0 ZÉEPP E WIND BLAAST. ONS INDISCH HOEKJE. Financieel Overzicht. o09 *AS E' 2euiMetm SLECHTS 5 et. PER PAK „Wie het voorrecht heeft gehad eenigen tijd te mogen doorbrengen in Minang- kabau (Midden-Sumatra) zal niet gemak kelijk dit door de natuur zoo rijk geze gende plekje vergeten! Tusschen bebosch- te berghellingen en woeste kloven ziet men in de vallei de vruchtbare sawahs, (natte rijstvelden) zich aaneen rijen. Uit het frissche groen punten hier en daar de sierlijke minnarets van een moskee op, omringd door de donkere „horens" der adatwoningen (groote familiehuizen). Zelfs van dichtbij behoudt zoo'n kampong (dorp) nog haar bekoring", lees ik in een pas geschreven artikel. In plaatwerken, schoolatlassen, propaganda-geschriftjes voor toerisme zijn steeds afbeeldingen te vinden van de merkwaardige huizen, waarvan er hier een is afgebeeld. De wer kelijkheid echter is anders! De mooie hui zen, die zoo goed harmonieerden met de schitterende natuur, zijn zoo goed als ver dwenen! Men moet ze tegenwoordig zoe ken! Regel is thans het huis met het dak van gegolfd plaatijzer, een voor de tropen zeer ondoelmatig materiaal. Het huis zelf is vaak van het gewone Maleische type: een kist met een dak. Van intimiteit, van schoonheid geen spoor! (Zie foto). De oude adathuizen telden eenige tien tallen bewoners, die uitmonden op een gemeenschappelijke galerij. Uit sanitair oogpunt beschouwd (t.b.c.-verspreiding bijv.) waren ze daarom voor de bewoning ongeschikt. J. H. TILLEMA. Sterke koersdaling voor Ponden ten opzichte van goud en dollar. Ook guldens flauw. De politieke toe stand overheerscht de markten. De beteekenis van de introductie van Amerikaansche waarden. Lagere winst van de Kennecott Copper. Ciments de Thieu lost guldensleening af. De feestviering van Nederland wordt op de meest ongelukkige wijze doorkruist door den uiterst gespannen politieken toestand in het buiteniand. De aspecten van de politiek wisselen met de minuut en de mogelijkheid blijft dus steeds bestaan, dat er plotseling een ontspanning intreedt, die als een defi nitieven keer kan worden beschouwd. Tot nu toe had een dergelijke ontspanning evenwel het karakter van tijdelijke vleugjes van op timisme, die spoedig weer werden overscha duwd door bepaalde dreigementen en vrees voor een algemeen Europeesch conflict. Op het oogenblik, dat wij dit schrijven wordt de toestand weer iets gunstiger beoordeeld, maar van een definitieve ontspanning kan stellig niet worden gesproken. Het is on- noodig de gebeurtenissen hier nogmaals de revue te laten passeeren, daar de dagbladen hierover regelmatig de meest uitvoerige ver slagen brengen. Wij beperken ons dan ook tot de taak de reactie van het politieke nieuws in het zakenleven te bespreken. De meest ingrijpende reactie is wel geweest de plotselinge sterke toeneming van interna tionale kapitaalverschuiving. Niet ten on rechte wordt aangenomen, dat bij een even tueel conflict Engeland en Frankrijk niet af zijdig kunnen blijven en het ligt voor de hand, dat de valuta's van deze beide landen de uitwerking hebben ondervonden van de vrees voor verwikkelingen. Zeer omvang rijke kapitalen schijnen uit Engeland naar Amerika te zijn gevloeid. Fransche saldi zijn opgevraagd en zijn waarschijnlijk ook naar Amerika overgebracht, terwijl verder op nieuw kapitaalafvloeiïng uit Frankrijk viel waar te nemen. Men is van oordeel, dat het zelfs zonder een uitbreken van een conflict voor Engeland uiterst moeilijk zal zijn om den tegenwoordigen stand van het Pond te handhaven ten opzichte van goud en dollar. In geval van oorlog zou de goudprijs in Londen echter naar het zich laat aanzien ongetwijfeld sterk stijgen, m.a.w. zou het Pond een nieuwe ingrijpende koersdaling ondergaan. De pessimistische beoordeeling der vooruitzichten van het Pond Sterling zijn afgezien van het oorlogsgevaar voor een groot deel ook gegrond op de enorme lasten, die de bewapening aan het Engelsche budget oplegt. Daar men van oordeel Is, dat de be lastingschroef in Engeland reeds tot het uiterste is aangedraaid, terwijl bovendien door den achteruitgang van den uitvoer de betalingsbalans er ook al niet op is ver beterd, werken deze beide factoren samen om een druk op het Pond te leggen. Het Egalisatiefonds heeft belangrijke bedragen aan goud afgegeven, maar toch heeft het niet alles in het werk gesteld om de oude ver houding tot den dollar te herstellen. Daar uit zou men mogen afleiden, dat op het punt der onderlinge verhouding der valuta's geen dwingende afspraak tusschen de betrokken landen bestaat. Door de groote kapitaalver schuiving is de toestand op valutagebied thans weer onzekerder geworden dan ooit tevoren. Van zelfsprekend wordt ook ons land in dezen maalstroom betrokken. Het staat buiten discussie, dat de koers ontwikkeling van het Pond voor ons land van onnoemelijk meer beteekenis is dan van den dollar, althans uit een handelsoogpunt. De dollar daarentegen is van meer belang wegens het omvangrijke Nederlandsche be zit aan Amerikaansche fondsen. Het ligt voor de hand, dat de betrokken autoriteiten uit een economisch oogpunt een sterke af wijking van den stand van den gulden van die van het Pond Sterling als ongewenscht beschouwen. Er is toch al steeds een neiging geweest bij de instanties, die de operaties van het Egalisatiefonds regelen om koers stijgingen van den gulden tegen te gaan, doch daarentegen een neiging tot koers daling bij den gulden niet al te krachtig te keeren. Zoo is het ook thans weder geweest. Uit den weekstaat der Nederlandsche Bank is niet gebleken, dat er belangrijke bedragen aan goud zijn afgestaan. Natuurlijk heeft het Egalisatiefonds in haar eigen voorraad goud en wissels een zekere reserve om te operee- ren, maar op de markt heeft men van groote afgiften niets bespeurd. De goudprijs te onzent is dan ook geleidelijk gestegen. Het resultaat is geweest, dat de Pondenkoers te onzent ondanks de druk, die dit devies in ternationaal ondervindt, weinig is gedaald. Dit is althans een voordeel voor de houders van Sterlingwaarden. De dollar daarentegen is in koers gestegen. Onnoodig te zeggen, dat de kapitaalbewe gingen geenszins beteekenen, dat men de in- trensieke waarde van den dollar zoo gunstig beoordeelt en de vlucht van kapitaal naar Amerika uitsluitend een gevolg van de om standigheid, dat dit land in geval van oorlog het minste gevaar oplevert. In financieel opzicht is de toestand in Amerika allesbe halve fraai en deze zal niet beter worden nu het credietsysteem voor den landbouw weder in werking moet worden gesteld, teneinde een al te sterke achteruitgang van de koop kracht der landbouwbevolking, zulks in ver band met de gedaalde prijzen, o.a. van ka toen, zoo veel mogelijk op te heffen. On danks deze pogingen zal er zeker weder een zekere disharmonie ontstaan tusschen de prijzen van landbouw- en industrieele pro ducten en uit dit oogpunt wordt dit opti misme ten aanzien van de industrieele pro ductie weer eenigszins geremd. Er is nog een andere oorzaak, waardoor de vooruitgang, die den laatsten tijd op ver schillende gebieden valt waar te nemen, in het bijzonder in de automobiel- en de staal- nijverheid min of meer wordt overschaduwd. Wij bedoelen de loonkwestie bij de spoor wegen. De financieele toestand bij deze maatschappijen is uiterst slecht, een reden waarom een maatschappij zooals de Balti- more and Ohio tot reorganisatie zal moeten overgaan. Begrijpelijk trachten de spoorwegen het verbroken evenwicht althans eeniger- mate te herstellen met het doorvoeren van een loonsverlaging van 15 D.w.z. het plan daartoe is kenbaar gemaakt, maar zoo als het gewoonlijk gaat met een dergelijk strijdpunt, hebben de arbeiders zich onmid dellijk te weer gesteld en het ziet er dan ook niet naar uit, dat het mogelijk zal zijn een verlaging althans van dezen omvang in praktijk te brengen. Een voordeel is tot op zekere hoogte, dat er nog altijd een schrille tegenstelling bestaat tusschen de communis tisch getinte C.I.O. en de American Federa- tion of Labour. De invloed van de C.I.O. is er de laatste maanden niet op verbeterd, hetgeen men o.a. meent te mogen afleiden uit den uitslag van de verkiezingen in de afzonderlijke staten, waar de C.I.O. afge vaardigden, o.a. in Detroit Seattle en Penn- sylvania een nederlaag hebben geleden. De spoorwegarbeiders staan echter geheel bui ten de tegenstelling tusschen de beide arbei dersgroepen en het zal dus niet zoo gemak kelijk zijn een basis te vinden, die door de maatschappijen en door de werknemers als aanvaardbaar zal worden beschouwd. Naar men weet, is het belang van het Ne derlandsche publiek bij Amerikaansche spoorwegwaarden zeer groot. De inkomsten, die uit dit bezit worden getrokken zijn ech ter buiten eenige verhouding tot den om vang van de kapitalen, die oorspronkelijk in deze beleggingen zijn vastgesteld. Het zou ons dan ook niet verwonderen, indien er via de Amerikaansche arbitragehuizen geleide lijk weer spoorwegaandeelen naar Amerika zijn verhuisd, maar van een groote omvang rijke verkoopbeweging kan toch niet wor den gesproken, omdat de New Yorksche ka pitaalmarkt thans te klein is om een derge lijk aanbod op te nemen. Toch ligt aan de talrijke introductie van Amerikaansche industrieele en andere aan- deelen hier ten beurze ongetwijfeld de ge dachte ten grondslag, dat tegenover het niet rendabel geworden bezit der Amerikaansche spoorwegen andere fondsen dienen te wor den gesteld, die een betere toekomst beloven en dus ook een ruimere dividend opbrengen. Het valt niet te ontkennen, dat sommige takken van industrie door veranderingen in de structuur van het bedrijfsleven achteruit kunnen gaan en dat het dan wenschelijk is om tot een omzetting te geraken. De spoor wegen kunnen stellig worden gerekend tot de categorie ondernemingen, die een weinig belovende toekomst tegemoet gaan. De sterke concurrentie van het autover keer plaatst de maatschappijen voor een probleem, waarop wij reeds verscheidene malen de aandacht hebben gevestigd, een probleem, waarvoor wel geen bevredigende oplossing zal kunnen worden gevonden. De gang van zaken in de Amerikaansche staalindustrie ontwikkelt zich tamelijk be vredigend, maar deze factor wordt evenals de meerdere levendigheid in de automobiel industrie thans overschaduwd door de be richten uit Europa. De New-Yorksche beurs heeft in de afgeloopen week dan ook voort durend een ongeanimeerd en tamelijk ge drukt voorkomen gehad. De omzetten ble ven daarbij evenals ten onzent uiterst be perkt, een verschijnsel, dat gewoonlijk ge paard gaat met een gedrukte stemming. Het komt ons voor, dat zelfs indien de politieke toestand in de naaste toekomst mocht ver beteren, de ontwikkeling van het Amerikaan sche bedrijfsleven voorloopig toch zoo onre gelmatig zal zijn, dat men bij eventueele or ders in Amerikaansche fondsen toch een scherpe selectie zal moeten toepassen wat betreft de keuze; afgezien van de spoorwe gen, waarover wy reeds schreven zijn er nog verschillende maatschappijen waar de gang van zaken nog uiterst onbevredigend is. Men zal ook scherp moeten letten op de prijsbewegingen van grondstoffen, omdat een stijging daarvan als een essentieele voorwaarde mag worden beschouwd voor een verbetering der situatie van bepaalde ondernemingen. Dit geldt bijv. ook voor de Kennecott Copper, die natuurlijk in sterke mate afhankelijk is van de ontwikkeling van den koperprijs. Uit den aard der zaak zijn de financieele resultaten van ondernemin gen als de Kennecott in het eerste halfjaar 1938 uiterst onbevredigend geweest. De net towinst bedroeg n.1. 823 millioen tegen 2675 millioen, uitkomende op 76 cents tegen v.j. 2.47 per aandeel. In het' derde kwartaal verwacht men echter betere resul taten en in dat geval zal het dividend, dat thans wordt uitgekeerd op basis van 1 per jaar stellig ruimschoots worden verdiend. Voor de fondsenhouders zyn het zeker moeilijke tijden. Immers aan den eenen kant worden de risico's ook al door het voortdu rend dreigende oorlogsgevaar grooter, aan den anderen kant wordt de rente op de goudgerande obligaties geringer. Bij conver sies hebben velen dan ook gebruik gemaakt van de gelegenheid om het bezit aan buiten- landsche obligaties te vergrooten. Voor zoo ver men Belgische en Fransche guldensobli gaties heeft gekocht, heeft zulks tot nu toe op enkele uitzonderingen na geen groote te leurstellingen gebracht. Er blijft een zeker vertrouwen bestaan, dat Frankrijk ondanks den slechten financieelen toestand zijn ver plichtingen tegenover het buitenland zal blijven nakomen, terwijl wat België betreft sommige industrieën, die hier obligaties heb ben uitstaan, in een iets betere positie zijn gekomen. Bezitters, die in 1935 nog 7 pCt. obligaties Ciments de Thieu hebben gekocht voor ongeveer 60 pCt. hebben daarmede een goede zaak gedaan, omdat dezer dagen werd aangekondigd, dat deze 7 pCt. guldenslee ning op 2 Januari 1939 a pari zal worden af gelost. De beurskoers had trouwens het vroeger bestaande disagio reeds geheel inge haald, zoodat de houders naast een hooge rente, tevens een belangrijken kapitaalaan- was hadden te boeken. Onder de tegenwoordige omstandigheden blijkt er overigens bij het publiek nog altijd een neiging te bestaan om vrijgekomen mid delen voorloopig vlottend te houden. Wij denken hierbij niet direct aan omzetting in goud, een verschijnsel, dat zich ook te on zent, zij het op bescheiden schaal o^k wel heeft voorgedaan. Men meent echter, dat door het vlottend houden van middelen ka pitalen gemakkelijker naar het buitenland kunnen worden overgebracht en dat men in ieder geval bespaard blijft voor de risico's die de fondsenmarkt in geval van oorlog zou meebrengen. Zij die zich door dezen gedach- tengang laten leiden, vergeten echter maar al te dikijls, dat ook het bezit van contante middelen zorgen en risico's met zich brengt, nog afgezien van het feit, dat men de op brengst van het kapitaal voor onbepaalden tijd moet missen. Met dit al geeft de toe stand van de fondsenmarkt geen directe aanleiding tot optimisme en vele banken en commissiehuizen onthouden zich dan ook van het geven van positieve adviezen voor aankoop van bepaalde fondsen. Ook al on der den invloed van de nationale feesten zijn de omzetten ter beurze tot een minimum ingekrompen. De rubberprys wordt welis waar op zich zelf niet onbevredigend geacht, maar men overweegt toch terdege, dat by de thans bestaande drastische beperking de rentabiliteit der ondernemingen uiterst ge ring is. Daardoor zijn de dividendvooruit- zichten voor het loopende jaar niet hoogge spannen. Men vertrouwt in rubberkringen, dat het Internationale Rubber Comité in zyn volgende vergadering niet zal besluiten om voor het vierde kwartaal verandering te brengen in het thans bestaande percentage. Mocht dit toch het geval zijn, dan zou, aldus verwacht men een vrij sterke stijging van de voorraden intreden, waardoor de toch al niet bijster gunstige statistische positie ver der zou achteruitgaan. In de scheepvaartafdeeling zyn de omzet ten den laatsten tyd tot een minimum be perkt gebleven. Eensdeels is de bedrijvig heid veel geringer geworden en is het aan bod van vracht lang niet meer zoo groot als een jaar geleden, maar bovendien zyn de vrachten, ook by de lynbedryven algemeen verlaagd. Men is hiertoe wel gedwongen teneinde tegemoet te komen aan de wenschen van exporteurs voor wie de winstmarge is ingekrompen, terwijl de lage prysstand van de goederen voor de productielanden een aanzienlijken achteruitgang van de inkom sten beteekent. Ook voor petroleumwaarden blijft de be- D Door DONN BYRNE. Uit het Engelsch door J. van P 33) En hij was beu van de vreeselijke hui zen, de paardeharen meubels met de anti- macassars. Hemel! en zij vonden zich zelf rein... Hij wenschte de properheid van de Syrische binnenplaatsDe klod ders op de Britsche muren, sentimenteele St. Bernhards honden en karrepaarden met kalfsoogen maakten hem aan het lachen, als hij dacht aan de fijnheid van kleur en lijn in vreemde Perzische kleeden En hij was beu van Britsche vrouwen, met haar knokelige handen en breede uit- geloopen voeten, haar abominabele kleeding ook, een queue, een broche en een hoepel rok haar laag-bij-de-grondsche conven ties, preutsch, bijna obsceen, 't natuurlijke ontwijkend in woord, daad of gedachte Hij wenschte zich Fenzile, met haar oogen, vert de mer, haar rond kinderlijk gelaat, haar smalle handen met de oranjegetinte na gels, haar zijden broek, haar kleine muilen van zilver en blauwhaar zachte armen, haar achterover gebogen hoofd, haar ge sloten oogledenEn de fontein, die tin telde in den zwoelen Syrischen nacht, ter wijl ver weg een Arabisch zanger een lied van Lyla Khanim galmde: „Beni ser-mest u hayran eyleyen el yar; janim dir De wereld is een gevangenis en mijn hart is gewond Mijn tranen zijn als de fontein in den wijngaard, o, gij af wezige En hier was de Beiroet weer; hier de besneeuwde rug van den Libanon, hier de reede, bezaaid met schepen, hier de moer- beienboschjes. Hier de flonkerende, saphier- kleurige zee, hier de grasvlakten, bezaaid met klaprozen, hier de kalme pijnboomen- weg naar Damascus, hier de wouden, ryk met ceders. Hier de kronkelende onbere kenbare straten, hier zyn eigen rustig huis, met de binnenplaats en de fontein. Hier het gezoem van de bazars, hier het haha van de ezeljongens, hier de grommende kameelen. Hier twee negerdienstmeiden, helder en handig. Hier kleur en vrede en hartstocht. Hier Fenzile En die vervloekte worstelaar van Aleppo moest dit alles «komen bederven. VI. Het kwam hem voor, dat hij nu, op zijn vijfendertigste jaar, eerst het levensgeheim had ontdekt. Nu eerst waren zijn keuze en zijn lot tezamen gekomen om deze perfecte verhouding van het leven te vormen. Hij hield van zijn werk: de bark Queen Maeve, met haar mooie zeilen als van een wed- strydjacht, haar blank dek, haar glimmend koperwerk; het vervoeren van benoodigd- heden van Engeland naar Syrië naar het rauwe, alledaagsche Engeland van ladingen vol schoonheid als die van de koningin van Scheba kameelen die specerijen droegen en veel goud en edelsteenen. En dan de groote oude stad, waar hij woonde; zelfs Damascus, de trots der wereld, overtrof haar niet in schoonheid. Voor den massalen Libanon, wit van sneeuw, lag de stad, een warreling van roode daken en groen ge boomte, het blauwe water, de kransen van acacia's, de rozen, de wilgentakken schoonheid, schoonheid! De Arabische her ders in abbas van donker bronsgroen, de zwarte, Grieksche vrouwen, die waterpij pen rookten en gratievol sorbets dronken, rose, geel en wit. De roep van den ezel jongen en de roep van den kameeldrijver en de roep van den muezzin van de mos kee. De vreemde begroetingen, als hy door de straten ging: Naharkum Sayied! Moge uw dag gezegend zijn! Naharaka abyad! Moge uw dag helder zyn! Allah jahtikum el afijeh! God geve u gezondheid! Zij wer den uitgegalmd als het refrein van een lied. Schoonheid, warreling en flikkering van kleuren! Toch waren hier lijn en massieve ver houding de tintelende bronsgroene stad was het schouwtooneel geweest van groote optrekkende horden; de Phoeniciërs had den haar gebouwd, de wortel van het leven, de voedstermoeder van steden, de oermoe- der der wereld, hadden zij haar genoemd en de Phoeniciërs eenmaal verdrongen zynde, kwamen de slanke, sluwe Egyptena- ren. En daarna de massieve, zwarte Assy- riërs en nu was de herinnering aan hen vergeten, ook hun liefde en hun haat en hun afgunst waren nu vergaan. En toen kwam de tred van de Romeinsche legioenen, de mannen van Agrippa en zij behielden de stad eeuwenlang. Justinianus had een van zijn rechtscolleges hier, totdat de aarde beefde en de geleerden verspreid werden; en toen hielden de Saracenen de stad 'tot Boudewijn, broeder van Godfried van Bouillon, met gemaliede kruisvaarders bin nen stormde. Boudewijn, overweldigd door de schoonheid van het land, nam een hei- densche koningin tot zich en toen kwam de occulte overheersching van de Drusen. En daarna de Turk. En Sint Joris had hier den draak gedood, volgens het verhaal van den ouden monnik. Shane Campbell werd nooit moede naai de opschriften te kijken op de groote klip pen langs de Rivier van den Hond de vreemde schoonheid van dien naam! Hij was als de plaatsnamen in zyn geboorte land, Ulster: Athbo, de voorde der koeien, Sraidcuacha, de laan der koekoeken na men harmonieerden als de trillingen van een stemvork en de lieve vreemde har monie ervan vervulde zijn hart, zoodat hij de onweerstaanbare charme van den Li banon kon begrijpen, den hoogen, klaren toon als een vogellied. Hier waren de zon en de droomen van machtige dingen en de voelbare schoonheid van God. Hier was natuurlijke schoonheid, om op te rapen als een goudklomp, die niet behoefde te wor den opgedolven in moeilijke uren van kwelling en nood. Hoog, klaar, aangehouden, bleef de toon; dan rezen de maan en de groote sterren als loovers; de slanke acacia's neurieden de pijnboomen sh-sh-sh'ten. Het brouhaha van de café's was als een voorbedacht contra punt. Overal was harmonie en schoonheid. En er zou geen inzinking komen; het zou blijven! Er zouden geen geesten komen, zij waren uitgedreven, want nu was Fenzile er! Hoe begrijpelijk was alles! Het moest onder een maan als deze geweest zijn, on der deze Syrische sterren, bij het hsh-hsh- hsh van den pijnboom en het geruisch van wilgentakken, dat Salomo, de koning, zyn liefdelied zong. En het moet gezongen zyn voor iemand, wier lichaam blank was als dat van Fenzile, voor oogen, even smaragd groen, voor fluweelige lippen, voor slanke handen met oranjegetinte nagels; de Sula- mite was zeker niet schooner geweest dan Fenzile, de dochter van Hamadj, Emir der Drusen! VIL Waarin hy vroeger met vrouwen gefaald had, dat was door haar te veroorloven gestelijk belangrijk te worden; zyn moeder was belangrijk geweest, hy had geleden onder het gevoel van haar gebrek aan hart voor hem; zijn vrouw was belangrijk ge weest, zy hadden het leven tezamen niet begrepen, hadden niet getracht het te be grijpen zy waren zoo jong. En Claire- Anne was naar den geest belangrijk voor hem geworden, zoodat de hel zich opende, toen zy was heengegaan. Als hy zyn moe der als oorzakelijk had beschouwd en op zyn ooms had gesteund, zou alles goed zijn gegaan; als hij bemerkt had en hy had bemerkt, hoewel hij nieit wist hoe te hande len dat zijn vrouw en hij nimmer zou den overeenstemmen, zou het geen lidtee- ken op zijn jeugd geweest zyn. Als hij bij voorbeeld naar Alan Donn was gegaan en gezegd had: „Oom Alan, ik ben bang, dat er een fout gemaakt is, wat zullen wy nu doen met dit meisje uit Louth?", dan zou Alan gezegd hebben: „Ik wist het wel, dat je een verduivelde jonge dwaas was, ach kom, ga aan boord ordq maken". En Alan zou haar en haar moeder zonder genade hebben opzij geschoven. En er zou geen lidteeken op zyn jeugd geweest zyn. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 9