ss» EPp06l>ER Eerste Kamer over de voorgestelde wijziging der tariefmachtigingswet. ROMAN <ffefUdort>\ HONIG's KEUKENSTROOP, Binnenland De gang van zaken uit constitutioneel oogpunt bedenkelijk. Het parlement en de volmachten. .Walborg" voor Bayonne gestrand. Scheepskok verdronken. De Joden moeten geholpen worden. Vrijheid van hulp gevraagd. Telegram aan den miniater. Door goederentrein gegrepen. 21-Jarige wielrijdster gedood. Studenten veroorzaken relletjes. Onruststokers contra N.-M. Bond. TWEEDE BLAD. Aan het Voorloopig Verslag over het wets ontwerp tot wyziging van de Tariefmachti- gingswet 1934 wordt het volgende ontleend. Verschillende leden, die de behandeling van dit wetsontwerp door de Tweede Kamer ter sprake brachten, en van oordeel waren, dat het amendement-de Geer, hetzij in een initiatiefvoorstel had moeten zijnr be lichaamd, hetzij nader in de afdeelingen had moeten worden onderzocht, gaven als hun meening te kennen, dat de thans gevolgde procedure niet in overeenstemming is met de grondwet. Zy waren van oordeel, dat dit voor de Eerste Kamer voldoenden grond op leverde om het wetsontwerp zonder be spreking van den inhoud ervan af te wijzen. Verder betoogden deze leden, dat, terwijl de regeering alleen ontheffing had verlangd van de door haar indertyd gedane toezeg ging, de insereering van het voorstel-de Geer in het wetsontwerp haar een positieve en zeer ver gaande machtiging verschaft. Wat betreft de nadeelen, verbonden aan een eventueele verwerping van het wets voorstel door de Eerste Kamer, meenden zy, dat daarvan ten hoogste eenig tijdverlies het gevolg zou zyn. Sommige andere leden keurden het beleid der regeering af, omdat dit aanleiding is ge weest tot de indiening van het amendement- de Geer. In dit geval is dit amendement ken nelijk op aandrang van de regeering zelve ingediend met het doel haar uit een im passe te helpen, waarin zy zichzelve had ge bracht door aan een verandering, die zy op verzoek van de Kamer in het oorspronke lijke ontwerp had gebracht, een voorwaarde te verbinden, welke buiten het eigenlijke object van het ontwerp in zyn aanvankely- ken vorm stond. Voorts is, zonder grondig debat over de al of niet wenschelykheid van prin- cipieele verandering van onze, tot dus verre gevolgde handelspolitiek, aan de regeering het middel aan de hand ge daan om eigener beweging provisoir daartoe over te gaan. Dit achtte men daarenboven staatkundig te minder geoorloofd, omdat bij de verkie zingen niet had kunnen worden voorzien, dat een kabinet-Colyn zich voor deze, door dr. Colijn steeds zoo krachtig bestreden, po litiek zou laten vinden. Men achtte dezen gang van zaken uit politiek zoowel als uit constitutioneel oog punt bedenkelijk en ook van zuiver opportu nistische standpunt ongelukkig. Gebruikt de regeering haar bevoegdheid van artikel 1, dan doet zy dit zonder zekerheid te bezit ten omtrent het gevoelen van de Staten- GeneraaL Sommige leden waren van oordeel, dat de behandeling van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer, ter oorzake van de door de regeering te dezer zake gevolgde gedrags lijn, onbevredigend is geweest en dat de regeering zelve had moeten komen met een voorstel, als hetwelk thans de heer de Geer by amendement heeft ingediend. Schennis van de grondwet achtten zij evenwel niet aanwezig. Weder andere leden betwistten, dat de regeering de Tweede Kamer zou hebben overrompeld. Enkele leden verklaarden, niet zoozeer be zwaar te hebben tegen een mogelijke ver andering van onze handelspolitiek in de rich ting van bescherming als wel tegen de wijze, waarop de regeering dit doel hoopt te be reiken. Deze leden konden namelijk niet goed keuren, dat de regeering een machtiging zou erlangen tot invoering, by Kon. Besluit, van een tariefherziening van matig beschermend karakter, terwijl van den inhoud dier her ziening niets bekend is gemaakt. Ettelijke leden sloten zich hierby aan. Sommige andere leden, hoewel in de tegenwoordige omstandigheden vol strekt niet afwijzend staande tegenover eenige verhooging van de invoerrech ten, hadden nochtans eveneens bezwaar tegen het verleenen, aan de regeering, van zoo ver strekkende volmacht, waar bij binnen zekere grenzen de volksver tegenwoordiging practisch vrijwel ge heel haren invloed op de vaststelling van de tarieven zou verliezen. Enkele leden betoogden, dat de strekking van het wetsontwerp, zooals het thans voor gesteld is, wordt gekenschetst als een wyzi- ging van de handelspolitiek over de ge- tieele lijn, in tegenstelling met de tot dus verre genomen incidenteele beschermende maatregelen. Deze leden duchten, dat dit het algemeens economische genezingsproces, by hetwelk ook ons land in hooge mate is betrokken, zal tegenwerken, alsook handelspolitieke onderhandelingen met het buitenland zeer zal bemoeilijken. Sommige andere leden waren van oordeel, dat de ontworpen regeling de mogelijkheid opent van een principieele verandering van onze tariefpolitiek, een mogelykheid die, naar te verwachten valt, zeer ver strekkende practische gevolgen zal hebben. Hiertegen hadden deze leden ernstige bedenkingen. Met de nieuwe, meer beperkte bevoegd heden verleenende, redactie van het be doeld artikel konden deze leden meegaan. Vele leden verklaarden, zich met de strekking van de ontworpen regeling vol komen te kunnen vereenigen. Eenigen hunner achtten een matige be scherming, uitsluitend ter bevordering van den afzet op eigen markt, zeer gewenscht. Met name oordeelden zy verdere verhoo ging van de invoerrechten geboden als hun inziens inderdaad effectief middel ter be strijding van de werkloosheid. Zy spraken voorts de hoop uit, dat het nieuwe tarief zich niet zou beperken tot de industrieele producten, doch dat ook de landbouw er van zou kunnen profiteeren. OPLICHTING EN VERDUISTERING OM TE KUNNEN AUTORIJDEN! Negentienjarig kantoorbediende gearresteerd. In het huis van bewaring te Rotterdam is opgesloten de negentienjarige kantoorbe diende S. T. C., een jongeman van goeden huize, die veel van autorijden hield, -in gezien hy hiervoor niet over voldoende geld beschikte, heeft hy dit geld weten te be machtigen door het verduisteren van film toestellen en projectie-apparaten. De jonge man was diep in de schuld gekomen door het huren van auto's zonder de benzine te betalen. Om deze benzine-schuld te kunnen inlossen heeft hy by diverse firma's te Rot SLECHTS Sct.PERPAK terdam filmapparaten gehuurd, die hy later weer beleende. Met dit geld betaalde hij ge deeltelijk zijn schuld af. Om nu de film apparaten terug te kunnen brengen, heefi hy een Delftschen garagehouder een som gelds weten af te zetten, terwijl hij boven dien twee auto's verduisterde, die hij ver kocht. Zoowel deze garagehouder als de man, aan wien de auto's verkocht waren, kregen echter door de gedragingen van C. argwaan en waarschuwden de Delftsche politie. Deze hield C. aan en stelde hem ter beschikking van de justitie. Het Nederlandsche stoomschip „Wal borg" van het Baltica Scheepvaart- en Transportkantoor te Amsterdam is van morgen voor de haveningang van Bayonne tegen de Noorderpier gestrand. Het schip, dat in de wilde vaart voer, en met een lading kolen op weg was van Gdynia naar Bayonne, zakt in den weeken zandbodem weg en wordt als verloren beschouwd. Toen het schip in nood verkeerde, voer de reddingboot van Bayonne uit, om de uit 18 koppen bestaande bemanning, allen Neder landers, van boord te halen. By het red dingswerk geraakte de ongeveer dertigjari ge scheepskok, P. Vader, wonende te Am sterdam aan het Mariniersplein, gehuwd en vader van een kind, die zyn eerste reis aan boord van de „Walborg" maakte, te water. De man verdronk jammerlijk. De „Walborg" was in Maart 1937 uit Zweedsche in Nederlandsche handen over gegaan. Het schip was 1483 bruto en 872 netto ton groot. De kerkeraad van de remonstrantsch-ge- reformeerde gemeente te 's-Gravenhage heeft in een telegram bij den minister van justitie aangedrongen om maatregelen te willen nemen, waardoor het deel van het Nederlandsche volk, dat dit wenscht, zijn roeping als Christen kan volgen en zich ont fermen over de gekwelde en tot wanhoop gedreven weerloozen, die thans aan onze grens worden opgehouden. De kerkeraad der Ned. hervormde ge meente Ammerstol heeft zich telegrafisch tot den minister van justitie te 's-Graven hage gewend met het dringend verzoek „de Joodsche vluchtelingen zooveel mogelijk toe te laten, opdat ook Nederland zich niet aan het volk van Jezus Christus bezondige". Gistermiddag is te Heukelom (Gld.) de 21-jarige dochter van den bosch wachter de Goöyer, toen zij per rijwiel de spoorbaan overstak, door een goede rentrein, welke in de richting Ede reed, gegrepen en op slag gedood. Het slachtoffer, dat eenigszins doof was, heeft den trein blijkbaar niet hooren nade ren. Het ongeluk geschiedde op enkele meters afstand van de ouderlijke woning. Het stoffelijk overschot is naar het zie kenhuis te Bennekom overgebracht. De trein heeft de reis na eenigen tijd ver traging voortgezet. ONGEREGELDHEDEN NA AFLOOP VAN EEN VERGADERING. Gisteravond, na afloop van een politieke vergadering in het Concertgebouw te Am sterdam, had een groot aantal bezoekers zich by den uitgang opgesteld, om een der sprekers bij zijn vertrek te begroeten. Daarbij drongen zij op tot in de van Baerlestraat, waar de politie, ter wille van het verkeer, het noodig oordeelde de me nigte te verspreiden. In de omgeving van het Concertgebouw stonden ook groepjes andersgezinden. Toen eenigen onder het Uit het Engelsch jdoor W. A. C. 29) David had behalve de kruik water en de kaarsen nog andere dingen gevonden: een opgevouwen deken en een schoone kussensloop. Dit schenen kostbare huwe- lijkscadeaux, waarover zij, toen zij hun bed opmaakten, hartelijk lachten. Laline was lief en opgewekt en zei, dat ze, net als kinderen, huishoudentje speelden. De eerste dag van hun huwelijk moest aan arbeid worden besteed ijverig gra ven. Veel tijd aan hun toilet konden ze niet besteden, want zy hadden noch een bad, noch borstels David bezat slechts een zakkam. Hij stond er op, Laline's kame nier te zijn en haar goudblonde krullen uit te kammen. Dit vonden zij bijzonder amu sant. „Feeëngoud", noemde hij de glinsteren de krullen, waarin hij zijn gezicht begroef. „Mijn snoezig vrouwte, wat ben je toch mooi. Wat was ik op die vervelende boot toch krankzinnig en blind, om niet te be seffen, dat je mij toebehoorde en om niet dadelijk beslag op je te leggen". „Niets dan aanmatiging! Ik wist van het eerste oogenblik af, dat je van my was". „Je was dus al besloten me te scalpee ren, kleine Indiaansche!" „Ja, aanvankelijk was dat mijn plan, maar spoedig o, zoo spoedig, David had ik je liefgekregen en hoe ontzaglijk ik je nu liefheb, kan ik je niet zeggen". Hij trok haar naar zich toe. „Voel eens", zei hy, haar zachte hand palmen op zijn gezicht drukkende. „Het zal, geloof ik, heel wat liefde van je eischen om my te blijven liefhebben. Hoe zou zoo'n lieveling als jij bent, kunnen houden van een zwarten, ongeschoren bruut als ik!" „Daar houd ik van", en ze wreef met een fijn vingertje over zijn ruwe gezicht: ,,'t ziet er zoo sterk uit". „Veel te sterk", lachte hij. „Vanaf mor gen zal ik er als een echte roover uit zien „Het kan me niets schelen hoe je er uit ziet zoolang we niet verlost zijn, kan 't me ook niet schelen of je een afschuwe lijken baard laat staan. Je bent mijn David en de rest is me onverschillig". Toen David en Laline geheel gereed wa ren, gingen ze „ontbijten" en met groot ceremonieel verdeelde David hun dagrant soenen in twee helften voor ieder. „Ontbyt en avondeten", zei hij vroolijk. „We zullen net doen alsof we een dieet volgen en niet mogen lunchen". Laline keek hem bedroefd aan en hy sloeg zyn arm om haar heen; de sofa had den zij by de tafel geplaatst. „Je bent het dapperste, liefste, kleine vrouwtje, dat er bestaat", en hij kuste haar. „Mijn schat we moeten trachten er maar niet aan te denken. Zoodra je dat stukje chocolade op hebt, moet je me komen hel pen". In weerwil van zich zelf had ze tranen in haar oogen gekregen, maar ze verman de zich. „Natuurlijk zal ik dat doen". Vastberaden gingen zé aan het werk in de richting, waar David wist, dat de trap was. Hij zou graven en zij de losse aarde wegscheppen, op zij van het graf van den priester. Maar na een uur meende David, omdat ze zoo stil was, dat ze erg moe werd; ze was zoo ongewoon aan welken arbeid ook. Bovendien zonk hem het hart in de schoe nen, want hoe harder hij groef, des te meer losgeraakte aarde stortte er van bo ven in en het scheen of hy niet opschoot. „Lieveling, nu moet je gaan rusten", zei hij vol teederheid. „Ik moet eenige opme tingen doen en zal je later weer wekken" Laline trachtte hem te overreden dat ze bij hem zou blijven, maar hy wilde er niet van hooren. Neen, ze' moest een uur gaan slapen. Hij nam haar in zyn armen en droeg haar naar het andere vertrek, waar hij haar in hun slaaphokje neerlegde. Toen haalde hij de kaars en keek naar haar. Ze was erg bleek; het ruwe handvat van de schop had haar teere vingers ontveld en 'n hartstochtelijk gevoel van teederheid door publiek niet aanstonds gehoor gaven aan het bevel tot doorloopen, werd de gummi stok getrokken en maakten ruiter- zoowel als motorpolitie ruim baan. Hierby werd door enkele personen ver zet gepleegd, met* het gevolg, dat tegen hen proces-verbaal werd opgemaakt. Ook in enkele andere gedeelten van de stad o.a. op het Leidsche Plein, de Over toom en de Ferdinand Bolstraat bij de Ceintuurbaan, hadden zich groepjes ge vormd, waartegen de politie moest optre den. Gisteravond zijn te Arnhem orde verstoringen voorgekomen in verband met een vergadering van den Nieuw- Malthusiaanschen Bond. Een honderdtal Roomsch-Katholieke studenten, afkom stig uit Nijmegen, Wageningen en Utrecht, dat zich van te voren van toe gangskaarten had voorzien, trachtte de zaal binnen te komen. Dit werd hun belet door de politie, die zoowel binnen als buiten de zaal uitge breide maatregelen had genomen. De studenten trokken hierop naar de binnenstad, waar zij een betooging hielden voor een sanites-winkel in de Ketelstraat, welken zij met rotte eieren bekogelden. Later op den avond werd een ruit van een sanitas-winkel in de Koningstraat inge worpen. De politie ondernam verschillende charges met den gummistok, waarbij rake klappen vielen. Ondanks het scherpe politietoezicht had een viertal studenten toch in de zaal weten te komen. Tijdens een rede van dokter Tuyt stonden zy plotseling op en hieven een spreekkoor aan. Zij werden terstond uit de zaal gezet. Ook tijdens de vertooning van een film protesteerde een in de zaal aanwezige. Ook hij werd verwijderd. De politie heeft in den loop van den avond een tiental betoogers naar het politie bureau geleid wegens verstoring van de openbare orde. WEGENS VERDUISTERING AANGEHOUDEN. 5000 verdwenen. De Rotterdamsche politie heeft gister ge arresteerd en naar het huis van bewaring overgebracht den 26-jarigen kantoorbedien de J. J. van der V., tot voor kort in dienst van een groote verzekeringsmaatschappij te Rotterdam, die in het tijdvak 19341938 door gefingeerde aankoopen van poliszegels voor de zegelkas, die hij onder zijn berus ting had, te registreeren, zich ongeveer 5000 heeft toegeëigend ten nadeele "an de firma. Hij heeft het geld opgemaakt. Aan vankelijk was geen aangifte gedaan van de knoeierijen, die waren ontdekt, omdat van der V. had beloofd het tekort aan te zuive ren. Aangezien hij dit niet heeft gedaan, is de politic in de zaak gemengd. DE ACTIE TEGEN HET B.U.M.A. Dezer dagen vond te 's-Gravenhage de aangekondigde vervolgvergadering plaats terzake van de actie tegen het bureau voor muziekauteursrecht (B.U.M.A.) Vertegenwoordigd waren gedelegeerden van: Niéhebokos, den R.K. Koffiehuishou- dersbond "St. Joseph, den Algemeenen Ne- derlandschen bond van koffichuishouders en slijters. Ter vergadering werd door verschillende gedelegeerden medegedeeld, hoe hun organi satie ten opzichte van de actie van B.U.M.A., die zich aanvankelijk tot den Haag schijnt te hebben beperkt, maar inmiddels ook in Rotterdam is aangevangen, meent te moeten handelen. Na het arrest van den hoogen raad schijnt vast te staan, dat mechanisch voortgebrachte muziek, ook al wordt zij door derden gedistribueerd, opnieuw kan worden belast. Op deze wijze komen de kof fiehuishouders in moeilijkheden. Immers zij betalen reeds aan de overheid voor hun mu- ziekvergunning en aan de omroepvereeni- gingen en centrales voor de radiodistribu tie. Nu komt er weer een nieuwe heffing voor het bureau B.U.M.A., dat van zijn mo PjEHSDORP nopolie in steeds wijderen krimr „I maakt. 8 «ebniik De strijdvraag loopt nu over de r.Mu v voegdheid van B.U.M.A. tot het t eener willekeurige heffing. eP®len Voorloopig nam de vergadering het v,. om aan het bureau B.U.M.A. een h protest te zenden en voorts om ieder? eigen kring, rekening houdende met de t ridische adviezen, naar eigen goeddunk.," te handelen. Ren DE VOORGESTELDE FORENSEN- BELASTINGREGELING. Forensengemeenten wenden zich de Tweede Kamer. wt De Gooische belangencommissie, waarin vertegenwoordigd zijn de colleges van bur- gemeester en wethouders der gemeenten Hilversum, Bussum, Baarn, Huizen, Naar- den, Laren, Blaricum en 's-Graveland, heeft in een uitvoerig adres aan de Tweede Ka mer der Staten-Generaal haar bezwaren kenbaar gemaakt tegen de voorgestelde be lastingregeling voor forensen. De dagvaarding van de betreffende ont werpen zou, aldus de commissie, 'n ernstige bedreiging zijn van de financieele onafhan kelijkheid van vele gemeenten. In het stelsel der financieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten, hetwelk in de wet van 15 Juli 1929 is belichaamd, past geen forensenbelasting. Indien niette min op dat stelsel een forensenbelasting wordt geënt, wordt dat stelsel gedenatu reerd. In dat stelsel is de forensenbelasting vol komen geabsorbeerd. Welnu, uit de statis tiek der gemeentefinanciën over het jaar 1937 blijkt, dat in het algemeen die ge meenten, welke als werkcentra zyn te be schouwen, uit het gemeentefonds en het lager ingestelde werkloosheidssubsidiefonds, meer ontvingen dan daarvoor van haar in woners aan belasting werd geheven. De commissie geeft derhalve op de meest nadrukkelijke wijze een ontkennend ant woord op de vraag of er naast die zeer be langrijke overheveling van middelen van woongemeenten naar werkgemeenten nog plaats is voor een overheveling door mid del van een forensenbelasting. Voor de woongemeenten zyn de forensen echter geenszins burgers met een gesplitst maat schappelijk bestaan. De bedenkingen der commissie richten zich in de tweede plaats tegen de voorge stelde wijziging van de wet van 22 Decem ber 1933 tot steun aan noodlijdende ge meenten, welke inhoudt de toekenning var. een bevoegdheid aan gemeenten om onder zekere omstandigheden een gemeentelijke inkomstenbelasting te heffen. Het is aan ernstigen twijfel onderhevig, of het uit een oogpunt van belastingwetge ving aanbeveling verdient het inkomen be reikbaar te maken voor heffen van een derde inkomstenbelasting, naast de rijks inkomstenbelasting en de gemeentefondsbe lasting. Zeer zeker is het te veroordeelen, dat de in een werkgemeente geheven gemeente lijke inkomstenbelasting zich ook zal uit strekken tot de forensen. De commissie miskent geenszins de finan cieele moeilijkheden der werkgemeenten. Zij is echter van oordeel, dat in die moei lijkheden niet behoort te worden voorzien door een regeling, welke ze verplaatst naar andere gemeenten, waaronder er zijn» d'e zelf slechts met uiterste inspanning en door het brengen van groote offers een op nor male wijze sluitend budget kunnen berei ken. voer David, toen hij haar kuste. Hij zou bij haar blijven en haar vertroetelen en stree- len, totdat ze in slaap was gevallen. Arm klein ding! Hij haalde den stoel, ging naast haar zitten, vertelde haar allerlei verhalen, kuste haar oogleden en monterde haar door zijn moed en opgewektheid weer op. En eindelijk, dronken van zijn woorden van liefde en zyn liefkoozingen, voelde ze dat het haar eigenlijk niet veel zou kunnen schelen, indien zy moesten sterven. Ze was volmaakt gelukkig. Maar toen ze rustig sliep en David weer aan het werk ging, was het hem of er een gewicht aan zijn dappere hart hing, dat dit naar beneden trok. Wat zou hij moeten beginnen als 't hem niet gelukte een uitweg te graven als hij haar zou moeten doodschieten? Want haar een langzamen dood te zien sterven, zou meer zijn, dan hy kon verdragen. Dat beetje chocolade en water zou voldoende zyn om hen vier dagen in leven te houden en dan Maar hij moest slagen en met fris- schen moed zette hij den arbeid voort. Uitputting was oorzaak dat Laline ver scheidene uren achtereen sliep. De lucht was koud en tamelijk frisch; David voelde die opwaaien uit het gat in den Noorde lijken hoek. Hij was nu zoowat negen de cimeter gevorderd en hij dacht, dat als hij nog ruim een meter verder was, hy dan wel het raamwerk van den versperden» doorgang zou hebben bereikt. Indien de rondhouten, die op zy en van boven den doorgang stutten, niet waren ingestort, zou hy zeker binnen vier dagen tot den trap hebben uitgegraven. Indien de rondhouten niet waren inge stort! Dat was een verontrustende gedachte. In den oorlog had hij meermalen in zee* moeilijke omstandigheden verkeerd, malen een bloedbad meegemaakt en wijls tyden van opwinding doorleefd -- toch had hy toen nooit aan eigen W gedacht. Maar de langzame pijniging d den honger, den dorst en de hopeloo* dat was heel wat anders en dan a by te zien, dat het wezen, dat je 't he» aarde is, onder je oogen wegkwyn daarvoor zouden inderdaad stalen z wen noodig zyn. foen Om vijf uur werd Laline wakker en g ze haar oogen opende, greep liaalj,,TZn na angst aan als in de eerste oogenbhkK de ontploffing. David hoorde ze want hy rustte even tijdens zijn we, Ye0 de stilte vervulde haar met een Panl schrik. Zij uitte een angstkreet, die hals over kop naar haar toe deed s „Myn snoesje wat is er dan7 je bezeerd?" vroeg hy. j^gt Toen schaamde ze zich. Hij 20 laf vinden, omdat ze had geschreeu „Neen, neen, lieveling", en ze js gedwongen. „Ik droomde. Neen niets en ik mankeer ook niets (Wordt vervi ■olgd''

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6