. a. de heeren H. F. Wiebols te Alkmaar en J. W. Crefeld te Bergen. EEN NIEUW GEVAL VAN DYSENTERIE IN HEER-HUGOWAARD. In het gezin van den heer Rood aan den Jan Glijnisweg te Heerhugowaard heeft zich een geval van dysenterie voorge daan. Het zevenjarig zoontje is naar de ba rakken te Alkmaar overgebracht. (Ongecorrigeerd.) DE BURGEMEESTER VAN ROTTERDAM. Mr. P. Droogleever Fortuyn f Hedenmorgen, terwijl de Maasstad met het geheele land deelde in de feestvreugde om het regeeringsjubi leum van H. M. de koningin, werd plotseling de ontstellende tijding be kend, dat de zoo populaire burgemees ter van Rotterdam, mr. P. Droogleever Fortuyn, na een korte ongesteldheid, die zich in het geheel niet ernstig liet aanzien, hedenmorgen volkomen on verwacht zacht en kalm is overleden. De geheele Rotterdamsche bevolking is diep getroffen door dit plotselinge heen gaan, dat een te tragischer karakter krijgt door de schrille tegenstelling, dat het juist geschiedt, terwijl de stad volop in feest stemming is. Een ongesteldheid, die aanvankelijk niets ernstigs deed vermoeden, noopte hem er toe op 29 Augustus j.1. een kort ziekenverlof te nemen, waarvan hij helaas niet zou terug- keeren. Met leedwezen trok hij zich, naar ieder hoopte slechts voor korten tijd, waarin hy zelfs Rotterdam niet dacht te verlaten, terug op het moment, dat de stad het feest van he regeeringsjubileum zou vieren en moest hij tevens afzien van het ontvangen vn het koninklijk gezin by het bezoek, dat Vrijdag j.1. an Rotterdam werd gebracht, in zijn gemeente.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 3