0 ZÉEPP
E WIND
BLAAST.
ONS INDISCH HOEKJE.
Financieel Overzicht.
o09 *AS E'
2euiMetm
SLECHTS 5 et. PER PAK
„Wie het voorrecht heeft gehad eenigen
tijd te mogen doorbrengen in Minang-
kabau (Midden-Sumatra) zal niet gemak
kelijk dit door de natuur zoo rijk geze
gende plekje vergeten! Tusschen bebosch-
te berghellingen en woeste kloven ziet
men in de vallei de vruchtbare sawahs,
(natte rijstvelden) zich aaneen rijen. Uit
het frissche groen punten hier en daar de
sierlijke minnarets van een moskee op,
omringd door de donkere „horens" der
adatwoningen (groote familiehuizen).
Zelfs van dichtbij behoudt zoo'n kampong
(dorp) nog haar bekoring", lees ik in een
pas geschreven artikel. In plaatwerken,
schoolatlassen, propaganda-geschriftjes
voor toerisme zijn steeds afbeeldingen te
vinden van de merkwaardige huizen,
waarvan er hier een is afgebeeld. De wer
kelijkheid echter is anders! De mooie hui
zen, die zoo goed harmonieerden met de
schitterende natuur, zijn zoo goed als ver
dwenen! Men moet ze tegenwoordig zoe
ken! Regel is thans het huis met het dak
van gegolfd plaatijzer, een voor de tropen
zeer ondoelmatig materiaal. Het huis zelf
is vaak van het gewone Maleische type:
een kist met een dak. Van intimiteit, van
schoonheid geen spoor! (Zie foto).
De oude adathuizen telden eenige tien
tallen bewoners, die uitmonden op een
gemeenschappelijke galerij. Uit sanitair
oogpunt beschouwd (t.b.c.-verspreiding
bijv.) waren ze daarom voor de bewoning
ongeschikt.
J. H. TILLEMA.
Sterke koersdaling voor Ponden ten
opzichte van goud en dollar. Ook
guldens flauw. De politieke toe
stand overheerscht de markten. De
beteekenis van de introductie van
Amerikaansche waarden. Lagere
winst van de Kennecott Copper.
Ciments de Thieu lost guldensleening
af.
De feestviering van Nederland wordt op
de meest ongelukkige wijze doorkruist door
den uiterst gespannen politieken toestand in
het buiteniand. De aspecten van de politiek
wisselen met de minuut en de mogelijkheid
blijft dus steeds bestaan, dat er plotseling
een ontspanning intreedt, die als een defi
nitieven keer kan worden beschouwd. Tot nu
toe had een dergelijke ontspanning evenwel
het karakter van tijdelijke vleugjes van op
timisme, die spoedig weer werden overscha
duwd door bepaalde dreigementen en vrees
voor een algemeen Europeesch conflict. Op
het oogenblik, dat wij dit schrijven wordt de
toestand weer iets gunstiger beoordeeld,
maar van een definitieve ontspanning kan
stellig niet worden gesproken. Het is on-
noodig de gebeurtenissen hier nogmaals de
revue te laten passeeren, daar de dagbladen
hierover regelmatig de meest uitvoerige ver
slagen brengen. Wij beperken ons dan ook
tot de taak de reactie van het politieke
nieuws in het zakenleven te bespreken. De
meest ingrijpende reactie is wel geweest de
plotselinge sterke toeneming van interna
tionale kapitaalverschuiving. Niet ten on
rechte wordt aangenomen, dat bij een even
tueel conflict Engeland en Frankrijk niet af
zijdig kunnen blijven en het ligt voor de
hand, dat de valuta's van deze beide landen
de uitwerking hebben ondervonden van de
vrees voor verwikkelingen. Zeer omvang
rijke kapitalen schijnen uit Engeland naar
Amerika te zijn gevloeid. Fransche saldi zijn
opgevraagd en zijn waarschijnlijk ook naar
Amerika overgebracht, terwijl verder op
nieuw kapitaalafvloeiïng uit Frankrijk viel
waar te nemen. Men is van oordeel, dat het
zelfs zonder een uitbreken van een conflict
voor Engeland uiterst moeilijk zal zijn om
den tegenwoordigen stand van het Pond te
handhaven ten opzichte van goud en dollar.
In geval van oorlog zou de goudprijs in
Londen echter naar het zich laat aanzien
ongetwijfeld sterk stijgen, m.a.w. zou het
Pond een nieuwe ingrijpende koersdaling
ondergaan. De pessimistische beoordeeling
der vooruitzichten van het Pond Sterling zijn
afgezien van het oorlogsgevaar voor een
groot deel ook gegrond op de enorme lasten,
die de bewapening aan het Engelsche budget
oplegt. Daar men van oordeel Is, dat de be
lastingschroef in Engeland reeds tot het
uiterste is aangedraaid, terwijl bovendien
door den achteruitgang van den uitvoer de
betalingsbalans er ook al niet op is ver
beterd, werken deze beide factoren samen
om een druk op het Pond te leggen. Het
Egalisatiefonds heeft belangrijke bedragen
aan goud afgegeven, maar toch heeft het niet
alles in het werk gesteld om de oude ver
houding tot den dollar te herstellen. Daar
uit zou men mogen afleiden, dat op het punt
der onderlinge verhouding der valuta's geen
dwingende afspraak tusschen de betrokken
landen bestaat. Door de groote kapitaalver
schuiving is de toestand op valutagebied
thans weer onzekerder geworden dan ooit
tevoren. Van zelfsprekend wordt ook ons
land in dezen maalstroom betrokken.
Het staat buiten discussie, dat de koers
ontwikkeling van het Pond voor ons land
van onnoemelijk meer beteekenis is dan van
den dollar, althans uit een handelsoogpunt.
De dollar daarentegen is van meer belang
wegens het omvangrijke Nederlandsche be
zit aan Amerikaansche fondsen. Het ligt
voor de hand, dat de betrokken autoriteiten
uit een economisch oogpunt een sterke af
wijking van den stand van den gulden van
die van het Pond Sterling als ongewenscht
beschouwen. Er is toch al steeds een neiging
geweest bij de instanties, die de operaties
van het Egalisatiefonds regelen om koers
stijgingen van den gulden tegen te gaan,
doch daarentegen een neiging tot koers
daling bij den gulden niet al te krachtig te
keeren. Zoo is het ook thans weder geweest.
Uit den weekstaat der Nederlandsche Bank
is niet gebleken, dat er belangrijke bedragen
aan goud zijn afgestaan. Natuurlijk heeft het
Egalisatiefonds in haar eigen voorraad goud
en wissels een zekere reserve om te operee-
ren, maar op de markt heeft men van groote
afgiften niets bespeurd. De goudprijs te
onzent is dan ook geleidelijk gestegen. Het
resultaat is geweest, dat de Pondenkoers te
onzent ondanks de druk, die dit devies in
ternationaal ondervindt, weinig is gedaald.
Dit is althans een voordeel voor de houders
van Sterlingwaarden. De dollar daarentegen
is in koers gestegen.
Onnoodig te zeggen, dat de kapitaalbewe
gingen geenszins beteekenen, dat men de in-
trensieke waarde van den dollar zoo gunstig
beoordeelt en de vlucht van kapitaal naar
Amerika uitsluitend een gevolg van de om
standigheid, dat dit land in geval van oorlog
het minste gevaar oplevert. In financieel
opzicht is de toestand in Amerika allesbe
halve fraai en deze zal niet beter worden nu
het credietsysteem voor den landbouw weder
in werking moet worden gesteld, teneinde
een al te sterke achteruitgang van de koop
kracht der landbouwbevolking, zulks in ver
band met de gedaalde prijzen, o.a. van ka
toen, zoo veel mogelijk op te heffen. On
danks deze pogingen zal er zeker weder een
zekere disharmonie ontstaan tusschen de
prijzen van landbouw- en industrieele pro
ducten en uit dit oogpunt wordt dit opti
misme ten aanzien van de industrieele pro
ductie weer eenigszins geremd.
Er is nog een andere oorzaak, waardoor de
vooruitgang, die den laatsten tijd op ver
schillende gebieden valt waar te nemen, in
het bijzonder in de automobiel- en de staal-
nijverheid min of meer wordt overschaduwd.
Wij bedoelen de loonkwestie bij de spoor
wegen. De financieele toestand bij deze
maatschappijen is uiterst slecht, een reden
waarom een maatschappij zooals de Balti-
more and Ohio tot reorganisatie zal moeten
overgaan. Begrijpelijk trachten de spoorwegen
het verbroken evenwicht althans eeniger-
mate te herstellen met het doorvoeren van
een loonsverlaging van 15 D.w.z. het
plan daartoe is kenbaar gemaakt, maar zoo
als het gewoonlijk gaat met een dergelijk
strijdpunt, hebben de arbeiders zich onmid
dellijk te weer gesteld en het ziet er dan ook
niet naar uit, dat het mogelijk zal zijn een
verlaging althans van dezen omvang in
praktijk te brengen. Een voordeel is tot op
zekere hoogte, dat er nog altijd een schrille
tegenstelling bestaat tusschen de communis
tisch getinte C.I.O. en de American Federa-
tion of Labour. De invloed van de C.I.O. is
er de laatste maanden niet op verbeterd,
hetgeen men o.a. meent te mogen afleiden
uit den uitslag van de verkiezingen in de
afzonderlijke staten, waar de C.I.O. afge
vaardigden, o.a. in Detroit Seattle en Penn-
sylvania een nederlaag hebben geleden. De
spoorwegarbeiders staan echter geheel bui
ten de tegenstelling tusschen de beide arbei
dersgroepen en het zal dus niet zoo gemak
kelijk zijn een basis te vinden, die door de
maatschappijen en door de werknemers als
aanvaardbaar zal worden beschouwd.
Naar men weet, is het belang van het Ne
derlandsche publiek bij Amerikaansche
spoorwegwaarden zeer groot. De inkomsten,
die uit dit bezit worden getrokken zijn ech
ter buiten eenige verhouding tot den om
vang van de kapitalen, die oorspronkelijk in
deze beleggingen zijn vastgesteld. Het zou
ons dan ook niet verwonderen, indien er via
de Amerikaansche arbitragehuizen geleide
lijk weer spoorwegaandeelen naar Amerika
zijn verhuisd, maar van een groote omvang
rijke verkoopbeweging kan toch niet wor
den gesproken, omdat de New Yorksche ka
pitaalmarkt thans te klein is om een derge
lijk aanbod op te nemen.
Toch ligt aan de talrijke introductie van
Amerikaansche industrieele en andere aan-
deelen hier ten beurze ongetwijfeld de ge
dachte ten grondslag, dat tegenover het niet
rendabel geworden bezit der Amerikaansche
spoorwegen andere fondsen dienen te wor
den gesteld, die een betere toekomst beloven
en dus ook een ruimere dividend opbrengen.
Het valt niet te ontkennen, dat sommige
takken van industrie door veranderingen in
de structuur van het bedrijfsleven achteruit
kunnen gaan en dat het dan wenschelijk is
om tot een omzetting te geraken. De spoor
wegen kunnen stellig worden gerekend tot
de categorie ondernemingen, die een weinig
belovende toekomst tegemoet gaan.
De sterke concurrentie van het autover
keer plaatst de maatschappijen voor een
probleem, waarop wij reeds verscheidene
malen de aandacht hebben gevestigd, een
probleem, waarvoor wel geen bevredigende
oplossing zal kunnen worden gevonden.
De gang van zaken in de Amerikaansche
staalindustrie ontwikkelt zich tamelijk be
vredigend, maar deze factor wordt evenals
de meerdere levendigheid in de automobiel
industrie thans overschaduwd door de be
richten uit Europa. De New-Yorksche beurs
heeft in de afgeloopen week dan ook voort
durend een ongeanimeerd en tamelijk ge
drukt voorkomen gehad. De omzetten ble
ven daarbij evenals ten onzent uiterst be
perkt, een verschijnsel, dat gewoonlijk ge
paard gaat met een gedrukte stemming. Het
komt ons voor, dat zelfs indien de politieke
toestand in de naaste toekomst mocht ver
beteren, de ontwikkeling van het Amerikaan
sche bedrijfsleven voorloopig toch zoo onre
gelmatig zal zijn, dat men bij eventueele or
ders in Amerikaansche fondsen toch een
scherpe selectie zal moeten toepassen wat
betreft de keuze; afgezien van de spoorwe
gen, waarover wy reeds schreven zijn er
nog verschillende maatschappijen waar de
gang van zaken nog uiterst onbevredigend
is. Men zal ook scherp moeten letten op de
prijsbewegingen van grondstoffen, omdat
een stijging daarvan als een essentieele
voorwaarde mag worden beschouwd voor
een verbetering der situatie van bepaalde
ondernemingen. Dit geldt bijv. ook voor de
Kennecott Copper, die natuurlijk in sterke
mate afhankelijk is van de ontwikkeling van
den koperprijs. Uit den aard der zaak zijn
de financieele resultaten van ondernemin
gen als de Kennecott in het eerste halfjaar
1938 uiterst onbevredigend geweest. De net
towinst bedroeg n.1. 823 millioen tegen
2675 millioen, uitkomende op 76 cents
tegen v.j. 2.47 per aandeel. In het' derde
kwartaal verwacht men echter betere resul
taten en in dat geval zal het dividend, dat
thans wordt uitgekeerd op basis van 1 per
jaar stellig ruimschoots worden verdiend.
Voor de fondsenhouders zyn het zeker
moeilijke tijden. Immers aan den eenen kant
worden de risico's ook al door het voortdu
rend dreigende oorlogsgevaar grooter, aan
den anderen kant wordt de rente op de
goudgerande obligaties geringer. Bij conver
sies hebben velen dan ook gebruik gemaakt
van de gelegenheid om het bezit aan buiten-
landsche obligaties te vergrooten. Voor zoo
ver men Belgische en Fransche guldensobli
gaties heeft gekocht, heeft zulks tot nu toe
op enkele uitzonderingen na geen groote te
leurstellingen gebracht. Er blijft een zeker
vertrouwen bestaan, dat Frankrijk ondanks
den slechten financieelen toestand zijn ver
plichtingen tegenover het buitenland zal
blijven nakomen, terwijl wat België betreft
sommige industrieën, die hier obligaties heb
ben uitstaan, in een iets betere positie zijn
gekomen. Bezitters, die in 1935 nog 7 pCt.
obligaties Ciments de Thieu hebben gekocht
voor ongeveer 60 pCt. hebben daarmede een
goede zaak gedaan, omdat dezer dagen werd
aangekondigd, dat deze 7 pCt. guldenslee
ning op 2 Januari 1939 a pari zal worden af
gelost. De beurskoers had trouwens het
vroeger bestaande disagio reeds geheel inge
haald, zoodat de houders naast een hooge
rente, tevens een belangrijken kapitaalaan-
was hadden te boeken.
Onder de tegenwoordige omstandigheden
blijkt er overigens bij het publiek nog altijd
een neiging te bestaan om vrijgekomen mid
delen voorloopig vlottend te houden. Wij
denken hierbij niet direct aan omzetting in
goud, een verschijnsel, dat zich ook te on
zent, zij het op bescheiden schaal o^k wel
heeft voorgedaan. Men meent echter, dat
door het vlottend houden van middelen ka
pitalen gemakkelijker naar het buitenland
kunnen worden overgebracht en dat men in
ieder geval bespaard blijft voor de risico's
die de fondsenmarkt in geval van oorlog zou
meebrengen. Zij die zich door dezen gedach-
tengang laten leiden, vergeten echter maar
al te dikijls, dat ook het bezit van contante
middelen zorgen en risico's met zich brengt,
nog afgezien van het feit, dat men de op
brengst van het kapitaal voor onbepaalden
tijd moet missen. Met dit al geeft de toe
stand van de fondsenmarkt geen directe
aanleiding tot optimisme en vele banken en
commissiehuizen onthouden zich dan ook
van het geven van positieve adviezen voor
aankoop van bepaalde fondsen. Ook al on
der den invloed van de nationale feesten
zijn de omzetten ter beurze tot een minimum
ingekrompen. De rubberprys wordt welis
waar op zich zelf niet onbevredigend geacht,
maar men overweegt toch terdege, dat by
de thans bestaande drastische beperking de
rentabiliteit der ondernemingen uiterst ge
ring is. Daardoor zijn de dividendvooruit-
zichten voor het loopende jaar niet hoogge
spannen. Men vertrouwt in rubberkringen,
dat het Internationale Rubber Comité in zyn
volgende vergadering niet zal besluiten om
voor het vierde kwartaal verandering te
brengen in het thans bestaande percentage.
Mocht dit toch het geval zijn, dan zou, aldus
verwacht men een vrij sterke stijging van
de voorraden intreden, waardoor de toch al
niet bijster gunstige statistische positie ver
der zou achteruitgaan.
In de scheepvaartafdeeling zyn de omzet
ten den laatsten tyd tot een minimum be
perkt gebleven. Eensdeels is de bedrijvig
heid veel geringer geworden en is het aan
bod van vracht lang niet meer zoo groot als
een jaar geleden, maar bovendien zyn de
vrachten, ook by de lynbedryven algemeen
verlaagd. Men is hiertoe wel gedwongen
teneinde tegemoet te komen aan de wenschen
van exporteurs voor wie de winstmarge is
ingekrompen, terwijl de lage prysstand van
de goederen voor de productielanden een
aanzienlijken achteruitgang van de inkom
sten beteekent.
Ook voor petroleumwaarden blijft de be-
D
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelsch door J. van P
33)
En hij was beu van de vreeselijke hui
zen, de paardeharen meubels met de anti-
macassars. Hemel! en zij vonden zich
zelf rein... Hij wenschte de properheid
van de Syrische binnenplaatsDe klod
ders op de Britsche muren, sentimenteele
St. Bernhards honden en karrepaarden met
kalfsoogen maakten hem aan het lachen,
als hij dacht aan de fijnheid van kleur en
lijn in vreemde Perzische kleeden
En hij was beu van Britsche vrouwen,
met haar knokelige handen en breede uit-
geloopen voeten, haar abominabele kleeding
ook, een queue, een broche en een hoepel
rok haar laag-bij-de-grondsche conven
ties, preutsch, bijna obsceen, 't natuurlijke
ontwijkend in woord, daad of gedachte
Hij wenschte zich Fenzile, met haar oogen,
vert de mer, haar rond kinderlijk gelaat,
haar smalle handen met de oranjegetinte na
gels, haar zijden broek, haar kleine muilen
van zilver en blauwhaar zachte armen,
haar achterover gebogen hoofd, haar ge
sloten oogledenEn de fontein, die tin
telde in den zwoelen Syrischen nacht, ter
wijl ver weg een Arabisch zanger een lied
van Lyla Khanim galmde:
„Beni ser-mest u hayran eyleyen el yar;
janim dir De wereld is een gevangenis
en mijn hart is gewond Mijn tranen zijn
als de fontein in den wijngaard, o, gij af
wezige
En hier was de Beiroet weer; hier de
besneeuwde rug van den Libanon, hier de
reede, bezaaid met schepen, hier de moer-
beienboschjes. Hier de flonkerende, saphier-
kleurige zee, hier de grasvlakten, bezaaid
met klaprozen, hier de kalme pijnboomen-
weg naar Damascus, hier de wouden, ryk
met ceders. Hier de kronkelende onbere
kenbare straten, hier zyn eigen rustig huis,
met de binnenplaats en de fontein. Hier het
gezoem van de bazars, hier het haha van de
ezeljongens, hier de grommende kameelen.
Hier twee negerdienstmeiden, helder en
handig. Hier kleur en vrede en hartstocht.
Hier Fenzile
En die vervloekte worstelaar van Aleppo
moest dit alles «komen bederven.
VI.
Het kwam hem voor, dat hij nu, op zijn
vijfendertigste jaar, eerst het levensgeheim
had ontdekt. Nu eerst waren zijn keuze en
zijn lot tezamen gekomen om deze perfecte
verhouding van het leven te vormen. Hij
hield van zijn werk: de bark Queen Maeve,
met haar mooie zeilen als van een wed-
strydjacht, haar blank dek, haar glimmend
koperwerk; het vervoeren van benoodigd-
heden van Engeland naar Syrië naar het
rauwe, alledaagsche Engeland van ladingen
vol schoonheid als die van de koningin van
Scheba kameelen die specerijen droegen
en veel goud en edelsteenen. En dan de
groote oude stad, waar hij woonde; zelfs
Damascus, de trots der wereld, overtrof
haar niet in schoonheid. Voor den massalen
Libanon, wit van sneeuw, lag de stad, een
warreling van roode daken en groen ge
boomte, het blauwe water, de kransen van
acacia's, de rozen, de wilgentakken
schoonheid, schoonheid! De Arabische her
ders in abbas van donker bronsgroen, de
zwarte, Grieksche vrouwen, die waterpij
pen rookten en gratievol sorbets dronken,
rose, geel en wit. De roep van den ezel
jongen en de roep van den kameeldrijver
en de roep van den muezzin van de mos
kee. De vreemde begroetingen, als hy door
de straten ging: Naharkum Sayied! Moge
uw dag gezegend zijn! Naharaka abyad!
Moge uw dag helder zyn! Allah jahtikum el
afijeh! God geve u gezondheid! Zij wer
den uitgegalmd als het refrein van een lied.
Schoonheid, warreling en flikkering van
kleuren!
Toch waren hier lijn en massieve ver
houding de tintelende bronsgroene stad
was het schouwtooneel geweest van groote
optrekkende horden; de Phoeniciërs had
den haar gebouwd, de wortel van het leven,
de voedstermoeder van steden, de oermoe-
der der wereld, hadden zij haar genoemd
en de Phoeniciërs eenmaal verdrongen
zynde, kwamen de slanke, sluwe Egyptena-
ren. En daarna de massieve, zwarte Assy-
riërs en nu was de herinnering aan hen
vergeten, ook hun liefde en hun haat en
hun afgunst waren nu vergaan. En toen
kwam de tred van de Romeinsche legioenen,
de mannen van Agrippa en zij behielden de
stad eeuwenlang. Justinianus had een van
zijn rechtscolleges hier, totdat de aarde
beefde en de geleerden verspreid werden;
en toen hielden de Saracenen de stad 'tot
Boudewijn, broeder van Godfried van
Bouillon, met gemaliede kruisvaarders bin
nen stormde. Boudewijn, overweldigd door
de schoonheid van het land, nam een hei-
densche koningin tot zich en toen kwam
de occulte overheersching van de Drusen.
En daarna de Turk.
En Sint Joris had hier den draak gedood,
volgens het verhaal van den ouden monnik.
Shane Campbell werd nooit moede naai
de opschriften te kijken op de groote klip
pen langs de Rivier van den Hond de
vreemde schoonheid van dien naam! Hij
was als de plaatsnamen in zyn geboorte
land, Ulster: Athbo, de voorde der koeien,
Sraidcuacha, de laan der koekoeken na
men harmonieerden als de trillingen van
een stemvork en de lieve vreemde har
monie ervan vervulde zijn hart, zoodat hij
de onweerstaanbare charme van den Li
banon kon begrijpen, den hoogen, klaren
toon als een vogellied. Hier waren de zon
en de droomen van machtige dingen en de
voelbare schoonheid van God. Hier was
natuurlijke schoonheid, om op te rapen als
een goudklomp, die niet behoefde te wor
den opgedolven in moeilijke uren van
kwelling en nood.
Hoog, klaar, aangehouden, bleef de toon;
dan rezen de maan en de groote sterren als
loovers; de slanke acacia's neurieden de
pijnboomen sh-sh-sh'ten. Het brouhaha van
de café's was als een voorbedacht contra
punt. Overal was harmonie en schoonheid.
En er zou geen inzinking komen; het zou
blijven! Er zouden geen geesten komen, zij
waren uitgedreven, want nu was Fenzile
er! Hoe begrijpelijk was alles! Het moest
onder een maan als deze geweest zijn, on
der deze Syrische sterren, bij het hsh-hsh-
hsh van den pijnboom en het geruisch van
wilgentakken, dat Salomo, de koning, zyn
liefdelied zong. En het moet gezongen zyn
voor iemand, wier lichaam blank was als
dat van Fenzile, voor oogen, even smaragd
groen, voor fluweelige lippen, voor slanke
handen met oranjegetinte nagels; de Sula-
mite was zeker niet schooner geweest dan
Fenzile, de dochter van Hamadj, Emir der
Drusen!
VIL
Waarin hy vroeger met vrouwen gefaald
had, dat was door haar te veroorloven
gestelijk belangrijk te worden; zyn moeder
was belangrijk geweest, hy had geleden
onder het gevoel van haar gebrek aan hart
voor hem; zijn vrouw was belangrijk ge
weest, zy hadden het leven tezamen niet
begrepen, hadden niet getracht het te be
grijpen zy waren zoo jong. En Claire-
Anne was naar den geest belangrijk voor
hem geworden, zoodat de hel zich opende,
toen zy was heengegaan. Als hy zyn moe
der als oorzakelijk had beschouwd en op
zyn ooms had gesteund, zou alles goed zijn
gegaan; als hij bemerkt had en hy had
bemerkt, hoewel hij nieit wist hoe te hande
len dat zijn vrouw en hij nimmer zou
den overeenstemmen, zou het geen lidtee-
ken op zijn jeugd geweest zyn. Als hij bij
voorbeeld naar Alan Donn was gegaan en
gezegd had: „Oom Alan, ik ben bang, dat
er een fout gemaakt is, wat zullen wy nu
doen met dit meisje uit Louth?", dan zou
Alan gezegd hebben: „Ik wist het wel, dat
je een verduivelde jonge dwaas was, ach
kom, ga aan boord ordq maken". En Alan
zou haar en haar moeder zonder genade
hebben opzij geschoven. En er zou geen
lidteeken op zyn jeugd geweest zyn.
(Wordt vervolgd)