VIM ^Binnenland Wenschen ten aanzien van defensie. JieuiUetw Ook boter voor het leger? ROMAN Vluchtelingen in Zevenaar. Uit het concentratiekamp ontsnapten teruggezonden. REINIGT ALLES Nederlandsch-Belgische overeenstemming. Storm over het land. „Insulinde" redt twee schipbreukelingen. PARLEMENT De oud-gepensionneerden. TWEEDE BLAD. Nadat gisteren in tal van Duitsche bladen was gemeld, dat de Nederland- sche grens voor Joodsche vluchtelingen onbeperkt was opengesteld, is sedert dien tijd de aandrang aan de grens van vluchtelingen zeer sterk toegenomen. Het schijnt, dat vooral de Weensche bladen van deze onjuiste berichten melding hebben gemaakt, want gister avond verscheen aan het station Zeve neer een groote groep vluchtelingen uit Oostenrijk onder wie een aantal, dat er in geslaagd was uit een concen tratiekamp te ontsnappen, voorts ver scheiden jonge meisjes en bejaarde lieden. Wat zich gisteravond op 't station te Zeve naar heeft afgespeeld, is met geen pen te beschrijven, schrijft de N. R. C.-corres pondent te Nijmegen. De bevolking van Zevenaar, die tot nu toe tamelijk sceptisch tegenover het vluchtelingenvraagstuk had gestaan men is hier aan de grens nu eenmaal de laatste jaren aan jammertoo- neelen gewend geraakt is toch door de voorvallen van gisteravond zeer sterk on der den indruk gekomen. Zoodra de vluchtelingen waren aangeko men, werden zij aan de gebruikelijke con trole onderworpen, waarbij al dadelijk bleek, dat de meesten niet in het bezit van een geldig paspoort waren. Er waren er bij, die geen enkel papier of paspoort hadden. De toestand, waarin de menschen ver keerden, was waarlijk deerniswekkend. Zij waren totaal onvoldoende gekleed. Duide lijk was aan hen te zien, dat zij de laatste weken zware ontberingen hadden geleden en zij, die uit een concentratiekamp waren ontsnapt, vertoonden sporen van mishan delingen. O.m. was hun het hoofdhaar ge heel afgeschoren. Men kan slechts vermoeden welk een verpletterende indruk het op de menschen maakte, toen zij het vonnis hoorden, dat zij niet in ons land zouden worden toegelaten en met den eerstvolgenden trein naar Duitschland zouden wordenteruggestuurd. Diepe wanhoop maakte zich van de ongeluk kige menschen meester. Er waren er,die zich op de knieën wierpen en baden en smeekten om toch toegelaten te worden. De men schen zwoeren bij hoog en bij laag, dat on middellijke overbrenging naar een concen tratiekamp zou volgen. Zij, die uit dat kamp ontsnapt waren, deden wanhopige pogingen om de ambtenaren er van te overtuigen, dat zij groot gevaar liepen doodgeschoten te worden. Maar niets mocht baten. De voorschriften zijn onverbiddel ijk en hoewel de ambtenaren zelf tot tra nen toegeroerd waren, zij moesten zich aan de voorschriften houden. Op een gegeven oogenblik verloor een van de meisjes het bewustzijn, een man dreigde zelfmoord te plegen en zelfs had zich een der vluchtelingen op den spoor weg begeven met het doel zich onder den trein te werpen. Met lantaarns werd het emplacement gedurende geruimen tijd af gezocht en men slaagde er in den man te vinden. Gedurende eenige uren was het station Zevenaar het tooneel van deze vreeselijke voorvallen. Daarna arriveerde de laatste trein naar Duitschland. De menschen wer den naar de wagens gedreven en even la ter gingen zij Duitschland weer tegemoet, naar een onbekende bestemming. cük mpMen en verkm OP ELKE BUS EEN BON VOOR OESCNENKEN Blijkens de berichten, die gisteravond aan de grens uit Duitschland ontvangen wer den, zou men er op moeten rekenen, dat 't aantal vluchtelingen in de komende dagen zeer sterk zal toenemen. Herhaling van de tooneelen, die zich gisteravond hebben af gespeeld, zou dus te verwachten zijn. De noodzakelijkheid van een snelle regeling, waardoor het mogelijk wordt dezen bekla- genswaardigen lieden de hulp te bieden, waarnaar zij in doodsangst uitzien, is er weer door gebleken. 's-Gravenhage, 23 November. Heden hebben ten paleize te Am sterdam aan het noenmaal van hunne Majesteiten mede aangezeten de voor zitter van den Nederlandschen raad van ministers, de Nederlandsche en de Belgische ministers van buitenlandsche zaken en de wederzijdsche gezanten. Aldus was de gelegenheid bij uitstek geschikt voor de bespreking van een aantal internationale problemen waar bij zoowel Nederland als België geïn teresseerd zijn. Gemeld wordt dat in den loop der bespreking bleek van volledig begrip voor elkanders standpunt, en, in ruime mate, van overeenstemmend inzicht, terwijl gelijkheid van gezindheid werd vastgesteld wat betreft vraagstukken van internationale organisatie, handel en verkeer. Verklaring van minister Spaak. De Belgische minister-president, de heer Spaak, heeft gisteravond tegenover enkele persvertegenwoordigers bevestigd, dat hii gisterenmiddag een onderhoud heeft gehad met de ministers Colijn en Patijn over de vraagstukken, welke België en Nederland raken. Minister Spaak was van oordeel, dat het officieele communiqué van den regee- ringspersdienst, dat gisteravond is gepu bliceerd, voldoende duidelijk is. Hij voegde er nog aan toe, dat hij zeer getroffen is over de enthousiaste ontvangst, welke Neder land aan den Belgischen souverein heeft bereid. Op het Friesche Wad tusschen het eiland Schiermonnikoog en Oostmahorn werd gisteravond door de bemanning van een onbekend vaartuig een aantal vuurpijlen afgestoken. De reddingboot „Insulinde", gestationneerd te Oostma horn, voer uit om zoo noodig hulp te verleenen. Het bleek, dat de vuurpijlen afgestoken waren door een in nood-verkeerend vaartuig op het Brakzand onder Schiermonnikoog? Het vaartuig, dat in nood verkeerde," was het vrachtscheepje „Lauwerszee", op weg naar Schiermonnikoog. Het schip was in het stormweer lek geslagen en is door de red dingboot ,;Insulinde" op sleeptouw genomen naar Schiermonnikoog, waar het behouden is binnengebracht. Aan boord van het vaartuig bevonden zich twee opvarenden. De „Insulinde" verrichtte reeds vroeger op den avond een moeilijke redding. Het was een Zoutkamper visschersvaartuig de Zoutkamp 61 dat op het Groninger wad in nood verkeerde, zoodat er voor de twee opvarenden groot levensgevaar bestond. De bemanning heeft de twee visschers opgepikt en behouden in Oostmahorn aan wal gezet. Zweedsch motorschip op drift geraakt. Gistermiddag is het Zweedsche motortank schip „Regulus", hetwelk in de tweede bin nenhaven te Vlissingen olie lag te lossen, tengevolge van den Zuidwesterstorm van de meertrossen losgebroken en op drift geraakt. Het schip ligt thans dwars. Doordat de „Re gulus" met het achterschip aan den grond geraakte en men de ankers had laten vallen, is voorkomen, dat de provinciale stoomboo- ten en nog andere kleinere schepen, welke in die haven lagen, schade opliepen. Waar schijnlijk zijn er enkele meerpalen bescha digd. Of het schip zelf schade heeft beko men, zal eerst later kunnen worden vastge steld. Zoodra dit mogelijk zal zijn, zal men De Tweede Kamer is gistermiddag met de behandeling van de defensiebegrooting genaderd tot de rede van den minister, die met zyn antwoord nog slechts een begin heeft gemaakt. Terecht merkte dr. van Dijk op, dat het defensiedebat ditmaal niet een debat in grooten stijl was geweest gelijk het vorige jaar. Wel is er een groot aantal belangrijke onderwerpen ter sprake gebracht, welke een geordend antwoord zoo aanstpnds niet wel mogelijk maakten, met het oog waarop de minister het was al laat bovendien verzocht zijn rede op een anderen middag te mogen voort zetten; dat zal wel Vrijdagmiddag worden, want vanmiddag was buitenlandsche zaken aan de orde. Zooals het voor een minister moeilijk is dadelijk een geordend antwoord op een staalkaartdebat te ge,ren, zoo lastig is het voor den overzichtschrijver „iets over zichtelijks" daarvan te geven. Eén alge- meene lijn viel gistermiddag echter weder om waar te nemen, namelijk de bereidheid om grootere uitgaven, veel grootere uit gaven nog dan het vorige jaar, te doen voor de versterking van onze weermacht. Een van de vele katholieke sprekers (de heer van Poll) zeide het gistermiddag nog zoo juist, dat minister van Dijk het eener- zijds veel gemakkelijker - gekregen heeft doordat er nog slechts twee principieele ontwapenaars in de Kamer zijn, anderzijds veel moeilijker, doordat met de versterking van onze weermacht tevens een reorgani satie daarvan gepaard moet gaan. Het was opmerkelijk zooveel katholieke sprekers zich hebben laten hooren. Dr. Deckers, de oud-ministër van defensie, tegenwoordig fractie-leider, was er echter niet bij. Generaal Bajetto behandelde meer de algemeene lijnen van het defen siebeleid, de overige sprekers der katho lieke fractie bespraken allerlei details. De oud-generaal van het Indische legernu, vroeg tal van inlichtingen; over de perso- neelvoorziening van de. luchtmacht (gaat dat wel snel genoeg); den aanleg van militaire vliegvelden (komt het veld van Katwijk niet te dicht bij het uitgedachte centrale vliegveld Leiderdorp); hoe denkt de regeering oVër kalbëlballóns voor de luchtverdediging"? 'De héér Bajetto vond den vervroegden boüw'Vdri dên tweeden vervangenden "kruiser biet gemotiveerd; als de vuurleiding vSrö-'&è '„Jav& pas is gemoderniseerd, is dat'dan geon wegge gooid geld geweest? Spr, was voor de aan schaffing van torpedombtorbooten, doch tegen die van torpedovïiegtuigen, die te zeer moeten steunen op krachtige hulp middelen en op een speciaal geoefende be manning, en dan verder erg duur zouden zyn. Een marine-tankschip achtte hij daarentegen wel noodig; aan het algemee ne beleid bracht hij hulde. Om nu bij de katholieken te blijven: de jonge mr. Ruys de Beerenbrouck deed een goed woord voor de oud-gepensionneerde militairen van land- en zeemacht, besprak een aantal minder belangrijke details en besteedde de rest van zijn betoog aan een bestrijding van den heer de Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.) dien hij als katho liek lid de" Limburgsche Stater, heeft ge kend en die nog slechts eenige jaren ge leden de defensieparagraaf der r.-k. staatspartij geheel onderschreef, zoodat deze afgevaardigde z. i. een wat minder hoogen toon moest aanslaan over de wij ziging welke zich ten aanzien van het be wapeningsvraagstuk bij verschillende groe pen heeft voorgedaan. Kon de heer Andriessen (r.k.) moeilijk zijn tevredenheid betuigen over het stand punt dat de minister inneemt met betrek king tot de overneming van de loonbépa- lingen in de collectieve arbeidscontracten in bestekken voor kazernebouw, de heer Sweens (r.k.) kwam op voor eenige z.i. ten onrechte door den heer Amelink (a.r.) af gestrafte burgemeesters, die in de beruch te Septembermaand niet hadden medege werkt bij zekere militaire maatregelen, ondanks het daartoe gekregen verzoek (bevel). Volgens den heer Sweens (zelf burge meester, van Gilze-Rijen, meenen we) ging het in deze gevallen om bij zijn col- lega's gerezen twijfel omtrent de authen ticiteit van sommige zeer vérgaande beve len; na informatie behoefden enkele ervan ook niet te worden uitgevoerd. De Nederlandsche vliegtuigindustrie en de industrie in het algemeen vond in den heer van Poll (r.k.) wederom een krachtig propagandist, toen hij er op wees zooveel mogelijk materiaal hier te lande aan te schaffen; als het eenigszins mogelijk was zou hy hier ook gaarne een vlieg- tuigmotorenfabriek zich zien ontwikkelen en zou Indië voor zijn aanvulling zooveel mogelijk voor eigen vliegtuigmaterieel moeten zorgen in een eigen fabriek. De opleiding van het personeel blijft toch nog bij de aanschaffing van vliegtuigen ten achter, zoodat het ook niet noodig is, spoedshalve vliegtuigen in het buitenland te bestellen. De heer IJsselmuiden (r.k.), die ac countant is, keek met geoefend reken meestersoog naar allerlei posten, onder- deelen der legerorganisatie, bevorderingen in de hooge officiersrangen der inf hoeveelheid paarden, die beter t61ie' later door motoren óf fietsen moete^ dah den vervangen, enz. enz., om hi,? Wor' kader van de verhoogde uitgaven 1 sober te kunnen wezen. Hij zou het h n,°g maal niet gek vinden (behalve hit parade) dat de hoogere officieren ner rJ en niet te paard in den troep meesin een regimentscommandant op de fiet in een aanhangwagentje leek hem ?f dv aas evenmm Een specialist op landbouwgebied heer Ruyter (r.k.), tenslotte pleitte voor afschaffing van het n argarinegebruikhr leger en vloot en vervanging van marga nne door boter, dat 3 ton meer kost ma waardoor men den landbouw een b'elan rijken dienst bewijst; allemaal onder f~ leuze: kanonnen èn boter voor het leger! Te midden van al deze katholieke heeren zal de heer Zandt (sg.) zich niet erg 0n zijn gemak hebben gevoeld; hij liet dit echter niet blijken en ging den ontwape- naar \an Houten (cd.u.) met bijbeltek" sten te lijf om te betoogen, dat het dragen van warenen en de landsverdediging niet in strijd zijn met Gods gebod. Ook ds Zandt deed een goed woord voor de oud- gepensionneerden. En nu wij het hierover wéér hebben, vermelden wij tevens dat de heer Tijssen (s.d.) een motie indiende waarin hij een commissie vroeg tot onder zoek van de vraag in hoeverre verbetering van de pensioenen van verschillende cate gorieën van gepensionneerde militairen gewenscht is. De heer Amelink (a.r.) ver klaarde aan een motie geen behoefte te hebben. Hij verweet de s.d.a.p. dat ze blijkens de redevoering van den heer Albarda, nog steeds achter de feiten aan loopt en nog niet inziet, dat men niet kan bewapenen op een koopje; of moet soms eerst ernstig gevaar Indië bedreigen voor dat dit krachtiger schepen krijgt? vroeg de heer Amelink. De heer Wendelaar (lib.) besprak vele details en had over het algemeen veel waardeering voor het beleid van den minister. Vermelden we nog tenslotte den heer Wijnkoop (c.p.), die het voor de oud-ge pensionneerden opnam en mej. de Jong (s.d.), die den minister trachtte te bewe gen militaire kleeding niet alleen aan groote ateliers te geven, maar ook aan thuis werkende kleermakers, van wie er thans vele werkloos zijn; de Huisarbeids wet zou tegen eventueele misstanden kun nen waken. Uit den aard der zaak kunnen we ons niet verder in details begeven. Indien er aanleiding toe is, doen we dit beter bij des ministers antwoord. In den aanvang der vergadering is met betrekking tot de kwestie der licht behandeling van de leprozen te Plantoen- gan de conclusie van de meerderheid der Kamercommissie (voor een nieuwe proef-? neming met inschakeling van dr. Mulder) ■met groote meerderheid (72 tegen 12 stemmen verworpen), waarmede de" con clusie der minderheid (den minister dank te zeggen voor de verstrekte inlichtingen) werd geacht te zijn aangenomen. trachten het'schip weer gemeerd te krijgen langszij de losplaats. I Angstige oogenblikken. Gistermiddag kruiste voor de Schevening- sche haven de motorschokker SI. 31 schipper J. van Seters en stelde alle pogingen in het werk om de haven te bereiken. Doch dit was niet gemakkelijk doordat een sterke vloed ging en de zee zeer onstuimig was. Van den kant kon men duidelijk waarnemen, dat de schokker een zware toer zou hebben om op eigen kracht de haven binnen te komen. Hooge zeeën sloegen over het scheepje, dat ternauwernood aan een ondergang ontsnapte. De reddingboot „Zeemanshoop" was bereids op het eerste alarm vertrokken en lag in de buitenhaven gereed om zoo noodig assistentie te verleenen. De bemanning van den motorschokker slaagde er intusschen met de uiterste inspan ning in, de haven binnen te komen. Schepen losgeslagen. De storm heeft te Rotterdam in de stad zelf geen schade aangericht. In de haven en op de rivier zijn echter een drietal schepen losgeslagen, die door sleepbooten weer op hun plaats zijn teruggebracht. BRANDKAST IN WARENHUIS OPENGEBROKEN. Niets gevonden. Aan de lange reeks van brandkasten, welke den laatsten tijd bij groote zaken te Amsterdam met meer of minder succes wor den geforceerd, is er vannacht een, welke staat in het kantoor van het warenhuis der firma V. en D. in de Haarlemmerstraat, toe gevoegd. De brandkast bevatte bij opening echter niets, dat voor dieven van waarde was en zoo trok men onverrichterzake weer af. Het was blijkbaar om contanten te doen, want van de goederen in de zaak wordt niets vermist. Een bekend symptoom, dat er op schijnt te wijzen dat de broeders van het gilde dezelfde wijze van werken nastreven. GARNALENSCHEEPJE GEZONKEN. De garnalenvisscher „Helder 38", schip per A. Tot, is heden tengevolge van den storm nabij Oosterend (Texel) vergaan. De schipper en drie opvarenden konden door de schippers van der Vis en Steigstra uit Oos terend worden gered. Het scheepje is ver loren. LANDHUIS GEHEEL DOOR BRAND VERNIELD. Gister werd brand ontdekt in een land huis aan den Blaricumschen weg te Huizen (N. H.) bewoond door de familie van den Bergh. Het landhuis, dat met een rieten dak is gedekt, was in zeer korten tijd in vlammen gehuld. De brandweer uit Blari- cum, die het eerst gewaarschuwd was, tastte het door den stormwind aangewak kerd vuur met twee stralen op de water leiding aan. Zij gaf haar taak na ongeveer tien minuten over aan de inmiddels ter plaatse verschenen brandweer uit Huizen, welke vier slangen via de motorspuit uit legde. Het landhuis, zoomede de inboedel, ging echter geheel verloren. De oorzaak van den brand is nog onbekend. DOODELIJKE AANRIJDING TE ZUIDLAREN. Gisteren is op den weg van de Groeve naar Zuidlaren de 27-jarige echtgenoote van den heer J. Kielema Jr. uit de Groeve, die in de richting Zuidlaren fietste, door een haar achterop komende vrachtauto aangereden en vrijwel op slag gedood. ,Uit het Engelsch jdoor W. A. C. 34) Toen ging hij in den satijnen stoel zit ten en nam haar op zijn schoot. Hoop ver vulde hun harten. Zelfs trots het constante neerstorten van aarde van boven, dat op schieten moeilijk maakte en al zijn oor spronkelijke, hoopvolle berekeningen, wat den tijd betrof, in de war stuurde, moest hij na een half uur de trap hebben bereikt. De sigaretten schenen geurende wolkjes uit het paradijs. Hoe verkwikkend! Hoe heerlijk! David's hersens schenen helder als kristal. Een lichtstraal trof het diamanten mono gram op Laline's étui. „Is het niet ongelooflijk, dat menschen uit vryen wil in de diepten der aarde gaan om dat te vinden? en goud! Ik geloof, dat ik nooit meer iets zal wenschen te zien, dat uit en een mijn komt en jij?" Laline huiverde. „Neen, nooit meer. God schijnt alleen te kunnen bestaan in zonlicht en onder den blauwen hemel". „Laten we kalm blijven, schat. Kom bij me en kus me. We moeten onze zinnen bij elkaar houden". „David", fluisterde ze; een vreemde hartstocht, misschien een herinnering aan een vroeger bestaan lag er in haar oogen. „Wat kan dood of leven of wat ook ons eigenlijk schelen. Ik wil dicht bij je zijn. Ik wensch niet, dat er iets tusschen ons is. Ik wil mijn wang tegen jouw wang voe len". HOOFDSTTUK XVII. Het was gl laat op dien Zaterdagavond toen David er voor zorgde, dat Laline zon der hem ging rusten. Hij begreep, dat hij, zoolang zijn krachten het uithielden, moest blijven doorwerken. Toen hij dan ook drie nieuwe kaarsen had aangestoken en op de tafelrand geplaatst, keerde hij, na haar te hebben toegedekt en gekust, naar het ne- venvertrek terug. Om hem gerust te stellen, had Laline net gedaan of ze slaap had en sloot, voor hij haar verliet, gehoorzaam haar grijze oogen. Het was haar soms zoo moeilijk haar tra nen te bedwingen; om een nietigheid had ze kunnen huilen, maar al werd haar klei ne lichaam zwakker, haar geest werd ster ker. Nooit was ze vroeger, in haar leven van veiligheid en verzorgd worden, zoo zacht en uiterlijk zoo evenwichtig geweest als thans, nu ze honger leed, het koud had en een vreeselijke dood zoo nabij was. Haar eenige gedachte was niet geconcentreerd op leven maar op hetgeen het beste voor David zou zijn. Eindelijk begon ze ergen honger te krij gen 't werd een akelig, knagend gevoel Als ze met haar oogen dicht lag, kreeg ze neiging op te staan en de laatste plak cho colade, die bestemd was voor morgen Zondag te stelen, 't Was of een kracht, die sterker was dan ze ooit gekend had, haar steeds meer naar de kast trok. Ze vocht er tegen een gevoel van pijn begon in haar hoofd te komen en ze ver beeldde zich klokken te hooren luiden. Met een ruk ging ze overeind zitten en luisterde en luisterde, maar ze hoorde niets dan het geluid van David's graven. Ze kon hem van hieruit niet zien, want hij was een paar meter in den tunnel, dien hij had ge maakt. Ze doorzocht met haar blik de in don ker gehulde hoeken van het vertrek. Wat was dat voor een raar ding, dat daar aan de andere zijde van de sofa scheen te kruipen? 't Leek op een kabouterachtig ge drocht! v Ze klappertandde en transpiratie drup pelde van haar voorhoofd op haar hand, toen ze de deken vastgreep. Ze kon het niet uithouden. Ze moest en zou opstaan, om naar dat schepsel te gaan kijken en het tegemoet te treden. Alles was beter dan deze angst een angst, die haar vermoordde. Haar bevende, slechts in ragrijne, zijden kousen gestoken voetjes, raakten den grond. Haar linker groote teen stak door een gat in de kous en vertoonde den glim- menden, rosen nagel. Tegen de vochtige koude, die haar geheele lichaam deed ver kleumen, had ze David's jas aangetrokken. De kaarsen waren op de tafel vastge plakt en 'zónder even te wachten, om er een los te maken, verzamelde ze al haar moed en wankelde voort tot een paar pas van de sofa. Een ander, veel langer ge drocht scheen zich naar haar op te heffen, 't Bewoog zich! Hoe zou ze nog wegko men! Een krankzinnige angst maakte zich van haar meester, maar haar wil hield stand. Nog een pas voorwaarts en toen merkte ze met een bijna angstig gevoel van verlich ting, dat het slechts de schaduw was van haar zelf en van den blauw satijnen stoel, welke door de opstelling van de kaarsen daar werd geworpen. Daardorr waren de kabouterachtige wezens in het leven ge roepen en hadden zoo reëel geschenen. Een levend beest, dat het op haar gemunt had Een seconde verloor ze haar zelfbeheer- sching en liet plotseling een scherp lachen hooren. David hoorde de echo er van in zijn twee en een halve meter langen tunnel en het scheen hem het vreeselijkste geluid, dat hij ooit had gehoord. Wat was het waar kwam 't vandaan? Hij wierp zijn schop weg en ging zoo snel hij maar kon naar de huiskamer terug, maar toen hij daar kwam, had Laline de slaapplaats weer bereikt en trok de deken over zich heen. „O! David!" riep ze, toen ze zyn bleeke gezicht zag. „Ik ik had een allerbe- lachelijksten droom maak je maar niet ongerust over me ik moest er zoo har telijk om lachen! Ik zal het je vertellen; dan kun je ook eens lachen, lieveling, als je naar bed gaat. Maar ga nu met je werk voort. Hoe laat is het?" Om zijn bezorgdheid voor haar af te lei den, begon ze weer ingehouden te lachen en ging behaaglijk onder de deken liggen David begon zoo'n' beetje te begrijpen al behelsden haar woorden een volmaakt natuurlijke verklaring dat ze zich voor hem dapper hield tranen sprongen hem in de oogen. Hij kwam naar haar toe en knielde bij de slaapplaats neer. „Mijn lieveling. Mijn lief, rein hart je fluisterde hij met gebroken, heesche stem. Maar dadelijk was hij zich zelf weer meester. Hij mocht niet toegeven, aan wel ke ontroering ook; dat zou hen beiden uit hun evenwicht brengen. Hij keek op zijn horloge, dat op de tafel lBg. ,,'t Is één uur", zei hij eenigszins kort ai, want het drong tot hem door, dat de vierde dag de laatste, waarop zy nog voedse» hadden was aangebroken. Laline glimlachte vriendelijk tegen hem en zich voorover buigende, kuste ze ZU ruwe, zwarte en ongeschoren gezicht. Toen ze hem aanraakte, voelde hij, heur haar heelemaal nat was en hij greep dat ze vreeselijke angsten had dOO staan. Het scheen hem of er iets ir> binnenste werd dichtgesnoerd, dat zi daarna weer uitzette. Weer kreeg hu nen inzijn oogen, maar beheerschte zi Hij mocht niet toegeven aan zijn g®*°v Hoop bezielde hem bijna was hij met graven, want zelfs al had hy misrekend wat de plaats van de trap trof, hy groef nog steeds in lossen gr en niet in den ouden, ongeroerden -7 hij dus naar boven werkte, moest u wel uitkomen. haar Hij boog zich over Laline, stopte weer in en kuste haar innig. ^noper „Mijn lieveling mijn lief» vrouwtje", fluisterde hij. (Wordt vervolgd/'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6