Aanbod
De algemeene beschouwingen bijna ten einde
Jatweel
JCeck School
PARLEMENT
Minister De Wilde veroordeelt het adres
der „negen mannen".
Alléén tweede handsch goederen.
35 cent per vijf regels, uitsluitend a
(DINSDAGS EN VRIJDAGS INZENDEN).
C01ltaut.
^rrma"gel 4' 1
De leerlingenschaal.
ONZE STADSRUBRIEK
ALKMAARSCHE COURANT
r- ONZE BIOSCOPEN,
DEKDE BLAD.
Te koop: 5 pers. auto 1934 Sédan,
4 cyl. 1 op 10 met Nationaliteitsbewys.
Zeer billijk. Moet weg.
Adres WESTERWEG C 129, Heiloo.
Telefoon 2.1.2.9.
Te koop: een Godinkachel 109 als
nieuw, een H. rywiel Simplex met
lamp, moet weg.
OUDEGRACHT 119.
Gebruikte kachels voor weinig geld.
Kinderfietsje op luchtbanden, Vlie
gende Hollander, Olielampen, Schrijf-
bureaux, enz. J. L. SOSTMAN Jr.,
Verkooplokaal Ridderstraat 10.
Te koop: een E. M. Jaarsma salon
kacheltje voor kleine kamer, als
nieuw, een mooie gaskachel zwart, een
dito groen en een heel kleine zeegroen
Vriesman en Zn., Verdr.oord 85.
Aangeboden: prima tweede
H D., J. en Meisjesrywiekn andsc*
onder 1 Simplex Heeren aio Waar«
JAN BLOKLAND's Riiwli^6^-
Luttik-Oudorp 3 by de Vlotbru del'
Haardkachel, donkerrood em
idem onderplaat 9. GcrtmkacUf
m. plaat 8, groen em. kacheln?
Kinderwagen 7.50, grasmachine f
LIJTWEG 21, Bergen. me 5-
Te koop gevraagd: een PoplT^T"
lantaarn m goeden staat
BOEZEMSINGEL 53.
Te koop: 1 wit emaille badkuk^TT"
Geijser 17.50, 1 groote spieLu!.
KLAAS VERWER, Koningsweg 60
Het gaat vlot op het oogenblik m de
Tweede Kamer. Gistermiddag heeft minister
de Wilde gezegd wat hij op het hart had,
waarna de replieken volgden, die een flink
stuk vorderden, zoodat men aanstaanden
Dinsdagmiddag gemakkelijk met de alge
meene beschouwingen over de Rijksbegroo-
ting gereed kan komen.
De minister van Financiën heeft op zijn
bekende pittige manier en met een zeker
heid, welke pogingen tot tegenspraak vry
gemakkelijk verzwakken, zijn financieele
beleid verdedigd. De Kamer had trouwens
vry algemeen toegegeven, dat het er met de
financiën somber uitziet, zoodat het voor
een deel nog ging over de nuances: somber,
te somber, uitzichtloos.
Minister de Wilde bekent zich een te
groot optimist dan dat hij laatstgenoemde
kwalificatie zoomaar aanvaardt. Hij zeide
het ook al in zijn rede: als je als regeerings-
persoon niet optimist bent, kun je niet wer
ken.
Aan den anderen kant is de bewaarder
en bewaker van onze schatkist realist ge
noeg, om te weten en te willen erkennen,
dat de bodem allang te zien is en dat we 't
alleen aan de vertrouwenwekkende metho
den om haar weer te vullen te danken heb
ben, dat we nog zooveel crediet hebben.
Dus al zijn de reserves van de staatshuis
houding dan ook momenteel uitgeput, de
volkshuishouding bezit er gelukkig nog.
Vóór alles is noodig, dat men den werkelij-»
ken toestand onder het oog ziet, wil men het
budget saneeren. En nu is de groote moei
lijkheid, dat niet alleen de werkloosheid,
maar ook de versterking van de defensie
ontzaglijke offers vragen. Ga dan maar
eens met één slag saneeren! Dat kan na
tuurlijk geen enkele minister van financiën
en daarom moet het ook in étappes gebeu
ren. Voor de toekomst dreigt dan nog een
andere moeilijkheid, die opgelost moet
worden, n.1. de hervatting van de stortin
gen in de sociale verzekeringsfondsen. Im
mers eenmaal komt de tijd, dat, volgens de
berekeningen, jaarlijks 127 millioen uit die
fondsen moet worden uitgekeerd. Een
staatscommissie houdt zich met de oplos
sing van dat probleem bezig; tevens zal
deze de vraag onder het oog moeten zien
of niet van stelsel moet worden veranderd:
't fondsenstelsel behouden of overgaan tot
het omslagstelsel.
Al hebben door de voortdurende intering,
de elkaar opvolgende tekorten, onze finan
ciën een schok gekregen, ons staatscrediet
heeft nog een goeden naam.
Het adres der „negen mannen".
Het was te verwachten dat minister de
Wilde het een en ander zou zeggen over het
zoo langzamerhand befaamd of berucht ge
worden adres der „negen mannen", deskun
digen op financieel gebied, onder wie zich
de president der Ned. Bank, mr. Trip be
vond, zeer ten ongenoegen van vele leden
der Kamer. De minister vindt het heelemaal
niet erg, dat negen knappe menschen op
financieel gebied, ook hun visie op de zaak
geven, alsze maar billijk blijven. En
dat nu waren zij niet geweest. Is het recht
vaardig, vroeg de minister de Kamer als
het ware als getuige aanroepend om van
een minister van Financiën te eischen, dat
hij nog 26 millioen méér staatsschuld aflost,
terwijl het bedrag voor aflossing op de be
grooting gebracht 20 millioen) hooger is
dan ooit te voren, en er ontzaglijke eischen
aan de schatkist worden gesteld uit hoofde
van groote belangen?
Het was eveneens de grief van den be
windsman, dat de heeren ook niet hebben
aangegeven hoe de begrooting dan wel moet
worden gesaneerd; op welke uitgaven er h.i.
bezuinigd moet worden. Als ze dat nu wel
hadden gedaan, aldus de minister oolijk,
dan hadden ze me zelfs wel een tweede
adres mogen sturen! Hij wees erop, dat men
in beurskringen ook niet over het adres te
spreken was geweest. Maar.... de koersen
van de Nederlandsche Staatsleeningen wa
ren er niet door naar beneden gegaan!
De minister beschouwt de nieuwe belas
tingen waartegenover noodzakelijkerwijze
ook verlichtingen moesten staan als één
geheel. Niet dat hij niet bereid was hier of
daar verbeteringen aan te brengen, als „ik
m'n 50 millioen maar krijg"! En van dat be
lastingcomplex maakt de tegemoetkoming
aan de groote gezinnen ten bedrage van 11
millioen een integreerend deel uit. Reeds
daarom kon de minister er niet in toestem
men dat bedrag te gebruiken voor uitbrei
ding van de ouderdomszorg. Wat de belas
tingplannen en de gemeenten betreft, zette
de bewindsman uiteen, dat hij met de be
langen van deze rekening houdt; wanneer
ze in het gedrang komen, zal hy een com
pensatie overwegen. De minister van finan
ciën hoopte aan de Kamer de overtuiging te
hebben bijgebracht, dat hy zich niet blind
staart op cijfers. Met een beroep op haar
samenwerking en bereidwilligheid, offers te
willen brengen voor de werkloozen, de
defensie en de saneering van het budget, be
sloot hy zyn financieel betoog, dat hy aan
trekkelijk en boeiend weet te maken als
weinigen.
Bij de replieken bleken de heeren Albarda
(s.d.), de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.),
Joekes (v.d.) en van Houten (c.d.u.) van de
noodzakelijkheid van een verboden lidmaat
schap voor ambtenaren van een aantal ver-
eenigingen niet overtuigd, de heer d'Ansem
bourg niet wat de n.s.b. en de nat. jeugdstorm
betreft, de overige heeren met betrekking
tot de bonafide pacifistische vereenigingen,
in het bijzonder „Kerk en Vrede".
Vluchtelingen aan onze grenzen.
De gebeurtenissen in Duitschland van ds
jongste dagen hebben, hoe kan 't anders,
ook in de Kamer hun weerslag gevonden,
toen het anti-semistisme en de wensche-
lijkheid van krachtiger optreden daartegen
ter sprake kwam. Met het oog nu op de mo
gelijkheid dat meer Joden thans zullen
trachten de wijk naar Nederland te nemen,
vroegen de heeren Albarda en Deckers (r.k.)
aan de regeering den toegang voor vluchte
lingen naar ons land te willen verruimen;
dr. Deckers in het bijzonder drong aan op
„barmhartigheid" jegens die ongelukkigen,
die nergens heen kunnen.
De heer d'Ansembourg zette nog eens het
standpunt van de n.s.b. ten opzichte van het
Joodsche vraagstuk uiteen. Hetgeen hij
daaromtrent opmerkte, kwam overeen met
de mededeelingen, welke ir. Mussert onlangs
op een vergadering te Amsterdam heeft ge
daan; de strekking ervan was ook de Joden
hebben recht op een bestaan, maar ze doen
goed, zijnde een apart volk, apart te gaan
wonen, waartoe hun dan ook de gelegenheid
behoort te worden geboden; zoolang de Jo
den nog geen land hebben, waar zij zich
kunnen vestigen, moeten de diverse landen,
waar ze wonen, hun huisvesting verleenen.
Hij voegde er aan toe, dat, wanneer er,
volgens de kranten pogroms in Duitschland
hadden plaats gehad, zijn fractie die af
keurt; men moest echter niet vergeten, dat
ze een reactie waren op een door een jongen
Jood gepleegden moord op een Duitschen
legatiesecretaris.
De leerlingenschaal.
Vermeldenswaard is nog de herhaalde
aandrang van den heer Deckers om inzake
de leerlingenschaal en de salarieering van
de kweekelingen met akte een oplossing te
vinden. Hij wendde zich daarbij in het bij
zonder tot den minister van onderwijs, wien
hij negativiteit en gebrek aan constructieve
gedachten verweet, en vroeg hem, na te
gaan of door geheel of gedeeltelijk de voor
genomen verlaging van den accijns op bier
en gedistilleerd prijs te geven, niet aan deze
wenschen kon worden voldaan.
Oud-minister Deckers zeide niet van drei
gen te houden, maar hij moest Z.E. toch wel
voorhouden, dat het vinden van een oplos
sing van dringend belang was.
Dat klonk weinig minder dreigend; een
moeilijk parket voor een onderwijsminister,
die bovendien principieel geheelonthouder
is en daarom al weinig voor een verlaging
van genoemde accijnzen kan gevoelen!
Mr. Joekes rook lont en bracht den heer
Deckers onder het oog, dat, zooals bij een
vorige gelegenheid al gebleken was, de ver
laging van de leerlingenschaal niet een kwes
tie is, die den minister van onderwijs alleen
aangaat, maar het g e h e e 1 e kabinet (dus
ook de vier r.k. ministers).
De heer de Geer (c.h.) bleek de voorkeur
te blijven geven aan uitbreiding van de
ouderdomszorg boven tegemoetkoming aan
de groote gezinnen.
Dinsdag de rest van de Replieken.
DE UITVOERING VAN ULVADERO.
Saigon-Milly.
Wanneer we naar een uitvoering van Ulva-
dero gaan, dan verwachten wij iets, dat bo
ven het middelmatige ligt, dan verwachten
we een goed stuk, een goede vertolking en
een uitstekende tooneelverzorging.
En wanneer wy, nu Ulvadero haar eerste
uitvoering in dit seizoen gegeven heeft, een
verslag moeten maken, dan dienen wij te
beginnen bij het stuk. Wij weten niet, wie
dit stuk, dit „spel van de wildernis" gekozen
heeft, maar een bizonder gelukkige keuze is
het niet geweest. Wat het hoofdgegeven be
treft, had hier een goed tooneelstuk geboren
kunnen worden: een plantage in de tropen,
drie Europeanen, Inlandsche bedienden, zoo
nu en dan een slippertje naar Saigon, waar de
vroolijke, wufte Milly woont, Milly's verblijf
op de plantage tijdens een korte maar hevige
liefdesgeschiedenis, de verkoeling tusschen
haar en Langfort, haar vriend, daarna de
komst van een Europeesch ingenieur met
zijn jonge, lieftallige vrouw, vervolgens een
ongeoorloofde verhouding tusschen dat
vrouwtje en Langfort en tenslotte de oplos
sing, waarbij de jonggehuwden elkaar terug
vinden.
Men ziet, het is, alsof de schrijvers een
massa te vertellen hadden en dat zy bang
waren, dat het publiek zich zou vervelen,
als er niet genoeg stof behandeld zou zyn.
En daarom hebben ze zich gehaast, om in
drie bedrijven zooveel mogelijk te vertellen,
zooveel, dat het hun niet mogelijk geweest
is, om elke scène behoorlijk uit te werken.
Het gevolg wask dat de heeren zich verschil
lende malen vergaloppeerd hebben en dat
zij een stuk schreven, waarin de onmoge
lijkheden te talrijk waren. En bovendien
hebben zij verzuimd, een werkelijk logische
oplossing te geven van het eenmaal ontstane
conflict. Of neen, ze hebben wel rekening
gehouden met Milly, maar niet met Mary,
het jonge Europeesche vrouwtje.
Beroepsaóteurs hebben ook dikwijls te
kampen met zwakheden in een stuk en het
gelukt hun wel eens, die zwakheden te over
spelen. 't Gelukt hun nog vaker niet!
Is het dan een wonder, dat het Ulvadero
niet gelukte, om van een matig stuk een
boeiende uitvoering te geven? Daar, waar de
schrijvers hun stof beheerschten, was ook
het spel goed. Wij herinneren maar aan het
leven in de tropen: goed geteekende figuren
als Jenkins (Piet Kroon) en Peter (Piet Lely)
werden goed weergegeven en hier gaf het
spel gelegenheid, om sfeer te scheppen, wat
volkomen gelukte.
Goed geteekend was ook Sadina (mevr.
Sougé) en de Javaansche werd dan ook zeer
knap weergegeven. Maar daarnaast de fi
guur van Langfort (Dick Haasbroek). Waar
de tekst hem gelegenheid gaf tot goed spel,
speelde Haasbroek goed, maar er waren in
zijn rol zulke eigenaardigheden, dat het
vrijwel onmogelijk werd, hier een hoofdper
soon gaaf weer te geven. Onmiddellijk daar
tegenover stellen wij Milly (Jo Mulder). Het
wufte meisje uit Saigon was goed geteekend
en Jo Mulder had geen moeite, om haar rol
te spelen.
En wat te zeggen van Wilkins, den inge
nieur (Siem Sougé) en diens vrouwtje Mary
(Ali Blaauw). Siem Sougé kreeg werkelijk
geen gelegenheid om te spelen, omdat de
ingenieur Wilkins door de schrijvers totaal
op den achtergrond werd geschoven. En Ali
Blaauw kon zich netjes aan den tekst hou
den, maar kreeg geen gelegenheid, om het
karakter en later den innerlijken strijd van
Mary uit te beelden.
Mogen wij dan nog noemen Gert v. d. Post
als kapitein en An Couwenhoven als Nonna,
de waarzegster het waren twee bijrollen
en ze werden voorzoover mogelijk goed ge
speeld dan rest alleen nog Koi, de Chi-
neesche bediende (Jaap Best). En hier moe
ten wij bepaald op een vergissing wijzen:
deze Koi werd verkeerd gespeeld. Een Chi-
neesch is kruiperig, onderdanig en min of
meer onbetrouwbaar. De komische Koi had
niet komiek mogen zijn. Omdat een Chi-
neesch nu eenmaal niet komisch is.
Te koop: aquarium lang 50, br. 30,
h. 35, met standaardlamp, enz., spot
prijs.
K. v. 'T VEERSTRAAT 25.
Te koop: zwarte Duitsche piano met
kruk en muziek. Brieven onder letter
IJ 414 bureau van dit blad.
Tot zoover de spelers en hun spel. Men zal
merken, dat wij op één uitzondering na
slechts waardeering hebben voor de vertol
king der diverse rollen. Maar wij zouden
niet volledig zijn, als we hier ook niet het
tempo even aanroerden. Welnu, als er den
geheelen avond gespeeld was als in het der
de bedrijf, was de uitvoering veel beter ge
worden. Doch in de twee eerste bedrijven
werd er al te veel „getrokken", werd elk
woord bijna te voorzichtig, te wei-over
wogen uitgesproken. Dat gaf gebrek aan
actie en dat had o.i. voorkomen kunnen wor
den. Of lag de oorzaak hier misschien ook
bij den tekst?
Het tooneel was uitstekend verzorgd, de
grime was niet minder goed. Maar dat zijn
wij van Ulvadero gewend.
Moge Ulvadero spoedig een gelukkiger
keuze doen; de speelkrachten zyn meer dan
voldoende en het publiek Donderdag
avond was 't Gulden Vlies bijna geheel be
zet! zal dat weten te waardeeren!
DE ONKERKSCHHEID.
Prof. S. Berkelbach v. d. Sprenkel
schrijft in het Alg. Weekblad over de
onkerkschheid het volgende:
Mag ik enkele regels schrijven naar
aanleiding van „de vlotte kerk" door K. in
uw vorig nummer? Moet er zoo over de
kerk worden geschreven? Eerst richt de
schrijver eenige onwelwillende zinnen aan
het adres van het Kerkkantoor Nieuwe
Kerk, Dam, Amsterdam. Men heeft hem
wel geantwoord, maar niet de cijfers
(welke cijfers duidt hij slechts vaag aan),
die hij vroeg, onmiddellijk gezonden, men
had het te druk. Daarom wordt dit kantoor
voor de lezers van 't Weekblad belache
lijk gemaakt. Heeft de schrijver bedacht,
hoe in Aug. en Sept. bij opbouw en af
braak der jubileumsherdenking in de
Nieuwe kerk gewerkt is, en hoe daar van
het personeel het uiterste aan inspanning
gevergd is? En moet de A'damsche kerk
klaar staan met haar cijfers voor ieder en
voor elk doel? Er zijn publieke cijfers,
maar gaat de kerk zelf cijfers noemen,
dan zijn ze niet zoo globaal, niet zoo ge
makkelijk vaststelbaar, en evenmin voor
elk, die den mond tegen de kerk wil open
doen, beschikbaar. Maar de heer K. wist
zich te redden, verkreeg elders eenige
cijfers en gaat nu voort ons te toonen, hoe
spoedig zijn hand en pen gevuld was: „ons
is gebleken, dat de officiëele kerkelijke
belangstelling in Hervormd Amsterdam
sinds 1910 is gedaald met 73 pet." Dit
wordt ons voorgemeten uit cijfers van
doopsbedieningen, aanneming en huwe-
Ter overname gevraagd: in goeZT'
staat zijnde „Lichtnummers", Wekd
tijdschr. Br. met prijs onder letter
Z 415 bureau van dit blad.
Te koop: sterke werkfiets J 3.50(
inmaakpot 75 ct., prima Clara kachel
m. pl. 4.00, kl. Salamander 2.50
Moet weg. GED. BAANSLOOT 17
lijksinzegening. Maar hoe oppervlakkig
wordt dit gedaan: is er rekening mee ge!
houden, dat kerkelijk en burgerlijk Am!
sterdam ingrijpend in omvang verschillen"
dat de jonge gezinnen (in elke groote stad/
den rand zoeken en de city leeg wordt-is
er rekening gehouden met den invloed
der geboortebeperking in deze 30 jaar, en
hoe die geboortebeperking voor de 'ge
zindten zóó aanmerkelijk verschilt, dat
ongespecialiseerde getallen een geheel
verkeerde voorstelling geven (voor Rot
terdam is hieromtrent een gedetailleerd
onderzoek gepubliceerd door Dr. Sanders;
of zooiets voor A'dam ook bestaat is mij
niet bekend). Dat de getallen van doop
enz. achteruit zijn gegaan is bekend, hoe
veel is niet bekend, ook niet aan den heer
K„ die ons hier voorlicht omtrent de
naakte armoede der N. H. Kerk te A'dam.
Moet de kerk zulk doen bevorderen? Ik
vraag mij af: is de schrijver belijdend lid
der Herv. Kerk? Is dit zoo, waarom toont
hij niet, dat hij aan de gebreken en noo-
den van zijn geestelijke moeder tegemoet
komt op een wijze zooals hij (naar ik ver
onderstel) de kwalen van zijn vleesche-
lijke moeder liefdevol zou helpen verlich
ten? Of geldt het 5de gebod (Catech. vr.
104 „ook met hun zwakheid en gebreken
geduld hebbe") niet van die geestelijke
moeder? En indien de heer K. geen kind
der N. H. Kerk is, moet de kerk dan tijd
en kracht besteden aan de bevordering
van zulke interessante informaties?
Een afbeelding van de nieuwe kinderpost
zegels die 1 December verkrijgbaar gesteld
worden.
bevat voortdurend berichten, die
andere bladen pas den volgenden dag
hebben.
Dat komt, omdat de
de EENIGE STADSKRANT is!
DE GODIN VAN DE JUNGLE.
Bioscoop-Theater Harmonie.
Deze week zal men in het theater Har
monie kunnen genieten van een fraaie
Paramount-film, geheel in natuurlijke
kleuren opgenomen. Het verhaal speelt
zich af op één van de vele mysterieuze
eilandjes in den Indischen Oceaan, eiland
jes met een bijzonderen natuurrijkdom.
Dat er dus prachtige opnamen te bewon
deren zijn zal ieder begrijpen.
Een piloot en een waarnemer van een
luchtvaartmaatschappij, Bob en Jimmy
geheeten, zijn op zoek naar een verloren
piloot. Als zij door een typhoon worden
overvallen, moeten zij op een onbekend
eiland een noodlanding maken, waarbij
hun toestel geheel vernield wordt. Op dit
eiland leeft een schoone inlandsche met
als eenig gezelschap een jong leeuwtje en
Gage, een chimpansee, Bob en Jimmy ont
moeten al spoedig deze jongedame, die
Tura blijkt te heeten. Zij maakt grooten
indruk op Bob, leert spoedig wat van zijn
taal en weet al heel gauw wat „kiss" en
„love" is. Maar de icfylle wordt verstoord,
n.1. door Knasa, het stamhoofd van een
naburig eiland, die zeer ontwikkeld is en
in Engeland heeft gestudeerd. Hij viert
ieder jaar op Tura's eiland een offerfeest,
waar de gehypnotiseerde Tura hem groote
diensten bewijst. Als hy weer naar het
eiland komt, gaat alles minder vlot.
't Wordt voor Bob, Jimmy en Tura een
hachelijke positie, doch een vulkanische
uitbarsting brengt redding. Wel komt dan
ook een stoomjacht met Bobs verloofde en
haar vader naar het eiland^ Maar Ellie
bemerkt al spoedig dat Bob liever op het
eiland van Tura blijft, dan mee terug te
keeren en geeft hem zijn vrijheid terug.
De hoofdrollen worden prachtig ver
tolkt door Dorothy Lamour, de nieuwe
Paramountster en Ray Milland, een voor
treffelijk jeune-premier. Door haar spel
en zang verdient Dorothy Lamour het
groote succes, dat zij met deze film ge
maakt heeft.
Van de overige medespelenden mogen
wij zeker niet vergeten „Jiggs", de be
kende chimpansee en Meewa het jonge
leeuwtje. Ook Jimmy wordt zeer goed
vertolkt.
Men zal deze kleurenfilm met haar
boeienden inhoud, sterk spel en mooie
opnamen, niet willen missen.
Het voorprogramma bracht eerst een
paar mooie journaals (Paramount en Pro-
filti), vervolgens een aardige Betty Boop
teekenfilm en een zeer goede opname van
Freddie Rich en zijn orkest, met diverse
attracties.
DE GELUKSVOGEL.
Victoria-Theater.
De geluksvogel, die in het Victoria-
Theater rondfladdert, is niemand minder
dan de Duitsche filmkomiek Heinz Rüh-
mann en waar hij op het projectiedoek
verschijnt, kan men er altijd zeker van
zijn een groot aantal enthousiaste toe
schouwers aan te treffen.
Ook gisteravond was dat weer het geval
en deze voortreffelijke Duitsche artist
heeft met Hans Moser als partner een
volle zaal met zijn dolle avonturen op
alleraangenaamste wijze bezig gehouden.
Hij is in deze film een eerzaam barbier
tje zonder klanten en verstopt zich juist
voor den binnenkomenden deurwaarder
als blijkt, dat deze ditmaal geen vordering
heeft maar de blijde tijding, dat Herr
Rabe, de barbier, een erfenis heeft gekre
gen. Het is de door de familie nooit be
grepen tante Barbara, die haar neef een
douceurtje heeft nagelaten en als Herr
Rabe na een gezellig treinavontuurtje in
het sterfhuis arriveert, komt hij tot de
onaangename ontdekking, dat tante hem
niets anders dan 13 oude stoelen heeft
nagelaten. Met veel moeite slaagt hij er in
ze bij een uitdrager in commissie te geven
en eerst den volgenden avond komt hy te
weten, dat tante in een van de stoelen een
bedrag van 100.000 mark in de zitting ge
naaid heeft. Dan vliegt hij naar den
antiekhandelaar, die de stoelen in commis
sie heeft, maar helaas, ze zijn juist ver
kocht en het tweetal begint door de groote
stad een jacht naar de dertien verloren
gegane stoelen. Die meubelstukken 'zijn in
de meest verschillende huishoudens te
recht gekomen en Herr Rabe en zijn com
pagnon beleven de dolste avonturen in
allerlei woningen en gebouwen, waar zij
haastig de zittingen van de gevonden
stoelen opensnijden, om naar den verbor
gen schat te zoeken.
Twaalf maal gelukt het hun een stoel te
achterhalen en twaalf maal blijkt hun
moeite tevergeefs te zijn geweest. De der
tiende stoel blijkt spoorloos verdwenen en
wat daarmee gebeurt en hoe ten slotte het
geld een goede bestemming krijgt, dat
moet men deze week maar eens in het
Victoria-theater gaan bekijken. Het pu
bliek heeft zich bij deze film bijzonder
geamuseerd en „De Geluksvogel" zal on
getwijfeld een zeer groot aantal bezoe
kers trekken.
Vooraf gaat veel binnen- en buiten -
landsch nieuws in beweegbaar geil-
lustreerden vorm en een gezellige
eenacter.
Dat de voorstelling ditmaal eerst tegen
half twaalf was afgeloopen had een bij
zondere oorzaak, waarover we een en an
der in het stadsnieuws van heden zullen
vertellen.
VADERTJE LANGBEEN.
City-theater.
Wie verleden Zaterdag in ons blad op de
filmpagina het aan deze film gewijde ar
tikel heeft gelezen, zal begrepen hebben,
dat „Vadertje Langbeen", het nieuwe pro
duct van Nederlandsche filmkunst, stellig
een Schlager zal worden. Nu wij deze rol
prent hebben gezien, durven we wel be
weren, dat heel Alkmaar en talloos velen
van buiten den verfilmden roman „Daddy
Longlegs" zullen willen zien. Gisteravond
reeds was het bezoek zeer groot en de
stemming van het publiek was daaraan
evenredig. Wy hebben Lily Bouwmeester
bewonderd in haar rol van het weesmeisje
Judy Aalders, waarin zij zich een toone
speelster van zeer groot talent toont, sterlfee
en grootscher dan in „Pygmalion", we
filmwerk hier ter stede, naar men zich ne
inneren zal, eenige weken lang v0
theaters trok. Als „weldadig man achter
schermen" speelt Paul Storm de mooie
van Albert van Woudenberg en hij niazo0
daarvan iets moois, vooral omdat hij op
prettige wijze de stemmingen ten °PZ1 .at
van zijn pupil weet uit te beelden, z°
ook ten deze het publiek ten volle mee
Naast deze twee heeft nog een elftal e
landsche acteurs en actrices onder regie
Friedrich Zebnec hier een film gemaa gn
geen enkele bioscoopliefhebber zal
verzuimen. Behalve het spel is ook de
grafie uitstekend geslaagd: mooie in e j^jg
grappige en stemmige tooneeltjes,
mooie natuuropnamen, enz.
Het voorprogramma geeft, na een. J°a1-
naal, een gekleurde natuurfilm rSChe
penland", waarin beelden van Zwi ru
steden en de Alpen aan het oog v
trekken; verder de klucht „Een 'cn
nacht" en een gekleurd product v'a pSSante
Disney, „Boat Builders", een uitere»
teekenfilm.