tBuiietUaMd
INDIE IN HET TEEKEN VAN HET
REGEERINGSJUBILEUM.
Spoet
40 jaar-
1898
1938
ALKMAARSCHE
COURANT.
Indrukken van Hitler's rede.
Toestand nog steeds ernstig.
Vliegverbod boven West-
Duitschland.
Mot ingang van 20 September.
Volksstemming onmogelijk.
Jan Maaaryk op het Foreign Office.
Samenzweerders in
Marokko.
Om eon opstand uit te lokken.
Album voor knipsels,
Indische brieven
In 40 jaren zijn Holland en Indië nader
tot elkaar gekomen.
DE JUBILEUMFILM.
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 13 SEPTEMBER 1938.
In alle landen van Europa heeft men
Hitler's redevoering aangehoord en be
studeerd en over het algemeen is het
oordeel, dat Hitier weliswaar gedreigd
heeft, maar dat de kwestie der Sude
ten-Duitschers daarmee niet is opge
lost. In de meeste landen heeft men
dan ook den indruk gekregen, dat men
door deze rede heelemaal niet is opge
schoten, en dat wellicht in zooverre de
toestand veranderd is, dat de Sudeten
Duitschers misschien iets brutaler
worden.
Omdat zij op Duitschland kunnen
rekenen!
In Praag is men van oordeel, dat hoewel
de toestand nog altijd hoogst ernstig moet
worden geacht, toch nog ruimte is voor een
weinig hoop. De deur is niet gesloten ge
worden voor de mogelijkheid van onder
handelen. Hitier heeft weliswaar geen
volksstemming verlangd, doch practisch
heeft hij de Sudeten-Duitschers uitgenoo
digd, er een te eischen.
„Het ergste is niet gebenrd".
„Het ergste is niet gebeurd, maar de toe
komst blijft dreigend", aldus de eenstem
mige reactie der Fransche bladen ten aan
zien van Hitiers redevoering.
„Petit Parisien": Hitier heeft de deur
voor besprekingen niet gesloten. Het gaat
erom, of hij de onderhandelingen normaal
zal laten verloopen, en of de Gestapo in
het Sudetenland geen nieuwe ernstige inci
denten zal verwekken, waarin Duitschland
een aanleiding vindt om zijn bedreigingen
uit te voeren.
„Journal": Hitier heeft niets gezegd, dat
als een bedreiging, zich te willen meester
maken van het Sudetengebied, kan worden
opgevat. Op één voorwaarde evenwel, dat
weldra tusschen de Tsjechen en de Sudeten
een regeling tot stand komt".
„Epoque": De deur blijft open voor on
derhandelingen, maar als Duitschland niet
bevredigd wordt, blijft de weg ook vrij
van geweld. Er is een hechte Fransch—
Engelsche solidariteit noodig. Alle Fran-
schen moeten zich broederlijk vereenigen,
want het land is in gevaar. Het is onze laat
ste kans om den vrede te redden.
„Niet veel verder gekomen".
De redevoering van Hitier heeft de wereld
in twijfel gelaten over zijn bedoelingen.
Aldus is het algemeene gevoelen der
Engelsche bladen, welke meerendeels een
voortzetting voorzien van het tijdperk van
onrust over den vrede in Europa.
Zoo schrijft de „Times": Hoewel niet ge
ruststellend, was de rede niet sterk veront
rustend. Het doel van Hitiers woorden was
blijkbaar den last der regeling op de Tsje-
choslowaaksche regeering te leggen. Hitier
zeide: „7 millioen Tsjechen kwellen 3%
millioen Duitschers". Dit is een absurde
verdraaiing van de waarheid, waardoor zijn
eigen toegewijde gehoor zich nauwelijks zal
kunnen laten beetnemen. Het is werkelijk
betreurenswaardig, dat het hoofd van een
grooten staat als Duitschland zulken onzin
spreekt.
De „Daily Telegraph" zegt: Het is een on
aangename gedachte, dat Europa wellicht
nog maanden lang in spanning zit, wachtend
op het oogenblik, dat Hitier het resultaat
der onderhandelingen goed- of afkeurt.
De „Daily Herald" schrijft: Hoewel de
geheele wereld verheugd is, dat geen nieu
we eischen gesteld zijn, en een respijt is in
getreden, zou het verkeerd zijn blind te
zijn voor de gevaren, welke aan Hitiers
woorden kleven.
De „News Chronicle" is van meening,
dat de rede, verre van de crisis op te hel
deren, de ongerustheid aanwakkert. Enge
land, Frankrijk en Rusland moeten allen
voorzorgsmaatregelen treffen en ten nauw
ste samenwerken, wil de vrede bewaard
blijven.
Reactie in de Duitsche pers.
De redevoering van den Führer wordt in
de Duitsche bladen groot opgemaakt weer
gegeven.
Over het algemeen verheerlijken de bla
den langdurig de „ondubbelzinnige, maar
vredelievende taal van Hitier".
In enkele zinnen, aldus de „Völkische
Beobachter", heeft de Führer zijn besluit
kenbaar gemaakt de onderdrukking der
Sudeten niet langer te dulden. Het is de
taak van Benesj en zijn regeering met de
zen eisch rekening te houden en met de
Sudeten tot een regeling te komen, welke
Hitiers eischen bevredigt.
De leugens en kuiperijen, als van 21 Mei
zullen een tweede maal niet ongestraft Ibij-
ven. De wereld moet ervan overtuigd zijn,
dat een gewapend volk zich bezig is achter
een front van staal en beton te verheffen.
Onder het opschrift „een zuiverend on
weer" schrijft de „Lokal Anzeiger", dat de
rede van Hitier in oprechtheid die van
Bismarck overtreft in 1888, toen deze ver
klaarde: „Wij Duitschers vreezen God en
niets anders ter wereld". Thans treedt de
waarheid in Europa aan het licht.
Het blad doet voorts een aanval op Enge
land door indrect te zinspelen op het com
muniqué van eergisteren inzake de houding
van Engeland, wanneer een oorlog zou uit
breken. Deze Engelsche houding, die op het
laatste oogenblik druk op den Führer wilde
uitoefenen, getuigt van dien geest van dub
belzinnigheid, welke oorzaak is, dat het
.Perfide Albion" sinds lang in het politieke
woordenboek staat.
Tenslotte richt de „Lokal Anzeiger" zich
tegen Benesj. Het is goed, aldus dit blad,
dat de Führer het kind bij zijn naam ge
noemd heeft en Benesj dus betiteld heeft
met leugenaar.
Stemmen uit Amerika.
De „New York Times" schrijft: Hitier
heeft niet den oorlog verklaard, maar nie
mand, die geluisterd heeft naar dien dui-
delijken, scherpen, uitbarstenden «tem,
kreeg de verzekering, dat hij den vrede be
doelde.
Met betrekking tot Hitiers belofte de
Sudeten-Duitschers te steunen, schrijft de
'i^>er8eIÜke hevige, onverantwoor
delijke eischen en bedreigingen hebben de
sympathie der vrije volkeren achter Tsje-
choslowakije gebracht. Tegen deze uitbrei
ding der wetten van geweld, onder den
schyn van orde, verzet de wereld zich.
Onder het opschrift „het geweer nog aan
den voetschrijft de „Herald Tribune":
Hitier heeft geen oorlog verklaard en geen
vrede afgekondigd. Hij deed geen poging
een woord van kalmte of verzoening te la
ten vallen in de kokende hitte van den
Tsjechoslowaakschen staat.
Bij politieverordening van den Duitschen
rijksminister van luchtvaart, welke op 20
Sept. 1938 van kracht wordt, zal allen vlieg
tuigen tot nader order verboden zijn te vlie
gen boven de volgende aan de westgrens
van het Duitsche rijk gelegen gebieden:
Aken, Trier, de Palts en Baden.
In deze gebieden zullen politievliegtuigen
surveilleeren. Wordt geen gevolg gegeven
aan bevelen tot dalen dan zal het vliegtuig
in kwestie onder vuur worden genomen.
De ook verder geldende beperkingen op
grond van de verordening inzake het ver
bod voor actief by een buitenlandsche weer
macht dienende personen van 30 Juli j.L val
len onder dit verbod.
Naar het „Prager Tageblatt" uit Londen
meldt, heeft de Tsjechische gezant te Lon
den, Jan Masaryk, op het Foreign Office een
nota overhandigd, waarin de Tsjechische re
geering verklaart, dat zij een oplossing van
de huidige crisis door een volksstemming
voor uitgesloten houdt, aangezien de grond
wet van Tsjechoslowakije niet in het houden
van een volksstemming voorziet.
De Spaansche hooge commissaris van Ma
rokko deelt officieel mede, dat in den nacht
op 11 September verscheidene gewapende
personen door de internationale politie te
Tanger zijn gearresteerd, toen zy poogden
de Spaansche zone te bereiken. Zij bleken tot
een bende samenzweerders te behooren, die
een conflict om Marokko wilden verwekken.
W ARMENHUIZEN (Augustus).
Geboren: Anna Catharina, d. v. Jo-
hannes Berkhout en Cornelia Ooyevaar.
Pieter, z. v. Dirk Vos en Dieuwertje Bier
steker.
Getrouwd: Mattheus Pronk en Ca
tharina Groot.
Overleden: Klasina Hartog, oud 44
jaar, echtgenoote van Cornelis Mylhoff.
Dirk Paarlberg, oud 68 jaar, echtgenoote
van Maria Wilhelmina Geertruida Mars
man.
In alle steden en dorpen is het
regeeringsjubileum op grootsche
wijze gevierd. De dagbladen heb
ben kolommenlange verslagen
van de feestelijkheden opge
nomen.
Straks zal het feest nog slechts in
de herinnering voortleven en later
zal men de oude kranten, nog eens
weer te voorschijn halen,' om nog
eens dat te lezen, wat vooral in
teressant was.
Kranten bewaren?
Hoe veel gemakkelijker kunt gij
het U maken met ons
dat juist in deze dagen weer zoo
veel gebruikt is!
Bij ons bureau verkrijgbaar
a 1.20.
De nationale jubileumfilm „Veertig
jaren" is hier voor pers en enkele
andere genoodigden vertoond. Tevoren
waren er overvloedige bijzonderheden over
gepubliceerd en verschillende afbeeldin
gen van scènes uit de film. Tamelijk voor
barig zijn toen reeds enkele bladen met
critek gekomen, want aan Indië zou niet
voldoende plaats in de film zijn inge
ruimd. De bekende grief, dat Indië door
Holland wordt achtergesteld en wat dan
ook uit deze film weer zou blijken. We
zullen thans op deze kwestie hier niet
ingaan, maar toch wil ik de opmerking
niet achterhouden, dat wat er ook in Hol
land aan de werkelijke belangstelling voor
en kennis van Indië ontbreekt en dat is
niet gering men zich in Indië er voor
hoeden moet om, gelijk sommigen doen en
ook enkele bladen, steeds maar eenzijdig
daarop te wijzen. Voor de film is die cri-
tiek m. i. ongemotiveerd, men moet toch
niet vergeten, dat deze film een overzicht
geeft van een periode van 40 jaren, waar
in Indië eerst langzaam aan en steeds ge
leidelijk nader tot Holland is gekomen
en omgekeerd Holland nader tot Indië.
Daarbij heeft vooral de vooruitgang der
techniek op verkeersgebied een belang
rijke rol gespeeld, er behoeft slechts her
innerd te worden aan de luchtvaart en de
radio, welke beiden de verbinding tus
schen Nederland en Indië vice versa in
afstand en tijd zoo aanzienlijk hebben
verkort, voor het personenvervoer, voor
post, telegrafie en telefoon en wat de
radio betreft bovendien door het directe
contact via den omroep, de belangrijke
taak, welke de Phohi hierbij vervult mag
zeker niet worden vergeten. Terwijl sedert
kort Nederland ook radio-uitzendingen
uit Indië te hooren krijgt. Maar dat alles
is eerst van de laatste jaren en werd toch
ook in de film niet heelemaal voorbij
gezien.
Kenmerkend voor het karakter van
deze jubileumfilm is, dat zij het leven in
beeld brengt van twee Hollandsche gezin
nen, die door individueele banden met
Indië worden verbonden en daardoor van
Holland uit Indië eenigszins nader komen.
Het is naar die tendenz, dat men o. i. de
film beschouwen moet en dan is zij zeer
zeker geslaagd, omdat aldus immers voor
talloos vele gezinnen, die familie- of
vriendenrelaties in Indië hebben, het con
tact met Indië is, opwekkend tot belang
stelling voor dat verre land. Zoo hebben
we deze film beschouwd en zoo laat 't zich
ook verklaren, dat de film vooral voor
hen, die zelf deze veertig jaren mee hebben
doorleefd, in Holland en hier, in menig
gedeelte van een ontroerend effect is.
Meer zal ik er niet van zeggen; de
meeste lezers zullen de jubileumfilm wel
reeds hebben gezien.
Een tweede gebeurtenis, welke met be
trekking tot het regeeringsjubileum hier
vermeld moet worden, is de opening van
de Pasir Gambir te Batavia, omdat onze
;aarmarkt rekening heeft gehouden met
het feest onzer Koningin. Het terrein werd
uitgebreid, met het oog op grooter bezoek
en als bijzondere attractie is er een Oud-
Batavia, dat straks ongetwijfeld een der
centra voor de feestgangers wordt.
Ten derde is er de Koningin Wilhel
mina Jubileum-tentoonstelling in den
Bataviaschen Kunstkring, waarvan de
opening door den Gouverneur-Generaal
werd bijgewoond. Deze tentoonstelling,
ontworpen met het doel H. M. de Ko-
nipgin te eeren als kunstenares en om haar
groote belangstelling voor de kunst in het
algemeen, omvat schilderyen en teekenin-
gen van Nederlandsche en Indische schil
ders. H. M. de Koningin zelf was zoo wel
willend een aantal werken van Hare hand
af te staan, welke, met een portret der
Koningin, door W. G. Hofker, het centrum
der expositie vormen. Heeft deze daad
onzer Koningin op zich zelf hier reeds
groote erkentelijkheid en waardeering ge
vonden, de beschouwing van haar werk,
een twaalftal schilderijen en teekeningen,
wekt, in 't bijzonder bij den Hollander in
Indië een wondere emotie. Men moet
eigenlijk zelf als Hollander hier leven om
dit ten volle te kunnen begrijpen. Dus
moet deze inzending der Koningin het
nationaal besef verlevendigen; maar bo
vendien ervaart men, hoe in dit werk de
Koningin iets van eigen gevoelsleven heeft
tot uiting gebracht, dank zy haar artistie
ke begaafdheid. Getuigenis hiervan geeft
hetgeen H. M. schreef in den door Haar
geredigeerden catalogus van de collectie
werken van Hare hand, welke in de
crisisjaren, door Nederland en Indië is
rondgegaan, ten bate van het Steunfonds
voor Kunstenaars.
Onze Koningin heeft 'tin dien catalo
gus openlijk uitgesproken: „Mijn kunst
staat geheel in het teeken van myn liefde
voor de natuur en mijn innerlijken drgng
haar weer te geven, geheel zooals ik haar
aanvoel". En in een volgende passage
schreef H. M., dat Zij, in den vreemde ge
komen, niet aanstonds het penseel kan
opnemen: „Eerst moet ik dat wat achter
lijn en kleur en stemming verscholen is, de
ziel van dat stukje natuur, rustig tot mij
laten spreken, opdat mijn werk, behalve
van de kenmerkende trekken, getuige van
het diepere, het onzienlijke, dat er in is
opgesloten." Maar is dat niet het stand
punt van elk waar kunstenaar, voor zijn
visie op het object dat hy, of zij zich koos!
Met die woorden der Koningin in de her
innering zijn we Haar werk op deze
tentoonstelling tegemoet getreden en toen
vonden wy er die diepere, zuivere gevoe
ligheid in, welke nooit bedriegt, als men
zich heeft af te vragen, of men met wer
kelijke kunst te doen heeft. Er is werk
van verschillende jaren, meest uit 1932,
1935 en 1937, uit Zwitserland en Noorwe
gen, van het Loo en van den Ruigenhoek;
alles er van getuigend, hoe 't uit liefde tot
de natuur werd gemaakt, grootsch van
effect als dat doek van Igls bij avond
(Tirol); met fijne toewijding als de op
merkelijke teekening van den Ruigenhoek,
met den watertoren; fleurig als de Lente
avond (met bloeiende planten) in het
Park het Loo; kleurig als het stukje uit
den bollenstreek. Er zijn op de tentoon
stelling een 60-tal Nederlandsche schil
ders en schilderessen vertegenwoordigd,
waarbij van de allerbesten, zoodat de col
lectie, ondanks de onvermijdelijke onvol
ledigheid, toch een goed beeld geeft van
de Ned. schilderkunst gedurende de regee-
ringsperiode onzer Koningin. Het werk
van moderne Hollandsche schilders in de
collectie-Regnault, welke op de bovenzaal
van het Kunstkringgebouw te zien is, geeft
dan nog een welkome aanvulling. Bij de
samenstelling der jubileum-tentoonstel
ling heeft men zich niet strikt gehouden
aan de begrenzing door de jaren 1898 en
1938, teruggaande tot de generatie van
voor 1880, die al spoedig van twee centra
uit, de Nederlandsche Kunst tot nieuw
leven bracht, n.1. van de groep land
schapsschilders uit, die zich inspireerden
op de fijne, grijze en blonde tonaliteit van
weide, water, duin en strand om den Haag
heen, de „Haagsche school", en tegen
over deze lyrische landelijkheid van de
groep uit der sonore naturalisten van Am
sterdam, met hun actieve realiteit in
figuurstukken en portretten, hun zwaar
romantische coloriet, ook echter hun ver
fijnde picturale effecten. Het moet voor
velen hier, minder vertrouwd met het
werk der Haagsche school en dat der Am
sterdammers, een openbaring zijn geweest,
dit impressionisme bijeen te zien, de zui
vere natuurweergave, door eigen senti
ment heen, nog niet gestoord door al wat
de wereld sedert 1914 verontrust en ge
schokt heeft. Het aanschouwen van die
Nederlandsche schilderkunst uit het einde
der 19e eeuw, waartoe zoo vele bekende
namen behooren, is van een weldadige
verademing we bekennen 't onomwon
den tegenover de felle bewogenheid
der moderne kunst in haar verschillende
richtingen en ismen. Zelfs waar de mo
derne inzichten zich in het begin der 20ste
eeuw reeds begonnen te manifesteeren,
blijven deze toch nog van een gematigd
effect, tot allengs persoonlijker reacties
zich laten gelden. Wie na een bezoek aan
deze tentoonstelling nog even naar boven
gaat, naar de collectie Regnault, staat er
te midden van een sterke branding van
innerlijke bewogenheid, tot onevenwich
tigheid toe, zich uitend in kleuren en vor
men. De Indische schilders zijn op de
jubileum-tentoonstelling met een veertig
tal werken, meest nog van impressionis-
tischen aard, dus naar stijlopvatting van
't zelfde genre als het werk der Ned. schil
ders uit het einde der 19e eeuw. Een ver
gelijking zou overigens onbillijk zijn, om
dat zij in die vermaarde Hollanders uiter
aard hun meerderen hebben te erkennen.
Wel mag gezegd worden, dat eenige Indi
sche schilders hun werk een sterk per
soonlijk karakter weten te geven, vaak
onder modernistische invloeden; en zij
behooren tot de besten. Ik weet niet, of
men in Holland met het werk onzer Indi
sche schilders vertrouwd is. Het zou wel
de moeite loonen, indien hiervan in Ne
derland een representatieve tentoonstel
ling kon worden gehouden; onder deze
schilders dan te verstaan, zij, die in Indië
werken of er hun onderwerpen zoeken,
daarbij zijn niet alleen Nederlanders en
Indische Nederlanders, maar ook enkele
buitenlanders. De herdenking van het
regeeringsjubileum onzer Koningin is voor
Indië dus reeds ingegaan; de officieele
feestweek begint ook hier natuurlijk pas
op 6 September. Van het programma
daarvoor valt nog niet veel te vermelden.
Of 't moest zy'n in negatieven zin, dat n.1.
Batavia de voorgenomen vlootrevue voor
Priok moet missen, vanwege het malaria
gevaar, dat momenteel onze haven en om
geving oplevert. Daarom werd de vloot-
schouw naar Soerabaia verplaatst. Het
geval lijkt min of meer beschamend voor
Batavia, maar zoo hoog moet men 't nu
weer niet opvatten. De maatregel is voor
al van preventieven aard, men wilde niet
de minste risico loopen. Dat de malaria
explosie op Priok een ernstig karakter
draagt, valt echter niet te ontkennen;
directe oorzaak ervan is de ongewone
weersgesteldheid, van een drogen Oost
moesson is nauwelijks sprake geweest en
al die regen en vochtigheid waren zeer
bevorderlijk voor de verspreiding van de
malaria door de muskieten (Anopheles
Ludlovic). Daarbij komt dat de Inheem-
sche bevolking weinig medewerking toont
bij de maatregelen ter voorkoming van
malaria, de klamboes om de bedden wor
den niet gesloten, de muskietenvangers
van den Gezondheidsdienst worden ge
woonlijk met tegenzin ontvangen. Door
nauwkeurige voorzorgsmaatregelen zou
de kans op malaria aanzienlijk kunnen
worden beperkt. Afdoende is echter alleen
de saneering van de vischvijvers en het
droogleggen der moerassen bij Priok, waar
de malaria-muskiet zijn broedplaatsen
heeft. Maar dat kost tonnen. Toch zal het
eens zoover komen, te eer, waar men
thans is gaan inzien, dat haven en handel
schade lijden, doordat de scheepvaart
Priok gaat vermijden. Tenslotte ben ik
wel erg ver afgedwaald van mijn eigen-'
lijke onderwerp, maar er komt een vol
gende keer natuurlijk nog gelegenheid om
den lezers te vertellen, hoe hier het regee
ringsjubileum onzer Koningin is gevierd.
BATAVUS.
V o t b a 1.
DE WEDSTRIJDEN VOOR ZONDAG A.S.
Afdeeling I.
le klasse.
KFCCVV
Blauw-WitXerxes
SpartaDWS
ADO—HBS
StormvogelsHermes-DVS
2e klasse A.
Alkmaarsche BoysHRC
RCHAlcmaria
EDO—OSV
HFCDe Kennemers
West-Frisia—WFC
2e klasse B.
HilversumWatergraafsmeer
VriendenschaarZeeburgia
De SpartaanHercules
HVCAFC
3e klasse A.
ZWPurmersteyn
Helder—QSC
BeverwijkHollandia
AssendelftSucces
KinheimZaandijk
3e klasse B.
BloemendaalWA
SchotenZandvoort
RipperdaAalsmeer
APGSTIW
De ZeemeeuwenDe Germaan
4e klasse A,
SchagenTexel
AtlasStrandvogels
BKCWieringerwaard
DTS—Watervogels
MFCNieuwe Niedorp
4e klasse B.
Alkmaar—Andijk
KWUitgeest
SportersMonnikendam
CSV—EVC
IWBergen
Reserve Se klasse A.
WFC 3Alkmaarsche Boys 2 J. Hakhof
Alcmaria 2Helder 2 J. P. Wieringa
HRC 3West Frisia 2
QSC 2—KW 2
Reserve 3e klasse B.
ZFC 4Alcmaria 3 C. v. d. Hoff
WFC 4—OSV 3
Purmersteijn 2KFC 3
ZW 2Meervogels 2
Afdeeling II.
le klasse.
FeijenoordHaarlem
DOS—VSV
DHC—RFC
Ajax't Gooi
Afdeeling III.
le klasse.
AGOVV—Quick
NECEnschede
WageningenHengelo
TubantiaHeracles
ZACGo Ahead
Afdeeling IV.
le klasse.
JulianaBW
LongaBleijerheide
NAC—NOAD
Willem IIEindhoven
RoermondPSV
Afdeeling V.
le klasse.
LeeuwardenVeendam
Be QuickHSC
AchillesHeerenveen
VelocitasFVC
Sneek—GVAV
Wielrennen.
A. S. V. VICTRIX.
Zondag 11 September heeft de A. S. V.
Victrix het kampioenschap langen afstand
verreden voor alle klassen over 120 K.M.
Aan den start verschenen 23 renners, al
len vol goeden moed en strijdlustig.
In de eerste ronden was D. Veld al
slachtoffer met een lekken band. Inplaats
van een andere band om te leggen, gaf hij
den moed op en ging uit den strijd.
Daarna ging het eenige ronden goed. Na
5 ronden begon de ploeg echter snel te
dunnen; de meesten gaven op wegens lek
ke banden.
Toen er nog vyf ronden gereden moesten
worden waren er nog maar vijf renners in
den strijd! Uitloop-pogingen werden on
dernomen, maar deze mislukten, zoodat de
sprint de beslissing moest brengen. Het was
een zeer fraaie sprint, die door Jan Otten-
bros werd gewonnen.
De uitslag was: 1 Jan Ottenbros, kam
pioen, 2 Willem Visser, 3 H. de Rooy, 4
Ravenstein, 5 A. Veld.
Juniorenklasse: (27 K.M.) 1 Jan Hen-
nink, 2 N. Groot, 3 A. Stroombergen.
Aptomobilisme.
EYSTON'S ABSOLUTE SNELHEIDS
RECORD IN GEVAAR.
John Cobb reed 551,2 K.M. per uur.
Nadat eenige vorige pogingen van den
Engelschen coureur John Cobb wegens
weersomstandigheden of den slechten toe
stand van de zoutvlakten by Bonneville
geen doorgang konden vinden, heeft hij
gisteren nogmaals getracht het absolute
snelheidsrecord op het land, dat zijn land
genoot capt. Eyston op 27 Augustus j.L met
zijn Thunderbolt op dezelfde zoutvlakten
op zijn naam had gebracht met een gemid
delde uursnelheid van 556,010 K.M., te ver
beteren. Het is hem niet gelukt, voorname
lijk doordat het terrein tqch niet geheel en
al in den vereischten toestand bleek te zijn,
maar Cobb heeft met zijn 2500 P.K. Napier-
Railton, welke bijna de helft lichter weegt
dan de Thunderbolt, getoond, dat hij in staat
is het absolute snelheidsrecord van Eyston
wel degelijk in gevaar te brengen, hoe wei
nig dat ook mogelijk leek, toen de enorme
prestatie van capt. Eyston bekend werd.
Cobb reed n.1. met een gemiddelde snel-