Roosevelt's geroep om den vrede.
Antwoord van hitier aan Roosevelt.
De laatste kans?
Roosevelt doet een tweede
oproep.
De tekst van Masaryks nota.
Motiveering ven Praags
weigering.
Wilson ondernam een
laatste poging.
Geen enkele concessie verkregen.
De algemeene toestand.
u
België laat geen
door.
Verklaring van Daladier.
Frankrijk paraat.
Moskou: „Toestand duidelijker".
Londen en Parijs naast Praag.
Waarom het memorandum
onaanvaardbaar is.
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1938.
Men weet, dat het dringend beroep van
«resident Roosevelt op Hitier om den vrede
t- bewaren niet in de Duitsche pers gepu
bliceerd is, zoodat het Duitsche volk daar
van nog altijd onkundig is gebleven.
Hiüer heeft daarop telegrafisch geant
woord, dat hij Roosevelt's grootmoedige be
doeling volkomen waardeert en de opvatting
over de onafzienbare gevolgen van een
Europeeschen oorlog in vele opzichten deelt,
maar iedere verantwoordelijkheid afwijst,
wanneer de verdere ontwikkeling, trots al
Hitiers bemoeiingen werkelijk tot vijande
lijkheden zou voeren.
Hitier gaat daarna uitvoerig het Sudeten-
Duitsche probleem na en betoogt, dat het
Duitsche volk in 1918 op de verwezenlijking
van de beginselen en idealen van Wilson
vertrouwd heeft, maar daarin smadelijk be
drogen is geworden, daar de vredesvoor
waarden de overwonnen volken tot recht-
looze paria's hebben gemaakt.
Zoo werd de Tsjecho-Slowaaksche staat
gesticht zonder dat rekening werd gehouden
met geschiedenis van nationaliteiten en
werd in het Sudetenland een deel der Duit
sche bevolking ingelijfd.
De Tsjecho-Slowaaksche staat is zijn
verplichtingen tegenover Duitschland niet
nagekomen, de Volkenbond schoot te kort
en het is te begrijpen, dat de Sudeten-Duit-
schers naar een nauwere verhoudmg met
Duitschland streefden, terwijl de onderdruk-
kingsmaatregelen der Tsjechen steeds zwaar
der werden.
Duitschland bleef kalm, toen Tsjecho
Slowakije in Mei ongemotiveerd mobili
seerde en de politieke vervolging en de
economische onderdrukking hebben de Su-
deten-Duitschers in naamlooze ellende ge-
bPHitter wijst op de 214000 Sudeten-Duitsche
vluchtelingen en alles wijst er op, dat men
te Praag reeds lang is overgegaan tot het
openen der vijandelijkheden. Daarom heeft
Duitschland den verdrukten hulp en steun
toegezegd.
Hitier wijst er vervolgens op, dat de voor-
stellen van het Duitsche memorandum
slechts ten doel hebben een snelle en recht
vaardige vervulling van de reeds gedane
Tsiecho-Slowaaksche beloften.
Hitier zegt ten slotte, dat hij er van over
tuigd is dat Roosevelt er van overtuigd zal
ziin dat de Duitsche regeering geduld en den
rtrvróchten wil tot vreedzame overeenstem-
S gïhad heeft. Het vreeselijke lot der bij
dit probleem betrokken menschen laat een
verdere uitstel der oplossing niet meer toe.
De mogelijkheden, door overeenstemming
tot een rechtvaardige regeling te geraken
zijn derhalve met de voorstellen van het
Duitsche memorandum uitgeput. Niet in de
hand van de Duitsche regeering, doch in
die van Tsjecho-Slowakije alleen ligt thans
de beslissing of zij den vrede of den oorlog
(Hitiers antwoord aan Roosevelt heeft nog
tot geen enkele officieele reactie aanleiding
gegeven, maar men acht het in Amerika -
sche diplomatieke kringen weinig bemoedi
gend daar het slechte een herhaling is van
Hitiers argumentatie uit zijn
Maandag.)
Roosevelt heeft thans een tweeden oproep
tot Hitier gericht, waarin het volgende g
zegd wordt:
„Ik stel er prijs op u in kennis te st -
len van de ontvangst van het antwoord
van Uwe Excellentie op mijn telegram
van 26 September. Ik was er zeker van
dat gij mijn meening aangaande de on
overzienbare gevolgen en het onbereken
bare onheil voor de geheele wereld, in
dien een Europeesche oorlog zou ui -
breken, zoudt deelen.
Het gaat er thans niet om te weten o
in het verleden vergissingen of onrecht
vaardigheden begaan zijn. Wat thans op
het spel staat, is het lot van de wereld,
zoowel dat van heden als dat van mor
ren. De wereld vraagt ons, leiders van
naties, onze hooge functie, die daarin
bestaat, dat wij de volken tot welvaart
brengen zonder hun daarvoor de ver
minking en den dood van miUioenen
burgers op te leggen, vervullen.
Men heeft in den wereldoorlog den
vrede niet kunnen herstellen door zyn
toevlucht tot geweld te nemen. e
overwinning en de nederlaag waren
even onvruchtbaar. Deze les had
wereld zich ter harte behooren te ne
men. Op grond daarvan vooral heb ik
op 26 September mijn beroep
op Uwe Excellentie, op den Tsjecho-
Siowaakschen president en op e
eerste ministers van Engeland en
Frankrijk.
Ik heb er toen op aangedrongen, dat
alie geschillen tusschen de Duitsche en
de Tsjechische regeering langs vree -
zamen weg kunnen en moeten worden
geregeld en dat de bedreiging met ge
weld een algemeenen oorlog zou kun
nen doen ontstaan. Deze bedreiging is
even nutteloos als niet te rechtvaar-
d'gHet is dan ook van het allergrootste
helang, dat de onderhandelingen zonder
onderbreking werden voortgezet tot eeu
billijke en opbouwende oplossing is
verkregen.
Mijn meening aangaande deze beide
punten is nog versterkt, want verant
woordelijke staatslieden hebben offi
cieel verklaard, dat in principe over
eenstemming tusschen de regeeringen
van Duitschland en Tsjechoslowakije
was verkregen, hoewel nog een rege
ling moest worden getroffen tenaan-
zien van den tijd, de methode en de
bijzonderheden der procedure, welke
meeningsverschillen er ook mogen
bestaan en wat ook de waarde der ar
gumenten mag zijn (ik zal deze argu
menten niet opsommen en behoef dat
ook niet te doen), mijn oproep wilde
slechte een voortzetting der onderhan
delingen totdat er een vreedzame
regeling in zicht komt, en zoo het
aanwenden van geweld wordt verme
den.
De huidige onderhandelingen zijn niet
onderbroken. Indien u het zegt, kunnen
zij worden voortgezet. Indien het noo-
dig is ze aan te vullen zou niet in den
weg staan hun doel uit te breiden in een
conferentie van alle landen, welke recht
streeks bij dit conflict betrokken zijn.
Deze ontmoeting zou kunnen gehouden
worden in een of andere neutrale streek
van Europa.
Zjj zou gelegenheid geven deze kwes
tie en alle daarmee samenhangende
kwesties op te lossen in een geest van
rechtvaardigheid en billijkheid en, naar
menschelijke berekening, op een meer
permanente wijze.
Voortzetting der onderhandelingen
blijft, naar mijn meening, de eenige
methode om het vraagstuk terstond op
hechte basis op te lossen.
Indien u in zulk een vreedzame oplos
sing toestemt, zullen honderden mil-
lioenen menschen over de geheele
wereld daar ben ik van overtuigd
erkennen, dat dit gebaar van u de in de
geschiedenis aan de geheele menschheid
verleende diensten overtreft. Sta mij
toe jegens u uitdrukking te geven aan
mijn nederige meening, dat de geschie
denis, elke man, elke vrouw en elk
kind, waarvan het leven in den dreigen
den oorlog verloren zou gaan ons allen
verantwoordelijk zou stellen indien wij
het geringste beroep dat gedaan wordt
om zulk een oorlog te vermijden, zou
den verwaarloozen.
De regeering der Vereenlgde Staten,
zoo besluit Roosevelt zijn oproep, heeft
geen politieke verplichtingen in Europa
en is niet voornemens eenige verplich
ting in den loop der huidige onderhan
delingen op zich te nemen. Evenwel er
kennen wij onze verantwoording als
wereldburgers. Het geweten en de drin
gende wensch van het volk in mijn land
eischen, dat de stem van zijn regeering
zich telkens weer zal verheffen om een
oorlog te voorkomen.
Duitsch luchtafweergeschut haalt
Duitsch vliegtuig neer. - Een Duitsch vlieg
tuig is, toen het over Weenen vloog, by ver
gissing door het luchtafweergeschut neerge
haald, waarbij de twee inzittenden zwaar
gewond werden. Men had het toestel aange
zien voor een Tsjecho-Slowaaksche machine.
De tekst van de Zondagmiddag om half
zes door Masaryk aan Halifax overhandigde
nota luidt:
„Mijn regeering heeft my zoojuist opge
dragen, met het oog op het feit, dat de
Fransche ministers vandaag niet te Londen
komen, onverwijld deze boodschap ter ken
nis te brengen van de Britsche regeering.
Het Tsjecho-Slowaaksche volk heeft blijk
gegeven van een discipline en zelfbeheer-
sching, welke in de laatste weken eenigzijn
geweest, ondanks de ongeloofelijk grove en
gemeene campagne der gecontroleerde
Duitsche pers en radio tegen Tsjecho-
Slowakije en zijn leiders, met name Benesj.
De regeeringen van Groot-Britannië
en Frankrijk weten zeer goed, dat wij
onder den ernstigsten druk het z.g.
BritschFransche plan, dat voorziet in
de cessie van deelen van Tsjecho-
Slowakije, hebben aangenomen.
Wij hebben dit plan aanvaard onder
den grootsten dwang.
Wij hebben niet den tijd gehad stappen te
doen over deze talrijke niet te verwezenlij
ken punten.
Toch hebben wij het aanvaard, om
dat wij van meening waren, dat het een
maximale eisch was en omdat deze voort
kwam uit EngelschFranschen druk, dat
deze beide mogendheden de verantwoorde
lijkheid zouden aanvaarden voor onze ver
kleinde grenzen en ons haar steun zouden
geven in geval wij op de loyale wijze zou
den worden aangevallen.
Deze gemeene Duitsche campagne duurt
voort. Terwijl Chamberlain zich te Godes-
berg bevond, werd door de Britsche en
Fransche vertegenwoordigers te Praag de
volgende boodschap aan mijn regeering
overgebracht: „Wij zijn met de Fransche I
regeering overeengekomen, de regeering
van Tsjecho-Slowikije er van in kennis te
stellen, dat de Fransche en Britsche regee
ring niet voort konden gaan de verant
woordelijkheid op zich te nemen haar aan
te raden niet te mobiliseeren".
Mijn regeering, geleid door generaal
Syrovy, heeft verklaard de geheele verant
woordelijkheid op zich te nemen voor het
besluit van haar voorgangers de harde
voorwaarden van het z.g. FranschEngel-
sche plan te aanvaarden.
Gistermiddag (Zaterdag) na den terug
keer van Chamberlain uit Godesberg heeft
de Britsche gezant te Praag een nieuw
voorstel overhandigd aan mijn regeering,
met een daarbij gevoegde boodschap, dat
de Britsche regeering slechte optrad als
^bemiddelaarster en mijn regeering niet ad
viseerde, noch op eenige wijze druk op haar
oefende. Krofta, die het plan uit handen
van den Britschen gezant te Praag ont
ving, gaf hem de verzekering, dat de
Tsjechoslowaaksche regeering in denzelf
den geest als waarin zy tot nu toe met
Frankrijk en Groot-Britannië samenwerk
te, het zou bestudeeren. De regeering be
studeerde het document en de kaart.
In feite is het een ultimatum van de
soort, welke gewoonlijk wordt voor
gelegd aan een overwonnen natie, en
niet een voorstel aan een souvereinen
staat, welke bereid was opofferingen
te doen voor de bevrediging van Euro
pa, voor zoover dit mogelijk was.
De regeering heeft tot nu toe (Zon
dagmiddag dus) niet de geringste ge
neigdheid betoond opofferingen te
doen. Mijn regeering is vervuld van
verbazing door den inhoud van het
memorandum.
De voorstellen, welke er in gedaan wor
den, gaan veel verder dan hetgeen wij
hadden aanvaard by de voorwaarden van
het z.g. Engelsch-Fransche plan. Zij beroo-
ven ons nationale bestaan van iederen
waarborg, wij worden uitgenoodigd een
belangrijk deel van onze zorgvuldig inge
richte verdedigingswerken af te staan en
de Duitsche legers tot diep in ons land te
laten komen, aleer wij in staat zullen zijn
geweest het op nieuwe grondslagen te or-
ganiseeren of zich over zijn verdediging te
bezinnen.
Onze economische nationale onafhanke
lijkheid zou met de aanvaarding van het
plan van Hitier automatisch verdwijnen.
Iedere procedure voor de overbrenging van
bevolkingsgroepen wordt in feite ver
kleind tot een panische vlucht van al de
genen, die het Duitsche nationaal-socialis-
tische regiem niet zouden aanvaaden. Zij
zouden hun huizen moeten verlaten zon
der zelfs het recht te hebben hun persoon
lijke goederen mee te nemen. Boeren zou
den vertrekken zonder zelfs hun koeien te
kunnen medenemenmijn regeering
wenscht in alle plechtigheid te verklaren,
dat de eischen van Hitier in hun huidigen
vorm volkomen en onvoorwaardelijk on
aanvaardbaar zijn voor mijn regeering. Te
genover deze nieuwe en wreede eischen
gevoelt mijn regeering zich gedwongen
den grootst mogelyken tegenstand te bie
den. Wij zullen aldus handelen. Dat God
ons helpe. De natie van den heiligen
Wenceclas, van Jan Huss en Thomas Ma
saryk zal geen natie van slaven worden.
Wij rekenen op de bede groote westersche
democratiën, wier wenschen wij volgden
tegen ons eigen inzicht in, om ons te steu
nen in het uur van onze beproeving. Ik heb
de eer te zijn enz.
w.g. Jan Masaryk.
Sir Horace Wilson is van zijn spe
ciale missie naar Berlijn teruggekeerd.
Te vyf uur gistermiddag landde hij op
het vliegveld Heston.
Naar men meent te weten, heeft het
rapport, dat Horace Wilson uit Berlijn
heeft meegebracht, en dat in de gister
avond gehouden kabinetszitting is bestu
deerd, geen enkele concessie van de
Duitsche regeering overgebracht.
Ofschoon bij den terugkeer van Horace
Wilson uit Berlyn geen enkele officieele
verklaring is gepubliceerd, is de indruk van
het resultaat van Wilsons missie in de best
ingelichte kringen pessimistisch. Dit pes
simisme kwam minder tot uiting in woor
den, dan wel in den toon van den minister
president toen deze gisteravond zijn radio
rede hield.
Dit sluit niet uit, dat nog nieuwe pogin
gen moeten worden ondernomen en er is
aldus Havas reden om aan te nemen, dat
de minister-president zijn collega's in de
gisteren gehouden kabinetszitting heeft me
degedeeld, dat gisteravond nog een laatste
poging bij de Duitsche regeering zou worden
ondernomen door voor te stellen, dat maat
regelen genomen worden, waardoor de uit
voering van het plan tot ontruiming van het
Sudeten-Duitsche gebied bespoedigd wordt.
Hedenmiddag zal een witboek worden ge
publiceerd, dat volledig licht zal werpen op
de jongste gebeurtenissen en voor het Brit
sche volk de verantwoordelijkheden zal
vaststellen.
Wat er besproken werd.
Uit goede bron wordt bevestigd, dat
Horace Wilson getracht heeft, van Hitier
uitstel te verkrijgen voor de ontruiming
der Sudeten-Duitsche gebieden door de
Tsjecho-Slowaaksche troepen, waarte
genover Engeland de garantie zou bie
den, dat het Londensche plan nauwkeu
rig wordt uitgevoerd.
Gisteren is Chamberlains afgezant
nogmaals door Hitier ontvangen, die
hem te verstaan gaf, dat indien hy he
denmiddag om 2 uur nog geen bevredi
gend antwoord van Praag zou hebben
ontvangen", hij zich voorbehield, de
noodige maatregelen te nemen".
Men gelooft algemeen, dat Hitier
doelde op de algemeene mobilisatie,
waartoe de order Maandag, tijdens de
rede van den rijkskanselier, verwacht
werd, en die zonder twijfel slechts in
verband met Chamberlains brief is uit
gesteld.
ALKMAAR, 28 September.
Gisteravond hebben de bewoners van
Engeland en van de Vereenigde Staten ge
luisterd naar de rede, welke minister
president Chamberlain in zijn werkkamer in
Downingstreet No. 10 heeft uitgesproken.
En niet alleen in Engeland en Amerika, en
de dominions zal men daarnaar geluisterd
hebben, maar in deze dagen van intense
spanning heeft de geheele wereld meege
luisterd naar wat een der machtigste man
nen van dit oogenblik over den internatio
nalen toestand had mee te deelen.
Welk een verschil met de rede, die Maan
dagavond in het Sportpaleis te Berlyn werd
gehouden.
Geen marschen en fanfares leidden de
toespraak in en er was geen minister van
propaganda, die al te voren uitschreeuwde, j
dat alle Enge'schen als één man achter den
minister-president zouden staan.
Men behoeft het daar niet per radio te
verkondigen, omdat het vanzelfsprekend is.
Hier heeft een man gesproken, die niet tot
den strijd wordt gedreven uit begeerte naar
gebiedsuitbreiding, hier heeft geen man om
wraak en om recht geschreeuwd en zich
laten toejuichen door duizenden in oorlogs
psychose verkeerende toehoorders.
Hier sprak een grijze staatsman vanuit zijn
werkkamer en zijn woorden getuigden van
den ernst van den toestand, maar ook van
de nog niet opgegeven hoop, dat men dit
alles nog ten goede zal kunnen keeren.
Hier sprak een man, die persoonlijk meer
deed dan hy -verplicht was om Europa voor
den ondergang te behoeden. Hij heeft geen
sentimenteele rede gehouden, maar in zijn
beschrijving van de brieven, welke hem door
vrouwen uit alle landen waren gezonden,
teekende hij de internationale spanning en
de onrust, die zich van millioenen men
schen heeft meester gemaakt.
Niet Tsjecho-Slowakije is waard, dat En
geland er land en volk aan waagt, maar er
is een grooter gevaar in Europa.
„Wanneer ik", aldus Chamberlain, „over
tuigd was, dat eenig land voornemens .was
om de geheele wereld te regeeren door de
vrees voor zijn kracht, dan ben ik van
meening, dat tegenstand moet worden ge
boden, want in een dergelijke overheersching
zou het leven van volken, die in de vrijheid
gelooven, het leven niet waard zijn".
Het gevaar voor Europa schuilt in uitge
schreeuwde redevoeringen voor een massa
publiek dat bijeengekomen is om te joelen
en te juichen en waar een man als Hitier
beloften doet en verzekeringen geeft, waar
aan hy zich later niet meer kan onttrekken.
En bovenal schuilt het in het bijeentrom
melen van menschenmassa's als er heden
avond in de Lustgarten te Berlyn zullen
verschijnen, om er te luisteren naar de
woorden van een welsprekend man als
minister Göbbels, die Maandagavond reeds
heeft uitgeschreeuwd dat de Führer slechts
te bevelen had en allen hem zouden volgen.
Niet in handen van mannen als Roosevelt
en Chamberlain berust thans de vraag of er
oorlog op vrede zal zijn, maar in handen
van mannen als Hitier en Göbbels en juist
dat is oorzaak dat van een zeer critieken
toestand kan worden gesproken.
„Er is nog hoop, dat oorlog kan worden
voorkomen en ge weet, dat ik tot het laatste
oogenblik voor den vrede zal werken", heeft
Chamberlain in zijn ernstig woord tot de
wereld gezegd.
Wij kunnen slechts hopen en bidden, dat
Europa voor het vreeseLijkste gespaard zal
mogen blijven.
„Er is nog hoop". Natuurlijk moeten wy
ons aan de laatste stroohalm vasthouden,
maar hoe dun, hoe angstig dun is deze
stroohalm!
Duitschland zal mobiliseeren, als vanmid
dag om 2 uur Praag niet heeft gecapituleerd.
Het is een bericht, dat weliswaar niet be
vestigd is, maar dat den ernst van den toe
stand karakteriseert. Doch het officieele be
richt van 't mobiliseeren der Britsche vloot is
minstens zoo ernstig, temeer, waar dit be
sluit genomen werd na de rede van Cham
berlain, waarschijnlijk na de laatste poging
van Engeland, om Hitier tot andere ge
dachten te brengen.
Er is meer, dat tot nadenken dwingt:
Amerika heeft zijn onderdanen in Duitsch
land geadviseerd, het land te verlaten, En
geland geeft aan zijn onderdanen hetzelfde
advies, buitenlandsfche journalisten in Ber
lijn hebben hun koffers reeds gepakt en
maken plannen om nog vandaag Berlijn te
verlaten.
Dit allemaal wijst op het groote, directe
oorlogsgevaar. En het is zoo jammer, dat de
vrede afhangt van twee mannen: Hitier en
Benesj. Als Benesj toegeeft, als hij er in toe
stemt, dat Tsjecho-Slowakije wordt prijsge
geven aan de verdeeling, zal de vrede voor-
loopig gered zijn. Maar wie kan en durft
hopen op een dusdanige beslissing van
Benesj?
Dus Hitier! Maar wie gelooft, dat Hitier
thans nog terug kan. Wij moeten nog steeds
aannemen, dat hy den oorlog niet wil. Maar
we weten ook, dat hij er niet meer aan
denkt, om ook maar één stap terug te
treden op den weg, die vrede zou beteeke-
nen.
„Er is nog hoop", herhalen wij nogmaals
met Chamberlain.
Laten wij hopen, dat op het allerlaatste
oogenblik de vrede nog gered kan worden.
In de radiorede, die de Belgische minister
van buitenlandsche zaken, Spaak, gister
avond gehouden heeft, zeide hy o.m-, na op
den gespannen internationalen toestand ge
wezen te hebben, hierbij aan de boodschap
van Roosevelt herinnerend als een prachtige
boodschap van vrede en verzoening, het vo -
In deze weken van ernstige internatio
nale spanning, heeft België zich steeds aan
zijn onafhankelijkheidspolitiek gehouden en
deze versterkt.
Thans richten de Belgen dankbaar den
blik naar den koning, die twee jaar geleden
duidelijk den weg heeft gewezen, die ge
volgd diende te worden.
De Belgische regeeringen, die elkaar se
dert dien zijn opgevolgd, hebben alle een
realistische en tegelijkertijd eerlijke buiten
landsche politiek gevoerd.
Zij hebben gewild, dat België in
West-Europa zijn traditioneele en
vreedzame rol speelt. Al haar pogingen
zijn erop gericht geweest, dat ons
grondgebied niet nogmaals het slagveld
van Europa wordt. Hiervoor is het np°"
dig, dat wij onafhankelijk en sterk zyn.
Dit zijn wij thans.
Onze groote naburen hebben onze politiek
begrepen en haar goedgekeurd. Alle inlich
tingen, die wij den laatsten tijd ontvangen
hebben, stellen ons in staat te zeggen, dat de
verplichtingen, die zij op zich genomen heb
ben, zullen worden nagekomen.
Van onzen kant zijn wij vastbesloten ons
grondgebied tegen iederen aanval te verde
digen en niet toe te staan, dat het een door
gangsweg wordt. Ons prachtig leger is op
het oogenblik werkelijk het bolwerk van
onze onafhankelijkheid, zoowel als onze
vredeskans".
De Fransche minister-president Daladier
heeft gisteravond de volgende verklaring af
gelegd:
Aan het einde van dezen nieuwen crisis
dag, zou ik twee feiten willen vaststellen:
Op binnenlandsch gebied zou ik nog eens
willen wijzen op de volkomen orde, die in
het land heerscht, op de koelbloedigheid
van de natie en de regelmaat, waarmede
de veiligheidsmaatregelen, die wij hebben
moeten nemen, worden toegepast.
Op internationaal gebied is de strijd voor
den vrede nog niet geëindigd. De onderhan
delingen gaan voort. Gelooft niet, dat onze
diplomatie werkeloos blijft. Zij is nog van
daag tot uiting gekomen in talrijke hoofd
steden. Als oudstrijder is het mij een be
hoefte te verklaren, dat de regeering, waar
van ik de leiding heb, geen enkele moge
lijkheid om den vrede in eer te handhaven,
zal verwaarloozen.
In leidende Sovjet-kringen is men thans
van meening, dat de toestand duidelijker is
geworden, nu Frankrijk en Engeland zich
aan de zijde van Tsjecho-Slowakije ge
schaard hebben. De wereld, zegt men, staat
zeer dicht bij een oorlog, die alleen kan
worden afgewend door de energie en de
nauwe samenwerking der groote vredelie
vende mogendheden. De Russische regee
ring is bereid tot het aanknoopen van be
sprekingen over militaire samenwerking
met Frankrijk en Engeland. Overigens wor
den in de Sovjet-Unie zekere voorzorgs
maatregelen waargenomen. Tienduizenden
jonge arbeiders, hebben, vereenigd in regi
menten en divisies van alle wapenen, ware
manoeuvres gehouden in samenwerking met
het geregelde leger.
Radio Praag heeft bekend gemaakt, zoo
als wy gister reeds meldden, dat, indien
Tsjecho-Slowakije weigert het memorandum
te aanvaarden, dat is omdat het het En
gelsch-Fransche plan van 19 September ver
te. buiten gaat. De door Hitier aan dit me
morandum gegeven vorm is voldoende om
te bewijzen, dat hij er niet naar streeft een
overeenkomst toe te staan en den vrede te
handhaven.
Men gevoelt er het brutale verlangen in
Tsjecho-Slowakije te vernietigen als vrijen
staat. Het memorandum vraagt in feite een
annexatie bij Duitschland van een gebied
met 3.736.000 bewoners, van wie 2.823.000
het Duitsch als omgangstaal gebruiken en
816.000 het Tsjechisch.
Overigens eischt het memorandum van
Hitier een plebisciet voor een gebied, waar
naast 1.116.000 Tsjechen slechts 144.000
Duitschers wonen. Het memorandum betee-
kent, dat 816.000 Tsjechen bij het Duitsche
rijk zouden komen. Daarentegen zouden in
de Boheemsche streken slechts 102.000 Duit
schers blijven.
Deze cijfers zijn gebaseerd op de volkstel
ling van 1930. Het nieuwe memorandum
van Hitier is direct gericht tegen de essen-
tieele basis van de republiek, welke zich op
die wijze beroofd zou zien van hop en een
groot deel der bosschen, die de landbouw
industrieën voeden.
Op het gebied van het verkeer zouden
groote wegennetten en spoorwegen worden
ontwricht. Voorts zou Tsjecho-Slowakije
zijn laadplaatsen aan de Elbe en den toe
gang tot Bratislava (Pressburg) verliezen.
Ook militair zou de republiek op grond
van het memorandum worden verlamd. Het
geheele westelijk deel van den staat zou op
genade en ongenade worden uitgeleverd aan
het Duitsche rijk en wel zoowel in Bohemen
als in Moravië.
Zooals reeds in den Praagschen radio-om
roep werd medegedeeld, is de regeering van
Tsjecho-Slowakije er van overtuigd, dat het
mogelijk is tot een overeenstemming en tot
behoud van den vrede te komen, mits
Frankrijk en Engeland blijven volharden
bij de voorstellen van Berchtesgaden, welke
aan de Tsjecho-Slowaaksche regeering wer
den voorgelegd en ook reeds zy'n aangeno
men.