E WIND
BLAAST.
HEEMAF
JxuMetm
Voedselvoorziening in tijden van oorlog.
HOMIG,bKEUKEHSTROOP^^^^:/
0* sto«^r
STO FZUIGER
tweede blad.
Binnenland
Wetsontwerp tot Nederlands economische
mobilisatie ingediend.
Thans reeds bepaalde maatregelen
genomen.
Verkrijgbaar bij: HEUSEVELDT N.V.,
Een aanvaring op de
Noordzee.
Zweedsch motorschip „Nippon"
gezonken.
Branden.
Bij koninklyke boodschap van 12
dezer is ingediend een ontwerp van
wet, houdende voorziening ten be
hoeve van voedselvoorziening in tijden
van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden en de
voorbereiding daarvan.
Aan den considerans ontleenen wij dat
het noodzakelijk moet worden geacht, in
afwachting van een nadere wettelijke
regeling, de mogelijkheid te openen tot het
treffen van voorloopige maatregelen te
dezer zake.
De drie artikelen, waaruit het ontwerp
van wet is samengesteld, luiden als volgt:
Artikel 1.
Van de bevoegdheden, bij of krach
tens de landbouw-crisiswet 1933 aan
ons en aan onzen met de zaken van
den landbouw belasten minister ver
leend, kan mede worden gebruik ge
maakt ten behoeve van de voorberei
ding van de voedselvoorziening en de
voedselvoorziening zelve in tijden van
oorlog, oorlogsgevaar of andere bui
tengewone omstandigheden.
Artikel 2.
Uitgaven, welke strekken ter uitvoe
ring en handhaving van uit deze wet
voortvloeiende maatregelen en voor
schriften komen niet ten laste van het
landbouw-crisisfonds, bedoeld in ar
tikel 2 van de landbouw-crisiswet
1933.
Artikel 3.
Deze wet treedt in werking met in
gang van den dag na dien harer af
kondiging en zal door ons op een na
der door óns te bepalen tijdstip, doch
uiterlijk op 31 December 1939, wor
den ingetrokken.
Memorie van toelichting.
De memorie van toelichting, onder
teekend door den minister van econo
mische zaken, is van den volgenden
inhoud:
„De vermoedelijke aard van een toe-
komstigen oorlog eischt, meer dan in vroe
ger tijden, naast de militaire voorzorgen,
evenzeer een volledige voorbereiding van
de voorzieningen ten behoeve van 's lands
economische weerbaarheid.
Reeds de laatste groote oorlog heeft zoo
wel voor de belligerenten, alsook voor de
neutralen aangetoond, tot welke groote
tekorten aan goederen van verschillende
soort de afgesneden import geleid heeft.
Met name baarde in ons land, dat voor
een groot deel van den uitvoer uit het
buitenland afhankelijk is, de voedselvoor
ziening in de mobilisatie jaren groote zorg.
De ervaring, in deze jaren opgedaan, ge
paard aan de voorzorgsmaatregelen, welke
dn andere landen in en buiten Europa reeds
zijn getroffen, heeft de regeering aanlei
ding gegeven ook aan de economische ver
dedigingsvoorbereiding de volle aandacht
te schenken. Een ontwerp van wet betref
fende deze economische verdedigingsvoor
bereiding, dat onder meer beoogt aan de
regeering de bevoegdheid te geven de
voorraadvorming te bevorderen of te ge
lasten, dan ook in voorbereiding.
Hoewel met spoed aan de verdere
voorbereiding voor de indiening van
dit wetsontwerp wordt gewerkt, noopt
de huidige internationale toestand de
regeering echter thans reeds maatre
gelen te nemen ter voorziening in de
behoeften van de bevolking in tijden
van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden.
In het bijzonder doet de noodzaak daar
toe zich gevoelen voor wat betreft het aan
leggen van grondstoffenvoorraden voor de
voeding van mensch en dier. Aangezien
gebleken is, dat op sommige tijdstippen de
voorraden van eenige onmisbare voedings
producten hier te lande van onvoldoenden
omvang waren, acht de regeering en wel
in de eerste plaats de minister, die meer in
het bijzonder aansprakelijk is voor een
richtige voedselvoorziening, het niet langer
verantwoord het treffen van maatregelen,
om tot een verplichte voorraadvorming te
kunnen geraken, tot een later tijdstip, i.c.
het in werking treden van bovenbedoelde
wet, uit te stellen.
Landbouwcrisiswet voorloopig
basis.
Ten aanzien van den wettelijken grond
slag, waarop de hiervoren bedoelde ver
plichting tot voorraadvorming zou kunnen
berusten, meent de regeering de daartoe
vereischte voorschriften, althans voorloo
pig, te moeten baseeren op de landbouw-
crisiswet 1933. Alhoewel haars inziens het
gebruiken van deze wet als basis voor de
voorraadvorming juridisch verantwoord
kan worden geacht, ontveinst de regeering
zich niet, dat een dergelijk gebruik niet in
overeenstemming is met de uitdrukkelijke
bedoeling, waarmede de landbouw-crisis
wet in het leven is geroepen.
Daar echter de genoemde wet met de
daarop berustende voorschriften en bepa
lingen een apparaat vormt, hetwelk een
snelle en doeltreffende methode waarborgt
om in den kortst mogelijken tijd de be
oogde voorraadvorming te bewerkstelligen,
heeft de regeering aanleiding gevonden
voor te stellen de in de landbouw-crisiswet
aan de kroon en aan den met de zaken van
den landbouw belasten minister verleende
bevoegdheden tijdelijk, d. w. z. totda ter
zake nadere wettelijke regelingen zijn ge
troffen, te doen gebruiken voor de voor
bereiding van de voedselvoorziening in
oorlogstijd en, indien dit onverhoopt noo-
dig mocht zijn, voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd zelf. Hiertoe is dit ontwerp
van wet ontworpen.
Gelijk ook in het ontwerp tot uit
drukking is gebracht, zullen uit de
beoogde toepassing van de landbouw-
crisiswet geen financieele consekwen-
ties voor het landbouw-crisisfonds
kunnen voortvloeien.
Nadere wettelyke regeling
komst.
op
Uit den aard der zaak is de regeering
zich er van bewust, dat een zoodanig ge
bruik slechts gerechtvaardigd is zoolang
geen nadere wettelijke regeling ter zake is
getroffen. Zij heeft dan ook gemeend aan
deze toepassing der landbouw-crisiswet
1933 eerftijdelijk karakter te moeten geven
en haar geldigheidsduur tot 31 December
1939 beperkt.
Zoolang geen nadere regelen getroffen
zijn, zullen ingevolge artikel 1 van dit
wetsontwerp ook de maatregelen voor
voedselvoorziening in tijden Van oorlog op
de landbouw-crisiswet kunnen worden
gebaseerd."
D
36)
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelach door J. van P
X.
In de idylle van Beiroet was nu de wor
stelaar van Aleppo verschenen en het hin
derde Campbell in zulk een mate, als hij
niet voor mogelijk gehouden had. Daar
ging hij de deur voorbij met zijn droomerig
Syrisch gelaat, zijn rood roos, zijn witte
burnoes, zijn slenterende volgelingen. En
Fenzile glimlachte met haar rustigen, af zij-
digen glimlach. Er mocht vermaak in schui
len een vreemdsoortige Oostersche ko
medie van een kermisklant, die de oogen
ophief naar een prinses der Drusen en de
vrouw van een Frankisch scheepskapitein;
het mocht vermakelijk zijn voor Fenzile om
dezen overwinnaar van mannen overwon
nen te zien door haar aanwezigheid, maar
het was niet waardig. Beslist het was niet
waardig!
Maar het was ook niet waardig erover te
spreken, om Fenzile te toonen, dat het hem
een zier kon schelen; zoodat hij niets zeide
en de worstelaar iederen dag langs kwam.
Het werd onverdraaglijk. Het scheen Fen
zile te vermaken, maar hem vermaakte het
niet. En plotseling overviel hem een kilte
wat wist hij eigenlijk van deze menschen
van het Oosten? In zes jaar kon iemand
hun taal uitstekend leeren, hun gewoonten,
henzelf kennen, maar kennen alleen voor
zoover zij gekend wenschten te worden; de
uiterlijke persoon, die verbeelding was, zou
men kunnen kennen, maar wat betreft de
innerlijke, die werkelijkheid is? Een vreemd
land, waar de kooplieden spraken als vor
sten en de vorsten als kameeldrijvers en de
sakeyh, de waterdrager, een gedicht van
Hafiz kon opzeggen, terwijl het water uit
den zak borrelde. De gehoorzaamheid, de
berusting in de oogen der vrouwen kon
intrige verbergen en wat was er achter de
oogen der mannen, zacht als die der vrou
wen?
„Fenzile, je zegt, dat je mij liefhebt, om
dat ik vriendelijk ben. Heb je mij niet lief,
omdat ik sterk ben?"
„In ieder geval, om alles, lieve Zan".
„Ik ben sterk, weet je, even sterk als je
vriend, Ahmed Ali".
„Natuurlijk, lieve Zan", maar er was
toch geen overtuiging in haar stem. Als
zij begreep, dat er niets was, dat deze wor
stelaar bezat, dat hij niet in meerdere mate
bezat, dan zou het goed zyn, alle attributen
in de wereld zou zij dan in hem kunnen
vinden. Maar zjj dacht, dat de worstelaar
de eenige sterke was. Verduivelde vrou
wen, konden zij het verschil niet begrijpen
tusschen de spieren van een jacht-luipaard
en het gewicht van een zeekoe? Het was
dom, maar het prikkelde hem.
En toen schoot hem een gedachte te bin
nen, waarvan hü voelde, dat zij hem on
waardig was, maar die hij niet van zich af
DE WIJZIGING VAN HET
RIJKSAMBTENARENREGLEMENT.
Het kon. besluit, waarbij wijziging
wordt gebracht in het algemeen rijks
ambtenarenreglement, luidt als volgt:
Artikel 97b van het algemeen rijksambte
narenreglement wordt gelezen als volgt:
1. Aan den ambtenaar kan eervol ontslag
worden verleend, indien, naar het oordeel
van het gezag, hetwelk tot het verleenen
van het ontslag bevoegd is, uit zijne gedra
gingen van een zoodanige gezindheid blijkt,
dat geen voldoende waarbbrg aanwezig is,
dat hij zijn plicht als ambtenaar onder alle
omstandigheden getrouwelijk zal vol
brengen.
2. Een gedraging, als bedoeld in het eerste
lid, is onder meer aanwezig, wanneer een
ambténaar lid is van eeri vereeniging, waar
van onze minister, voorzitter van den raad
van ministers, verklaard heeft', dat zij om
de doeleinden, die zij nastreeft, of de mid
delen, die zij aanwendt, de behoorlijke ver
vulling van zijn plicht als ambtenaar kan in
gevaar brengen of schaden, 'of wanneer hü
op eenigerlèi wijze medewerking of steun
verleent aan een zoodanige vereeniging of
van haar uitgaande actie.
3. Voor een ontslagverleening, als be
doeld in hét eerste lid, is de medewerking
of machtiging vereischt van onzen minister,
voorzitter van den raad van ministers. Deze
is gehouden, te voren het advies in te win
nen van een commissie, bestaande uit vijf
leden en vijf plaatsvervangende leden. Van
de leden wordt één lid als voorzitter en één
als plaatsvervangend voorzitter aange
wezen.
4. De leden en plaatsvervangende leden
van de in het vorige lid bedoelde commissie
worden door ons benoemd, op voordracht
van onzen minister, voorzitter van den raad
van ministers.
5. Op deze commissie is niet van toepas
sing het bepaalde in hoofdstuk IX.
6. Wij stellen regelen vast voor de werk-
wyze van deze commissie.
Aan artikel 115 van het algemeen ryks-
ambtenarenreglement wordt, met vernum
mering van het bestaande tweede en derde
lid tot onderscheidenlyk het derde en vierde
lid, een nieuw tweede lid toegevoegd,
luidende:
2. Ten aanzien van dè bijzondere com-
missiën voor georganiseerd overleg voor de
ambtenaren, ressorteerendè onder het de
partement van defensie, kan door onzen
minister, in overleg met onzen minister,
voorzitter van den raad van ministers, van
het bepaalde in het eerste lid, onder c,
worden afgeweken.
BELGISCH-LUXEMBURGSCHE DAG OP
DE JAARBEURS.
By gelegenheid van den Belgisch-Luxem-
burgschen dag op de Utcechtsche najaars-
beurs bracht gisteren een groote groep
Belgen en Luxemburgers een bezoek aan
Utrecht, o. jljj.
Na een bezoek aan d«abeurs werden zij in
de speciale zitting vajn de Utrechtsche
Kamer van Koophandel door verschillende
sprekers toegesproken, o.m. dr. F. E. Post-
huma en minister Steenberghe.
Aanwezig waren o.a. de Belgische minis
ter van economische zaken, exc. P. Heymans,
mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten,
Nederlandsch gezant te Brussel, de heer H.
Boels, gouverneur van de provincie West-
Vlaanderen en dr. F. E. Posthuma, voor
zitter van de permanente commissie Neder-
land-België-Luxemburg. -
DE ALGEMEENE NEDERLANDSCHE
ZUIVELBOND VERGADERDE.
Moeilijkheden bij den export van
melkproducten naar Engeland.
Onder zeer groote belangstelling werd het
congres van den Algemeenen Nederland-
schen Zuivelbond (F.N.Z.) te Nymegen
gistermiddag om twee uur geopend door den
voorzitter, den heer L. F. Britzel.
Uit de officieele mededeelingen bleek, dat
de boterproductie van 1937 over het alge
meen eenigszins boven die van het vorige
jaar bleef. De boterprys was tot half Mei
bevredigend. Vanaf eind Juli lag onze inter
nationale boterprijs beneden dien van ver
leden jaar. De kaaspryzen lagen over de ge-
heele lyn beneden die Van 1937. De kaas
pryzen werden in het derde kwartaal on
gunstige beïnvloed doof de sterke verlaging
van het Duitsche betalingscontingent.
De melkpoederpryzert bleven evenmin
kon zetten, hoe zeer hij ook trachtte. Wat
wist hij van Fenzile, behalve dat zy jong,
krachtig en schoon was? Niets! Waaraan
dacht zij met die droomerige oogen, groen
als de zee? En vrouwen bewonderden altijd
kracht in een man, en hy was het grootste
gedeelte van den tijd weg, minstens de
helft. En intrige was de adem van het
Oosten.
„O, wees niet gemeen", zeide hy by zich
zelf, maar de af en toe opkomende heete en
schroeiende pyn bleef en de kleine don
kere wolk was in zyn gedachten. Wanneer
zij dicht byeen waren in de zachte scheme
ring, schouder aan schouder, haar oogen
gesloten, haar smalle, kaneelkleurige han
den ineengestrengeld, rees de duistere twy-
fel in hem, en in de vroolyke ochtenden,
wanneer zij haar bloemen rangschikte in
vazen van Perzisch blauw, dan maakte hem
dat zwijgzaam als het graf. En in den
avond,- als zij haar fijn Syrisch borduur
werk maakte, verwekte dat in hem vreem
de aanvallen van bedwongen woede Kon
het mogelijk zyn? Een kermisklantEn
de Duizend en één Nacht begonnen met
Sjah Zamon's koningin en haar liefde voor
een negerslaaf..-..
Als de worstelaar maar weg wilde gaan;
moede werd van het paradeeren en Fenzile
beu zou worden van het glimlachenEn
later zou Campbell lachen
Maar de worstelaar bleef en menigmaal
ontmoette Campbell hem in de straten en
iederen keer bleek dan de overdreven be-
leedigende hoffelykheid van den man van
Aleppo, als hy terzyde ging om den Frank
te laten voorbygaan. £r lagen vyandigheid
en minachting in zyn gesluierde oogen, er
was nonchalance in het ruiken aan de roos
Kunt U dat steeds contrólaeren
Als U een Heemaf hebt, wel. Door mid
del van een oranje dop is de zuigwerking
te controleeren. Dus:-
„Oranje boven en alles is in orde".
Hij zuigt niet alleen het stol ui» Uw tapijt,
maar ook het scherpe stoizandl
Alleen de Heemal beeft een motor zon-
der koolborstels. Radiostoring uitgaaio*
ten! Vraagt U een demonstratie?
Langestraat 24, 76, Achterstraat, Houttll, Alkmaar. Telefoon 4170,
constant. De prys van vette poeder blijft
thans nog belangrijk beneden dien van ver
leden jaar.
De regeling van den gecontingeerden ex
port zal nauwkeuriger moeten geschieden,
gezien de moeilykheden, welke men in
Duitschland ontmoet. Een oplossing za!
moeten worden gezocht in een betere orga
nisatie der belanghebbenden op het gebied
van den export. Eenige steun van de over
heid zal daarby niet kunnen worden ge
mist.
De export van melkproducten naar Enge
land ondervindt groote moeilykheden door
de negatieve houding der Engelsche regee
ring. In Engeland wil men de Engelsche
melkproducten-industrie op de heen helpen
dat beteekent een gevaar voor onzen
export.
Er is thans door de N.Z.C. gezien nog
andere uitvoermoeilykheden een commis
sie ingesteld om de moeilykheden inzake
export o.m. naar Engeland en contin-
genteering te onderzoeken.
Het bestuur der F.N.Z. overweegt het
weder instellen van centrale boterkeurin-
gen om daardoor te kunnen bevorderen de
uniformiteit by de bondsboterkeuringen.
Onder leiding der commissie voor textiel-
caseïne en melkwol is gedurende dezen
zomer in een bedryf van textiel caseïne ge
maakt en gedroogd en deze commissie is
daardoor in het bezit gekomen van de noo-
dige ervaring en gegevens, welke voor de be
reiding van dit product van groot belang
kunnen blyken te zyn. De commissie zal
binnenkort haar eerste rapport over het
organisatorische en technische deel van haar
werk aan het bestuur uitbrengen.
Na deze mededeelingen hield dr. ir. H. J.
Frankema zyn rede over de productiekosten,
welke wij reeds gisteren opnamen.
DE UITVOERING VAN DE
TRANSACTIE DETERDING.
Algeheele overeenstemming
verkregen.
Dezer dagen heeft naar aanleiding van de
nog bestaande verschillen inzake de uit
voering van de z.g. „transactie Deterding"
een bespreking plaats gehad, waarby tegen
woordig waren de ministers dr. Colijn en
mr. Steenberghe en de heeren dr. Deterding
en ir. Louwes.
Zooals men weet, ging het hierby vooral
om de vraag, of kon worden aangenomen,
dat de eerste besprekingen van den heer
Deterding met de Nederlandsche regeering
in dien geest waren gevoerd, dat dr. Deter
ding met recht aanspraak kon maken op be
rekening van de laagste pryzen voor het
buitenland.
In vorengenoemde bespreking is komen
vast te staan, dat de zienswyze van den heer
Deterding in deze juist is geweest.
Doordat een afspraak in dezen geest aan
de uitvoerende instantie, het toenmalige
departement van landbouw en visschery en
de daaronder ressofteerende crisiscentrales,
niet bekend was, heeft zich het misverstand
voorgedaan.
Men is by deze bespreking tot algeheele
overeenstemming gekomen. Ook wat betreft
het eenige nog resteerende practische ver
schilpunt.
Op verzoek van dr. Deterding worden in
dit stadium daaromtrent geen verdere me
dedeelingen verstrekt.
en Campbell liep yzig kalm voorby, alsof
de man er niet was, maar voortdurend
kookte hem het bloed. Maar wat kon men
doen? Men kon toch geen scène maken ten
aanschouwe van het gepeupel van Syrië?
En daarbij, er was te veel kans om een mes
in den rug te krygenFranken waren
goedkoop in dezen tyd en het zou worden
geweten aan den oorlog van de Drusen...
Hy mocht met zichzelf redeneeren, zoo
veel hy wilde, het was onverdraaglyk. Het
was dwaas, het was onverdraaglyk. Te
denken, dat iemand anders dat welriekende
haar zou stryken, dat een ander de palm
van die smalle hand zou kussen, dat een
ander die slanke, lieve schouders zou
zien... Was hy jaloersch? Neen, geprikkeld
alleen, zoo maakte hy zichzelf wys; was
hÜzelf op haar verliefd? Natuurlyk niet, zy
was hem niet na genoeg daarvoor. Waarom
dan?
O, vervloekt, hy wist niet waarom, maar
het was eenvoudig onverdraaglyk
XI.
De bark lag op'de reede, de lading be
zorgd, de Levantynsche loods aan boord
De wind woei voorlyker dan dwars uit het
Noorden en alles was gunstig. En als hij
thuis kwam in Liverpool, had hy het plan
om een paar weken in Ulster door te
brengen. De wegen daar zouden tintelen
van de vorst en de prettige maan van Ul
ster zou vol zyn. De velden zouden büna
zwart en kaal zün als een plank en er zou
op hazen gejaagd worden.
Novembermist en roode en bruine hoo
rnen! Ha! Stoer Ulster, prettig Ulster!
Hy moest zich gelukkig gevoeld hebben,
Het Zweedsche motorschip „Nippon" is
vannacht naby het vuurschip „Wande
laar" in aanvaring geweest met een
onbekend vaartuig. Het motorschip is
gezonken.
Het schip was op weg van Antwerpen
naar Rotterdam. De bemanning schünt
gered te zün.
Althans zün 20 personen, waaronder
de eerste officier, in Zeebrugge geland
en zün 27 anderen, onder wie de kapi
tein, aan boord genomen van den sleep
boot „Goliath", welke zich thans op
weg naar Vlissingen bevindt.
Omtrent de toedracht der aanvaring wordt
het volgende vernomen:
De „Nippon" is eerst in aanvaring ge
weest met een onbekenden, doch vermoede-
lük Belgischen, treiler, welke gezonken is,
en vervolgens met het Fransche stoomschip
„Aisne", dat op weg was van Le Havre naar
Antwerpen. De „Aisne" heeft zün reis kun
nen voortzetten en is vanmorgen om 7.45
uur, met een ingedrukten voorsteven, Vlis
singen gepasseerd.
De gezonken „Nippon" was op reis van
Yokohama naar Antwerpen en Rotterdam.
BOERDERIJ AFGEBRAND BIJ
WOUBRUGGE.
Inboedel grootendeels verloren.
Vanmorgen brak brand uit in de boerdtry
van A. C. van Santen te Ofwegen onder de
gemeente Woubrugge.
De brand breidde zich door den westen
wind snol uit De brandweer van Wou-*1
brugge kon tegen het vuur weinig -ttit-f
richten. De geheele boerderü met een groot
gedeelte van den inboedel werd een prooi
der vlammen.
Een hooiberg en een vlak naast de boer
derü gelegen arbeiderswoning konden be
houden worden.
De oorzaak van den brand is nog niet
bekend.
BRAND BIJ TEOLIN-FABRIEKEN
TE BREDA.
Belangrijke schade.
In den afgeloopen nacht om twee uur
werd brand ontdekt in de expeditie en
opslagplaatsen van de bekende Teolin-
fabrieken der N.V. Vernis- en Verfwaren-
fabrieken voorheen J. Wagemakers en Zn.
aan de Molengrachtschestraat te Breda.
Ofschoon de brandweer spoedig ter
plaatse was, bleek het onmogelyk iets
tegen de vuurzee uit te richten, zoodat de
expeditie en werkplaatsen geheel uit
brandden. De brandweer, die met volledig
materiaal aanwezig was, slaagde er echter
in. de fabrieksgebouwen te behouden.
Omstreeks vüf uur was het gevaar voor
uitbreiding van den brand geweken. Om
tien uur waren echter de brandende olie,
lakken en verf nog één vuurzee. De ge-
neele voorraad is verloren, waardoor de
schade in de tonner, loopt.
De oorzaak van den brand is nog niet
bekend. Alles was verzekerd.
terwyl hü door de straten van Beiroet liep
op weg naar het schip, nu hü zün aangeno
men land verliet voor zün geboorteland en
de aardige Fenzile verliet voor de gevatte
scherts van zün eigen landslieden. Een kor
ten tijd Ulster en dan zou hü weer terug-
keeren. Iemands hart zou opspringen van
de heerlijkheid van de wereld, de stoute
lijn van Ulster en de overdadige kleur van
Syrië, de oprechte, koppige menschen van
Ulster en de warmte van Fenzile...
Hij had zoo hartelük afscheid moeten
nemen. „Binnen korten tüd, liefste, zal ik
terug zün en mün hart zal spreken tot je -
beide groene oogen". „Ja, Zan, Ik zal er
zyn Maar hü was koppig weggegaan. En
enzile had hem nagestaard met trillende
ip. O, vervloekt zü hüzelf om zü'n achter-
.°m er8ernig en vervloekt zü de
ydele Arabische dwaas om die op te wfk-
ken v a
O!,-als hü dien kerel maar eens aanboord
vanjün-achip had» En plotseling ontmoette
n« hem met-zün geleide en volgelingen. D«
worstelaar ging met zün brutalen glimlach
op,zti en Gampbell's woede brak los:
,-,Luister, o zeker iemand", zoo beleedlg-
de hy den man van Aleppo, „er is een straat
in Beiroet, waarvan het mü niet aanstaat,
dat gy er doorloopt".
„Wil de vreemde heer mü vertellen",
sprak de worstelaar langzaam, terwül hü
aan zyn roos rook, „wie een Moslem zal
beletten door een Moslemsche straat te
loopen?"
„Ja. dat zal Ik!" De Syrlërs van Ahmed
Ali s gevolg schaarden zich glimlachend om
hen heen.
(Wordt vervolgd).