Aanbod De algemeene beschouwingen bijna ten einde Jatweel JCeck School PARLEMENT Minister De Wilde veroordeelt het adres der „negen mannen". Alléén tweede handsch goederen. 35 cent per vijf regels, uitsluitend a (DINSDAGS EN VRIJDAGS INZENDEN). C01ltaut. ^rrma"gel 4' 1 De leerlingenschaal. ONZE STADSRUBRIEK ALKMAARSCHE COURANT r- ONZE BIOSCOPEN, DEKDE BLAD. Te koop: 5 pers. auto 1934 Sédan, 4 cyl. 1 op 10 met Nationaliteitsbewys. Zeer billijk. Moet weg. Adres WESTERWEG C 129, Heiloo. Telefoon 2.1.2.9. Te koop: een Godinkachel 109 als nieuw, een H. rywiel Simplex met lamp, moet weg. OUDEGRACHT 119. Gebruikte kachels voor weinig geld. Kinderfietsje op luchtbanden, Vlie gende Hollander, Olielampen, Schrijf- bureaux, enz. J. L. SOSTMAN Jr., Verkooplokaal Ridderstraat 10. Te koop: een E. M. Jaarsma salon kacheltje voor kleine kamer, als nieuw, een mooie gaskachel zwart, een dito groen en een heel kleine zeegroen Vriesman en Zn., Verdr.oord 85. Aangeboden: prima tweede H D., J. en Meisjesrywiekn andsc* onder 1 Simplex Heeren aio Waar« JAN BLOKLAND's Riiwli^6^- Luttik-Oudorp 3 by de Vlotbru del' Haardkachel, donkerrood em idem onderplaat 9. GcrtmkacUf m. plaat 8, groen em. kacheln? Kinderwagen 7.50, grasmachine f LIJTWEG 21, Bergen. me 5- Te koop gevraagd: een PoplT^T" lantaarn m goeden staat BOEZEMSINGEL 53. Te koop: 1 wit emaille badkuk^TT" Geijser 17.50, 1 groote spieLu!. KLAAS VERWER, Koningsweg 60 Het gaat vlot op het oogenblik m de Tweede Kamer. Gistermiddag heeft minister de Wilde gezegd wat hij op het hart had, waarna de replieken volgden, die een flink stuk vorderden, zoodat men aanstaanden Dinsdagmiddag gemakkelijk met de alge meene beschouwingen over de Rijksbegroo- ting gereed kan komen. De minister van Financiën heeft op zijn bekende pittige manier en met een zeker heid, welke pogingen tot tegenspraak vry gemakkelijk verzwakken, zijn financieele beleid verdedigd. De Kamer had trouwens vry algemeen toegegeven, dat het er met de financiën somber uitziet, zoodat het voor een deel nog ging over de nuances: somber, te somber, uitzichtloos. Minister de Wilde bekent zich een te groot optimist dan dat hij laatstgenoemde kwalificatie zoomaar aanvaardt. Hij zeide het ook al in zijn rede: als je als regeerings- persoon niet optimist bent, kun je niet wer ken. Aan den anderen kant is de bewaarder en bewaker van onze schatkist realist ge noeg, om te weten en te willen erkennen, dat de bodem allang te zien is en dat we 't alleen aan de vertrouwenwekkende metho den om haar weer te vullen te danken heb ben, dat we nog zooveel crediet hebben. Dus al zijn de reserves van de staatshuis houding dan ook momenteel uitgeput, de volkshuishouding bezit er gelukkig nog. Vóór alles is noodig, dat men den werkelij-» ken toestand onder het oog ziet, wil men het budget saneeren. En nu is de groote moei lijkheid, dat niet alleen de werkloosheid, maar ook de versterking van de defensie ontzaglijke offers vragen. Ga dan maar eens met één slag saneeren! Dat kan na tuurlijk geen enkele minister van financiën en daarom moet het ook in étappes gebeu ren. Voor de toekomst dreigt dan nog een andere moeilijkheid, die opgelost moet worden, n.1. de hervatting van de stortin gen in de sociale verzekeringsfondsen. Im mers eenmaal komt de tijd, dat, volgens de berekeningen, jaarlijks 127 millioen uit die fondsen moet worden uitgekeerd. Een staatscommissie houdt zich met de oplos sing van dat probleem bezig; tevens zal deze de vraag onder het oog moeten zien of niet van stelsel moet worden veranderd: 't fondsenstelsel behouden of overgaan tot het omslagstelsel. Al hebben door de voortdurende intering, de elkaar opvolgende tekorten, onze finan ciën een schok gekregen, ons staatscrediet heeft nog een goeden naam. Het adres der „negen mannen". Het was te verwachten dat minister de Wilde het een en ander zou zeggen over het zoo langzamerhand befaamd of berucht ge worden adres der „negen mannen", deskun digen op financieel gebied, onder wie zich de president der Ned. Bank, mr. Trip be vond, zeer ten ongenoegen van vele leden der Kamer. De minister vindt het heelemaal niet erg, dat negen knappe menschen op financieel gebied, ook hun visie op de zaak geven, alsze maar billijk blijven. En dat nu waren zij niet geweest. Is het recht vaardig, vroeg de minister de Kamer als het ware als getuige aanroepend om van een minister van Financiën te eischen, dat hij nog 26 millioen méér staatsschuld aflost, terwijl het bedrag voor aflossing op de be grooting gebracht 20 millioen) hooger is dan ooit te voren, en er ontzaglijke eischen aan de schatkist worden gesteld uit hoofde van groote belangen? Het was eveneens de grief van den be windsman, dat de heeren ook niet hebben aangegeven hoe de begrooting dan wel moet worden gesaneerd; op welke uitgaven er h.i. bezuinigd moet worden. Als ze dat nu wel hadden gedaan, aldus de minister oolijk, dan hadden ze me zelfs wel een tweede adres mogen sturen! Hij wees erop, dat men in beurskringen ook niet over het adres te spreken was geweest. Maar.... de koersen van de Nederlandsche Staatsleeningen wa ren er niet door naar beneden gegaan! De minister beschouwt de nieuwe belas tingen waartegenover noodzakelijkerwijze ook verlichtingen moesten staan als één geheel. Niet dat hij niet bereid was hier of daar verbeteringen aan te brengen, als „ik m'n 50 millioen maar krijg"! En van dat be lastingcomplex maakt de tegemoetkoming aan de groote gezinnen ten bedrage van 11 millioen een integreerend deel uit. Reeds daarom kon de minister er niet in toestem men dat bedrag te gebruiken voor uitbrei ding van de ouderdomszorg. Wat de belas tingplannen en de gemeenten betreft, zette de bewindsman uiteen, dat hij met de be langen van deze rekening houdt; wanneer ze in het gedrang komen, zal hy een com pensatie overwegen. De minister van finan ciën hoopte aan de Kamer de overtuiging te hebben bijgebracht, dat hy zich niet blind staart op cijfers. Met een beroep op haar samenwerking en bereidwilligheid, offers te willen brengen voor de werkloozen, de defensie en de saneering van het budget, be sloot hy zyn financieel betoog, dat hy aan trekkelijk en boeiend weet te maken als weinigen. Bij de replieken bleken de heeren Albarda (s.d.), de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.), Joekes (v.d.) en van Houten (c.d.u.) van de noodzakelijkheid van een verboden lidmaat schap voor ambtenaren van een aantal ver- eenigingen niet overtuigd, de heer d'Ansem bourg niet wat de n.s.b. en de nat. jeugdstorm betreft, de overige heeren met betrekking tot de bonafide pacifistische vereenigingen, in het bijzonder „Kerk en Vrede". Vluchtelingen aan onze grenzen. De gebeurtenissen in Duitschland van ds jongste dagen hebben, hoe kan 't anders, ook in de Kamer hun weerslag gevonden, toen het anti-semistisme en de wensche- lijkheid van krachtiger optreden daartegen ter sprake kwam. Met het oog nu op de mo gelijkheid dat meer Joden thans zullen trachten de wijk naar Nederland te nemen, vroegen de heeren Albarda en Deckers (r.k.) aan de regeering den toegang voor vluchte lingen naar ons land te willen verruimen; dr. Deckers in het bijzonder drong aan op „barmhartigheid" jegens die ongelukkigen, die nergens heen kunnen. De heer d'Ansembourg zette nog eens het standpunt van de n.s.b. ten opzichte van het Joodsche vraagstuk uiteen. Hetgeen hij daaromtrent opmerkte, kwam overeen met de mededeelingen, welke ir. Mussert onlangs op een vergadering te Amsterdam heeft ge daan; de strekking ervan was ook de Joden hebben recht op een bestaan, maar ze doen goed, zijnde een apart volk, apart te gaan wonen, waartoe hun dan ook de gelegenheid behoort te worden geboden; zoolang de Jo den nog geen land hebben, waar zij zich kunnen vestigen, moeten de diverse landen, waar ze wonen, hun huisvesting verleenen. Hij voegde er aan toe, dat, wanneer er, volgens de kranten pogroms in Duitschland hadden plaats gehad, zijn fractie die af keurt; men moest echter niet vergeten, dat ze een reactie waren op een door een jongen Jood gepleegden moord op een Duitschen legatiesecretaris. De leerlingenschaal. Vermeldenswaard is nog de herhaalde aandrang van den heer Deckers om inzake de leerlingenschaal en de salarieering van de kweekelingen met akte een oplossing te vinden. Hij wendde zich daarbij in het bij zonder tot den minister van onderwijs, wien hij negativiteit en gebrek aan constructieve gedachten verweet, en vroeg hem, na te gaan of door geheel of gedeeltelijk de voor genomen verlaging van den accijns op bier en gedistilleerd prijs te geven, niet aan deze wenschen kon worden voldaan. Oud-minister Deckers zeide niet van drei gen te houden, maar hij moest Z.E. toch wel voorhouden, dat het vinden van een oplos sing van dringend belang was. Dat klonk weinig minder dreigend; een moeilijk parket voor een onderwijsminister, die bovendien principieel geheelonthouder is en daarom al weinig voor een verlaging van genoemde accijnzen kan gevoelen! Mr. Joekes rook lont en bracht den heer Deckers onder het oog, dat, zooals bij een vorige gelegenheid al gebleken was, de ver laging van de leerlingenschaal niet een kwes tie is, die den minister van onderwijs alleen aangaat, maar het g e h e e 1 e kabinet (dus ook de vier r.k. ministers). De heer de Geer (c.h.) bleek de voorkeur te blijven geven aan uitbreiding van de ouderdomszorg boven tegemoetkoming aan de groote gezinnen. Dinsdag de rest van de Replieken. DE UITVOERING VAN ULVADERO. Saigon-Milly. Wanneer we naar een uitvoering van Ulva- dero gaan, dan verwachten wij iets, dat bo ven het middelmatige ligt, dan verwachten we een goed stuk, een goede vertolking en een uitstekende tooneelverzorging. En wanneer wy, nu Ulvadero haar eerste uitvoering in dit seizoen gegeven heeft, een verslag moeten maken, dan dienen wij te beginnen bij het stuk. Wij weten niet, wie dit stuk, dit „spel van de wildernis" gekozen heeft, maar een bizonder gelukkige keuze is het niet geweest. Wat het hoofdgegeven be treft, had hier een goed tooneelstuk geboren kunnen worden: een plantage in de tropen, drie Europeanen, Inlandsche bedienden, zoo nu en dan een slippertje naar Saigon, waar de vroolijke, wufte Milly woont, Milly's verblijf op de plantage tijdens een korte maar hevige liefdesgeschiedenis, de verkoeling tusschen haar en Langfort, haar vriend, daarna de komst van een Europeesch ingenieur met zijn jonge, lieftallige vrouw, vervolgens een ongeoorloofde verhouding tusschen dat vrouwtje en Langfort en tenslotte de oplos sing, waarbij de jonggehuwden elkaar terug vinden. Men ziet, het is, alsof de schrijvers een massa te vertellen hadden en dat zy bang waren, dat het publiek zich zou vervelen, als er niet genoeg stof behandeld zou zyn. En daarom hebben ze zich gehaast, om in drie bedrijven zooveel mogelijk te vertellen, zooveel, dat het hun niet mogelijk geweest is, om elke scène behoorlijk uit te werken. Het gevolg wask dat de heeren zich verschil lende malen vergaloppeerd hebben en dat zij een stuk schreven, waarin de onmoge lijkheden te talrijk waren. En bovendien hebben zij verzuimd, een werkelijk logische oplossing te geven van het eenmaal ontstane conflict. Of neen, ze hebben wel rekening gehouden met Milly, maar niet met Mary, het jonge Europeesche vrouwtje. Beroepsaóteurs hebben ook dikwijls te kampen met zwakheden in een stuk en het gelukt hun wel eens, die zwakheden te over spelen. 't Gelukt hun nog vaker niet! Is het dan een wonder, dat het Ulvadero niet gelukte, om van een matig stuk een boeiende uitvoering te geven? Daar, waar de schrijvers hun stof beheerschten, was ook het spel goed. Wij herinneren maar aan het leven in de tropen: goed geteekende figuren als Jenkins (Piet Kroon) en Peter (Piet Lely) werden goed weergegeven en hier gaf het spel gelegenheid, om sfeer te scheppen, wat volkomen gelukte. Goed geteekend was ook Sadina (mevr. Sougé) en de Javaansche werd dan ook zeer knap weergegeven. Maar daarnaast de fi guur van Langfort (Dick Haasbroek). Waar de tekst hem gelegenheid gaf tot goed spel, speelde Haasbroek goed, maar er waren in zijn rol zulke eigenaardigheden, dat het vrijwel onmogelijk werd, hier een hoofdper soon gaaf weer te geven. Onmiddellijk daar tegenover stellen wij Milly (Jo Mulder). Het wufte meisje uit Saigon was goed geteekend en Jo Mulder had geen moeite, om haar rol te spelen. En wat te zeggen van Wilkins, den inge nieur (Siem Sougé) en diens vrouwtje Mary (Ali Blaauw). Siem Sougé kreeg werkelijk geen gelegenheid om te spelen, omdat de ingenieur Wilkins door de schrijvers totaal op den achtergrond werd geschoven. En Ali Blaauw kon zich netjes aan den tekst hou den, maar kreeg geen gelegenheid, om het karakter en later den innerlijken strijd van Mary uit te beelden. Mogen wij dan nog noemen Gert v. d. Post als kapitein en An Couwenhoven als Nonna, de waarzegster het waren twee bijrollen en ze werden voorzoover mogelijk goed ge speeld dan rest alleen nog Koi, de Chi- neesche bediende (Jaap Best). En hier moe ten wij bepaald op een vergissing wijzen: deze Koi werd verkeerd gespeeld. Een Chi- neesch is kruiperig, onderdanig en min of meer onbetrouwbaar. De komische Koi had niet komiek mogen zijn. Omdat een Chi- neesch nu eenmaal niet komisch is. Te koop: aquarium lang 50, br. 30, h. 35, met standaardlamp, enz., spot prijs. K. v. 'T VEERSTRAAT 25. Te koop: zwarte Duitsche piano met kruk en muziek. Brieven onder letter IJ 414 bureau van dit blad. Tot zoover de spelers en hun spel. Men zal merken, dat wij op één uitzondering na slechts waardeering hebben voor de vertol king der diverse rollen. Maar wij zouden niet volledig zijn, als we hier ook niet het tempo even aanroerden. Welnu, als er den geheelen avond gespeeld was als in het der de bedrijf, was de uitvoering veel beter ge worden. Doch in de twee eerste bedrijven werd er al te veel „getrokken", werd elk woord bijna te voorzichtig, te wei-over wogen uitgesproken. Dat gaf gebrek aan actie en dat had o.i. voorkomen kunnen wor den. Of lag de oorzaak hier misschien ook bij den tekst? Het tooneel was uitstekend verzorgd, de grime was niet minder goed. Maar dat zijn wij van Ulvadero gewend. Moge Ulvadero spoedig een gelukkiger keuze doen; de speelkrachten zyn meer dan voldoende en het publiek Donderdag avond was 't Gulden Vlies bijna geheel be zet! zal dat weten te waardeeren! DE ONKERKSCHHEID. Prof. S. Berkelbach v. d. Sprenkel schrijft in het Alg. Weekblad over de onkerkschheid het volgende: Mag ik enkele regels schrijven naar aanleiding van „de vlotte kerk" door K. in uw vorig nummer? Moet er zoo over de kerk worden geschreven? Eerst richt de schrijver eenige onwelwillende zinnen aan het adres van het Kerkkantoor Nieuwe Kerk, Dam, Amsterdam. Men heeft hem wel geantwoord, maar niet de cijfers (welke cijfers duidt hij slechts vaag aan), die hij vroeg, onmiddellijk gezonden, men had het te druk. Daarom wordt dit kantoor voor de lezers van 't Weekblad belache lijk gemaakt. Heeft de schrijver bedacht, hoe in Aug. en Sept. bij opbouw en af braak der jubileumsherdenking in de Nieuwe kerk gewerkt is, en hoe daar van het personeel het uiterste aan inspanning gevergd is? En moet de A'damsche kerk klaar staan met haar cijfers voor ieder en voor elk doel? Er zijn publieke cijfers, maar gaat de kerk zelf cijfers noemen, dan zijn ze niet zoo globaal, niet zoo ge makkelijk vaststelbaar, en evenmin voor elk, die den mond tegen de kerk wil open doen, beschikbaar. Maar de heer K. wist zich te redden, verkreeg elders eenige cijfers en gaat nu voort ons te toonen, hoe spoedig zijn hand en pen gevuld was: „ons is gebleken, dat de officiëele kerkelijke belangstelling in Hervormd Amsterdam sinds 1910 is gedaald met 73 pet." Dit wordt ons voorgemeten uit cijfers van doopsbedieningen, aanneming en huwe- Ter overname gevraagd: in goeZT' staat zijnde „Lichtnummers", Wekd tijdschr. Br. met prijs onder letter Z 415 bureau van dit blad. Te koop: sterke werkfiets J 3.50( inmaakpot 75 ct., prima Clara kachel m. pl. 4.00, kl. Salamander 2.50 Moet weg. GED. BAANSLOOT 17 lijksinzegening. Maar hoe oppervlakkig wordt dit gedaan: is er rekening mee ge! houden, dat kerkelijk en burgerlijk Am! sterdam ingrijpend in omvang verschillen" dat de jonge gezinnen (in elke groote stad/ den rand zoeken en de city leeg wordt-is er rekening gehouden met den invloed der geboortebeperking in deze 30 jaar, en hoe die geboortebeperking voor de 'ge zindten zóó aanmerkelijk verschilt, dat ongespecialiseerde getallen een geheel verkeerde voorstelling geven (voor Rot terdam is hieromtrent een gedetailleerd onderzoek gepubliceerd door Dr. Sanders; of zooiets voor A'dam ook bestaat is mij niet bekend). Dat de getallen van doop enz. achteruit zijn gegaan is bekend, hoe veel is niet bekend, ook niet aan den heer K„ die ons hier voorlicht omtrent de naakte armoede der N. H. Kerk te A'dam. Moet de kerk zulk doen bevorderen? Ik vraag mij af: is de schrijver belijdend lid der Herv. Kerk? Is dit zoo, waarom toont hij niet, dat hij aan de gebreken en noo- den van zijn geestelijke moeder tegemoet komt op een wijze zooals hij (naar ik ver onderstel) de kwalen van zijn vleesche- lijke moeder liefdevol zou helpen verlich ten? Of geldt het 5de gebod (Catech. vr. 104 „ook met hun zwakheid en gebreken geduld hebbe") niet van die geestelijke moeder? En indien de heer K. geen kind der N. H. Kerk is, moet de kerk dan tijd en kracht besteden aan de bevordering van zulke interessante informaties? Een afbeelding van de nieuwe kinderpost zegels die 1 December verkrijgbaar gesteld worden. bevat voortdurend berichten, die andere bladen pas den volgenden dag hebben. Dat komt, omdat de de EENIGE STADSKRANT is! DE GODIN VAN DE JUNGLE. Bioscoop-Theater Harmonie. Deze week zal men in het theater Har monie kunnen genieten van een fraaie Paramount-film, geheel in natuurlijke kleuren opgenomen. Het verhaal speelt zich af op één van de vele mysterieuze eilandjes in den Indischen Oceaan, eiland jes met een bijzonderen natuurrijkdom. Dat er dus prachtige opnamen te bewon deren zijn zal ieder begrijpen. Een piloot en een waarnemer van een luchtvaartmaatschappij, Bob en Jimmy geheeten, zijn op zoek naar een verloren piloot. Als zij door een typhoon worden overvallen, moeten zij op een onbekend eiland een noodlanding maken, waarbij hun toestel geheel vernield wordt. Op dit eiland leeft een schoone inlandsche met als eenig gezelschap een jong leeuwtje en Gage, een chimpansee, Bob en Jimmy ont moeten al spoedig deze jongedame, die Tura blijkt te heeten. Zij maakt grooten indruk op Bob, leert spoedig wat van zijn taal en weet al heel gauw wat „kiss" en „love" is. Maar de icfylle wordt verstoord, n.1. door Knasa, het stamhoofd van een naburig eiland, die zeer ontwikkeld is en in Engeland heeft gestudeerd. Hij viert ieder jaar op Tura's eiland een offerfeest, waar de gehypnotiseerde Tura hem groote diensten bewijst. Als hy weer naar het eiland komt, gaat alles minder vlot. 't Wordt voor Bob, Jimmy en Tura een hachelijke positie, doch een vulkanische uitbarsting brengt redding. Wel komt dan ook een stoomjacht met Bobs verloofde en haar vader naar het eiland^ Maar Ellie bemerkt al spoedig dat Bob liever op het eiland van Tura blijft, dan mee terug te keeren en geeft hem zijn vrijheid terug. De hoofdrollen worden prachtig ver tolkt door Dorothy Lamour, de nieuwe Paramountster en Ray Milland, een voor treffelijk jeune-premier. Door haar spel en zang verdient Dorothy Lamour het groote succes, dat zij met deze film ge maakt heeft. Van de overige medespelenden mogen wij zeker niet vergeten „Jiggs", de be kende chimpansee en Meewa het jonge leeuwtje. Ook Jimmy wordt zeer goed vertolkt. Men zal deze kleurenfilm met haar boeienden inhoud, sterk spel en mooie opnamen, niet willen missen. Het voorprogramma bracht eerst een paar mooie journaals (Paramount en Pro- filti), vervolgens een aardige Betty Boop teekenfilm en een zeer goede opname van Freddie Rich en zijn orkest, met diverse attracties. DE GELUKSVOGEL. Victoria-Theater. De geluksvogel, die in het Victoria- Theater rondfladdert, is niemand minder dan de Duitsche filmkomiek Heinz Rüh- mann en waar hij op het projectiedoek verschijnt, kan men er altijd zeker van zijn een groot aantal enthousiaste toe schouwers aan te treffen. Ook gisteravond was dat weer het geval en deze voortreffelijke Duitsche artist heeft met Hans Moser als partner een volle zaal met zijn dolle avonturen op alleraangenaamste wijze bezig gehouden. Hij is in deze film een eerzaam barbier tje zonder klanten en verstopt zich juist voor den binnenkomenden deurwaarder als blijkt, dat deze ditmaal geen vordering heeft maar de blijde tijding, dat Herr Rabe, de barbier, een erfenis heeft gekre gen. Het is de door de familie nooit be grepen tante Barbara, die haar neef een douceurtje heeft nagelaten en als Herr Rabe na een gezellig treinavontuurtje in het sterfhuis arriveert, komt hij tot de onaangename ontdekking, dat tante hem niets anders dan 13 oude stoelen heeft nagelaten. Met veel moeite slaagt hij er in ze bij een uitdrager in commissie te geven en eerst den volgenden avond komt hy te weten, dat tante in een van de stoelen een bedrag van 100.000 mark in de zitting ge naaid heeft. Dan vliegt hij naar den antiekhandelaar, die de stoelen in commis sie heeft, maar helaas, ze zijn juist ver kocht en het tweetal begint door de groote stad een jacht naar de dertien verloren gegane stoelen. Die meubelstukken 'zijn in de meest verschillende huishoudens te recht gekomen en Herr Rabe en zijn com pagnon beleven de dolste avonturen in allerlei woningen en gebouwen, waar zij haastig de zittingen van de gevonden stoelen opensnijden, om naar den verbor gen schat te zoeken. Twaalf maal gelukt het hun een stoel te achterhalen en twaalf maal blijkt hun moeite tevergeefs te zijn geweest. De der tiende stoel blijkt spoorloos verdwenen en wat daarmee gebeurt en hoe ten slotte het geld een goede bestemming krijgt, dat moet men deze week maar eens in het Victoria-theater gaan bekijken. Het pu bliek heeft zich bij deze film bijzonder geamuseerd en „De Geluksvogel" zal on getwijfeld een zeer groot aantal bezoe kers trekken. Vooraf gaat veel binnen- en buiten - landsch nieuws in beweegbaar geil- lustreerden vorm en een gezellige eenacter. Dat de voorstelling ditmaal eerst tegen half twaalf was afgeloopen had een bij zondere oorzaak, waarover we een en an der in het stadsnieuws van heden zullen vertellen. VADERTJE LANGBEEN. City-theater. Wie verleden Zaterdag in ons blad op de filmpagina het aan deze film gewijde ar tikel heeft gelezen, zal begrepen hebben, dat „Vadertje Langbeen", het nieuwe pro duct van Nederlandsche filmkunst, stellig een Schlager zal worden. Nu wij deze rol prent hebben gezien, durven we wel be weren, dat heel Alkmaar en talloos velen van buiten den verfilmden roman „Daddy Longlegs" zullen willen zien. Gisteravond reeds was het bezoek zeer groot en de stemming van het publiek was daaraan evenredig. Wy hebben Lily Bouwmeester bewonderd in haar rol van het weesmeisje Judy Aalders, waarin zij zich een toone speelster van zeer groot talent toont, sterlfee en grootscher dan in „Pygmalion", we filmwerk hier ter stede, naar men zich ne inneren zal, eenige weken lang v0 theaters trok. Als „weldadig man achter schermen" speelt Paul Storm de mooie van Albert van Woudenberg en hij niazo0 daarvan iets moois, vooral omdat hij op prettige wijze de stemmingen ten °PZ1 .at van zijn pupil weet uit te beelden, z° ook ten deze het publiek ten volle mee Naast deze twee heeft nog een elftal e landsche acteurs en actrices onder regie Friedrich Zebnec hier een film gemaa gn geen enkele bioscoopliefhebber zal verzuimen. Behalve het spel is ook de grafie uitstekend geslaagd: mooie in e j^jg grappige en stemmige tooneeltjes, mooie natuuropnamen, enz. Het voorprogramma geeft, na een. J°a1- naal, een gekleurde natuurfilm rSChe penland", waarin beelden van Zwi ru steden en de Alpen aan het oog v trekken; verder de klucht „Een 'cn nacht" en een gekleurd product v'a pSSante Disney, „Boat Builders", een uitere» teekenfilm.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 12