DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Voorsteden van Hankau staan in brand 11 Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, lranco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telei. 3320, redactie 3330. No. 252 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Woensdag 26 October 1938 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 140e Jaargang Chineesche troepen in westelijke richting weggetrokken. Japanners zijn zeer voorzichtig. De algemeene toestand. Brand aan boord van de „Deutschland". Het vuur door eigen brandweer gebiuecht. Hertog van Kent Gouverneur- Generaal van Australië. ALKMAARSCHE COURANT. Gisteren woedden in de drie Woehan- steden Hankou, Hanjang en Woetsjan ernstige branden, op het oogenblik dat een groote Japansche troepenmacht de stad naderde. De vlammen laaiden zeer hoog op en van grooten afstand leverde de felle gloed een angstaanjagend schouwspel op. Het geknetter van het brandende hout werd onderbroken door het gedreun van instortende steenen huizen en gebouwen. Zoodra duidelijk werd, dat de Japansche troepen dicht bij de stad waren en niet waren tegen te houden, deden de Chineesche militaire autoriteiten alle militaire en openbare gebouwen in brand steken; tevens wer den de springladingen, die men had aan gebracht onder alle Japansche gebou wen en fabrieken, tot ontploffing ge bracht. Een gebouw werd gered door Engelschen, die, in weerwil van protesten van een woe dende menigte, op het laatste oogenblik de springstoffen uit dit gebouw van een Japan sche scheepvaartmaatschappij, onmiddellijk naast het Britsche consulaat-generaal, wisten te verwijderen. Den geheelen ochtend en den geheelen middag daverde de stad van de ontploffin gen; gebouwen stortten in, ruiten werden overal vernield en ontelbare huizen liepen schade op. Een correspondent van Reuter, die het Tatsjimen-station bezocht, het eindpunt van de spoorljjn PekingHaukou, kwam daar eenige oogenblikken nadat zich een ontplof fing had voorgedaan. Deze had ongeveer tien personen gedood. Verder was het sta tion vol met gewonde soldaten, die de terug trekkende Chineesche legers hadden achter gelaten. Op het terrein van de Japansche concessie waren alle huizen in brand gestoken. De poorten van de Britsche en Fransche con cessies waren omstreeks het middaguur gesloten en bij de barricaden betrokken matrozen de wacht. Zoo nu en dan werden de poorten geopend, om groepen vluchtelin gen binnen te laten, doch allen gewapenden soldaten werd de toegang geweigerd. Het was gisteravond onmogelijk, op de trottoirs in de Britsche concessie te loopen, zoo vol lagen zij met van alles berooide menschelyke wezens. Duizenden hebben het vooruitzicht, dat de straatsteenen hun vele weken tot legerstede moeten dienen. Het lot der vluchtelingen is nog verergerd, door dat de stad het voor het oogenblik zonder water moet stellen. De Chineezen trekken zich ordelijk terug. Volgens de laatste te Londen ontvan gen berichten schijnen de Chineesche legers zich op ordelijke wijze terug te trekken naar Sjansi, dat op 160 K.M. ten Westen van Hankou is gelegen. Niets wijst erop, dat zij in eenig opzicht ge demoraliseerd zijn. Gemeld wordt nog, dat zich te Hankou ongeveer 1200 buitenlanders van alle nationaliteiten bevinden. De troepen, die uit het Noordwesten Han kou naderden, zijn tijdelijk opgehouden, doordat alle bruggen over de Han vernield waren. Zij konden echter den Tsjangkoeng- dijk aan de Westzijde bereiken en vandaar vasten voet in de stad krijgen. De Japansche troepen namen echter een groote voorzichtigheid in acht in verband met de aanwezigheid van Chineesche troe pen binnen de stad, die, naar men aanneemt, tot het uiterste zullen vechten. Andere Japansche afdeelingen naderen Woetsjang aan den anderen oever van de Jangtse. De Chineezen over hun terugtocht. Het Chineesche persbureau bericht thans uit Tsjoenking, dat de verdediging aan de Jangtse voor het Chineesche leger reeds een succes beteekent, niettegenstaande Hankou ten slotte toch gevallen is. De Chineezen hebben al hun materiaal in veiligheid kun nen brengen en de burgerbevolking van de stad kunnen evacueeren. De terugtocht van de Chineezen was noodzakelijk, aangezien de Japanners een beslissenden slag wilden leve ren in Woehan. Door dezen terugtocht heb ben de Chineezen hun kracht behouden. De woordvoerder van het Chineesche leger kon nog niet mededeelen, welke de verdere plannen van het Chineesche opper commando waren. Dit was een militair ge heim. Wel kon hij zeggen, dat het oppercom mando ook verder tegenstand zal blijven bieden. Een van de redenen, waarom de Chineesche legers uit het Woehandistrict zjjn teruggetrokken is ook, dat men de bui tenlanders, vrouwen en kinderen zoo weinig mogelijk gevaar wil laten loopen. De woordvoerder voegde hieraan toe, dat reeds een nieuwe verdedigingslinie is gelegd buiten het Woehangebied, ten einde verder oprukken van den vijand te verhinderen. Japan's verdere werk. De val van Hankou heeft de vrijwel al- gemeene hoop, dat de gebeurtenissen tot vrede zullen leiden, doen toenemen. Een groot deel van het publiek verwacht blijk baar tegen Kerstmis vrede, ofschoon offi- cieele kringen hun best doen, ongerechtvaar digd optimisme weg te nemen. Zij wijzen erop, dat de jongste gebeurtenissen niet noodzakelijk het einde van den oorlog be hoeven te beteekenen, en dat het Japansche volk daarom op nieuwe offers voorbereid moet zijn. De feesten ter gelegenheid van den val van Hankou zullen niet beginnen voordat het keizerlijk hoofdkwartier de algeheele bezetting van de stad heeft gemeld. Politieke, economische en financieele lei ders te Tokio onthouden zich volgens Havas van een buitensporig betoon van enthou siasme. Dikwijls hoort men in verantwoor delijke kringen: Het is nog niet het einde. Dit is in tegenstelling met de hoop van den gewonen man: vrede aan het einde van het jaar. Wat ook de vooruitzichten voor den vrede zullen zijn, de val van Hankou, welke sinds lang werd verwacht, doch door den val van Kanton gedeeltelijk op den achtergrond kwam, kwam den leidenden kringen voor als een signaal voor nieuwe versterkingen. Daar Tsjang Kai Sjek niet gecapituleerd heeft, is het noodig de veroverde gebieden te zuiveren, de door den oorlog geslagen gaten te dichten, de steden in het binnenland weer op te bouwen. De waarschijnlijke moeilijk heden voor een politieke reorganisatie van China en de omvang der ten uitvoerlegging van de voorgenomen economische taak lei den er toe de openbare meening op vastbe raden wijze voor te bereiden op de gedach te, dat nieuwe opofferingen noodzakelijk zijn om de eindoverwinning te behalen. Politieke kringen voorzien derhalve een ALKMAAR, 26 October. De zeer snelle vorderingen, welke de Japansche legers maken, wijzen er op, dat voor China de oorlog verloren is. Wellicht, dat Tsjang Kai Sjek zijn heil zocht in een guerrilla-oorlog, maar hij zal terdege rekening moeten houden met de bevol king, die slechts de nederlagen kent, en met zijn militairen, die tot nog toe flinke klappen gekregen hebben. Het is dan ook heel begrijpelijk, dat de geruchten over een spoedig aftreden van maarschalk Tsjang Kai Sjek en het sluiten van een vrede in kracht toenemen. In goed ingelichte kringen acht men evenwel deze geruchten uiterst voorbarig en niet minder speculatief, al is er, zoo merkt men daar °P. in den gang van zaken veel, wat de geruchten althans verklaarbaar maakt. De eventueele onderhandelaars, zoo merkt men verder op, staan voor eigenaar dige moeilijkheden. De partij die vrede wenscht in China is niet vereenigd en zij heeft geen basis in het land. Aan den an deren kant bestaan er diepgaande ver schillen van meening tusschen de burger lijke en de militaire autoriteiten in China, die samenwerking voor de toekomst ten zeerste bemoeilijken. Waarnemers zijn trouwens van meening dat een officieele beëindiging van de vijandelijkheden geen vrede zal brengen in het Verre Oosten. Het is namelijk waarschijnlijk dat wan neer een centrale Chineesche regeering vrede zou sluiten en dit het aftreden van maarschalk Tsjang Kai Sjek tengevolge hebben, de aanhangers van den maar schalk hem trouw zouden blijven en zullen wachten de verraders te bestrijden en oorlog op beperkter schaal voort te zetten. Dit geldt wel in het bijzonder voor de communisten, wier invloed toeneemt en w.mr gezag, met name in Kwangsi en jansi, zeer groot is. De Chineesche troe len, die moeilijk te demobiliseeren zijn in onfWarde omstandigheden, als dan zullen P reden, zullen zeker tegen de Japanners 'Wijven vechten. D« Japanners zouden hiermede dus voor keuze komen te saan, een groot aantal oprniZ0enen in China te houden en buiten- si.^,011 zware onkosten te maken of cl"s garnizoenen in enkele groote plaat sen, alsmede militaire bescherming van de verbindingswegen, die zonder twijfel voortdurend aan aanvallen zullen bloot staan. Dit alles doet waarnemers vermoe den, dat, wanneer er vrede gesloten zou worden, dit in uiterst vage termen zou geschieden en misschien zelfs in het geheel niet formeel, zooals er trouwens ook nooit een formeele oorlogsverklaring is geweest. Wij schreven gisteren over den nood van vele Joden in Tsjecho- Slowakije, die in een soort niemandsland wonen en van alles verlaten zijn. Een bevestiging hiervan vinden wij vandaag in verschillende buitenlandsche bladen, die melding maken van 156 Joden, die door de Gestapo uit Vorlitz en Kostlig nabij Brno zijn verdreven en nu gevaar loopen van honger en gebrek om te komen aan de Duitsch-Tsjechische grens, aange zien niemand hen wil opnemen. Het is een feit, dat tusschen de lijn van de Duitsche bezetting en van de Tsjechi sche bezetting, in de zoogenaamde neutrale zóne, ongeveer honderd personen leven in tenten onder slechte omstandigheden. Het zijn vluchtelingen, voor het grootste deel uit Breclav, die de stad voor aankomst van de Duitsche troepen hebben verlaten. Een aantal van hen zijn Tsjechen en Slowaken uit het door de Duitsche troepen bezette gebied, het meerendeel zijn even wel joodsche vluchtelingen, die Oostenrijk na den „Anschluss" hebben verlaten. Zij werden door de Tsjechische autoriteiten te Breclav geduld, doch zij hebben geen Tsjechische pas. Zij krijgen levensmiddelen van de sol daten en vooral van den Joodschen bond te Brno en het Roode Kruis te Brno. De Tsjechische autoriteiten, die zorg moéten dragen voor de bescherming van de binnenlandsche arbeidsmarkt in Tsje- cho-Slowakije, kunnen niet toestaan, dat deze vluchtelingen Tsjecho-Slowakije binnen komen. Het is merkwaardig hoe snel een stem ming in het volk om kan slaan, zegt de Praagsche correspondent der N.R.C. Wan neer men menschen op straat te Praag over deze dingen hoort spreken, verneemt men thans herhaaldelijk: „o, ons kan niets meer gebeuren, Hitier is absoluut aan onzen kant." In de Slowaaksche kwes tie schijnt dit inderdaad het geval. Twee hypothetische verklaringen worden hier voor gegeven. Allereerst wil Duitschland de gemeenschappelijke grens van Polen en Hongarije verhinderen, daar men den doorgang naar de Oekraine vrij wil hou den en door het autonome Karpatisch- Rusland autonomistische bewegingen bij de Oekraïners die in Polen leven (6 a 7 millioen), wil steunen. Voorts vermoedt men, dat Duitschland op de binnenlandsche politiek van Honga rije invloed wil uitoefenen. Weet de tegen woordige Hongaarsche regeering niet te bereiken wat het volk van haar verwacht, dan zou de algemeene ontevredenheid den nationaal-socialisten een goede kans bie den het bestuur over te nemen. Nog steeds beschouwt men in politieke kringen te Praag de reis van Beek naar Roemenië als een fiasco voor hem. In de couranten mag men daarover slechts wei nig schrijven, daar men met alle buren goede vrienden wil blijven. Deze politiek gaat veel gelijken op de politiek die Bul garije in de laatste jaren gevolgd heeft. Polen heeft te Praag nog geen enkelen officieelen stap gedaan om een gemeen schappelijke grens met Hongarije te eischen. Toch houdt men hier terdege met de mogelijkheid rekening dat de Polen en Hongaren de Oostpunt van de republiek onderling willen verdeelen, waarbij Hon garije dan verreweg het grootste stuk zou krijgen. Niet alleen Duitschland, ook sub- Karpathisch Rusland zelf is in deze kwes tie van veel belang. Het is niet aan te nemen dat Duitschland eenigerlei actie zal steunen om dit gebied tegen den wensch van zijn regeering aan andere landen toe te wijzen; maar, mocht de regeering zelf niet stevig op haar stuk staan en zich door gunstige aanbiedingen laten verleiden, dan wordt de zaak bedenkelijker. Te Praag is men het er over eens, dat de grens, zooals die in het tweede Slowaak sche voorstel is aangegeven, aan sub- Karpatisch-Rusland genoeg laagvlakte overlaat om economisch zelfstandig te kunnen voortbestaan. Hoe meer echter deze grens naar het Noorden toe wordt verschoven, des te geringer worden de levenskansen voor het berg- en boschge- bied en des te meer kans op succes krijgen aanlokkelijke voorstellen der Hongaren over afname van hout. algeheele versterking der nationale dis cipline en met name: 1. De toepassing vóór het einde van dit jaar der gedeelten van de wet op de na tionale mobilisatie, die nog niet in werking zijn getreden en die neerkomen op volmach ten voor de regeering op ieder gebied. 2. Een nieuwe aansporing van de bewe ging ten gunste van een eenheidspartij. 3. Versterking der economische controle. 4. Schepping van nieuwe hulpbronnen, besteed voor de oorlogsbegrooting, misschien door de verhooging van zekere belastingen. 5. Het voorloopig onder de wapenen hou den van alle opgeroepenen. 6. Intensiveering van de campagne voor geestelijke mobilisatie. De val van Hankou feestelijk gevierd. De bevolking van Tokio zal haar vreugde over den val van Hankou toonen door het organiseeren van een grooten lampionop tocht, waaraan door een millioen personen zal worden deelgenomen, achthonderddui zend schoolkinderen zullen voor het keizer lijk paleis samenstroomen om het leger te huldigen, terwijl zeventigduizend leerlingen van de middelbare scholen gewapend in de straten zullen paradeeren. Het leger eischt radicale veranderingen. In een communiqué heeft het Japan sche ministerie van oorlog het land ge waarschuwd zich gereed te houden voor een versterking van de nationale een heid en gewezen op de noodzakelijkheid van een radicale wijziging van de ideo logie in het onderwijs, de politiek, de administratie en de economie. Dit beteekent, dat het leger verlangt, dat bijna onmiddellijk de wetten op de nationale mobilisatie zullen worden toe gepast. De opmarsch langs de Parelrivier. In het Zuiden van China rukken de Japan sche strijdkrachten op langs de Parelrivier. Reeds hebben zij een derde van den afstand tusschen Kanton en de forten van Bocca Tigris gezuiverd van mijnen en versperrin gen. Op vier punten waren in de rivier ver sperringen gelegd. Uit vliegtuigen, welke boven Kanton hebben gevlogen, werd ge meld, dat de stad kalm scheen, doch nog drie of vier rookkolommen stegen aan den oever van de Parelrivier omhoog. Na den val van Hankou. Naar aanleiding van den val van Hankou heeft de Japansche minister van oorlog, Itagaki, een vertegenwoordiger van Havas medegedeeld: „Nu Kanton en Hankou ge nomen zijn, is Tsjang Kai Sjek nog slechts een klein plaatselijk leider. Wij zullen onze krachtsinspanning niet verminderen, zoo lang wij er niet in geslaagd zijn, een nieuw China op te bouwen en de grondslagen voor een blijvenden vrede in het Verre Oosten te leggen. Eerst dan zullen wij rusten. Zoo noo dig zullen wij binnendringen in de verst af gelegen hoeken van China". De gouverneur van de Bank van Japan zeide, dat de Chineesche aangelegenheid thans de periode van opbouw bereikt heeft. Er zal nog veel krachtsinspanning noodig zijn, vooral voor het handhaven der mone taire controle en versterking van het toe zicht op het economische leven. De gouver neur zeide er van overtuigd te zijn, dat de economische structuur van Japan aan deze krachtproef weerstand zou bieden, doch hij voegde daaraan toe, dat de toestand meer emissies van schatkisbiljetten noodig maakt. Vluchtelingenzone te Hankou. Vanochtend is de priester Jacquinot ver gezeld van een tolk en een vertegenwoordi ger van Havas, in contact getreden met de Japansche mariniers, die in de Japansche concessie van land waren gegaan. Deze mari niers verklaarden opdracht te hebben niet in de veiligheidszone te komen. Zij kenden Jacquinot en het onderhoud was zeer hoffe lijk. Er zijn nog geen sterke Japansche afdee lingen ontscheept. Op weg van Hamburg naar New- York is gisteravond op ongeveer 320 K.M. ten Zuidwesten van kaap Race op Newfoundland brand uitgebroken aan boord van de „Deutschland". Een radio telegram meldde, dat de brand was uit gebroken in ruim 2 en dat eenige sche pen derwaarts stoomden om zoo noodig hulp te bieden. De brand dreigde in het begin een gevaar lijk karakter aan te nemen en de gezag voerder van de Europa seinde dan ook, dat. hulp dringend noodig was. Aan boord be vonden zich 591 passagiers en een beman ning van 400 koppen. Zes schepen voeren na den oproep van de „Deutschland" in allerijl naar het brandend schip: twee er van, de „Europa" en de „Col- lammer" waren betrekkelijk dicht bij de „Deutschland" en zouden ongeveer 6 uur noodig hebben, om het schip te bereiken. De brand bedwongen. Naar de Hamburg-Amerika-lljn van morgen vroeg mededeelde, heeft de ge zagvoerder van het stoomschip Deutsch land radiotelefonisch medegedeeld, dat men den brand aan boord meester is en dat geen gevaar voor passagiers, beman ning en schip bestaat. Er hebben zich geen persoonlijke ongevallen voorge daan. Verscheidene schepen liggen in de nabijheid van de Deutschland. Een mededeeling van de Deutschland heeft bevestigd, dat de bemanning het vuur meester is. Niettemin bleven eenige schepen koers zetten naar het Duitsche schip, om zoo noodig hulp te bieden. De marine-radiodienst te Halifax heeft een bericht van de Deutschland opgevan gen, waarin de gezagvoerder mededeelt, dat de radioverbindingen, die gedurende ver scheidene uren verbroken waren in verband met den brand, hervat konden worden. Het departement van marine heeft mede gedeeld, dat verscheidene vaartuigen van de kustwacht koers hebben gezet naar de Deutschland. Van St. John op Newfoundland wordt ge meld, dat men vreest, dat de heftige storm uit het oosten een aanzienlijke belemmering is voor de schepen, die de Deutschland te hulp snellen. Het dichtst in de nabijheid waren de uropa, de Colammer en de Ame rican Traveler. De snelheid dezer schepen varieert tusschen 12 en 15 knoopen. Andere schepen, zooals de Bremen en de Champling alsmede de American Farmer, die te ver af zijn, hebben hun normalen koers hernomen. Een ontploffing? Te 3.15 uur vanochtend waren jver de Deutschland nog slechts onvolledige berich ten ontvangen. Volgens zekere inlichtingen heeft zich een ontploffingen aan boord voor gedaan. Volgens de berichten van dat oogenblik zouden zeven schepen de Deutsch land te hulp snellen. De Deutschland is een snelle mailboot, die 22.000 ton meet en wordt voortbewogen door vier dubbele schroeven. Het schip kan een snelheid van 19 knoopen bereiken en heeft plaats voor ongeveer duizend passagiers. De Hamburg-Amerika-lijn heeft bericht ontvangen, dat, hoewel men het vuur mees ter is, de radiotelegrafische verbindingen moeilijk blijven. Twee schepen bij de Deutschland. De American Traveler en de Europa zjjn bij de Deutschland aangekomen en verlee- nen hulp. Zij bevestigen, dat men het vuur meester is. Vervolgt het schip zijn weg? De vertegenwoordiger van de Hamburg- Amerika-lijn te New-York deelt mede te 6.05 uur G.M.T. de volgende boodschap van den gezagvoerder van de Deutschland te hebben ontvangen: „Wij zijn den brand meester en hopen de reis bij het aanbreken van den dag voort te zetten". Officieel wordt medegedeeld, dat de hertog van Kent tot gouverneur-generaal van Australië is benoemd, in de plaats van Lord Gowrie, die ontslag neemt. De hertog van Kent zal zich in November van het volgend jaar naar Australië begeven om de taak van Lord Gowrie over te nemen. Reuter verneemt, dat de hertogin haar gemaal zal vergezellen en dat ook de kin deren meegenomen zullen worden. Hertog van Kent. Het is niet voor het eerst, dat een lid van het Engelsche koninklijke huis op treedt als gouverneur-generaal van een der Britsche Dominions. Zoo is de onlangs overleden hertog van Connaught ver tegenwoordiger van de Kroon in Zuid- Afrika geweest. Nu de band tusschen de leden van het Britsche gemeenebest staats rechtelijk uiterst los is geworden, zijn gevoelsmomenten als samenbindende fac toren van des te grooter waarde. Voor zoover de deelen van het Britsche Rijk niet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1