DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Zaterdag valt de beslissing „Benesj zal den Sudeten-Duitschers de vrijheid geven of wij zullen haar halen Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. ïranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer J 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 227 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 27 September 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Heel de wereld luisterde met spanning naar Hitiers groote rede. Hitier heeft geen nieuwe eischen gesteld en al is de beoordeeling van zijn rede in tal van landen geheel verschillend, men mag aannemen, dat zij geen nieuwe complicaties heeft veroorzaakt. Hoe men er in het buiten land over denkt. Chamberlain spreekt vanavond. ALKMAARSCHE COURANT Het was gisteravond om kwart over acht of de stad was uitgestorven. Alkmaar leek een doode stad en het was zelfs opmerke lijk, dat men op straat bijna geen auto's zag rijden. Vrijwel alle Alkmaarders zaten thuis en luisterden bij de radio naar de groote rede van Hitier. En zooals het in Alkmaar was, zoo ging het in heel ons land in steden en dorpen en overal waar menschen wonen en radiotoe stellen bestaan. Zoo ging het niet alleen in Nederland maar in heel Europa, in alle we- relddeelen, in alle landen der aarde waar men belang stelt in de Europeesche proble men. En heel de wereld luisterde in groote spanning naar één man, een man die uit het hoofd sprak en ditmaal, dank zij de tech niek en dank zij den ernst van den toestand, een gehoor had zoo enorm als nooit voor hem een spreker heeft kunnen krijgen. Hitier sprak, de oude frontsoldaat die in den grooten wereldoorlog een onbeteeke- nende figuur was. Hij sprak nu als Rijkskan selier van Duitschland en bovenal als Führer van het Duitsche Volk, dat hij zegt opgeheven te hebben van een willoos en onmachtig volk in 1918 tot een krachtig, welbewust en welbewapend volk in 1938. Het is een beangstigende gedachte, dat door de uitzonderlijke positie van dezen Führer, van dezen man die als dictator practisch zonder parlement regeert, de we reldvrede afhankelijk is van één enkelen man, van een kleine groep hem omrin gende geestverwanten, van zijn persoonlijke inzichten en stemmingen. De machtigen der aarde kunnen confereeren, maar de beslis sing blijft bij den Duitschen dictator die voor den luidspreker niet den indruk maakt, dat zijn besluiten in alle kalmte en gemoedsrust worden genomen. Dat het gis teravond in het Berlijnsche Sportpaleis een demonstratie voor de wereld is geweest lijdt geen twijfel. Minister Göbbels had dat alles in scène gezet en men kon van te voren begrijpen, dat er een publiek bijeen zou zijn, dat den Führer zou toejuichen en hem trouw en volgzaamheid zou beloven bij alles wat hy zou zeggen. En toen de rede was uitgesproken zal men ongetwijfeld in alle landen waar men ze gevolgd heeft met groote vol doening geconstateerd hebben, dat Hit- Ier niets gezegd heeft waardoor een oorlog volkomen onvermijdelijk moet zijn, dat hij integendeel wat meer ruim te voor het vinden van een oplossing heeft gelaten door te bepalen, dat de bezetting der opgeëischte gebieden niet door Duitsche troepen behoeft te ge schieden, maar dat ter handhaving van orde en veiligheid het „Britsche le gioen" daarmee belast kan worden. Hij heeft daarbij toegezegd, dat Duitschland, nadat men in Praag alle minderhedenproblemen zal hebben op gelost bereid zal zijn het resteerende gebied te garandeeren. Met de inwilliging van de gebiedsher- ziening in Bohemen zullen Duitschlands territoriale eischen in Europa vervuld zijn en zou er dus een toestand van rust en evenwicht in Europa intreden waar door aan de nerveuse spanning en den bewapeningswedloop in Europa een einde kan worden gemaakt. Wij laten hier thans de voornaamste bij zonderheden volgen. Een woord van minister Göbbels. In het Berlijnsche Sportpaleis waar marschmuziek de aanwezigen tot de komst van den Führer had bezig gehouden, heeft minister Göbbels de bijeenkomst in, zooals hij het noemde de oude historische kamp plaats van de nationaal-socialistische bewe ging, geopend. In dit beslissende uur, aldus de minister tot den Führer, is uw volk eensgezind en vastberaden om u verzameld. Op uw volk kunt ge u verlaten, zooals dit volk zich op u verlaat. Het staat als één man vastbeslo ten achter u. Vaak hebben wy het in de groote uren der natie gezegd en gezworen en nu, in de stonde van de ernstige beslis sing herhalen wy het: Leider beveel, wy volgen. Wij .groeten u, mijn Führer, met on zen ouden strijdroep: Adolf Hitier, Sieg Heü. Hitier spreekt. Hitier herinnerde er aan, dat hij op 22 Februari voor de Duitsche Rijksdagafge vaardigden voor de eerste maal een princi- pieelen eisch van onafwysbaren aaid had gesteld en zijn gelofte van toen is ingelost. Ten tweede male sprak ik, aldus Hitier, voor het partijcongres in Neurenberg over denzelfden eisch, thans spreek ik tot het volk zelf, zooals ik dat deed tijdens onzen grooten strijd en ge weet wat dat betee- kent. Op dit oogenblik spreekt het Duit sche volk en als ik nu tot dit volk spreek, weet ik, dat het geheele mil- lioenenvolk met mij instemt. Het vraag stuk dat ons bezig houdt en ten diepste beweegt is u bekend. Het heet niet eens zoozeer Tsjecho-Slowakije, maar de heer Benesj. (Foei-geroep). In dezen naam vereenigt zich alles wat millioenen menschen thans beweegt en met fanatieke vastberadenheid vervult. De buitenlandsche politiek is in tegenstel ling tot die van vele democratische staten gebonden aan een wereldbeschouwing, die gericht is op de handhaving van het Duit sche volk. Wy willen geen andere volken onder drukken. Onze buitenlandsche politiek is niet vaag, zij heeft het belang van het Duit sche volk en zijn handhaving op de wereld ten doeL Het Duitsche volk heeft eens geloofd aan zelfbeschikkingsrecht en het resultaat was het verdrag van Versailles. Men heeft onze wapens gestolen, ons mis handeld en ons vijftien jaar lang gekweld Wanneer Duitschland toch weer vrij en sterk is geworden, dankt het dit uitsluitend aan eigen kracht want andere landen heb ben slechts getracht ons zoo lang mogelijk te onderdrukken. Wij hebben geen haat tegen andere volkeren en verlangen niet naar wraak, want verantwoordelijk kan men slechts stellen een kleine internationale bende winstmakers die voor niets terug deinzen. Vervolgens gaf Hitier een exposé van alles wat hij tot beperking der bewape ning had voorgesteld en wat van de hand was gewezen. Toen gaf ik het bevel de weermacht zoo sterk mogelijk te maken en wy heb ben onze bewapening voltooid en zyn zoo sterk als de wereld nog nooit heeft gezien. (Heilgeroep.) Ik heb de laatste jaren milliarden uitgegeven voor moderne bewapening van een nieuw leger en mijn vriend Göring bevel gegeven een luchtwapen te scheppen, dat ons tegen eiken aanval kan beschermen. Desondanks heb ik de politiek van bewa peningsbeperking voortgezet en een prac- tische vredespolitiek gevoerd. Ik ben zelf frontsoldaat, ik weet hoe hard een oorlog is eö dat wilde ik het Duitsche yolk besparen, Hitier ging vervolgens na, hoe hij tot vriendschap met Polen is gekomen, wat niet gelukt zou zijn als Polen een democratie volgens Westersche opvattingen was geweest, want de vredesphrasen van de democraten zijn in werkelijkheid ophitsing tot den oor log. (Gejuich.) In Polen kwam een overeenkomst tot stand met één man. Men kon aan 33 mil lioenen menschen niet den toegang tot de zee ontzeggen en er is een weg gevonden. Dat was een grootsche daad en van veel meer beteekenis dan het geklets in het vol kenbondspaleis. Wij hebben ook de staten in het Westen een onaantastbaar gebied gegarandeerd en het is een feit, dat steeds meer volken zich ontdoen van de waanzinnige Volkenbonds verplichtingen. Ik heb een accoord met Engeland aange gaan om niet meer over te gaan tot een vlootconcurrentie. Doch er is één voorwaarde: 't gaat niet aan, dat de eene partij zegt: ik wil nooit meer oorlog met u voeren, aangezien ge uw vloot tot 35 beperkt, en later verklaart: ik wil toch weer oorlog. Dat is onmogelijk. (Gefluit.) Ik ben nog verder gegaan. Ik heb Frankrijk direct na de teruggave van het Saargebied verklaard, dat er geen geschillen meer tusschen onze beide volken bestaan. Ook niet wat Elzas- Lotharingen betreft. Wij meenen, dat de bewoners van die provincies het ge lukkigst zyn, als er om hen niet meer wordt gevochten. Wij willen geen oorlog met Frankrijk, wij verlangen van Frankrijk niets, in het geheel niets. (Toejuichingen.)) Wij zyn twee groote volken, die het beste kunnen werken en leven als zij samen wer ken. (Gejuich.) Duitschland en Italië kwamen spoediger tot overeenstemming en voor een groot deel is dat de verdienste van den grooten man, dien het Italiaansche volk als leider heeft. Er is een as gevormd door twee volken die dezelfde wereldbeschouwing hebben en elkaar vonden in een niet te verbreken vriendschap. Maar nog 20 millioen Duitschers bevonden zich buiten onze grenzen in twee groote ge sloten gebieden en wilden naar hun vader land terug. Ik had niet recht voor u te staan, wanneer ik hen nog een dag aan hun lot overliet. Het Duitsch-Oostenrijksche volk is naar het Ryk teruggevoerd en thans staat voor ons het laatste probleem, dat geregeld moet worden. Het is de laatste territoriale eisch, dien wij in Europa hebben te stellen en een eisch waarvan ik niet zal afwijken. In 1918 zyn door onverantwoordelijke staatslieden in Midden-Europa nieuwe sta ten gevormd, waarbij men geen rekening hield met historie, oorsprong der volkeren en nationalen wil en daaraan dankt Tsjecho- Slowakije zijn bestaan. De heer Benesj debiteerde destijds de leu gen, dat er een Tsjecho-Slowaaksche natie bestond en de staatslieden van dien tyd heb ben niet gezien, dat de Tsjechen niets van de Slowaken moeten hebben en omgekeerd. Tegen het principe van het recht van zelfbestemming moesten er nog 3millioen Duitschers bij, en dan nog Hongaren, Roe- thenen en Polen. De staat is niet in kantons verdeeld, maar kreeg een terreurrégime en de Duitschers werden onderdrukt, want Benesj was be sloten alles wat Duitsch was uit te roeien. Van dezen staat die onze industrie be dreigde bediende zich het bolsjewisme om een kanaal te verkrijgen naar Midden- Europa. Thans maakt Benesj zyn menschen tot volksverraders en landverraders. Deze terreur kunnen de democratische landen niet ontkennen. Nergens is onder de Duit schers het aantal werkloogen en zelfmoor den zoo groot dan in het land van den heer Benesj. Twintig jaar lang hebben wij dat weer loos moeten aanzien, maar alles wat er hier geheurde raakte de werelddemocratieën niet. Benesj rekende op den steun van Frank rijk, Engeland en Rusland. Toen stelde ik te Neurenberg mijn eisch. Het was een zeer duidelijke eisch: ik heb toen voor het eerst gezegd, dat thans eindelijk na twintig jaar ook voor deze 3 millioen menschen het zelfbe schikkingsrecht moest gelden. Weer antwoordde Benesj met nieuwe moor den en nieuwe arrestaties. De Duitsche bevolking zag zich tot vluchten genood zaakt. Hitier sprak vervolgens over zijn grooten vriend Benito Mussolini. Wat hij in dezen tijd gedaan heeft en de houding, die het Italiaansche volk heeft aangenomen, zullen wij niet ver geten. En als later de noodzakelijkheid zich zal voordoen, zal ik voor het Duit sche volk treden en het zeggen eenzelf de houding aan te nemen. Ook dan zul len zich niet twee staten, maar één blok verdedigen. Na 22 Februari begon er nog grooter ter reur in Tsjecho-Slowakije en er volgde mili taire bezetting van de Duitsche gebieden. De brutale leugen, dat Duitschland gemobi liseerd had moest dienen om de Tsjechische mobilisatie te bemantelen en te motiveeren. Ik heb Chamberlain de eenig mogelijke oplossing voorgelegd. Ik heb gezegd, dat ik niet bereid ben werkloos toe te zien hoe deze 3% millioen Duitschers mishandeld worden. En inderdaad hebben Engeland en Frank rijk aan Tsjecho-Slowakije geraden de Duit sche gebieden aan het Rijk af te staan. Benesj gaf toe maar tegelijkertijd ver dreef hij duizenden der bevolking en het vluchtelingencijfer is reeds tot 214.000 ge stegen. Landstreken zijn ontvolkt en dor pen platgebrand. Wanneer iemand twintig jaar lang een dergelijke schande en een dergelijk onrecht aangezien heeft, kan men hem er niet van beschuldigen, dat hy belust is op oorlog. Benesj treedt op voor ze ven millioen Tsjechen, maar hier staat een volk van 75 millioen. Ik heb thans een memorandum met een laatst, definitief Duitsch voorstel ter beschikking van de Britsche regee ring gesteld. Dat voorstel is niets an ders dan de verwezenlijking van datge ne, wat de heer Benesj, reeds heeft be loofd. De inhoud van dat voorstel is eenvoudig. Elk gebied, dat volgens zijn bevolking Duitsch is en volgens zijn wil naar Duitschland wil, komt thans naar Duitschland. (Langdurig gejuich; Sieg Heil-geroep). En wel niet pas wanneer het den heer Benesj misschien gelukt is, een tot twee millioen Duitschers te verdrijven, maar thans, en wel direct. (Langdurige toejuichingen). De definitieve grensvaststelling heb ik overgelaten aan de uitspraak der daar wo nende volksgenooten en het Saarstatuut als basis voor de volksstemming gekozen. Ik heb toegegeven slechts in eenige gebieden de volksstemming te laten houden en mij zelfs bereid verklaard deze door een inter nationale commissie te laten controleeren. Ik wilde de vaststelling der grens aan een Duitsch-Tsjechische commissie overlaten en heb mij op verzoek van Chamberlain bereid verklaard tijdens de stemming de Duitsche troepen terug te trekken en het Britsche legioen, dat zich had aangeboden, de orde in het ge bied te laten handhaven. Een internationale commissie zou de definitieve grens kunnen vaststellen. Het memorandum is niets anders dan de prac- tische uitvoering onder internationale ga rantie van wat de heer Benesj heeft beloofd. Ik heb na alle leugens verlangd, dat de heer Benesj, na twintig jaar eindelijk tot de waarheid wordt gedwongen. Hij zal ons op 1 October dat gebied moeten overgeven. De heer Benesj hoopt op de wereld, maar nu staan er twee mannen tegenover elkaar, ginds de heer Benesj en hier ben ik. (Daverende toejuichingen en Sieg Heil-ge roep). Toen de heer Benesj rondzwierf deed ik als fatsoenlijk soldaat mijn plicht en thans sta ik voor dien man als soldaat van mijn volk. Ik heb den heer Chamberlain verzekerd, dat het Duitsche yolk den yrede De Engelsche minister-president Cham berlain zal vanavond te 8.20 Amst. tijd voor alle zenders een rede houden over den internationalen toestand. Hij zal spreken in zijn werkkamer in Downing- street. Benesj wil, maar er zyn grenzen, die men niet kan overschrijden. Ik heb hem verzekerd, dat, wanneer dit probleem is geregeld, er voor Duitschland in Europa geen territoriale eischen meer zyn. Ik heb verzekerd, dat op het oogen blik, dat Tsjecho-Slowakije ook dë pro blemen met de andere minderheden op vreedzame wijze heeft geregeld, de Tsjecho-Slowaaksche staat ons niet meer interesseert en voor mijn part door ons gegarandeerd kon worden. Wij willen in het geheel geen Tsjechen. Ik wil echter voor het Duitsche volk verklaren, dat ten aanzien van het Su- deten-Duitsche probleem mijn geduld thans ten einde is. Ik heb den heer Be nesj een voorstel gedaan, dat niets an ders is dan de verwezenlijking van wat hijzelf heeft toegegeven. Hij heeft thans vrede of oorlog in de hand. Hij zal öf het aanbod accepteeren en den Duit schers eindelijk de vrijheid geven, of wij zullen die vrijheid gaan halen. (Langdurig gejuich.) Men heeft mij nooit kunnen verwijten dat ik laf geweest bent. Ik ga aan de spits van myn volk als zijn eerste soldaat en achter mij marcheert een volk, dat anders is dan het volk van 1918. Wij laten ons niet meer door democraten beïnvloeden. Het geheele Duitsche volk zal mijn wil als den zijne beschouwen zooals ik in de toekomst zijn lot als het mijne zal be schouwen. Een schare van strijdende man nen en vrouwen volgt mij, man voor man en vrouw voor vrouw. Op dit oogenblik, nu wij allen plechtig een gemeenschappelijken wil hebben, zullen wij sterker zyn dan elke nood en elk gevaar. En wanneer die wil sterk is zullen wij dien nood en dat gevaar trotseeren. Wy zijn vastbesloten en de heer Benesj kan thans kiezen. Göbbels Na de geweldige toejuichingen en het Sieg Heil-geroep dat op de rede volgde, heeft minister Göbbels den Führer ver klaard, dat het Duitsche volk als één man achter hem staat en zal weten te handelen. Het volk zal als de Führer het roept ten strijde trekken om de eer van de natie te verdedigen. Nooit zal dat, wat in 1918 ge beurde, herhaald worden. Met een Heil Hitier, door duizenden geest driftig herhaald en het zingen van de volksliederen werd de massa-bijeenkomst gesloten. Zie verder pagina 1 van het 3e blad en Laatste Berichten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1