E WIND BLAAST. ST. PANCRAS HONIG'sKEUKENSTROO Een drama te Rotterdam. Poging tot moord en zelfmoord. In 1798 begon de geschiedenis ALKMAARSCHE COURANT 2 TWEEDE BLAD. Qemeetüecaden De gemeente boerde goed over het jaar 1937. Ter raadsvergadering van gistermiddag waren alle leden aanwezig. De voorzitter, burgemeester Kroonenburg, sprak bij de opening met groote waardeering over de wijze waarop de bevolking dezer gemeen te feest heeft gevierd ter herdenking van het 40-jarig regeeringsjubileum. Dank bracht spr. ook aan de commissie, die de regeling van de feesten heeft gehad. De voorzitter sprak ten slotte de hoop uit, dat H.M. nog vele jaren zal mogen regeeren. De notulen van de vorige vergadering werden, na door den burgemeester-secre taris te zijn gelezen, goedgekeurd. De voorzitter deelde nog mede, dat de heer Wiering, die het bouwterrein van het Otterplaatje wenschte te koopen, daar van afzag wegens de door den raad voorge stelde voorwaarden, welke hij te bezwaarlijk achtte. Ingekomen stukken. Ingekomen waren verschillende besluiten van Ged. Staten, waarbij o.a. werden goed gekeurd de gemeenterekening voor 1936 en de begrooting voor 1937. Van den minister van sociale zaken kwam de mededeeling, dat hij niet kon instemmen met verhooging van het uurloon in werkverschaffing met twee centen, maar dat hij toestaat de ver hooging één cent te doen zijn, hoewel ook dat zelfs economisch niet te verantwoorden werd geacht; bij regenverlet mag 21 cent worden uitgekeerd; het gewone uiïrloon zal nu 26 cent bedragen. Verder waren nog in gekomen eenige jaarverslagen. Al deze stuk ken werden voor kennisgeving aangenomen. Aankoop gaskachels. Devoorzitter deelde mede, dat de directeur der lichtbedrijven een aanbieding van de fa. Stokvis en Zonen had ontvangen betreffende gaskachels. Het was een zeer yoordeelig aanbod geweest en B. en W. wa ren er dan ook op ingegaan door vier gas kachels te koopen ten behoeve van de ver warming van het verbouwde raadhuis. Zij kosten samen 196 plus de provisie, terwijl andere prijscouranten waren ontvangen, yolgens welke de prijs moest zijn 440; de genoemde firma ruimde de bedoelde gas kachels op, omdat zij met zoogenaamd „ronde leden" zijn gemaakt, terwijl, men tegenwoordig ander model vraagt. Voor do tot dusver gebruikte kachels heeft de bur gemeester reeds een andere bestemming ge vonden, zooals hij mededeelde op een vraag van den heer van Kampen. De aankoop werd goedgekeurd. Diepspitten enz. De werkverschaffing voor diepspitten en verversehen van grond in kassen waé nog niet goedgekeurd. Verlenging van de bag- gerregeling was niet goedgekeurd. Er moes ten nieuwe begrootingen worden apemaakt en alle te verrichten werken moesten wor den opgegeven. Zoo was er nu totaal* opge geven 1375 meter sloot en 9500 halve, pra- imen bagger. De begrootingen waren opge maakt door de Heide-Maatschappij en ter goedkeuring doorgezonden naar den minis- tér. De voorzitter hoopte nu maar, dat die goedkeuring spoedig zal komen. Deze mededeeling werd voor kennisgeving aangenomen. Een batig saldo over 1937. De commissie tot nazien der gemeente rekening 1937 en der lichtbedrijven even eens van 1937 deelde bij monde van den heer van Kampen mede, dat zij alles had na gezien en geen bemerkingen had en derhalve voorstelde de rekeningen goed te keuren. Alzoo werd besloten. De gemeenterekéning sluit voor den gewonen dienst met een batig saldo van 1794.48 bij een uitgaaf van 75387.04 en een ontvangst van 77181.52; de gasfabriek gaf een batig saldo van 530.98, het electriciteitsbedrijf een dito van 10016.64 (deze beide voor de gezamen lijke gemeenten.) De noordelijke grens van de nieuwe begraafplaats. De voorzitter deelde mede, dat de landmeter bij zijn bezoek aan de gemeente had ontdekt, dat de grensscheiding tus- schen de geref. kerk en de nièuWe begraaf plaats niet op de juiste plaats is aangegeven, zij staat op het terrein van de kerk. Spr. had met de aangrenzende belanghebbenden een regeling kunnen treffen, waarbij de schei ding heelemaal recht zal worden getrokken. De daarvoor noodige acte van dading weid op spr.'s voorstel door den raad goedge keurd. De uit deze regeling voortvloeiende kosten (zij zullen slechts weinig bedragen) zullen voor rekening der gemeente worden genomen, omdat zij in dezen ook partij is. Een onvoleindigd debat over zand verstuivingen. Er is in deze vergadering nog weer lang durig gesproken over een in de vorige bij eenkomst aangehouden adres van eenige ingezetenen, die vergoeding verzochten van de schade, welke zij hadden geleden in den afgeloopen zomer tengevolge van door stor men veroorzaakte zandverstuivingen. Dat zand was naar hun meening van de nieuwe begraafplaats gekomen, zoodat de gemeente voor de schade aansprakelijk werd gesteld. De voorzitter was het met deze redeneering niet eens, want, zei hij, we heb ben hier te maken met de gevolgen van het optreden van natuurkrachten, waartegen we niets vermogen uit te richten. Zouden we de schade vergoeden, dan zouden we een ernstig precedent scheppen. Maar bovendien is het nog lang niet zeker, dat de begraafplaats de oorzaak is, want het heeft op de in het adres genoemde dagen overal erg gewaaid en overal hebben zandverstuivingen plaats ge had. Als de begraafplaats niet toevallig aan de gemeente behoorde, zou men waarschijn lijk bij niemand hebben aangeklopt om ver goeding. Spr. noemde gevallen, waarbij men zich zonder meer had neergelegd bij schade, veroorzaakt door zandverstuivingen. Zou de raad besluiten tot het geven van vergoeding, dan was daarmee erkend dat de oorzaak lag aan een werkobject van de gemeente en dit zou vérstrekkende gevolgen kunnen hebben, als één der belanghebbende soms niet tevre den zou zijn met de hem toegekende vergoe ding en dan een proces zou beginnen. De gemeente zou dan zeer zwak staan, omdat zij bij voorbaat reeds had erkend schuldig te zijn. Spr. had den opzichter van de Heide- Maatschappij om zijn meening gevraagd en deze had gezegd, dat de begraafplaats niet de oorzaak was, want het zand was van de Zuid gekomen. De heer Wagenaar vroeg of in de wet niets over zoo'n kwestie staat, waarop de voorzitter antwoordde, dat hem daar van niets bekend was. Wel wist hij, dat een particulier er niet aan zou denken schade vergoeding te geven. De heer W a g e r. a a r, die deel uitmaakte van de raadscommissie voor onderzoek naar de oorzaak, zei, dat hij van meening was, dat de begraafplaats zeer zeker wel méé oor zaak was, maar of er termen bestaan voor vergoeding betwijfelde.hij. Weth. Lek had de zaak ook bekeken en was tot de conclusie gekomen, dat hier over macht in het spél was. Wel is zeer aanneme lijk gemaakt, dat-het zandvan de achterzijde van hét kerkhof kwam, zoodat een kleine tegemoetkoming üit billijkheidsoverweging gen'gegeven* zou kunnen* worden.Of dat echter noodzakelijk is, zou spr. niet durven zeggen. De heer Jb. D u ij f geloofde niet, dat het zand van de begraafplaats was gekomen, want er was op de terreinen, welke schade leden, een breede strook ondergestoven en dat zou niet het geval zijn geweest als het kerkhof de oorzaak was. Bovendien waren er stukken, die geheel waren „uitgestoven" en zij zouden juist ondergestoven zijn in dien de oorzaak lag bij het gemeentelijk terrein. De heer vanKampen nam aan, dat het kerkhof wel zeer gestoven zal hebben en hij had verwacht, dat B. en W. zouden hebben onderzocht hoe groot de schade was. Devoorz itter antwoordde, dat één der onderteekenaren van hét adres terstond reeds had gesproken van 150 schade, on geacht wat er nog bij zou komen. Maar met de kwestie mag de gemeente zich niet in laten. Gedeputeerden zouden zeker een uit gaaf van de gemeente in dezen niet goed keuren en opmerken, dat er elk jaar ver stuivingen plaats vinden op verschillende akkers. Wat dit betreft, wees spr. nog op het land van Timmerman, dat ook heelemaal „verstoof". En dan zei spr. nog, dat Voor een vergoeding als gevraagd geen bedrag op de begrooting staat, zoodat die geregeld zou moeten worden bij suppletoire begrooting. Wethouder D u ij f zei, dat B. en W. voor stellen geen vergoeding te geven en zk dus niet verplicht hadden geacht een on ei- zoek te doen, zooals door den heer van Kampen gewaagd werd. Wethouder Lek merkte op, dat hij va zijn afwijzend standpunt was teruggekomen en het nu billijk vond om toch wel iets e doen. De heer Kloosterboer was met den heer Lek eens, dat eenige vergoe ding wel wenschelijk was. De heer Jb. D u y f zei, dat wel al sinds vijftig jaar herhaaldelijk verstuivingen voor komen, maar nooit is er bij iemand vergoe ding gevraagd voor de daardoor geleden schade. Hij geloofde ook niet, dat ooit schade is vergoed, veroorzaakt door verstuivingen uit de zandmennerij. Er werd nog eenigen tijd over dit onder werp doorgepraat, totdat de voorzitter van oordeel was, dat er genoeg over gezegd was en dat men nu wel over de zaak kon stemmen. De beide heëren Duijf spraken zich uit tegen het geven van vergoeding, maar de heer Wagenaar wilde blanco stemmen, waarmee de voorzitter zich niet kon vereenigen en toen hij den heer W. niet kon bewegen zijn stem èf vóór óf tegen vergoeding te geven, stelde spr. voor om Ged. Staten te vragen wat in dezen zou moeten gebeuren, 't Zou dus worden een te voren vragen van het standpunt van het col lege, dat anders na de gevallen zou hebben te bellissen. De heer Kloosterboer vond een dergelijken gang van zaken niet zuiver en de wethouder D u ij f zei, dat hij nog tegen het geven van vergoeding zou zijn ook al zouden Ged. Staten er hun goedkeuring aan hechten. Ten slotte werd het nieuwe voorstel van den voorzitter zonder stemming aange nomen. De leerlingenschaal. B. en W. stelden voor om afwijzend te be schikken op het bekende verzoek der onder- wijs-organisaties aan de regeering tot ver laging der leerlingenschaal. Wethouder Lek had een minderheid ge vormd in het college en was vóór het be tuigen van adhaesie. Het onderwijs kan in de tegenwoordig veel te groote klassen nooit goed zijn, meende hij. Tegen verlaging van de leerlingenschaal is eigenlijk niemand. De voorzitter beaamde dit, maar, zei hy, dan heeft het ook geen zin om die verlaging te vragen. Het is in de Tweede Kamer bij de daarover gevoerde besprekin gen duidelijk gebleken, dat men niet tot verlaging kan komen bij den huidigen slech ten financieelen toestand des rijks. Daarom wilde spr. zich houden aan het vroeger ge nomen raadsbesluit om niet mee te doen aan adresbewegingen van gemeenten aan de regeering. De heer K 1 o o s t e 'r b oer was het eens met wethouder Lek*.* Vooral voor de zoogenaamde éénmanssèhölëni is de zaak klemmend. Bij stemming over het-voorstel verklaar den zich er Vóór de heeren WagenaSr, C. én Jb. Duijf; er tegen waren de heeren Kloos terboer, van Kampen, Timmer en Lek, zoo dat adhaesie zal worden betuigd. Wijziging verordening veldwachter. De raad vereenigde zich met den wensch van Ged. Staten om in de veldwachtersver ordening op te nemen de bepaling, dat dienstjaren als capitulant niet meetellen voor pensioen en dat by het bezit van ver schillende diploma's slechts het verststrek- kende invloed zal hebben op het vaststellen van het salaris. Huur woning hoofd der school. B. en W. stelden voor om de huur voor de nieuwe, woning, thans bewoond door het hoofd der school, voor het loopende jaar niet te verhoogen en mét ingang van 1939 te bepalen op zes gulden per week (thans 4.50), zulks in verband met de kosten van den grond en den bouw, alsmede met de te betalen vaste lasten, welke kosten te zamen berekend zijn op f 320 per jaar. De heer vanKampen pleitte ervoor, om eventueele verhooging pas te doen in gaan op 1 Jan. 1940, omdat het schoolhoofd vele onkosten heeft moeten maken voor zijn verhuizing. De heer Wagenaar vond, dat het dan beter ware geweest om vergoeding te geven van die kosten. Geen der heeren wilde het idee van den heer van Kampen steunen, zoodat het niet in stemming kwam en het voorstel van B. en W. zonder stemming werd aangenomen. Op dezelfde wijze werd ook aangenomen een voorstel van B. en W. om weder voor drie maanden te verlengen de hulsverple- Bing van een t.b.o.-patient, waarvoor de kosten bedragen f 2.50 per week; de provin cie geeft hiervoor een bijdrage. Hierop ging de raad over in besloten zitting. VREDESOPROEP AAN HITLER. Telegram van den bond zonder naam. De bond zonder naam, met honderddui zend leden, heeft tot Hitier een vredesop roep gericht van den volgenden inhoud: „Maak geen oorlog. Doe alles, wat in uw vermogen ligt om den oorlog te vermijden. Denk aan de ellende der gezinnen, der grijsaards, der vrouwen en der kinderen, aan alle verschrikkingen, welke gijzelf als frontsoldaat in den wereldoorlog zoo bloe dig aan eigen lyf hebt ondervonden en wel ke in een nieuwen technisch zoo volmaakt georganiseerden oorlog zich duizendvoudig zullen herhalen over Duitschland, over ge heel Europa en wellicht over de geheele wereld. In naam van honderden millioenen vragen wij u nog alles in het werk te stellen om de ontzettende catastrophe van de menschheid af te wenden. Wie zal overwinnen? Nie mand, behalve het bolsjewisme. Dat zal overwinnen". Alle vredesbewegingen en andere organi saties in binnen- en buitenland worden uit- genoodigd soortgelijke telegrammen zoo spoedig mogelijk aan Hitier te zenden. BOUW AMSTELSTATION TE AMSTERDAM. Bij de op 27 September 1938 gehouden aanbesteding van het maken van het hoofdgebouw van het Amstelstation te Amsterdam, met luifels en andere bijko mende werken, alles op den bestaanden onderbouw in gewapend beton, en in aan sluiting met het door derden te leveren en te stellen staalskelet het bekleeden en afdekken van den bestaanden (gedeelte lijk nog in aanbouw zijnden) keermuur in gewapend beton aan de westzijde van het Stationsvoorplein waren ingekomen 30 biljetten. Laagste inschrijfster was de N.V. Wórmerveesche Aanneming Mij. te Wormerveer met 334.500. STAKING VAN WERKLOOZEN OPGEHEVEN. De werken aan de AA hervat. De staking, welke Maandagmorgen aan de AA-werken rondom Helmond is uitge broken, behoort tot het verleden. Gisterochtend hebben allé tewerkgestel- den den arbeid hervat. Het 24-man-ijloe- genstelSel, da! Maandagmorgen werd inge voerd én aanleiding tot dé staking gaf, is echter vervallen. Voorloopig geldt het achtman-ploegenstelsel, zooals dit tot dusverre het ge/al was. Heden zullen door de arbeidsinspectie te 's-Hertogen- bosch besprekingen worden gevoerd, om de onbillijkheden, welke aan het acht man-ploegenstelsel kleven, zooveel moge lijk weg te nemen, waardoor de zwakkere arbeidskrachten toch tot een behoorlijk loon komen, zonder dat dit gaat ten koste der stérkeren. Te Helmond is in de zaal der r.-k. werk- liedenvereeniging een vergadering gehou den der circa vierhonderd aan de AA- werken te werk gestelden uit Helmond. Van de bestuurstafel werd aangespoord het werk te hervatten, hetgeen vanoch tend is gebeurd. naar haar plaats ging en het handtaschje dat de vrouwen doorgaans op haar piaats achterlieten, opende en er een portemonnaie uitnam. Gisterochtend werd de man op heeter- daad betrapt en de rechercheurs leidden den man naar het bureau Raampoort, waar hij is opgesloten. Het is een 44-jarige Am sterdammer, die zich vertegenwoordiger noemt, en er zijn werk van maakte op deze wijze dagelijks in r.-k. kerken aan geld te komen. In de Rodenryschestraat te Rotter dam heeft zich gistermiddag e«n drama afgespeeld, dat een 44-jarlg«n man het leven heeft gekost, terwijl zijn vrouw zoo ernstig werd gewond dat voor haar leven wordt gevreesd' In de genoemde straat woont sedert korten tyd het echtpaar Verhagen. De man is zeeman van beroep, maar tegeljj. kertijd houdt het echtpaar een pension. Ia totaal wonen vier kostgangers bi) hen Zij hebben hun kamers op de hoogste vet', dieping van het pand. Het echtpaar heeft zelf de daaronder gelegen verdieping ia gebruik. Reeds meerma'er. was het tusschen het echtpaar tot oneenigheden gekomen, naar men aanneemt i ofschoon het onderzoek nog niet is beëindigd omdat de men meende reden te hebben te mogen ver onderstellen, dat zijn vrouw ongeoorloofde betrekkingen onderhield met een van de kostgangers. Gistermiddag was het echtpaar alleen thuis. Een paar maal hoorden de buren een twistgesprek. Plotseling kwam de vrouw luid gillend de trap afloopen. Zjj snelde de straat op. waar zij, een paar passen van de straatdeur verwijderd, in elkaar zakte. Voordat zij het bewustzijn verloor riep zij nog: „Mijn man heeft me gestoken." Juist passeerde dr. J. Versteegh uit de Bergschelaan. Bij het eerste onderzoek bleek hem, dat de vrouw een zeer ernstige wond in de maagstreek had. Zij verloor veel bloed. De geneeskundige dienst werd gewaarschuwd en deze bracht de vrouw naar het ziekenhuis ran den Bergweg. Inmiddels hoorden de omstanders opeens ook den man luid om hulp roepen. Men ging het nog openstaande huis binnen en men vond boven aan de trap het lichaam van den man liggen. Het bleek, dat hij een dolksteek in de hartstreek had. waaraan hij vrijwel onmiddellijk moet zijn over leden. De inmiddels gealarmeerde politie stel de een onderzoek in. Hierbij bleek, dat de ruzie vermoedelijk in de keuken is ont staan, dat de man daar de vrouw met het mes had bedreigd, dat zij naar de woon kamer was gevlucht en dat hij haardstr dén steek in de. maagstreek had toege bracht. De vrouw was toen de straat op gevlucht. De man heeft nog even in de woning rondgeloopen, waarna hij, m*t hetzelfde mes, de hand aan zichzelf heeft geslagen. Het stoffelijk overschot van den man is ook naar het ziekenhuis aan den Bergweg vervoerd. De toestand van de vrouw is hoogst zorgelijk. Het echtpaar heeft geen kinde ren. De vrouw is 37 jaar oud. De wonden zijn toegebracht met een klein model dolkmes. Dit is in beslag ge nomen. DIEF OP HEETERDAAD BETRAPT. Den laatsten tijd kwamen regelmatig vrouwen, die ter kerke waren geweest, op het bureau Raampoort te Amsterdam aan gifte doen van vermissing van haar beurs. Twee rechercheurs in burger begaven zich daarna gedurende de laatste dagen des ochtends naar de O. L. V. kerk aan de Kei zersgracht en woonden de mis bij. Daar za gen zij hoe een man, die meedeed aan alle ceremoniën, wanneer een vrouw opstond om zich naar de communiebank te begeven, KINDERVERLAMMING. Te Den Helder zijn drie gevallen van kinderverlamming geconstateerd. Alie drie patiëntjes zyn in de barakken van het marine-hospitaal opgenomen. der 139 jaar lang kon de middenstand in de ALKMAARSCHE COURANT zijn reclame plaatsen. 1- w advertenties in dit eenige FAMILIEBLAD hebben de grootste waarde! TeI 33^ JxuiUetoH D Door DONN BYRNE. Uit het Engelaeh door J. van P Boven al deze buren van hem staken drie personen uit en de eerste van hen was de admiraal. Hij had een naam en hij had een titel baron Fraser van Onabega. Maar voor iedereen was hij de admiraal en werd eenvoudig toegesproken met me neer. Een vreeselijke oude man met rood gelaat, met borstelige wenkbrauwen en arendsoogen. Heel lang, vier inches over de zes voet, heel recht voor zijn negentig jaren, met zijn verschijnen kwam het don deren der kanonnen van Drake, het sabe len van den ouden Benbow voor den geest. Hij was adelborst geweest onder Nelson bij kaap Trafalgar. Zwijgend en fel, om het hoofd wolken vol majesteit, had hij zijn geheele leven met gespitste lippen en overschaduwde oogen doorgebracht met over Engeland te waken.. Maar nimmer een groote zeeslag, waarin hij had kunnen toonen de evenknie te zijn van Benbow en Drake en Nelson, nimmer een morgenstond waarin de vloot voor het gevecht opmar cheerde de vloot voor het gevecht en klap perende vlaggen. En er kwam een dag, dat hij te oud werd, dus kwam hij hier in de valleien van Antrim. Een groot leven, het zijne, een groot en dienstig leven, ontroofd van eer. En hij verdiende wel de kalmte van Ulster, waar hij neerzat en lange brieven schreef aan oudheidkundige bladen, waarin hij, zoo meende hij, bewees, dat de Ieren de verlo ren stam Israëls waren en dat de Ark des Verbonds begraven was in den heuvel van Tara. En er was niemand, die hem uitlach te.... Hij was geheel vuur, oplettend, doorzettend, ontembaar vuur in een dun lichamelijk hulsel. Spoedig zouden, zooals hij had beschikt, zijn oude gebaarde zeelie den zyn met de vlag gedekte kist in den nacht naar zee voeren en de kanonnen zouden donderen: een Britsch admiraal vaart voorbij En dan was er Simon Fowler in zijn klein landhuisje, die bij beetjes aan een tropische ziekte aan het sterven was. Een kleine, gedrongen man met wit haar en groote, blauwe oogen. Hij was zendeling geweest in Afrika, in China en in Indië niet de missionnaris uit sentimenteele boeken, maar een profeet, wiens kalme stem, wiens onversaagde oogen, hem over al gehoor verleend hadden. „Zet vrees op zij", had hij in Afrika gepredikt, „laat de duisternis vluchten. Ik kom vertellen van het licht der wereld. Na mij zullen de handelaars in jenever en kanonnen komen, maar ik zal u een groot wonder daartegen geven kleine kinderen, hebt elkander lief". In China had zijn vuur de wijsgeeren beschaamd. „Ik ken uw bedeeling, ik ken uw liefdadigheid; zij is zelfzucht. Al zou ik al mijn goed geven om de armen te voeden en al zou ik mijn lichaam geven om te worden verbrand, het werpt geen voordeel af, als ik geen liefdadigheid be zit. Tenzij gij als kleine kinderen wordt En in de zinnelijke Indische landen rees zijn stem op in een grooten roep: „Het sluwe Griekenland is dood", verkondigde hij, „en de tempels van Ephesus zijn met den grond gelijk gemaakt en de Onbeken de God sluipt slechts door de middernach telijke straten Gezegend zyn de reinen van hart". Als een vlam was hij door de heidensche landen gegaan en nu was hij stervend, hier in de valleien van Antrim, met de rust van Christus rondom hem, bij het gezoem van God's' kleine bijen en het loeien van het vee van BethlehemHij was een groot man. Hij kende slechts één minachting; voor betaalde geestelijken. Er waren drie menschen van helden formaat om hem, de admiraal, Simon Fowler en de vrouw van Tusa hErin. IV. Een heel kleine buurtschap is Tusa hErin, de kleinste van Ierland, zegt men. En met een heel vreemden naam: Tusa hErin, het begin van Ierland. Waarom het zoo genoemd wordt, weet niemand; moge lijk omdat eenige Hooglanders het zoo noemden na daar geland te zyn, misschien omdat het een grens was tusschen Schot- sche en Iersche clans. Het werd zoo ge noemd, toen de Bruce naar Ierland vlucht te en het wordt heden nog zoo genoemd. Twintig morgen of zoo is het groot een door den wind en de zee geteisterd klein landgoed een groot, grijs huis en een tuin met iepenboomen. Tien jaar lang was het onbewoond geweest, totdat een miss O'Malley het gekocht had, de groote eiken deur had geopend, de zeelucht door de ra men had laten waaien en den tuin met de iepen had gesnoeid. De landelijke bewoners wisten weinig van haar, behalve dat zij zeer op een aftsand was. Voor de Ieren was zij Bean Tusy Erin, de vrouw van Tusa hErin. „Wat soort van persoon is zij?" vroeg Shane. „Het is een vreemde vrouw, uedele, een vreemde en donkere vrouw". „Een oude dame?" „Als zij een van ons was, zou zij een oude vrouw zijn, uedele, van het zware werk en het zware leven, maar daar zij dat niet is, is zij een jonge vrouw. Ik heb hooren zeggen, dat zij vierendertig was". „Is zij knap van uiterlijk?" „Ja, zie je, uedele, dat is werkelijk moei lijk om te zeggen. Zij heeft een groot, donker gelaat en draagt het hoofd hoog, zooals een voornaam paard en uitgezon derd haar oogen, kan men haar een knappe vrouw noemen". „Wat scheelt er aan haar oogen?" „Harde oogen heeft zij, uedele, hatende oogen. Zy kijkt je altijd aan om te zien, of jo geen vijand bent. Een eigenaardige vrouw, uedele, we hebben nooit haar ge lijke gezien". „Maar hoe dan?" „Wat zij zegt, uedele, de diepe haat, dien zij voor Engeland heeft en haar spreken over den ouden Ierschen tijd'". „En is zij een dame?" „Je zou denken, dat ze een koning was met haar opgeheven hoofd en den trot- schen gang als van een renpaard. Dat zou je, uedele, dat zou je zeker". Hij vroeg den admiraal naar haar. „Kent u die miss O'Malley, meneer, van Tusa hErin?" „Ik heb tweemaal de eer gehad haar te ontmoeten, Campbell. Een heel groote vrouw, een groot verlies, Campbell, een groot verlies", „Wie is zij dan, meneer?" „Lieve deugd, wil je zeggen, dat je niet weet, wie miss Grace O'Malley ia?" „Neen, sir, ik weet het niet". „Een van de grootste Shakespeare ver tolksters, die het Engelsche tooneel ooit ge kend heeft en je hebt nooit van haar ge hoord! Wat afschuwelijk onwetend zijn Je lui koopvaardij menschen toch!" „Ja afschuwelijk, sir Maar vertelt u mij eens, waarom haat zij Engeland zoo?" „O, die genieën, Campbell! Ze moeten iets haten of liefhebben, zonder maat. Diepte van gevoel, veronderstel ik. Campbell, weet je iets af van het Ogham schrift?" „Alleen dat het rechte lijnen zijn op Je hoeken van steenen". „Welnu dan, ik geloof, dat ik iets belang- ryks ontdekt heb, uiterst belangrijk. J« hebt misschien wel gehoord van het Ba bylonisch spijkerschrift. En de oude heer was in vollen galop op zijn stokpaard je. Van Simon Fowler kreeg hij weinitf meer inlichtingen. „Fowler, ken jij miss O'Malley van Tusa hErin?" „Zeker, die arme vrouw!" „Waarom arme vrouw?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6