Scheepsramp bij Scheveningen.
HOmG^KEUKENSTROOP^#**^7
NATIONALE
E WIND
BLAAST.
Jieuiïlelw
Binnenland
Een logger vergaan, twee menschen vermist.
Een der opvarenden overleed in het
ziekenhuis.
het vraagstuk der
werkloosheid.
Conferentie vanwege de vrijz.-dem.
studieclub.
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
Voor 197,10 's-jaars
TWEEDE BLAD.
Terugkeerend van de haringvangst,
is de Scheveningsche logger Sch 102 van
de reedery N.V. Fr. Vrolijk, schipper
Piet van der Zwan, gistermiddag aan
de buitenzijde van de Scheveningsche
haven op de Noorderhavenpier geslagen
en vergaan. Het schip telde een beman
ning van 14 koppen, waarvan er 11 zijn
gered.
De veertigjarige matroos Jan Bruin
is in het ziekenhuis aan den Zuidwai
overleden, terwijl de „jongste" Hendrik
Roeleveld en de afhouder Cornelis Bruin
vermist worden en vermoedelijk in de
golven zijn, omgekomen.
Het was guur herfstweer en de Zuidwes
tenwind joeg de golven hoog op tegen de
havenhoofden. Velen wilden dezen middag
genieten van het machtige schouwspel, dat
de wilde golven bieden en de visschersbe-
volking van Scheveningen trotseerde de
wind- en regenvlagen om hun familieleden
die aan boord van haringloggers wekenlang
de zee hadden bevaren, een vroolijk welkom
toe te roepen, zooals men dat gewoon is van
de havenhoofden af. Om 12 uur ongeveer
kwam er een logger in zicht, onmiddellijk
gevolgd doos een tweeden, die koers zetten
naar de haven om met hoog water binnen te
loopen. Men vreesde het weer niet, want in
de afgeloopen week waren verschillende
loggers binnengekomen, toen de wind het
water feller opzweepte dan gister het geval
was.
De Sch. 102 was om ongeveer 1 uur aan de
Zuidzijde van de haven aangekomen en de
schipper zette zijn logger in den juisten
koers om de haven binnen te loopen, na een
reis van ruim 4 weken, waarop 38 last haring
was gevangen. Voor den haveningang even
wel werd de stroom te sterk, de logger liep
zeer sterk uit zijn roer en naderde de ge
vaarlijke Noorderpier. Nog dacht men van
den wal af, dat de logger zonder ongeluk
ken deze manoeuvre zou volbrengen, toen
twee geweldige golven vlak achtereen het
schip totaal uit den koers brachten en voor
dat de bemanning zich kon herstellen, sloeg
de Sch. 102 aan de buitenzijde van de Noor
der pier op de bazaltblokken, welke de zee
wering vormen.
De schok kwam hevig aan, want het was
van den wal af te zien, dat de logger water
maakte en dat de bemanning een geweldi
gen strijd zou moeten voeren om het-levér*
te behouden. Hoog over de bruine zeilen van
de visschersboot spatte het schuim uiteen' en
met iederen slag kwam het schip dieper te
liggen en gevaarlijker voor de 14 opvaren
den.
De redding.
Oogenblikkelijk werden de verschillende
reddingsdiensten gewaarschuwd, de beman
ning van de reddingboot der Noord-Zuid-
Hollandsche reddingmaatschappij Zeemans-
hoop spoedde zich naar de eerste binnen
haven, waar de boot gemeerd ligt en na
korten tijd voeren de redders onder leiding
van schipper M. Bruin uit om te trachten de
opvarenden van den logger aan boord te
nemen.
Inmiddels waren op het Noorder-haven
hoofd ook alle voorbereidingen getroffen
om van den kant af reddingspogingen te
ondernemen. Drie leden van de bemanning
van de Sch. 102 sprongen overboord en be
reikten het strand, daarbij geholpen door
vier mannen, die zich onmiddellijk na de
stranding te water hadden begeven. Deze
drie werden gered, maar één van hen, de
ongeveer 40-jarige Jan Bruin, overleed in
het ziekenhuis.
Aan boord van den logger wachtten elf
mannen op hun redding.
Twee van hen waren in den achtermast
geklommen om zoo van de mokerslagen
van de golven bevrijd te blijven en zij
moesten voor hun redding langs het verbin
dingstouw tusschen de masten naar voren
klimmen, want de reddingboot had zich tus
schen de pier en den logger ingewrongen en
was gereed de opvarenden aan boord te
nemen.
Om 2 uur maakte de Zeemanshoop Zich
gereed om de geredden in veilige haven te
brengen. Maar de kleine boot had de groot
ste moeite om zich tegen den stroom en de
golven te handhaven. Telkens weer sloegen
de zeeën over het dek.
Van het Noorden van de haven voer de
reddingboot ver naar het Zuiden en daar
draaide het schip voor den wind om binnen
te komen. Het was precies drie uur toen de
Zeemanshoop de visschershaven binnenvoer,
waarbij de duizenden, die het angstige
tafereel hadden bijgewoond, juichten om de
geweldige prestatie van schipper Bruin en
zijn stoere mannen.
Bij de loods van de Noord-Zuid-Holland-
sche Reddingmaatschappij zorgde de Haag-
sche politie voor een afzetting en daar
kwamen de opvarenden van den logger aan
wal, doodelijk vermoeid en verkleumd van
de kou, maar gelukkig, omdat zij aan den
greep der golven ontsnapt waren.
Er waren er negen, zoodat nog twee leden
van de bemanning vermist worden: de
„jongste" Hendrik Roeleveld en de „afhou
der" Cornelis Bruin, die waarschijnlijk in de
vischnetten verward is geraakt en zoo een
prooi der golven werd.
Twee auto's van den Gemeentelijken Ge
neeskundigen Dienst vervoerden de gered
den deels naar huis, deels naar het zieken
huis aan den Zuidwai. De 15-jarige Evert
Groen werd opgenomen in het Roode Kruis
ziekenhuis.
Tegen de haven lag de Sch. 102 vrijwel
onder de golven, welker kracht verminder
de, omdat de vloed afnam.
Zaterdag en Zondag organiseerde de
vrijzinnig-democratische studieclub in de
internationale school voor wijsbegeerte te
Amersfoort een' studieconferentie, gewijd
aan het vraagstuk van de werkloosheid.
De vergadering, die gepresideerd werd
door den voorzitter van de studieclub, mr.
B. J. Ou.d, was zeer druk bezocht. O.mi
waren aanwezig-prof. mr. R. Kranenburg,
lid dér Eerste Kamer; mr. A: M.'Joekes,
lid der Tweede Kamer en vele vooraan
staande vrijzinnig-democraten.
Zaterdagmiddag hield dr. O. Bakker een
inleiding over: ,,De werkloosheid, haar
oorzaken en de middelen tot bestrijding."
Als meest effectief middel tot vermin
dering der werkloosheid zag dr. Bakker
de arbeidsspreiding en als middel tér
aanvulling en overbrugging de uitvoering
van openbare werker, en arbeidsdienst
plicht voor jeugdige werkloozen.
Invoering van de veertigurige arbeids
week achtte spr. dringend noodzakelijk,
waarbij het uurloon behouden zou moeten
worden. De bespaarde steungelden zou de
overheid moeten gebruiken om accijnsen
en belastingen te verlagen. Van de door
deze maatregelen niet getroffenen zullen
extra-bijdragen gevorderd moeten worden.
Op de avondvergadering sprak de heer
W. Ch. van Daalen over: „Ervaring uit de
vakbeweging ten aanzien van het werk
loosheidsvraagstuk". Spr. achtte vrijwilli-
gen arbeidsdienst zeer nuttig, doch waar
schuwde tegen verpl'chten aibeidsdienst.
Daarentegen verwachtte spr. meer van de
verlenging van den leerplicht met één
jaar.
Uitbreiding van de arbeidswet tot alle
ondernemingen, met alleruiterste beper
king in de verleening van overwerkver-
gunningen, is dringend geboden. Eveneens
verbod aan gepensionneerden en wacht
gelders om in loondienst te treden of
loonarbeid te verrichten.
Invoering van de veertigurige werk
week is voorshands niet voor verwezen-
lking vatbaar. Indien een redelijke pen
sioenverzekering gewaarborgd is, zal de
vervroegde uitschakeling der arbeiders op
zestigjarigen leeftijd mogelijk zijn.
Zondagochtend sprak ds. J. de Graaf
over: „De geestelijke zijde van het werk
loosheidsvraagstuk". De werkloosheid ligt
niet buiten de menschelijke verantwoor
delijkheid. Wij moeten vasthouden aan de
principieele oplosbaarheid van het werk
loosheidsvraagstuk. Psychisch-ethisch heeft
de arbeid groote beteekenis, immers hij
geeft gevoel van- eigenwaarde. Er is voor
de werkloozen slechts één oplossing, die
werkelijk helpt, n.1.: werk. Het isolement,
waarin de werkloozen leven, is een groot
gevaar voor ons volk. Vakcursussen voor
jorgeren en ouderen zijn zeer nuttig, geven
echter te weinig perspectief.
Als laatste inleider sprak ir. S. A. Post
humus over: „De Jeugdwerkloosheid."
Spr. bepleitte als eenig juiste oplossing
betaalden arbeid in het normale bedrijfs
leven. Dit zou mogelijk kunnen zijn door
verkorting der arbeidsweek of verlaging
van den pensioengerechtigden leeftijd.
Ook verlenging van dpn leerplicht zou
een aanmerkelijk aantal jeugdige werk
loozen van de arbeidsmarkt houden.
Daarnaast achtte spr. wenschelijk een
verplichten arbeidsdienst voor alle jonge
ren, niet alleen voor de maatschappelijk
gedeclasseerden, indien mogelijk voor alle
richtingen dooreen. Een. deugdelijke oplei
ding voor mannelijke maatschappelijke
werkers om bij dit werk leiding te geven,
zal daartoe noodig zijn.
Wettelijke maatregelen, dat ieder be
drijf een bepaald aartal jeugdige arbeids
krachten moeten opnemen zullen ook
genomen moeten worden.
INTERNATIONAAL KATHOLIEK
RADIOBUREAU.
Tijdens de openingszitting van het inter
nationaal katholiek radipbureau, ter jaar
vergadering bijeen in de K. R. O.-studio te
Hilversum, werd met algemëene stemmen
tot voorzitter gekozen pater lector J. Dito
o. p. als opvolger van mgf, dr. B. Marschal.
Tot directeur van het bureau en tevens
redacteur van het internationaal katholiek
radiobulletin werd gekozen de heer P. A.
M. Speet, algemeen bedrijfsleider van den
K. R. O.
Vice-president werd dé héér Signoli te
Rome, directeur van de katholieke actie in
Italië.
LEGERPROMOTES.
Naar De Crt. verneemt; is met ingang
van 1 November bevorderd tot generaal-
majoof bij den "dienst" d&Tntendance kolo
nel A. Numans, hoofd van de Intendance.
Voorts is onder bevordering tot kolonel
benoemd tót' commandant der Vé infante
riebrigade, de lu'it.-k'ol. M. de Jong, thans
commandant van het 1'lè reg. infanterie,
die in laatstgenoemde functie wordt op
gevolgd door den tot lüit-kolonel bevor
derden majoor J. W. Bos, van den staf der
Ille infanterie-brigade.
Voorts is kolonel H! C. G. baron van
Lawick, gouverneur vén de Kón. Mili
taire Academie, met ingang van 1 Novem
ber a.s. bevorderd tot generaal-majoor.
verzekert 28-jarige
de volgende uitkeringen/^
Bij overlijden binnen 37 jaar:
t) ƒ1000,— terstond betaalbaar,
2) ƒ1000,— gezinarente per jaar,
3) 5000,— op einddatum.
Bij leven na 37 jaar: ƒ5000,-
benevens 1000,- bij later overlijden.
OVER BOORD GESLAGEN
EN VERDRONKEN.
Vrijdagavond om half elf was de 35-
jarige arbeider D. J. van der Mey van het
eiland Tiengemeten met een roeiboot,
waaraan een vlet was bevestigd, naar zijn
woonplaats Den Bommel op Overflakkee
vertrokken. Tengevolge van den storm
dreef hij echter af. Toen men Zaterdag
nog niets van hem had vernomen, maakte
men zich ongerust en stelde men langs de
kust een onderzoek in. Zondagmiddag
bemerkte een der uitgezonden reddings
ploegen een tweetal bootjes op het Haring
vliet. Met een motorboot en een roeiboot
toog men derwaarts. Inderdaad bleek men
met de vermiste vaartuigjes te doen te
hebben. De roeier was evenwel verdron
ken. Hy lag half over boord met het hoofd
in het water en de beenen verstrikt in de
touwen, waarmede hy klaarblijkelijk de
bootjes had willen vastleggen. Door den
zwaren golfslag schijnt hy daarbij te zijn
gestruikeld met ,iet noodlottig gevolg, dat
hij gedeeltelijk in water terecht kwam en
zich niet meer kon oprichten.
De man was gehuwd en had twee kin
deren.
NAT. BOND „HET MOBILISATIEKRUIS"
Jaarvergadering te Amsterdam.
Sinds de oprichting van de bond had
Zaterdag voor de eerste maal een ver
gadering plaats buiten Utrecht.
De voorzitter, de hee E. J. Cramer, gaf
een resumé van wat het jaar opleverde:
het regeeringsjubilei m, het 12 V,-jarig
bestaan van de hoofdorganisatie, de nieuw
opgerichte afdeelingen en vooruitgang in
het ledental. Ook de stand der geldmid
delen is hoopvol.
Het jaarverslag werd goedgekeurd. De
rekening sloot met een bedrag van
18752.99, kassaldo 5752.90.
De bestuursverkiezing werd uitvoerig
besproken. Heiloo had andermaal het
voorstel ingediend om bij de vacatures (er
waren er een 3-tal) eens rekening te hou
den met Noordholland.
De voorzitter zeide dat het bestuur voor
stelde om het aantal hoofdbestuursleden
(14) geleidelijk te verminderen en in de
vacatures niet te voorzien. De heeren J.
W. Klein en S. C. Plantinga, beiden te Den
Haag, werden bij acclamatie herkozen.
Den Haag, Waalwijk, Alphen a. d. Rijn
en Hilversum stelden voor om het aantal
hoofdbestuursleden terug te brengen op 7,
zooals de statuten aangeven, waarin staat
minstens 6. De voorzitter wilde gaarne
rekening houden met den wensch van
Heiloo en bij vacatures zal het hoofdbe
stuur overwegen hoe hierin te voorzien.
Afgewezen werden de voorstellen van
Den Haag c.s. omdat het moeilijk is de
hoofdbestuursleden hun congé te geven.
Hierna werden alle voorstellen ingetrok
ken en het voorstel van het hoofdbestuur
aangenomen.
Aangenomen werd het voorstel om (te
beginnen in 1939) niet meer 50, doch 33'/»
pet. van de ontvangsten der afdeelingen
aan het hoofdbestuui af tè dragen.
Goedgekeurd werd om-in "1939 de jaar
vergadering te houden in Rotterdam ter
gelegenheid van de 25-jarige herdenking
van de mobilisatie 19-14.
Bij de rondvraag heeft Heiloo gewezen
op het dure bondsorgaan; de afgevaardig
de vroeg om een goedkooper orgaan, wat
z i. mogelijk was in samenwerking met
de Byz. Vrijw. Landstorm en Burgerwacht.
INVAL IN EEN NACHTHUIS.
De politie van het bureau Leidscheplein te
Amsterdam heeft in den nacht van Zaterdag
op Zondag een inval gedaan in een huis in
de Leidschekruisstraat. Reeds geruimen tijd
vermoedde men, dat er in dit perceel een
nachtclub was gevestigd, waar gelegenheid
zou worden gegeven tot hazardspel en waar
vermoedelijk de drankwet werd overtreden.
Zes agenten onder leiding van inspecteur
Oosterveld gingen in den voornacht naar de
woning waar naar men had waargeno
men in den loop van den avond veel be
zoekers waren binnengegaan.
De inspecteur en zijn mannen wisten zich
toegang te verschaffen, zonder op eenig ver
zet te stuiten. In een der kamers waren 21
personen bijeen, sterke dranken werden
echter gedurende het nauwkeurige onder
zoek niet in de kamer aangetroffen. Wel
vond men speelkaarten. De bezoekers, de
exploitant van het nachthuis, een koopm*"
en zijn helpers werden per uitrukauto naar
het bureau Leidscheplein gebracht, w„r r|j
tot diep in den nacht werden verhoord. Zij
ontkenden zich aan hazardspel te hebben
schuldig gemaakt, noch sterke dranken te
hebben gedronken. Na verhoor zijn eiien
weer in vrijheid gesteld.
LANDELIJKE OEFENING VAN HET
NEDERLANDSCHE ROODE KRUIS.
Den Haag als centrum van de
oefening.
Elk jaar houdt het Nederlandsche Roode
Kruis een groote oefening ter voorbereiding
van zyn taak in oorlogstijd. Zaterdag wem
de oefening gehouden in de provincie Zuid.
Holland met de Residentie als centrum. De
leiding was in handen van den hoofdcotn-
missaris, luitenant-kolonel J. J. M. de Waal.
Ruim 300 personen namen aan de oefening
deel, onder wie ruim 250 leden van alle
transportcolonnes uit deze provincie, een
dertigtal helpsters en eenzelfde aantal art
sen-sectiecommandanten. De manoeuvre ging
van de veronderstelling uit, dat na een
gevecht van het Nederlandsche veldleger in
de Zuidelijke provincies een groot aantal
zieken en gewonden naar Den Haag moeit
worden vervoerd ter opneming in de aldaar
aanwezige ziekenhuizen, welke samen het
„Hospitaal 's-Gravenhage" vormen.
Kolonel Lucardie heeft namens alle deel
nemers een telegram gezonden aan prinses
Juliana, als voorzitster van het Roode Krujs,
waarin hij de verzekering heeft gegeven vgri
den nimmer verflauwenden ijver en toewij
ding der deelnemers.
OVERNEMING GERST.
Zooals in uitzicht was gesteld, zou de
regeering nadere maatregelen tot steun van
de gerst overwegen, indien de aanpassing
van den binnenlandschen prijs aan dien van
de importgerst plus monopolieheffing onvol
doende snel geschiedde. Daarbij werd ge
dacht aan aankoop door of vanwege de
Nederlandsche Akkerbouwcentrale.
Thans deelt men ons van bevoegde zijde
mede, dat, aangezien de prijzen voor gerst
nog niet het gewenschte niveau hebben be
reikt, de minister van economische zaken
besloten heeft, den telers tot 1 December
1938 gelegenheid te geven gerft aan de Ne
derlandsche Akkerbouwcentrale te koop agn
tejjieden.
Vpoi-lQbpijg'.zal.dézë'gelegenheid sléchts,
aan dè telérs in de Noordelijke provincies
worden geboden, daar het aanbod van gerst
daar het grootst is. Zoodra de wenschelijk-
heid daartoe blijkt te bestaan, zullen ook in
andere deelen van het land maatregelen in
denzelfden geest worden genomen.
Het ligt in de bedoeling, de aldus aange
kochte gerst langs de normale handelskana
len voor binnenlandsch gebruik of uitvoer
beschikbaar te stellen.
De volgende week zal met de uitvoering
van een en ander een aanvang worden ge
maakt.
DOODELIJK ONGEVAL.
Timmerman van een balklaag
gevallen.
Zaterdagmorgen was de 73-jarige timmer
man J, Klip, wonende in de Carmelieten-
straat te Schoonhoven, werkzaam in een
huizencomplex, dat op den hoek van die
straat en de Lange Weistraat door zijn zoon
wordt gebouwd. Terwijl hij op de tweede
verdieping over de balklaag liep, struikelde
K. en viel. Hy kwam met de borst op een der
vloerbinten terecht. De val kwam zoo ern
stig aan, dat den man de borstkas werd in
gedrukt. De geneesheer gelastte overbren
ging naar de rijksklinieken te Utrecht, waar
K. in den loop van den dag aan de gevolgen
is overleden.
D
Door DONN 8YRNE.
Uit het Engelsch door J. van P
57)
Om Ierland te begrijpen, moest men de
Ieren begrijpen en dat de Ieren óf door
haat öf door liefde gedreven worden
Parnell echter had hoop; geen opwinding,
geheel hersenen en wilskracht; hij kon
niet worden afgeleid door hooge ambten,
godsdienst of liefde voor vrouwen. Hier
was een man, wiens hoofd stevig op zijn
schouders stond hij zou nooit worden
bedorvenAha, hier was iets, dat Gra-
nya blij zou zijn te hooren: Margaret Ma-
ther had in Pittsburgh groot succes gehad
als Lady MacbethPoeh! Cholera in
Napels, dat was ernstg! Niet zulk een
overzindelijk volk die ItalianenLi
Hung Chang van zijn titels vervallen ver
klaard wie voor den duivel was Li Hung
Chang en welke titels had hij? En majoor
Kitchener verspreidt de Berber stammen
hoe onbelangrijk! Ah, hier was iets:
Groote dobbelarij op de City of Rome. Ja,
dat had hij altijd wel beweerd, stoom zou
alles ruïneeren. De groote zee een plaats
voor dobbelaars! In den ouden tijd van de
zeilschepen, toen een kapitein een kapitein
was, zou hij iets dergelijks niet aan boord
van een schoon schip geduld hebben; hij
was bang, dat de wereld naar de haaien
ging!
Ach, kwam die vrouw dan nooit, nooit
beneden?
Hij glimlachte bij zichzelf erover, dat de
taal van Ulster terugkeerde bij het denken
aan UlsterHij dwong zichzelf de krant
weer op te nemen. Een opstand van India
nen in W.-Montana gevreesd Stanley
gaat naar Egypte Politieagent in Brook-
lyn mishandeld; een ruw woord, dat
Brooklyn!Amerikaansche schoener door
Russisch korvet aangehouden wegens ver
koop van drank in de Beringstraat; een
erg strikt modern volk, die Russen
Picnics op Staten Island zouden oorzaak
zijn van bederf van jonge meisjesEn
Bismarck en de Paus nog steeds aan het
kibbelen. Dacht de arme Duitscher, dat hij
ooit zou kunnen winnen van de sluwe Ro
meinen? Ach, wat zou die vrouw toch zoo
ophouden?
Het licht was zoo slecht geworden, dat
hij nauwelijks kon lezen. Buiten werd het
tempo sneller; de menschen haastten zich
nu op weg naar de restaurants voor het
avondmaal, van de restaurants naar het
theater, naar huis om te slapen en het
vooruitzicht van een nieuwen dag met het
oude werk. Er was betoovering, hypnose
in New York en het smartte hem de stad
te verlaten; zij was heel vriendelijk voor
hem geweest. En hij zou haar nooit weer
zien ach, maar hij zou haar gedenken!
III.
Met een gevoel van openbaring welde
de gedachte by hem op, dat hij zijn ge-
heele leven vooruit had gezien, steeds iets
nieuws. En nu zou hij achter zich zien.
Vroeger, steeds gissen, thans omkijken, be
grijpend of niet begrijpend, maar met ge
gevens voor hem, waaruit wijsheid, waar
heid kon geput worden, Het kwam hem
voor, dat hij zijn geheele leven iets verza
meld had en nu was de tijd gekomen om
te schiften, te weven. En dan. wat zou hij
doen met hetgeen hij gemaakt had? Met
welk doel?
De krant, die hij in de hand had, viel op
zijn knieën, zijn oogen, gericht op de ven
sters, waardoor de lichten van de stad be
gonnen te schijnen, zagen een waas, zagen
niets, zijn ooren, luisterenden naar 't klop-
klop-klop van de rijtuigen hoorden slechts
rhythme, daarna een ineensmelting van
zwakke klanken, toen nietsHij zelf, zijn
innerste, scheen oude gebeurtenissen te
zien, ze mee te maken. De kleine jongen,
in schepen de zee bevarend, op zoek naar
een eiland, dat hij in een luchtspiegeling
gezien had een stemming van verwon
dering. Er waren voeten en er was de we
reld; iedere boom was een smaragden won
der, elk huis een geheim, alle menschen
raadselen Kom, kleine jongen, kom en
zie! Het instinct van den zalm voor de zee:
de rivier, waar hij was geboren, spoedt zich
naar de zee en zijn instinct zegt hem mee
te gaan, niet er tegen inzij wordt dieper
en breeder en verderop is altijd een helder
der meertje, een meer beschaduwde rots
en malscher watervarens. Het is aange
naam zwemmen onder de wilgetakken en
de versnellingenhup!En daar is de
traagheid van een delta en het ruisdhen
van kleine golfjes en hij is in de zee. En
nu moet hij zijn eigen koers bepalen
Het lokken van de rivier heeft hem zoo
ver gevoerd.
En Shane dacht: Ik werd als een zalm in
een rivier geboren. De domme, aardige
forel bleef in de rivier met den geheim-
zinnigen aal en den baars en den karper
en met den zwaren brasem en den snoek,
die een langen snoet heeft zij allen ble
ven in de grasomzoomde rivier, maar die
geboren zalmen, zij moeten meegaan naar
de zee
Een zwakke schaduw legde zich over zijn
gelaat en hij hield den adem in. Hij dacht
aan Moyra, de vrouw, die hij had, toen hij
niet ouder was dan een jongen. Als een
vreemde, boeiende, leelijke droom, dien hy
droomde. En vreemd genoeg, het beeld
van Moyra's moeder, de oude vrouw van
Louth, was duidelijker in zijn gemoed dan
dat van zijn vrouw zelf. Moyra was als een
bewogen wolk, een ding, dat de zonne
schijn voor een wijle verduistert, hoewel
niet door haar eigen fout maar de moe
der was onheilspellend. Een oude vrouw,
die klaagliederen zingt, riekend naar
whsiky en met oogen, die somber worden
door lage hebzucht... Waarom moest
Moyra sterven? Noodlot, God's wil, hoe ge
het noemen wilt. Waarom zou hij daarin
gesleurd zijn, vroeg Shane zich af. Als het
niet gebeurd was, wat zóu er dan wel ge
beurd zijn? Hij wist het niet, maar dat
wist bij, dat in dat huwelijk met Moyra
hij bij den schouder was gegrepen, hem in
de oogen gekeken werd en een stem had
gezegd: „Wacht, alles is niet wonder en
mysterie» hét leven is geen kinderspel; je
moet leeren".
Arme Moyra, hij kon zich nauwelijks
meer van haar herinneren dan haar smee-
kende, half-vijandige oogen, haar mond.
die gemakkelijk van woede vertrok, haar
schaamte, omdat haar armen en beenen
leelijk waren. En nu eens had zij hem lief
gehad en dan weer gehaat. Hij herinnerde
zich een avond in Mei, toen zij plotseling
zijn hand gevat en gekust en tegen haar
hart gedrukt had, en later op dien avond
was zij hevig tegen hem uitgevaren en had
gezegd, dat het een ongeluksdag was ge
weest, toen zij hem voor het eerst gezien
had en een ongeluksdag, toen zij met hem
trouwde en haar gelaat was vertrokken
geweest tot smartelijke leelijkheid. En toen
hy dagen daarna naar zee ging, vond hu
een symbool van haar geloof, een agnu'
dei, in zijn jas genaaid om hem te be
schermen tegen de verschrikkingen van de
diepe wateren.
En toen was zij gestorven, de arme V-"
folterde Moyra, plotseling. Waarom? Wa
had haar de gedachte gegeven: „Dat H
niet goed gedaan, neen, dat Is slecht»
wacht, ik zal het overdoen
Ach ja, God geve haar vrede, waar zU
ook moge dwalen! Hoeveel jaren had het
gekost om erover heen te komen, niet over
haar dood, maar over hun huwelijk! Een
langen tijd, zeven moeilijke jaren. Hij had
kunnen veranderen in een bitteren, fcll®n
ouden man, die alles haatte. De geheele
zaak was als een wreedheid geweest, be
gaan aan een gelukkig vragend kind. Eb
hij had zijn hart gesloten, wrokkend bang
En toen was Claire-Anne gekomen.
(Word.- vervolgd1