S AMBO DE OLIFANT
Rechtszaken
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR;
De bussen zijn niet wild.
1
AKERSLOOT
OTERLEEK
3ROOTSCHERMER
NOORDSCHARWOUDE
EGMOND BINNEN
Er zal geen derde aanbesteding voor de werken
in den Overdiepolder plaats hebben.
WILDE BUSSEN.
EGMOND A. D. HOEF
....maar ze worden het
langzamerhand wel!"
*-r In de groote zaal van Amicitia te
Den Haag is in den afgeloopen nacht
een protestvergadering gehouden van
personeel uit alle deelen des lands van
de „wilde" autobusdiensteVi, wier
voortbestaan door het nieuwe wetsont
werp ter vervanging van het bestaande
B.A.P- wordt bedreigd
TTpniee honderden personen hadden aan
n oDroep van het comité van actie tot bij-
woning van deze verëadering gehoor gege-
V De voorzitter van het voorloopig comité
heer Klamer, bracht een woord van dank
de bus-ondernemers, die hun bussen
fPr beschikking van het personeel hebben
teld om het in de gelegenheid te stellen
!pze nachtelijke vergadering bij te wonen.
Deze vergadering is, aldus spr., uitgeschre-
uitsluitend door en uit het personeel,
V.nt wanneer allen, die door onze bussen
w hestaan vinden, ter vergadering zouden
f. men (garagehouders, leveranciers van
♦o-onderdeelen, van uniformen, van olie
8U benzine, drukkerijen enz.) dan zou in
Nederland geen zaal groot genoeg zijn.
Spr. wees er voorts op, dat er niet ge
roken kan worden van „wilde" busdien-
ten want deze diensten rijden met de re-
eelmaat van een klok en worden bestuurd
door bekwame vakmenschen.
De bussen zijn niet wild, aldus spr., doch
worden het langzamerhand wel. (Ap-
ilaus.) Want men tornt aan ons bestaan en
y00r ons dreigt de laatste week, waarin we
kunnen
werken.
Daarom uit spr. de hoop, dat de minister
van waterstaat en Kamerleden alsnog daar
van doordrongen zullen worden.
De bedoeling van deze vergadering is, ein
digde spr., om te komen tot een gezamen
lijke actie, ten einde met alle ten dienste
staande wettige middelen te ageeren tegen
het wetsontwerp, dat ons bestaan onmogelijk
maakt. (Instemming.)
Tot bestuursleden werden hierop gekozen
de heeren Klamer, Kingsma en Mooyman,
allen uit den Haag, van Zitteren en Laarhof
uit Amsterdam en Scheidier en Vos uit Rot
terdam.
Bij de behandeling van de te voeren actie
werd besloten om de regeering, de Kamer
leden en het publiek uitvoerig in te lichten
over de funeste gevolgen, welke het wets
ontwerp voor de werknemers in het busbe
drijf zal hebben".
Het gaat hier om een spoedeischende zaak,
waarbij snel moet worden ingegrepen. Een
petitionnement zal worden opgesteld, waar
op, naar verwacht wordt in enkele dagen
veel duizenden handteekeningen zullen kun
nen worden ingezameld.
Tenslotte werd besloten bij den minister
van waterstaat telegrafisch te protesteeren
tegen de voorgenomen regeling, welke het
personeel van de busdiensten in het alge
meen bedreigt met het stempellokaal, waar
heen geen van allen wenscht te gaan. (Ap
plaus.)
Te 4 uur werd de vergadering gesloten.
HET FAMILIEDRAMA TE NIEUWER-
AMSTEL.
Vrachtrijder doodde verloofde van
zijn schoonzuster.
Een familiedrama bracht Zondag 17 Juli
Nieuwer-Amstel in beroering.
Op een stillen landweg, even buiten
Nieuwer-Amstel overviel de 20-jarige
vrachtrijder Leendert C. den verloofde van
zijn schoonzuster, den 26-jarigen Marinus
Gr. met een zeis. Hij bracht hem een diepe
wonde in den rechterschouder toe, waardoor
een slagadertak werd doorgesneden. Spoedig
nadat de jongeman in een ziekenhuis te
Amsterdam was opgenomen, overleed hij.
De aanleiding tot deze doodelijke vecht
partij is te zoeken in een ruzie tusschen de
vrouw van den dader en haar zuster Maike
O., die reeds geruimen tijd duurde en die
dien avond klappen tot gevolg had gehad.
Gisteren stond hij te Amsterdam terecht
voor de rechtbank.
Hij gaf toe, dat hij dien avond zijn schoon
zuster had opgewacht, ook gaf hij toe, dat
hii rekening en verantwoording wilde vra
gen, maar aan dooden of verwonden had hij
nooit gedacht. ,,Hij kwam op me af en ik
moest me wel verdedigen, mijn vrouw was
mishandeld, ik was zenuwachtig
De getuigen, die in dit familiedrama wor
den gehoord, gaven een triest beeld van de
familieverhoudingen, van de ruzies en de
jarenlange veete tusschen deze menschen,
die zoo vlak bij elkaar wonen en die elkaar
liefst zoo weinig mogelijk zien.
De moeder van verdachte vertelde, dat
haar zoon dien avond erg zenuwachtig was,
vooral toen hij hoorde, dat zijn vrouw was
mishandeld. Op een zeker oogenblik ging
hi.' uit om cigaretten te halen.
Pres., mr. Dons: Of ging u op weg om
eens met uw schoonzuster en haar ver
loofde af te rekenen?
Verd.: Ik wilde haar aanspreken en zeg
gen, dat het uit moest zijn.
„Hebt u er geen oogenblik aan gedacht,
dat het gevaarlijk is, iemand met een zeis te
slaan?" vroeg de president den verdachte.
..Neen, meneer".
President: En waarom sloeg u?
..Omdat hij op me af kwam
Het woord was vervolgens aan den offi
cier van justitie, mr. B. Kist.
Deze kwam tot de conclusie, dat verd.
kennelijk de bedoeling heeft gehad om te
dooden, hij nam het gevaarlijkste wapen
mee dat er bestaat. Misschien mag als ver
zachtende omstandigheid de omgeving,
waarin hij is opgegroeid gelden. Toch
lent aan dezen ruwen kerel een zware
s raf te worden opgelegd.
Spr. vorderde een gevangenisstraf voor
e" *Üd van drie jaar.
De verdediger, mr. F. A. Fokker, was van
meening, dat hier beter van dood door
schuld dan van doodslag gesproken kan
worden. Verd. heeft naar pl.'s overtuiging
nooit de bedoeling gehad om iemand te doo
den. Uitvoerig besprak de verdediger de ge-
beurtenissen op dien noodlottigen avond.
Reeds uit het feit, dat verd. zijn vader
meenam, blijkt, dat hij niet de bedoeling
had te dooden. Daarbij neemt men geen ge
tuigen mee. Pleiter drong met klem op cle
mentie aan. Vonnis 3 November.
INKWARTIERING,
Tien gulden boete.
Enkele dagen geleden had de Doops
gezinde predikant van Koog aan de
Zaan, ds. J. van Krakel, zich voor den
Zaandamschen kantonrechter te ver-
antwoordén, omdat hij op 30 Septem
ber j.1. geweigerd heeft inkwartiering
en voeding te verleenen aan een
dienstplichtig onderofficier van het
3e bataljon genietroepen.
Burgerlijke en militaire autoriteiten, die
als getuige gehoord werden, bevestigden
de juistheid der feiten, waarna ds. Van
Brakel een uiteenzetting gaf van de prin-
cipieele bezwaren, die hij tegen het mili
taire apparaat heeft. Verdachte wist een
strafbaar feit te plegen, toen hij de huis
vesting weigerde.
Spr. was bij het bepalen van zijn hou
ding geleid door de gedachte, of hij daar
door medewerkte aan oorlogshandelingen.
Zijn conclusie was bevestigend geweest.
De ambtenaar van het O. M. oordeelde
dit feit, ondanks het verweer van ver
dachte, ernstig. De argumenten, die ver
dachte aangevoerd heeft, zijn van zuiver
persoonlijke strekking en de ambtenaar,
die zelf bij de jongste gebeurtenissen klaar
had moeten staan om zijn burgerplichten
te vervullen, zeide êvenveel tegenargu
menten te kunnen aanvoeren. Zuiver op
juridische gronden vorderde spr. een boete
van 10 of vijf dagen hechtenis, overeen
komstig welken eisch de kantonrechter
verdachte veroordeelde.
COUPEEREN VAN PAARDEN
STAARTEN IS DIERENMISHANDELING.
Een rechtelijke uitspraak.
De rechtbank deed gisteren uitspraak in
de kwestie of het coupeeren van paarden
staarten al dan niet dierenmishandeling te
noemen is.
Toen de principieele zaak 14 dagen gele
den behandeld werd, had het O.M., waarge
nomen door mr. F. M. Wilbrenninck, als
verdachte gedagvaard den 27-jarigen paar
denhandelaar A. V. te Bolnes, die cp 25
April van dit jaar te Ridderkerk twee een
jarige paarden pijnlijk letsel had aange
daan door hun staarten te coupeeren en ver-
volgns de door deze operatie ontstane won
den met een witgloeiend ijzer dicht te
schroeien.
De rechtbank was van meening, dat de
paarden zonder redelijk doel pijn was aan
gedaan.
Dat het coupeeren van de staarten nood
zakelijk zou zijn, omdat de smaak van het
publiek zulks eischt, achtte de rechtbank
onredelijk. Wat de hooge handelswaarde van
paarden met gecoupeerde staarten betreft,
hieromtrent was de rechtbank van oordeel,
dat zedelijk besef, zwaarder moet wegen
dan stoffelijk belang.
Tenslotte oordeelde de rechtbank, dat het
paard met gecoupeerde staart zijn natuurlijk
afweermiddel tegen de insecten mist.
De verdachte werd veroordeeld tot een
geldboete van 5 subs. een hechtenisstraf
van twee dagen.
JtcMiüciaai 7lieuws
MOET DE SCHOOL TE OTERLEEK
VERDWIJNEN.
Woensdag is bij hetgemeentebestuur
bericht ingekomen van den minister van
onderwijs, dat aan het verzoek van den
gemeenteraad, om ontheffing van de op
heffing der openbare school, niet kan wor
den voldaan.
Oppervlakkig geoordeeld zou dit dan het
einde zijn van de lijdensgeschiedenis van
onze school. Er zijn echter weer nieuwe
lichtpunten gekomen, waardoor de burgerij
opnieuw geïnspireerd wordt. Bij een onder
zoek naar het aantal leerlingen, dat per
1 Mei 1939 de school alhier zal bevolken, is
men tot het verrassende resultaat gekomen,
dat dit 48 bedraagt. Volgens de lager
onderwijswet mag een school in stand wor
den gehouden, als er 50 leerlingen zijn en
dan heeft men ook recht op twee onderwijs
krachten, die door het rijk vergoed worden.
Nu bestaan er verscheidene mogelijkheden
om tot het vereischte getal 50 te komen. Er
kan zich een gezin vestigen met school
gaande kinderen, men kan ook probeeren om
eenige kinderen van roomsche ouders hier
te krijgen of enkele burgers verklaren zich
bereid een kind tot zich te nemen door be
middeling van den voogdijraad en tenslotte
is nog te overleggen met ouders van school
gaande kinderen te Stompetoren over over
plaatsing van enkele kinderen.
Dit laatste zou een daad van gemeen
schapszin zijn. Een dergelijke medewerking
heeft Oterleek gedaan aan Stompetoren
voor ongeveer 12 jaar, toen door het terug-
loopen van het getal leerlingen de onder
wijzeres aldaar in 't gedrang kwam. Dit is
toen door overplaatsing van eenige kinderen
naar Stompetoren voorkomen.
Met deze mogelijkheden voor oogen zal
het niet moeilijk zijn, dit getal te verkrijgen.
Er zit tenslotte ook dit voordeel aan vast,
dat de gemeente den kweekeling met acte
niet meer behoeft te vergoeden, dit kost
500 en men heeft ook meer zekerheid, dat
de onderwijzeres langer in functie blijft. Het
laatste woord is thans aan de burgerij.
Dc ziekte neemt af.
De aangifte van mond- en klauwzeer
is thans gestegen tot 132 gevallen, maar
sinds enkele dagen komen geen nieuwe
aangiften binnen. Wel wordt nu geregeld
mededeeling gedaan dat de ziekte gewe
ken is.
Rijwiel ontvreemd.
Donderdagmorgen werd een dames
rijwiel, zoo goed als nieuw, bij de R.K.
kerk staande, ontvreemd en een half uur
later teruggevonden aan den Pontweg,
maar het rijwielbelastingmerk, de electri-
sche lantaarn, kettingkast, jasbeschermer,
spatlap en de gereedschappen uit de
achtertasch, benevens verwisseling van
voorwiel, waren verdwenen. Een signale
ment van den dader is bekend.
Brands toffenlevering.
De Coöp. Brandstoffen Inkoopvereeni-
ging heeft dezen herfst de levering van
723 H.L. anthraciet en 416 H.L. eierkolen
opgedragen aan den V. B. te Alkmaar en
13800 K.G. briketten aan Wokke van den
Omval.
Vervangen.
De onderwijzeres mej. v. d. Meer, die
per 1 October benoemd is te Schermerhorn,
is thans vervangen door mej. Ploeger van
Alkmaar.
Mond- en klauwzeer.
Het mond- en klauwzeer heeft zijn
hoogtepunt bereikt, geen stapel vee, die ge
vrijwaard is gebleven. Van sterftegevallen
vernamen we tot nog toe niets, terwijl de
eerst aangetaste beesten weer aan de bete
rende hand zijn.
Polderverkiezing Noordeindermeer.
Bij de op 20 deze gehouden verkiezing
werden bij enkele candidaatstelling herko
zen: de heer C. Bijvoet als Heemraad en
de heer Jn. Duin als hoofdingeland.
In de plaats van den heer G. Bruin, die
niet meer voor een bestuursfunctie in aan
merking kwam, werd de heer K. Spaan
als hoofdingeland gekozen.
Een jubileum.
De heer J. de Laat, stoker aan de
gemeent. gasfabriek alhier, zal 28 October
a.s. 25 jaar in deze functie werkzaam zijn.
Brandstof fentoeslag.
De brandstoffentoeslag zal voor den
komenden winter verleend mogen worden
van 30 October 1938 tot en met 15 April
1939 aan kostwinnefs, die in steunregeling
of in werkverschaffing zijn geplaatst, als
mede aan kleine boe'ren en kleine tuin
ders en tégen een lagere uitkeering aan de
z g.alleenwonenden. De uitkeering zal
gedurende het tijdvak van 30 Oct. '38 tot
en met 26 Nov. 1938 ten hoogste 1.
mogen bedragen. Daarna zal de toeslag tot
en met 11 Maart 1939 maximaal 1.30 per
week mogen bedragen, terwijl hij nadien
weer op ten hoogste ƒ1.zal worden
ge:teld.
Glimlachje
„We zoeken een zendeling, hebt
U hem misschien ook gezien?"
I
De raad kwam gistermiddag ten 5 ure on
der voorzitterschap van burgemeester van
Kinschot voltallig bijeen.
De notulen wérden conform vastgesteld.
Ingekomen stukken.
a. een brief d.d. 13 October 1938, nr. 36
van den Directeur van het Kabinet der Ko
ningin, waarby in opdracht van H.M. de
koningin dank wordt betuigd voor de ge-
lukwenschen ter gelegenheid van Harer Ma-
jesteits regeeringsjubileum.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een brief d.d. 13 Oct. 1938, nr. 57423 J.
A. van den minister van economische zaken
houdende mededeeling, dat bij koninklijk
besluit van 5 October 1938, nr. 18 is goed
gekeurd het Raadsbesluit van 30 Juni 1938
nr. 30 tot vaststelling van een Verordening
tot uitvoering van artikel 6 der Winkelslui
tingswet 1930, S. 460, met betrekking tot
een namiddagsluiting voor het kappersbe-
drijf.
Als voren.
c. een brief d.d. 12 Oct. 1938, nr. 76 van
Ged. Staten dezer provincie, ten geleide van
het door hen goedgekeurd raadsbesluit van
30 Juni 1938, nr. 26 tot vaststelling an een
Wachtgeldverordening voor het Politie- en
Keuringsdienstpersoneel.
Als voren.
Besloten werd de door den heer Stoutjes-
dijk gestelde vragen over de wilde autobus
diensten aan het einde van de agenda aan
de orde te stellen.
De werken in den Polder Overdie in
Achtermeer.
Aan de orde was het voorstel tot verhoo
ging van het crediet voor de werken in den
polder Overdie in Achtermeer met 3800.
In de vorige vergadering staakten de
stemmen over dit voorstel.
Aanbesteed was het maken van twee brug
gen en het graven van een gracht. De laag
ste inschrijver was de heer J. Huiberts. Deze
had in massa ingeschreven, doch aangezien
één brug door de maatschappij „Nooit Ge
dacht" moest worden betaald, had hy er ge
noegen mede genomen deze brug voor het
door gemeentewerken geraamde bedrag van
11000 te maken, aangezien B. en W. hem
hadden toegezegd, dat hij, behoudens goed
keuring van den raad, ook het andere werk
zou krijgen en dan het op de brug te dragen
verlies kon goedmaken.
Een deel van den raad wilde een nieuwe
aanbesteding voor de andere, de Pierson-
brug, en ook het graven van een gracht aan
besteden, omdat men er niets voor gevoelde,
dat Nooit Gedacht de brug, die door den ar
chitect van deze bouwver. op f 15000 was
geraamd, voor 11000 kreeg.
Het overige deel was echter van oordeel,
dat de aannemer in geen geval de dupe
mocht worden. In de vorige vergadering ver
gaderde de raad over dit geval twee uur in
besloten en twee uur in openbare zitting,
met het resultaat, dat de stemmen staakten,
zoodat gister herstemming noodzakelijk was.
De heer Appel stelde voor de beraadsla
gingen te heropenen op grond van een rap
port van den directeur van gemeentewerken.
Dit voorstel werd verworpen met 12 tegen
9 stemmen. Voor stemden Appel, Stoutjes-
dijk, Mak, mr. de Groot, Keijsper, v. d.
Borden, Grondsma, Sietsma en Venneker.
De heer K e ij s p e r motiveerde zijn stem
voor de bijlage.
De bijlage werd aangenomen met 11 tegen
10 stemmen. Tegen mr. Leesberg, Wolden-
dorp, Keysper, v. Drunen, mej. Nierop.
Raat, Stoutjesdijk, mr. de Groot, Mak en
Grondsma.
De ophooging van een terrein ten Zuiden
van het Dr. Schaepmanplein.
Hierna kwam in behandeling het eveneens
in de vorige vergadering aangehouden voor
stel tot ophooging van een terrein ten Zuiden
van het Dr. Schaepmanplein, waarvoor een
crediet wordt aangevraagd van 22000.
Det wethouder gaf een toelichting op dit
voorstel. Er is, met het oog op de aanvragen,
alle aanleiding deze grond bouwrijp te ma
ken. Een partieele ophooging wordt voorge
steld om alle kleine expediteurs in de ge
legenheid te stellen ook een kans te krijgen.
Daarom wordt het zandophoogen niet in zijn
geheel aanbesteed.
Mr. Leesberg vond dit een motief,
wanneer men allen vrachtrijders uit de ge
meente in de gelegenheid wilde stellen.
Weth. Klaver zeide, dat dit niet de
bedoeling was.
Conform het voorstel werd besloten.
De wilde autobusdiensten.
Vragen van den heer Stoutjesdijk.
De heer Stoutjesdijk stelde aan het college
de volgende vragen:
1. Is het Burgemeester en Wethouders
bekend, dat thans twee wilde busdiensten
in de gemeente vaste standplaatsen inne
men voor het vervoeren van passagiers naar
Amsterdam?
2. Zoo ja, achten B. en W. dit dan in het
belang van Alkmaar en zijn middenstand?
3. Kunnen B. en W. krachtens verorde
ning, aan die busondernemers het innemen
van vaste standplaatsen niet verbieden?
4. '2co neen, waarom werd dit dan des
tijds aan taxi-ondernemers wei verboden?
5. Achten B. en W. het, wanneer de be
staande verordening hen de bevoegdheid
niet geeft om het innemen van vaste stand
plaatsen te verbieden, niet noodzakelijk om
alsnog onmiddellijk een verordening vast
te stellen, waardoor dit euvel kan worden
gekeerd?
De heer Stoutjesdijk bracht den
Raad dank voor de hem gegeven gelegen
heid om de vragen tot B. en W. te richten.
Spr. was overtuigd, dat het voor Alkmaar
verkeerd was, als men doorging, aan de
wilde autobussen een buitengewoon mooie
plaats te geven, n.b. voor nooduitgangen
van een bioscoop, waar met groote letters
staat: „Verboden auto's te parkeeren". Spr.
begrijpt dit niet en hij ziet dit niet anders
dan als medewerking van het gemeente
bestuur, dat z.i. behoorde te trachten der
gelijke diensten tegen te gaan. Er zijn
andere plaatsen in ons land en zelfs in de
buurt van Alkmaar, waar het bij verorde
ning wel verboden is om zonder vergun
ning van B. en W. voor dergelijke diensten
een vaste standplaats in te nemen.
Spr. vernam dan ook gaarne van B. en W.
of zij dergelijke diensten in het belang van
den Alkmaarschen middenstand achten. B.
en W. zullen deze vraag wel ontkennend
beantwoorden, maar dan vraagt spr.: „Kan
men dergelijke toestanden niet verbieden?"
Den taxi-ondernemers verbood men destijds
wel, om op een openbaren weg voor het
vervoeren van personen, standplaatsen in
te nemen. Zij werden van de openbare straat
verjaagd, Men deed dit zelfs tegenover
menschen, die voor hun broodje moeten
vechten. Zy waren gedwongen, een perceel
te huren om hun taxi-bedrijf te kunnen
voortzetten. En hier wordt niets gedaan om
de groote busondernemers op de Nieuwe-
sloot te weren.
Spr. oordeelde dit onjuist. Hij heeft zijn
vragen ingediend, omdat een groot deel van
Alkmaars bevolking, de middenstand, door
deze handelwijze geschaad wordt Het pu
bliek gaat met de bussen naar Amsterdam
en koopt daar allicht, denkende, dat dit
goedkooper is, wat spr. absoluut tegen
spreekt. Het gevolg is echter, dat ze al met
al meer geld kwijt zijn en dat geld van
Alkmaarders, wat nuttiger besteed kon
worden, in Amsterdam wordt uitgegeven.
Om deze redenen oordeelde spr. het ver
keerd dat het college niets doet tegen het
innemen van vaste standplaatsen door de
wilde autobussen.
De burgemeester antwoord.
In antwoord op de eerste vraag, zegt de
voorzitter dat het daarin gevraagde B. en
W. natuurlijk bekend is. Het feit, dat deze
bussen vaste standplaatsen innemen, is een
gevolg van het feit, dat de verkeersveror-
dening, die bepalingen bevatte waarin dit
verboden werd, door het R. A. P. (Regle
ment Autobusvervoer Personen) buiten
werking is gesteld. De kwestie over
het innemen van standplaatsen valt dus
niet meer onder de verkeersverordening.
De plaatsen op de Laat en de Nieuwe-
sloot zijn niet onderworpen aan het stop
en verkeersverbod.
In antwoord op vraag 2, zegt de burge
meester, dat B. en W. het erover eens zyn,
dat deze autobusdiensten niet zijn in het
belang Yan Alkmaars middenstand.
In verband met het antwoord op vraag
3, is de voorzitter van oordeel, dat deze
vraag buiten beschouwing kan blu'ven. Het
is niet mogelijk, tegen deze bussen op te
treden op grond van artikel 11 bis van het
motor- en rijwielreglement, omdat het
plaatsen van bussen op die punten het
verkeer niet in gevaar brengt.
Komende tot vraag 4, zegt de burge
meester dat deze aangelegenheid thans een
kwestie is geworden van het R. A. P. Toen
Een nieuw hek.
Het scheidingshek langs de Slotgracht
van het Slot op den Hoef is omver gehaald
en wordt thans geheel opnieuw opgericht,
hetgeen een netten indruk van het geheel
ten goede zal komen.
195. De volgende dag gingen ze weer vrolijk op stap.
Ing knoopte de dekens weer in een doek en na een paar
uur kwamen ze weer in de bewoonde wereld. „Daar in
de verte is een paleis", zei Jan en Flip juichte. „Wat
hebben we hier een mooi gezicht op die stad in het dal".
Ze wisten nog niet, dat dat paleis hen 't grootste avon
tuur zou brengen van de hele reis.
196. „We gaan de stad in om kleren te kopen", stelde
Ing voor en dat vonden de jongens een fijn pjan. Maar
opeens stond er een man voor hen, die vreselijk ver
baasd uitriep: „Neen maar, wat is dat? Twee jongens
met net zulke grote oren als onze sultan de laatste weken
heeft. Misschien is nu de oplossing nabij". Ing snapte
niets van het verhaal, maar de jongens werden bang en
ze namen meteen de vlucht.