ss»
EPp06l>ER
Eerste Kamer over de voorgestelde wijziging
der tariefmachtigingswet.
ROMAN
<ffefUdort>\
HONIG's KEUKENSTROOP,
Binnenland
De gang van zaken uit
constitutioneel oogpunt
bedenkelijk.
Het parlement en de volmachten.
.Walborg" voor Bayonne
gestrand.
Scheepskok verdronken.
De Joden moeten geholpen
worden.
Vrijheid van hulp gevraagd.
Telegram aan den miniater.
Door goederentrein
gegrepen.
21-Jarige wielrijdster gedood.
Studenten veroorzaken
relletjes.
Onruststokers contra N.-M. Bond.
TWEEDE BLAD.
Aan het Voorloopig Verslag over het wets
ontwerp tot wyziging van de Tariefmachti-
gingswet 1934 wordt het volgende ontleend.
Verschillende leden, die de behandeling
van dit wetsontwerp door de Tweede Kamer
ter sprake brachten, en van oordeel waren,
dat het amendement-de Geer, hetzij in een
initiatiefvoorstel had moeten zijnr be
lichaamd, hetzij nader in de afdeelingen had
moeten worden onderzocht, gaven als hun
meening te kennen, dat de thans gevolgde
procedure niet in overeenstemming is met
de grondwet.
Zy waren van oordeel, dat dit voor de
Eerste Kamer voldoenden grond op
leverde om het wetsontwerp zonder be
spreking van den inhoud ervan af te
wijzen.
Verder betoogden deze leden, dat, terwijl
de regeering alleen ontheffing had verlangd
van de door haar indertyd gedane toezeg
ging, de insereering van het voorstel-de Geer
in het wetsontwerp haar een positieve en
zeer ver gaande machtiging verschaft.
Wat betreft de nadeelen, verbonden aan
een eventueele verwerping van het wets
voorstel door de Eerste Kamer, meenden zy,
dat daarvan ten hoogste eenig tijdverlies het
gevolg zou zyn.
Sommige andere leden keurden het beleid
der regeering af, omdat dit aanleiding is ge
weest tot de indiening van het amendement-
de Geer.
In dit geval is dit amendement ken
nelijk op aandrang van de regeering zelve
ingediend met het doel haar uit een im
passe te helpen, waarin zy zichzelve had ge
bracht door aan een verandering, die zy op
verzoek van de Kamer in het oorspronke
lijke ontwerp had gebracht, een voorwaarde
te verbinden, welke buiten het eigenlijke
object van het ontwerp in zyn aanvankely-
ken vorm stond.
Voorts is, zonder grondig debat over
de al of niet wenschelykheid van prin-
cipieele verandering van onze, tot dus
verre gevolgde handelspolitiek, aan de
regeering het middel aan de hand ge
daan om eigener beweging provisoir
daartoe over te gaan.
Dit achtte men daarenboven staatkundig
te minder geoorloofd, omdat bij de verkie
zingen niet had kunnen worden voorzien,
dat een kabinet-Colyn zich voor deze, door
dr. Colijn steeds zoo krachtig bestreden, po
litiek zou laten vinden.
Men achtte dezen gang van zaken uit
politiek zoowel als uit constitutioneel oog
punt bedenkelijk en ook van zuiver opportu
nistische standpunt ongelukkig. Gebruikt de
regeering haar bevoegdheid van artikel 1,
dan doet zy dit zonder zekerheid te bezit
ten omtrent het gevoelen van de Staten-
GeneraaL
Sommige leden waren van oordeel, dat de
behandeling van dit wetsontwerp in de
Tweede Kamer, ter oorzake van de door de
regeering te dezer zake gevolgde gedrags
lijn, onbevredigend is geweest en dat de
regeering zelve had moeten komen met een
voorstel, als hetwelk thans de heer de Geer
by amendement heeft ingediend.
Schennis van de grondwet achtten zij
evenwel niet aanwezig.
Weder andere leden betwistten, dat de
regeering de Tweede Kamer zou hebben
overrompeld.
Enkele leden verklaarden, niet zoozeer be
zwaar te hebben tegen een mogelijke ver
andering van onze handelspolitiek in de rich
ting van bescherming als wel tegen de wijze,
waarop de regeering dit doel hoopt te be
reiken.
Deze leden konden namelijk niet goed
keuren, dat de regeering een machtiging zou
erlangen tot invoering, by Kon. Besluit, van
een tariefherziening van matig beschermend
karakter, terwijl van den inhoud dier her
ziening niets bekend is gemaakt.
Ettelijke leden sloten zich hierby aan.
Sommige andere leden, hoewel in de
tegenwoordige omstandigheden vol
strekt niet afwijzend staande tegenover
eenige verhooging van de invoerrech
ten, hadden nochtans eveneens bezwaar
tegen het verleenen, aan de regeering,
van zoo ver strekkende volmacht, waar
bij binnen zekere grenzen de volksver
tegenwoordiging practisch vrijwel ge
heel haren invloed op de vaststelling van
de tarieven zou verliezen.
Enkele leden betoogden, dat de strekking
van het wetsontwerp, zooals het thans voor
gesteld is, wordt gekenschetst als een wyzi-
ging van de handelspolitiek over de ge-
tieele lijn, in tegenstelling met de tot dus
verre genomen incidenteele beschermende
maatregelen.
Deze leden duchten, dat dit het algemeens
economische genezingsproces, by hetwelk
ook ons land in hooge mate is betrokken,
zal tegenwerken, alsook handelspolitieke
onderhandelingen met het buitenland zeer
zal bemoeilijken.
Sommige andere leden waren van oordeel,
dat de ontworpen regeling de mogelijkheid
opent van een principieele verandering van
onze tariefpolitiek, een mogelykheid die,
naar te verwachten valt, zeer ver strekkende
practische gevolgen zal hebben.
Hiertegen hadden deze leden ernstige
bedenkingen.
Met de nieuwe, meer beperkte bevoegd
heden verleenende, redactie van het be
doeld artikel konden deze leden meegaan.
Vele leden verklaarden, zich met de
strekking van de ontworpen regeling vol
komen te kunnen vereenigen.
Eenigen hunner achtten een matige be
scherming, uitsluitend ter bevordering van
den afzet op eigen markt, zeer gewenscht.
Met name oordeelden zy verdere verhoo
ging van de invoerrechten geboden als hun
inziens inderdaad effectief middel ter be
strijding van de werkloosheid.
Zy spraken voorts de hoop uit, dat het
nieuwe tarief zich niet zou beperken tot de
industrieele producten, doch dat ook de
landbouw er van zou kunnen profiteeren.
OPLICHTING EN VERDUISTERING
OM TE KUNNEN AUTORIJDEN!
Negentienjarig kantoorbediende
gearresteerd.
In het huis van bewaring te Rotterdam is
opgesloten de negentienjarige kantoorbe
diende S. T. C., een jongeman van goeden
huize, die veel van autorijden hield, -in
gezien hy hiervoor niet over voldoende geld
beschikte, heeft hy dit geld weten te be
machtigen door het verduisteren van film
toestellen en projectie-apparaten. De jonge
man was diep in de schuld gekomen door
het huren van auto's zonder de benzine te
betalen. Om deze benzine-schuld te kunnen
inlossen heeft hy by diverse firma's te Rot
SLECHTS Sct.PERPAK
terdam filmapparaten gehuurd, die hy later
weer beleende. Met dit geld betaalde hij ge
deeltelijk zijn schuld af. Om nu de film
apparaten terug te kunnen brengen, heefi
hy een Delftschen garagehouder een som
gelds weten af te zetten, terwijl hij boven
dien twee auto's verduisterde, die hij ver
kocht. Zoowel deze garagehouder als de
man, aan wien de auto's verkocht waren,
kregen echter door de gedragingen van C.
argwaan en waarschuwden de Delftsche
politie. Deze hield C. aan en stelde hem ter
beschikking van de justitie.
Het Nederlandsche stoomschip „Wal
borg" van het Baltica Scheepvaart- en
Transportkantoor te Amsterdam is van
morgen voor de haveningang van
Bayonne tegen de Noorderpier gestrand.
Het schip, dat in de wilde vaart voer,
en met een lading kolen op weg was
van Gdynia naar Bayonne, zakt in den
weeken zandbodem weg en wordt als
verloren beschouwd.
Toen het schip in nood verkeerde, voer de
reddingboot van Bayonne uit, om de uit 18
koppen bestaande bemanning, allen Neder
landers, van boord te halen. By het red
dingswerk geraakte de ongeveer dertigjari
ge scheepskok, P. Vader, wonende te Am
sterdam aan het Mariniersplein, gehuwd en
vader van een kind, die zyn eerste reis aan
boord van de „Walborg" maakte, te water.
De man verdronk jammerlijk.
De „Walborg" was in Maart 1937 uit
Zweedsche in Nederlandsche handen over
gegaan. Het schip was 1483 bruto en 872
netto ton groot.
De kerkeraad van de remonstrantsch-ge-
reformeerde gemeente te 's-Gravenhage
heeft in een telegram bij den minister van
justitie aangedrongen om maatregelen te
willen nemen, waardoor het deel van het
Nederlandsche volk, dat dit wenscht, zijn
roeping als Christen kan volgen en zich ont
fermen over de gekwelde en tot wanhoop
gedreven weerloozen, die thans aan onze
grens worden opgehouden.
De kerkeraad der Ned. hervormde ge
meente Ammerstol heeft zich telegrafisch
tot den minister van justitie te 's-Graven
hage gewend met het dringend verzoek „de
Joodsche vluchtelingen zooveel mogelijk toe
te laten, opdat ook Nederland zich niet aan
het volk van Jezus Christus bezondige".
Gistermiddag is te Heukelom (Gld.)
de 21-jarige dochter van den bosch
wachter de Goöyer, toen zij per rijwiel
de spoorbaan overstak, door een goede
rentrein, welke in de richting Ede reed,
gegrepen en op slag gedood.
Het slachtoffer, dat eenigszins doof was,
heeft den trein blijkbaar niet hooren nade
ren.
Het ongeluk geschiedde op enkele meters
afstand van de ouderlijke woning.
Het stoffelijk overschot is naar het zie
kenhuis te Bennekom overgebracht.
De trein heeft de reis na eenigen tijd ver
traging voortgezet.
ONGEREGELDHEDEN NA AFLOOP VAN
EEN VERGADERING.
Gisteravond, na afloop van een politieke
vergadering in het Concertgebouw te Am
sterdam, had een groot aantal bezoekers
zich by den uitgang opgesteld, om een der
sprekers bij zijn vertrek te begroeten.
Daarbij drongen zij op tot in de van
Baerlestraat, waar de politie, ter wille van
het verkeer, het noodig oordeelde de me
nigte te verspreiden. In de omgeving van
het Concertgebouw stonden ook groepjes
andersgezinden. Toen eenigen onder het
Uit het Engelsch
jdoor W. A. C.
29)
David had behalve de kruik water en
de kaarsen nog andere dingen gevonden:
een opgevouwen deken en een schoone
kussensloop. Dit schenen kostbare huwe-
lijkscadeaux, waarover zij, toen zij hun
bed opmaakten, hartelijk lachten. Laline
was lief en opgewekt en zei, dat ze, net
als kinderen, huishoudentje speelden.
De eerste dag van hun huwelijk moest
aan arbeid worden besteed ijverig gra
ven.
Veel tijd aan hun toilet konden ze niet
besteden, want zy hadden noch een bad,
noch borstels David bezat slechts een
zakkam. Hij stond er op, Laline's kame
nier te zijn en haar goudblonde krullen uit
te kammen. Dit vonden zij bijzonder amu
sant.
„Feeëngoud", noemde hij de glinsteren
de krullen, waarin hij zijn gezicht begroef.
„Mijn snoezig vrouwte, wat ben je toch
mooi. Wat was ik op die vervelende boot
toch krankzinnig en blind, om niet te be
seffen, dat je mij toebehoorde en om niet
dadelijk beslag op je te leggen".
„Niets dan aanmatiging! Ik wist van het
eerste oogenblik af, dat je van my was".
„Je was dus al besloten me te scalpee
ren, kleine Indiaansche!"
„Ja, aanvankelijk was dat mijn plan,
maar spoedig o, zoo spoedig, David
had ik je liefgekregen en hoe ontzaglijk
ik je nu liefheb, kan ik je niet zeggen".
Hij trok haar naar zich toe.
„Voel eens", zei hy, haar zachte hand
palmen op zijn gezicht drukkende. „Het
zal, geloof ik, heel wat liefde van je
eischen om my te blijven liefhebben. Hoe
zou zoo'n lieveling als jij bent, kunnen
houden van een zwarten, ongeschoren
bruut als ik!"
„Daar houd ik van", en ze wreef met een
fijn vingertje over zijn ruwe gezicht: ,,'t
ziet er zoo sterk uit".
„Veel te sterk", lachte hij. „Vanaf mor
gen zal ik er als een echte roover uit
zien
„Het kan me niets schelen hoe je er uit
ziet zoolang we niet verlost zijn, kan 't
me ook niet schelen of je een afschuwe
lijken baard laat staan. Je bent mijn David
en de rest is me onverschillig".
Toen David en Laline geheel gereed wa
ren, gingen ze „ontbijten" en met groot
ceremonieel verdeelde David hun dagrant
soenen in twee helften voor ieder.
„Ontbyt en avondeten", zei hij vroolijk.
„We zullen net doen alsof we een dieet
volgen en niet mogen lunchen".
Laline keek hem bedroefd aan en hy
sloeg zyn arm om haar heen; de sofa had
den zij by de tafel geplaatst.
„Je bent het dapperste, liefste, kleine
vrouwtje, dat er bestaat", en hij kuste haar.
„Mijn schat we moeten trachten er maar
niet aan te denken. Zoodra je dat stukje
chocolade op hebt, moet je me komen hel
pen".
In weerwil van zich zelf had ze tranen
in haar oogen gekregen, maar ze verman
de zich.
„Natuurlijk zal ik dat doen".
Vastberaden gingen zé aan het werk in
de richting, waar David wist, dat de trap
was. Hij zou graven en zij de losse aarde
wegscheppen, op zij van het graf van den
priester.
Maar na een uur meende David, omdat
ze zoo stil was, dat ze erg moe werd; ze
was zoo ongewoon aan welken arbeid ook.
Bovendien zonk hem het hart in de schoe
nen, want hoe harder hij groef, des te
meer losgeraakte aarde stortte er van bo
ven in en het scheen of hy niet opschoot.
„Lieveling, nu moet je gaan rusten", zei
hij vol teederheid. „Ik moet eenige opme
tingen doen en zal je later weer wekken"
Laline trachtte hem te overreden dat ze
bij hem zou blijven, maar hy wilde er niet
van hooren. Neen, ze' moest een uur gaan
slapen. Hij nam haar in zyn armen en
droeg haar naar het andere vertrek, waar
hij haar in hun slaaphokje neerlegde. Toen
haalde hij de kaars en keek naar haar. Ze
was erg bleek; het ruwe handvat van de
schop had haar teere vingers ontveld en 'n
hartstochtelijk gevoel van teederheid door
publiek niet aanstonds gehoor gaven aan
het bevel tot doorloopen, werd de gummi
stok getrokken en maakten ruiter- zoowel
als motorpolitie ruim baan.
Hierby werd door enkele personen ver
zet gepleegd, met* het gevolg, dat tegen hen
proces-verbaal werd opgemaakt.
Ook in enkele andere gedeelten van de
stad o.a. op het Leidsche Plein, de Over
toom en de Ferdinand Bolstraat bij de
Ceintuurbaan, hadden zich groepjes ge
vormd, waartegen de politie moest optre
den.
Gisteravond zijn te Arnhem orde
verstoringen voorgekomen in verband
met een vergadering van den Nieuw-
Malthusiaanschen Bond. Een honderdtal
Roomsch-Katholieke studenten, afkom
stig uit Nijmegen, Wageningen en
Utrecht, dat zich van te voren van toe
gangskaarten had voorzien, trachtte de
zaal binnen te komen.
Dit werd hun belet door de politie, die
zoowel binnen als buiten de zaal uitge
breide maatregelen had genomen.
De studenten trokken hierop naar de
binnenstad, waar zij een betooging hielden
voor een sanites-winkel in de Ketelstraat,
welken zij met rotte eieren bekogelden.
Later op den avond werd een ruit van
een sanitas-winkel in de Koningstraat inge
worpen.
De politie ondernam verschillende charges
met den gummistok, waarbij rake klappen
vielen.
Ondanks het scherpe politietoezicht had
een viertal studenten toch in de zaal weten
te komen. Tijdens een rede van dokter Tuyt
stonden zy plotseling op en hieven een
spreekkoor aan. Zij werden terstond uit de
zaal gezet.
Ook tijdens de vertooning van een film
protesteerde een in de zaal aanwezige. Ook
hij werd verwijderd.
De politie heeft in den loop van den
avond een tiental betoogers naar het politie
bureau geleid wegens verstoring van de
openbare orde.
WEGENS VERDUISTERING
AANGEHOUDEN.
5000 verdwenen.
De Rotterdamsche politie heeft gister ge
arresteerd en naar het huis van bewaring
overgebracht den 26-jarigen kantoorbedien
de J. J. van der V., tot voor kort in dienst
van een groote verzekeringsmaatschappij te
Rotterdam, die in het tijdvak 19341938
door gefingeerde aankoopen van poliszegels
voor de zegelkas, die hij onder zijn berus
ting had, te registreeren, zich ongeveer
5000 heeft toegeëigend ten nadeele "an de
firma. Hij heeft het geld opgemaakt. Aan
vankelijk was geen aangifte gedaan van de
knoeierijen, die waren ontdekt, omdat van
der V. had beloofd het tekort aan te zuive
ren. Aangezien hij dit niet heeft gedaan, is
de politic in de zaak gemengd.
DE ACTIE TEGEN HET B.U.M.A.
Dezer dagen vond te 's-Gravenhage de
aangekondigde vervolgvergadering plaats
terzake van de actie tegen het bureau voor
muziekauteursrecht (B.U.M.A.)
Vertegenwoordigd waren gedelegeerden
van: Niéhebokos, den R.K. Koffiehuishou-
dersbond "St. Joseph, den Algemeenen Ne-
derlandschen bond van koffichuishouders en
slijters.
Ter vergadering werd door verschillende
gedelegeerden medegedeeld, hoe hun organi
satie ten opzichte van de actie van B.U.M.A.,
die zich aanvankelijk tot den Haag schijnt
te hebben beperkt, maar inmiddels ook in
Rotterdam is aangevangen, meent te moeten
handelen. Na het arrest van den hoogen
raad schijnt vast te staan, dat mechanisch
voortgebrachte muziek, ook al wordt zij
door derden gedistribueerd, opnieuw kan
worden belast. Op deze wijze komen de kof
fiehuishouders in moeilijkheden. Immers zij
betalen reeds aan de overheid voor hun mu-
ziekvergunning en aan de omroepvereeni-
gingen en centrales voor de radiodistribu
tie. Nu komt er weer een nieuwe heffing
voor het bureau B.U.M.A., dat van zijn mo
PjEHSDORP
nopolie in steeds wijderen krimr „I
maakt. 8 «ebniik
De strijdvraag loopt nu over de r.Mu v
voegdheid van B.U.M.A. tot het t
eener willekeurige heffing. eP®len
Voorloopig nam de vergadering het v,.
om aan het bureau B.U.M.A. een h
protest te zenden en voorts om ieder?
eigen kring, rekening houdende met de t
ridische adviezen, naar eigen goeddunk.,"
te handelen. Ren
DE VOORGESTELDE FORENSEN-
BELASTINGREGELING.
Forensengemeenten wenden zich
de Tweede Kamer. wt
De Gooische belangencommissie, waarin
vertegenwoordigd zijn de colleges van bur-
gemeester en wethouders der gemeenten
Hilversum, Bussum, Baarn, Huizen, Naar-
den, Laren, Blaricum en 's-Graveland, heeft
in een uitvoerig adres aan de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal haar bezwaren
kenbaar gemaakt tegen de voorgestelde be
lastingregeling voor forensen.
De dagvaarding van de betreffende ont
werpen zou, aldus de commissie, 'n ernstige
bedreiging zijn van de financieele onafhan
kelijkheid van vele gemeenten.
In het stelsel der financieele verhouding
tusschen het rijk en de gemeenten, hetwelk
in de wet van 15 Juli 1929 is belichaamd,
past geen forensenbelasting. Indien niette
min op dat stelsel een forensenbelasting
wordt geënt, wordt dat stelsel gedenatu
reerd.
In dat stelsel is de forensenbelasting vol
komen geabsorbeerd. Welnu, uit de statis
tiek der gemeentefinanciën over het jaar
1937 blijkt, dat in het algemeen die ge
meenten, welke als werkcentra zyn te be
schouwen, uit het gemeentefonds en het
lager ingestelde werkloosheidssubsidiefonds,
meer ontvingen dan daarvoor van haar in
woners aan belasting werd geheven.
De commissie geeft derhalve op de meest
nadrukkelijke wijze een ontkennend ant
woord op de vraag of er naast die zeer be
langrijke overheveling van middelen van
woongemeenten naar werkgemeenten nog
plaats is voor een overheveling door mid
del van een forensenbelasting. Voor de
woongemeenten zyn de forensen echter
geenszins burgers met een gesplitst maat
schappelijk bestaan.
De bedenkingen der commissie richten
zich in de tweede plaats tegen de voorge
stelde wijziging van de wet van 22 Decem
ber 1933 tot steun aan noodlijdende ge
meenten, welke inhoudt de toekenning var.
een bevoegdheid aan gemeenten om onder
zekere omstandigheden een gemeentelijke
inkomstenbelasting te heffen.
Het is aan ernstigen twijfel onderhevig,
of het uit een oogpunt van belastingwetge
ving aanbeveling verdient het inkomen be
reikbaar te maken voor heffen van een
derde inkomstenbelasting, naast de rijks
inkomstenbelasting en de gemeentefondsbe
lasting.
Zeer zeker is het te veroordeelen, dat de
in een werkgemeente geheven gemeente
lijke inkomstenbelasting zich ook zal uit
strekken tot de forensen.
De commissie miskent geenszins de finan
cieele moeilijkheden der werkgemeenten.
Zij is echter van oordeel, dat in die moei
lijkheden niet behoort te worden voorzien
door een regeling, welke ze verplaatst naar
andere gemeenten, waaronder er zijn» d'e
zelf slechts met uiterste inspanning en door
het brengen van groote offers een op nor
male wijze sluitend budget kunnen berei
ken.
voer David, toen hij haar kuste. Hij zou bij
haar blijven en haar vertroetelen en stree-
len, totdat ze in slaap was gevallen. Arm
klein ding!
Hij haalde den stoel, ging naast haar
zitten, vertelde haar allerlei verhalen,
kuste haar oogleden en monterde haar
door zijn moed en opgewektheid weer op.
En eindelijk, dronken van zijn woorden
van liefde en zyn liefkoozingen, voelde ze
dat het haar eigenlijk niet veel zou kunnen
schelen, indien zy moesten sterven. Ze
was volmaakt gelukkig.
Maar toen ze rustig sliep en David weer
aan het werk ging, was het hem of er een
gewicht aan zijn dappere hart hing, dat
dit naar beneden trok.
Wat zou hij moeten beginnen als 't hem
niet gelukte een uitweg te graven als
hij haar zou moeten doodschieten? Want
haar een langzamen dood te zien sterven,
zou meer zijn, dan hy kon verdragen. Dat
beetje chocolade en water zou voldoende
zyn om hen vier dagen in leven te houden
en dan
Maar hij moest slagen en met fris-
schen moed zette hij den arbeid voort.
Uitputting was oorzaak dat Laline ver
scheidene uren achtereen sliep. De lucht
was koud en tamelijk frisch; David voelde
die opwaaien uit het gat in den Noorde
lijken hoek. Hij was nu zoowat negen de
cimeter gevorderd en hij dacht, dat als hij
nog ruim een meter verder was, hy dan
wel het raamwerk van den versperden»
doorgang zou hebben bereikt. Indien de
rondhouten, die op zy en van boven den
doorgang stutten, niet waren ingestort, zou
hy zeker binnen vier dagen tot den trap
hebben uitgegraven.
Indien de rondhouten niet waren inge
stort!
Dat was een verontrustende gedachte.
In den oorlog had hij meermalen in zee*
moeilijke omstandigheden verkeerd,
malen een bloedbad meegemaakt en
wijls tyden van opwinding doorleefd --
toch had hy toen nooit aan eigen W
gedacht. Maar de langzame pijniging d
den honger, den dorst en de hopeloo*
dat was heel wat anders en dan a
by te zien, dat het wezen, dat je 't he»
aarde is, onder je oogen wegkwyn
daarvoor zouden inderdaad stalen z
wen noodig zyn. foen
Om vijf uur werd Laline wakker en g
ze haar oogen opende, greep liaalj,,TZn na
angst aan als in de eerste oogenbhkK
de ontploffing. David hoorde ze
want hy rustte even tijdens zijn we, Ye0
de stilte vervulde haar met een Panl
schrik. Zij uitte een angstkreet, die
hals over kop naar haar toe deed s
„Myn snoesje wat is er dan7
je bezeerd?" vroeg hy. j^gt
Toen schaamde ze zich. Hij 20
laf vinden, omdat ze had geschreeu
„Neen, neen, lieveling", en ze js
gedwongen. „Ik droomde. Neen
niets en ik mankeer ook niets
(Wordt vervi
■olgd''