VIM
^Binnenland
Wenschen ten aanzien van defensie.
JieuiUetw
Ook boter voor het leger?
ROMAN
Vluchtelingen in Zevenaar.
Uit het concentratiekamp
ontsnapten teruggezonden.
REINIGT ALLES
Nederlandsch-Belgische
overeenstemming.
Storm over het land.
„Insulinde" redt twee
schipbreukelingen.
PARLEMENT
De oud-gepensionneerden.
TWEEDE BLAD.
Nadat gisteren in tal van Duitsche
bladen was gemeld, dat de Nederland-
sche grens voor Joodsche vluchtelingen
onbeperkt was opengesteld, is sedert
dien tijd de aandrang aan de grens van
vluchtelingen zeer sterk toegenomen.
Het schijnt, dat vooral de Weensche
bladen van deze onjuiste berichten
melding hebben gemaakt, want gister
avond verscheen aan het station Zeve
neer een groote groep vluchtelingen
uit Oostenrijk onder wie een aantal,
dat er in geslaagd was uit een concen
tratiekamp te ontsnappen, voorts ver
scheiden jonge meisjes en bejaarde
lieden.
Wat zich gisteravond op 't station te Zeve
naar heeft afgespeeld, is met geen pen
te beschrijven, schrijft de N. R. C.-corres
pondent te Nijmegen. De bevolking van
Zevenaar, die tot nu toe tamelijk sceptisch
tegenover het vluchtelingenvraagstuk had
gestaan men is hier aan de grens nu
eenmaal de laatste jaren aan jammertoo-
neelen gewend geraakt is toch door de
voorvallen van gisteravond zeer sterk on
der den indruk gekomen.
Zoodra de vluchtelingen waren aangeko
men, werden zij aan de gebruikelijke con
trole onderworpen, waarbij al dadelijk
bleek, dat de meesten niet in het bezit van
een geldig paspoort waren. Er waren er bij,
die geen enkel papier of paspoort hadden.
De toestand, waarin de menschen ver
keerden, was waarlijk deerniswekkend. Zij
waren totaal onvoldoende gekleed. Duide
lijk was aan hen te zien, dat zij de laatste
weken zware ontberingen hadden geleden
en zij, die uit een concentratiekamp waren
ontsnapt, vertoonden sporen van mishan
delingen. O.m. was hun het hoofdhaar ge
heel afgeschoren.
Men kan slechts vermoeden welk een
verpletterende indruk het op de menschen
maakte, toen zij het vonnis hoorden, dat zij
niet in ons land zouden worden toegelaten
en met den eerstvolgenden trein naar
Duitschland zouden wordenteruggestuurd.
Diepe wanhoop maakte zich van de ongeluk
kige menschen meester. Er waren er,die zich
op de knieën wierpen en baden en smeekten
om toch toegelaten te worden. De men
schen zwoeren bij hoog en bij laag, dat on
middellijke overbrenging naar een concen
tratiekamp zou volgen. Zij, die uit dat
kamp ontsnapt waren, deden wanhopige
pogingen om de ambtenaren er van te
overtuigen, dat zij groot gevaar liepen
doodgeschoten te worden. Maar niets mocht
baten. De voorschriften zijn onverbiddel
ijk en hoewel de ambtenaren zelf tot tra
nen toegeroerd waren, zij moesten zich
aan de voorschriften houden.
Op een gegeven oogenblik verloor een
van de meisjes het bewustzijn, een man
dreigde zelfmoord te plegen en zelfs had
zich een der vluchtelingen op den spoor
weg begeven met het doel zich onder den
trein te werpen. Met lantaarns werd het
emplacement gedurende geruimen tijd af
gezocht en men slaagde er in den man te
vinden.
Gedurende eenige uren was het station
Zevenaar het tooneel van deze vreeselijke
voorvallen. Daarna arriveerde de laatste
trein naar Duitschland. De menschen wer
den naar de wagens gedreven en even la
ter gingen zij Duitschland weer tegemoet,
naar een onbekende bestemming.
cük mpMen en verkm
OP ELKE BUS EEN BON VOOR OESCNENKEN
Blijkens de berichten, die gisteravond aan
de grens uit Duitschland ontvangen wer
den, zou men er op moeten rekenen, dat 't
aantal vluchtelingen in de komende dagen
zeer sterk zal toenemen. Herhaling van de
tooneelen, die zich gisteravond hebben af
gespeeld, zou dus te verwachten zijn. De
noodzakelijkheid van een snelle regeling,
waardoor het mogelijk wordt dezen bekla-
genswaardigen lieden de hulp te bieden,
waarnaar zij in doodsangst uitzien, is er
weer door gebleken.
's-Gravenhage, 23 November.
Heden hebben ten paleize te Am
sterdam aan het noenmaal van hunne
Majesteiten mede aangezeten de voor
zitter van den Nederlandschen raad
van ministers, de Nederlandsche en de
Belgische ministers van buitenlandsche
zaken en de wederzijdsche gezanten.
Aldus was de gelegenheid bij uitstek
geschikt voor de bespreking van een
aantal internationale problemen waar
bij zoowel Nederland als België geïn
teresseerd zijn.
Gemeld wordt dat in den loop der
bespreking bleek van volledig begrip
voor elkanders standpunt, en, in ruime
mate, van overeenstemmend inzicht,
terwijl gelijkheid van gezindheid werd
vastgesteld wat betreft vraagstukken
van internationale organisatie, handel
en verkeer.
Verklaring van minister Spaak.
De Belgische minister-president, de heer
Spaak, heeft gisteravond tegenover enkele
persvertegenwoordigers bevestigd, dat hii
gisterenmiddag een onderhoud heeft gehad
met de ministers Colijn en Patijn over de
vraagstukken, welke België en Nederland
raken. Minister Spaak was van oordeel, dat
het officieele communiqué van den regee-
ringspersdienst, dat gisteravond is gepu
bliceerd, voldoende duidelijk is. Hij voegde
er nog aan toe, dat hij zeer getroffen is over
de enthousiaste ontvangst, welke Neder
land aan den Belgischen souverein heeft
bereid.
Op het Friesche Wad tusschen het
eiland Schiermonnikoog en Oostmahorn
werd gisteravond door de bemanning
van een onbekend vaartuig een aantal
vuurpijlen afgestoken. De reddingboot
„Insulinde", gestationneerd te Oostma
horn, voer uit om zoo noodig hulp te
verleenen.
Het bleek, dat de vuurpijlen afgestoken
waren door een in nood-verkeerend vaartuig
op het Brakzand onder Schiermonnikoog?
Het vaartuig, dat in nood verkeerde," was
het vrachtscheepje „Lauwerszee", op weg
naar Schiermonnikoog. Het schip was in het
stormweer lek geslagen en is door de red
dingboot ,;Insulinde" op sleeptouw genomen
naar Schiermonnikoog, waar het behouden is
binnengebracht. Aan boord van het vaartuig
bevonden zich twee opvarenden.
De „Insulinde" verrichtte reeds vroeger
op den avond een moeilijke redding. Het was
een Zoutkamper visschersvaartuig de
Zoutkamp 61 dat op het Groninger wad
in nood verkeerde, zoodat er voor de twee
opvarenden groot levensgevaar bestond. De
bemanning heeft de twee visschers opgepikt
en behouden in Oostmahorn aan wal gezet.
Zweedsch motorschip op drift geraakt.
Gistermiddag is het Zweedsche motortank
schip „Regulus", hetwelk in de tweede bin
nenhaven te Vlissingen olie lag te lossen,
tengevolge van den Zuidwesterstorm van de
meertrossen losgebroken en op drift geraakt.
Het schip ligt thans dwars. Doordat de „Re
gulus" met het achterschip aan den grond
geraakte en men de ankers had laten vallen,
is voorkomen, dat de provinciale stoomboo-
ten en nog andere kleinere schepen, welke
in die haven lagen, schade opliepen. Waar
schijnlijk zijn er enkele meerpalen bescha
digd. Of het schip zelf schade heeft beko
men, zal eerst later kunnen worden vastge
steld.
Zoodra dit mogelijk zal zijn, zal men
De Tweede Kamer is gistermiddag met
de behandeling van de defensiebegrooting
genaderd tot de rede van den minister, die
met zyn antwoord nog slechts een begin
heeft gemaakt. Terecht merkte dr. van
Dijk op, dat het defensiedebat ditmaal
niet een debat in grooten stijl was geweest
gelijk het vorige jaar. Wel is er een groot
aantal belangrijke onderwerpen ter sprake
gebracht, welke een geordend antwoord
zoo aanstpnds niet wel mogelijk maakten,
met het oog waarop de minister het
was al laat bovendien verzocht zijn rede
op een anderen middag te mogen voort
zetten; dat zal wel Vrijdagmiddag worden,
want vanmiddag was buitenlandsche zaken
aan de orde.
Zooals het voor een minister moeilijk is
dadelijk een geordend antwoord op een
staalkaartdebat te ge,ren, zoo lastig is het
voor den overzichtschrijver „iets over
zichtelijks" daarvan te geven. Eén alge-
meene lijn viel gistermiddag echter weder
om waar te nemen, namelijk de bereidheid
om grootere uitgaven, veel grootere uit
gaven nog dan het vorige jaar, te doen voor
de versterking van onze weermacht.
Een van de vele katholieke sprekers (de
heer van Poll) zeide het gistermiddag nog
zoo juist, dat minister van Dijk het eener-
zijds veel gemakkelijker - gekregen heeft
doordat er nog slechts twee principieele
ontwapenaars in de Kamer zijn, anderzijds
veel moeilijker, doordat met de versterking
van onze weermacht tevens een reorgani
satie daarvan gepaard moet gaan.
Het was opmerkelijk zooveel katholieke
sprekers zich hebben laten hooren. Dr.
Deckers, de oud-ministër van defensie,
tegenwoordig fractie-leider, was er echter
niet bij. Generaal Bajetto behandelde
meer de algemeene lijnen van het defen
siebeleid, de overige sprekers der katho
lieke fractie bespraken allerlei details. De
oud-generaal van het Indische legernu,
vroeg tal van inlichtingen; over de perso-
neelvoorziening van de. luchtmacht (gaat
dat wel snel genoeg); den aanleg van
militaire vliegvelden (komt het veld van
Katwijk niet te dicht bij het uitgedachte
centrale vliegveld Leiderdorp); hoe denkt
de regeering oVër kalbëlballóns voor de
luchtverdediging"? 'De héér Bajetto vond
den vervroegden boüw'Vdri dên tweeden
vervangenden "kruiser biet gemotiveerd;
als de vuurleiding vSrö-'&è '„Jav& pas is
gemoderniseerd, is dat'dan geon wegge
gooid geld geweest? Spr, was voor de aan
schaffing van torpedombtorbooten, doch
tegen die van torpedovïiegtuigen, die te
zeer moeten steunen op krachtige hulp
middelen en op een speciaal geoefende be
manning, en dan verder erg duur zouden
zyn. Een marine-tankschip achtte hij
daarentegen wel noodig; aan het algemee
ne beleid bracht hij hulde.
Om nu bij de katholieken te blijven: de
jonge mr. Ruys de Beerenbrouck deed een
goed woord voor de oud-gepensionneerde
militairen van land- en zeemacht, besprak
een aantal minder belangrijke details en
besteedde de rest van zijn betoog aan een
bestrijding van den heer de Marchant et
d'Ansembourg (n.s.b.) dien hij als katho
liek lid de" Limburgsche Stater, heeft ge
kend en die nog slechts eenige jaren ge
leden de defensieparagraaf der r.-k.
staatspartij geheel onderschreef, zoodat
deze afgevaardigde z. i. een wat minder
hoogen toon moest aanslaan over de wij
ziging welke zich ten aanzien van het be
wapeningsvraagstuk bij verschillende groe
pen heeft voorgedaan.
Kon de heer Andriessen (r.k.) moeilijk
zijn tevredenheid betuigen over het stand
punt dat de minister inneemt met betrek
king tot de overneming van de loonbépa-
lingen in de collectieve arbeidscontracten
in bestekken voor kazernebouw, de heer
Sweens (r.k.) kwam op voor eenige z.i. ten
onrechte door den heer Amelink (a.r.) af
gestrafte burgemeesters, die in de beruch
te Septembermaand niet hadden medege
werkt bij zekere militaire maatregelen,
ondanks het daartoe gekregen verzoek
(bevel).
Volgens den heer Sweens (zelf burge
meester, van Gilze-Rijen, meenen we)
ging het in deze gevallen om bij zijn col-
lega's gerezen twijfel omtrent de authen
ticiteit van sommige zeer vérgaande beve
len; na informatie behoefden enkele ervan
ook niet te worden uitgevoerd.
De Nederlandsche vliegtuigindustrie
en de industrie in het algemeen vond in
den heer van Poll (r.k.) wederom een
krachtig propagandist, toen hij er op wees
zooveel mogelijk materiaal hier te lande
aan te schaffen; als het eenigszins mogelijk
was zou hy hier ook gaarne een vlieg-
tuigmotorenfabriek zich zien ontwikkelen
en zou Indië voor zijn aanvulling zooveel
mogelijk voor eigen vliegtuigmaterieel
moeten zorgen in een eigen fabriek. De
opleiding van het personeel blijft toch nog
bij de aanschaffing van vliegtuigen ten
achter, zoodat het ook niet noodig is,
spoedshalve vliegtuigen in het buitenland
te bestellen.
De heer IJsselmuiden (r.k.), die ac
countant is, keek met geoefend reken
meestersoog naar allerlei posten, onder-
deelen der legerorganisatie, bevorderingen
in de hooge officiersrangen der inf
hoeveelheid paarden, die beter t61ie'
later door motoren óf fietsen moete^ dah
den vervangen, enz. enz., om hi,? Wor'
kader van de verhoogde uitgaven 1
sober te kunnen wezen. Hij zou het h n,°g
maal niet gek vinden (behalve hit
parade) dat de hoogere officieren ner rJ
en niet te paard in den troep meesin
een regimentscommandant op de fiet
in een aanhangwagentje leek hem ?f
dv aas evenmm
Een specialist op landbouwgebied
heer Ruyter (r.k.), tenslotte pleitte voor
afschaffing van het n argarinegebruikhr
leger en vloot en vervanging van marga
nne door boter, dat 3 ton meer kost ma
waardoor men den landbouw een b'elan
rijken dienst bewijst; allemaal onder f~
leuze: kanonnen èn boter voor het leger!
Te midden van al deze katholieke heeren
zal de heer Zandt (sg.) zich niet erg 0n
zijn gemak hebben gevoeld; hij liet dit
echter niet blijken en ging den ontwape-
naar \an Houten (cd.u.) met bijbeltek"
sten te lijf om te betoogen, dat het dragen
van warenen en de landsverdediging niet
in strijd zijn met Gods gebod. Ook ds
Zandt deed een goed woord voor de oud-
gepensionneerden. En nu wij het hierover
wéér hebben, vermelden wij tevens dat
de heer Tijssen (s.d.) een motie indiende
waarin hij een commissie vroeg tot onder
zoek van de vraag in hoeverre verbetering
van de pensioenen van verschillende cate
gorieën van gepensionneerde militairen
gewenscht is. De heer Amelink (a.r.) ver
klaarde aan een motie geen behoefte te
hebben. Hij verweet de s.d.a.p. dat ze
blijkens de redevoering van den heer
Albarda, nog steeds achter de feiten aan
loopt en nog niet inziet, dat men niet kan
bewapenen op een koopje; of moet soms
eerst ernstig gevaar Indië bedreigen voor
dat dit krachtiger schepen krijgt? vroeg de
heer Amelink.
De heer Wendelaar (lib.) besprak vele
details en had over het algemeen veel
waardeering voor het beleid van den
minister.
Vermelden we nog tenslotte den heer
Wijnkoop (c.p.), die het voor de oud-ge
pensionneerden opnam en mej. de Jong
(s.d.), die den minister trachtte te bewe
gen militaire kleeding niet alleen aan
groote ateliers te geven, maar ook aan
thuis werkende kleermakers, van wie er
thans vele werkloos zijn; de Huisarbeids
wet zou tegen eventueele misstanden kun
nen waken.
Uit den aard der zaak kunnen we ons
niet verder in details begeven. Indien er
aanleiding toe is, doen we dit beter bij des
ministers antwoord.
In den aanvang der vergadering is
met betrekking tot de kwestie der licht
behandeling van de leprozen te Plantoen-
gan de conclusie van de meerderheid der
Kamercommissie (voor een nieuwe proef-?
neming met inschakeling van dr. Mulder)
■met groote meerderheid (72 tegen 12
stemmen verworpen), waarmede de" con
clusie der minderheid (den minister dank
te zeggen voor de verstrekte inlichtingen)
werd geacht te zijn aangenomen.
trachten het'schip weer gemeerd te krijgen
langszij de losplaats.
I Angstige oogenblikken.
Gistermiddag kruiste voor de Schevening-
sche haven de motorschokker SI. 31 schipper
J. van Seters en stelde alle pogingen in het
werk om de haven te bereiken. Doch dit was
niet gemakkelijk doordat een sterke vloed
ging en de zee zeer onstuimig was. Van den
kant kon men duidelijk waarnemen, dat de
schokker een zware toer zou hebben om op
eigen kracht de haven binnen te komen.
Hooge zeeën sloegen over het scheepje, dat
ternauwernood aan een ondergang ontsnapte.
De reddingboot „Zeemanshoop" was bereids
op het eerste alarm vertrokken en lag in de
buitenhaven gereed om zoo noodig assistentie
te verleenen.
De bemanning van den motorschokker
slaagde er intusschen met de uiterste inspan
ning in, de haven binnen te komen.
Schepen losgeslagen.
De storm heeft te Rotterdam in de stad
zelf geen schade aangericht. In de haven en
op de rivier zijn echter een drietal schepen
losgeslagen, die door sleepbooten weer op
hun plaats zijn teruggebracht.
BRANDKAST IN WARENHUIS
OPENGEBROKEN.
Niets gevonden.
Aan de lange reeks van brandkasten,
welke den laatsten tijd bij groote zaken te
Amsterdam met meer of minder succes wor
den geforceerd, is er vannacht een, welke
staat in het kantoor van het warenhuis der
firma V. en D. in de Haarlemmerstraat, toe
gevoegd.
De brandkast bevatte bij opening echter
niets, dat voor dieven van waarde was en
zoo trok men onverrichterzake weer af. Het
was blijkbaar om contanten te doen, want
van de goederen in de zaak wordt niets
vermist.
Een bekend symptoom, dat er op schijnt
te wijzen dat de broeders van het gilde
dezelfde wijze van werken nastreven.
GARNALENSCHEEPJE GEZONKEN.
De garnalenvisscher „Helder 38", schip
per A. Tot, is heden tengevolge van den
storm nabij Oosterend (Texel) vergaan. De
schipper en drie opvarenden konden door de
schippers van der Vis en Steigstra uit Oos
terend worden gered. Het scheepje is ver
loren.
LANDHUIS GEHEEL DOOR BRAND
VERNIELD.
Gister werd brand ontdekt in een land
huis aan den Blaricumschen weg te Huizen
(N. H.) bewoond door de familie van den
Bergh. Het landhuis, dat met een rieten
dak is gedekt, was in zeer korten tijd in
vlammen gehuld. De brandweer uit Blari-
cum, die het eerst gewaarschuwd was,
tastte het door den stormwind aangewak
kerd vuur met twee stralen op de water
leiding aan. Zij gaf haar taak na ongeveer
tien minuten over aan de inmiddels ter
plaatse verschenen brandweer uit Huizen,
welke vier slangen via de motorspuit uit
legde. Het landhuis, zoomede de inboedel,
ging echter geheel verloren. De oorzaak
van den brand is nog onbekend.
DOODELIJKE AANRIJDING TE
ZUIDLAREN.
Gisteren is op den weg van de Groeve naar
Zuidlaren de 27-jarige echtgenoote van den
heer J. Kielema Jr. uit de Groeve, die in
de richting Zuidlaren fietste, door een haar
achterop komende vrachtauto aangereden
en vrijwel op slag gedood.
,Uit het Engelsch
jdoor W. A. C.
34)
Toen ging hij in den satijnen stoel zit
ten en nam haar op zijn schoot. Hoop ver
vulde hun harten. Zelfs trots het constante
neerstorten van aarde van boven, dat op
schieten moeilijk maakte en al zijn oor
spronkelijke, hoopvolle berekeningen, wat
den tijd betrof, in de war stuurde, moest
hij na een half uur de trap hebben bereikt.
De sigaretten schenen geurende wolkjes
uit het paradijs. Hoe verkwikkend! Hoe
heerlijk! David's hersens schenen helder
als kristal.
Een lichtstraal trof het diamanten mono
gram op Laline's étui.
„Is het niet ongelooflijk, dat menschen
uit vryen wil in de diepten der aarde gaan
om dat te vinden? en goud! Ik geloof, dat
ik nooit meer iets zal wenschen te zien,
dat uit en een mijn komt en jij?"
Laline huiverde.
„Neen, nooit meer. God schijnt alleen
te kunnen bestaan in zonlicht en onder den
blauwen hemel".
„Laten we kalm blijven, schat. Kom bij
me en kus me. We moeten onze zinnen bij
elkaar houden".
„David", fluisterde ze; een vreemde
hartstocht, misschien een herinnering aan
een vroeger bestaan lag er in haar oogen.
„Wat kan dood of leven of wat ook ons
eigenlijk schelen. Ik wil dicht bij je zijn.
Ik wensch niet, dat er iets tusschen ons is.
Ik wil mijn wang tegen jouw wang voe
len".
HOOFDSTTUK XVII.
Het was gl laat op dien Zaterdagavond
toen David er voor zorgde, dat Laline zon
der hem ging rusten. Hij begreep, dat hij,
zoolang zijn krachten het uithielden, moest
blijven doorwerken. Toen hij dan ook drie
nieuwe kaarsen had aangestoken en op de
tafelrand geplaatst, keerde hij, na haar te
hebben toegedekt en gekust, naar het ne-
venvertrek terug.
Om hem gerust te stellen, had Laline
net gedaan of ze slaap had en sloot, voor
hij haar verliet, gehoorzaam haar grijze
oogen.
Het was haar soms zoo moeilijk haar tra
nen te bedwingen; om een nietigheid had
ze kunnen huilen, maar al werd haar klei
ne lichaam zwakker, haar geest werd ster
ker. Nooit was ze vroeger, in haar leven
van veiligheid en verzorgd worden, zoo
zacht en uiterlijk zoo evenwichtig geweest
als thans, nu ze honger leed, het koud had
en een vreeselijke dood zoo nabij was. Haar
eenige gedachte was niet geconcentreerd op
leven maar op hetgeen het beste voor
David zou zijn.
Eindelijk begon ze ergen honger te krij
gen 't werd een akelig, knagend gevoel
Als ze met haar oogen dicht lag, kreeg ze
neiging op te staan en de laatste plak cho
colade, die bestemd was voor morgen
Zondag te stelen, 't Was of een kracht,
die sterker was dan ze ooit gekend had,
haar steeds meer naar de kast trok.
Ze vocht er tegen een gevoel van pijn
begon in haar hoofd te komen en ze ver
beeldde zich klokken te hooren luiden. Met
een ruk ging ze overeind zitten en luisterde
en luisterde, maar ze hoorde niets dan
het geluid van David's graven. Ze kon hem
van hieruit niet zien, want hij was een
paar meter in den tunnel, dien hij had ge
maakt.
Ze doorzocht met haar blik de in don
ker gehulde hoeken van het vertrek. Wat
was dat voor een raar ding, dat daar aan
de andere zijde van de sofa scheen te
kruipen? 't Leek op een kabouterachtig ge
drocht! v
Ze klappertandde en transpiratie drup
pelde van haar voorhoofd op haar hand,
toen ze de deken vastgreep.
Ze kon het niet uithouden.
Ze moest en zou opstaan, om naar dat
schepsel te gaan kijken en het tegemoet
te treden. Alles was beter dan deze angst
een angst, die haar vermoordde.
Haar bevende, slechts in ragrijne, zijden
kousen gestoken voetjes, raakten den
grond. Haar linker groote teen stak door
een gat in de kous en vertoonde den glim-
menden, rosen nagel. Tegen de vochtige
koude, die haar geheele lichaam deed ver
kleumen, had ze David's jas aangetrokken.
De kaarsen waren op de tafel vastge
plakt en 'zónder even te wachten, om er
een los te maken, verzamelde ze al haar
moed en wankelde voort tot een paar pas
van de sofa. Een ander, veel langer ge
drocht scheen zich naar haar op te heffen,
't Bewoog zich! Hoe zou ze nog wegko
men!
Een krankzinnige angst maakte zich van
haar meester, maar haar wil hield stand.
Nog een pas voorwaarts en toen merkte ze
met een bijna angstig gevoel van verlich
ting, dat het slechts de schaduw was van
haar zelf en van den blauw satijnen stoel,
welke door de opstelling van de kaarsen
daar werd geworpen. Daardorr waren de
kabouterachtige wezens in het leven ge
roepen en hadden zoo reëel geschenen. Een
levend beest, dat het op haar gemunt had
Een seconde verloor ze haar zelfbeheer-
sching en liet plotseling een scherp lachen
hooren.
David hoorde de echo er van in zijn twee
en een halve meter langen tunnel en het
scheen hem het vreeselijkste geluid, dat
hij ooit had gehoord.
Wat was het waar kwam 't vandaan?
Hij wierp zijn schop weg en ging zoo snel
hij maar kon naar de huiskamer terug,
maar toen hij daar kwam, had Laline de
slaapplaats weer bereikt en trok de deken
over zich heen.
„O! David!" riep ze, toen ze zyn bleeke
gezicht zag. „Ik ik had een allerbe-
lachelijksten droom maak je maar niet
ongerust over me ik moest er zoo har
telijk om lachen! Ik zal het je vertellen;
dan kun je ook eens lachen, lieveling, als
je naar bed gaat. Maar ga nu met je werk
voort. Hoe laat is het?"
Om zijn bezorgdheid voor haar af te lei
den, begon ze weer ingehouden te lachen
en ging behaaglijk onder de deken liggen
David begon zoo'n' beetje te begrijpen
al behelsden haar woorden een volmaakt
natuurlijke verklaring dat ze zich voor
hem dapper hield tranen sprongen hem
in de oogen.
Hij kwam naar haar toe en knielde bij
de slaapplaats neer.
„Mijn lieveling. Mijn lief, rein hart
je fluisterde hij met gebroken, heesche
stem. Maar dadelijk was hij zich zelf weer
meester. Hij mocht niet toegeven, aan wel
ke ontroering ook; dat zou hen beiden uit
hun evenwicht brengen.
Hij keek op zijn horloge, dat op de tafel
lBg.
,,'t Is één uur", zei hij eenigszins kort ai,
want het drong tot hem door, dat de vierde
dag de laatste, waarop zy nog voedse»
hadden was aangebroken.
Laline glimlachte vriendelijk tegen hem
en zich voorover buigende, kuste ze ZU
ruwe, zwarte en ongeschoren gezicht.
Toen ze hem aanraakte, voelde hij,
heur haar heelemaal nat was en hij
greep dat ze vreeselijke angsten had dOO
staan. Het scheen hem of er iets ir>
binnenste werd dichtgesnoerd, dat zi
daarna weer uitzette. Weer kreeg hu
nen inzijn oogen, maar beheerschte zi
Hij mocht niet toegeven aan zijn g®*°v
Hoop bezielde hem bijna was hij
met graven, want zelfs al had hy
misrekend wat de plaats van de trap
trof, hy groef nog steeds in lossen gr
en niet in den ouden, ongeroerden -7
hij dus naar boven werkte, moest u
wel uitkomen. haar
Hij boog zich over Laline, stopte
weer in en kuste haar innig. ^noper
„Mijn lieveling mijn lief»
vrouwtje", fluisterde hij.
(Wordt vervolgd/'