Scheepsramp bij Scheveningen. HOmG^KEUKENSTROOP^#**^7 NATIONALE E WIND BLAAST. Jieuiïlelw Binnenland Een logger vergaan, twee menschen vermist. Een der opvarenden overleed in het ziekenhuis. het vraagstuk der werkloosheid. Conferentie vanwege de vrijz.-dem. studieclub. LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Voor 197,10 's-jaars TWEEDE BLAD. Terugkeerend van de haringvangst, is de Scheveningsche logger Sch 102 van de reedery N.V. Fr. Vrolijk, schipper Piet van der Zwan, gistermiddag aan de buitenzijde van de Scheveningsche haven op de Noorderhavenpier geslagen en vergaan. Het schip telde een beman ning van 14 koppen, waarvan er 11 zijn gered. De veertigjarige matroos Jan Bruin is in het ziekenhuis aan den Zuidwai overleden, terwijl de „jongste" Hendrik Roeleveld en de afhouder Cornelis Bruin vermist worden en vermoedelijk in de golven zijn, omgekomen. Het was guur herfstweer en de Zuidwes tenwind joeg de golven hoog op tegen de havenhoofden. Velen wilden dezen middag genieten van het machtige schouwspel, dat de wilde golven bieden en de visschersbe- volking van Scheveningen trotseerde de wind- en regenvlagen om hun familieleden die aan boord van haringloggers wekenlang de zee hadden bevaren, een vroolijk welkom toe te roepen, zooals men dat gewoon is van de havenhoofden af. Om 12 uur ongeveer kwam er een logger in zicht, onmiddellijk gevolgd doos een tweeden, die koers zetten naar de haven om met hoog water binnen te loopen. Men vreesde het weer niet, want in de afgeloopen week waren verschillende loggers binnengekomen, toen de wind het water feller opzweepte dan gister het geval was. De Sch. 102 was om ongeveer 1 uur aan de Zuidzijde van de haven aangekomen en de schipper zette zijn logger in den juisten koers om de haven binnen te loopen, na een reis van ruim 4 weken, waarop 38 last haring was gevangen. Voor den haveningang even wel werd de stroom te sterk, de logger liep zeer sterk uit zijn roer en naderde de ge vaarlijke Noorderpier. Nog dacht men van den wal af, dat de logger zonder ongeluk ken deze manoeuvre zou volbrengen, toen twee geweldige golven vlak achtereen het schip totaal uit den koers brachten en voor dat de bemanning zich kon herstellen, sloeg de Sch. 102 aan de buitenzijde van de Noor der pier op de bazaltblokken, welke de zee wering vormen. De schok kwam hevig aan, want het was van den wal af te zien, dat de logger water maakte en dat de bemanning een geweldi gen strijd zou moeten voeren om het-levér* te behouden. Hoog over de bruine zeilen van de visschersboot spatte het schuim uiteen' en met iederen slag kwam het schip dieper te liggen en gevaarlijker voor de 14 opvaren den. De redding. Oogenblikkelijk werden de verschillende reddingsdiensten gewaarschuwd, de beman ning van de reddingboot der Noord-Zuid- Hollandsche reddingmaatschappij Zeemans- hoop spoedde zich naar de eerste binnen haven, waar de boot gemeerd ligt en na korten tijd voeren de redders onder leiding van schipper M. Bruin uit om te trachten de opvarenden van den logger aan boord te nemen. Inmiddels waren op het Noorder-haven hoofd ook alle voorbereidingen getroffen om van den kant af reddingspogingen te ondernemen. Drie leden van de bemanning van de Sch. 102 sprongen overboord en be reikten het strand, daarbij geholpen door vier mannen, die zich onmiddellijk na de stranding te water hadden begeven. Deze drie werden gered, maar één van hen, de ongeveer 40-jarige Jan Bruin, overleed in het ziekenhuis. Aan boord van den logger wachtten elf mannen op hun redding. Twee van hen waren in den achtermast geklommen om zoo van de mokerslagen van de golven bevrijd te blijven en zij moesten voor hun redding langs het verbin dingstouw tusschen de masten naar voren klimmen, want de reddingboot had zich tus schen de pier en den logger ingewrongen en was gereed de opvarenden aan boord te nemen. Om 2 uur maakte de Zeemanshoop Zich gereed om de geredden in veilige haven te brengen. Maar de kleine boot had de groot ste moeite om zich tegen den stroom en de golven te handhaven. Telkens weer sloegen de zeeën over het dek. Van het Noorden van de haven voer de reddingboot ver naar het Zuiden en daar draaide het schip voor den wind om binnen te komen. Het was precies drie uur toen de Zeemanshoop de visschershaven binnenvoer, waarbij de duizenden, die het angstige tafereel hadden bijgewoond, juichten om de geweldige prestatie van schipper Bruin en zijn stoere mannen. Bij de loods van de Noord-Zuid-Holland- sche Reddingmaatschappij zorgde de Haag- sche politie voor een afzetting en daar kwamen de opvarenden van den logger aan wal, doodelijk vermoeid en verkleumd van de kou, maar gelukkig, omdat zij aan den greep der golven ontsnapt waren. Er waren er negen, zoodat nog twee leden van de bemanning vermist worden: de „jongste" Hendrik Roeleveld en de „afhou der" Cornelis Bruin, die waarschijnlijk in de vischnetten verward is geraakt en zoo een prooi der golven werd. Twee auto's van den Gemeentelijken Ge neeskundigen Dienst vervoerden de gered den deels naar huis, deels naar het zieken huis aan den Zuidwai. De 15-jarige Evert Groen werd opgenomen in het Roode Kruis ziekenhuis. Tegen de haven lag de Sch. 102 vrijwel onder de golven, welker kracht verminder de, omdat de vloed afnam. Zaterdag en Zondag organiseerde de vrijzinnig-democratische studieclub in de internationale school voor wijsbegeerte te Amersfoort een' studieconferentie, gewijd aan het vraagstuk van de werkloosheid. De vergadering, die gepresideerd werd door den voorzitter van de studieclub, mr. B. J. Ou.d, was zeer druk bezocht. O.mi waren aanwezig-prof. mr. R. Kranenburg, lid dér Eerste Kamer; mr. A: M.'Joekes, lid der Tweede Kamer en vele vooraan staande vrijzinnig-democraten. Zaterdagmiddag hield dr. O. Bakker een inleiding over: ,,De werkloosheid, haar oorzaken en de middelen tot bestrijding." Als meest effectief middel tot vermin dering der werkloosheid zag dr. Bakker de arbeidsspreiding en als middel tér aanvulling en overbrugging de uitvoering van openbare werker, en arbeidsdienst plicht voor jeugdige werkloozen. Invoering van de veertigurige arbeids week achtte spr. dringend noodzakelijk, waarbij het uurloon behouden zou moeten worden. De bespaarde steungelden zou de overheid moeten gebruiken om accijnsen en belastingen te verlagen. Van de door deze maatregelen niet getroffenen zullen extra-bijdragen gevorderd moeten worden. Op de avondvergadering sprak de heer W. Ch. van Daalen over: „Ervaring uit de vakbeweging ten aanzien van het werk loosheidsvraagstuk". Spr. achtte vrijwilli- gen arbeidsdienst zeer nuttig, doch waar schuwde tegen verpl'chten aibeidsdienst. Daarentegen verwachtte spr. meer van de verlenging van den leerplicht met één jaar. Uitbreiding van de arbeidswet tot alle ondernemingen, met alleruiterste beper king in de verleening van overwerkver- gunningen, is dringend geboden. Eveneens verbod aan gepensionneerden en wacht gelders om in loondienst te treden of loonarbeid te verrichten. Invoering van de veertigurige werk week is voorshands niet voor verwezen- lking vatbaar. Indien een redelijke pen sioenverzekering gewaarborgd is, zal de vervroegde uitschakeling der arbeiders op zestigjarigen leeftijd mogelijk zijn. Zondagochtend sprak ds. J. de Graaf over: „De geestelijke zijde van het werk loosheidsvraagstuk". De werkloosheid ligt niet buiten de menschelijke verantwoor delijkheid. Wij moeten vasthouden aan de principieele oplosbaarheid van het werk loosheidsvraagstuk. Psychisch-ethisch heeft de arbeid groote beteekenis, immers hij geeft gevoel van- eigenwaarde. Er is voor de werkloozen slechts één oplossing, die werkelijk helpt, n.1.: werk. Het isolement, waarin de werkloozen leven, is een groot gevaar voor ons volk. Vakcursussen voor jorgeren en ouderen zijn zeer nuttig, geven echter te weinig perspectief. Als laatste inleider sprak ir. S. A. Post humus over: „De Jeugdwerkloosheid." Spr. bepleitte als eenig juiste oplossing betaalden arbeid in het normale bedrijfs leven. Dit zou mogelijk kunnen zijn door verkorting der arbeidsweek of verlaging van den pensioengerechtigden leeftijd. Ook verlenging van dpn leerplicht zou een aanmerkelijk aantal jeugdige werk loozen van de arbeidsmarkt houden. Daarnaast achtte spr. wenschelijk een verplichten arbeidsdienst voor alle jonge ren, niet alleen voor de maatschappelijk gedeclasseerden, indien mogelijk voor alle richtingen dooreen. Een. deugdelijke oplei ding voor mannelijke maatschappelijke werkers om bij dit werk leiding te geven, zal daartoe noodig zijn. Wettelijke maatregelen, dat ieder be drijf een bepaald aartal jeugdige arbeids krachten moeten opnemen zullen ook genomen moeten worden. INTERNATIONAAL KATHOLIEK RADIOBUREAU. Tijdens de openingszitting van het inter nationaal katholiek radipbureau, ter jaar vergadering bijeen in de K. R. O.-studio te Hilversum, werd met algemëene stemmen tot voorzitter gekozen pater lector J. Dito o. p. als opvolger van mgf, dr. B. Marschal. Tot directeur van het bureau en tevens redacteur van het internationaal katholiek radiobulletin werd gekozen de heer P. A. M. Speet, algemeen bedrijfsleider van den K. R. O. Vice-president werd dé héér Signoli te Rome, directeur van de katholieke actie in Italië. LEGERPROMOTES. Naar De Crt. verneemt; is met ingang van 1 November bevorderd tot generaal- majoof bij den "dienst" d&Tntendance kolo nel A. Numans, hoofd van de Intendance. Voorts is onder bevordering tot kolonel benoemd tót' commandant der Vé infante riebrigade, de lu'it.-k'ol. M. de Jong, thans commandant van het 1'lè reg. infanterie, die in laatstgenoemde functie wordt op gevolgd door den tot lüit-kolonel bevor derden majoor J. W. Bos, van den staf der Ille infanterie-brigade. Voorts is kolonel H! C. G. baron van Lawick, gouverneur vén de Kón. Mili taire Academie, met ingang van 1 Novem ber a.s. bevorderd tot generaal-majoor. verzekert 28-jarige de volgende uitkeringen/^ Bij overlijden binnen 37 jaar: t) ƒ1000,— terstond betaalbaar, 2) ƒ1000,— gezinarente per jaar, 3) 5000,— op einddatum. Bij leven na 37 jaar: ƒ5000,- benevens 1000,- bij later overlijden. OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Vrijdagavond om half elf was de 35- jarige arbeider D. J. van der Mey van het eiland Tiengemeten met een roeiboot, waaraan een vlet was bevestigd, naar zijn woonplaats Den Bommel op Overflakkee vertrokken. Tengevolge van den storm dreef hij echter af. Toen men Zaterdag nog niets van hem had vernomen, maakte men zich ongerust en stelde men langs de kust een onderzoek in. Zondagmiddag bemerkte een der uitgezonden reddings ploegen een tweetal bootjes op het Haring vliet. Met een motorboot en een roeiboot toog men derwaarts. Inderdaad bleek men met de vermiste vaartuigjes te doen te hebben. De roeier was evenwel verdron ken. Hy lag half over boord met het hoofd in het water en de beenen verstrikt in de touwen, waarmede hy klaarblijkelijk de bootjes had willen vastleggen. Door den zwaren golfslag schijnt hy daarbij te zijn gestruikeld met ,iet noodlottig gevolg, dat hij gedeeltelijk in water terecht kwam en zich niet meer kon oprichten. De man was gehuwd en had twee kin deren. NAT. BOND „HET MOBILISATIEKRUIS" Jaarvergadering te Amsterdam. Sinds de oprichting van de bond had Zaterdag voor de eerste maal een ver gadering plaats buiten Utrecht. De voorzitter, de hee E. J. Cramer, gaf een resumé van wat het jaar opleverde: het regeeringsjubilei m, het 12 V,-jarig bestaan van de hoofdorganisatie, de nieuw opgerichte afdeelingen en vooruitgang in het ledental. Ook de stand der geldmid delen is hoopvol. Het jaarverslag werd goedgekeurd. De rekening sloot met een bedrag van 18752.99, kassaldo 5752.90. De bestuursverkiezing werd uitvoerig besproken. Heiloo had andermaal het voorstel ingediend om bij de vacatures (er waren er een 3-tal) eens rekening te hou den met Noordholland. De voorzitter zeide dat het bestuur voor stelde om het aantal hoofdbestuursleden (14) geleidelijk te verminderen en in de vacatures niet te voorzien. De heeren J. W. Klein en S. C. Plantinga, beiden te Den Haag, werden bij acclamatie herkozen. Den Haag, Waalwijk, Alphen a. d. Rijn en Hilversum stelden voor om het aantal hoofdbestuursleden terug te brengen op 7, zooals de statuten aangeven, waarin staat minstens 6. De voorzitter wilde gaarne rekening houden met den wensch van Heiloo en bij vacatures zal het hoofdbe stuur overwegen hoe hierin te voorzien. Afgewezen werden de voorstellen van Den Haag c.s. omdat het moeilijk is de hoofdbestuursleden hun congé te geven. Hierna werden alle voorstellen ingetrok ken en het voorstel van het hoofdbestuur aangenomen. Aangenomen werd het voorstel om (te beginnen in 1939) niet meer 50, doch 33'/» pet. van de ontvangsten der afdeelingen aan het hoofdbestuui af tè dragen. Goedgekeurd werd om-in "1939 de jaar vergadering te houden in Rotterdam ter gelegenheid van de 25-jarige herdenking van de mobilisatie 19-14. Bij de rondvraag heeft Heiloo gewezen op het dure bondsorgaan; de afgevaardig de vroeg om een goedkooper orgaan, wat z i. mogelijk was in samenwerking met de Byz. Vrijw. Landstorm en Burgerwacht. INVAL IN EEN NACHTHUIS. De politie van het bureau Leidscheplein te Amsterdam heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag een inval gedaan in een huis in de Leidschekruisstraat. Reeds geruimen tijd vermoedde men, dat er in dit perceel een nachtclub was gevestigd, waar gelegenheid zou worden gegeven tot hazardspel en waar vermoedelijk de drankwet werd overtreden. Zes agenten onder leiding van inspecteur Oosterveld gingen in den voornacht naar de woning waar naar men had waargeno men in den loop van den avond veel be zoekers waren binnengegaan. De inspecteur en zijn mannen wisten zich toegang te verschaffen, zonder op eenig ver zet te stuiten. In een der kamers waren 21 personen bijeen, sterke dranken werden echter gedurende het nauwkeurige onder zoek niet in de kamer aangetroffen. Wel vond men speelkaarten. De bezoekers, de exploitant van het nachthuis, een koopm*" en zijn helpers werden per uitrukauto naar het bureau Leidscheplein gebracht, w„r r|j tot diep in den nacht werden verhoord. Zij ontkenden zich aan hazardspel te hebben schuldig gemaakt, noch sterke dranken te hebben gedronken. Na verhoor zijn eiien weer in vrijheid gesteld. LANDELIJKE OEFENING VAN HET NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS. Den Haag als centrum van de oefening. Elk jaar houdt het Nederlandsche Roode Kruis een groote oefening ter voorbereiding van zyn taak in oorlogstijd. Zaterdag wem de oefening gehouden in de provincie Zuid. Holland met de Residentie als centrum. De leiding was in handen van den hoofdcotn- missaris, luitenant-kolonel J. J. M. de Waal. Ruim 300 personen namen aan de oefening deel, onder wie ruim 250 leden van alle transportcolonnes uit deze provincie, een dertigtal helpsters en eenzelfde aantal art sen-sectiecommandanten. De manoeuvre ging van de veronderstelling uit, dat na een gevecht van het Nederlandsche veldleger in de Zuidelijke provincies een groot aantal zieken en gewonden naar Den Haag moeit worden vervoerd ter opneming in de aldaar aanwezige ziekenhuizen, welke samen het „Hospitaal 's-Gravenhage" vormen. Kolonel Lucardie heeft namens alle deel nemers een telegram gezonden aan prinses Juliana, als voorzitster van het Roode Krujs, waarin hij de verzekering heeft gegeven vgri den nimmer verflauwenden ijver en toewij ding der deelnemers. OVERNEMING GERST. Zooals in uitzicht was gesteld, zou de regeering nadere maatregelen tot steun van de gerst overwegen, indien de aanpassing van den binnenlandschen prijs aan dien van de importgerst plus monopolieheffing onvol doende snel geschiedde. Daarbij werd ge dacht aan aankoop door of vanwege de Nederlandsche Akkerbouwcentrale. Thans deelt men ons van bevoegde zijde mede, dat, aangezien de prijzen voor gerst nog niet het gewenschte niveau hebben be reikt, de minister van economische zaken besloten heeft, den telers tot 1 December 1938 gelegenheid te geven gerft aan de Ne derlandsche Akkerbouwcentrale te koop agn tejjieden. Vpoi-lQbpijg'.zal.dézë'gelegenheid sléchts, aan dè telérs in de Noordelijke provincies worden geboden, daar het aanbod van gerst daar het grootst is. Zoodra de wenschelijk- heid daartoe blijkt te bestaan, zullen ook in andere deelen van het land maatregelen in denzelfden geest worden genomen. Het ligt in de bedoeling, de aldus aange kochte gerst langs de normale handelskana len voor binnenlandsch gebruik of uitvoer beschikbaar te stellen. De volgende week zal met de uitvoering van een en ander een aanvang worden ge maakt. DOODELIJK ONGEVAL. Timmerman van een balklaag gevallen. Zaterdagmorgen was de 73-jarige timmer man J, Klip, wonende in de Carmelieten- straat te Schoonhoven, werkzaam in een huizencomplex, dat op den hoek van die straat en de Lange Weistraat door zijn zoon wordt gebouwd. Terwijl hij op de tweede verdieping over de balklaag liep, struikelde K. en viel. Hy kwam met de borst op een der vloerbinten terecht. De val kwam zoo ern stig aan, dat den man de borstkas werd in gedrukt. De geneesheer gelastte overbren ging naar de rijksklinieken te Utrecht, waar K. in den loop van den dag aan de gevolgen is overleden. D Door DONN 8YRNE. Uit het Engelsch door J. van P 57) Om Ierland te begrijpen, moest men de Ieren begrijpen en dat de Ieren óf door haat öf door liefde gedreven worden Parnell echter had hoop; geen opwinding, geheel hersenen en wilskracht; hij kon niet worden afgeleid door hooge ambten, godsdienst of liefde voor vrouwen. Hier was een man, wiens hoofd stevig op zijn schouders stond hij zou nooit worden bedorvenAha, hier was iets, dat Gra- nya blij zou zijn te hooren: Margaret Ma- ther had in Pittsburgh groot succes gehad als Lady MacbethPoeh! Cholera in Napels, dat was ernstg! Niet zulk een overzindelijk volk die ItalianenLi Hung Chang van zijn titels vervallen ver klaard wie voor den duivel was Li Hung Chang en welke titels had hij? En majoor Kitchener verspreidt de Berber stammen hoe onbelangrijk! Ah, hier was iets: Groote dobbelarij op de City of Rome. Ja, dat had hij altijd wel beweerd, stoom zou alles ruïneeren. De groote zee een plaats voor dobbelaars! In den ouden tijd van de zeilschepen, toen een kapitein een kapitein was, zou hij iets dergelijks niet aan boord van een schoon schip geduld hebben; hij was bang, dat de wereld naar de haaien ging! Ach, kwam die vrouw dan nooit, nooit beneden? Hij glimlachte bij zichzelf erover, dat de taal van Ulster terugkeerde bij het denken aan UlsterHij dwong zichzelf de krant weer op te nemen. Een opstand van India nen in W.-Montana gevreesd Stanley gaat naar Egypte Politieagent in Brook- lyn mishandeld; een ruw woord, dat Brooklyn!Amerikaansche schoener door Russisch korvet aangehouden wegens ver koop van drank in de Beringstraat; een erg strikt modern volk, die Russen Picnics op Staten Island zouden oorzaak zijn van bederf van jonge meisjesEn Bismarck en de Paus nog steeds aan het kibbelen. Dacht de arme Duitscher, dat hij ooit zou kunnen winnen van de sluwe Ro meinen? Ach, wat zou die vrouw toch zoo ophouden? Het licht was zoo slecht geworden, dat hij nauwelijks kon lezen. Buiten werd het tempo sneller; de menschen haastten zich nu op weg naar de restaurants voor het avondmaal, van de restaurants naar het theater, naar huis om te slapen en het vooruitzicht van een nieuwen dag met het oude werk. Er was betoovering, hypnose in New York en het smartte hem de stad te verlaten; zij was heel vriendelijk voor hem geweest. En hij zou haar nooit weer zien ach, maar hij zou haar gedenken! III. Met een gevoel van openbaring welde de gedachte by hem op, dat hij zijn ge- heele leven vooruit had gezien, steeds iets nieuws. En nu zou hij achter zich zien. Vroeger, steeds gissen, thans omkijken, be grijpend of niet begrijpend, maar met ge gevens voor hem, waaruit wijsheid, waar heid kon geput worden, Het kwam hem voor, dat hij zijn geheele leven iets verza meld had en nu was de tijd gekomen om te schiften, te weven. En dan. wat zou hij doen met hetgeen hij gemaakt had? Met welk doel? De krant, die hij in de hand had, viel op zijn knieën, zijn oogen, gericht op de ven sters, waardoor de lichten van de stad be gonnen te schijnen, zagen een waas, zagen niets, zijn ooren, luisterenden naar 't klop- klop-klop van de rijtuigen hoorden slechts rhythme, daarna een ineensmelting van zwakke klanken, toen nietsHij zelf, zijn innerste, scheen oude gebeurtenissen te zien, ze mee te maken. De kleine jongen, in schepen de zee bevarend, op zoek naar een eiland, dat hij in een luchtspiegeling gezien had een stemming van verwon dering. Er waren voeten en er was de we reld; iedere boom was een smaragden won der, elk huis een geheim, alle menschen raadselen Kom, kleine jongen, kom en zie! Het instinct van den zalm voor de zee: de rivier, waar hij was geboren, spoedt zich naar de zee en zijn instinct zegt hem mee te gaan, niet er tegen inzij wordt dieper en breeder en verderop is altijd een helder der meertje, een meer beschaduwde rots en malscher watervarens. Het is aange naam zwemmen onder de wilgetakken en de versnellingenhup!En daar is de traagheid van een delta en het ruisdhen van kleine golfjes en hij is in de zee. En nu moet hij zijn eigen koers bepalen Het lokken van de rivier heeft hem zoo ver gevoerd. En Shane dacht: Ik werd als een zalm in een rivier geboren. De domme, aardige forel bleef in de rivier met den geheim- zinnigen aal en den baars en den karper en met den zwaren brasem en den snoek, die een langen snoet heeft zij allen ble ven in de grasomzoomde rivier, maar die geboren zalmen, zij moeten meegaan naar de zee Een zwakke schaduw legde zich over zijn gelaat en hij hield den adem in. Hij dacht aan Moyra, de vrouw, die hij had, toen hij niet ouder was dan een jongen. Als een vreemde, boeiende, leelijke droom, dien hy droomde. En vreemd genoeg, het beeld van Moyra's moeder, de oude vrouw van Louth, was duidelijker in zijn gemoed dan dat van zijn vrouw zelf. Moyra was als een bewogen wolk, een ding, dat de zonne schijn voor een wijle verduistert, hoewel niet door haar eigen fout maar de moe der was onheilspellend. Een oude vrouw, die klaagliederen zingt, riekend naar whsiky en met oogen, die somber worden door lage hebzucht... Waarom moest Moyra sterven? Noodlot, God's wil, hoe ge het noemen wilt. Waarom zou hij daarin gesleurd zijn, vroeg Shane zich af. Als het niet gebeurd was, wat zóu er dan wel ge beurd zijn? Hij wist het niet, maar dat wist bij, dat in dat huwelijk met Moyra hij bij den schouder was gegrepen, hem in de oogen gekeken werd en een stem had gezegd: „Wacht, alles is niet wonder en mysterie» hét leven is geen kinderspel; je moet leeren". Arme Moyra, hij kon zich nauwelijks meer van haar herinneren dan haar smee- kende, half-vijandige oogen, haar mond. die gemakkelijk van woede vertrok, haar schaamte, omdat haar armen en beenen leelijk waren. En nu eens had zij hem lief gehad en dan weer gehaat. Hij herinnerde zich een avond in Mei, toen zij plotseling zijn hand gevat en gekust en tegen haar hart gedrukt had, en later op dien avond was zij hevig tegen hem uitgevaren en had gezegd, dat het een ongeluksdag was ge weest, toen zij hem voor het eerst gezien had en een ongeluksdag, toen zij met hem trouwde en haar gelaat was vertrokken geweest tot smartelijke leelijkheid. En toen hy dagen daarna naar zee ging, vond hu een symbool van haar geloof, een agnu' dei, in zijn jas genaaid om hem te be schermen tegen de verschrikkingen van de diepe wateren. En toen was zij gestorven, de arme V-" folterde Moyra, plotseling. Waarom? Wa had haar de gedachte gegeven: „Dat H niet goed gedaan, neen, dat Is slecht» wacht, ik zal het overdoen Ach ja, God geve haar vrede, waar zU ook moge dwalen! Hoeveel jaren had het gekost om erover heen te komen, niet over haar dood, maar over hun huwelijk! Een langen tijd, zeven moeilijke jaren. Hij had kunnen veranderen in een bitteren, fcll®n ouden man, die alles haatte. De geheele zaak was als een wreedheid geweest, be gaan aan een gelukkig vragend kind. Eb hij had zijn hart gesloten, wrokkend bang En toen was Claire-Anne gekomen. (Word.- vervolgd1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6