Alkmaar en de Luchtbescherming. Moordaanslag te 's-Gravenhage. Schoten gelost op een meisje. Lugubere vondst te Amstenrade. Duitsche Joden niet toegelaten op Java. Vragen aan den minister. het Hoofd van den Gemeentelijken^Luchtbeschermings- dlenst heeft een veelomvattende taak. In den kortst mogelijken tijd moet Alkmaar paraatblijken. Er wordt gewerkt. Groote brand te Jutphaas. Smederij annex fabriek geheel afgebrand. Critiek op de „circulaire- politiek" der regeering. De financieele verhouding rijk-gemeente. TWEEDE BLAD. jBwttettlan Gistermiddag omstreeks 3 uur zagen voorbijgangers in de Zeestraat te1 den Haag, dat een jongeman in een donker blauwe regenjas, die bij een auto stond te wachten, plotseling op een meisje, dat in de Zeestraat liep, afkwam, haar beetgreep en tegen den grond sleurde. Er ontstond een worsteling, waarbij de jongeman blijkbaar het meisje trachtte te wurgen. Plotseling klonk een schot en toen de jongeman zag, dat de omstanders toeschoten, nam hij ijlings de vlucht. Het meisje, de 24-jarige A. M. D bleef hevig bloedend liggen. Er waren twee schoten op haar gelost, waarvan een haar in den nek trof. De jongeman, de 30-jarige C. B., die zag, dat anderen onmiddellijk toeschoten, trachtte te vluchten, waarbij hij nog op zijn achtervolger, den heer G. Doets, poog de te schieten. Zijn revolver ging echter niet af. Daarna sprong hij in het water van de Kortenaerkade tegenover de koninklijke stallen. Een chauffeur sprong hem na en haalde hem uit het water, waarna hij door de politie werd gearresteerd en naar het kenhuis overgebracht. Het meisje is naar het Roode Kruis-zie- kenhuis overgebracht. Haar toestand is zorgwekkend. De toestand van het meisje. Omtrent den moordaanslag vernemen wij nader, dat de toestand van het meisje geluk kig niet zoo ernstig is gebleken als aanvan kelijk werd gedacht. Haar toestand blijft evenwel ernstig. Wat den dader betreft die veel water heeft binnen gekregen vernamen we, dat zijn toestand tot laat in den avond nog steeds zoodanig was, dat hem geen verhoor kon worden afgenomen. Jaloezie het motief? Het meisje was als dienstbode in betrek king bij een familie op de Laan van Meer- dervoort. De jongeman, de 30-jarige chauf feur C. B., die eveneens op de Laan van Meerdervoort woont, had reeds geruimen tijd met haar een verhouding, welke het meisje evenwel onlangs heeft verbroken. Daarna heeft hij haar verschillende malen bedreigd en is zelfs een maal wegens mis handeling vervolgd. Gistermiddag wandelde het meisje met haar mevrouw door de Zeestraat en aan het einde daarvan, heeft B. haar opgewacht. Zooals reeds gemeld, heeft hij haar aan gegrepen en tegen den grond geworpen. Aanvankelijk schijnt hij haar te hebben wil len wurgen, maar toen dat niet lukte, loste hij twee schoten op haar, waarvan één doel trof. Vermoedelijk heeft hij haar in den mond willen schieten, maar daar het meisje het hoofd omwendde, is het schot in haar nek terecht gekomen. Gistermiddag heeft de gemeentepolitie van Brunssum in een bouwland, gele gen te Amstenrade, een afschuwelijke ontdekking gedaan. In een gonjezak gewikkeld lag daar het lijk van een 23-jarige vrouw uit Brunssum, die sedert enkele dagen werd vermist. De beenen van het slachtoffer staken uit de zak. Onmiddellijk werden de noodige maatre gelen genomen en het parket te Maastricht van dezen luguberen vondst op de hoogte gesteld. Na eenigen tijd was de officier van justitie ter plaatse, waarna men onmiddellijk tot een diepgaand onderzoek overging. Naar wij vernemen heeft dit onderzoek geleid tot de voorloopige inhechtenisneming van den 28-jarigen echtgenoot der vrouw. Het echtpaar was drie maanden geleden in het huwelijk getreden. Naar het schijnt kon den de jonggehuwden het goed met elkan der vinden. Maandagavond j.L heeft de vrouw per fiets haar woning verlaten en sedert dien heeft niemand meer iets van haar vernomen. Het onderzoek in deze zaak is in handen van inspecteur Weyma van de gemeentepolitie te Brunssum. Het Tweede Kamerlid Albarda (s.d.) heeft aan den minister van koloniën de volgende vragen gesteld: 1. Is het waar, dat onlangs aan Duitsche reizigers van Joodschen bloede, passagiers op de Johan van Oldenbarneveldt, die Java wilden bezoeken, door een immigratie ambtenaar te Batavia verboden is daar aan land te gaan, hoewel deze reizigers wel te Sabang en te Belawan aan den wal waren geweest en zij konden aantoonen, niet voor nemens te zijn, zich in Nederlandsch-Indië te vestigen, en dat door dien ambtenaar van die reizigers is verlangd, dat zij schriftelijk zouden verklaren, niet als „ariërs" te kun nen worden beschouwd? 2. Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, wil de minister dan mededeelen, om welke redenen dien reizi gers is verboden te Batavia aan land te gaan? 3. Wil de minister mededeelen, of hij het beleid van den immigratie-ambtenaar te Batavia goedkeurt en, indien hij dit niet goedkeurt, welke maatregelen zijn geno men, om te voorkomen, dat in den vervolge onderscheid wordt gemaakt tusschen Jood- sche en niet-Joodsche reizigers? Het is alweer een half jaar geleden, dat wij over de gemeentelijke luchtbescherming hebben geschreven en er is in dien tijd zoo veel gebeurd, dat daarmede verband houdt, dat het zeker de moeite loont eens na te gaan wat er sindsdien in Alkmaar tot stand is gekomen. Allereerst is de gedachte, dat luchtbe scherming eigenlijk iets zou zijn, waarbij de gemeente geen belang had en dat het Rijk dus maar zou moeten organiseeren en be talen, niet meer zoo sterk als dat vroeger wel geweest is, behalve dan wat de opinie over het financieringsvraagstuk betreft. Dat men is gaan inzien van welke groote beteekenis een doeltreffende luchtbescher ming is, kan natuurlijk hoofdzakelijk wor den toegeschreven aan den zorgvollen inter nationalen toestand en in het bijzonder aan de spannende dagen van einde September, toen er ook hier ter stede niet alleen aan de mogelijkheid van luchtaanvallen gedacht werd, maar men1 deze reeds zoo spoedig ver wachtte, dat in allerijl maatregelen moesten worden getroffen om het gevaar zooveel mogelijk te keeren. In die dagen besefte men eigenlijk pas hoe weinig er op dit gebied nog gedaan was, hoe Nederland, wat de bescherming der bur gerbevolking betreft, hopeloos achteraan komt en dat is de reden geweest, dat men, toen de spanning gebroken en het directe gevaar geweken was, de kwestie niettot later heeft verschoven, maar onmiddellijk is begonnen de luchtbescherming zoo te or ganiseeren, dat wy geen tweede maal on voorbereid en weerloos zullen blijken. Wij hebben destijds uitvoerig uiteengezet wat in groote trekken het officieel goedge keurde plan was, dat de politie voor Alk maar had ontworpen. Dat plan was er en er waren ook lijsten van ingezetenen, die be reid waren gebleken er hun medewerking aan te geven, maar de politie heeft in tijden van luchtgevaar een speciale taak en is dus niet de eerst aangewezene om de leiding van diverse onderdeelen op zich te nemen. Dus is het plan verhuisd van het politie bureau naar een vertrekje in het Waagge bouw waar de heer R. P. Goettsch als nieuw benoemd hoofd van de luchtbescher ming resideert. Die heeft de plannen ter hand genomen en allereerst de lijsten der medewerkers be keken, niet alleen om na te gaan wie er'in middels verhuisd of overleden waren, maar tevens om te constateeren, dat er op het gebied van algemeene medewerking nog heel wat zou moeten gebeuren. En dank zij de gevaarvolle internationale situatie van weinige weken geleden, is er op een nieuwen oproep om medewerking zoo spontaan gereageerd, dat er thans honder den stadgenooten zijn van wier hulp men in tijd van nood verzekerd kan wezen, al is hun aantal dan ook nog lang niet voldoende om den algemeenen dienst naar behooren te laten functionneeren. Er is de laatste weken vooral na de verduisteringsproef, die ondanks alle ver duistering toch ook veel opheldering ge bracht heeft hard gewerkt en het alge meene stadsplan heeft zijn vage omtrekken verloren en begint zich steeds duidelijker af te teekenen. Alkmaar is thans in twee vakken ver deeld, waarvan men het eerste weer in drie deelen kan splitsen, namelijk het stadsge deelte tusschen het Noord Hollandsch Ka neel en de singelgracht, de binnenstad en het spoorkwartier. Het tweede vak omvat dan het overblijvende deel van deze ge meente. Men onderscheidt daarbij twee gevaren zones, namelijk een voor het station en een voor de Alkmaarsche Ijzer- en Metaalgie terij, die in normale tijden natuurlijk alles behalve gevaarlijk is, maar in oorlogstijd de plaats kan zijn, waar mede aan onze bewa pening wordt gearbeid. Wellicht zal het vestigen van een vliegveld of van een ka zerne in de toekomst nog tot een andere indeeling kunnen leiden, maar op dit oogen- blik kan daarmede nog geen rekening wor den gehouden. In deze vakken zijn op zes plaatsen brand weerposten ondergebracht, 4 in vak één en 2 in vak twee, namelijk voor vak één in de Nassaugarage, in de garage van de firma Met, in West Rochdale en in de brandweer kazerne en voor vak twee in het R.K. Zie kenhuis en in Oostwij k. Zooals men de brandweer gedecentrali seerd heeft, zoo heeft men dat ook met de andere diensten gedaan en daarbij natuur lijk getracht een zoo goed mogelijke ver deeling te verkrijgen. De diverse oproepen om medewerkers hebben er toe geleid, dat zich thans een 300- tal Alkmaarsche ingezetenen voor hulp bij de luchtbescherming beschikbaar gesteld hebben, wat natuurlijk zeer te apprecieeren is, maar welk aantal zeker zes maal zoo groot zal moeten worden als in tijden van werke lijk gevaar een vier-uursdienst zal ingesteld worden. Men kan zich voor medewerking aan di verse onderdeelen van de organisatie op geven en het ligt in de bedoeling, allen, die zich gemeld hebben zoo spoedig mogelijk voor hun taak gereed te maken. Zoo zijn er thans al 200 stadgenooten in opleiding bij diverse cursussen voor den E.H.B.O.-dienst (eerste hulp bij ongeluken), welke cursus sen Maandags, Dinsdags, Woensdags en Vrijdags worden gegeven, waarbij diverse cursussen tweemaal per dag en waarbij men de bokken van de schapen of beter gezegd de heeren en de dames van elkaar heeft ga- scheiden. Diverse doktoren hebben hun wel willende medewerking toegezegd, dr. F. J. Frederikse voor den Maandag, de heer A. W. van Kleeff voor den Dinsdag, de heeren A. H. Moolhuyzen en R. T. Elema voor den Woensdag, de heer J. Lourens voor den Don derdag en de heeren J. Maats en F. J. Ha verkamp voor den Vrijdag. De cursus is 's avonds van half negen tot tien uur en alle deelnemers komen in opleiding voor een eenheidsdiploma, waarna er met gasmaskers voor de gasbescherming wordt gewerkt, zoo dat alle cursisten een volledige opleiding krijgen. De cursisten krijgen het noodige studiemateriaal en men kan bij dat alles natuurlijk op de medewerking van de beide groote ziekenhuizen rekenen. Ingedeeld zijn ook reeds allen, die diens ten verrichten bij de brandweer of bij de politie, terwijl de opruimingsdienst nog in voorbereiding is. Alle erkende fitters en installateurs voor zoover zij zich nog niet vrijwillig hebben aangemeld zijn aangeschreven om zich aan te sluiten bij den opruimings dienst, daar zy in tijd van nood allerlei kleine karweitjes kunnen opknappen. Wat de gemeentelijke electriciteitskabels, Ie telefoon-kabels en de buizen van gas of waterleiding betreft, de zorg daarvoor is natuurlijk in goede handen bij de men- schen, wier taak het is deze te leggen en te onderhouden. De ordonnance-dienst is hoofdzakelijk uit padvinders samengesteld. Hoofd van den opruinmingsdienst is de heer Margadant, van den ontsmettings- dienst dr. Mol, van den geneeskundigen dienst de heer Dijkhuizen, van de brand weer de heer Ringers, van de politie de heer Walraven, van den verduisterings- dienst en de zorg voor kabels en buizen de heer Hofman en al deze heeren staan, wat de luchtbescherming betreft, natuurlijk onder den algemeenen leider. Experts op het gebied van gas en elec- triciteit zijn toegevoegd aan de diverse vakleiders waarvoor in vak I de heer F. Zaman is aangewezen, mat den heer F. Helder als reserve en in vak II de heer C. L. de Bruyn met den heer J. Lakeman als plaatsvervanger. Eiken vierden Vrijdag van de maand wordt er op het bureau van den heer Goettsch waarbij nimmer zijn trouwe medewerkers, de heeren Verwer en Zwart van de V. V. V. ontbreken met de vak leiders en de reserve-vakleiders een corps- raad gehouden. De waarschuwings- en alarmeeringsdienst is nog in bewerking. Deze vraagt groote financieele offers welke gedeeltelijk van het Rijk moeten komen. Deze diensten staan rechtstreeks onder den heer Goettsch, die al contact gezocht heeft met den Rijks dienst der Vrijwillige Luchtweer. De be staande uitkijk- en luisterposten, in of vlak onder de gemeente, hebben, met het oog op de enorme snelheid van de vliegtuigen, niet veel waarde, of het zou moeten zijn voor de brandmelding. Doeltreffender zijn de berichten via Scheveningen en bij di verse proefnemingen hebben marconisten ook hier al hun goede diensten bewezen bij het beluisteren der radioseinen. Voor de politiediensten worden hoofd zakelijk de leden van de Vrijwillige Bur gerwacht aangewezen, leden van een goed georganiseerd en gedisciplineerd corps, die men later ook zal kunnen beëedigen. Stad genooten, die zich voor vrijwillige mede werking aan de brandweer hebben opge geven, moeten nog worden opgeleid. Er zal voor dit onderdeel heel wat materiaal moeten aangeschaft worden, waardoor ook het Rijk wel een deel van de kosten op zich zal moeten nemen. De hulpbrandweerman nen moeten helmen hebben en ook hier vooral hier zal men over een belangrijk aantal gasmaskers moeten beschikken. De gemeente heeft voor de luchtbescherming een crediet van 7000 beschikbaar gesteld, maar alleen voor gasmaskers van het per soneel, waarvan de heer Goettsch geen ver oudering of verslechtering vreest dat wil zeggen van de gasmaskers en niet van het personeel natuurlijk zal meer dan 1000 moeten worden uitgegeven. Van de 250 bestelde gasmaskers zijn er thans 80 afgeleverd en men heeft tevens de beschik king over vier gaspakken, die minder ele gant dan doeltreffend zijn. Het Belgische volksgasmasker kost on geveer 4.50, het Nederlandsche even zonder de lastige slurf komt op 3.50 en daarvan zijn er dezer dagen 36 voor den Alkmaarschen dienst beschikbaar gesteld. Men verwacht, dat er van de zijde van de regeering een 150-tal verstrekt zullen worden, hoewel over het algemeen het gevaar voor een gasaanval in deze streken veel geringer is dan het gevaar voor het uitstrooien van bommen, voornamelijk van brandbommen. Wat het gasgevaar betreft worden door Dr. F. Th. van Voorst, die zijn opleiding op de gasschool in Utrecht heeft gekregen, lessen aan diverse leiders gegeven, die daarna weer anderen in de geheimen moe ten inwijden. Er komt ook no opleiding voor gasverkenners6 e®n aParu voor kan men slechts diegen^®*? *2 die over een bijzonder schpr" gebmiken beschikken. Wij hebben in den reukorgaan' jaar, by de beschrijving Van het°°P Van dit leven in dezen tyd, al eens uit!L soldaten, welke wyze men deze scherpS** op uitzoeken en opleiden. "'kers Een belangrijk onderdeel van van de luchtbescherming is natu, v ta"k instrueeren van de bevolking d het van de couranten, door het versDr^"1'^1 boekjes met nuttige wenken en hlt? Vatl van voordrachten. et "ouden De onlangs gehouden verduisterin heeft aangetoond, dat er ook op d t g5pr°ef nog heel wat verbeterd zal kunnen wo'd Het maken van schuilloopgraven wonu dezen drassigen grond vrijwel 1111 geoordeeld of het zou moeten zijn °g#l^k hoog gelegen stadswallen. De inspectèi? 06 de Luchtbescherming, generaal De nL?11 uit Den Haag, heeft evenwel geadvi, op bepaalde plaatsen in de stad in wf4 van gevaar - b.v. op pleinen zooals w Waagplein, het Hofplein, de Mient enz kunstmatige schuilloopgraven van opg'estT pelde zandzakken met platen van ge^ifn ijzer te maken, uitsluitend ten dienste va menschen, die op het moment van ee luchtaanval niet tijdig hun huizen kunnen bereiken. Afdoende zyn natuurlijk moderne schuil kelders, maar in de practijk heeft men er weinig aan omdat zy lang niet groot genoeg zijn om een behoorlijk aantal vluchtelingen te bergen. Toch ligt het in het voornemen om de volgende week met den heer Vos directeur van den Bouw- en Woningdienst' diverse kelders te gaan bekijken, die wel licht met geringe onkosten tot bruikbare schuilkelders zijn om te bouwen. In tijden van gevaar zal men zooveel mogelijk kleine vlondertjes naar diverse weilanden maken om de bevolking in staat te stellen de minste gevaarlijke terreinen te zoeken. Op diverse plaatsen in de stad zullen ver- bandtasschen worden gedeponeeerd en voor zooverre daarvoor nog geen plaatsen van bestemming zyn gevonden, worden deze vcorloopig opgeborgen in het magazijn van het Centraal Ziekenhuis. In Februari zal opnieuw een verduiste ringsproef worden gehouden waarbij zoo mogelyk alle dliensten worden ingescha keld en ook een schuilloopgraaf zal gemaakt worden. Vóór dien tijd is er onverwacht althans wat het tijdstip betreft een proefmobilisatie voor alle medewerkers, die zich op het alarmsein onmiddellijk naar hun posten moeten begeven. Men kan daarbij nagaan hoeveel tijd er verloopt voor alles gemobiliseerd is, wie tydig op hun posten zijn en op wie men in tijd van gevaar niet behoeft te rekenen. In zijn kantoor in het Waaggebouw telefoon 3932 zetelt het hoofd van den Luchtbeschermingsdienst, de heer Goettsch, die daar eiken Woensdag van half twee tot vijf en van half ach' tot tien uur is te spreken voor allen, die in dezen nieuwen dienst belangsteller, of zich voer medewer king willen opgeven, wat trouwens ook schriftelijk kan geschieden. De wanden van zyn kantoor zyn behan gen met borden en kaarten, die gezamenlijk een overzichtelijk geheel van den bescher- mingsdienst geven en in zijn kasten is o.a. een kaartregister waaruit onmiddellijk te constateeren valt, wie zich voor medewer king hebben opgegeven, voor welke afdee- ling zy bestemd zijn en waar zij in tijd van gevaar aanwezig dienen te zijn. Wij voldoen ten slotte aan het verzoek van den algemeenen leider door onze lezers nogmaals op te wekken zich in grooten ge tale voor medewerking beschikbaar te stel len opdat Alkmaar, wanneer dit onverhoopt noodig mocht zijn, over een goed georganl- seerden en daardoor zoo krachtig mogelij ken dienst zal kunnen beschikken. In den afgeloopen nacht is door tot nu toe onopgehelderde oorzaak de groote smederij annex fabriek van den heer G. W. Koppen, gelegen aan het Kanaalplein in de gemeente Jutphaa3 geheel in vlammen opgegaan. Omstreeks half een bemerkten enkele be woners van den Kanaaldijk, een afzonder lijke buurt met een dertigtal arbeiders woningen, enkele winkels alsmede voor noemde smederij, dat er in deze laatste een begin van brand was uitgebroken. Zij waar schuwden terstond de brandweer, zoowel plaatselijk als die te Utrecht. Deze laatste rukte evenwel niet uit omdat de brand bin nen de gemeehte Jutphaas woedde. Het duurde nog bijna een uur voor de brand weer met een motorspuit aanrukte en toen stond, mede ten gevolge van den krachtigen wind de smederij reeds in lichter laaie. Aan blusschen viel dan ook niet meer te denken. De windrichting was gelukkig zoo danig, dat de vonkenregen op de achter liggende landerijen neerkwam. Ware dit niet het geval geweest dan zou waarschijnlijk de geheele buurt schap afgebrand zijn, waardoor tiental len gezinnen dakloos geworden zouden zijn. Van den inventaris van de fabriek kon niets worden gered. Daar de eigenaar, de heer Koppen, niet te bereiken was kon niet worden nagegaan hoe groot de schade door dezen brand ver oorzaakt is. De politie stelt een onderzoek naar de oorzaak in. „Als ik het te zeggen gehad had".,. Zoo zuchtte de chef, want hij had wat: Geen kooper, geen klant, Geen annonce in de krant (E dat was de oorzaak: hy zag dat!) Aan het voorloopig verslag van binnenlandsche zaken ontleenen wy het volgende: Ook ditmaal werd gewezen op den onbe- vredigenden toestand ten aanzien van de lijkverbranding, die plaats heeft zonder dat zij wettelijk geoorloofd is. Een wettelijke regeling werd dringend noodig geacht. Enkele leden bepleitten verbod van de lijkverbranding. Vele leden vestigden opnieuw de aan dacht van den minister op het steeds voortschrijden van de zedenverwildering. De vraag rijst, aldus deze leden, of de tyd niet rijp is voor een wet, die althans de ergste excessen tegengaat. Andere leden ontkenden, dat hier te lande van voortschrijdende zedenverwil dering gesproken kan worden. Reeds daar om gevoelden zij aan bijzondere maatrege len geen behoefte. Overigens merkten zij op, dat een centrale regeling van dit on derwerp uiterst bezwaarlijk zou zijn. Verscheidene leden vestigden er de aan dacht op, dat bij enkele burgemeesters geen juist begrip blijkt te bestaan omtrent hun bevoegdheid ten opzichte van het ver bieden van filmvertooningen. Sommige burgemeesters hanteeren deze bevoegdheid, alsof zij kunnen op treden als een instantie naast de cen trale commissie, die beoordeelt of een film in strijd is met de openbare orde of goede zeden. Gevraagd werd of de minister dezen burgemeesters wil duidelijk maken, dat zij met een dergelijk optreden hun bevoegd heid te buiten gaan. Verhouding tusschen rijk en gemeenten. Vele leden waardeeren, dat de re geering in de millioenen-nota mede deelt een andere regeling te overwegen van de financieele verhouding tusschen het rijk en de gemeenten, waarbij aan een deel van de bestaande bezwaren zou kunnen worden tegemoet gekomen. Vele leden betwijfelen evenwel, of de voorstellen, welke de regeering in uitzicht stelt, in voldoende mate de gewenschte verbetering zullen brengen en of zij in som mige opzichten zelfs niet een achteruitgang zullen beteekenen. Dat gemeenten, die extra bijdragen behoeven, maar thans uit het Werkloosheidssubsidiefonds voor een groot deel slechts voorschotten ontvangen, voort aan naar de bedoeling der regeering voor bijdragen a fonds perdu in aanmerking zul len kunnen komen, kan een belangrijke verlichting geven, vooral in de toekomst, maar dit voordeel zou duur worden betaald, als zij dan niet slechts als noodlijdend zul len worden behandeld, maar als bovendien de eischen tot inperking van de uitgaven nog verder zullen worden verscherpt, zoo als uit de millioenennota kan worden gele zen. Indien het de regeoring werkelijk ernst is met het herstel van de zelfstandigheid der gemeenten, aldus deze leden, dan moet zij trachten te voorkomen, dat de gemeenten noodlijdend behoeven te worden. Dan zal het echter noodig zijn, de wet betreffende de financiëele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten aan de gewijzigde om standigheden aan te passen en voor de dek king van de werkloosheidsuitgaven en de uitgaven voor steun aan kleine zelfstandigen en de kosten van armenzorg een gewijzigde regeling vast te stellen. Zoolang de kosten van armenzorg, waartoe gerekend wordt de steun aan kleine zelfstandigen, door stelselmatige overheveling op groote schaal van ryks- steungevallen stijgen, zullen tal van ge meenten niet of niet blijvend geholpen kunnen worden. Eenige leden betoogden, dat de moeilijk heden, waarin de gemeenten verkeeren, voor een groot deel te wijten zijn aan d# deflationistische politiek, door de regeering tot September 1936 gevoerd. Thans heeft de regeering het roer omgegooid en is begon nen op eenigszins grooter schaal openbare werken te doen uitvoeren. Een vaste lijn is in de politiek van de regeering evenwel niet te onderkennen» want de gemeenten worden gedwongen juist een tegenovergestelden koers te volgen. Normale kapitaalsuitgaven kun nen niet worden gedaan. Een van de meest bedenkelijke wil'® van inmenging in het bestuursbeleid O lagere organen achtten vele leden de BB steeds groeiende neiging van de regee om den gemeentebesturen per rondze brief zoogenaamde „aanwijzingen" te ge die in wezen bevelen zijn. Met de circulaire-politiek is het t reeds zoover gekomen, dat zelfs financiëel nog geheel zelfstandige g® meenten „aanwijzingen" worden g ven. Met klem drongen deze leden er op s dat de minister deze politiek zal stake Ernstig keuren deze leden voor s de minister gemeenten dwingt, soms dan de gemeentebesturen toelaatbaa ven ten te bezuinigen op noodzakelijke uj in het belang van de volksgezondhe Openbare orde en L. B. Enkele leden stelden de vraag, of b»B^ having van de burgerwacht nog w zakelijk is. In vele plattelandsgemeen* dit instituut ontaard in een scherpsc L, vereeniging en wordt het subsidie i zaak besteed voor het houden va" «ender wedstrijden. Zy zouden het doe r juCht- vinden, wanneer omzetting in een ^nd«re beschermingsdienst plaats vond. leden waren het hier in het ge mee eens. vag De gang van zaken ten aanzien niet de De gang van zaken ten ,ga 0n- luchtbescherming werd door vele jat bevredigend geacht. Het is ge Roeten de gemeenten veel meer koste

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6