E WIND
BLAAST.
ST. PANCRAS
HONIG'sKEUKENSTROO
Een drama te Rotterdam.
Poging tot moord en zelfmoord.
In 1798 begon de geschiedenis
ALKMAARSCHE COURANT
2
TWEEDE BLAD.
Qemeetüecaden
De gemeente boerde goed over het
jaar 1937.
Ter raadsvergadering van gistermiddag
waren alle leden aanwezig. De voorzitter,
burgemeester Kroonenburg, sprak
bij de opening met groote waardeering over
de wijze waarop de bevolking dezer gemeen
te feest heeft gevierd ter herdenking van het
40-jarig regeeringsjubileum. Dank bracht
spr. ook aan de commissie, die de regeling
van de feesten heeft gehad. De voorzitter
sprak ten slotte de hoop uit, dat H.M. nog
vele jaren zal mogen regeeren.
De notulen van de vorige vergadering
werden, na door den burgemeester-secre
taris te zijn gelezen, goedgekeurd.
De voorzitter deelde nog mede, dat
de heer Wiering, die het bouwterrein van
het Otterplaatje wenschte te koopen, daar
van afzag wegens de door den raad voorge
stelde voorwaarden, welke hij te bezwaarlijk
achtte.
Ingekomen stukken.
Ingekomen waren verschillende besluiten
van Ged. Staten, waarbij o.a. werden goed
gekeurd de gemeenterekening voor 1936 en
de begrooting voor 1937. Van den minister
van sociale zaken kwam de mededeeling,
dat hij niet kon instemmen met verhooging
van het uurloon in werkverschaffing met
twee centen, maar dat hij toestaat de ver
hooging één cent te doen zijn, hoewel ook
dat zelfs economisch niet te verantwoorden
werd geacht; bij regenverlet mag 21 cent
worden uitgekeerd; het gewone uiïrloon zal
nu 26 cent bedragen. Verder waren nog in
gekomen eenige jaarverslagen. Al deze stuk
ken werden voor kennisgeving aangenomen.
Aankoop gaskachels.
Devoorzitter deelde mede, dat de
directeur der lichtbedrijven een aanbieding
van de fa. Stokvis en Zonen had ontvangen
betreffende gaskachels. Het was een zeer
yoordeelig aanbod geweest en B. en W. wa
ren er dan ook op ingegaan door vier gas
kachels te koopen ten behoeve van de ver
warming van het verbouwde raadhuis. Zij
kosten samen 196 plus de provisie, terwijl
andere prijscouranten waren ontvangen,
yolgens welke de prijs moest zijn 440; de
genoemde firma ruimde de bedoelde gas
kachels op, omdat zij met zoogenaamd
„ronde leden" zijn gemaakt, terwijl, men
tegenwoordig ander model vraagt. Voor do
tot dusver gebruikte kachels heeft de bur
gemeester reeds een andere bestemming ge
vonden, zooals hij mededeelde op een vraag
van den heer van Kampen. De aankoop werd
goedgekeurd.
Diepspitten enz.
De werkverschaffing voor diepspitten en
verversehen van grond in kassen waé nog
niet goedgekeurd. Verlenging van de bag-
gerregeling was niet goedgekeurd. Er moes
ten nieuwe begrootingen worden apemaakt
en alle te verrichten werken moesten wor
den opgegeven. Zoo was er nu totaal* opge
geven 1375 meter sloot en 9500 halve, pra-
imen bagger. De begrootingen waren opge
maakt door de Heide-Maatschappij en ter
goedkeuring doorgezonden naar den minis-
tér. De voorzitter hoopte nu maar, dat die
goedkeuring spoedig zal komen.
Deze mededeeling werd voor kennisgeving
aangenomen.
Een batig saldo over 1937.
De commissie tot nazien der gemeente
rekening 1937 en der lichtbedrijven even
eens van 1937 deelde bij monde van den
heer van Kampen mede, dat zij alles had na
gezien en geen bemerkingen had en derhalve
voorstelde de rekeningen goed te keuren.
Alzoo werd besloten. De gemeenterekéning
sluit voor den gewonen dienst met een batig
saldo van 1794.48 bij een uitgaaf van
75387.04 en een ontvangst van 77181.52;
de gasfabriek gaf een batig saldo van
530.98, het electriciteitsbedrijf een dito
van 10016.64 (deze beide voor de gezamen
lijke gemeenten.)
De noordelijke grens van de nieuwe
begraafplaats.
De voorzitter deelde mede, dat de
landmeter bij zijn bezoek aan de gemeente
had ontdekt, dat de grensscheiding tus-
schen de geref. kerk en de nièuWe begraaf
plaats niet op de juiste plaats is aangegeven,
zij staat op het terrein van de kerk. Spr. had
met de aangrenzende belanghebbenden een
regeling kunnen treffen, waarbij de schei
ding heelemaal recht zal worden getrokken.
De daarvoor noodige acte van dading weid
op spr.'s voorstel door den raad goedge
keurd. De uit deze regeling voortvloeiende
kosten (zij zullen slechts weinig bedragen)
zullen voor rekening der gemeente worden
genomen, omdat zij in dezen ook partij is.
Een onvoleindigd debat over zand
verstuivingen.
Er is in deze vergadering nog weer lang
durig gesproken over een in de vorige bij
eenkomst aangehouden adres van eenige
ingezetenen, die vergoeding verzochten van
de schade, welke zij hadden geleden in den
afgeloopen zomer tengevolge van door stor
men veroorzaakte zandverstuivingen. Dat
zand was naar hun meening van de nieuwe
begraafplaats gekomen, zoodat de gemeente
voor de schade aansprakelijk werd gesteld.
De voorzitter was het met deze
redeneering niet eens, want, zei hij, we heb
ben hier te maken met de gevolgen van het
optreden van natuurkrachten, waartegen we
niets vermogen uit te richten. Zouden we de
schade vergoeden, dan zouden we een ernstig
precedent scheppen. Maar bovendien is het
nog lang niet zeker, dat de begraafplaats de
oorzaak is, want het heeft op de in het adres
genoemde dagen overal erg gewaaid en
overal hebben zandverstuivingen plaats ge
had. Als de begraafplaats niet toevallig aan
de gemeente behoorde, zou men waarschijn
lijk bij niemand hebben aangeklopt om ver
goeding. Spr. noemde gevallen, waarbij men
zich zonder meer had neergelegd bij schade,
veroorzaakt door zandverstuivingen. Zou de
raad besluiten tot het geven van vergoeding,
dan was daarmee erkend dat de oorzaak lag
aan een werkobject van de gemeente en dit
zou vérstrekkende gevolgen kunnen hebben,
als één der belanghebbende soms niet tevre
den zou zijn met de hem toegekende vergoe
ding en dan een proces zou beginnen. De
gemeente zou dan zeer zwak staan, omdat zij
bij voorbaat reeds had erkend schuldig
te zijn. Spr. had den opzichter van de Heide-
Maatschappij om zijn meening gevraagd en
deze had gezegd, dat de begraafplaats niet de
oorzaak was, want het zand was van de Zuid
gekomen.
De heer Wagenaar vroeg of in de wet
niets over zoo'n kwestie staat, waarop de
voorzitter antwoordde, dat hem daar
van niets bekend was. Wel wist hij, dat een
particulier er niet aan zou denken schade
vergoeding te geven.
De heer W a g e r. a a r, die deel uitmaakte
van de raadscommissie voor onderzoek naar
de oorzaak, zei, dat hij van meening was, dat
de begraafplaats zeer zeker wel méé oor
zaak was, maar of er termen bestaan voor
vergoeding betwijfelde.hij.
Weth. Lek had de zaak ook bekeken en
was tot de conclusie gekomen, dat hier over
macht in het spél was. Wel is zeer aanneme
lijk gemaakt, dat-het zandvan de achterzijde
van hét kerkhof kwam, zoodat een kleine
tegemoetkoming üit billijkheidsoverweging
gen'gegeven* zou kunnen* worden.Of dat
echter noodzakelijk is, zou spr. niet durven
zeggen.
De heer Jb. D u ij f geloofde niet, dat het
zand van de begraafplaats was gekomen,
want er was op de terreinen, welke schade
leden, een breede strook ondergestoven en
dat zou niet het geval zijn geweest als het
kerkhof de oorzaak was. Bovendien waren
er stukken, die geheel waren „uitgestoven"
en zij zouden juist ondergestoven zijn in
dien de oorzaak lag bij het gemeentelijk
terrein.
De heer vanKampen nam aan, dat
het kerkhof wel zeer gestoven zal hebben
en hij had verwacht, dat B. en W. zouden
hebben onderzocht hoe groot de schade was.
Devoorz itter antwoordde, dat één
der onderteekenaren van hét adres terstond
reeds had gesproken van 150 schade, on
geacht wat er nog bij zou komen. Maar met
de kwestie mag de gemeente zich niet in
laten. Gedeputeerden zouden zeker een uit
gaaf van de gemeente in dezen niet goed
keuren en opmerken, dat er elk jaar ver
stuivingen plaats vinden op verschillende
akkers. Wat dit betreft, wees spr. nog op het
land van Timmerman, dat ook heelemaal
„verstoof". En dan zei spr. nog, dat Voor een
vergoeding als gevraagd geen bedrag op de
begrooting staat, zoodat die geregeld zou
moeten worden bij suppletoire begrooting.
Wethouder D u ij f zei, dat B. en W. voor
stellen geen vergoeding te geven en zk
dus niet verplicht hadden geacht een on ei-
zoek te doen, zooals door den heer van
Kampen gewaagd werd.
Wethouder Lek merkte op, dat hij va
zijn afwijzend standpunt was teruggekomen
en het nu billijk vond om toch wel iets e
doen.
De heer Kloosterboer was
met den heer Lek eens, dat eenige vergoe
ding wel wenschelijk was.
De heer Jb. D u y f zei, dat wel al sinds
vijftig jaar herhaaldelijk verstuivingen voor
komen, maar nooit is er bij iemand vergoe
ding gevraagd voor de daardoor geleden
schade. Hij geloofde ook niet, dat ooit schade
is vergoed, veroorzaakt door verstuivingen
uit de zandmennerij.
Er werd nog eenigen tijd over dit onder
werp doorgepraat, totdat de voorzitter
van oordeel was, dat er genoeg over gezegd
was en dat men nu wel over de zaak kon
stemmen. De beide heëren Duijf spraken
zich uit tegen het geven van vergoeding,
maar de heer Wagenaar wilde blanco
stemmen, waarmee de voorzitter zich
niet kon vereenigen en toen hij den heer W.
niet kon bewegen zijn stem èf vóór óf tegen
vergoeding te geven, stelde spr. voor om
Ged. Staten te vragen wat in dezen zou
moeten gebeuren, 't Zou dus worden een te
voren vragen van het standpunt van het col
lege, dat anders na de gevallen zou hebben
te bellissen.
De heer Kloosterboer vond een
dergelijken gang van zaken niet zuiver en
de wethouder D u ij f zei, dat hij nog tegen
het geven van vergoeding zou zijn ook al
zouden Ged. Staten er hun goedkeuring
aan hechten.
Ten slotte werd het nieuwe voorstel van
den voorzitter zonder stemming aange
nomen.
De leerlingenschaal.
B. en W. stelden voor om afwijzend te be
schikken op het bekende verzoek der onder-
wijs-organisaties aan de regeering tot ver
laging der leerlingenschaal.
Wethouder Lek had een minderheid ge
vormd in het college en was vóór het be
tuigen van adhaesie. Het onderwijs kan in
de tegenwoordig veel te groote klassen nooit
goed zijn, meende hij. Tegen verlaging van
de leerlingenschaal is eigenlijk niemand.
De voorzitter beaamde dit, maar,
zei hy, dan heeft het ook geen zin om die
verlaging te vragen. Het is in de Tweede
Kamer bij de daarover gevoerde besprekin
gen duidelijk gebleken, dat men niet tot
verlaging kan komen bij den huidigen slech
ten financieelen toestand des rijks. Daarom
wilde spr. zich houden aan het vroeger ge
nomen raadsbesluit om niet mee te doen aan
adresbewegingen van gemeenten aan de
regeering.
De heer K 1 o o s t e 'r b oer was het
eens met wethouder Lek*.* Vooral voor de
zoogenaamde éénmanssèhölëni is de zaak
klemmend.
Bij stemming over het-voorstel verklaar
den zich er Vóór de heeren WagenaSr, C. én
Jb. Duijf; er tegen waren de heeren Kloos
terboer, van Kampen, Timmer en Lek, zoo
dat adhaesie zal worden betuigd.
Wijziging verordening veldwachter.
De raad vereenigde zich met den wensch
van Ged. Staten om in de veldwachtersver
ordening op te nemen de bepaling, dat
dienstjaren als capitulant niet meetellen
voor pensioen en dat by het bezit van ver
schillende diploma's slechts het verststrek-
kende invloed zal hebben op het vaststellen
van het salaris.
Huur woning hoofd der school.
B. en W. stelden voor om de huur voor de
nieuwe, woning, thans bewoond door het
hoofd der school, voor het loopende jaar
niet te verhoogen en mét ingang van 1939 te
bepalen op zes gulden per week (thans
4.50), zulks in verband met de kosten van
den grond en den bouw, alsmede met de te
betalen vaste lasten, welke kosten te zamen
berekend zijn op f 320 per jaar.
De heer vanKampen pleitte ervoor,
om eventueele verhooging pas te doen in
gaan op 1 Jan. 1940, omdat het schoolhoofd
vele onkosten heeft moeten maken voor zijn
verhuizing.
De heer Wagenaar vond, dat het dan
beter ware geweest om vergoeding te geven
van die kosten.
Geen der heeren wilde het idee van den
heer van Kampen steunen, zoodat het niet
in stemming kwam en het voorstel van B. en
W. zonder stemming werd aangenomen.
Op dezelfde wijze werd ook aangenomen
een voorstel van B. en W. om weder voor
drie maanden te verlengen de hulsverple-
Bing van een t.b.o.-patient, waarvoor de
kosten bedragen f 2.50 per week; de provin
cie geeft hiervoor een bijdrage.
Hierop ging de raad over in besloten
zitting.
VREDESOPROEP AAN HITLER.
Telegram van den bond zonder naam.
De bond zonder naam, met honderddui
zend leden, heeft tot Hitier een vredesop
roep gericht van den volgenden inhoud:
„Maak geen oorlog. Doe alles, wat in uw
vermogen ligt om den oorlog te vermijden.
Denk aan de ellende der gezinnen, der
grijsaards, der vrouwen en der kinderen,
aan alle verschrikkingen, welke gijzelf als
frontsoldaat in den wereldoorlog zoo bloe
dig aan eigen lyf hebt ondervonden en wel
ke in een nieuwen technisch zoo volmaakt
georganiseerden oorlog zich duizendvoudig
zullen herhalen over Duitschland, over ge
heel Europa en wellicht over de geheele
wereld.
In naam van honderden millioenen vragen
wij u nog alles in het werk te stellen om de
ontzettende catastrophe van de menschheid
af te wenden. Wie zal overwinnen? Nie
mand, behalve het bolsjewisme. Dat zal
overwinnen".
Alle vredesbewegingen en andere organi
saties in binnen- en buitenland worden uit-
genoodigd soortgelijke telegrammen zoo
spoedig mogelijk aan Hitier te zenden.
BOUW AMSTELSTATION
TE AMSTERDAM.
Bij de op 27 September 1938 gehouden
aanbesteding van het maken van het
hoofdgebouw van het Amstelstation te
Amsterdam, met luifels en andere bijko
mende werken, alles op den bestaanden
onderbouw in gewapend beton, en in aan
sluiting met het door derden te leveren en
te stellen staalskelet het bekleeden en
afdekken van den bestaanden (gedeelte
lijk nog in aanbouw zijnden) keermuur
in gewapend beton aan de westzijde van
het Stationsvoorplein waren ingekomen
30 biljetten. Laagste inschrijfster was de
N.V. Wórmerveesche Aanneming Mij. te
Wormerveer met 334.500.
STAKING VAN WERKLOOZEN
OPGEHEVEN.
De werken aan de AA hervat.
De staking, welke Maandagmorgen aan
de AA-werken rondom Helmond is uitge
broken, behoort tot het verleden.
Gisterochtend hebben allé tewerkgestel-
den den arbeid hervat. Het 24-man-ijloe-
genstelSel, da! Maandagmorgen werd inge
voerd én aanleiding tot dé staking gaf, is
echter vervallen. Voorloopig geldt het
achtman-ploegenstelsel, zooals dit tot
dusverre het ge/al was. Heden zullen
door de arbeidsinspectie te 's-Hertogen-
bosch besprekingen worden gevoerd, om
de onbillijkheden, welke aan het acht
man-ploegenstelsel kleven, zooveel moge
lijk weg te nemen, waardoor de zwakkere
arbeidskrachten toch tot een behoorlijk
loon komen, zonder dat dit gaat ten koste
der stérkeren.
Te Helmond is in de zaal der r.-k. werk-
liedenvereeniging een vergadering gehou
den der circa vierhonderd aan de AA-
werken te werk gestelden uit Helmond.
Van de bestuurstafel werd aangespoord
het werk te hervatten, hetgeen vanoch
tend is gebeurd.
naar haar plaats ging en het handtaschje
dat de vrouwen doorgaans op haar piaats
achterlieten, opende en er een portemonnaie
uitnam.
Gisterochtend werd de man op heeter-
daad betrapt en de rechercheurs leidden
den man naar het bureau Raampoort, waar
hij is opgesloten. Het is een 44-jarige Am
sterdammer, die zich vertegenwoordiger
noemt, en er zijn werk van maakte op deze
wijze dagelijks in r.-k. kerken aan geld te
komen.
In de Rodenryschestraat te Rotter
dam heeft zich gistermiddag e«n
drama afgespeeld, dat een 44-jarlg«n
man het leven heeft gekost, terwijl
zijn vrouw zoo ernstig werd gewond
dat voor haar leven wordt gevreesd'
In de genoemde straat woont sedert
korten tyd het echtpaar Verhagen. De
man is zeeman van beroep, maar tegeljj.
kertijd houdt het echtpaar een pension. Ia
totaal wonen vier kostgangers bi) hen
Zij hebben hun kamers op de hoogste vet',
dieping van het pand. Het echtpaar heeft
zelf de daaronder gelegen verdieping ia
gebruik.
Reeds meerma'er. was het tusschen het
echtpaar tot oneenigheden gekomen, naar
men aanneemt i ofschoon het onderzoek
nog niet is beëindigd omdat de men
meende reden te hebben te mogen ver
onderstellen, dat zijn vrouw ongeoorloofde
betrekkingen onderhield met een van de
kostgangers.
Gistermiddag was het echtpaar alleen
thuis. Een paar maal hoorden de buren
een twistgesprek. Plotseling kwam de
vrouw luid gillend de trap afloopen. Zjj
snelde de straat op. waar zij, een paar
passen van de straatdeur verwijderd, in
elkaar zakte. Voordat zij het bewustzijn
verloor riep zij nog: „Mijn man heeft me
gestoken."
Juist passeerde dr. J. Versteegh uit de
Bergschelaan. Bij het eerste onderzoek
bleek hem, dat de vrouw een zeer ernstige
wond in de maagstreek had. Zij verloor
veel bloed. De geneeskundige dienst werd
gewaarschuwd en deze bracht de vrouw
naar het ziekenhuis ran den Bergweg.
Inmiddels hoorden de omstanders opeens
ook den man luid om hulp roepen. Men
ging het nog openstaande huis binnen en
men vond boven aan de trap het lichaam
van den man liggen. Het bleek, dat hij een
dolksteek in de hartstreek had. waaraan
hij vrijwel onmiddellijk moet zijn over
leden.
De inmiddels gealarmeerde politie stel
de een onderzoek in. Hierbij bleek, dat de
ruzie vermoedelijk in de keuken is ont
staan, dat de man daar de vrouw met het
mes had bedreigd, dat zij naar de woon
kamer was gevlucht en dat hij haardstr
dén steek in de. maagstreek had toege
bracht. De vrouw was toen de straat op
gevlucht. De man heeft nog even in de
woning rondgeloopen, waarna hij, m*t
hetzelfde mes, de hand aan zichzelf heeft
geslagen. Het stoffelijk overschot van den
man is ook naar het ziekenhuis aan den
Bergweg vervoerd.
De toestand van de vrouw is hoogst
zorgelijk. Het echtpaar heeft geen kinde
ren. De vrouw is 37 jaar oud.
De wonden zijn toegebracht met een
klein model dolkmes. Dit is in beslag ge
nomen.
DIEF OP HEETERDAAD BETRAPT.
Den laatsten tijd kwamen regelmatig
vrouwen, die ter kerke waren geweest, op
het bureau Raampoort te Amsterdam aan
gifte doen van vermissing van haar beurs.
Twee rechercheurs in burger begaven
zich daarna gedurende de laatste dagen des
ochtends naar de O. L. V. kerk aan de Kei
zersgracht en woonden de mis bij. Daar za
gen zij hoe een man, die meedeed aan alle
ceremoniën, wanneer een vrouw opstond om
zich naar de communiebank te begeven,
KINDERVERLAMMING.
Te Den Helder zijn drie gevallen van
kinderverlamming geconstateerd. Alie drie
patiëntjes zyn in de barakken van het
marine-hospitaal opgenomen.
der
139 jaar lang kon de middenstand in
de ALKMAARSCHE COURANT zijn
reclame plaatsen.
1- w advertenties in dit eenige
FAMILIEBLAD hebben de grootste
waarde! TeI 33^
JxuiUetoH
D
Door DONN BYRNE.
Uit het Engelaeh door J. van P
Boven al deze buren van hem staken
drie personen uit en de eerste van hen was
de admiraal. Hij had een naam en hij had
een titel baron Fraser van Onabega.
Maar voor iedereen was hij de admiraal
en werd eenvoudig toegesproken met me
neer. Een vreeselijke oude man met rood
gelaat, met borstelige wenkbrauwen en
arendsoogen. Heel lang, vier inches over
de zes voet, heel recht voor zijn negentig
jaren, met zijn verschijnen kwam het don
deren der kanonnen van Drake, het sabe
len van den ouden Benbow voor den geest.
Hij was adelborst geweest onder Nelson
bij kaap Trafalgar. Zwijgend en fel, om
het hoofd wolken vol majesteit, had hij
zijn geheele leven met gespitste lippen en
overschaduwde oogen doorgebracht met
over Engeland te waken.. Maar nimmer
een groote zeeslag, waarin hij had kunnen
toonen de evenknie te zijn van Benbow en
Drake en Nelson, nimmer een morgenstond
waarin de vloot voor het gevecht opmar
cheerde de vloot voor het gevecht en klap
perende vlaggen. En er kwam een dag,
dat hij te oud werd, dus kwam hij hier in
de valleien van Antrim.
Een groot leven, het zijne, een groot en
dienstig leven, ontroofd van eer. En hij
verdiende wel de kalmte van Ulster, waar
hij neerzat en lange brieven schreef aan
oudheidkundige bladen, waarin hij, zoo
meende hij, bewees, dat de Ieren de verlo
ren stam Israëls waren en dat de Ark des
Verbonds begraven was in den heuvel van
Tara. En er was niemand, die hem uitlach
te.... Hij was geheel vuur, oplettend,
doorzettend, ontembaar vuur in een dun
lichamelijk hulsel. Spoedig zouden, zooals
hij had beschikt, zijn oude gebaarde zeelie
den zyn met de vlag gedekte kist in den
nacht naar zee voeren en de kanonnen
zouden donderen: een Britsch admiraal
vaart voorbij
En dan was er Simon Fowler in zijn
klein landhuisje, die bij beetjes aan een
tropische ziekte aan het sterven was. Een
kleine, gedrongen man met wit haar en
groote, blauwe oogen. Hij was zendeling
geweest in Afrika, in China en in Indië
niet de missionnaris uit sentimenteele
boeken, maar een profeet, wiens kalme
stem, wiens onversaagde oogen, hem over
al gehoor verleend hadden. „Zet vrees op
zij", had hij in Afrika gepredikt, „laat de
duisternis vluchten. Ik kom vertellen van
het licht der wereld. Na mij zullen de
handelaars in jenever en kanonnen komen,
maar ik zal u een groot wonder daartegen
geven kleine kinderen, hebt elkander
lief".
In China had zijn vuur de wijsgeeren
beschaamd. „Ik ken uw bedeeling, ik ken
uw liefdadigheid; zij is zelfzucht. Al zou
ik al mijn goed geven om de armen te
voeden en al zou ik mijn lichaam geven
om te worden verbrand, het werpt geen
voordeel af, als ik geen liefdadigheid be
zit. Tenzij gij als kleine kinderen wordt
En in de zinnelijke Indische landen rees
zijn stem op in een grooten roep: „Het
sluwe Griekenland is dood", verkondigde
hij, „en de tempels van Ephesus zijn met
den grond gelijk gemaakt en de Onbeken
de God sluipt slechts door de middernach
telijke straten Gezegend zyn de reinen
van hart".
Als een vlam was hij door de heidensche
landen gegaan en nu was hij stervend, hier
in de valleien van Antrim, met de rust van
Christus rondom hem, bij het gezoem van
God's' kleine bijen en het loeien van het
vee van BethlehemHij was een groot
man. Hij kende slechts één minachting;
voor betaalde geestelijken.
Er waren drie menschen van helden
formaat om hem, de admiraal, Simon
Fowler en de vrouw van Tusa hErin.
IV.
Een heel kleine buurtschap is Tusa
hErin, de kleinste van Ierland, zegt men.
En met een heel vreemden naam: Tusa
hErin, het begin van Ierland. Waarom het
zoo genoemd wordt, weet niemand; moge
lijk omdat eenige Hooglanders het zoo
noemden na daar geland te zyn, misschien
omdat het een grens was tusschen Schot-
sche en Iersche clans. Het werd zoo ge
noemd, toen de Bruce naar Ierland vlucht
te en het wordt heden nog zoo genoemd.
Twintig morgen of zoo is het groot
een door den wind en de zee geteisterd
klein landgoed een groot, grijs huis en een
tuin met iepenboomen. Tien jaar lang was
het onbewoond geweest, totdat een miss
O'Malley het gekocht had, de groote eiken
deur had geopend, de zeelucht door de ra
men had laten waaien en den tuin met de
iepen had gesnoeid. De landelijke bewoners
wisten weinig van haar, behalve dat zij
zeer op een aftsand was. Voor de Ieren
was zij Bean Tusy Erin, de vrouw van
Tusa hErin.
„Wat soort van persoon is zij?" vroeg
Shane.
„Het is een vreemde vrouw, uedele, een
vreemde en donkere vrouw".
„Een oude dame?"
„Als zij een van ons was, zou zij een
oude vrouw zijn, uedele, van het zware
werk en het zware leven, maar daar zij
dat niet is, is zij een jonge vrouw. Ik heb
hooren zeggen, dat zij vierendertig was".
„Is zij knap van uiterlijk?"
„Ja, zie je, uedele, dat is werkelijk moei
lijk om te zeggen. Zij heeft een groot,
donker gelaat en draagt het hoofd hoog,
zooals een voornaam paard en uitgezon
derd haar oogen, kan men haar een knappe
vrouw noemen".
„Wat scheelt er aan haar oogen?"
„Harde oogen heeft zij, uedele, hatende
oogen. Zy kijkt je altijd aan om te zien,
of jo geen vijand bent. Een eigenaardige
vrouw, uedele, we hebben nooit haar ge
lijke gezien".
„Maar hoe dan?"
„Wat zij zegt, uedele, de diepe haat, dien
zij voor Engeland heeft en haar spreken
over den ouden Ierschen tijd'".
„En is zij een dame?"
„Je zou denken, dat ze een koning was
met haar opgeheven hoofd en den trot-
schen gang als van een renpaard. Dat zou
je, uedele, dat zou je zeker".
Hij vroeg den admiraal naar haar.
„Kent u die miss O'Malley, meneer, van
Tusa hErin?"
„Ik heb tweemaal de eer gehad haar te
ontmoeten, Campbell. Een heel groote
vrouw, een groot verlies, Campbell, een
groot verlies",
„Wie is zij dan, meneer?"
„Lieve deugd, wil je zeggen, dat je niet
weet, wie miss Grace O'Malley ia?"
„Neen, sir, ik weet het niet".
„Een van de grootste Shakespeare ver
tolksters, die het Engelsche tooneel ooit ge
kend heeft en je hebt nooit van haar ge
hoord! Wat afschuwelijk onwetend zijn Je
lui koopvaardij menschen toch!"
„Ja afschuwelijk, sir Maar vertelt u
mij eens, waarom haat zij Engeland zoo?"
„O, die genieën, Campbell! Ze moeten
iets haten of liefhebben, zonder maat.
Diepte van gevoel, veronderstel ik.
Campbell, weet je iets af van het Ogham
schrift?"
„Alleen dat het rechte lijnen zijn op Je
hoeken van steenen".
„Welnu dan, ik geloof, dat ik iets belang-
ryks ontdekt heb, uiterst belangrijk. J«
hebt misschien wel gehoord van het Ba
bylonisch spijkerschrift. En de oude
heer was in vollen galop op zijn stokpaard
je.
Van Simon Fowler kreeg hij weinitf
meer inlichtingen.
„Fowler, ken jij miss O'Malley van Tusa
hErin?"
„Zeker, die arme vrouw!"
„Waarom arme vrouw?"
(Wordt vervolgd)